
3 minute read
Nicole Maalsté
from High Life NL 14-12
by SoftSecrets
Column
Nicole Maalsté Braafste jongetje van de klas
De growshopwet is een feit. Growshops en groothandelaren die zichtbaar gericht zijn op de professionele hennepteelt zijn per 1 maart 2015 strafbaar. De overheid hoopt de cannabisindustrie zo een halt toe te roepen. Niet alleen de teler is strafbaar, maar ook degene die spullen levert om te telen. Veel van die spullen zijn ook op tal van andere manieren te verkrijgen. Veel grotere telers kochten hun spullen al lang direct bij een groothandel of op internet. Die lieten zich echt niet in de buurt van een growshop zien. In die zin is dit pure symboolpolitiek.
Toch zal de growshopwet waarschijnlijk grote gevolgen hebben. Hennepteelt wordt verder de criminele hoek in gedreven. Dat is slecht nieuws voor hobbykwekers. Het zal me niets verbazen als veel schimmige types de aanvoer van spullen voor hobbykwekers
op zich gaan nemen. Net als de opbloeiende straathandel na de invoering van de wietpas.
Met de growshopwet wordt hennepteelt verder de criminele hoek in gedreven.
Vreemd signaal
Onze overheid bespaart kosten nog moeite om coffeeshoptoeristen te ontmoedigen en om te voorkomen dat onze nederwiet de Europese markt domineert. Nog los van het feit of dat op deze manier lukt, gaat er ook een vreemd signaal uit van dit soort wetten. In feite benadruk je daarmee dat de coffeeshops inderdaad een aanzuigende werking hebben en dat Nederland een belangrijk
productieland is. De wietpas en het ingezetenencriterium zijn tot nu toe weinig succesvol gebleken. Toeristen weten de weg naar de Nederlandse coffeeshop nog steeds te vinden. De toekomst zal moeten uitwijzen of de export minder wordt door de growshopwet. Misschien hoopt de overheid op een waterbedeffect, waarbij telers uitwijken naar aangrenzende landen, waar de kans om gepakt te worden kleiner is en de benodigde spullen nog gewoon gekocht kunnen worden bij growshops.
Growshops in Europa
Met een korte search op internet beland ik al snel op een aantal websites waarop lijsten te vinden zijn van growshops, zadenwinkels, groothandels en social cannabis clubs in allerlei Europese landen. Uit de overzichten valt af te leiden dat Nederland met 404 growshops en 194 gespecialiseerde groothandels niet (meer) aan de top staat. Engeland en Spanje doen het bijvoorbeeld zeer goed. Op een van de websites zijn ruim 700 adressen van growshops en groothandels In Engeland te vinden en in Spanje zouden er inmiddels zelfs zo’n 1100 growshops en groothandels zijn. Ook in andere Europese landen zoals Frankrijk, Duitsland Zwitserland, Oostenrijk, Duitsland, Tsjechië, Polen, Bulgarije, Slovenië, Slowakije, Portugal, en Italië is de growshop geen onbekend fenomeen. Dit soort winkels blijven in een aantal Europese landen als paddenstoelen uit de grond schieten. Dat betekent dat er ook in die landen steeds meer mensen wiet kweken. Toch worden er in de meeste landen geen serieuze pogingen onderno-
men om de hennepteelt tegen te gaan. De growshop wordt geen strobreed in de weg gelegd en er zijn daar ook gewoon grote hennepbeurzen. De overheid heeft het er gewoon niet over en dan is het ook geen probleem. En de cijfers die deze landen - net als Nederland - jaarlijks aanleveren over opgerolde hennepkwekerijen en in beslaggenomen partijen wiet en hasj zijn volgens een Nederlandse drugsexpert van de politie volstrekt onbetrouwbaar.
Vraag
De vraag is dus waarom Nederland als enige in Europa wel zo goed zijn best doet om betrouwbare cijfers aan te leveren en een verbod op growshops instelt. Door steeds maar het braafste jongetje in de klas te zijn, wek je namelijk de suggestie dat het hier een ernstig probleem is. Nederland is waarschijnlijk al lang niet meer de grootste wietproducent van Europa . Wel zijn er inmiddels een hoop politiediensten gespecialiseerd in het opsporen en oprollen van hennep gerelateerde misdaad. Die zorgen er ook voor dat onze cijfers steeds betrouwbaarder zijn. Zo raken we het imago van Europa’s grootste wietproducent natuurlijk nooit kwijt.