Concerttoelichting
PROGRAMMA
dirigent Valentin Uryupin piano Seong-Jin Cho
Wolfgang Amadeus Mozart (1756–1791)
Pianoconcert nr. 9 in Es, KV 217 ‘Jeunehomme’ (1777)
• Allegro
• Andantino
• Rondo: presto
pauze
Sergej Prokofjev (1891-1953)
Suite uit Romeo en Julia (1935/1940):
• Montagues en Capulets (De prins geeft zijn bevel –Dans van de ridders)
• Scène (De straat ontwaakt)
• Julia als meisje
• Menuet
• Maskers
• Romeo en Julia (Balkonscène – Liefdesdans)
• De dood van Tybalt
• Romeo en Julia voor het afscheid
• Het kindermeisje
• Frater Lorenzo
• Romeo bij Julia’s graf
• De dood van Julia
Einde concert circa 22.15 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest:
Mozart Pianoconcert nr. 9: mrt 2024, piano Daniil Trifonov, dirigent Lahav Shani (tournee)
Prokofjev Romeo en Julia (selectie): sep 2023, dirigent Lahav Shani
Een uur voor aanvang van het concert geeft Emanuel Overbeeke een inleiding op het programma, toegang € 5. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Patrick Hendry (Unsplash).
Illustratie : Romeo en Julia: balkonscène. Gravure van Richard Rhodes (1815) naar een illustratie van John Thurston. Coll. The British Museum
Wolfgang Amadeus Mozart als ridder van het Gulden Spoor. Anonieme kopie (1777) van een portret door Padre Martini. Coll. Muziekmuseum BolognaDramatiek voor de concertzaal
Een schijnbaar onschuldig
pianoconcert van Mozart als opmaat voor Prokofjevs even opzwepende als grimmige balletmuziek bij het tragische verhaal van Romeo en Julia, dat is nog niet zo gek als het lijkt.
Samen met Joseph Haydn was Wolfgang
Amadeus Mozart een groot voorbeeld voor Sergej Prokofjev, die al met zijn Eerste symfonie liet horen hoe goed hij hun klassieke stijl beheerste. En net als Prokofjev legde Mozart graag het nodige drama in zijn muziek, zoals in zijn Pianoconcert in Es KV 271. De dialoog tussen piano en orkest in dat concert kun je zien als een vriendelijk spiegelbeeld van ‘Montagues en Capulets’ uit Prokofjevs balletmuziek voor Romeo en Julia, waarin we de fatale rivaliteit horen tussen twee adellijke families.
Wolfgang en Victoire
Hoewel Mozarts fijnzinnige muziek vergeleken bij de brute klanken van Prokofjev uit een ander universum lijkt te komen, was de jonge componist zeker voor zijn tijd vooruitstrevend in de manier waarop hij de piano en het orkest tegenover elkaar zette. Het in 1777 geschreven Pianoconcert in Es KV 271, Mozarts negende, is te beschouwen als de overgang van zijn jeugdwerken naar
volwassenheid. Lange tijd heeft men gedacht dat Mozart het concert opdroeg aan een Franse pianiste over wie niets meer bekend was dan dat ze Jeunehomme zou hebben geheten – en onder die naam kwam dit concert dan ook bekend te staan. In 2004 ontdekte de Weense musicoloog Michael Lorenz hoe de vork werkelijk in de steel zat. Mozart schreef zijn concert helemaal niet voor ene Jeunehomme, maar voor Victoire Jenamy, dochter van de danser en choreograaf Jean Georges Noverre, die weer een goede vriend was van de familie Mozart. In september 1778 verwijst Mozart in een brief aan zijn vader naar het werk als het ‘concert voor Jenomy’. Hoewel Victoire Jenamy geen professioneel pianiste was, waardeerde Mozart haar spel enorm en hij gaf haar het langste, beste en meest gedurfde pianoconcert dat hij tot dan toe geschreven had. De solist wacht niet op de gangbare orkestrale inleiding, maar begint direct na de eerste noten een sprankelende dialoog met het orkest. Het is de basis voor het complete eerste deel: het orkest begint en de piano geeft antwoord. Alleen vlak voor de reprise draait Mozart de volgorde een keer om. In het introspectieve tweede deel introduceert Mozart het instrumentale recitatief. In hun omvangrijke biografie uit de jaren twintig van de twintigste eeuw vergeleken Teodor Wyzewa en Georges de Saint-Fox dit deel treffend met een ‘tragisch
recitatief uit een opera van Gluck’. Het laatste deel is een briljant rondo vol noviteiten. Hoewel het schema eenvoudig lijkt - een thema geïntroduceerd door de solist dat steeds terugkeert en afgewisseld wordt met episodes bestaande uit ander materiaalheeft Mozart verschillende verrassingen ingebouwd. De grootste is misschien wel de derde episode, waar een heus menuet opduikt. Alsof Mozart een compleet extra deel heeft willen inlassen dat contrasteert in stemming en tempo. Jeugdige branie of een volwassen rijpheid? In elk geval is dit de eerste grote parel onder Mozarts pianoconcerten.
Jeugdige branie of een volwassen rijpheid? In elk geval is dit de eerste grote parel onder Mozarts pianoconcerten.
Romeo en Julia
Nadat hij tijdens de Russische Revolutie zijn vaderland ontvluchtte, ontwikkelde Sergej Prokofjev zich tot een echte kosmopoliet met een geheel eigen stijl die ver verwijderd leek van de negentiende-eeuwse Russische muziek. Hij woonde en werkte enige tijd in de Verenigde Staten, verbleef daarna in Parijs en op verschillende andere plaatsen in Europa, maar keerde in 1936 tot veler verbazing weer terug naar Rusland. Achteraf kun je zeggen dat die terugkeer zich al had aangekondigd in zijn muziek – bijvoorbeeld in Romeo en Julia uit 1935, een ballet naar Shakespeares beroemde gelijknamige toneelstuk. Want naast een klassiek-mozartiaans vormbesef en een Frans-georiënteerde orkestbehandeling is de Russische ziel nooit ver weg in deze partituur. De eenvoud van de melodieën, de
opzwepende ritmes, de harmonieën die als zweepslagen uit het orkest opstijgen, het zijn allemaal elementen die je kunt terugvinden in de Russische volksmuziek.
Bovendien sluit Prokofjev juist met Romeo en Julia aan op de sterke Russische ballettraditie. Maar ook al is het inmiddels veruit de populairste balletmuziek van de twintigste eeuw, in het Rusland van de jaren 1930 moest Prokofjev vechten om zijn partituur geaccepteerd te krijgen. Het Kirov Ballet, dat hem eerder nog een opdracht had gegeven voor een avondvullend ballet naar eigen keuze, reageerde afwijzend toen Prokofjev Romeo en Julia als onderwerp voorstelde. De componist bood zijn ballet vervolgens aan bij het Bolshoi Theater, in eerste instantie met succes, maar bij nadere beschouwing achtte men de partituur daar ‘ondansbaar.’ Om de muziek dan tenminste nog in de concertzaal gespeeld te krijgen destilleerde Prokofjev in 1936 twee symfonische suites uit de partituur, tien jaar later gevolgd door een derde. Het complete ballet beleefde uiteindelijk in 1938 zijn première in het Tsjechische Brno. Het was zo’n succes dat het Kirov Ballet het werk snel op het programma zette en in 1940 alsnog de Russische première bracht. Naast het ballet zelf werden ook de orkestsuites populair. Vele orkesten maakten en maken er een gewoonte van om op basis van de drie suites hun eigen compilatie samen te stellen. Dat is ook vandaag het geval. Het tweeëneenhalf uur durende ballet in vier aktes en negen scènes klinkt in een samenvatting die het verhaal van de fatale liefde tussen Romeo en Julia vertelt door delen uit verschillende suites chronologisch te combineren. Dankzij de beeldende kracht van de muziek van Prokofjev is zelfs voor degenen die het drama niet kennen het hele verhaal zo op de voet te volgen.
Paul JanssenSeong-Jin Cho • piano
Geboren: Seoul, Zuid-Korea
Studie: eerste pianolessen op zesjarige leeftijd, studie bij Michel Béroff aan het Conservatoire National Supérieur, Parijs, en onder mentorschap van Alfred Brendel
Prijzen: Hamamatsu International Piano Competition 2009 (als jongste winnaar ooit), International Tchaikovsky Competition, 2011 Doorbraak: 2015: eerste prijs in het Internationale Chopin-concours, Warschau. Gesoleerd bij: Berliner Philharmoniker, London Symphony Orchestra, Münchner Philharmoniker, Deutsches SymphonieOrchester Berlin, Orchestre de Paris, Philadelphia Orchestra, Los Angeles Philharmonic, Mariinsky Orchestra
Solorecitals: Carnegie Hall New York, Philharmonie Berlijn, Concertgebouw Amsterdam, Suntory Hall Tokio, festivals van La Roque d’Anthéron, Verbier, Gstaad
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2021
Valentin Uryupin • dirigent
Geboren: Lozova, Oekraïne
Studie: klarinet en orkestdirectie aan het Staatsconservatorium van Moskou bij Evgeny Petrov en Gennadi Rozjdestvenski, masterclass bij Kurt Masur, assistentschappen bij Vladimir Jurowski, Valery Gergiev, Teodor Currentzis
Prijzen: Gustav Mahler Dirigentenconcours 2016 (derde prijs)
Doorbraak: 2017, winnaar Dirigentenconcours Sir Georg Solti, Frankfurt
Daarna: gastdirecties bij Wiener Symphoniker, Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, SWR Symphonieorchester, Nederlands
Philharmonisch Orkest, New Japan Philharmonic, Mariinsky Orchestra, chef-dirigent Rostov Symphony Orchestra (2015–2021) en Novaya Opera Moskou (2021–2022); opera bij de Staatsopera’s van Berlijn, Hannover, Stuttgart, Teatro Real Madrid, Opera van Athene, Bregenz Festival
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2024
Foto: Daniil RabovskyOrkestleden Agenda
Music for Breakfast 4
zo 24 maart 2024 • 10.30 uur
Jurriaanse Zaal, de Doelen met Melanie Broers (viool), José Moura Nunes (altviool) en collega’s uit het orkest
Glazoenov Orientale (uit: Noveletten)
Dvořák Terzetto
Arenski Strijkkwartet nr. 2 (deel 1)
Tsjaikovski Souvenir de Florence (deel 1)
do 28 maart 2024 • 19.30 uur
vr 29 maart 2024 • 19.30 uur
za 30 maart 2024 • 19.30 uur
dirigent John Butt
tenor Andrew Tortise (evangelist)
sopraan Carolyn Sampson
alt Catriona Morison
tenor Sam Boden (aria’s)
bas-bariton Matthew Brook (aria’s en Christus)
koor Laurenscollegium, Nationaal Kinderkoor
Bach Matthäus-Passion
vr 5 april 2024 • 20.15 uur
zo 7 april 2024 • 14.15 uur
dirigent Jukka-Pekka Saraste
viool Johan Dalene
Mendelssohn Vioolconcert Bruckner Zevende symfonie
Apollo (4+)
zo 14 april 2024 • 13.15 en 15.15 uur
dirigent Rolf Verbeek
regie Rosa Peters
acteurs Freek den Hartogh, Amro
Kasr, Martijn van der Veen en Hanna van Vliet
Van Binsbergen Apollo
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Mireille van der Wart
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Cecilia Ziano
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Tomoko Hara
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Wim Ruitenbeek
Babette van den Berg
Melanie Broers
Lana Trimmer
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Lex Prummel
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Cello
Emanuele Silvestri
Eugene Lifschitz
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Gé van Leeuwen
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Harke Wiersma
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Fluit/piccolo
Beatriz Da Baião
Hobo
Remco de Vries
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Santos Freitas Silva
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Adriaan Feyaerts
Harp
Charlotte Sprenkels