Concerttoelichting
Valentijnsconcert wo 14 februari • 20.15 uur
PROGRAMMA sopraan Chen Reiss klarinet Julien Hervé piano Lahav Shani Robert Schumann (1810–1856) Phantasiestücke op. 73 voor klarinet en piano (1849) • Zart und mit Ausdruck • Lebhaft, leicht • Rasch und mit Feuer Robert Schumann Uit: Myrthen, op. 25 (1840) • Der Nussbaum • Die Lotosblume • Lied der Suleika • Hochländisches Wiegenlied • Widmung Louis Spohr (1784–1859) Uit: Sechs deutsche Lieder, op. 103 (1837) • Zwiegesang • Wiegenlied • Das heimliche Lied pauze Paul Ben-Haim (1897–1984) Three Songs Without Words (1952) • Arioso • Ballad • Sephardic Melody Gustav Mahler (1860–1911) Uit Des Knaben Wunderhorn: Das himmlische Leben (1892) Bewerking voor sopraan, klarinet en piano door Lahav Shani Franz Schubert (1897–1828) Der Hirt auf dem Felsen, D965 (1828) Einde concert circa 22.00 uur
Robert en Clara Schumann-Wieck. Litho van Eduard Kaiser, 1847
Liefdesliederen Geen mooier onderwerp om over te zingen dan de hartstocht in al zijn verschijningsvormen. Verboden, ontluikende, oplaaiende of onbeantwoorde liefde: het hele scala komt voorbij in dit Valentijnsrecital. Fantasiestücke en Myrthen
Alles wees erop dat de jonge Robert Schumann een van de grootste pianovirtuozen van zijn tijd zou worden. In elk geval was zijn leraar Friedrich Wieck daarvan overtuigd. Maar het liep anders: een blessure aan Roberts hand zette een streep door de rekening. Voor hem was dat niet het eind van de wereld. Hij legde zich toe op componeren en vond niet veel later de liefde van zijn leven. Wieck had een grotere teleurstelling te verwerken. De droom een sterpianist te hebben opgeleid, spatte uiteen. En erger nog: de geliefde van zijn mislukte leerling bleek zijn eigen dochter Clara te zijn. Met een beetje verbeeldingskracht – en de titel van het stuk moedigt die aan – kun je Schumanns Fantasiestücke zien als een driedelige terugblik op die opbloeiende liefde. Het eerste deel is dromerig en teder, het tweede opgetogen en vol levenslust, het derde vurig, door het dolle heen. Een niet te stuiten oerkracht, Wieck was er al bang voor geweest. Hij wilde niets van een verloving weten, maar het verliefde stel liet zich niet tegenhouden. In 1840 trouwde Robert met Clara. De bundel Myrthen was zijn huwelijksgeschenk aan haar. In ‘Der Nussbaum’ droomt een Foto Annie Spratt (Unsplash)
meisje van de liefde, zonder zich dat zelf al bewust te zijn. ‘Die Lotosblume’ bezingt de schuchtere liefde van een lotusbloem voor de maan: in zijn licht ontwaakt ze, bloeit ze op en verspreidt ze haar geur. ‘Lied der Suleika’ verwoordt het gevoel van herkenning bij het lezen van een liefdesgedicht: de zoete waarheid, in poëzie verpakt. In ‘Hochländisches Wiegenlied’ zingt een moeder haar zoontje toe dat hij maar een grote, stoute jongen mag worden. ‘Widmung’ geeft woorden aan het overweldigende gevoel dat je geliefde de hele wereld voor je betekent. In Schumanns bundel is het het openingslied; in de selectie van dit recital de allesomvattende slotsom.
Deutsche Lieder
In de tijd dat Schumann aan zijn carrière als componist begon, was Louis Spohr een van Duitslands meest vooraanstaande componisten. De Deutsche Lieder schreef hij op het toppunt van zijn roem, om ze op te dragen aan Prinses Sondershausen. Uit Spohrs autobiografie weten we dat de prinses hem daarop uit dankbaarheid een kostbare ring schonk – mooi detail voor een Valentijnsprogramma. ‘Zwiegesang’ schildert een romantisch meinacht-tafereel. Er zit een vogeltje in de sering, daaronder zit een meisje. Beurtelings zingen ze – de een over de lentezon, de ander over de liefde. Lente is het ook in ‘Wiegenlied’, waarin een moeder haar kindje in slaap zingt: als het nu de ogen sluit, zullen die morgen als bloesems opengaan. Melancholie zet de toon in ‘Das heimliche Lied’, het zingt
van verzwegen verdriet dat in stilte wordt gedragen. Maar aan het eind breekt de zon door. Rust en vrede zijn balsem voor de gepijnigde ziel, liefde vult de harten van hen die zich ervoor openstellen.
Songs Without Words
Paul Ben-Haim werd geboren als Paul Frankenburger, maar nam een nieuwe naam aan nadat hij in 1933 vanuit NaziDuitsland was geëmigreerd naar Tel Aviv. Zijn drie Songs Without Words omschreef hij als een klankschildering in oosterse
Uit dankbaarheid schonk de prinses hem een kostbare ring – mooi detail voor een Valentijnsprogramma sfeer. ‘Wie nog meer aanwijzingen wil om de verbeelding op gang te brengen,’ voegde de componist daaraan toe, ‘kan zich voorstellen dat de langademige melodieën van ‘Arioso’ werden geïnspireerd door de onbarmhartige hitte van een zomerdag in het rotsachtige Judeagebergte. In ‘Ballad’ is de voortkabbelende stem van een oosterse verhalenverteller te horen. Het laatste lied is gebaseerd op een traditionele volksmelodie van Sefardisch-Joodse oorsprong – een zuivere parel, waaraan ik alleen maar de zetting heb toegevoegd.’
Das himmlische Leben
In de jaren 1890 werkte Gustav Mahler aan een bundel liederen op volkspoëzie uit Des
Knaben Wunderhorn. Zo ontstond ook ‘Das himmlische Leben’, dat uiteindelijk niet in de Wunderhorn-cyclus terecht zou komen. In plaats daarvan gebruikte Mahler het als slotdeel van zijn Vierde symfonie; Lahav Shani maakte er een bewerking van voor sopraan, klarinet en piano. Dit lied vertelt ons over het leven in de hemel zoals een kind het zich voorstelt. Het is daar één en al vrolijkheid. Er wordt door alle heiligen volop gelachen en gedanst, de wijn vloeit er rijkelijk, engelen bakken er brood, heerlijk eten is er in overvloed. Maar het allermooist, zo wordt ons aan het slot verzekerd, is de hemelse muziek: niets op aarde kan daaraan tippen.
Der Hirt auf dem Felsen
Ook in ‘Der Hirt auf dem Felsen’ wordt de blik omhoog gericht. Aan het begin van het lied bevinden we ons al in de bergen, boven het aardse leven. Daar loopt een herder te zingen, uit de diepte klinkt de echo van zijn eigen stem. Hij voelt zich alleen, zijn geliefde is onbereikbaar ver weg. Na vier strofen slaat bij hem de somberheid toe. De eenzaamheid is ondraaglijk, de dood een lokkend perspectief: de herder heeft het gevoel dat zijn hart hemelwaarts wordt getrokken. Dan klaart de muziek weer op. De laatste strofe spiegelt ons voor hoe straks met het voorjaar ook de vreugde zal terugkeren. Tot slot grijpt Schubert nog even terug naar de regels uit het eerste deel over de herdersstem en zijn echo, de klarinet dartelt naar het einde. Eind goed, al goed. Voor Schubert zelf zat een nieuwe lente er niet meer in: hij stierf enkele weken nadat hij dit lied had voltooid. Maar zijn herder in de bergen heeft het eeuwige leven.
Chen Reiss • sopraan Artist in Residence
Foto: Paul Marc Mitchell
Geboren: Herzliya, Israël Studie: piano vanaf haar vijfde, zanglessen sinds haar veertiende Debuut: als vast lid van de Bayerische Staatsoper München Gesoleerd bij: Gewandhausorchester Leipzig, Berliner Philharmoniker, Wiener Philharmoniker, Koninklijk Concertgebouworkest, Chicago Symphony, Philharmonia Orchestra, Orchestre de Paris Recitals: met pianisten Charles Spencer en Alexander Schmalcz Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2023
Julien Hervé • klarinet Geboren: Aubergenville, Frankrijk Studie: Klarinet aan het Conservatoire National Supérieur de Musique Parijs Huidige positie: soloklarinettist Rotterdams Philharmonisch Orkest (sinds 2008) Kamermuziek: Lid van het Collectief en Ensemble Calliopée, recitals met Jean Hisanori Sugitani, artistiek leider van de Rotterdam Chamber Music Society en van het Festival International de Musique de Chambre de Thèze
Foto: Oscar Seijkens
Lahav Shani • chef-dirigent Geboren: Tel Aviv, Israël Studie: piano aan de Buchmann-Mehta School of Music Tel Aviv; piano en directie aan de Hochschule für Musik ‘Hanns Eisler’ Berlijn; mentor: Daniel Barenboim Doorbraak: 2007, als solist in Tsjaikovski’s Eerste pianoconcert Daarna: solo-optredens met Daniel Barenboim, Zubin Mehta en Gianandrea Noseda, kamermuziek in Verbier, Aix-enProvence en Berlijn Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2016
Bart Diels
Foto: Marco Borggreve
Agenda vr 16 februari 2024 • 20.15 uur dirigent Lahav Shani sopraan Chen Reiss Strauss Zes orkestliederen Mahler Zesde symfonie ‘Tragische’ Music for Breakfast 3 zo 25 februari 2024 • 10.30 uur Jurriaanse Zaal, de Doelen met Quirine Scheffers (viool), David Fernández Alonso (hoorn) en collega’s uit het orkest Saint-Saëns Romance voor hoorn en piano Koechlin Quatre petites pièces Debussy Vioolsonate Dauprat Hoornkwintet in F vr 22 maart 2024 • 20.15 uur dirigent Valentin Uryupin piano Seong-Jin Cho Mozart Pianoconcert nr. 9 ‘Jeunehomme’ Prokofjev Romeo en Julia (delen) Music for Breakfast 4 zo 24 maart 2024 • 10.30 uur Jurriaanse Zaal, de Doelen met Melanie Broers (viool), José Moura Nunes (altviool) en collega’s uit het orkest Glazoenov Orientale (uit: Noveletten) Dvořák Terzetto Arenski Strijkkwartet nr. 2 (deel 1) Tsjaikovski Souvenir de Florence (deel 1)
Orkestleden Kerstin Bonk Lex Prummel Janine Baller Eredirigent Francis Saunders Yannick Nézet-Séguin Veronika Lénártová Rosalinde Kluck Vaste gastdirigent León van den Berg Tarmo Peltokoski Olfje van der Klein
Klarinet/ basklarinet Romke-Jan Wijmenga
Eerste viool Marieke Blankestijn, concertmeester Quirine Scheffers Hed Yaron Meyerson Saskia Otto Arno Bons Mireille van der Wart Rachel Browne Maria Dingjan Marie-José Schrijner Noëmi Bodden Petra Visser Sophia Torrenga Hadewijch Hofland Annerien Stuker Alexandra van Beveren
Cello Emanuele Silvestri Eugene Lifschitz Joanna Pachucka Daniel Petrovitsch Mario Rio Gé van Leeuwen Eelco Beinema Carla Schrijner Pepijn Meeuws Yi-Ting Fang
Fagot/ contrafagot Hans Wisse
Contrabas Matthew Midgley Ying Lai Green Jonathan Focquaert Robert Franenberg Harke Wiersma Arjen Leendertz Ricardo Neto
Trompet Alex Elia Simon Wierenga Jos Verspagen
Chef-dirigent Lahav Shani
Tweede viool Charlotte Potgieter Cecilia Ziano Frank de Groot Laurens van Vliet Tomoko Hara Elina Staphorsius Jun Yi Dou Bob Bruyn Eefje Habraken Maija Reinikainen Wim Ruitenbeek Babette van den Berg Melanie Broers Lana Trimmer Altviool Anne Huser Roman Spitzer Galahad Samson José Moura Nunes
Fagot Pieter Nuytten Lola Descours Marianne Prommel
Hoorn David Fernández Alonso Felipe Santos Freitas Silva Wendy Leliveld Richard Speetjens Laurens Otto Pierre Buizer
Trombone Pierre Volders Alexander Verbeek Remko de Jager
Fluit Juliette Hurel Joséphine Olech
Bastrombone Rommert Groenhof
Fluit/piccolo Beatriz Da Baião
Tuba Hendrik-Jan Renes
Hobo Remco de Vries Karel Schoofs Anja van der Maten
Pauken/slagwerk Danny van de Wal Ronald Ent Martijn Boom Adriaan Feyaerts
Hobo/althobo Ron Tijhuis Klarinet Julien Hervé Bruno Bonansea
Harp Charlotte Sprenkels