Concerttoelichting
Rachmaninov & Tsjaikovski do 9 november 2023 • 20.15 uur vr 10 november 2023 • 20.15 uur zo 12 november 2023 • 14.15 uur
‘Symfonie Nr. 4, Opgedragen aan mijn beste vriend’: eerste bladzijde van Tsjaikovski’s manuscript.
PROGRAMMA dirigent Maxim Emelyanychev piano Beatrice Rana Sergej Rachmaninov (1873-1943) Pianoconcert nr. 2 in c, opus 18 (1900-01) • Moderato • Adagio sostenuto - Più animato - Tempo I • Allegro scherzando Pauze Pjotr Iljitsj Tsjaikovski 1840-1893 Symfonie nr. 4 in f, opus 36 (1877) • Andante sostenuto - Moderato con anima • Andantino in modo di canzone • Scherzo (Pizzicato ostinato): Allegro • Finale: Allegro con fuoco einde concert circa 22.10 Vorige uitvoeringen door ons orkest: Rachmaninov Pianoconcert nr. 2: apr. 2017 (Brugge), piano Nelson Goerner, dirigent Sir Mark Elder Tsjaikovski Symfonie nr. 4: aug 2018 (tournee), dirigent Yannick Nézet-Séguin Een uur voor aanvang van het concert geeft Veronika Lénártová een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis. Cover: Foto Gemma Evans (Unsplash).
Sergei Rachmaninov met zijn hond Levko in 1899, aan de muur een portret van Tsjaikovski.
De weg uit het dal Muziek kan helpen om wonden te helen. Dat geldt niet alleen voor de luisteraar, maar soms ook voor de componist zelf. Sergei Rachmaninov hervond na een jarenlange impasse het vertrouwen in zichzelf toen hij werkte aan zijn Tweede pianoconcert. En Tsjaikovski schreef de pijnlijke herinneringen aan een gestrand huwelijk van zich af in zijn Vierde symfonie. ‘Ik ben nu 52,’ stelt Pjotr Iljitsj Tsjaikovski vast in een interview met de Petersburgse Gazet, ‘ik moet maar eens gaan plaatsmaken voor de jeugd.’ Gevraagd welk jong talent hij dan in gedachten heeft, noemt hij Sergei Rachmaninov – op dat moment nog maar 19 jaar oud. Rachmaninov is dan al beroemd door de Prelude in cis die iedereen wil spelen omdat hij zo heroïsch en briljant klinkt maar eigenlijk heel goed te doen is. Zijn uitgever betaalt hem hoge gages, zijn pianistenloopbaan verloopt voorspoedig – en nu bestempelt de grote Tsjaikovski hem tot zijn opvolger. Eervol, en inderdaad, Rachmaninov zal zijn melodische en harmonische erfenis vol verve de twintigste eeuw in slepen. Maar dat gaat niet zonder slag of stoot. De Eerste symfonie, die hij als 22-jarige schrijft, wordt een struikelblok. Acht maanden zwoegt hij erop, waarna hij haar trots toont aan de illustere Nikolaj Rimsky-Korsakov. ‘Sorry, maar ik vind deze muziek helemaal niet aangenaam,’ zegt die. En tijdens de repetities is te zien dat de orkestleden ook zitten te huiveren. Twijfel groeit
in het hart van de jonge toondichter. Op de dag van de première sleept hij zich naar het theater, maar durft de zaal niet in te gaan. In plaats daarvan verschuilt hij zich in het trappenhuis en hoort daar gekweld hoe een en ander zijn verloop heeft. Nee, na afloop gaat hij niet het podium op, geen denken aan – hij vlucht de stad in. Daags erna schrijft de krant meedogenloos: ‘Als er een conservatorium in de hel was, waar één van de studenten een symfonie moest componeren over de zeven plagen van Egypte – als die dan net zo’n symfonie schreef als die van Rachmaninov, dan zou hij zijn opdracht briljant hebben volbracht.’
Hypnose
Een fiasco met nare gevolgen. Rachmaninov, onbekend met tegenslag, zakt weg in een depressie. ‘Mijn hoop en zelfvertrouwen waren de bodem ingeslagen,’ schrijft hij er later zelf over, ‘al piekerend kwam ik tot de conclusie dat ik maar beter met componeren kon stoppen.’ Hij brengt zijn dagen door op de sofa – niksdoend. Drie jaar duurt die toestand. Familieleden roepen de hulp in van schrijver Lev Tolstoj. ‘Zeg eens, zit er iemand op deze muziek te wachten?’ reageert deze als Rachmaninov hem zijn lied Noodlot laat horen. De componist zakt nog dieper in de put. Hij heeft de London Philharmonic Society een nieuw pianoconcert beloofd, maar hoe zal hij dat ooit tot een goed einde kunnen brengen? Ten einde raad richt Rachmaninovs familie zich tot Dr. Nikolai Dahl, neuroloog, psychiater en hypnotiseur. Die praat op hem in, vier maanden lang: ‘U zult uw pianoconcert schrijven… het werken zal vlot gaan… Het concert zal uitstekend slagen…’ Dan: een wonder. Rachmaninov begint weer te componeren. Daar komt het: eerst het tweede, dan het derde deel
van het pianoconcert, zijn Tweede. Hij speelt ze voor publiek. In 1901 is ook het eerste deel af. En op 27 oktober presenteert hij het complete werk… Triomf! De mysterieuze piano-akkoorden in het begin: dat is nog eens wat anders dan de Prelude in cis. Dan de hoofdmelodie, 43 maten lang en, fierder, het tweede thema. Subtiel moduleert Rachmaninov van het eerste naar het tweede deel, van c klein naar E groot. Gevoelig, mijmerend, dit adagio. Met overgangsmodulaties begint ook de finale, die eindigt met een grootse melodie, triomfantelijke tegenhanger van het melancholieke thema waarmee het eerste deel opende. Voor Rachmaninov begint met het Tweede pianoconcert een nieuw leven. Vier jaar na de Eerste symfonie is hij nu op een hoger plan beland, met een persoonlijker idioom en als een nog grotere publiekslieveling dan hij als jongeman al was.
Op de dag van de première sleept hij zich naar het theater, maar durft de zaal niet in te gaan. In plaats daarvan verschuilt hij zich in het trappenhuis. Huwelijksdrama
Pjotr Iljitsj Tsjaikovski onderhield een levendige correspondentie met Nadezjda von Meck. Meer dan zomaar een vriendin was zij zijn mecenas en geestelijk vertrouwenspersoon: een van de weinigen bij wie hij zijn gevoelens veilig achtte (hoewel dit alleen per brief; ontmoet hebben ze elkaar nooit). ‘Ik was erg somber, afgelopen winter, toen ik deze symfonie componeerde,’ schreef Tsjaikovski haar over zijn Vierde, ‘en
de muziek is een getrouwe weergave van wat ik doormaakte.’ Die winterse somberheid is niet los te zien van wat er in de maanden daarvoor was gebeurd. In de zomer was Tsjaikovski getrouwd, op zoek naar geborgenheid, maar ook – of vooral? – om zijn homoseksualiteit te verbergen. Het was op een drama uitgelopen. Het echtelijk samenzijn vervulde hem met gruwelijke weerzin; hij deed een zelfmoordpoging door het ijskoude water van de Newa in te lopen. De componist overleefde het; het huwelijk niet. Amper twee maanden getrouwd gingen de echtelieden weer uit elkaar, daarna stortte Tsjaikovski zich op zijn symfonie. In zijn brief aan Nadezjda von Meck deed hij deel voor deel het verhaal achter de noten uit de doeken. Enkele zinsneden daaruit: I: ‘De inleiding is de kiem van de symfonie. Het hoofdthema stelt het Noodlot voor, de fatale macht die de drang naar het geluk steeds weer verhindert zijn doel te bereiken. Is het niet beter, zich van de werkelijkheid af te wenden en zich aan dromen over te geven?’ II: ‘Dit is het melancholieke gevoel dat je bekruipt wanneer je ’s avonds alleen thuiszit met een boek, moe van je werk. Allerlei herinneringen komen terug. Aan gelukkige momenten, toen je nog jong en onbezonnen was, maar ook aan pijnlijke verliezen.’ III: ‘Je laat je fantasie gaan. Beschonken buitenlui, een straatliedje, een militaire optocht: de onsamenhangende beelden die door je hoofd gaan voordat je in slaap valt.’ IV: ‘Wanneer je in jezelf geen vreugde vindt, kijk dan om je heen. Begeef je onder de mensen. Zie hoe zij de kunst verstaan vrolijk te zijn. Denk niet dat er alleen maar verdriet is in deze wereld. Verheug je over het geluk van anderen. Het leven biedt nog mogelijkheden.’ Stephen Westra
Maxim Emelyanychev • dirigent Geboren: Nizjni Novgorod Huidige positie: chef-dirigent Scottish Chamber Orchestra, chef-dirigent barokensemble Il Pomo d’Oro Studie: piano en directie in Nizjni Novgorod, directie in Moskou bij Gennadi Rozhdestvenski, historische toetsinstrumenten bij Maria Uspanskaya Prijzen: Internationaal Concours Musica Antiqua Brugge (2010), Hans von Bülow Concours Meiningen (2012) Doorbraak: 2014 met Mozarts Don Giovanni in het Teatro de la Maestranza, Sevilla Daarna: gastoptredens bij Berliner Philharmoniker, London Philharmonic Orchestra, Orchestre de Paris, Koninklijk Concertgebouworkest; opera in Londen (Covent Garden), Genève (Grand Théâtre), Toulouse (Théâtre du Capitole) en in het Glyndebourne Festival; tournees en plaatopnames met Il Pomo d’Oro en Joyce DiDonato Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2023
Foto: SCO
Foto: Simon Fowler
Beatrice Rana • piano Geboren: Copertino, Italië Studie: Eerste pianolessen op vierjarige leeftijd. Conservatorium van Monopoli: piano bij Benedetto Lupo, compositie bij Marco della Sciucca. Vervolgstudie piano bij Arie Vardi (Hannover) en Benedetto Lupo (Rome) Doorbraak: 2011, als winnaar van de eerste prijs en alle bijzondere prijzen tijdens het Internationale Concours van Montréal Daarna: solo-optredens bij London Philharmonic Orchestra, Bayerische Rundfunk Sinfonieorchester, Los Angeles Philharmonic, Philadelphia Orchestra, Koninklijk Concertgebouworkest, met dirigenten als Riccardo Chailly, Klaus Mäkelä, Yannick Nézet-Séguin, Andrés OrozcoEstrada en Lahav Shani, optredens in Wenen (Musikverein), Berlijn (Philharmonie), New York (Carnegie Hall), festivals van Verbier, Ferrara, La Roque d’Anthéron Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2023
Agenda Harry Potter in Concert, deel 7 wo 15 november 2023 • 19.30 do 16 november 2023 • 19.30 vr 17 november 2023 • 19.30 za 18 nov. 2023 • 13.30 en 19.30 zo 19 november 2023 • 13.30 dirigent Justin Freer Desplat Harry Potter and the Deathly Hallows Part 1 Sint Sing Along (3+) wo 22 november 2023 • 13.30 en 16.00 coproductie met Jeugdtheater Hofplein diverse sinterklaasliedjes vr 24 november 2023 • 20.15 dirigent Andrés Orozco-Estrada cello Daniel Müller-Schott Dvořák Celloconcert Howard Magnetite Dvořák Zevende symfonie Music for Breakfast 2 zo 3 december 2023 • 10.30 Jurriaanse Zaal, de Doelen met Rachel Browne (viool), Matthew Midgley (contrabas) en collega’s uit het orkest Parry Twee intermezzo’s voor strijktrio Onslow Strijkkwintet ‘De kogel’ Midgley Folk Trio Bridge Three Traditional English Songs do 7 december 2023 • 20.15 vr 8 december 2023 • 20.15 zo 10 december 2023 • 14.15 dirigent Lahav Shani viool Janine Jansen Sibelius Vioolconcert Pärt Swan Song Debussy La mer
Orkestleden Chef-dirigent Lahav Shani Eredirigent Yannick Nézet-Séguin
Janine Baller Francis Saunders Veronika Lénártová Rosalinde Kluck León van den Berg Olfje van der Klein
Vaste gastdirigent Tarmo Peltokoski Cello Emanuele Silvestri Eerste viool Eugene Lifschitz Marieke Blankestijn, Joanna Pachucka concertmeester Daniel Petrovitsch Quirine Scheffers Mario Rio Hed Yaron Meyerson Gé van Leeuwen Saskia Otto Eelco Beinema Arno Bons Carla Schrijner Mireille van der Wart Pepijn Meeuws Rachel Browne Yi-Ting Fang Maria Dingjan Marie-José Schrijner Contrabas Noëmi Bodden Matthew Midgley Petra Visser Ying Lai Green Sophia Torrenga Jonathan Focquaert Hadewijch Hofland Robert Franenberg Annerien Stuker Harke Wiersma Alexandra van Beveren Arjen Leendertz Ricardo Neto Tweede viool Charlotte Potgieter Fluit Cecilia Ziano Juliette Hurel Frank de Groot Joséphine Olech Laurens van Vliet Désirée Woudenberg Tomoko Hara Elina Staphorsius Fluit/piccolo Jun Yi Dou Beatriz Da Baião Bob Bruyn Eefje Habraken Hobo Maija Reinikainen Remco de Vries Wim Ruitenbeek Karel Schoofs Babette van den Berg Anja van der Maten Melanie Broers Lana Trimmer Hobo/althobo Ron Tijhuis Altviool Anne Huser Klarinet Roman Spitzer Julien Hervé Galahad Samson Bruno Bonansea José Moura Nunes Kerstin Bonk Lex Prummel
Klarinet/ basklarinet Romke-Jan Wijmenga Fagot Pieter Nuytten Lola Descours Marianne Prommel Fagot/ contrafagot Hans Wisse Hoorn David Fernández Alonso Felipe Santos Freitas Silva Wendy Leliveld Richard Speetjens Laurens Otto Pierre Buizer Trompet Alex Elia Simon Wierenga Jos Verspagen Trombone Pierre Volders Alexander Verbeek Remko de Jager Bastrombone Rommert Groenhof Tuba Hendrik-Jan Renes Pauken/slagwerk Danny van de Wal Ronald Ent Martijn Boom Adriaan Feyaerts Harp Charlotte Sprenkels