Stappen
Als je deze Marathon Special van SkateNL in de hand hebt, is dat goed nieuws. Dat betekent namelijk dat het nieuwe schaatsseizoen weer écht begonnen is.Dat met name de mannen en de vrouwen van het marathonpeloton weer hun rondjes draaien in een seizoen dat traditioneel begon in de buitenlucht op de Amsterdamse Jaap Edenbaan. Zoals het hoort.
Schaatsers praten voor aanvang van het seizoen steevast over de stapjes de ze in de zomer weer hebben gemaakt. Een enkeling heeft het zelfs over stáppen, om maar aan te geven dat er echt veel progressie is geboekt.
Het zijn allemaal geen uitzonderlijke verhalen. Wat wél uitzonderlijk is, dat is een spórt die stapjes maakt. Of in dit geval misschien zelfs wel stappen.
Het marathonpeloton ondergaat langzaam een gedaanteverandering, die doet terugdenken aan de jaren rond de eeuwwisseling. De Elfstedentocht had de sport weer echt op de kaart gezet. Ondernemers zagen de massale gekte die zich meester had gemaakt van het land en beseften opeens de waarde die er aan marathonschaatsen kon worden gehangen. Daar werd best gretig op ingehaakt.
Nee, er werden geen marathonmiljonairs gemaakt, al gaat het verhaal dat Dirk Scheringa bij zijn DSB wel ’voetbalsalarissen’ uitkeerde. Maar ach, dat was in die tijd ook een stuk minder dan nu. Voor die bedragen komt een topvoetballer tegenwoordig zijn bed niet meer uit. Maar met de komst van grote sponsoren als DSB, TVM, Proteq, Ne t en Bional werd er goed geboerd, dat staat vast.
Het marathonschaatsen raakte daarna in een recessie. Viel zo ongeveer terug naar de tijd waarin er werd gereden voor een pak en een onkostenvergoeding. Maar nu worden er weer stappen gemaakt.
Jillert Anema haalde met Royal A-ware een grote sponsor binnen. Twee seizoenen geleden kwam Jumbo-Visma met een serieus marathonteam, en dit seizoen heeft ook Reggeborgh een volwaardige afdeling in de marathon. Het zijn grote partijen die serieus zijn ingestapt. Dat is een belangrijk signaal naar andere potentiële sponsoren: het is weer de moeite waard om je bezig te houden met marathonschaatsen.
En dat is zeker waar.
Toegegeven, van de zaterdagavonden langs de kunstijsbaan wordt – nog – niet iedereen warm. De publiciteit die daaraan hangt, is marginaal. Maar de wedstrijden op buitenlands natuurijs staan vol in de spotlights. De NOS committeert zich elk jaar aan ruime uitzendingen daarvan, terwijl ook het NK op kunstijs op nieuwjaarsdag altijd veel aandacht krijgt.
Welke sporten kunnen zich erop beroepen al voor aanvang van het seizoen zeker te zijn van bij elkaar al snel drie uur zendtijd op nationale televisie? Laten we het antwoord maar geven: dat zijn er bitter weinig.
Als de inbreng van grote bedrijven de norm wordt, zoals nu vooral in het mannenpeloton, en de sneeuwbal gaat rollen, dan vindt marathonschaatsen weer echt de weg omhoog. En terecht. Want niemand in het peloton verdient het te rijden voor een
Bart Hoolwerf kiest met Reggeborgh voor een ander pad
Alle focus op de massastart
door Eric KorverBart Hoolwerf verruilde deze zomer geel weer voor groen, de kleur die hij eerder inwisselde voor een stap naar Jumbo-Visma omdat hij daar meer mogelijkheden zag. Nu het voormalige AB Vakwerk en Hoolwerf Heiwerken is opgenomen in Reggeborgh is de situatie precies andersom. De jongste Hoolwerf weet wat hij wil. Meer mass-start, meer langebaan en minder marathon. En daarvoor ziet hij simpelweg meer mogelijkheden bij Reggeborgh.
Hij vertelt zijn verhaal een paar dagen voor de start van het marathonseizoen in Amsterdam. Daar zal hij aan de start staan, zegt Bart Hoolwerf (24), maar dat is geen beeld dat het peloton nog heel vaak zal zien. ,,Natuurlijk hangt het allemaal af van plaatsingen en zo, maar deze winter zal ik zeker niet heel veel marathons rijden’’, onthult Hoolwerf. ,,De eerste wel, omdat Ronald Haasjes dan langs de kant staat. En ook het NK, omdat dat op zondag is en Ronald dan niet rijdt. Voor het overige zal ik meer langebaanwedstrijden rijden en me bijvoorbeeld proberen te plaatsen
voor het NK Allround. De focus ligt nu echt meer op de mass-start en de langebaan, met af en toe wel een marathon. Ja, inder daad dezelfde benadering als Irene Schou ten en Jorrit Bergsma. En zij hebben laten zien dat het werkt. Daarnaast is het soms ook lekker een weekend te kunnen door trainen of rust te nemen.’’
Zijn keuzes zijn een gevolg van de erva ringen bij Jumbo-Visma, de ploeg waar hij afgelopen seizoen uitkwam in het mara thonteam van Peter de Vries, Hoolwerf kreeg er ook kansen zich te laten zien op de mass-start, precies zoals hij voor ogen had. Want de schaatser uit Eemdijk streefde doelen na. Doelen die hij zich al stelde in samenspraak met broer Evert, met Gary Hekman en Roy Boeve, zijn trai ner bij AB Vakwerk/Hoolwerf Heiwerken. ,,De mass-start sprak me aan, een super mooie afstand waar ik me meer in wilde verdiepen. Het doel was het hoogst haal bare, naar de grote toernooien. In de mara thon is die kans er niet, kun je hooguit Nederlands kampioen worden of als we het ooit mogen meemaken de Elfsteden tocht winnen. Maar ik wil het maximale eruit halen, wil naar een WK. En het eerste doel is nu een eindtoernooi rijden op de langebaan.’’
Te vroeg
Die intentie was er dus al vóór de overstap naar Jumbo-Visma. Maar het plan kwam te vroeg, merkte Hoolwerf al snel. ,,Ik kwam net kijken. Wist wel dat er potentie in zat, maar op dat moment was dat niet reëel met de kleppers die er toen reden. Ik heb het wel in mijn achterhoofd gehouden, heb mijn trainingen erop gericht, zodat ik er wel beter in zou worden.’’
De interesse van Jumbo-Visma paste in dat plaatje. Hoolfwerf sprak openlijk met Boeve over de belangstelling en ze kwa men allebei tot de conclusie dat de top sportomgeving van de gele brigade de beste plek was waar hij op dat moment kon zijn. ,,Gezien de faciliteiten, de finan ciële verschillen en nog veel meer was de beste keuze een overstap te maken. Maar Boeve liet meteen weten dat ik altijd terug mocht komen. We gingen goed uit elkaar.’’
Bij Jumbo-Visma vond Bart Hoolwerf wat hij zocht. De ploeg beviel hem, hij leerde er veel en maakte flinke stappen. ,,En ik bereikte mijn eerste doel door een titel te pakken op de mass-start. Mocht ik ineens de Worldcups in. Dat was nieuw voor mij en ook weer een stap, al viel dat in het begin best tegen.’’
Die eerste internationale kennisma king was voor Hoolwerf een openbaring. ,,Stond ik daar ineens tussen de wereld top. Olympisch kampioenen, wereldkam pioenen. Dan voel je jezelf even een heel kleine jongen. Het was allemaal nieuw en spannend, ik keek overal een beetje van op. Voor mijn gevoel stond ik er best goed voor, ook door de massastarts die ik in Nederland had gereden, en de trainin gen voelden best prima. Maar in die halve finale werd ik een beetje overdonderd.
Misschien niet gek, maar je komt daar wel met een doel, wilt jezelf graag laten zien. Voor mij was het één grote teleurstelling.
Als je voor Nederland naar een Worldcup wordt gestuurd, wordt er ook wel iets van je verwacht. Ik schaamde me daar echt een beetje.’’
Hakblok
Hij kwam er op hardhandige wijze ach ter dat het mondiale niveau toch weer even wat anders was dan de tegenstand in eigen land. Na die gemiste finale ligt in het verwende Nederland schaatsland je hoofd meteen op het hakblok. Hoolwerf merkte onmiddellijk dat hij veel meer onder een vergrootglas lag dan op de marathon ooit het geval was geweest. ,,Er zijn best veel
ijsplezier cadeau!
cadeau! diverse schaatswinkels, de ijsbanen en via www.schaatscadeaukaart.nl
KOOP BIJ: de ijsbanen en via www.schaatscadeaukaart.nl
TE KOOP BIJ: de ijsbanen en via www.schaatscadeaukaart.nl
Vervolg van pagina 4-5 ,,Dat speelde allemaal mee in het besluit over te stappen naar Reggeborgh’’, erkent hij. ,,Vooral na die overwinning had ik het gevoel dat dit iets was waar ik mee wilde doorgaan, waar ik nog beter in wilde worden en me wilde mengen in de strijd. Ik kijk echt met heel veel bewondering naar Bart Swings, hoe hij al heel lang bezig is om bij de wereldtop te komen en na al die jaren de mooiste prijs pakt die er is. Dat wil ik ook. En ik wil er álles voor doen en álles voor laten. Dit is waar ik me de komende jaren echt op wil focussen en zien wat ik er maximaal uit kan halen.’’
Meebepalen
Bij Reggeborgh proefde hij de ambitie, zag hij de mogelijkheden. ,,Die ploeg wil echt aan de gang gaan met de teamonderdelen, met de ploegachtervolging en de mass-start. En ik kon meebepalen, had iets te zeggen over hoe ik dat richting de massastart graag zou willen hebben. Dat sprak mij heel erg aan. Weet je, bij Jumbo staat al jaren zó een sterke ploeg met en zó een goede basis, daar ga je als Bart Hoolwerf niets aan kunnen veranderen. Moet je ook niet willen, want zij hebben aangetoond dat het voor hen werkt. Maar voor mezelf was het duidelijk: als ik in de massstart meer wil doen, moet ik er ook meer op trainen om er echt beter in te worden. Die mogelijkheden waren er binnen Reggeborgh nu wel en dat spraak me heel erg aan.’’
Daarom koos hij in februari al voor Reggeborgh, voor een terugkeer naar een vertrouwde omgeving. Een ’knettermoeilijke keuze’, zoals hijhet zelf zegt. ,,Je gaat wel weg bij de beste ploeg van Nederland. Een leuke ploeg, waar ik een goede klik had met de jongens en waar ik echt een leuke tijd heb gehad. Jammer, ja. Maar soms moet je lastige keuzes maken om te doen wat je écht wilt. En dat geeft geen garanties hè. Dit is best een risico omdat alles echt nieuw is. Het kan ook best tegenvallen, maar dan heb ik het in ieder geval wel gedaan op mijn manier.’’
Warm bad
De terugkeer in het groen voelde als een warm bad. Vertrouwde omgeving, vertrouwde gezichten. ,,In grote lijnen staan daar nog dezelfde rijders’’, weet hij. Broer Evert, neef Willem, Gary Hekman en Roy Boeve zijn er nog steeds. ,,En met Crispijn Ariëns reed ik al drie jaar samen bij Okay Fashion & Jeans.
Alleen Ronald Haasjes is nieuw.’’ Al snel na het vorige seizoen werd een begin gemaakt met de voorbereiding. Eerst werden de koppen bij elkaar gestoken. ,,Hoe wilden we het aanpakken, wat was er nodig richting mass-start en waar konden we stappen maken. Daar zijn we al snel mee aan de gang gegaan. Er is met Wilbert Broekhuizen een nieuwe
trainer bij gekomen, die komt uit de wielersport. Hij doet de fysieke trainingen: de basis verbeteren, veel wielrennen en zorgen dat je fysiek echt top t bent. Roy Boeve heeft speci eke trainingen voor de massastart ontwikkeld en koersgerichte trainingen. Zo hadden we best vroeg een heel plan, en daar ben ik blij mee. Ik denk echt dat we al winst hebben gepakt door zo vroeg aan de slag te gaan.’’
En de route naar de mass-start legt hij samen af met broer Evert. ,,Die heeft aangegeven dat hij ook meer focus wil leggen op de langebaan en mass-start. In het verleden heeft hij op dat onderdeel ook Worldcup gereden en ook het podium gehaald. Hij weet hoe het gaat in dat wereldje en wat ervoor nodig is.
En het is natuurlijk hartstikke mooi dat als broers te kunnen oppakken.’’
Goed en gretig Inmiddels hebben ze al drie keer een mass-start achter de rug. Bart Hoolwerf won er eentje, Evert Hoolwerf eveneens. Hij is best tevreden. ,,Ik merk dat ik in verschillende opzichten weer een stapje heb gemaakt. Ben stabieler, schaatstechnisch beter en fris in m’n hoofd. We hebben laten zien dat we goed en gretig zijn.’’ Hij heeft het ook naar zijn zin, vertelt hij. ,,Zeker. Ik ben blij met mijn keuze. Het was een mooie zomer, waarin we ook wat andere dingen hebben gedaan. Soms beste aparte dingen, maar vooral leuke dingen. Die vrijheid hebben we, mits het verantwoord is natuurlijk.’’ Zo stond hij in het Zweedse Halmstad aan de start voor een wedstrijd op de gravelbike. Hoolwerf lacht. ,,Kwam door Hekman en Boeve. Die doen dat vaker. We zaten in juli in Inzell en zij hadden twee weken later zo’n wedstrijd. ’Ga mee’, zeiden ze. Heb ik gedaan, waarom niet. En ik vind het nog leuk werd ook, een beetje jakkeren door die bossen. En het ging nog best goed ook.’’
Bart Hoolwerf: ,,Ik kijk met heel veel bewondering naar Bart Swings, hoe hij al heel lang bezig is om bij de wereldtop te komen en na al die jaren de mooiste prijs pakt die er is. Dat wil ik ook.’’(Foto Neeke Smit)
Daan Gelling wil zich ontwikkelen bij Jillert Anema Van goed naar beter
Daan Gelling was goed vorig seizoen. Heel goed zelfs. In dienst van Bouwselect eindigde hij maar liefst zeventien keer in de top tien, op kunstijs én natuurijs. Maar goed is niet genoeg voor de Groninger. Gelling wil béter. En daarvoor klopte hij aan bij Jillert Anema. Dit seizoen maakt hij deel uit van Royal A-ware.
Hij maakt snel carrière, Daan Gelling. Kwam bij Bouwselect binnen voor het Beloftenteam van Bouwpartners, maar reed door de coronapandemie geen in de
Piet Hijlkema zoveel resultaatwas, vindt de rijder uit het noord-Groningse Huizinge, een dorpje van net honderd zielen. ,,Ik wil altijd beter. Bij Bouwselect reed ik erg goed, dan wil je nieuwe uitdagingen. Die heb ik hier genoeg gevonden.’’ Het contact werd gelegd via Sjoerd den Hertog, die net als Gelling in Groningen woont. ,,Het duurde even voor ik echt met Jillert Anema kon praten, maar daarna was het best snel rond.’’ Hoe groot de overgang was, bleek wel in de eerste weken van Gelling bij Royal A-ware. ,,Ik schrok de eerste trainingen wel even’’, bekent Gelling. Hij dacht bijvoorbeeld dat hij een goede etser was. ,,Maar de eerste trainingen werd ik aan alle kanten voorbijgereden. En van skeeleren dacht ik ook dat ik dat prima kon, maar ook daar bungelde ik achteraan en volbracht ik met moeite de trainingen.
Gedurende de zomer ging dat wel steeds beter, kon ik meedoen, meedraaien op kop. Eigenlijk trok ik een lijn door, want zo verging het me ook in de eerste trainingen bij Bouw-
ik mezelf afgevraagd. Dan moet je beter worden, en ik denk dat dit de perfecte plek is om beter te worden en wedstrijden te winnen.’’
komsten, maar ik merk dat Sjoerd ook fysiek supersterk is. Op de ets rijdt hij ons er allemaal af. Hij heeft de combi die ik ook graag zou willen hebben; fysiek sterk en tactisch slim. Vooral fysiek moet ik echt nog sterker worden. Maar het is jn iemand als Sjoerd dichtbij te hebben. Hij probeert me met veel dingen te helpen.’’
Gelling, die aan de Universiteit van Groningen nog een studie Spacial Planning &Design volgt, is nieuwsgierig wat er straks kan met deze ploeg. ,,Heel nieuwsgierig zelfs. Het wordt voor mij zeker anders dan vorig jaar. Bouwselect reed vaak vanuit de underdogpositie, maar nu moeten we een wedstrijd echt naar de hand gaan zetten. Er wordt verwacht dat je voor de overwinning rijdt, elke wedstrijd weer. Zelf of iemand anders van de ploeg. Dat is wel een andere manier van rijden.’’
dacht op zich. al aan
shes in de top Gelling de aanEn nu komt hij al onder de vleugels van Anema. ,,Da’s een inke stap, ja’’, geeft Gelling (22) met een lachje toe. Een stap waar hij toe
select.’’ eraan.’’
Maar in de schrik zat ook meteen de bevestiging van de juistheid van zijn keuze. ,,Precies. Ik wilde naar een hoger niveau, en dat heb ik gevonden. Vorig jaar werd ik steeds vierde, vijfde of zesde.
Mooi, maar ik wil winnen.
Wat moet daarvoor gebeuren, heb
De ploeg van Royal A-ware is veranderd, maar nog steeds sterk, vindt Gelling. ,,Goed in balans qua rijders. En wat me ook zo goed bevalt, is dat alles in het teken staat van de overwinning. Een echt topsportklimaat. Alles draait om winnen. Voorheen was top vijf lekker, nu niet meer. Als je hier vijfde wordt, is er niemand die je feliciteert. Zelfs met een tweede plek al niet. Dat merk ik al echt in de groep. Pas als je wint, dan telt het.’’ Hij is een echte marathonschaatser. Maakte die keuze ook bewust na de junioren en reed inmiddels al drie jaar geen wedstrijd meer op de langebaan. ,,Het spelletje van de marathon is het mooiste. Dat je niet per se de allerbeste hoeft te zijn om toch te winnen, dat je gebruik maakt van situaties en situaties naar je hand zet en op die manier de kans voor jezelf om te winnen zo groot mogelijk kan maken.’’ En tactisch is hij sterk. Zijn voormalige sponsor bij Bouwselect, Sipke Meindertsma, zei het al: ’slimme jongen’. Gelling lacht. ,,Al zeg ik het zelf, dat tactische ging wel goed. Ik zat vrijwel altijd in de kopgroep, terwijl ik echt niet de allersterkste was. Maar ik wil daar nu ook zitten en het dan kunnen afmaken, want dat ontbrak
Een jaar na Daan Gelling zelf debuteert overigens ook zijn zusje Evi in de Topdivisie, bij team Turner. Hij vindt het mooi. ,,We doen veel samen en ik probeer haar ook zoveel mogelijk mee te geven van mijn ervaringen. Ooit hopen we een keer samen in een ploeg te rijden, dat zou ik echt heel leuk vinden.
doen.’’
Grappig is dat hij met zijn kwaliteiten best lijkt op de man die hem voor
de ploeg interesseerde, Sjoerd
Er zijn niet veel teams met een mannenploeg en een vrouwenteam, maar bij Jillert Anema zou het kunnen.’’
Lachend: ,,Dan moet ze wel goed haar bestDaan Gelling: ,,Bij Royal A-ware draait alles om winnen. Als je hier vijfde wordt, is er niemand die je feliciteert.’’ (Foto Timsimaging / Neeke Smit)
Jordy Harink heeft nog veel te winnen bij Royal A-ware
Jordy Harink kwam binnen bij Royal A-ware als broekie tussen meer dan ervaren mannen. Maar nu is hij de rijder met de ervaring in een ploeg met veel jonge jongens zonder al te veel ervaring. Als hij zijn ploeg analyseert, weet Harink genoeg. Hij en Sjoerd den Hertog zullen hun ploeggenoten bij de hand moeten
Jordy Harink doet zijn verhaal kort na de presentatie van zijn ploeg Zaanlander in het hoofdkwartier van Albert Heijn. In het fraaie pand in Zaandam is dan ruim een uur lang gesproken over schaatsen, over ambities en over plannen. Maar met praten maak je Jordy Harink (27) niet blij meer. ,,Laten we maar beginnen met schaatsen’’, zegt hij. welke richting je zit. Ik ben in orde, het gaat goed, schaatsen voelt al lekker. Dan heb ik alleen maar zin om te beginnen.’’ Dat doet hij met een team dat op diverse plaatsen gewijzigd is. De nieuwkomers zijn jong en soms onervaren. Daan Gelling heeft een prima seizoen gedraaid bij de Bouwselect, maar de Amerikaan Ian Quinn is haast een onbeschreven blad. Háást, want hij reed drie jaar geleden eens een marathon bij de Beloften. Die won hij overigens wel meteen. Potentie dus.
ook. ,,We hebben talent. Daan reed afgelopen jaar een superseizoen, maar Ids Bouma komt er ook aan. Ik denk dat Sjoerd den Hertog en ik nu echt de
handdoek moeten oppakken als het gaat om de marathon. Dat wij de rest moeten helpen. Maar wij hoeven niet per se degene te zijn die het moeten afmaken. Dat is niet nodig, we hebben meer jongens die wat kunnen.’’
Aderlating
Grootste aderlating is natuurlijk het vertrek van Jorrit Bergsma. De routinier, de koerskapitein, de alleskunner. ,,Bergsma is niet te vervangen’’, meent Harink. ,,Dat weten we, en we hebben het ermee te doen.’’ Hij zit er niet om in zak en as. ,,Hij reed altijd maar drie, vier wedstrijden mee. We hebben het dus al vaak zonder hem moeten doen en we weten hoe dat is. Maar we weten ook dat we óók zonder Bergsma kunnen winnen. In die zin heb ik er vertrouwen in dat het nog steeds een goed jaar kan worden, maar het is natuurlijk wel onwijs jn met iemand als Bergsma te rijden.’’
Het vertrek van Bergsma betekent dat de hiërarchie binnen de ploeg wijzigt en de rol van Harink ook verandert. ,,De rolverdeling is inderdaad iets aan het verschuiven. Ik wil mezelf geen leider noemen, voel me eigenlijk nog steeds een ukkie, maar ik probeer wel nieuwe jongens als Daan Gelling en Gert Wierda zoveel mogelijk te helpen. Dan merk je dat je af en toe een knoop moet doorhakken in de training. Dat je moet zeggen ‘daar beginnen’, of zelf even de kop moet pakken. Dat zijn wel natuurlijke dingen, en is ook niet erg.’’
Dat zou Harink ook weer fris kunnen maken in zijn eigen hoofd, maar dat heeft de rijder uit Zaltbommel helemaal niet nodig, zegt hij zelf. ,,Ik rijd best lang bij dit team, maar heb nooit het idee van zelfde dit of zelfde dat. Natuurlijk, de trainingen zijn grotendeels hetzelfde,
maar de ploeg is alweer zó veranderd ten opzichte van het moment waarop ik erbij kwam. Toen reed ik nog rond met Bob de Vries en Arjan Stroetinga en zo. Het voelt nu niet eens alsof ik in dezelfde ploeg zit.’’
Bolwerk
De handdoek oppakken nemen.
tieve. Natúúrlijk wil ik dat, maar dat dat wil iedereen. Ik wil gewoon wedstrijden winnen.’’ De langebaan is is daarbij een voornaam item voor veel rijders, maar niet voor Harink. Hij schaatst lekker, rijdt ook wel in de Holland Cup, maar heeft, zegt hij, niet de illusie dat hij ’even de aansluiting gaat vinden met de top’. ,,En om achteraan te rijden in het WCKT, om netaan te mogen meedoen, daar voel ik me wel te oud voor. Ik ben een echte marathonschaatser die heus wel beter kan worden op de langebaan, maar ik ga daar niet rijden als ik als laatste man mag meedoen op een NK. Dat is het mij niet meer waard. Ik wil daar alleen rijden als ik er
iets te zoeken heb.’’
Work in progress, zegt hij lachend. ,,Dat pro-
De ploeg waar hij destijds in kwam, was toonaangevend, de absolute top in marathonschaatsen. ,,Een bolwerk’’, stelt Harink. ,,Die jongens hebben meer dan tien jaar gereden met een vaste kern. Dat stond als een huis. Wij moeten er nu voor zorgen dat we dat wéér voor elkaar krijgen.’’ Een jaar geleden ventileerde Jordy Harink dat hij vooral een completere schaatser wilde worden. Beter schaatsen op de langebaan, beter schaatsen op kunstijs. het ONK in het Zweedse Luleå.
,,Dat zijn er maar een paar. Betekent dat ik nog zóveel wedstrijden níet heb gewonnen, dat er nog zóveel overblijft. Ik kan wel zeggen dat ik weer het ONK wil winnen, of de
En dus blijft hij vooral bekend als de man van en wat
natuurijs. Grappig, vindt Harink. ,,Want ik heb inmiddels meer gewonnen op kunstijs dan op natuurijs. Maar dat is heroischer, blijft langer hangen. En het liefste rijd ik ook op natuurijs. Dat zijn ook de wedstrijden die ik het liefste win. Maar ik wil ook winnen in Amsterdam, wil winnen in het NK en op de 200. Als ik zie wat er nog allemaal kán, heb ik nog maar heel weinig gepresteerd.’’
Ervaring sterkt Harm Visser
Harm Visser was zonder twijfel één van de revelaties van het vorige marathonseizoen. De debutant in de Topdivisie stond liefst tien keer op het podium, waarvan één keer als winnaar. Belangrijker is misschien nog wel de schat aan ervaring die hij opdeed in het team
van Jumbo-Visma. Juist dát zou Visser dit seizoen een nog betere marathonschaatser moeten maken.
Harm Visser zit erbij met een brede lach op het gezicht. Heeft de Fries ook alle reden toe. Hij is t, en kijkt met de ploeg van Jumbo-Visma uit naar het nieuwe seizoen. ,,Het schiet op nu’’, stelt hij vast. ,,Maar dat mag ook wel, want ik heb er zin in.’’
Die theid, daar is Visser blij mee, want pal na het afgelopen seizoen sloeg corona hard toe bij het talent uit Zwaagwesteinde. ,,Ik heb een week echt niets kunnen doen, alleen maar ziek op bed gelegen. Ook in de twee weken daarna heb ik rust gehouden, maar bij een etskamp op Mallorca dacht ik al na twee etsritten ‘daar gaan we weer’. Opgezette luchtwegen, neusverkouden, keelpijn. Dat heeft me wel even genekt. Uiteindelijk heb ik er zo’n twee maanden last van gehad, maar daarna was het ook echt over. Nu heb ik niks meer te klagen. En ik had nog een beetje mazzel dat het buiten het seizoen was. Wat dat betreft was de timing perfect.’’
Even terug naar het vorige seizoen, dat voor Harm Visser zijn eerste was op het hoogste niveau. Hij hield er een mooie zege in Tilburg, vijf tweede plaatsen en vier derde plaatsen aan over, plus een schat aan ervaring. Aan dat laatste hecht hij veel waarde. ,,Het waren eigenlijk van die standaard dingetjes die ik leerde.
Basisregels voor marathonschaat-
Harm Visser: ,,Op het moment zelf sta je niet zo stil bij prestaties. Maar natuurlijk is vorig seizoen achteraf een droomseizoen geweest.’’ (Foto Robert Prins)
sen. Klinkt misschien heel simpel, maar zo was het wel. Ik heb ook geleerd dat in deze sport ook álles ineens anders kan zijn. Kijk naar het NK. We hadden een mooi plan, zaten in een perfecte situatie en ineens wordt Bart Hoolwerf uit de wedstrijd genomen, rijdt Mats Stoltenborg weg en komt Jorrit Bergsma van achteren. Dat is een situatie waarin je altijd moet reageren als Bergsma komt, maar ik handelde net even anders. Dan analyseer je achteraf en denk je ‘hoe kan dit nu?’. Daar leer je meteen van.’’
Onschatbare waarde
Hij heeft het naar zijn zin in de geelzwarte formatie, die na een weggevallen eerste jaar dan toch met een echt marathonteam haar intrede deed. En in Peter de Vries heeft het team een meer dan ervaren ploegleider en Visser een uitstekende mentor. ,,Peter de Vries is van onschatbare waarde’’, stelt Visser onomwonden. ,,Heel veel ervaring, een heel jne ploegleider. Ik heb persoonlijk ook een goede band met hem, kom ook bij hem over de vloer, ken zijn kinderen, en zijn vader Jacobus masseert me. We praten dan veel, en dat is belangrijk.’’
Saillant detail is dat Harm Visser rondrijdt met het oude nummer van De Vries op zijn been: 45. Visser lacht. Mooi verhaal, zegt hij. ,,Zijn vader Jacobus zeilde vroeger al met nummer 45, en Peter kreeg vervolgens in het marathonpeloton ook 45 toebedeeld. Daar heeft hij heel veel mee gewonnen. Daarna is het nummer een aantal jaar uit de competitie geweest, tot ik het kreeg toen ik bij Peter in de ploeg kwam. ‘Dat brengt geluk’, zei hij. En in mijn eerste marathon werd ik meteen derde. Ja, dat nummer heeft voor mij wel een speciale waarde.’’ Het bleef zeker niet bij die ene podiumplek. Zijn prestaties vorig seizoen gaven Visser
veel voldoening. ,,Op het moment zelf sta je daar niet zo bij stil. Ik was alleen maar bezig met wedstrijden winnen, leefde van week tot week. Maar natuurlijk is dat achteraf een droomseizoen geweest.’’
Vette ploeg
Dat heeft ook zijn insteek voor dit seizoen veranderd. Hij hoopt, zegt Visser, toch wat vaker te winnen. Maar de ploeg om hem heen is ook veranderd. Bart Hoolwerf vertrok, en niemand minder dan Jorrit Bergsma sloot aan, net als de jonge Zeeuw Arjen van Damme. ,,Een ontzettend vette ploeg’’, oordeelt Visser. ,,Echt, we zijn op alle vlakken kansrijk. Hoeven niet bang te zijn voor een sprint, niet bang te zijn voor een snelle wedstrijd.’’ Maar hij is ook realistisch. ,,Doet Bergsma niet mee omdat hij uitkomt op de langebaan, en je kijkt naar het aantal overwinningen dat we individueel hebben behaald, dan kun je niet verwachten dat wij er even tien winnen. Maar dat is puur cijfermatig, Het doel blijft natuurlijk elke wedstrijd meedoen voor de overwinning, en dat is met dit team wel haalbaar.’’ Visser liet zich dit seizoen al zien op de massstart, een onderdeel dat zeker ook zijn aandacht heeft, en waarop hij als eens startte voor Nederland tijdens een Worldcup in het Japanse Nagano. ,,Ik doe dat erbij, maar neem het wel ontzettend serieus en sta ook open voor het rijden van grotere wedstrijden daarin als het zover mocht komen.’’ Hij gaf met een zege al zijn visitekaartje af. Belangrijk, vindt Visser. ,,Ook voor het team.
De eerste verloor ik in een faire sprint, en dat deed pijn. De tweede win ik dan wel, en dat biedt voor de ploeg ook perspectief.
Verlies je twee keer op dezelfde manier, dan weet je dat het anders moet. Nu zien ze dat we in een sprint toch kansrijk zijn.’’
‘Jumbo-Visma heeft een ploeg die op alle vlakken kansrijk is’Het marathonteam van Jumbo-Visma, met vlnr: Diane Valkenburg, Harm Visser, Arjen van Damme, Robert Post, Peter de Vries, Mats Stoltenborg, Casper de Gier en Ingmar Berga. (Foto Stephan Tellier)
West-Fries bij Bouwselect blij dat hij niet is gestopt Bart Mol hervindt plezier
Het nieuws van de overgang van Bart Mol naar het team van Bouwselect was best verrassend. De West-Fries was immers van plan te stoppen. Dat kwam er niet van, en inmiddels is Mol blij dat hij zijn voornemen niet heeft doorgezet. ,,Ik heb bij Bouwselect echt weer het plezier teruggevonden.’
Wie Bart Mol eind vorig seizoen sprak, gaf geen stuiver meer voor de loopbaan van de ervaren marathonman. Het vuur leek gedoofd, de zin verdwenen. Hij was er, erkende Bart Mol, ook klaar mee. ,,Corona, wedstrijden die niet doorgingen, steeds dat testen. Ik had het wel gezien. En als ik doorging, wilde ik dat alleen goed doen. Gewoon weer in Heerenveen trainen en zo.’’
Maar de wedstrijden in Zweden zouden zijn laatste kunstje worden. Mol reed verdienstelijk naar een mooi afscheid. Het liep echter anders. ,,Ik stond in Zweden bij het vliegtuig naast Anton Ketellapper, de trainer van Bouwselect. Hij vroeg me wat ik ging, en nadat ik vertelde dat ik ging stoppen, zei hij ‘moet je niet doen, want je vindt het veel te mooi en kan nog veel te veel’. De goede gesprekken die daarna volgden met Anton en Piet Hijlkema waren voor mij een eyeopener, waarna ik besloot door te gaan.’’
En nu is Mol vooral blij dat beide coaches hem hebben overgehaald. ,,Zeker. Ik heb al eens met Ronald Kruijer in een ploeg gezeten en voor de rest is het een heel nieuwe omgeving. Ik heb het enorm naar mijn zin. We hebben in de zomer veel gezamenlijk getraind, hard getraind, zijn veel op kamp geweest. En het
niveau in de ploeg is enorm hoog. Heel wat anders dus dan ik de laatste jaren heb gedaan. Ik ben echt positief verrast.’’
Nieuwe weg
Hij heeft ook echt het plezier weer hervonden. ,,Ik doe al heel lang mee in dit spelletje, maar ik zit nu in een nieuwe omgeving, leer nieuwe dingen en train weer in de pol- der waar ik vroeger met Jeroen de Vries en Bouw & Techniek veel heb getraind. Het voelt toch weer helemaal als een nieuwe weg.’’ En die nieuwe weg kan ook nog leiden tot een betere Bart Mol. ,,Weet je, ik kan heel goed alleen trainen. Die discipline kan ik opbrengen. Maar met een goede ploeg word je ook beter. Je gaat net even dieper in de trainingen, wordt net even meer uit-
gedaagd, waardoor je de kwaliteit van die training ook weer opschroeft. Altijd hetzelfde doen ben je op een gegeven moment ook wel klaar mee. Deze afwisseling is leuk.’’ De ploeg is een eenheid, ziet Mol. Met jongens die elkaar vooral alles gunnen. ,,De sfeer is goed, er wordt heel hard getraind, en toch is het een gezellige ploeg.’’ Mol zelf voegt ook zijn aandeel daarin toe.
,,Ze vinden me sowieso heel gezellig, hahaha’’, zegt hij lachend. ,,Nee, ik ben best allround. Kan op de langebaan en op kunstijs redelijk mee en heb op natuurijs een meerwaarde. Dat is voor mij een belangrijk doel, maar ploeg zelf is ook heel sterk op natuurijs. Daar versterk ik dit team.’’
De focus weer op natuurijs
De formatie van Bouwselect sloot het vorige seizoen af in euforie. Winst in de Alternatieve in het Zweedse Luleå was de mooiste prijs die de ploeg kon bedenken. Dat paste ook in het beeld van de laatste jaren, waarin de ploeg vaak een hoofdprijs binnenhaalt, maar áltijd de aandacht op zich vestigt. Elk jaar moet het stapje beter, bevestigt coach Anton Ketellapper.
De schaatsploeg doet de naam van de sponsor eer aan. Er wordt altijd gebouwd, alleen op het ijs. ,,Klopt’’, erkent Ketellapper. ,,Dat was al volop in ontwikkeling toen ik bij de ploeg kwam, en daar kon ik mooi bij aanhaken. Piet Hijlkema zegt altijd ‘rustig doorbouwen’, en dat is eigenlijk precies wat het is. We proberen elk jaar een stapje
te zetten. In professionaliteit, in begeleiding, hoe de rijders ermee omgaan en ook budgettair. Steeds proberen we op alle fronten weer iets te verbeteren.’’
Dat is soms lastig, want Bouwselect is soms net te klein voor het tafellaken, maar te groot voor het servet. Nog geen echte topploeg, maar te groot voor de kleintjes in het peloton. En dan kan het gebeuren dat talenten als Ronald Haasjes en Daan Gelling vertrekken naar topteams. ,,Dat vangen we op door goed te zoeken’’, zegt Ketellapper met een knipoog. Dit jaar ’vond’ de ploeg Luc ter Haar en Bart Mol. ,,We moesten ook terug van zes naar vijf rijders, maar ik denk dat we daarmee goede versterkingen hebben teruggehaald. Daan Gelling reed vorig seizoen boven verwachting goed en natuurlijk wil je zo’n rijder nog graag houden. Maar als we kijken
naar de ploeg die er nu staat, denk ik dat die niet minder hoeft te zijn ten opzichte van vorig jaar. En als ze allemaal nog een stapje zetten, hoop ik dat ze uiteindelijk beter zijn.’’
Liever winst
Op het ijs is die positie tússen de top en de rest soms ook moeilijk. ,,Vorig jaar pakten we heel veel vierde en vijfde plaatsen, en twee keer podium. Dat wil je liever niet. Ik heb liever een overwinning, wat podiumplaatsen en de overige wedstrijden geen uitslag dan dit. Alleen, omdat je geen uitgesproken sprinter hebt en die budgettair heel lastig is vast te leggen, is dat ook heel moeilijk dat te bereiken.’’
Dat maakt het voor hem en Hijlkema wat complexer een goede tactiek uit te stippelen. ,,Ach, dat maakt het in ieder geval
ánders. Als absolute topploeg kun je de wedstrijd echt bepalen en zeggen ’zo gaan wij vandaag rijden en de rest past zich daar maar op aan’. Betekent dat wij ons dan enigszins aanpassen op de tactiek van andere ploegen, waarbij je dus wel enigszins afhankelijk bent van hoedat door andere ploegen in de wedstrijd wordt uitgevoerd. Maar dat geldt met name op kunstijs. Op natuurijs hebben we wel een echte topploeg staan. Vorig jaar zaten we in de Alternatieve na 180 kilometer nog met vijf man bij de eerste vijftien. Dan kun je natuurlijk wel zelf iets doen, en dat hebben we ook gedaan. Dat resulteerde in een mooie zege van Ronald Kruijer.’’
Voor dit seizoen ligt de focus uiteindelijk toch weer op natuurijs, stelt Ketellapper. ,,Maar we hopen echt één of twee overwinningen op kunstijs en daarin te verrassen.’’
Sterrenensemble Reggeborgh
Z e zijn het sterrenensemble van het marathonschaatsen.
Zeg maar de befaamde Galacticos zoals Real Madrid die kende kort na de eeuwwisseling. Het nieuwe team van Reggeborgh is één verzameling van grote namen en winnaars. De grote vraag is of zij de reputatie die ze nu al hebben ook gedurende het seizoen op het ijs kunnen waarmaken.
Crispijn Ariëns slaakt even een diepe zucht als de naam van de Galacticos valt, het team van Real Madrid dat zo werd gedoopt omdat het als buitenaards werd gezien vanwege het aantal grote sterren in de ploeg. ,,Maar ja, wat wij hebben, is ook wel een pittige ploeg met veel gas ten die al een hele erelijst hebben. Mannen als Gary Hekman, Evert Hoolwerf en ikzelf, met veel ervaring. En dan hebben we nu met Bart Hoolwerf het beste wat mara thonschaatsen zo’n beetje heeft. In ieder geval het snelste. Plus Ronald Haasjes, wat ook gewoon een beest is. Die jongen is niet kapot te krijgen. En Willem Hoolwerf weet tot in perfectie wat hij moet doen om het peloton zijn wil op te leggen. Dan heb je op papier een heel mooie ploeg staan. Ik zeg bewust op papier, want het moet wel bij elkaar komen en lekker gaan lopen.’’ Maar met zoveel sterren kan een topploeg ook weleens een lastige ploeg worden.
Iedereen wil winnen, maar niet iedereen kán winnen. Ariëns (33) ziet daar geen pro bleem in. ,,Het is de kracht van dit team, zoals dat voorheen ook bij AB Vakwerk was, dat het niet uitmaakt wie wint, als er maar gewonnen wordt. Dat was afgelopen zomer ook weer te zien bij de overwinning van Ronald Haasjes in het NK inlinen. Dat hij zo’n titel pakt, is zijn eigen klasse, maar ook omdat we het in de ploeg elkaar gun nen. Daar begint het mee, elkaar goed aan voelen tijdens de koers. Nu met Bart en Ronald erbij moeten we weer heel eventjes de goede dynamiek vinden, maar als dat lukt heb je een wereldploeg staan.’’
Samen
Dat gevoel van ‘samen’ leeft sterk in het team, vervolgt Ariëns. En dat is hard nodig, stelt hij. ,,Want het is leuk als je individu eel goed bent, maar daar komt het in het marathonschaatsen tegenwoordig bijna niet meer op aan. Het gaat er wél om hoe sterk je ploeg is en hoe je daarmee om gaat. Want als puntje bij paaltje komt, heb ben we allemaal winnaars in de ploeg die ook allemaal wíllen winnen. Da’s mooi.’’
Dat geeft ook de luxe van veel ijzers in het vuur op de momenten dat het erop aan komt. Dat vindt Ariëns alleen maar pret tig, zeker na de lessen van vorig seizoen, toen Gary Hekman kampte met problemen met zijn schildklier. ,,Daarnaast had Willem Hoolwerf niet zijn beste seizoen en begon
Luc ter Haar met een blessure. Daardoor kwam het heel erg aan op Evert Hoolwerf en mijzelf. Zelfs op die manier hebben we nog veel gewonnen, negen wedstrijden, zeg ik uit mijn hoofd. Dat is nog steeds fan tastisch. Alleen op de grote moment als het NK en het ONK kwamen we wat body tekort, maar ik denk dat we dat nu wel hebben en dat iedereen er net even scher per op staat.’’
Gary Hekman is inmiddels weer fit. Ari ens grinnikt. ,,Zeker als ik zie hoe hij rond rijdt, hoe hij het trainingskamp onlangs in het Spaanse Platja d’Aro heeft overleefd en hoe goed hij het doet. Dan zie ik wel weer de oude Gary. Dat is heel fijn, zowel voor hemzelf als voor de ploeg. Hij stuurt veel binnen het team tijdens de koers, blijft altijd lekker rustig. Zelf kan ik nog wel eens wat onrustig zijn, maar dan heeft hij soms net iets beter overzicht. Lekker als je daarop kan terugvallen.’’
Professioneel
Via AB Vakwerk en Hoolwerf Heiwerken is de ploeg nu onder de vlag van Regge borgh gekomen. Een grote en professi onele schaatsploeg die nu dus ook een eigen marathonteam heeft. ,,Wat wij daar van merken, is vooral dat we een stap heb ben kunnen maken in onze faciliteiten. In de zomer konden we drie keer per week terecht bij de Krachtcentrale in Zwolle, waar fysiotherapeuten en manueel the
rapeuten rondliepen om ons te begelei den, waar we speciale trainers hadden om ons te helpen. Daar is heel professioneel een bepaalde basis gelegd die de ploeg ons niet eerder kon bieden. Ik denk dat we vooral daar stappen hebben gemaakt. Dat we structureel goed hebben kunnen trai nen. Dat moet zich gaan uitbetalen.’’
Van verdere kruisbestuiving tussen de lan gebaanploeg en het marathonteam heeft Ariëns nog niet veel gemerkt. ,,Niet direct in ieder geval. Maar ik ben ook nie in Inzell geweest, weet niet wat daar precies is gebeurd. Onze trainer Roy Boeve heeft wel meer overleg met de trainers van de lan gebaanploeg. Ik denk dat dat allemaal nog even z’n weg moet vinden om te zien of we iets voor elkaar kunnen betekenen. Ik hoop wel dat we later deze winter elkaar nog een paar keer kunnen opzoeken en dan iets van elkaar kunnen opsteken.’’
Als het gaat om die winter is Crispijn Ariëns vooral nieuwsgierig hoe het gaat lopen bij Reggeborgh, hoe zijn ploeg gaat draaien. ,,Want wat je zegt, we hebben stuk voor stuk allemaal ontzettende klasbakken. Ik ben heel nieuwsgierig hoe we elkaar kun nen vinden, hoe we elkaar verstaan tijdens de koers. Zelf ben ik er voor honderd pro cent van overtuigd dat dat kan en gáát gebeuren. Dan heb je een fantastische ploeg staan en kunnen er heel mooie din gen gebeuren.’’
Crispijn Ariëns: ‘Als het op z’n plek valt, hebben we een fantastische ploeg’
Heel veel soeps.
Nieuw
Lekker
Nieuwe energie, nieuwe ambitie
A ls Jeroen Janissen met zijn teamgenoten van OKAY / KPMS op het ijs staat, is er weinig herkenning meer. Drie rijders waren er in februari nog over van het team van vorig seizoen. Maar dat is bij de ploeg uitstekend opgevangen. Janissen ziet nu behalve veel nieuwe gezichten ook een meerwaarde in de nieuwkomers.
Jeroen Janissen (25) stapt net van de fiets als hij zijn licht laat schijnen over de ploeg van OKAY / KPMS, eerder jarenlang in het peloton actief onder de naam Bouw & Techniek. Het is één van zijn laatste duur ritjes voor de start van het marathon competitie, en Janissen kan niet wachten op te beginnen. Er is, zegt hij, een prima zomer getraind. Lachend: ,,Met heel lek
ker weer, dat maakt het al fijner om te trai nen. We hebben een goed blok op skeelers gedraaid, daarna met het team drie weken geschaatst op zomerijs. Dat is goed beval len. Je merkt dan dat je op elkaar inge speeld raakt en dat je verder kunt bouwen richting winter. En zelf heb ik het gevoel dat ik er goed voor sta.’’
Het team waarover hij praat is danig gewij zigd. Van de negen rijders, zegt Janissen, waren er in februari nog drie over. ,,Nu zijn we weer met negen, dat zijn behoorlijk veel wisselingen.’’ Maar als we alleen even kijken naar het team voor de Topdivisie, dan vertrokken Ruurd Dijkstra en Danny Stam. Daar kwamen Lars Woelders – zoon van de bekende voormalig ploegleider van Nefit Gerjan Woelders – en Ruben Lig tenberg voor terug. Janissen is er content mee. ,,Lars en Ruben brengen echt nieuwe
energie en nieuwe ambitie. Ze komen nu de Topdivisie in, en wat dat betreft ben ik benieuwd waar we straks staan als team. Maar ze zijn absoluut een meerwaarde, zowel in de trainingen als in de groep.’’
Tijd nodig
Janissen kan niet zeggen hoe het team zich kwalitatief verhoudt tot dat van vorig seizoen. ,,Dat is lastig te zeggen. Vorig jaar hadden we met Ruurd Dijkstra en Danny Stam wel meer ervaring in het peloton, maar het is altijd de vraag hoe ervaring zich vertaalt naar prestaties. Aan de ene kant verwachten we dat die jongens met een meerijden, maar aan de andere kant weet ik nog dat ik voor het eerst in de Topdivisie reed. Dan heb je tijd nodig om te groeien. Dat is binnen de ploeg ook heel duidelijk. Daan Besteman, Marco van
der Tuin en ik zijn de meer ervaren rijders en nemen die andere jongens op sleep touw.’’
Zelf richt Janissen zich weer op de combi natie van marathon en langebaan, waar van hij al lang roept dat die elkaar verster ken. ,,Ik wil mezelf blijven ontwikkelen als een complete schaatser en daar past de combinatie van die twee heel goed bij.’’
In de afgelopen jaren kende Janissen een sterke ontwikkeling, die toch nog werd afgeremd. ,,Bij mijn komst naar Bouw & Techniek had ik een bepaald beeld voor ogen, maar een zware blessure en twee coronajaren later was vorig seizoen eigenlijk pas mijn eerste volwaardige sei zoen als A-rijder. Dan kan ik niets anders dan tevreden zijn. En ik kijk graag vooruit, denk echt dat er meer in zit.’’
De zonnepanelen van Thialf
Op het dak van Thialf liggen ongeveer 4500 zonnepanelen. Prachtig, zou je zeggen. Zeker in deze tijd. Maar die mogen al een tijd niet meer worden gebruikt. Inmiddels is een oplossing voor de problemen nabij.
Het probleem, vertelt Thialf’s interim-directeur Minne Dolstra, was eigenlijk initieel niet de panelen zelf, maar de combinatie tussen panelen en piepschuim. ,,Dat heet EPS, is een soort isolatiemateriaal en isoleert geweldig maar is ook heel brandgevoelig. Wij hebben een verzekeringsmaatschappij die dat een te groot risico vond. Dat is niet speci ek een probleem van Thialf, nee, in tachtig procent van de grote gebouwen die wat eerder zijn gebouwd zit dat. Lastig, want er moesten panelen uit,
anders was het gebouw niet meer verzekerd. Dat hebben wij toen gedaan.’’ Daarna werd gewerkt aan een oplossing. Thialf zit alleen maar bij eindverzekeraars vanwege de verzekerde waarde van 130 miljoen euro, legt Dolstra uit. ,,Dus dat gaat de verzekeraar op de hoek niet meer doen. Wij zijn in gesprek gegaan en hebben een plan van aanpak gepresenteerd, samen met een risico-inspecteur. Dat heeft de verzekeraar die het voortouw heeft genomen beoordeeld. De installatie moest worden aangepast volgens alle normen, en dat is niet alleen de EPS, maar tot op het paneel, tot op het kabeltje zelfs. Als alles dan klopt, kunnen ze weer aan.’’ Thialf zit nu midden in dat proces, waarbij ook dak-onderbrekingen moesten worden aangebracht. ,,Dat is ook brandwerend, zodat je dak niet in één keer in de brand
gaat, maar dat er sprake is van compartimentering. Dat is inmiddels klaar. Binnenin het stadion is de bekabeling en alles ook klaar. Nu is het nog een kwestie van nieuwe kabels tussen de panelen richting de omvormer, en dat is het laatste stukje. Dan werken ze weer. Maar het is eigenlijk slechts een druppel op een gloeiende plaat. We kunnen daarmee ongeveer twintig procent van ons energiegebruik opwekken, alleen de prijs is enorm gestegen. Dat overstijgt uiteindelijk de opbrengst.’’
Topschaatsen in Thialf. Iterimdirecteur Minne Dolstra: ,,Er wordt van Thialf kwaliteit verwacht.Dan kun je niet zeggen ‘Ik gooi de boel even een graadje omhoog’.’’
Hoop is in energiecrisis
boven
Machines draaien volop om de schaatsers van ijs te verzekeren. Maar de energierekening tikt keihard door. (Foto’s Timsimaging / Neeke Smit)
op regelingen overheid boven ijsbanen
programma. Alleen is er een zwarte wolk die boven ons hangt.’’
In Thialf wordt alleen elektriciteit gebruikt, geen gas. De ijstempel heeft honderd procent duurzame energie uit wind en zon, onder andere van windmolens in het IJsselmeer. ,,Er is natuurlijk wat gedoe geweest met de zonnepanelen’’, aldus Dolstra. ,,Dat is nu op een haar na gevild. Maar we hebben dus duurzame energ uit wind en zon, en dan is het jammer dat je dan toch nog de hoogste prijs betaalt.’’
Licht Dolstra ziet wel licht aan het einde van de tunnel. ,,We zijn bezig met het ontwikkelen van een energiehub. We hebben het idee dat we daarmee de energierekening van Thialf fors naar beneden kunnen brengen door batterijopslag te creëren. Daarnaast kunnen we ook het industrieterrein Heerenveen-Zuid helpen. Dat zit op een zogenaamde rode ring, en heeft dus last van congestie. Dat zit op nog geen tweehonderd meter van onze ring. Die is oranje. Dan ben je dus ook zwaar ziek, maar nog niet op de IC. We hebben netbeheerder Liander verzocht toe te staan dat wij een connectie met die rode ring kunnen maken zodat wij daar de problemen op kunnen lossen. Daar krijg
je dan ook geld voor en vervolgens kunnen wij die energie gebruiken in Thialf. Dat is dan ook duurzaam. Je zou het circulair kunnen noemen. En als wij te veel hebben en het net heeft te weinig, dan zouden wij ook kunnen terugleveren.’’
Maar netbeheerder Liander is daar niet enthousiast over. ,,Wij bekijken het integraal en zij kijken tot nu alleen daar waar in hun ogen het probleem zit’’, legt Dolstra uit. ,,Maar wij zetten door, en dat hebben we ook tegen Liander gezegd. Wij proberen deze oplossing, die voor meerdere ijsbanen zou kunnen gelden, toch voor elkaar te krijgen. Dit is een oplossing voor de langere termijn. Zo’n installatie kan er binnen zes tot acht maanden staan, dus dat is op redelijk korte termijn.’’
Moedeloos
Minne Dolstra trad in april van dit jaar aan bij Thialf als interim-directeur, nadat hij vanaf 2020 al eens anderhalf jaar actief geweest was als projectdirecteur om samen met algemeen directeur Marc Winters een herstelplan op te stellen en te implementeren. In nancieel opzicht heft Thialf al genoeg problemen zou je zeggen, en dan komt daar nu deze energiecrisis nog eens overheen. Dat is bijna om moedeloos van te
VKN zet breed in als gesprekspartner
Opnieuw bewijst de VKN haar waarde als branchevertegenwoordiging. De Vereniging Kunstijsbanen Nederland speelde al een voorname rol in de coronacrisis en zet zich nu ook tijdens de energiecrisis breed in als gesprekspartner.
De ene crisis is nauwelijks bezworen of de volgende dienst zich alweer aan. De VKN heeft niet eerder in haar bestaan zó waardevol kunnen zijn voor de aangesloten kunstijsbanen als in de afgelopen drie jaar. ,,Ik heb er een dagtaak bijgekregen’’, stelt Dennis van Rijswijk van de VKN. ,,Dit is natuurlijk iets dat je op voorhand niet kunt bedenken, maar ik vind wel dat we het als branchevertegenwoordiging heel goed hebben gedaan in de afgelopen periode. We bewegen met de VKN ook de goede kant op. Steeds meer organisaties en partijen zoeken aansluiting.’
Van Rijswijk ziet dat op dit moment alle ijsbanen gewoon open zijn, waar eerder nog sprake was van mogelijke sluiting van in ieder geval een aantal banen. ,,Maar we hebben de keuze gemaakt om open te gaan. De binnensport kun je nu namelijk niet opnieuw raken, nadat die vanaf 2020
worden. ,,Dat zou je kunnen denken, maar Thialf is een maatschappelijke sportaccommodatie’’, stelt Dolstra. ,,Schaar ons dan maar in het rijtje met zwembaden en andere ijsbanen: het kan nóóit uit. Dat betekent dat de overheid een bepaald percentage bijdraagt en de gebruikers voor het andere deel moeten zorgen. Dan sluit je je begroting altijd rond de nul. Als je een keer een kleine plus hebt is het leuk, heb je een keer een kleine min dan kan het ook. Maar als je een keer door omstandigheden door het ijs zakt, om het zo maar te zeggen, dan kom je er zelf niet uit. Dat is het lot van maatschappelijke sportaccommodaties. En omdat we ook de topsport erin hebben en grote toernooien en dergelijke staat Thialf altijd in de spotlights. Met heel mooie dingen, en ook bij dit soort dingen. Dat hoort erbij. Als je daar niet tegen bestand bent dan moet je dit soort werk niet gaan doen.’’
De Meent
Ook bij De Meent in Alkmaar hebben ze nog enigszins geluk, maakt woordvoerster Ellen Duijn duidelijk. ,,Op dit moment maken wij nog gebruik van het lopende gunstige energiecontract met HVC.’’ Maar ook dat is eindig en daarom wordt er in Alkmaar al druk nagedacht over de toekomst, en wordt er
door corona al is geconfronteerd met deelsluiting of gehele sluiting. Bovendien waren we net begonnen aan een nieuw seizoen. Als je nu had gezegd dat een aantal banen niet zou openen, dan was je gelijk klaar geweest. Daarmee speel je lokaal ook wat gemeentes in de kaart, die dan zeggen ‘Ok, dan gaan we niet meer open ook’.’’ Maar er is geen enkele garantie dat de situatie blijft zoals die nu is. ,,Er is eigenlijk een deadline op 1 januari, dat hebben we ook meegegeven aan VWS. De semi-collectieve sector wordt op een andere manier benaderd dan het mkb. Als wij de mkb-regeling hadden moeten volgen, was het voor een aantal ijsbanen gelijk al klaar geweest.’’
Er wordt nog steeds volop gesproken en overlegd, met veel partijen. ,,Het is een spel van strategie en timing’’, legt Van Rijswijk uit. ,,Kijken hoe je op de beste manier kunt aansluiten. Wij zoeken die aansluiting heel nadrukkelijk bij de zwembaden. Hebben we ook gedaan in de coronacrisis en daar waren we goed mee geholpen.We voeren samen gesprekken, ook met bijvoorbeeld het Platform Ondernemende Sportaanbieders. Daardoor hebben we inmiddels ook weer op een andere manier contact met VWS. Heel nuttig.’’
ook al gehandeld. ,,We zijn zowel vanuit het project POCITYF als vanuit Gemeente Alkmaar en Alkmaar Sport hard bezig met verduurzaming.’’
Dat project POCITYF is een door de EU genancierd smart city-project dat historische steden helpt groener, slimmer en leefbaarder te worden met respect voor hun cultureel erfgoed. Door Positive Energy District in steden te implementeren en te testen, ondersteunt POCITYF Europa in de race om tegen 2050 het eerste koolstofneutrale continent te worden. Naast Alkmaar participeren ook steden als het Deense Hvidovre, het Spaanse Granada, het Portugese Évora en de Italiaanse stad Bari in het project.
Er zijn inmiddels al verschillende maatregelen genomen voor het hele sportcomplex De Meent, vervolgt Duijn. ,,Zoals de installatie van het zonparkeren en een batterij voor de opslag van elektriciteit. Op dit moment zijn we hard bezig om het gasverbruik op nul te krijgen. Er worden warmtepompen geïnstalleerd, een warmtekoudeopslag (bodemenergiesysteem) is bijna gereed. Daarnaast wordt er extra isolatie aangebracht om het verbruik naar beneden te krijgen. Ten slotte gaan we de warmte die vrijkomt bij het maken van het ijs opvangen zodat we die later kunnen gebruiken.’’
Z e nam in de aanloop naar het seizoen nog even wat tijd voor zichzelf. Elsemieke van Maaren. Streek neer in het heerlijke Spaanse Calpe, ontspande wat, etste een beetje en is nu helemaal klaar voor het marathonseizoen. En dat in een ink gewijzigde ploeg. ,,Het is allemaal heel verfrissend, en dat vind ik leuk’’, zegt Van Maaren.
Elsemieke van Maaren hees zich al drie jaar elke winter in het pak van Palet. Nu zijn dat de kleuren van BDM/BTZ en dat is niet de enige verandering. ,,Het voelt eigenlijk als een nieuwe ploeg’’, vindt ze. ,,Nieuwe
meiden erbij, nieuwe trainers, een nieuwe zomer gedraaid. Er is echt veel veranderd.’’ De nieuwe trainer heet Jac de Rijke, de partner van oud-marathonschaatsster Mireille Reitsma. ,,Hij is ook assistent van Peter Kolder bij het KTT Noord, waardoor we ook kunnen trainen met de jongens uit dat team. We hebben al de hele zomer getraind met de mannen van Sprog, en staan nu af en toe met Bouw & Techniek op het ijs. De keuze is reuze, zeg maar. Dat trainen met mannen vind ik wel heel jn.’’
Van Maaren wordt in ieder geval vrolijk van de ontwikkelingen rond het team.
Ook de samenstelling van de ploeg staat
Van Maaren wil óók winnen
haar aan. ,,Echt heel jne meiden’’, vindt ze. ,,Met Ineke Dedden vorm ik inmiddels al jaren een duo, ook in Zweden op natuurijs. Dat is heel vertrouwd. Merel Bosma kan ik heel goed mee, en met Esther Kiel ook. Het mooie is dat we allemaal al ervaren marathonschaatssters zijn. We hoeven elkaar niet meer te leren hoe het werkt, dat weten we. Het enige dat we allemaal willen is een betere schaatsster worden, en daar werken we hard aan.’’
Goede training
Daarvoor is de situatie bij BDM/BTZ ook ideaal, vindt ze. ,,Die mogelijkheid met verschillende ploegen te kunnen trainen, maakt dat je altijd een kwalitatief goede training kunt draaien die bij jou past. Dus waar jij behoefte aan hebt, of wat de trainer vindt dat je behoefte aan hebt, die training kun je dan gewoon doen. Dat vind ik heel jn.’’
Ze stond, vervolgt Van Maaren, best wel open voor iets nieuws, vindt verandering ook heel leuk. ,,Altijd al gevonden. Dan
blijft het een beetje spannend.’’ Vaak zoeken rijdsters dan een andere ploeg op, maar Van Maaren heeft in dit geval die verandering binnen haar eigen team gevonden. ,,Klopt, en het was na vorig seizoen best superspannend. Palet stopte, we hadden geen idee wat er ging gebeuren. Maar uiteindelijk is het dit geworden, en daar ben ik echt blij mee.’’
Van Maaren hoopt weer progressie te maken, zoals ze dat ook deed nadat ze naar Palet kwam. ,,Daar heb ik als schaatsster echt een grote stap gemaakt. Maar nu rijd ik met meiden die allemáál al een wedstrijd hebben gewonnen, en ik nog nooit.’’ Lachend: ,,Op papier ben ik gewoon de slechtste.’’ Ze vindt dat ze daarom ook niet kan zeggen een plan te hebben rond haar carrière. ,,Dat is lastig te zeggen als je nog nooit een wedstrijd hebt gewonnen. Dan mag je ook geen grote bek hebben. Eerst maar eens winnen voor je praatjes krijgt, zo zit ik in de wedstrijd. Maar de wens een keer iets te winnen, die is er echt wel.’’
Alles anders voor
Elsemieke van Maaren: ,,Eerst maar eens winnen voor je praatjes krijgt, zo zit ik in de wedstrijd.’’ (Foto Timsimaging / Neeke Wassenbergh)Esther Kiel richtte altijd haar focus op de langebaan. Maar dit jaar, vertelt de kersverse rijdster van BDM/BTZ, is de prioriteit wat meer verschoven naar de marathon. Niet door de overwinning waarmee ze vorig seizoen in Tilburg iedereen verraste. Wél door het plezier dat ze in dat hele seizoen aan de marathon heeft beleefd.
Ze is een nuchtere Noord-Hollandse, Esther Kiel. Oorspronkelijk uit Overveen, een dorpje direct onder de rook van Haarlem, maar inmiddels al vele jaren ’schaatsFriezin’. ,,Nadat ik senior werd, ben ik meteen naar Heerenveen verhuisd. Dat is zo’n zeven jaar geleden. En nu heb ik met mijn vriend onlangs een huis gekocht in De Knipe. Het was even wennen in Friesland, maar nu bevalt het erg goed.’’
Die stap naar het Friese schaatsdorp typeerde ook meteen de ambitie van Kiel. Ambitie die nog niet gedoofd is. ,,Ik heb al wat bereikt in het schaatsen, maar ik ben nog niet klaar met stappen zetten’’, stelt ze. Dat moet dus nu gebeuren bij BDM/BTZ, het team waarvoor ze de ploeg van Bouwbedrijf De Vries verliet. ,,Ik zie dat zeker als een stap naar een topploeg. BDM/BTZ is één van de beste marathonteams in het peloton, en het is supermooi daar deel van uit te maken.’’ Ze was niet direct verrast dat ze werd benaderd door ploegleider Eelco Kooistra. ,,Door mijn zege in Tilburg en aardige wedstrijden op natuurijs in Zweden had ik het idee dat marathonploegen wellicht nu dachten dat het voor mij tijd was
een stap te zetten. In die zin was het niet onverwacht, maar wel heel leuk.’’
Plezier
Het zwaartepunt van haar ambities lag altijd op de langebaan, maar is nu verschoven richting de marathon. ,,Komt voornamelijk door het plezier dat ik afgelopen seizoen uit de marathons haalde. Op de langebaan liep het niet zoals ik wilde, en mijn trainer zei dat ik dan lekker marathons moest rijden als ik daar wel plezier in had. En dat plezier heb ik echt gevonden. Aan het einde van het seizoen mocht
Esther Kiel: aangewakkerde liefde
ik mee naar Zweden. Dat ging goed en was echt heel leuk. Dat heeft mijn liefde voor de marathon wel aangewakkerd.’’ Ze weet heel goed wat die liefde triggerde. ,,Toch het spelletje. Langebaan is gewoon zo hard mogelijk schaatsen, maar in de marathon heb je te maken met tactiek, met teamspel. Het is vooraf niet zomaar te zeggen wie gaat winnen, want er kan zóveel gebeuren dat echt niet de beste hoeft te winnen. Dat vind ik heel leuk.’’ Bij BDM/BTZ krijgt Kiel, die nog werkzaam is als IT-consultant, te maken met nieuwe dingen. Zoals inlinen. ,,Had ik nooit eerder
gedaan en ik had ook nooit gedacht dat ik het zou doen. Maar ik heb het geprobeerd en het bevalt heel goed dat als training erbij te doen. Verder heb ik nu te maken met een ander soort trainingen, met ander focuspunten. Dat werkt voor mij heel goed, heel verfrissend.’’
Kiel brengt als voornaamste kwaliteit haar snelheid in. ,,Dat is mijn kracht.’’ En ze zou graag een vervolg geven aan die eerste overwinning. ,,Dat is wel mijn ambitie. Maar we gaan ervoor elke wedstrijd als team te winnen, en dan is het alleen maar mooi als ik ook af en toe die rol op me mag nemen.’’
Ineke Dedden: ‘Team sterk, snel en goed’
De manier waarop Ineke Dedden nog even een stempel drukte op het vorige schaatsseizoen was veelbelovend. Haar zegereeks in het Zweedse Luleå maakte duidelijk hoe sterk ze is op natuurijs. Maar met een sterk veranderd peloton lijkt Dedden dit jaar ook op kunstijs een voorname kandidaat om een greep in de prijzenpot te doen.
Eerst nog maar eens terug naar begin maart, naar Luleå. Aan de Botnische Golf was de suprematie van Ineke Dedden (28) overweldigend. Winst in vier van de vijf races, en zilver in de resterende wedstrijd. De verpleegkundige uit Heeren-
lijk weet ik wel dat ik uit de voeten kan op natuurijs. Eigenlijk heb ik er bijna elk seizoen wel eentje gewonnen. Maar zó, dat je bijna elke wedstrijd wint, dat was voor mij zeker wel een verrassing. Dat had ik echt niet durven dromen.’’
Je zou zeggen dat ze dat gevoel heeft meegenomen en nu blakend van zelfvertrouwen op het ijs staat. Maar Dedden is niet alleen bescheiden, maar zeker ook nuchter. ,,Voor de rest ben ik nu natuurlijk wel de grootste concurrent op natuurijs. Maar het zegt allemaal niets.
nu ook weer aangepakt zoals eerder. Met Merel Bosma en Esther Kiel hebben we nu een team dat op papier sterk, snel en goed is.’’
Afwachten
Of sterk, snel en goed ook sterker, sneller en beter is dan vorig seizoen, blijft afwachten, vindt Dedden echter. ,,In principe zouden we allemaal beter moeten zijn. In de trainingen gaat het ook hartstikke goed. Maar je moet altijd nog zien of het in de wedstrijden ook zo loopt, en hoe je reageert op elkaar.’’
veen kijkt er nog steeds met wat ongeloof op terug. ,,Het is bijna onwerkelijk dat het zo is gelopen. Natuur-
Ik moet straks ook gewoon maar weer zien hoe sterk ik op natuurijs ben, en of een reeks als vorig seizoen weer haalbaar is.’’ Als ze om zich heen kijkt, ziet ze wel een andere ploeg. Jade van der Molen en Tjilde Bennis hebben plaatsgemaakt voor Merel Bosma en Esther Kiel, en Elsemieke van Maaren completeert het viertal dat onder de nieuwe naam BDM/BTZ en in nieuwe kleuren het ijs op gaat. ,,Maar er is ook veel hetzelfde gebleven’’, vindt Dedden. ,,De structuur, de mensen. Met ploegleider Elco Kooistra en Elsemieke van Maaren hebben we het
Niet alleen als ze in de ploeg om zich heen kijkt, maar zeker ook als ze straks op het ijs om haar heen kijkt, is er zeker ook veel veranderd. Haar voornaamste rivales Lisa van der Geest en Iris van der Stelt zijn gestopt, en je zou zeggen dat daar kansen liggen voor Dedden om ook op kunstijs voorde hoofdprijzen te rijden. Vorig seizoen eindigde ze in de Marathon Cup als derde, nadat ze in de cup nale nog werd gepasseerd door Bianca Bakker. ,,Maar met die cup ben ik niet bezig’’, stelt ze. ,,Ik vind het ook niet goed dat al voor het seizoen als doel te stellen. Dat werkt vaak meer tegen je dan dat het helpt. De focus ligt er eerder op in de wedstrijden de kansen te pakken als die zich voordoen. Levert dat uiteindelijk de cup op, dan is dat mooi meegenomen.’’
TEAM WOKKE
Anne Leltz: ‘Bouwen is insteek’
Anne Leltz maakt voor de tweede keer in haar schaatsleven deel uit van een nieuw team. Na A6.nl gaat ze straks het ijs op voor Wokke Vastgoed. Leltz is enthousiast over de nieuwe NoordHollandse ploeg, die in ieder geval drie seizoenen zal rondrijden in de Topdivisie. ,,We krijgen de tijd om te bouwen aan het team, en dat zal ook de insteek zijn.’’
Ze is een kersverse Noord-Hollandse, Anne Leltz. De vriendin van marathonschaatser Arn Botman verhuisde afgelopen zomer om te gaan samenwonen in het leuke Hoogkarspel. En dat lag mede aan de basis van haar besluit in te gaan op het aanbod van Gerrit Bakker om deel uit te maken van Wokke Vastgoed. ,,Gerrit Bakker heeft natuurlijk lang in de marathonsport gezeten, maar doet nu al enkele jaren niets meer, en sponsor Wokke Vastgoed is een groot liefhebber van de sport. Ik weet dat ze al langer samen iets wilden, maar dit jaar viel alles samen. Ook voor mij met mijn verhuizing naar Noord-Holland’’, vertelt Leltz. Rijden in een nieuw team deed ze al eerder, bij A6.nl, waar ze jne kneepjes van het marathonschaatsen leerde van Klasina Seinstra. En na een seizoen bij OCRE/Haak herhaalt nu bij Wokke Vastgoed de geschiedenis zich. ,,Als je wat wilt, moet je elkaar vertrouwen geven’’, weet Leltz. ,,Daarom heb ik tegen Gerrit Bakker gezegd dat ik wilde instappen, heb ik opgezegd bij mijn oude
team en zijn we aan de gang gegaan.’’
Ze is enthousiast over de eerste maanden bij het team. ,,Mijn vertrek bij A6 had ermee te maken dat zij meer rijders uit de buurt wilden, en precies die factor is nu ook belangrijk voor mij. Als je het voor elkaar krijgt een team te vormen met rijders uit dezelfde omgeving is dat eigenlijk het lekkerste dat er is. Dat gaf voor mij ook de doorslag. Ik ben vorig jaar begonnen met werken, heb nu net een nieuwe baan in Alkmaar als landschapsontwerper, en ik wist dat er door de verhuizing een zomer vol klussen wachtte. Kost allemaal energie, en dan is het een heel jn vooruitzicht te kunnen trainen met meiden uit de buurt, zodat je niet regelmatig naar Heerenveen hoeft. Nu trainen we in Hoorn op de Westfries en dat is perfect.’’ Bovendien is er de zekerheid dat de ploeg in ieder geval drie jaar doorgaat. ,,Heel prettig’’, vindt Leltz, die met haar 24 jaar de oudste is van het team. ,,De rest is allemaal jonger en dat betekent dat er echt groeimogelijkheden zijn. We kunnen nu echt bouwen aan het team, aan een hoger niveau. Dat zie ik ook voor mezelf, want ik wil echt nog stappen maken.’’
Ze werd al eens vijfde in de Topdivisie en reed regelmatig top tien. ,,Eigenlijk altijd vanuit kopgroepen. Dat vind ik ook het mooiste. Ik wil nu nog een stapje maken en het zou mooi zijn als ik dan eens wél het podium kan halen. De zomer was heel hectisch voor mij, maar nu heb ik alles op de rit en kan ik weer progressie boeken.’’
Bente Kerkhoff vooral nieuwsgierig
Ze stond twee jaar langs de kant, maar is komende winter één van de troeven in het nieuwe team van Wokke Vastgoed. Bente Kerkho kan niet wachten zich weer op het ijs te meten. ,,Ik ben vooral nieuwsgierig hoe ik me verhoud tot de andere meiden in het peloton.’’
Een nieuw team, maar toch veel vertrouwds om je heen. Dat is ongeveer de situatie van Bente Kerkho , het twintigjarige talent dat vanuit de ploeg van Teklab/Bewustwinkelen.nl naar Wokke Vastgoed kwam. Want veel van die eerste ploeg ziet ze nu terug bij Wokke. Ze reed daar ook al samen met Paula Konijn en de nu in de Topdivisie debuterende Olin Verhoog, terwijl ze in een eerdere fase ook al eens in een ploeg zat met Anne Leltz. ,,Het is best grappig hoe dat gelopen is’’, vertelt Kerkho . ,,Ik hoorde van Anne Leltz dat Gerrit Bakker dit team opzette en nog A-rijders zocht. Paula Konijn was benaderd, ik was benaderd, maar bij ons eigen team zochten we ook nog één A-rijdster. Dat had Anne leltz kunnen zijn. Ik ben mensen gaan bellen, die belden weer met elkaar en zo kwam eruit dat er één team werd gevormd onder de vlag van Wokke Vastgoed. Betekende dat de staf deels behouden kon blijven, dat je al een teamband meenam met een aantal rijdsters en dat er niet helemaal van de grond af iets opgebouwd hoefde te worden. Dat maakt zoiets toch minder moeilijk.’’ In die staf onder anderen Johan Bakker als trainer en ploegleider voor de Topdivisie, en
voormalig topschaatsster Marja Vis en Arn Botman als ploegleiders voor de Beloften. En verder? Een onvervalst Noord-Hollands gezelschap in de Topdivisie. Leuk, vind Kerkho . Ze begint er met ambitie, maar vooral met nieuwsgierigheid nadat ze twee jaar langs de kant stond. Eerst als gevolg van corona, daarna van een val tijdens het inlinen die een hersenschudding opleverde.
Energie ,,Dat heeft me ook een jaar gekost’’, vertelt Kerkho , die haar pijlen vooral richt op de langebaan, en de afstanden 1500 en 3000 meter plus de mass-start. Haar laatste marathon reed ze in 2020, de nale van de Marathon Cup eind februari in Leeuwarden. ,,Ik ben daarom wel benieuwd waar ik sta ten opzichte van de rest. Dat kan natuurlijk heel anders zijn. Ik wil ook kijken hoe ik langebaan kan combineren met de marathon, en dan in het seizoen mijn doelen ontwikkelen. Maar voor nu wil ik vooral lekkere marathons rijden, het naar mijn zin hebben en er energie uithalen in plaats van gedoe. En ik denk dat dat met dit team heel goed gaat lukken.’’
Dat er veel potentie zit in de rijdster uit Oostwoud blijkt wel uit haar erelijst. Kerkho werd zowel bij de Junioren C, B als A Nederlands kampioene marathon. Dat moet er op het hoogste niveau ook een keer uitkomen. ,,Niet per se dit jaar, maar als ik zie hoe goed en gemakkelijk Irene Schouten of Marijke Groenewoud rijden op zowel langebaan, marathon als mass-start, zo goed en makkelijk. Dan is dat wel iets dat ik ook ambieer, om op zo’n niveau te komen.’’
’Gezien worden en aanvallen’
Liever strijdend ten onder gaan dan finishen zonder ervoor te hebben geknokt. Dat is de boodschap die sponsoren Mark Okkes (directeur van OCRE) en Freddy Haak (directeur van Haak Production & Engineering Solutions) hebben overgebracht op de rijders en begeleiders van Team OCRE-Haak. Net als vorig jaar hebben zij hun steun toegezegd aan de marathonploeg die onder sportieve leiding staat van Gerben de Ruiter-Bekkering en Mark Polinder.
,,Gezien worden en aanvallen. Dat zijn voor mij de belangrijkste speerpun ten’’, vertelt Freddy Haak. ,,Ik houd van aanvallende rijders en vind het mooi als ze zich tijdens een marathon laten zien.’’ Voor komend seizoen hoopt Haak op minimaal één podiumplek. ,,We hebben een nieuwe samenstel ling en daar verwacht ik wel wat van. Stiekem droom ik van een overwin ning, maar dat is absoluut geen moe ten van mij.’’ Haak, inmiddels al zes jaar sponsor van het team, blijft het damesteam voorlopig trouw. ,,Ik vind het mara thonschaatsen een leuke sport om naar te kijken en het past bij de klan ten waar ik mee te maken heb. Uit eindelijk moet je iets doen wat je zelf leuk vindt.’’
Zoeken naar nieuwe prikkels
Het zal ongetwijfeld even wennen zijn voor Jade van der Molen als ze de zater dagavonden in de kleuren van Team OCRE-Haak aan de start verschijnt van de marathons. Na maar liefst zes jaar te zijn uitgekomen voor Team Palet maakt ze op de Jaap Edenbaan haar debuut voor haar nieuwe ploeg. ,,Ik heb heel veel zin om te beginnen.’‘
Nieuwe teamgenoten, nieuwe ploeglei ders en nieuwe prikkels. Zo’n beetje alles is nieuw voor Van der Molen sinds ze afgelo pen zomer de overstap maakte naar Team OCRE-Haak. De 28-jarige Alkmaarse was na ’al die jaren hetzelfde te hebben gedaan’ toe aan een nieuwe omgeving. ,,Ik heb zes jaar met veel plezier bij mijn vorige ploeg gereden, maar ik kwam erachter dat ik vooral op zoek was naar nieuwe prikkels en wat meer vrijheid’’, legt Van der Molen haar switch uit.
,,Bij mijn vorige ploeg trainden we veel samen en soms moest ik me vanuit m’n werk in allerlei bochten wringen om de centrale training te kunnen bijwonen. Dat vond ik wel moeilijk. Nu heb ik veel meer vrijheid en doet iedereen zijn eigen ding. Ik heb een trainer van buitenaf die de schema’s voor me schrijft en zoek zelf m’n
groepjes uit waarvan ik denk: dat is leuk om mee samen te trainen.’’ De stap van Jade van der Molen was best opvallend, want bij Palet was de NoordHollandse altijd een vaste waarde. Ze reed daar door de jaren heen aan de zijde van toppers als Elma de Vries, Ineke Dedden, Melissa Wijfje en Imke Vormeer. In het pak van Palet boekte ze in het najaar van 2015 in Heerenveen ook haar eerste en tot nu toe enige overwinning op het hoogste niveau. Daarnaast pakte ze nog een hand jevol podiumplekken op zowel kunstijs als natuurijs, maar ook vorig seizoen was Van der Molen vrijwel altijd in de top tien te vinden.
Plezier verliezen
Voor Van der Molen stond het niettemin halverwege vorig seizoen al vast dat ze ergens anders haar geluk wilde beproeven. Behalve het gevoel dat ze toe was aan iets nieuws begon ze naar eigen zeggen ook steeds meer het plezier in de sport te ver liezen. ,,Daar heeft corona ook zeker een rol in gespeeld’’, aldus Van der Molen, die in januari een berichtje kreeg van ploegleider Gerben de Ruiter-Bekkering. ,,Hij vroeg of ik een keer wilde praten.’’ Hoewel ze met meerdere teams in gesprek ging, viel de keuze uiteindelijk op Team
OCRE-Haak. ,,Het gesprek met Gerben en Daniëlle Bekkering voelde meteen heel goed. Daniëlle heeft veel ervaring en bracht dat goed over. Ik heb er even over nagedacht, maar hier kreeg ik het beste gevoel bij.’’ De eerste maanden in haar nieuwe team zijn Van der Molen goed bevallen. ,,Natuurlijk is het heel anders dan ik gewend was, maar ik voel me op m’n gemak. Ik heb heel veel zin om te begin nen.’’
Van der Molen gaat de komende maan den samen met Sandra Dekker (eveneens nieuw bij het team), Jessica Merkens en Janet Beers op jacht naar mooie klasserin gen in de topdivisie. De Noord-Hollandse verwacht dat ze alle vier in staat zijn om mooie dingen te laten zien. ,,Onze visie, en ook die van de sponsor, is: aanvallend rij den. Dat is iets wat we in de wedstrijden zeker zullen laten zien’’, belooft ze.
Op de vraag wat haar persoonlijke ambities zijn, is ze duidelijk. ,,Het is al een tijd gele den dat ik een marathon heb gewonnen, dus mijn grootste doel is om er komend seizoen weer eens eentje te winnen. Ver der ligt natuurijs mij heel goed en kijk ik ontzettend uit naar de wedstrijden op de Weissensee. Eindelijk weer met publiek erbij’’, besluit ze met een lach.
Lianne van Loon gedijt goed in multidisciplinair team
Vol vertrouwen naar WK
,,Het begint nu langzaam een beetje in te dalen’’, zegt Lianne van Loon als ze met een glimlach terugdenkt aan de mooiste prestatie uit haar carrière. De 22-jarige Goudse greep in september tot ieders verbazing de Europese marathontitel in het Italiaanse L’Aquila na een machtige eindsprint. Komende maand neemt ze deel aan het WK Inlineskaten in Buenos Aires. ,,Ik hoop de goede lijn door te
Voor Lianne van Loon wordt het haar tweede deelname aan een mondiaal toernooi. Vorig jaar maakte ze haar debuut in ’skeelerwalhalla’ Colombia, waar ze veel aandacht kreeg van kinderen. ,,Ze wilden allemaal handtekeningen en foto’s. Als je skeelert en blond bent, vinden ze je helemaal geweldig’’, grinnikt ze. ,,Ik denk dat Argentinië net zo mooi gaat zijn, maar dan op een andere manier. Het to e aan inlineskaten is dat je op plekken komt waar je normaal gesproken niet zo snel heen gaat.’’
Van Loon reist als Europees kampioene met veel zelfvertrouwen naar Buenos Aires, waar ze op meerdere afstanden in actie komt. Of ze net als in het Italiaanse l’Aquila voor een stunt kan zorgen, vindt ze lastig in te schatten. ,,Ik hoop de goede lijn van het EK door te trekken en dan zien we wel welk resultaat daarbij hoort. Vorig jaar eindigde ik als negende op de marathon; het zou mooi zijn als ik dit jaar een keer top
Hoe het toernooi ook zal a open; voor Van Loon kan het inlineseizoen allang niet meer stuk. Het winnen van de Europese marathontitel was voor haar een droom die uitkwam.
,,Een eerste keer is altijd bijzonder. Mensen zeggen ook tegen mij: ’Je wordt maar één keer Europees kampioen,
dus geniet er maar extra van’. Ja, als je hem dan ook nog eens op zo’n gave manier wint, is dat natuurlijk supermooi.’’ Dankzij haar wapen, een sterk eindschot, gaf Van Loon al haar Europese tegenstanders het nakijken. ,,Ik was nog onwijs fris in de nale. In de laatste meters sprintte ik de Franse dames voorbij en vanaf dat moment was het nog maar een klein stukje. Ik dacht bij mezelf: dit kan toch niet? Ik durfde ook niet te vroeg te juichen, maar toen ik onze coach Valentina Berga, m’n moeder en teamgenoot Fleur Veen zag staan, wist ik het zeker. Ja, dat moment was echt bizar.’’
Visie
Van Loon is één van de vijf inlineskaters die Nederland vertegenwoordigt op het WK, dat tussen 28 oktober en 8 november wordt afgewerkt. Samen met Fleur Veen en Ruurd Dijkstra, beiden eveneens uitkomend voor Team A6, en Jelmar Hempenius en Lataesha Narain vormt zij TeamNL. ,,Volgens mij doen we wel wat goed bij A6’’, merkt de Goudse op. ,,Wij trainen altijd samen met de mannen en daar worden wij sterker van. Daarnaast hebben we het erg gezellig met elkaar.’’
Manon Kamminga, ploegleider van Team A6.nl, is ’supertrots en blij’ dat vijf van haar rijders (inclusief Fran Vanhoutte en Laura Lorenzato) zich in de diverse WK-selecties hebben gereden. Volgens de meervoudig Europees kampioene hebben Van Loon, Veen en Dijkstra hun uitverkiezing zelf afgedwongen. ,,Fleur en Lianne hebben op het EK een medaille gepakt en als je kijkt naar de stappen die ze hebben gemaakt, is het niet meer dan logisch dat ze mee mogen. Ook Ruurd is al jaren een vaste waarde en heeft met uitschieters laten zien dat hij zich kan meten met de wereldtop.’’ Op de vraag wat de kracht van het team is, hoeft Kamminga niet lang na te den-
ken. ,,De visie die we als ploeg hebben, is om het inlineskaten en marathonschaatsen naast elkaar te doen om zo een beter totaalplaatje te worden. De één richt zich wat meer op het inlineskaten en de ander op de natuurijswedstrijden. Zo bouwt iedereen aan zijn eigen doel, waarin de één op het ene moment sterker is dan de ander. Dat weten ze ook van elkaar en dat wordt geaccepteerd’’, aldus Kamminga. Een andere reden waarom het Team A6 momenteel voor de wind gaat, is het teamgevoel. ,,Over het algemeen hebben we een heel jonge ploeg en je merkt dat iedereen graag wil leren van elkaar. Zowel in de zomer als in de winter proberen we een team te creëren dat veel wedstrijden met elkaar samen rijdt. Ik zie daar zeker een meerwaarde in.’’
Winter
Na het WK in Argentinië zit het inlineseizoen er echt op en kunnen de wieltjes worden omgewisseld voor de ijzers. Van Loon, die vorig seizoen voor het eerst marathons schaatste op het ijs, is ervan overtuigd dat het rijden van marathons op kunstijs haar de Europese titel heeft bezorgd. ,,Ik kom vanuit de sprint, doe nog helemaal niet zo lang de lange afstanden’’, vertelt ze. ,,Voor mij stond de winter in het teken van leren. Dat kwam van pas bij het inlineskaten.’’
Volgens Kamminga bleek Van Loon het marathonschaatsen al snel te beheersen. ,,Ze heeft het in haar eerste jaar supergoed gedaan. In het begin van het seizoen was het de insteek om heel veel te leren, maar op een gegeven moment dacht ze: ho eens even, ik kan podium rijden.’’ Of Van Loon de ambitie heeft om net zo’n goede marathonschaatsster te worden als inlineskatester? ,,Je weet nooit wat de toekomst brengt, maar het inlineskaten heeft mijn prioriteit.’’
Ploegen Topdivisie dames
DGS
Gewest Fryslan
Victron
Haak
Leontienhuis
De Vries
Wokke Vastgoed
De twist van Verduin en
door Eric Korver
Z elfs de echte liefhebbers moeten even ink graven in het geheugen, maar uiteindelijk is de herinnering aan de dertigste december van 1996 wel blijven
december nog helemaal geen sprake. Het dooide zelfs, en het NK had zomaar de laatste race kunnen zijn in een korte natuurijswinter. ,,Het was op dat moment de meest aansprekende wedstrijd, de race die iedereen wilde winnen. Over de Elfstedentocht
het natuurijs van Ankeveen.
Bert Verduin, met de bijna 26 jaar oude krans van het NK. ,,Dat is de mooiste overwinning in mijn loopbaan
Marathonschaatsen is al tientallen jaren een sport die boeit. Op kunstijs, maar zeker op natuurijs. Vooral dáár geldt het recht van de sterkste, en slechts een enkele keer dat van de gelukkigste. De schaatsers van de lange adem zijn avonturiers, doorzetters, de cowboys van het ijs. En ze maakten door de jaren heen ink wat mee. In deze serie verhalen haalt SkateNL voor de liefhebbers de mooiste en meest memorabele momenten terug. Deze keer het NK van 1996 op geweest.’’ (Foto SkateNL)
hangen. Het was de dag waarop Bert Verduin het mooiste moment van zijn loopbaan beleefde, en Ruud Borst misschien wel het meest vervelende moment. De kleine tuinder uit Heemskerk klopte na een spectaculaire ontsnapping van tachtig kilometer zijn boomlange medevluchter in de nale van het Nederlands kampioenschap op natuurijs.
werd wel gesproken, maar ja, dat gebeurde wel vaker. Dan ga je er niet meteen vanuit dat die wordt gehouden.’’
Bert Verduin was in orde, zoals dat in schaatstermen zo mooi heet. Dik in orde zelfs. Hij had in de dagen voor het NK nog uitgebreid kunnen trainen op natuurijs in de kop van Noord-Holland. Niet iedereen had daar weet van, merkte hij later. ,,Peter Baars wist niet wat hij hoorde. Hij woont in de Haarlemmermeer en daar lag het water allemaal nog open’’, vertelt de inmiddels 57-jarige Heemskerker.
Met een gezicht waarvan de pijn, de uitputting en ook de blijdschap zijn af te lezen komt Crispijn Ariëns in 2017 over de finish. ,,Dit was een heel heftige wedstrijd.’’ (Foto’s Neeke Wassenbergh-Smit)
het natuurijs in Ankeveen kwam in in zou gaan als de – voorlopig
Het Nederlands kampioenschap op een winter die later de geschiedenis – laatste Elfstedenwinter. Maar daarvan
was op die dertigste
Het was een tijd waarin een NK op natuurijs nog geen zeldzaamheid was. Verduin reed er als B-rijder al drie, in 1985, 1986 en 1987. ,,Daarna waren ze nog in 1991, 1993 en 1994. Eigenlijk hadden we regelmatig een
ons was een NK nog niet echt bijzonder. In 1995 werd er ook gereden, precies een jaar voor de editie in Ankeveen. Yep Kramer won toen. Ik zat ook in de kopgroep, maar was niet snel genoeg. Echt op de dag af een jaar later kreeg ik een herkansing.’’
opviel door de felgele pakken. ,,Richard van Kempen was zelf net gestopt en was onze ploegleider. Hans Pieterse reed voor Dasia, en Rudi Groenendal. Rob van Meggelen eigenlijk ook, maar je mocht maar drie man in een ploeg hebben en daarom reed hij voor een satellietploeg. Zo reed Piet Kleine voor Klerk’s, maar tic, een dochteronderneming, Er werd aan alle kanten gesjoemeld om toch maar vier man op het ijs te krijgen.’’
kwam uit voor Hytileen Plas-
Op de wedstrijddag dooide het licht, met een temperatuur net boven nul. ,,De veteranen reden in de ochtend’’, weet Verduin nog. ,,Die kwamen binnen en zeiden meteen dat het mijn ijs was. En op zwaar ijs was ik als licht ventje ook wel in het voordeel.’’ Tijdens het inlopen voelde Verduin al dat hij fantastische benen had. ,,Ik dacht meteen dat ik wilde vluchten. En als ik teruggepakt zou worden, zou ik meteen weer wegrijden. Van Kempen zei ook dat ik meteen moest aanvallen. ‘Ze kijken toch al naar je. Als je wat wilt, zou ik vroeg gaan’’, redeneerde hij. Dat deed ik.’’
Al na twintig van de honderd kilometers zette Bert Verduin aan. Het was de opmaat naar een heroïsch gevecht op de Ankeveense Plassen. Hij kreeg Jan-Eise Kromkamp mee, en Ruud Borst. ,,Kromkamp stopte er al snel mee’’, weet Verduin nog goed. ,,Hij vond het te vroeg, nam wat te eten en liet zich afzakken naar het peloton. Ruud Borst wilde ook niet verder, vond het ook te vroeg. Ik zei hem dat we een minuut voorsprong hadden en dat ik zou doorrijden. ’Dan moet ik toch bij je blijven’, zei hij. En daarna heeft hij de hele wedstrijd achter me gereden.’’
Geen kopwerk
Borst deed de rest van de race geen kopwerk meer, en dat leverde hem uiteindelijk veel hoon op van de fans, die de houding van die boomlange Borst uit de machtige Klerk’s-ploeg niet waardeerden. Langs de kant van het parkoers werd Borst uitgejoeld.
Verduin kreeg er weinig van mee. ,,Ik heb alleen horen roepen ‘Neem eens over lange lummel’, maar voor de rest is het langs me heen gegaan. Ik hoorde alleen de aanmoedigingen en was verder vooral geconcentreerd op het ijs aan het letten.’’
Verduin reed onverstoorbaar verder en zag het gat met de achtervolgers groeien en groeien. ,,Van een minuut ging het naar anderhalf, naar twee. Dat is aardig ver, en op dat parkoers was je snel uit het zicht. Allemaal draaien en keren, tussen het riet, bochtjes. De concurrentie wist niet waar ik
zat, en in het peloton deed Hans Pieterse fantastisch werk door de boel af te stoppen. Aan hem heb ik echt veel gehad. Hij was zo sterk dat jaar, won het klassement op natuurijs en werd in dat NK zelfs nog vierde ook.’’
Zuur
Maar de taaie Heemskerker had zo zijn eigen methodes om Borst het leven zuur te maken. Hij maakte handig gebruik van de omstandigheden. ,,Kwam de wind van rechts, dan ging ik helemaal links rijden, zodat hij niet uit de wind kon rijden.’’ Met een lach: ,,Dat was sowieso al moeilijk voor hem met z’n twee meter drie, maar nu zat hij ook nog elke slag met één been in de sneeuwrand te prikken. ‘Ga eens naar rechts’, riep hij. Waarop ik zei dat hij lekker moest uitzoeken. Iedereen zei dat hij achter me zat, maar hij zat echt niet lekker hoor. Borst zei later ook dat hij kramp kreeg van dat gedoe.’’
Ruud Borst had zelf na de race ook wel een verklaring voor zijn tactiek. ,,Omdat ik zo lang ben, heb ik er geen voordeel van als ik achter Verduin rijd. Ik vang toch nog alle wind. Maar omgekeerd kan hij wel herstellen als ik hem uit de wind houd. Toen ik dat doorhad, heb ik geen kopwerk meer gedaan.’’
Maar Richard van Kempen, de ploegleider van Verduin, had een heel andere lezing.
Hij zocht de oorzaak in een con ict dat hij enkele jaren eerder had met Frans Overdevest, de toenmalige ploegleider van Klerk’s,
het team van Borst. ,,Van hem mocht Borst niet op kop komen omdat hij niet het risico wil lopen dat een van ons gaat winnen. Iets anders kan ik er niet van maken.’’
Sterk
Verduin vond het zelf allemaal wel prima zo. ,,Een maat van me vertelde later dat hij voor de televisie zat te kijken en de hele wedstrijd het idee had dat ik ging winnen. Dat gevoel had ik zelf ook. Ik voelde me zó sterk, en wist dat wat er ook gebeurde die dag, ik zou de titel pakken.’’
In de nale probeerde Verduin eerst nog weg te glippen tussen een groep achterblijvers door. Dat mislukte. ,,Borst zat meteen weer achter me. Maar even later zat ik toch in zijn rug. ’Trek jij de sprint maar aan, dan kom ik achter je vandaan’, dacht ik. Via een binnenbaan met sneeuw schoot ik binnendoor, en wat er daarna gebeurde wist ik niet eens. Ik zat op kop, zag hem niet meer. Hij stond rechtop met kramp, begreep ik later. Maar eerlijk gezegd weet ik niet of hij het kon maken de sprint te winnen. Een verslaggever zei later dat Borst ook gedacht kon hebben dat hij zou worden gelyncht als hij hier won. Ruud heeft het me nooit verteld. Zei alleen dat ik de sterkste was. Het zal wel.’’
Vijf dagen later werd de Elfstedentocht gereden. Bert Verduin werd derde, maar had er misschien meer ingezeten met wat minder inspanning in dat NK? Hij denkt zelf van niet. ,,De omstandigheden waren niet in mijn voordeel. Van Harlingen tot Dokkum
was het harde wind tegen, en dat is het stuk waar je de wedstrijd maakt. Ik kon alleen niet wegrijden. Als ik de benen van Ankeveen had gehad, had ik het vaker kunnen proberen, en harder. Maar er zat gewoon niet meer in die dag. Henk Angenent was de beste.’’
Die Elfstedentocht overschaduwde al snel de herinnering aan het gouden NK. ,,Daar begon zelden meer iemand over, wel over de Elfstedentocht. Als nummer drie was ik in het begin snel vergeten, maar naarmate de tocht langer geleden is, vinden steeds meer mensen ook dat heel interessant.’’
Sponsor
Niet direct het NK, maar wel de Elfstedentocht bracht meer sponsors in het marathonschaatsen. Daar pro teerde Verduin ook van. ,,Energiebedrijven werden net geprivatiseerd, en Energie Noord West wilde als Noord-Hollands bedrijf een NoordHollandse ploeg. Nou, wij waren op dat moment de beste. Het team werd overgenomen, we kregen allemaal ineens een jaarsalaris. Sommigen stopten ook met werken, maar dat kon ik met onze eigen tuinderij niet. Ik tekende wel een contract voor twee jaar. Rijk ben ik er niet van geworden, maar ik heb er wel een leuk spaarcentje aan overgehouden.’’
En de krans van de Nederlands kampioen?
Kalender Langebaan
World Cup
Langebaan Stavanger (NOR)
Cup 2d / Kraantje Lek Haarlem Holland Cup 2h / Eindhoven Trofee Eindhoven
november ISU World Cup 1 Langebaan Stavanger (NOR) Holland Cup 2d / Kraantje Lek Haarlem Holland Cup 2h / Eindhoven Trofee Eindhoven
november ISU World Cup 2 Langebaan Heerenveen
november ISU World Cup 2 Langebaan Heerenveen Sprint League 1 Pure sprint NNB
november ISU World Cup 2 Langebaan Heerenveen
Kalender Marathon
OKTOBER
oktober Marathon Cup 1 Amsterdam
oktober Marathon Cup 2 Enschede
NOVEMBER
november Marathon Cup 3 Heerenveen
november Marathon Cup 4 Den Haag
november Marathon Cup 5 Haarlem
Kalender Shorttrack
OKTOBER
oktober ISU World Cup 1 Montreal (CAN)
oktober ISU World Cup 1 Montreal (CAN) Autumn Tournament Groningen
oktober ISU World Cup 1 Montreal (CAN)
NOVEMBER
november ISU World Cup 2 Salt Lake City Starclass 1 Rostock (DUI)
november ISU World Cup 2 Salt Lake City Starclass 1 Rostock (DUI)
november ISU World Cup 2 Salt Lake City Starclass 1 Rostock (DUI)
november Alta Valtellina Trophy Bormio (ITA)
november Alta Valtellina Trophy Bormio (ITA)
november Alta Valtellina Trophy Bormio (ITA)
november KNSB Cup 2 NNB Special Olympics Event Utrecht