Concerttoelichting
do 7 november 2024 • 20.15 uur vr 8 november 2024 • 20.15 uur
PROGRAMMA
dirigent Tarmo Peltokoski
cello Truls Mørk
Kaija Saariaho (1952-2023)
Ciel d’hiver (2013)
Dmitri Sjostakovitsj (1906-1975)
Celloconcert nr. 2 (1966)
• Largo
• Allegretto
• Allegretto pauze
Jean Sibelius (1865-1957) Symfonie nr. 1 (1898-99)
• Andante, ma non tropppo - Allegro energico
• Andante (ma non troppo lento)
• Scherzo: Allegro
• Finale (quasi una fantasia): Andante - Allegro molto
Einde concert circa 22.30 uur
Vorige uitvoeringen door ons orkest:
Saariaho Ciel d’hiver: apr 2016, dirigent JukkaPekka Saraste
Sjostakovitsj Celloconcert nr. 2: mei 2016 (tournee), cello Sol Gabetta, dirigent Yannick Nézet-Séguin
Sibelius Symfonie nr. 1: mei 2019, dirigent JukkaPekka Saraste
Een uur voor aanvang van het concert geeft
Marien van Staalen een inleiding op het programma, toegang € 7,50. Kaartjes zijn aan de zaal te verkrijgen tegen pinbetaling. Voor Vrienden is de inleiding gratis.
Cover: Foto Guille Pozzi
Noordwaarts
Kaija Saariaho verklankte de winterhemel van het hoge noorden, haar landgenoot
Jean Sibelius riep in zijn Eerste symfonie beelden op van Finse bossen en vergezichten. Dmitri Sjostakovitsj schreef zijn Tweede celloconcert tijdens een vakantie in zuidelijker streken, maar ook bij hem komt de gevoelstemperatuur zelden boven het vriespunt.
Winterzon
Als naoorlogse muziek even geliefd zou zijn als die uit de eeuwen ervóór, had Kaija Saariaho het Finse muziekmonopolie van Jean Sibelius allang met glans doorbroken. Stilistische overeenkomsten zijn er niet, al kun je in haar zeer ruimtelijk klinkende stukken dezelfde noordelijke sfeer bespeuren. Saariaho was in zekere zin de tegenvoeter van romantisch geïnspireerde componisten die ‘iets’ wilden uitdrukken en daar hun betoog en instrumentatie op toesneden. Zij nam de akoestische eigenschappen van klank als uitgangspunt: de specifieke trillingen, de verschillende boventonen die instrumenten produceren, de klankwaaiers die ontstaan wanneer je deze vermengt - en daaruit ontstond de poëzie. Ciel d’hiver (Winterhemel) is een van de fraaiste voorbeelden. Het notenmateriaal is uiterst beperkt, want een handvol dicht bijeen gelegen noten neemt de plaats in van melodieën en thema’s. Spoedig leidt dat tot een bijna fysieke ervaring, want naarmate de ijle tonen zich verdichten ontstaan afwisselend dreigende, duistere klankmassa’s en glasheldere harmonieën met het effect van verblindend licht. Dichter bij de Finse winterzon kun je niet komen.
Voorjaarskou
Nu het een slagveld is geworden, vergeet je gemakkelijk dat de Krim lange tijd een geliefd vakantieoord is geweest. Ook voor Dmitri Sjostakovitsj, die er menige zomer doorbracht, al kun je die verblijven niet altijd als vakantie bestempelen. Sjostakovitsj was een bijna dwangmatig werker die altijd wel met minstens één stuk bezig was. Tijdens een Krim-uitje in de lente van 1966 ontstond het Tweede celloconcert. Net als het Eerste is dit werk opgedragen aan meestercellist Mstislav Rostropovitsj.
Lachen geblazen is het bij Sjostakovitsj nooit, maar dat iemand tijdens een voorjaarsvakantie zulke kille muziek componeert, wijst op diepgeworteld leed. Dertig jaar lang had het Sovjetregime hem door hoepels laten springen en een scherp oog gehad voor elke subversieve noot die hij al dan niet opzettelijk schreef. Vrijzinnige geesten stonden doodsangsten uit, en velen werden afgevoerd om nooit terug te keren. Na de dood van Stalin had de dooi ingezet, maar de inmiddels zestigjarige Sjostakovitsj was voor het leven getekend.
Bijna was dit Celloconcert een symfonie geweest; met zijn epische opzet en bijna fatalistische toon was het een logisch vervolg geweest op de beladen Dertiende. Werkend aan het openingsdeel verlegde Sjostakovitsj echter zijn koers en plooide hij het symfonische weefsel rond een indringende cellopartij. Het virtuoze vertoon van het eerdere celloconcert ontbreekt; de solist fungeert vooral als verteller van bewogen verhalen.
De enige zonnige episode klinkt halverwege. In het middendeel citeert Sjostakovitsj het deuntje waarmee straatverkopers in Odessa een plaatselijke lekkernij pleegden aan te
prijzen - een staaltje Oekraïense couleur locale, dus. Maar zoals meestal bij Sjostakovitsj krijgt de joligheid spoedig grimmige trekjes, en het slotdeel klinkt zo mogelijk nog desolater dan het begin.
Desoriëntatie
Grootse, romantische gebaren ontbreken in geen van Jean Sibelius’ symfonieën; hij wortelde nu eenmaal in de negentiende eeuw. Maar al in deze eersteling hoor je dat hij zich onderscheidde van een typische ‘gevoelscomponist’ als Tsjaikovski, voor wie symfonieën uitdrukking moesten geven aan de diepste emoties. En hij staat zelfs haaks op Gustav Mahler, die vond dat een symfonie ‘de hele wereld moet omvatten’ (zijn eigen wereld, vooral). Bij Sibelius stond de expressie in dienst van ambachtelijkheid. Zijn missie was het kunstig verweven van veelal korte motieven, wat een voortdurend wisselend klanklandschap opleverde met een totaal eigen dramatiek. De symfonieën gaan nergens over en beelden niks uit - dat bewaarde hij voor zijn symfonische gedichten. Ondertussen was Sibelius wel dermate verbonden met de Finse cultuur en natuur dat het bijna ondoenlijk is om ernaar te luisteren zonder aan bossen, vergezichten en sprookjestaferelen te denken, zeker bij deze symfonie.
Staaltjes van Sibelius’ eigenheid vind je overal in het werk, maar een schoolvoorbeeld is het begin: een eenzame klarinet hint naar volksmuziek uit een moeilijk plaatsbaar land, waarop het orkest de ban verbreekt en het betoog een totaal andere kant op stuurt. Evenzo wordt het heroïsche thema dat daarop volgt herhaaldelijk onderbroken door feeërieke dansjes, en breken melodielijnen abrupt af. Een romanticus van de oude stempel zou de luisteraar vastpakken en meesleuren; Sibelius daarentegen daagt de fantasie uit met discontinue verhaallijnen en desoriënterende sfeerbeelden.
Het wonderlijke is dat je toch steeds samenhang blijft horen. Daarvoor zorgt in de eerste plaats zijn geraffineerde spel van verwante motiefjes. De melodie aan het begin van het slotdeel, bijvoorbeeld, is identiek aan dat klarinetthema van deel één - maar het karakter is totaal anders. Daarnaast schept Sibelius eenheid door zijn unieke manier van instrumenteren. Karakteristiek zijn de vogelachtige fluit- en klarinetduetjes die al in het eerste deel de revue passeren: ze blijven in het hele werk opduiken en zouden in bijna alle latere symfonieën terugkeren, als een soort handtekening.
Een eenzame klarinet hint naar volksmuziek uit een moeilijk plaatsbaar land, waarop het orkest de ban verbreekt
De prikkelende onvoorspelbaarheid van Sibelius ontbreekt eigenlijk alleen in deel drie, waar zijn bewondering voor Anton Bruckner nét iets evidenter is dan zijn originaliteit - al verruilt hij Bruckners massieve, orgelachtige klank ook hier weer voor een transparant klankbeeld waarin houtblazers het altijd weer winnen van het gepoetste koper.
Sibelius zou hierna nog zes symfonieën schrijven, en daarin steeds origineler voor de dag komen – zozeer dat zijn eersteling allengs wat overschaduwd en ondergewaardeerd raakte. Dat verdient deze muziek niet: het materiaal is karakteristiek en in de uitwerking kon Sibelius wedijveren met de grote symfonici van dat moment. Als hij na voltooiing het loodje had gelegd was dit werk zijn magnum opus geweest.
Michiel Cleij
Tarmo Peltokoski • vaste gastdirigent
Geboren: Vaasa, Finland
Huidige positie: Chef-dirigent van het Lets Nationaal Symfonieorkest, vaste gastdirigent van de Deutsche Kammerphilharmonie Bremen, aankomend chef-dirigent Orchestre National du Capitole de Toulouse, aankomend chefdirigent Hong Kong Philharmonic Orchestra
Studie: piano aan het Kuula-college (Vaasa) en de Sibelius-Academie (Helsinki), orkestdirectie bij Jorma Panula, Sakari Oramo, Hannu Lintu en Jukka-Pekka Saraste
Doorbraak: 2022: benoemingen in Bremen, Riga, Rotterdam en Toulouse
Sindsdien: debuten bij Hong Kong
Philharmonic, Toronto Symphony Orchestra, RSO Berlin, Konzerthaus Orchester Berlin, Deutsches Symphonie-Orchester Berlin, SWR Symphonieorchester, Göteborgs Symfoniker, Swedish Radio Symphony Orchestra, Orchestra dell’Accademia
Nazionale di Santa Cecilia, Los Angeles Philharmonic Orchestra
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 2022
Truls Mørk • Cello
Geboren: Bergen, Noorwegen
Studie: Edsberg Muziek Instituut bij Frans
Helmerson, bij Heinrich Schiff en Natalia Tsjakovskaja
Prijzen: Internationaal Tsjaikovski Concours
Moskou (1982); Cassado Cello Concours in Florence (1983); UNESCO Prijs Bratislava (1983); Naumburg Competition New York (1986); Sibelius Prijs (2010); Norwegian Critics Prize (2011)
Doorbraak: 1994: tournee in de Verenigde
Staten met het Filharmonisch Orkest van Oslo en Mariss Jansons
Daarna: Orchestre de Paris, Berliner Philharmoniker, Wiener Philharmoniker, Koninklijk Concertgebouworkest, Philharmonia Orchestra, Münchner
Philharmoniker, London Philharmonic Orchestra, Gewandhausorchester Leipzig, New York en Los Angeles Philharmonic Orchestra, symfonieorkesten van Philadelphia, Cleveland en Boston
Instrument: de Esquire uit 1723, bouwer
Domenico Montagnana
Debuut Rotterdams Philharmonisch: 1993
Orkestleden Agenda
wo 13 november 2024 • 19.30 uur
do 14 november 2024 • 19.30 uur
vr 15 november 2024 • 19.30 uur
za 16 november 2024 • 13.30 en 19.30 uur
zo 17 november 2024 • 13.30 uur
Desplat Harry Potter and the Deathly Hallows 2
do 21 november 2024 • 20.15 uur
dirigent Lahav Shani
saxofoon Rom Shani
piano Makoto Ozone
gastensemble WDR Big Band
Gershwin Pianoconcert
Tsjaikovski Notenkraker-suite
Ellington Nutcracker Suite
Hefti The kid from Red Bank
vr 22 november 2024 • 20.15 uur
dirigent Lahav Shani
Bruckner Achtste symfonie
Music for Breakfast 2
zo 8 december 2024 • 10.30 uur
Rotterdam, RDM Kantine
Musici en programma zie rpho.nl
vr 13 december 2024 • 20.15 uur
zo 15 december 2024 • 14.15 uur
dirigentTarmo Peltokoski
sopraan SuviVäyrynen
koor Groot OmroepVrouwenkoor
Holst The Planets
VaughanWilliams Sinfonia Antarctica
Help ons met uw review
Hebt u een momentje? U helpt ons door een Google review achterte laten. Het kost u één minuut: scan de onderstaande QR-code en laat weten wat u van ons orkest vindt. Dank u wel!
Chef-dirigent
Lahav Shani
Eredirigent
Yannick Nézet-Séguin
Vaste gastdirigent
Tarmo Peltokoski
Eerste viool
Marieke Blankestijn, concertmeester
Quirine Scheffers
Hed Yaron Meyerson
Saskia Otto
Arno Bons
Rachel Browne
Maria Dingjan
Marie-José Schrijner
Noëmi Bodden
Petra Visser
Sophia Torrenga
Hadewijch Hofland
Annerien Stuker
Alexandra van Beveren
Marie Duquesnoy
Tweede viool
Charlotte Potgieter
Frank de Groot
Laurens van Vliet
Elina Staphorsius
Jun Yi Dou
Bob Bruyn
Eefje Habraken
Maija Reinikainen
Babette van den Berg
Melanie Broers
Tobias Staub
Sarah Decamps
Altviool
Anne Huser
Roman Spitzer
Galahad Samson
José Moura Nunes
Kerstin Bonk
Janine Baller
Francis Saunders
Veronika Lénártová
Rosalinde Kluck
León van den Berg
Olfje van der Klein
Jan Navarro
Cello
Emanuele Silvestri
Joanna Pachucka
Daniel Petrovitsch
Mario Rio
Eelco Beinema
Carla Schrijner
Pepijn Meeuws
Yi-Ting Fang
Contrabas
Matthew Midgley
Ying Lai Green
Jonathan Focquaert
Robert Franenberg
Harke Wiersma
Arjen Leendertz
Ricardo Neto
Javier Clemen Martínez
Fluit
Juliette Hurel
Joséphine Olech
Manon Gayet
Fluit/piccolo
Beatriz Da Baião
Hobo
Karel Schoofs
Anja van der Maten
Hobo/althobo
Ron Tijhuis
Klarinet
Julien Hervé
Bruno Bonansea
Alberto Sánchez García
Klarinet/ basklarinet
Romke-Jan Wijmenga
Fagot
Pieter Nuytten
Lola Descours
Marianne Prommel
Fagot/ contrafagot
Hans Wisse
Hoorn
David Fernández Alonso
Felipe Freitas
Wendy Leliveld
Richard Speetjens
Laurens Otto
Pierre Buizer
Trompet
Alex Elia
Adrián Martínez
Simon Wierenga
Jos Verspagen
Trombone
Pierre Volders
Alexander Verbeek
Remko de Jager
Bastrombone
Rommert Groenhof
Tuba
Hendrik-Jan Renes
Pauken/slagwerk
Danny van de Wal
Ronald Ent
Martijn Boom
Adriaan Feyaerts
Harp
Albane Baron