5 minute read

Unmute

Next Article
Het resultaat telt

Het resultaat telt

DEELNEMERS

Wedstrijdzwemster

Advertisement

Rosey Metz (2001) heeft als specialisme de schoolslag. Ze is in de race om zich te kwalificeren voor Tokyo.

Zitskister Barbara van Bergen

(1978) nam drie keer deel aan de Paralympische Spelen. Met het Nederlands rolstoelbasketbalteam won ze brons in 2012 en 2016. In 2022 gaat ze voor een medaille op de Winterspelen. Judoka Juul Franssen (1990) heeft de nominatie voor Tokyo al op zak voor haar eerste Spelen. In de klasse tot 63 kilo won ze twee keer brons op het WK en brons op het EK.

UNMUTE

TEAMS-MEETING MET ROTTERDAMSE TOPPERS

Sporters zijn vaak nog te bescheiden over hun dromen en doelen. Hun daden en prestaties moeten voor zich spreken, vinden ze. In een Teams-meeting – het is nu eenmaal COVID-19 tijd – zijn drie Rotterdamse toppers open over hoe zij het leven als topsporter beleven: zwemster Rosey Metz, zitskister Barbara van Bergen en judoka Juul Franssen.

WAT IS DIE GROTE DROOM DIE JULLIE NAJAGEN?

Barbara: “Vroeger deed ik rolstoelbasketbal, nu zitskiën. Ik ben in de running voor de Winterspelen van Beijing in 2022. Daar deed ik met basketbal toevallig ook aan mijn eerste Spelen mee, in 2008. Als ik me plaats, is de cirkel rond. Ik wil meedoen op alle vijf de disciplines, maar downhill en super-G zijn mijn favorieten.”

Rosey: “Ik maak nog kans om me te kwalificeren voor Tokyo. Lastig is dat mijn afstand, de 50 meter schoolslag, geen Olympisch nummer is. Dus richt ik me op de 100 meter, maar dat betekent dat ik flink extra moet trainen. Gelukkig merk ik wel vooruitgang.”

Juul: “Eind mei is bij judo de definitieve selectie. Maar ik ben al genomineerd en moet tot die tijd in de top-18 blijven. Ik sta nu vierde, dus dat komt wel goed. 27 juli staat al een poos in mijn agenda gearceerd.”

BELEMMERT COVID-19 JULLIE VOORBEREIDING?

Barbara: “Daardoor zijn er minder World Cups. Minder kansen om me te plaatsen dus. Ook al doordat wij afhankelijk zijn van het weer: de ene keer is er te weinig sneeuw en dan weer te veel. Daar komt bij dat een uitslag alleen meetelt als er minstens vijf dames aan de start komen. Bij de zittende categorie zijn er maar een stuk of dertien op de wereld en in Europa zijn we maar met z’n tweeën op World Cupniveau.” >>

Rosey: “Ik mis vooral de gezelligheid: het afspreken met vrienden en de terrasjes in de stad.”

Barbara: “Wij gaan twee dagen per week naar Papendal en thuis is het een beetje behelpen met trainen. Maar ik mis het ook dat ik sommige vrienden al zo lang niet heb gezien. Als sporter ben je al zo vaak op jezelf.”

Juul: “Misschien hebben we als sporters daardoor mentaal wel minder last van de lockdown dan andere mensen. We zijn het gewend dat je minder sociale contacten hebt. Sinds november hebben wij weer toernooien. Gelukkig. Al is het wel steeds een gedoe met al dat testen voor vertrek en op locatie. De verplichte quarantaine daar doet me niet zoveel. Het is toch eten, trainen, slapen en verder niets. Ik heb me aangepast aan de situatie. Dat is voor je mentale gesteldheid ook beter.”

“IK HEB OOK BEHOEFTE AAN ANDERE DINGEN DAN ALLEEN TOPSPORT”

ROSEY ALS TOPSPORTER BEN JE VOORTDUREND BEZIG DOELEN TE STELLEN EN PLANNEN TE MAKEN. WENT DAT?

Juul: “Ik vind het juist prettig. Ik ga goed op structuur. Ik kijk al jaren uit naar de Spelen, dat is het grote doel. Maar voor mij werkt het fijn om ook op korte termijn doelen te stellen. Zoals deelname aan een toernooi. Zodat je tussendoor ziet dat het werkt waar je mee bezig bent. Dat je vooruitgaat.”

Rosey: “Mijn focus ligt vooral op het doorgaan van de kwalificatiewedstrijden.”

Barbara: “Ik ben ook heel gestructureerd. Vooral die onduidelijkheid over het wel of niet doorgaan van wedstrijden vind ik lastig. Wat Juul zegt, dat je wilt weten waar je staat, herken ik. Daar heb je tegenstand voor nodig en dus wedstrijden.”

TOPSPORTERS MOETEN VEEL OVERHEBBEN VOOR HUN DROOM. BESEFFEN MENSEN EIGENLIJK WEL WAT JE ER ALLEMAAL VOOR MOET DOEN EN LATEN?

Juul: “Nee, dat weten ze waarschijnlijk niet. Maar ik vind eigenlijk niet dat ik er veel voor moet laten. Ik heb de keuze gemaakt, ik wil dit zelf heel graag. Ik heb de afgelopen vijftien jaar op het hoogste niveau gesport en als ik dat wil en mijn lijf het aankan, mag ik dat de komende jaren blijven doen. Ik doe dit voor mezelf en niet om andere mensen te laten zien hoe hard ik train.”

Barbara: “Ik vind eigenlijk dat ik meer tijd voor mezelf heb dan wanneer ik zou werken. Veertig uur werken en daarna nog vijf keer trainen… dan blijft er weinig tijd over. Wij kunnen gewoon lekker overdag trainen. Daarnaast hoef ik niks. Skiën is het allermooiste dat er is. Ik wil niets liever dan zo hard mogelijk die berg afknallen.”

Rosey: “Mensen vinden meestal dat ik er veel voor over heb. Al denken m’n zwemvrienden daar waarschijnlijk anders over. Ook al ben ik nog jong, toch overweeg ik om een punt achter het zwemmen te zetten. Ik doe sowieso nog mee aan het EK en WK korte baan eind van dit jaar. Daarna neem ik een beslissing. Ik heb ook behoefte aan andere dingen dan alleen topsport. Studeren bijvoorbeeld, en ook het studentenleven, haha. Ik wil na de zomer in Delft beginnen met Bouwkunde.”

Barbara: “Wow. Lastige keuze.”

Juul: “Dapper ook. Je komt er vast uit: als het zover is weet je donders goed: ik ga er toch voor, of het is mooi geweest. Dan is het voor jou goed en kun je jezelf in de spiegel aankijken. Je hebt er immers alles voor gedaan.”

DENKEN JULLIE WELEENS AAN STOPPEN?

Juul: “Nee, nog niet. Zodra je 30 wordt, gaan mensen vragen stellen: wordt het geen tijd voor kinderen? Alsof je dat kunt plannen, je moet nog maar zien of je ze kunt krijgen.”

Barbara: “Kun je nagaan als je 42 bent.”

Juul: “En ze vragen of dit mijn laatste Spelen zijn. Terwijl de volgende al over drie jaar zijn. Zo’n lang traject is dat niet. Als ik me goed voel en er nog zoveel plezier uithaal, ga ik door.”

“IK DOE DIT VOOR MEZELF EN NIET VOOR ANDEREN”

This article is from: