
3 minute read
De Eerste Keer
from High Life NL 12-11
by SoftSecrets
Door: Arjan Jansen
Chiva (20) werkt als vrijwilliger achter de bar van een eigenzinnig muziekpodium in Amsterdam. Op haar twaalfde rookte ze haar eerste joints, zowel van hasj als van wiet.
“Ik woonde nog in Amsterdam-Noord, daar ben ik opgegroeid. Mijn vriendinnetje en ik mochten nooit uit Noord weg, niet de stad in. Tot ons twaalfde was dat. Wij wilden natuurlijk heel graag die stad bekijken, dat was spannend! We gingen dan stiekem met de pont, en dan chillen, een beetje rondlopen. We hadden oudere jongens ontmoet en gingen met hen blowen, op het Museumplein. Dat was echt leuk! Ik heb alleen maar gelachen. Maar dat was sowieso in de beginperiode van blowen, dat het lachen was. En
heel veel eten! Wat we rookten maakte me niet zoveel uit, ik heb geen idee. Er zijn om het plein heen allemaal advocatenkantoren, ik weet nog dat ik in een van die tuinen ging plassen, dat was echt grappig.”
Vroeg
“Maar als je twaalf bent ben je echt heel klein. Het was allemaal wel vroeg. Mijn broertje is nu veertien, en ik wil hem dat niet zien doen - liever niet eigenlijk. Hij kan
best wel wat langer wachten, aangezien het veel invloed heeft op je hersenen, juist als je zo jong bent. Maar ik heb er geen spijt van dat ik het zo heb gedaan. Op een gegeven moment heb ik tegen mijn ouders gezegd dat ik was gestopt met blowen, omdat ik ervan overtuigd was dat ze wisten dat ik blowde. Omdat ik altijd rode ogen had en zo. Ze schrokken heel erg, want ze hadden nooit iets gemerkt. Ik zei nou ja, ik ben in ieder geval gestopt, dus dat is fijn!”
“Ik blow helemaal geen wiet meer, daar word ik raar van in m’n hoofd, dus ben ik daar helemaal mee gestopt. Maar hasj rook ik nog steeds af en toe, daar krijg ik een heel andere stonedheid van, en die vind ik wel fijn. Maar niet al te vaak, drie keer per maand of zoiets. Ik doe het een beetje, want ik hou er niet van als ik wegval, als ik helemaal duf
word. Dan kan ik niet normaal communiceren, niet zoals ik wil. Heel veel mensen hebben het juist andersom, die leven helemaal op; ik val er eerder door in slaap...”
Van hasj krijg ik een heel andere stonedheid.
Benieuwd
“Daarna dacht ik: dat wil ik wel vaker doen, en toen ben ik veel gaan blowen. Op een gegeven moment merkte ik dat het lachen en het gezellig hebben veranderde in een soort van angst voor van alles. Paranoia ja. Als ik met goede vrienden was dan niet, maar zodra er dan mensen waren die ik minder goed kende dan ging ik denken ojee, hoe gedraag ik me? En als ik dan in m’n eentje naar huis ging, was ik bang dat ik werd achtervolgd. Dat was gewoon niet leuk - dus het was makkelijk om te stoppen.”
“De eerste keer dat ik hasj rookte, wist ik niet hoeveel je in een jointje moest doen. Met datzelfde vriendinnetje gingen we een hasjjoint maken, en we deden er net zoveel in als met wiet. Terwijl hasj natuurlijk veel geconcentreerder is... maar wij hadden geen idee. We rookten die joint op de pont, en toen ging het helemaal mis. Die vriendin viel flauw, iedereen dacht dat we heel zware drugs ophadden, maar het was alleen maar een hasjjointje! Ik zag alles gekleurd, maar ik vond het wel leuk. Maar zoveel – dat zou ik nu nooit meer doen. Zij werd best wel snel weer wakker, en we zijn teruggegaan. Toen zijn we maar weer naar huis gefietst.”