
6 minute read
André Beckers en Checkpoint
from High Life NL 14-09
by SoftSecrets
De les die we moeten leren uit de Checkpoint zaak
Coffeeshop Checkpoint was als grootste coffeeshop van Nederland een begrip in Terneuzen en ver daarbuiten. Dagelijks werd er ongeveer 10 kilo hasj en wiet gedoogd aan de man gebracht. Zo’n 2.500 tot 3.000 klanten per dag kochten daar hun blowtje. Checkpoint was als megashop werkgever voor een kleine 100 man personeel.
De grensstad Terneuzen vervulde met zijn slechts ongeveer 25.000 inwoners een centrumfunctie in de regio. Het mag niet verbazen dat vooral Belgen en Fransen Checkpoint wisten te vinden. Buitenlanders moeten zich van harte welkom hebben gevoeld in Terneuzen, want de gemeente plaatste op toegangswegen bewegwijzering. Zo kon men vanuit België en Frankrijk met behulp van de bekende
blauwe borden de weg naar Checkpoint makkelijk vinden. Jan Lonink, PvdA burgemeester van Terneuzen, was hartstikke trots op coffeeshop Checkpoint. Met regelmaat kregen buitenlandse delegaties van hem een rondleiding door deze model coffeeshop.
Parkeeropbrengsten
Een Belgische professor merkte in een tijdschrift van justitie fijntjes op dat de gemeente stevig profiteerde van Checkpoint. Daarbij doelde hij niet op de financiële bijdrage die Checkpoint leverde aan de gemeente voor toezicht en preventie, maar op de parkeeropbrengsten. Die waren gi-
gantisch voor deze kleine gemeente. Ook de plaatselijke middenstand profiteerde van de vele duizenden coffeeshoptoeristen die de gemeente bezochten. Terneuzen groeide door Checkpoint uit zijn voegen. Het was een welvarende stad.
Trekpleister
Bij het aanleggen van wegen en parkeerplaatsen had niemand er echter op gerekend dat Checkpoint een trekpleister a la Efteling zou worden. De voor de hand liggende oplossing was snel gevonden. Checkpoint moest worden verplaatst naar de rand van de stad. Voor velen destijds de normaalste zaak van de wereld, maar niet voor “de” officier van justitie. Die keerde zich fel tegen deze plannen van de gemeente. De burgemeester was te soft in de ogen van de officieren van justitie. Knarsetandend zag justitie in Middelburg dat de burgemeester regelmatig om de tafel zat met Meddie Willemsen, de eigenaar van Checkpoint. Was deze man nu een succesvol ondernemer met wie je goed afspraken kon maken of een boef? Hij mocht hasj en wiet verkopen. Dat stond buiten kijf. Maar inkopen? Neen, dat mocht hij niet. Dat werd namelijk niet gedoogd.

Achterdeur
Natuurlijk weet iedereen dat de cannabis die er door de gedoogde voordeur uitgaat er via de niet gedoogde achterdeur inkomt. Sterker, al eind 2005 vertelde Meddie Willemsen zijn burgemeester dat hij toen al 9 kilo cannabis per dag verkocht. Hij probeerde de knelpunten rondom de bevoorrading te bespreken, maar vond geen gehoor. Ondertussen berekende een politieman hoeveel voetbalvelden nodig waren om de wiet te telen die vanuit Checkpoint dagelijks over de toonbank ging. Hoe kan de politie wiettelers zonder enig pardon keihard aanpakken, terwijl we allemaal moeten weten dat de opbrengst via de coffeeshop gedoogd kan worden verkocht. Duidelijk was en is dat het coffeeshopbeleid tekort schiet. Maar wat doe je dan als overheid? Ga je in overleg met alle betrokkenen en zeg je tot hier en niet verder? Dat lijkt redelijk, maar zo werkt justitie helaas niet.
In juni 2007 werd coffeeshop Checkpoint met veel bombarie door een politiemacht bezocht. Er werden tientallen kilo’s cannabis in beslag genomen. Meddie Willemsen werd gearresteerd. In overleg met de burgemeester van Terneuzen was de coffeeshop daags na de politie-inval alweer geopend. Een rare situatie ontstond hierdoor. Om de coffeeshop te kunnen bevoorraden, moest de eigenaar naar huis worden gestuurd. Formeel werd zijn voorlopige hechtenis geschorst onder de
voorwaarde dat hij zich niet schuldig mocht maken aan het plegen van misdrijven. Een onzinnige eis, omdat de coffeeshophouder door het ontbreken van achterdeurbeleid wordt gedwongen misdrijven te plegen. Bovendien was dit nu juist de reden om hem naar huis te sturen. Hij moest ervoor zorgen dat Checkpoint weer werd bevoorraad.
Nachtmerrie
Op 20 mei 2008 vonden opnieuw invallen plaats. Op tientallen plekken werden doorzoekingen verricht waarbij totaal zo’n 100 kilo cannabis werd gevonden. Na die tweede
inval draaide de burgemeester als een blad aan de boom. Meddie Willemsen verdween een paar maanden achter slot en grendel en Checkpoint ging op slot. Op alle vermogen van Meddie werd beslag gelegd. Hij kon geen kant meer op. Op 2 februari 2012 leek de nachtmerrie voor hem eindelijk voorbij te zijn. Het Gerechtshof te Den Haag ontzegde in hoger beroep justitie het recht op vervolging. Daar was justitie het niet mee eens. De Hoge Raad oordeelde op 2 juli 2013 dat het hoger beroep moest worden overgedaan. Dit keer
door het Gerechtshof te Amsterdam. Op 16 juli 2014 deed het Gerechtshof te Amsterdam uitspraak.
Justitie


Meddie Willemsen probeerde tevergeefs in overleg te treden met justitie om duidelijke afspraken te maken. Hoe kon hij zijn coffeeshop verder exploiteren zonder opnieuw problemen met justitie te krijgen? Zijn coffeeshop moest kleiner worden, maar hoe klein? Moest hij een maximaal aantal klanten toelaten of zijn zaak eerder sluiten, hij wist het niet. De burgemeester hield Meddie telkens voor dat overlast kost wat kost moest worden voorkomen. Zo kwam Meddie klem te zitten tussen de burgemeester en de officier van justitie. Zonder dat hij dat wist werden ondertussen zijn telefoongesprekken afgeluisterd en werd hij stelselmatig geobserveerd. De officier van justitie had namelijk het vermoeden dat aan de achterdeur van de coffeeshop een criminele organisatie actief was.
Duidelijk onderscheid
Naar die uitspraak werd in coffeeshopland met spanning uitgezien. Het Amsterdamse Hof maakte een duidelijk onderscheid tussen de voordeur van de coffeeshop (de verkoop van cannabis) en de achterdeur (de inkoop van - en bevoorrading met cannabis). Voor wat betreft de handelingen aan de voordeur oordeelde het Hof opnieuw dat justitie niet het recht had om te vervolgen. Checkpoint had zich namelijk gehouden aan de bekende gedoogvoorwaarden en mocht er daarom op vertrouwen niet voor de strafrechter te zullen worden gedaagd. Aan de achterdeur lag dit anders. Het inkopen van cannabis om de coffeeshop te kunnen bevoorraden wordt niet gedoogd. Daar mocht justitie dus wel tegen optreden en mocht het ook vervolgen. Het Hof hield daarbij wel rekening met alle bijzondere omstandigheden van dit geval. Meddie Willemsen werd schuldig verklaard, maar het opleggen van straf bleef achterwege. Zo kregen alle partijen van het Hof een beetje gelijk.
Cassatie
De stafzaak is desondanks nog steeds niet definitief voorbij. Justitie heeft voor de tweede keer cassatie ingesteld. Op dit moment wordt de uitspraak grondig bestudeerd. Voor Meddie Willemsen is de nachtmerrie dus nog steeds niet voorbij. De strafzaak tegen Checkpoint leert ons dat het coffeeshopbeleid praktisch onhoudbaar is geworden. Het gedogen van verkopen en het wegkijken van inkopen is niet meer van deze tijd. Door dit incompleet beleid presenteert de overheid zich als een onbetrouwbare partner. Het is aan de politiek om daarin op korte termijn verandering te brengen. Ondertussen blijf ik als advocaat van Meddie hopen dat zijn strafzaak nu eindelijk voorbij is. Ik ben bang dat ik de overheid na deze zaak nooit meer durf te vertrouwen.
Mr. Drs. André Beckers Advocaat te Sittard www.beckersbergmans.nl
