Het verhaal en de proefnotities 2015 van dé referentie uit de zuidelijke Rhône … EEN BL AUWDRUK
Château de Beaucastel in Châteauneuf-du-Pape is in vele opzichten een uniek bezit. Het geheel beslaat 130 hectaren aaneengesloten land, waarvan 100 hectaren is aangeplant met wijnstokken. Het statige château vormt het middelpunt en biedt een 360 graden panorama over de wijngaarden die bedekt zijn met een dikke en hechte laag rolkeien (galets). De Perrins resideren hier sinds 1909, maar het was Jacques Perrin (hommage à …) die in de jaren ‘50 en ‘60 een aantal kernwaarden verankerde die z’n opvolgers nog altijd zonder concessies hanteren. Hij had een diepgeworteld respect voor het terroir en was ervan overtuigd dat de beste wijnen worden voortgebracht door druiven die onder de meest natuurlijke omstandigheden hebben kunnen rijpen. Zij dragen de ziel van het terroir in zich. In 1956 startte hij daarom als één van de eersten met biologische wijnbouw. Zijn werkwijze was in 1964 zodanig geoptimaliseerd dat er sindsdien geen chemische mest- of bestrijdingsmiddelen op het bezit worden gebruikt. De wijngaarden worden respectvol bewerkt en daar waar mogelijk, wordt er zelfs gewerkt met paardentractie om de waterdoorlaatbaarheid van de bodem zo goed mogelijk te handhaven. De druiven worden handmatig geoogst en de gemiddelde opbrengst per hectare (25-30 hl) blijft fors onder die van het Châteauneuf-decreet (35 hl per hectare). De druiven worden verwerkt op het château en krijgen na sortering de zogenaamde ‘Beaucastel-behandeling’. Kortstondige verwarming tot 80˚C gevolgd door afkoeling tot 20˚C, zorgt voor een natuurlijke resistentie tegen oxidatie en een onmiddellijke extractie van kleurstoffen.
De assemblage van de druivenrassen vindt plaats na de appelmelkzurengisting, waarna de wijn twaalf maanden rijpt op groten eikenhouten foeders. Jacques Perrin was in 1970 één van de eersten die begon met botteling op het bezit zelf en gaf de wijn nog een jaar flesrijping voordat hij het château verliet. Uniek - wanneer we het over rood hebben - is ook de assemblage van alle dertien toegestane druivenrassen. In 1860 sloeg de phylloxera (druifluis) toe in Frankrijk en vernietigde ongeveer 70% van de wijngaarden. Het merendeel van de wijngaarden werd opnieuw aangeplant met Grenache. Jacques Perrin besloot begin jaren ‘50 een ander ras terug te brengen naar het gebied dat vóór de phylloxera een prominente rol vervulde: Mourvèdre! Vandaag de dag bestaat het merendeel van de châteauneufs voor 80% of meer uit Grenache terwijl Beaucastel (rood) bestaat uit een assemblage van 30% Grenache, 30% Mourvèdre, 10% Syrah, 10% Counoise, 5% Cinsault en 15% van de resterende toegestane druivenrassen. Het is nooit zijn doel geweest om uniek te zijn, maar wel om het beste uit het terroir en de druif naar boven te halen met als resultaat een Beaucastel met de fijnheid en de zijden textuur van bijvoorbeeld een top musigny. Het pionierswerk van Jacques Perrin, later voortgezet door zijn zonen Jean-Pierre en François (vierde generatie) en hun kinderen (vijfde genereatie), heeft geleid tot een blauwdruk om het beste op wijngebied in de zuidelijke Rhône naar boven te halen.
WWW.SAUTERWIJNEN.NL