8 minute read

Reis licht in tijden van Transitie

Jan Rotmans is de ‘progressor’ die de vertaalslag maakt van de theoretische transitiewetenschap naar concrete adviezen voor bedrijven, overheden en organisaties. Een verhaal over kans of crisis, het lot van de mens en noodzakelijke transities binnen het publieke domein.

“E en fundamentele omslag in denken, handelen en organiseren is nodig. Het moet radicaal anders en dat kan niet zonder transitie.” Jan Rotmans is hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, maar heeft ervoor gekozen om zijn verhaal rechtstreeks te vertellen, in plaats van alleen wetenschap te bedrijven. Rotmans: “Elke systeemcrisis is ook een morele crisis en legt onze normen en waarden bloot. Vaak komen hebzucht en egoïsme bloot te liggen en daarmee zit elke crisis per definitie ook in onszelf. Je moet je eigen angsten omarmen om verder te kunnen komen.”

Advertisement

“Er is geen kompas voor persoonlijke transitie. Als je echt fundamenteel wilt veranderen, moet je tot stilstand komen en aan zelfonderzoek doen. De coronacrisis heeft een grote impact op de samenleving; de afgelopen maanden zijn mondiaal de samenlevingen en economieën tot stilstand gekomen. Mensen zijn angstig geworden. Zonder de negatieve effecten te onderschatten, biedt de huidige crisis ook kansen voor verandering. Je ziet nu weer dat iedereen, regering en bedrijfsleven, erop gericht is om weer aan de slag te gaan. Het is altijd lastig om de effecten van een crisis te voorspellen, maar ik verwacht dat deze tot een herwaardering van de publieke sector zou kunnen leiden, waarbij ook de rol van de overheid verandert. Leiderschap heeft te maken met timing en de regering heeft vanaf het begin de regie genomen. Dat heeft in het begin goed gewerkt; we werden aan de hand genomen door de overheid en wetenschappers. Dat kan en mag alleen niet te lang duren, want dan krijgt het autocratische trekjes. Het feit dat de overheid deze rol pakt is overigens een unicum in de tijd waarin de media overwegend het gedrag van mensen zijn gaan bepalen. Ik verwacht dat er over een aantal weken meer ruimte komt voor reflectie, omdat we dan zelf weer keuzen moeten maken. We moeten langzaam uit die emotie stappen en van deze crisis leren, om te voorkomen dat we elke vijf jaar in zo’n crisis komen. We moeten door, maar hoe gaan we dat doen?”

LEIDERSCHAP EN TRANSITIE “Onze regering pompt veel geld in de samenleving om de banen van burgers en daarmee de economie overeind te houden. Dat is even een goede zaak, maar dat geld wordt vervolgens niet meer in de ontwikkeling naar een nieuwe, groene en duurzame economie gestopt. We mogen ook tijdens deze coronacrisis het klimaat niet vergeten, want dat blijft het echte zwaard van Damocles. Anders hebben we over tien jaar een niets-en-niemand ontziende klimaatcrisis. We moeten onze leefstijl aanpassen en onze systemen sneller verduurzamen op het gebied van energie, voedsel, industrie, mobiliteit en de gebouwde omgeving. Overigens zie je nu al dat mensen de grenzen opzoeken en de vraag is in hoeverre eigen verantwoordelijkheid echt tot een

“Ik voorspel dat als je over vijf jaar als opdrachtgever duurzaamheid niet centraal hebt gesteld, je als een loser wordt gezien”

andere inrichting van het publieke domein leidt.” Het boek over de impact van crises op samenlevingen gaat Jan Rotmans nu al schrijven. “Mijn idee was om daarvoor als aangrijpingspunt de aankomende economische crisis en de klimaatcrisis te nemen, maar deze neem ik uiteraard ook mee.”

FUNDAMENTELE BEÏNVLOEDING “We leven in het antropoceen; dat is het tijdperk waarin de mens de aarde fundamenteel beïnvloedt. De gevolgen zijn nu al ingrijpend, zowel voor de aarde als de mens. Kijk naar de effecten van de klimaatverandering, het verlies aan biodiversiteit en de plastic soep in de zeeën. Voordat de coronacrisis alles platlegde kwam er 12 miljoen ton plastic per dag in de oceaan. Dat plastic doodt één miljoen zeevogels per jaar. We gebruiken één miljoen plastic tasjes per minuut, waarbij 20 Aziatische landen 80% van de plastic vervuiling veroorzaken. Ruim een miljoen diersoorten wordt met uitsterven bedreigd. Als gevolg van de toenemende groei van de wereldbevolking is de landbouw sinds 1970 met 300% toegenomen en sinds 1992 zijn de stedelijke gebieden verdubbeld. De mens verandert het klimaat op aarde en dat gaat sneller dan we denken; weersextremen worden het nieuwe normaal, met droogte, overstromingen, hittegolven en orkanen. Volgens het VN-Klimaatplanet in 2018 hebben we nog tot 2030 om catastrofale klimaatverandering te voorkomen. In Nederland lopen we inmiddels vast omdat drie doelen op elkaar inwerken: het klimaatdoel, waarbij we CO 2 -uitstoot willen reduceren, het milieudoel met stringente stikstofnormen en het natuurdoel waarbij biodiversiteit het doel is. We moeten ons fundamenteel herbezinnen op de relatie tussen economie en milieu.”

OVER DE MENS “Kijken we terug dan zien we hoe we het goed functioneren van het systeem belangrijker hebben gemaakt dan het goed functioneren van de mens. We zitten gevangen in starre regels, structuren en

systemen,” aldus Rotmans. “Wij hebben die systemen bedacht en ontwikkeld en die waren bedoeld om ons te helpen. Dat hebben ze heel lang goed gedaan, maar er komt altijd een moment in de evolutie dat die systemen zich tegen ons gaan keren. Dat moment hebben we bereikt. Kijk naar de zorg, het onderwijs, onze economie. Ik ben benieuwd of we en masse weer het vliegtuig gaan nemen als het weer kan en of de filedruk weer naar het oude niveau toeneemt. In deze crisis zie je hoe onze verouderde systemen piepend en krakend tot stilstand komen. Aan de horizon gloren nieuwe waarden en die zouden weleens het fundament kunnen vormen van een nieuwe, betere manier van samenleven. Na elke systeemcrisis verandert een klein deel van de mensen zijn gedrag; hooguit 5-10%, totdat we het kantelpunt bereiken van 25% van de bevolking. Uit empirisch onderzoek blijkt dat daarna de resterende 75% relatief snel verandert. Dat kantelpunt naderen we en ik verwacht dat we dat punt bij de eerstvolgende systeemcrisis, zoals de klimaatcrisis, bereiken. We hebben het vermogen om systemen te veranderen, maar dat begint met een nieuw waardenstelsel. We moeten elkaar weer gaan vertrouwen, de mens centraal stellen en veel meer gaan samenwerken. De worsteling die je nu op wereldschaal om je heen ziet, zit ook in ons als individu. Er is geen blauwdruk, geen kompas. Die chaos en onzekerheid moeten we niet vrezen, maar juist omarmen. Zonder chaos geen doorbraak in een transitie. Angst, voor de eigen gezondheid en die van je naasten, is tijdens deze crisis de dominante factor voor een verhoogd bewustzijn geweest; het heeft tot schone lucht, minder CO 2 -uitstoot en een verandering van perspectief geleid.”

DELTAPLAN 2.0 “Wanneer we in 2040 een duurzaam en circulair Nederland willen hebben, moet er nogal wat gebeuren. We hebben zeven miljoen huizen op aardgas. Willen we in 2040 gasloos zijn, dan betekent dat 350.000 woningen per jaar of 1.500 per dag die we moeten aanpassen. Met de voorraad die we nog willen bouwen betekent dat 2.000 woningen per dag van het gas af. Dat terwijl we de afgelopen vijf jaar 2.000 huizen gasloos hebben gemaakt. Ook de mobiliteit doet mee; het aantal elektrische auto’s groeit met ongeveer 10% per jaar. Feit is dat alleen al de vervanging van de bestaande voorraad auto’s 20 jaar kost. Waterstof wordt belangrijk voor de industrie, maar het is nog duur en kost nog veel fossiele energie. Het is bovendien minder geschikt voor huizen en voor mobiliteit. Kortom; we staan voor een enorme opgave en hebben een groot verhaal nodig, een soort Deltaplan 2.0. Geen blauwdruk, maar organisch, in co-evolutie met de natuur, waarbij we vanuit een samenhangende visie de dialoog aangaan, leren en experimenteren.” Jan Rotmans (Rotterdam, 29 maart 1961) is hoogleraar transitiekunde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij publiceerde meer dan 250 maal (waarvan 30 boeken) over klimaatverandering, klimaatmodellen en duurzame veranderingen. Hij is maker van het eerste integrale klimaatmodel ter wereld (bij het RIVM), en oprichter van ICIS, DRIFT, en het Kennisnetwerk Systeeminnovaties en Transities. Hij was medeoprichter van en nog altijd betrokken bij organisaties als Urgenda, DRIFT, Nederland Kantelt en Zorgeloos.

CIRCULAIRE BOUWTRANSITIE “De bouwsector heeft een hiërarchische en lineaire structuur en kent een overwegend gesloten cultuur. Het is niet de meest innovatieve sector en de werkwijze is pragmatisch. Te vaak wordt nog op de economisch meest voordelige wijze aanbesteed, want we vinden geld belangrijker dan waarde. De bouw innoveert wel, maar vooral op projectniveau. Er is weinig aandacht en geld voor radicale innovatie, die in andere sectoren al wel zichtbaar is. Ik voorspel dat als je over vijf jaar als opdrachtgever duurzaamheid niet centraal hebt gesteld, je als een loser wordt gezien. De circulaire bouwtransitie vraagt om een radicaal andere manier van ontwerpen, bouwen, slopen, onderhouden en financieren. De uitdaging voor de bouw is renovatie en transformatie, verduurzaming, circulair inrichten van de sector, digitalisering, van het gas af en vooral levensloopbestendig ontwerpen en bouwen. Gebouwen worden energiepositief en je ziet nu al dat processen volledig data gestuurd worden, waarbij 3D printers installatieonderdelen gaan printen en smartphones de werkprocessen bepalen. Er zijn al disruptors in de bouw die integraal werken, zoals Factory Zero. Nu nog een niche speler die in één dag een woning assembleert, volledig uit de eigen energierekening financiert en een nul op de meter gebouw oplevert. De keten wordt nu nog gekenmerkt door veel spelers en processen, die om voortdurende afstemming vragen. De nieuwe bouwmanager is een systemintegrator, waarbij straks één partij verantwoordelijk is voor alle bouwaspecten: conceptontwikkeling, projectontwikkeling, architectuur, financiering en beheer. Maatschappelijk vastgoed kent met name een gebruik dat zich leent voor systeeminnovaties en kent al een routekaart voor verduurzaming. Belangrijker nog: het faciliteert kwetsbare groepen, jongeren en ouderen, waarbij die jongeren onze toekomst gaan bepalen. De eindgebruiker komt steeds meer centraal te staan en huisvesting wordt een service. Juist in het maatschappelijk domein liggen volop kansen om die transitie versneld door te voeren.”

This article is from: