Luchtvaartdienstverlening (LVD) Niveau B1
06 mei Update over de nieuwe B1 studiemethode Duits voor LVD Beste collega Duits bij de opleiding Luchtvaartdienstverlening Hopelijk gaat het nog steeds goed met je? Met mij gaat het verder prima en met de diverse werkzaamheden omtrent het B1-boek gaat het de goede kant op. We zijn op dit moment volop bezig met de laatste twee hoofdstukken en met de kaft (zie onderstaande afbeelding). Ook qua planning zitten we nog steeds op schema!
In mijn vorige Nieuwsbrief heb ik aangegeven, dat ik aan de hand van enkele voorbeelden wat gedetailleerder op de vaardigheden en de oefeningen van het B1-boek wil ingaan. Luistervaardigheid Een van de drie te examineren vaardigheden is 'luisteren'. In het B1-boek zijn dan ook veel meer luisteroefeningen opgenomen dan in het
A2-boek. Deze luisteroefeningen hebben de volgende opbouw: eerst hoort de student de luistertekst in z’n geheel met een maximale tijdsduur van 2,5 - 3 minuten. Vervolgens krijgt de hij/zij de 'Abschnitte' twee keer te horen, waarbij er na de eerste én na de tweede keer een pauze is (aangegeven door een signaal) gedurende welke de student de betreffende vraag kan beantwoorden. Ik denk, dat dit in het begin nog wel eens problemen zal opleveren, maar dan kun je als docent ter geruststelling aangeven, dat de opname bij de eerste oefeningen af en toe stopgezet mag worden. Er zijn twee soorten vraagstellingen en drie soorten oefeningen bij 'luisteren': 1. Per 'Abschnitt' twee vragen in het Duits: a. bij de eerste vraag - aanstrepen: richtig/ falsch b. bij de tweede vraag - één oplossing kiezen uit twee (soms drie) mogelijkheden; (Zie oefening 1.10 op de volgende pagina) 2. per 'Abschnitt' één vraag in het Nederlands, die in het Nederlands moet worden beantwoord; (Zie oefening 3.02 op de volgende pagina) 3. twee studenten luisteren naar een tekst, waarbij zij aantekeningen in het Duits maken. Dan schrijven zij vragen in het Duits op, die zij vervolgens aan elkaar gaan stellen. (Zie oef. 3.14) Gesprekken voeren In het A2-boek zijn de standaardgesprekken opgenomen, waarbij ik, net als in mijn andere A2-boeken, de tekst van de Duitstalige passagier alvast heb opgeschreven. De student moet vervolgens de volledig uitgeschreven
https://www.talenthero.de
3.02
S e r v i ce A g e n t a m C h e c k - i n
Dieses Hörbeispiel wird zuerst ohne Unterbrechung abgespielt. Danach hören Sie jeden Abschnitt zweimal (mit Pausen). Beantworten Sie die niederländischen Fragen auf Niederländisch.
1. Op welke twee afdelingen werkt deze service agent? 2. Waarvoor is de service agent bij de check-in verantwoordelijk? 3. Waarover hebben de passagiers vaak vragen? 4. Hoeveel service agents worden bij de gate
1.10
ingezet?
S e r v i c e k a u f l e u t e i m L u f t v e r ke h r
5. Waar moet de service agent goed op letten?
Dieses Hörbeispiel finden Sie auf der Webseite. Es wird in 5 Abschnitte abgespielt. Sie hören jeden Abschnitt zweimal hintereinander. Ein Signalton gibt an, dass der Abschnitt wiederholt wird, oder dass ein neuer Abschnitt anfängt. Zu jedem Abschnitt lösen Sie zwei Aufgaben. Umkreisen Sie bitte Ihre Antwort: richtig - falsch oder a, b, c (Siehe Beispiel).
6. Wat levert de service agent persoonlijk in het vliegtuig af? 7. Over welke 4 persoonlijke eigenschappen moet een service agent beschikken?
Beispiel 1. Im Hörbeispiel macht die Lena eine Reise.
richtig
falsch
8. Noem de 3 voordelen, die deze service agent heeft, omdat zij bij deze airline werkt.
2. Lena hat sich entschieden für einen Beruf ...
a im Service b im Luftverkehr c in der Kommunikation
Text 1 1. Eine Lehrerin erzählt, was die Studenten
richtig
falsch
lernen. 2. Die Ausbilungsinhalte, die genannt werden, sind ...
a die Fächer b die Tätigkeiten c die Sicherheitsvorschriften
3 .14
D e r S e r v i ce f ü r u n b e g le i t e t e M i n d e r j ä h r i g e ( U M ' s )
Hören Sie mit einem Partner einige Male den Text, wobei Sie sich beide - unabhängig von einander auf Kladde Notizen machen. Dann stellen Sie (wieder einzeln auf Kladde) eine Liste mit 7/8 Fragen auf, die Sie einander stellen. Dabei Sie und Ihr Partner abwechselnd die Rolle von Fluggast und Mitarbeiter (Siehe Beispiele). Zum Schluss schreiben Sie diese Fragen mit den Antworten auf.
1. Person A (Fluggast): Was ist ein unbegleitetes Kind? Person B (Mitarbeiter): Das ist ein Kind, das ohne seine Eltern fliegt. 2. Person B (als Fluggast): Für welche Altersgruppe gilt dieser Service? Person A (als Mitarbeiter): Für Kinder zwischen fünf und elf Jahren. 3. A
Text 2 3. Martina Ziegler ist Lehrerin an dieser
B richtig
falsch
Ausbildung in Nürnberg. 4. Sie nennt als wichtige Voraussetzung für diese Ausbildung: ...
a gut Englisch sprechen können b gut Englisch schreiben können c gut Englisch sprechen únd schreiben können
voorbeeld: Luistervaardigheid in hoofdstuk 1 en 3 Nederlandse tekst van de beroepsbeoefenaar in het Duits vertalen. Dit doet hij/zij met behulp van vooraf zelf ingevulde en ingestudeerde woordenlijstjes en/of met Duitse woordjes die door elkaar en in een kader bij het gesprek staan. Vervolgens kunnen de gesprekjes dan geoefend worden. Bij het B1-boek worden de gesprekken sowieso inhoudelijk moeilijker. Het gesprek begint met een standaardsituatie, maar dan treedt er een probleem op dat opgelost moet worden. Verder zijn de oefeningen an sich ook moeilijker en is er meer diversiteit. De oefeningen zijn als volgt opgezet: 1. Op de linker pagina staan woordjes en/ of 'Redemittel'; op de rechter pagina staat het gesprek, waarbij de vragen van de passagier (nog) in het Duits staan en de tekst van de medewerker (in telegramstijl) vertaald moet worden. Daarna kunnen de studenten de gesprekjes met behulp van trefwoorden oefenen. (Zie oefeningen 2.01 / 2.02 op de volgende pagina) 2. Op de linker pagina staan woordjes en/of 'Redemittel' en op de rechter pagina moeten twee studenten zelf een gesprek in het Duits samenstellen, dat zij (na correctie door de docent) oefenen, eventueel vóór de klas kunnen presenteren. (Zie oefeningen 3.03 en 3.04). 3. Op de linker pagina staan woordjes en/of 'Redemittel' en op de rechter pagina staat het
gesprek in telegramstijl, waarbij zowel de tekst (in telegramstijl) van de passagier als van de medewerker vertaald moet worden. Daarna wordt het gesprekje weer geoefend. (4.07 en 4.08) 4. De studenten moeten eerst een gesprek over een probleem in het Duits lezen, waarvan de zinnen door elkaar zijn gehusseld. Deze zinnen gaan zij samen in de goede volgorde plaatsen.
'De gesprekken worden inhoudelijk moeilijker. Het gesprek begint met een standaardsituatie, maar dan treedt er een probleem op dat opgelost moet worden. In de tweede oefening moeten deze zinnen in het Nederlands vertaald worden en in de derde oefening maken zij een lijstje met trefwoorden, waarmee zij dit gesprekje gaan oefenen. In de volgende nieuwsbrief wil ik de vaardigheid 'spreken' aan de orde laten komen en wat er verder nog meer voor (leuke!) zaken in het B1boek staan. Bis dann sage ich: Macht’s gut und haltet die Ohren steif! Beste Grüße Peter Schols
2 . 01
I n d e r A b f l u g h a l l e d e n We g z e i g e n
Situation: Als Servicemitarbeiter(-in) im Check-in-Bereich zeigen Sie den Fluggästen den Weg. Aufgabe: Schauen Sie sich die Piktogramme an und studieren Sie das Idiom und die Redemittel. Schreiben Sie auf der nächsten Seite anhand der Stichwörter die Antworten auf. Dann üben Sie mit einem Partner diese "kurzen Gespräche", wobei Sie die Rollen wechseln.
Frage des Passagiers / Ihr niederländischer Text
Ihre deutsche Antwort
1. Wie komme ich zum Check-in Schalter 10A?
Sie gehen hier ...
Hier rechtdoor - aan rechterkant balies 1A-10A
die Legende
1
7
13
19
2
8
14
20
3
9
15
21
4
10
16
22
5
11
17
23
6
12
18
24
1.
die Abflughalle
2.
die Passkontrolle
3.
die Zollkontrolle
4.
der Ticketverkauf
2. Wo befindet sich die Erste Hilfe? Makkelijk te vinden - hier vooraan op hoek naar 12. das Waschbecken
rechts - na 25 m bord met pictogram ...
5.
der Gepäckwagen
13. das Restaurant
6.
die Erste Hilfe
14. die Dusche
7. 8.
der Babywickelraum rollstuhlgerecht
15. der Geldwechsel 16. der Treffpunkt
21. der Wegweiser
9.
das Rauchverbot
17. der Aufzug
22. die Kaffeebar
jetzt zum Terminal 1? Daar ginds met roltrap naar boven - aan einde
(Leg uit welk pictogram dat is). 20. der Fluchtweg
10. die Toiletten
18. der Frisör
23. gratis WLAN
11. die Rolltreppen
19. der Ticketschalter
24. das Hotel
3. Ich bin im falschen Terminal. Wie komme ich
gang naar links - dan borden Terminal 1 volgen - wens goede vlucht.
1. 0 6
THEORIE
in der Flughalle den Weg Zeigen
4. Wie komme ich zum Gate D-53? Langs de incheckbalies - dan na pas- en veiligheidscontrole naar rechts - hier gates D1-D57 -
Den Weg zeigen: Richtungen und Ortsangaben: durch diesen Gang gehen (!), hier vorne, dort, da drüben, nach links, nach rechts, geradeaus, den ersten / zweiten / dritten Gang nehmen, an der Anzeigetafel vorbei (gehen), auf der linken / rechten Seite, am Ende des Ganges, an der Ecke, den Schildern mit dem Piktogramm ... folgen, in der Nähe des Eingangs, neben den Toiletten, hinter dem Aufzug, vor dem Wegweiser, gegenüber der Apotheke, am Treffpunkt, über den Platz, den Platz überqueren, im zweiten Stock, bis zur Sicherheitskontrolle, das sind ungefähr 10 Gehminuten
wens fijne dag! 5. Können Sie mir sagen, wo ich ein gutes und nicht allzu teueres Restaurant finde? Door deze gang - eerste gang rechts - langs meetingpoint - met lift naar (zum) 3e verdieping - dan borden met pictogram (zeg welk!) volgen
Redemittel - den Weg zeigen
Redemittel - den Weg zeigen
Hilfe anbieten: - Guten Morgen! Kann ich Ihnen vielleicht helfen? - (nachmittags): Guten Tag, was kann ich für Sie tun? - Entschuldigen Sie bitte! Was suchen Sie? - Entschuldigung! Möchten Sie, dass ich Ihnen helfe?
Weitere (kurze) Einführungssätze und Begrüßung - Das ist leicht / schwierig zu finden. - Sie gehen am besten ... . - Das liegt ganz nah, das ist ziemlich weit von hier. - Gern(e) / Gern geschehen! / Bitte sehr! - Ich wünsche Ihnen noch einen schönen Tag / einen guten Flug!
- na 50 m Restaurant Gusto - (passagier zegt: Vielen Dank!) - graag gedaan! 6. Ich habe meinen Flug nach London mit Fluggesellschaft Transavia verpasst. Was soll ich jetzt machen? Het beste: zich melden bij (an +3) balie van Transavia - hopelijk vandaag nog vlucht naar
Sie werden angesprochen und reagieren: - Bitte sehr, was kann ich für Sie tun? / Bitte sehr! - Bitte schön, Sie wünschen? / Bitte schön!
Londen - balie: tegenover incheck-balie wens veel succes (Erfolg)!
voorbeeld: Gesprekken voeren in hoofdstuk 2
3.03
THEORIE
Redemittel beim Einchecken (1)
Sie arbeiten als Bodensteward(-ess) am Check-in, wobei Sie folgende Redemittel verwenden könnten: - de standaardsituatie
- die Standardsituation
- de begroeting de volgende(n) s.v.p.! ‘s morgens tot 12.00 uur ‘s middags van 12.00 - ong. 18.00 uur ‘s avonds vanaf ong. 18.00 uur
- die Begrüßung - die Nächste / der Nächste / die Nächsten, bitte! - Guten Morgen! / Guten Tag! - Guten Tag! (nooit: Guten Mittag!) - Guten Abend! / Guten Tag!
- naar de reisdocumenten vragen Mag ik a.u.b. uw ticket en uw paspoort? Zou u mij a.u.b. uw reispapieren kunnen geven? Laat u mij s.v.p. de QR-code op uw gsm zien.
- um die Reisedokumente bitten - Darf ich bitte Ihr Ticket und Ihren Reisepass? - Könnten Sie mir bitte Ihre Reiseunterlagen geben? - Zeigen Sie mir bitte den QR-Code auf Ihrem Handy.
- vragen stellen over de inhoud van de bagage Heeft u de koffers zelf ingepakt? Bevinden zich scherpe voorwerpen in de koffer? Heeft iemand toegang tot uw bagage gehad?
- Fragen über den Inhalt des Gepäcks stellen - Haben Sie die Koffer selber (selbst) eingepackt? - Befinden sich scharfe Gegenstände im Koffer? - Hat jemand Zugriff auf Ihr Gepäck gehabt?
3.04
B = Bodensteward (-ess) und F = Fluggast
Gespräch 1: 1B 2F
- verzoeken om de bagage op de band te zetten - bitten, das Gepäck auf das Band zu stellen U kunt de koffer nu op de weegband plaatsen. - Sie können den Koffer jetzt auf die Waage stellen. Mag ik u vragen, uw tas op de band te zetten? - Darf ich Sie bitten, Ihre Tasche auf das Gepäckband zu stellen? - de zitplaats bespreken Ik zie, dat u al een plek aan het raam heeft gereserveerd? Wilt u een stoel aan het venster of aan het gangpad? Had u liever een stoel voorin? Had u ... in het midden? Had u ... achterin het vliegtuig?
- den Sitplatz besprechen - Ich sehe, dass Sie schon einen Fensterplatz (vor-)reserviert haben? - Möchten Sie einen Fenster- oder einen Gangplatz? - Hätten Sie lieber einen Sitzplatz vorne? Hätten Sie ... in der Mitte? Hätten Sie ... hinten im Flugzeug?
- reispapieren overhandigen, gatenummer en instaptijd meedelen Hier is uw pas, de instapkaart en het bagagestrookje. Alstublieft: uw instapkaart, de id en de bagagestrookjes. Hier staat het nummer van de gate: 24H. Wat de instaptijd betreft: let op de info-borden!
- Reiseunterlagen überreichen, Flugsteignummer und Einsteigezeit mitteilen - Hier ist Ihr Reisepass, die Bordkarte und der Gepäckbeleg. - Bitte sehr: Ihre Bordkarte, den Ausweis und die Gepäckbelege. - Hier steht die Flugsteignummer 24H. - Was die Einsteigezeit betrifft: achten Sie auf die Informationstafeln / die Anzeigetafeln! - Sie müssen spätestens 30 Minuten vor der Boardingzeit am Gate sein.
U moet uiterlijk 30 minuten voor de instaptijd bij de gate zijn. - de afsluiting van de incheckprocedure Graag gedaan! Ik wens u nog een mooie dag! Dan wens ik u alvast een heel fijne vlucht!
- der Abschluss der Eincheckprozedur - Gern(e) / Gern geschehen! - Ich wünsche Ihnen noch einen schönen Tag! - Dann wünsche ich Ihnen schon einen sehr angenehmen Flug!
voorbeeld: Gesprekken voeren in hoofdstuk 3
G e s p r ä c h e f ü h re n - S t a n d a rd s i t u a t i o n e n b e i m E i n c h e c k e n
Situationen: 1. Sie checken einen Geschäftsmann (Business Class) ein. 2. Sie checken eine Familie (Vater, Mutter, drei Kinder) ein. Aufgaben: Stellen Sie mit einem Partner die beiden Gespräche zusammen, wobei Sie selbst Sätze formulieren und von den Redemitteln auf der vorigen Seite Gebrauch machen. Jedes Gespräch sollte aus ungefähr 13/14 Sätzen (einschließlich Begrüßung und Verabschiedung) bestehen. Zum Schluss führen Sie diese Gespräche anhand von 15 Stichwörtern pro Gespräch.
Gespräch 2: 1B 2F
4.08
Gespr äche führen- Probleme am Gate: Abflugver zögerung
Situation: Sie arbeiten am Gate, wo Sie mit dem Problem einer Abflugverzögerung zu tun haben. Aufgabe: Ergänzen Sie und üben Sie das Gespräch zu zweit, wobei Sie die Rollen wechseln!
4.07
THEORIE
Redemittel am Gate (1)
Wachtlijst-passagiers worden 15 minuten vóór
Warteliste-Passagiere werden 15 Minuten vor
die Lösung - Bescheid sagen - die Dreiviertelstunde - die Viertelstunde - verpassen der Anschlussflug - Mailand - die Option (-en) - die Kollegin / der Kollege (7 x -n!) eventuell - umbuchen auf (+4) - die Kontrolle - der Direktflug - denn - anrufen bestimmt - die Hochzeit - sich kümmern um - die Abflugverzögerung - werden (vertaling voor “gaan”!) - gleich - im Büro - höchstens - dauern - die Umbuchung - Sehr geehrte / Meine Damen und Herren - wegen (+2) - länger - bitten (+4) um Entschuldigung heute Abend - die Stunde (-n) - Rom - es gibt - die Airline - sich entscheiden für
vertrek omgeroepen.
Abflug ausgerufen.
Uw handbagage is te groot. Ik verzoek u, het
Ihr Handgepäck ist zu groß. Ich bitte Sie, es
hier in te checken.
hier einzuchecken.
Het boarden zal vanavond op tijd beginnen.
Das Boarden wird heute Abend pünktlich anfangen.
M: Service-Mitarbeiter(-in) am Gate P : Passagier
Dit is de laatste oproep voor passagiers voor
Dies ist der letzte Aufruf für Passagiere für den
1M Dames en heren, vanwege technisch probleem
Eurowings vlucht EW 214 naar Brussel
Eurowingsflug EW 214 nach Brüssel.
U vliegt met een Boeing 787-9 Dreamliner.
Sie fliegen mit einer Boeing 787-9 Dreamliner.
De vlucht heeft een vertraging vanwege
Der Flug hat eine Verspätung wegen
- verlate aankomst van de crew.
- verspäteter Ankunft der Besatzung.
- verlate aankomst van de aankomende vlucht.
- verspäteter Ankunft des ankommenden Fluges
- het slechte weer.
- des schlechten Wetters.
Het spijt me, maar er zijn geen plaatsen aan
Es tut mir leid, aber es sind keine Gangplätze
het gangpad meer vrij.
mehr frei.
De vlucht heeft een standplaats op afstand.
Der Flug hat eine Vorfeldposition.
Een bus zal u naar het vliegtuig brengen.
Ein Bus wird Sie zum Flugzeug bringen.
Passagier Harold Müller wordt verzocht, zich
Fluggast Harold Müller wird gebeten, sich am
bij de balie van Britisch Airways te melden.
Schalter von Britisch Airways zu melden.
München en aansluitende vlucht naar Rome -
De gate van vlucht AY 1302 naar Helsinki is
Das Gate von Flug AY 1302 nach Helsink ist
2. morgen is er een directe vlucht naar Rome -
veranderd. Gaat u a.ub. naar gate D27.
geändert worden. Gehen Sie bitte zum Gate D27.
Wij zullen zo meteen met boarden beginnen.
Wir werden gleich mit Boarden anfangen.
Houdt u s.v.p. uw instapkaarten klaar.
Halten Sie bitte Ihre Bordkarten bereit.
Vanwege een technisch probleem zal de vlucht
Wegen eines technischen Problems wird der Flug
vertraging hebben. Onze technici proberen
Verspätung haben. Unsere Techniker versuchen,
het probleem zo snel mogelijk te verhelpen.
das Problem möglichst schnell zu beheben.
omboeking zorgen. - M zal P zo meteen iets
Er is geen toilet hier bij de gate. het eerst-
Es gibt keine Toilette hier am Flugsteig. Die
laten weten. - Duurt hooguit kwartiertje! ...
volgende toilet is aan het eind van de gang.
nächste Toilette ist am Ende des Ganges.
(even later) Alles geregeld - P moet nu naar
U bent bij de verkeerde gate. Uw gate is F69.
Sie sind am falschen Flugsteig. Ihr Flugsteig ist F69.
vertraging vertrek naar Milaan - vertraging: ong. drie kwartier ... (een uur later) 2M Dames en heren, controle zal zeker nog twee uur langer duren - biedt excuses aan 3P Mist nu in Milaan aansluitende vlucht naar Rome 4M Zal collega op kantoor bellen voor eventuele oplossing ... (een kwartier later) 5M 2 opties: - 1. nu omboeken op vlucht naar
airline betaalt overnachting in (+3) hotel hier bij vliegveld 6P Kiest voor optie 1 want vanavond bruiloft 7M Gaat collega weer bellen - die zal dan voor
gate H34 gaan 8P Bedankt M.
voorbeeld: Gesprekken voeren in hoofdstuk 4