Innovatie in de praktijk › nr 03 2010
innoveer!
Pierre Wind aan de innovatielat › Kenniseconomie in de praktijk › Boot als dvd’tje › 16 pagina’s NEDERLAND KENNISLAND? › Van schoorsteenbouwer tot CO2-specialist
‹ Cabin crew prepare for start-up ... !
Energie Onderzoeksubsidie DĂŠ snelle route naar energie-innovatie voor de MKB-er met een goed idee. www.agentschapnl.nl/eos T +31 (0) 88 602 92 00
COLOFON innoveer! brengt innovatie in de praktijk. innoveer! verschijnt één keer per kwartaal en wordt gratis verspreid onder ondernemers. Uitgever Syntens Concept en realisatie Scripta Media bv Redactie Jan Bakker, René Bastiaans, Bas van den Broek, Ursula van Kooij, Kasper Marinus, Houk Nolten, Murk Peutz, Herman Poos, Sabine Schlooz-van Wijlick, Jan Henk Verburg, Peter van Vuuren, Robin van Wakeren, Viola Wijnands, Debby van Wijngaarden Art direction Marjolein Rams Coverfoto Lars van den Brink Beeld Ivo van der Bent, Lars van den Brink, Jan Dirk van der Burg, Maurits Giesen, Maarten Kools, Mammal Inc., Shootmedia Traffic Jacqueline Konermann Met medewerking van Marleen Bakker, Hélène de Bruin, Rietje Krijnen, Jacqueline Kuijpers, Willem van Leeuwen, Ruud Slierings, Janneke Staats, Paula Vos Aanmeldingen, adreswijzigingen en opzeggingen www.innoveermagazine.nl Lithografie Grafimedia Amsterdam Drukwerk Senefelder Misset Advertentieverkoop Zadkine Media BV 010-4369124 info@zadkinemedia.nl
VOORWOORD
Jan Noordegraaf, directeur Synbra Technology in Etten-Leur, Winnaar MKB Innovatie Top 100
Een nieuwe Gouden Eeuw E
en nieuwe Gouden Eeuw voor Nederland breekt aan. Wishful thinking? Nee, feit. Er is groot elan op het terrein van de bio-based economy. De roep om verduurzaming van producten wordt wereldwijd steeds groter en Nederland heeft alles in huis om een belangrijke rol te blijven spelen bij de ontwikkeling van deze bio-based technologies. De chemie staat aan de vooravond van een revolutie. In steeds meer productiesectoren is ‘groen’, dus duurzaam hergebruik, recyclebaarheid en cradle to cradle de basis voor productontwikkeling. De kansen voor ons land zijn legio: ondanks de achteruitgang van ons technisch onderwijs is het kennisniveau, met name op de universiteiten, in Nederland nog steeds hoog. Verder hebben wij ondanks de fileproblemen een goede infrastructuur. Ook kan men positief zijn over de rol die de overheid speelt. Met allerlei grootschalige initiatieven, waarbij de wetenschap samen met het bedrijfsleven werkt aan doorbraken in de productie van innovatieve high performance materialen, -chemicaliën en -processen op basis van biomassa, probeert ze de bio-based economy vooruit te helpen. Verder zijn we een ondernemend land. Nederlanders ontdekken graag, vinden graag iets uit. Ook op het vlak van materialen.
› 3
FOTOGRAFIE MAMMAL INC.
Z
ijn er knelpunten? Natuurlijk. Als je innovatieve stappen wilt zetten, dan moet je kennis durven delen. Het volledig mijden van risico is hierbij onmogelijk. Samenwerken en co-produceren zijn essentieel om nieuwe ontwikkelingen mogelijk te maken. Dat is in het bedrijfsleven nog niet vanzelfsprekend. Bedrijfsjuristen dringen in de regel aan om vindingen te patenteren, of geheim te houden, waarna er vervolgens vaak niets mee gebeurt. Verder zullen we de maakindustrie van een beter imago moeten voorzien. Jonge mensen moeten weer gretig worden om een echt specialistisch vak te leren. We hebben behoefte aan een lts en een mts oude stijl. Zonder makers komen we niet verder. Ook de overheid kan een steentje bijdragen door bio-based products aantrekkelijk te maken. Bijvoorbeeld door duurzame producten minder zwaar te belasten, zoals nu met de bijtelling van schone en energiezuinige auto’s gebeurt.
I
n Nederland hebben we, in tegenstelling tot de helaas tanende medische industrie, een bruisende en goed verankerde chemische sector, die de aanjager is van allerlei nieuwe innovatieve producten. Laten we die sector vooral in stand houden, dan komt de nieuwe Gouden Eeuw eraan.
Laat u inspireren door RFID RFID staat voor Radio Frequency IDentification. Deze technologie maakt het mogelijk producten, locaties, mensen en dieren draadloos en uniek te identificeren. Benieuwd naar wat RFID uw bedrijf kan opleveren?
Advies Praktische workshops Verfilmde praktijkcases
Slimmere bedrijfsprocessen leiden tot kostenbesparingen: RFID in betonelementen verkort doorlooptijd op de bouwplaats RFID vermindert fouten bij het mengen van veevoeder Real-time monitoren van geneesmiddelengebruik met RFID
Betere logistieke samenwerking tussen bedrijven:
Benieuwd naar de mogelijkheden voor RFID in úw bedrijf? Bel Syntens 088 444 0 444, vraag naar Said Akdim. Mailen kan ook: said.akdim@syntens.nl, of bezoek een van de RFID workshops.
RFID zorgt voor kwaliteit en efficiëntie in de nachtdistributie RFID op bloemencontainers bespaart tijd en kosten
Snellere en betere service voor uw klant: RFID verbetert samenwerking tussen klant, fietsenmaker en fabrikant RFID in SchouwenDuivelandpas biedt toeristen gemak en voordeel RFID in raamkozijnen voor maatwerk onderhoud Vanuit het project Nederland Digitaal in Verbinding, waarbij slim digitaal samenwerken centraal staat, zijn 13 RFID-trajecten begeleid. Bovengenoemde trajecten zijn verfilmd. U vindt ze per sector op www.ndiv.nl.
Nederland Digitaal in Verbinding (NDiV) stimuleert samenwerken met inzet van ICT, bijvoorbeeld door toepassing van RFID, in het Nederlandse MKB. Syntens, het innovatienetwerk voor ondernemers, is bij NDiV eerste aanspreekpunt voor MKB-ondernemers. Het Ministerie van Financiën is initiatiefnemer en financier van het project. Meer informatie op www.ndiv.nl.
www.ndiv.nl
› innoveer! gebiedende wijs van: innoveren (innoveerde) 1 (overg.; h. geïnnoveerd) als nieuwigheid
INHOUD
invoeren 2 (onoverg.; is geïnnoveerd) zich vernieuwen • (1512) ‹ Fr. innover
06
24 3 6 8 13 14 16 17 18 20
VOORWOORD INNOVATIELAT OUTLOOK MIJN TROTS 07 SCHAKELS STELLING MIJN TROTS 08 LEERMOMENT AGENDA
37
Jan Noordegraaf, directeur Synbra Technology De BN’er als ondernemer. Hoe innovatief is Pierre Wind? Tracking and tracing in de wereld van de watersport Bijna 200 keer lichter Van schoorsteenbouwer tot CO2-specialist ‘Kennis zit bij ondernemers en niet bij hogescholen en universiteiten.’ Vlieg op! Het onvoorstelbare voorstelbaar; een van de Syntens Breakfast Briefings Het nieuwe samenwerken en andere workshops
SPECIAL: NEDERLAND KENNISLAND? 24 29 32 37 38
MIJN VISIE UPDATE DOSSIER MIJN TROTS 09 COLUMN
Arno van Mourik, directeur Airborne International, over maakindustrie en innovatie Nieuws en inspirerende tips Succesvolle samenwerkingen tussen hogescholen, universiteiten en het MKB Stille zee creëer je zelf Angéla Kramers, oud-Dolly Dot
› 5
› 6
INNOVATIELAT
PIERRE WIND is een energieke alleskunner: hij is smaakambassadeur, kokoloog, voorvechter van smaaklessen in het onderwijs, rector van de Groene Academie.
Mozart in de keuken Bruist
Wetenschap
Smaakpretpark
IK VOEL ME EEN VERNIEUWER, een crea-teur. Ik weet niet of iedereen die met me heeft samengewerkt me even aardig vindt – ik ben geen gemakkelijke man – maar ze vinden me wél allemaal een gozer die bruist van de ideeën. Een innovator. Dan moet je een spons zijn, ik wil alles weten van de wetenschap van voeding. Als ik vragen heb, bel ik gerust een hoogleraar voeding en gezondheid op en zeg: ‘Gooz... ik zit daar mee’ en vraag hem dan het hemd van het lijf.
DE BOEL OMDRAAIEN: voorgerecht wordt nagerecht en andersom. Prachtig. Dat kan alleen maar als je kennis hebt, anders wordt het een zootje. Zo ben ik bijvoorbeeld op zuurkoolijs gekomen. Iemand zei: ‘Ik lust geen zuurkool.’ ‘Vies bestaat niet’, antwoordde ik, ‘ik ga zuurkool lekker maken.’ In dertig seconden beslis ik dat het kan. Echt bizar.
SAMEN MET MIJN DOCHTER STERRE schreef ik het boek Het Smaakpretpark. Dat is pas innovatief: samen schrijven met je dochter. Het werd tot het beste kinderkookboek van de wereld uitgeroepen. Andere ideeën liggen klaar: ik heb al jaren grote plannen het Smaakpretpark uit te werken tot een echt park. Het Disneyland van Scheveningen: spelen bij de dropfontein, varen in een suikerbootje, je eigen smaklied en fantastische gerechten maken.
Realistisch Dropsoep IK BEN UIT DE BAARMOEDER GEROLD om te vernieuwen. Laat mij de Mozart van deze eeuw worden op het gebied van voeding. Ik wil absoluut niet sterven en vergeten worden, dat is een van de grootste drijfveren voor mijn vernieuwingsdrang. Wie bedenkt er anders in de jaren tachtig dropsoep? Ik dus. Net als een sorbet met basilicum. TEKST MARLEEN BAKKER FOTOGRAFIE JAN DIRK VAN DER BURG
HET GEVOEL om de eerste te zijn, is heerlijk. Dat was heel erg aanwezig met ‘De grootste keuken van Nederland’, een culinair feest voor 9000 kinderen in het ADO Den Haag-stadion. De Amsterdam ArenA was mijn eerste wens, maar soms moet je realistisch blijven. Denk groot, maar bekijk het klein als het moet: de smaaklessen die door 350.000 kinderen in Nederland, China en Engeland zijn gevolgd, zijn per slot van rekening ook op een zolderkamer begonnen.
›
›
CV ›
PIERRE WIND › 1993 introduceert verplichte smaaklessen, inmiddels door 350.000 kinderen gevolgd, in Nederland, China en Engeland ›1997-2000 presentator De Eetfabriek (NPS), Kookvanjou, Grazend Nederland, Kerst met Wind, De Avond van de Smaak en De Kookplaat › 2009 boek Het Smaakpretpark, dochter Sterre is coauteur, beste kinderkookboek van de wereld › oktober 2010 boek Kokologico, keukengeheimen ontrafeld
› 7
› 8
OUTLOOK
Boot als dvd’tje van Bol.com Innoveren is niet per se hetzelfde als ‘al het oude overboord’. Dat bewijst het project ‘Tracking recreatieve scheepsvaart’, waar bestaande technologieën zijn samengevoegd. Door het Friese project is een schip geworden als een dvd’tje besteld bij Bol.com: je weet altijd precies waar het zich bevindt.
›
›
f
riesland heeft ruim 2000 vierkante kilometer aan wateroppervlakte en is daarmee onbetwist de waterrijkste provincie. Het komt niet als een verrassing dat de Friezen ook economisch gezien op water drijven. Watersport is een miljoenenbusiness, evenals jachtbouw. Omdat Nederland ook op het internationale toneel een grote rol speelt als het om jachtbouw gaat, is het zaak de kennis op peil te houden en verder uit te breiden. Kortom: innoveren.
MARC DE HAAN/HH
Rietpol 10 Het komt wel eens voor dat een schip spoorloos is op een van de waterplassen. Een recreant in nood, bijvoorbeeld. Tracking & tracing is vanuit die gedachte ontwikkeld: bepaal de positie van een vaartuig, op elk gewenst moment. Dat kan een watersporter zelf allang, met behulp van kompassen, digitale vaar- of plotterkaarten. Voor iemand aan wal was dit minder makkelijk, terwijl die wens er wel is. Net zoals dat ooit gold voor postorderbedrijven als Bol.com en Wehkamp. De postorderbedrijven (in het geval van de schepen te vergelijken met de persoon aan boord van een schip) wisten jaren geleden al real-time waar een pakketje zich bevond in het bestelproces, maar de klant niet. Daar hebben de Bol.coms van deze wereld verandering in gebracht, zodat de klant (te vergelijken in deze case met de man aan wal die wil weten waar een schip zich bevindt) zijn bestelling ook realtime kan volgen. ‘Als je iemand op het water wilt traceren, kun je niet simpelweg zeggen: we liggen bij rietpol 10 vanaf de kant gezien’, legt Ernst Jan Voerman de vinger nog maar eens op de zere plek. Hij is coördinator bij het Kenniscentrum Jachtbouw. ‘En toch wil je soms weten waar iemand zich bevindt. Omdat je bijvoorbeeld een zeilrace organiseert. Of omdat je boten verhuurt en je wilt weten waar iemand met je boot is gebleven. Nog nijpender wordt het als er medische spoed is en er dus snel hulp moet zijn › voor iemand die op het water is.’
›9
› 10
OUTLOOK
› DIEPTEMETING
›
Rijkswaterstaat moet regelmatig dieptekaarten updaten omdat de bodem van bijvoorbeeld IJsselmeer en Waddenzee aan verandering onderhevig is. Nu moet daarvoor nog apart onderzoek worden gedaan. Wordt tracking & tracing gekoppeld aan dieptemeters in boten, dan kan die informatie naar een centrale computer worden doorgestuurd. Daardoor komt de meest actuele stand van zo’n gebied in beeld, die weer terug te koppelen is aan boten die het water opgaan.
PHOTOLIBRARY
‘De vraag om boten te kunnen traceren, bleek bij veel bedrijven te leven’
›
‘De vraag om boten te kunnen traceren, bleek bij veel bedrijven te leven’, legt Voerman uit. ‘We zijn vervolgens met allerlei technieken aan de slag gegaan. Hoe bijvoorbeeld gps (global positioning system) te koppelen is aan dataverkeer, zodat de posities automatisch doorgestuurd worden naar één bepaald punt. Welk punt dat is, is afhankelijk van wat je met die informatie wilt doen. Die koppeling van gps met dataverkeer (GPRS of UMTS) is niet nieuw. Veel mobiele telefoons kunnen dat al. De kwestie was meer: hoe koppelen we vervolgens die informatie weer goed terug voor bepaalde toepassingen.’ Toen de basis van tracking & tracing er eenmaal lag, is het idee verder uitgewerkt met RAAK SIA-gelden (Regeling Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie en de Stichting Innovatie Alliantie – samenwerkingsverbanden via het ministerie van Onderwijs). Dat is gebeurd in nauwe samenwerking met Geosports en Syntens. Syntens heeft in die fase ›
BART MUHL/HH
Koppelen De voorbeelden die hij geeft, zijn voortgekomen uit brainstormsessies die het Kenniscentrum Jachtbouw heeft gehouden. Het Kenniscentrum Jachtbouw, in 2005 opgezet met Europese subsidie en verbonden aan de NHL Hogeschool in Leeuwarden. Het doel is om de branche te helpen de vooraanstaande positie te behouden die ze nu heeft en zo mogelijk verder uit te bouwen. Dat gebeurt door kennis te ontwikkelen en toe te passen. Contacten met bedrijven in deze sector zijn belangrijk voor het Kenniscentrum om nieuwe producten te kunnen ontwikkelen of processen efficiënter te maken. Welke vragen leven er onder watergerelateerde bedrijven of overheidsorganisaties en wat kan een oplossing zijn?
ELEKTRISCH VAREN Het Kenniscentrum Jachtbouw is bezig met een proef rondom elektrisch varen. Door ook hier weer de tracking & tracing in te zetten is informatie over elektrisch varen te vergelijken met traditioneel diesel varen. Gegevens over besparing komen naar boven, maar ook over snelheid, afgelegde afstand en de CO2-uitstoot. Uiteindelijk kan ook zonne-energie op dergelijke boten worden ingezet, en bekeken worden of accu’s op die manier op te laden zijn en wat de resultaten dan zijn.
›
›
p11
“Dankzij die borgstelling konden we het merk meteen krachtig in de markt zetten” Ondernemen dankzij een borgstellingskrediet
De opvallende opmars van Sapph Dress to impress: met grote, spraakmakende billboards werd in 2007 het lingeriemerk Sapph in de markt gezet. Sindsdien verovert Sapph de Nederlandse en Belgische markt. In drie jaar groeide de omzet naar 10,7 miljoen.En het businessplan gaat uit van 33 miljoen omzet in 2013. Nederland en België worden voor Sapph dan ook te klein; het bedrijf kiest voor internationale expansie. Duitsland en Zwitserland zijn als eerste aan de beurt. Het merk heeft alles in zich om, in navolging van bekende Nederlandse merken als G-Star en Mexx, de wereld te veroveren. Voor de introductie van Sapph was veel geld nodig. Oprichter Cor van Schoonhoven legde samen met enkele investeerders 2,6 miljoen euro op tafel. Dat bedrag werd het eerste jaar met name besteed aan reclame en marketing. Daarnaast werd er in 2009 een kredietfaciliteit verstrekt van 2 miljoen euro door Van Lanschot Bankiers; voor de helft daarvan staat de overheid borg. Van Schoonhoven: ‘Dankzij die borgstelling konden we het merk meteen krachtig in de markt zetten, dat was ons anders niet gelukt.’ Wilt u als ondernemer ook investeren? Raadpleeg www.agentschapnl.nl om te zien hoe het ministerie van Economische Zaken u kan ondersteunen bij ondernemingsfinanciering. www.agentschapnl.nl/ondernemingsfinanciering
› 12
OUTLOOK
› ZORG Tracking & tracing zoals het nu in de watersport wordt ingezet, heeft een enorm breed toepassingsgebied. Zoals in de zorg: dementerende ouderen bijvoorbeeld kunnen met een speciaal horloge beter de weg terugvinden. Op het horloge zijn allerlei technieken in te bouwen, zoals een wegwijzer met instructie. Als het etenstijd is, kan iemand zo zelfstandig de weg vinden naar de eetzaal.
HERMAN WOUTERS/HH
acquisitie gepleegd onder bedrijven die iets aan het idee zouden kunnen hebben. Geosports is aan de slag gegaan om toepassingen te bedenken. Zeilrace Een van de eerste toepassingen was, zo vertelt Dennis Carton van Geosports, de mogelijkheid om online een race met boten te volgen. Om uit te leggen hoe het systeem werkt, laat hij de website zien waarop het evenement is terug te kijken. ‘De informatie van de deelnemende boten is ingeladen. Gaan ze varen, dan zijn bewegingen van de boten zichtbaar op het internet. Je kan ze zo volgen vanaf een mobiele telefoon met dataverkeer of achter een computer. Je kan ook op de hoogte blijven van nieuwtjes en zelf reacties toevoegen, filmpjes of foto’s zien. Kortom, een interactief geheel. Bij het SKS Skûtsjesilen van 2009 zaten we helemaal klaar om het systeem in de praktijk te zien werken.
‘De toepassing is prachtig in medische noodsituaties’
We dachten dat we overal aan hadden gedacht en toen klapte de server eruit. Met zo’n 20.000 gebruikers was de toegepaste techniek niet afdoende. Bovendien was bijvoorbeeld een telefoonaanbieder niet berekend op een piekbelasting van al die mensen die tegelijkertijd in dat gebied die website wilden aanspreken via hun smartphone. Alles ging op zwart. Je wilt natuurlijk niet dat zoiets gebeurt, maar het is een wijze les geweest.’ Het overkomt hem nu niet meer. Aan de webserver zijn hogere eisen gesteld en het dataverkeer van bijvoorbeeld boten die deelnemen aan een race gaat in de toekomst via een ander netwerk dan de gewone telefoonprovider. Medische hulp Het toepassingsgebied van tracking in recreatieve scheepvaart is inmiddels enorm uitgebreid. Carton legde zelf tijdens een van de zeilraces contact met mensen van het Antonius Ziekenhuis in Sneek. ‘Zo’n toepassing is natuurlijk prachtig in medische noodsituaties: je kan een boot erg goed lokaliseren en zo snel ter plaatse zijn om medische hulp te verlenen. Dat was vroeger een eindeloos gezoek.’
Ook de botenverhuur vaart wel bij de gekoppelde technieken. Ernst Jan Voerman: ‘De administratie die normaal gesproken vastzit aan de verhuur is vrij omvangrijk. Je wilt namelijk wel dat je boot op tijd weer terug is. En niet dat er iets vervelends mee gebeurt. Voorheen betekende dit ook een grote inzet van personeel. Dat is nu verleden tijd. Via een internetsite kun je een bootje huren. Je boekt online, betaalt met iDeal en krijgt dan een unlockcode. Daarmee kun je een paneeltje op de boot bedienen en je kunt gaan varen. Met de tracker kan automatisch de positie van de huurder worden bepaald. En het systeem is zo ingericht dat de huurder automatisch een sms krijgt als de huurtijd erop zit. Het werkt al met al enorm kostenbesparend!’ Zowel Voerman als Carton kan eindeloos doorgaan met het oplepelen van toepassingen die de watersport ten goede kunnen komen. ‘Je hoeft natuurlijk niet te stoppen bij deze tracking & tracing’, zeggen Voerman en Carton. ‘Je kunt dit verder uitbouwen. Dan moet je denken aan dieptemeting, energietoepassingen en noem maar op. De basis is gelegd. Hierop kunnen we nog lang voortborduren.’
0
›
› ICT
MIJN TROTS › 13
FOTOGRAFIE IVO VAN DER BENT
Bijna 200 keer lichter
07
SANDER VAN WIJNGAARDEN algemeen directeur Embedded Acoustics › product het ontwikkelen van meetapparatuur voor omroep- en ontruimingsinstallaties › innovatie iSTI, meetsoftware die spraakverstaanbaarheid meet › verkoop verwacht in 2011 1500 verkopen meest uitgebreide variant › successen in april 2010 met compagnon Jan Verhave begonnen en nu al vacatures uitstaan, in december komt iSTI op de markt
Zeven jaar geleden sleepten we voor een spraakverstaanbaarheidsmeting een apparaat mee van 25 kilo. Wij hebben die techniek teruggebracht tot software voor op de iPhone, 135 gram. Heel licht dus en bovendien is er geen duur meetapparaat van €10.000,nodig. De prijs van onze software mag niet uit de pas lopen met de duurste apps: zo’n 300 tot 1000 dollar. Het belangrijkste van onze innovatie: onze metingen zijn betrouwbaarder dan de huidige. Met een druk op de knop is duidelijk in welke mate een omroepbericht voor het menselijk oor verstaanbaar is. Het klinkt eenvoudig, maar hier hebben we vijftien jaar onderzoek naar gedaan. Onze mentor Herman Steeneken bij TNO zelfs al vanaf 1973. In december is het zover: dan brengen we onze meetmethode uit. We richten ons vooral op de VS. Hun claimcultuur betekent voor ons een groeimarkt: na incidenten is het heel belangrijk om te kunnen aantonen dat de verstaanbaarheid van bijvoorbeeld ontruimingsinstallaties goed was.
Van schoorsteenbouwer tot CO2–specialist p14
›
›
TEKST JANNEKE STAATS ILLUSTRATIE SHOOT MEDIA
De ondernemer
De innovatieadviseur
Rob Ernst (Array Industries) ‘In 1990 startte ik Array Industries als ingenieursbureau. Door de overname van een schoorsteenbouwbedrijf kon ik onze activiteiten uitbreiden van engineering naar ook zelf vervaardigen. Daarna investeerde ik in kennis, onder andere door de overname van een ingenieursbureau en het behalen van certificaten op het gebied van lassen. In 2008 raakte ik in gesprek met Niklaas van Hylckama Vlieg. Ik zag op dat moment dat ik markt zou gaan verliezen in de utiliteitsbouw, omdat mijn verwachting was dat daar steeds minder behoefte is aan grotere stalen schoorstenen. Ook de tuinbouwmarkt staat onder druk vanwege de economische recessie. Daarom besloot ik mijn blik te richten op de industrie. Door maatoplossingen te leveren voor een diversiteit aan schoorsteengerelateerde producten, maar vooral door me te specialiseren in CO2-scheiding en -afvangst. Niklaas adviseerde me eens met TNO te gaan praten. Dat heeft enorm veel aan het rollen gebracht. De installaties waar wij nu aan werken komen als het goed is straks bij de grote energieproducenten van deze wereld terecht.’
Niklaas van Hylckama Vlieg (Syntens) ‘In de tuinbouw is men de afgelopen jaren massaal overgestapt op warmtekrachtkoppelingsinstallaties. Rob stapte daar op het juiste moment in en leverde hiervoor het engineeringpakket en het rookgassysteem. Hij is een echte ondernemer. Hij kijkt ver vooruit en zag ook op tijd dat de markt zijn verzadiging nadert. Hij wilde zijn bedrijf niet terugschalen, maar iets zoeken in dezelfde sfeer om te kunnen groeien. Rob is zich er sterk van bewust dat kennis de manier is om het verschil te maken voor je klant. Als innovatieadviseur heb ik hem in contact gebracht met de juiste technologiepartner uit ons netwerk, in dit geval TNO. Via mijn netwerk wist ik dat binnen TNO onderzoek werd gedaan naar tuinbouw en CO2-scheiding en stelde Rob voor om eens te gaan praten of daar interessante kennis voor hem ligt. TNO is geïnteresseerd in het MKB. Voor ondernemers die willen innoveren liggen er interessante kansen, want als je als bedrijf investeert in onderzoek verwerf je rechten voor gebruik in de toekomst. Die voorsprong in technologie is uiteraard gunstig voor de positie ten opzichte van concurrenten.’
›
Schoorsteenbouwer wordt CO2-specialist. Dat is in het kort het verhaal van Array Industries, het bedrijf van ondernemer Rob Ernst. Hij investeerde de winst in kennis en ontwikkelde zich zo tot leverancier van hightech CO2-oplossingen, in samenwerking met partijen als TNO en ECN.
p15
SCHAKELS
De kennispartner
Het product
Esther Hagen (projectleider TNO) ‘Ik ben de schakel tussen ons onderzoeksteam en Array Industries. Als projectleider moet ik ervoor zorgen dat we de vraag van de ondernemer goed begrijpen, zodat we een onderzoeksprogramma kunnen opstellen. Syntens heeft het contact gelegd en de eerste gesprekken begeleid tussen onze afdeling scheidingstechnologie en Array Industries. Binnen TNO doen we vaker co-financieringsprojecten met het MKB. Ondernemers krijgen hiervoor vanuit de co-financieringsregeling financiële ondersteuning van de overheid. Wat bijzonder is aan het project met Array Industries is dat we zeer intensief samenwerken. Rob is buitengewoon betrokken. Op zijn initiatief hebben we hier om de week overleg over de voortgang. Zijn bedrijf draagt bij aan het onderzoek door het leveren van materialen. Als Rob zelf niet over bepaalde kennis beschikt, dan neemt hij een medewerker mee die de kennis wel heeft. We zijn nu bezig met opschaling van het model. Komende zomer kunnen we de echte toepassing testen. Nog een jaar verder en dan kan de installatie commercieel op de markt worden gebracht.’
TNO en Array Industries werken samen aan onderzoek naar een nieuwe techniek waarmee de energievoorziening in de glastuinbouw efficiënter en schoner wordt. Bij de huidige energievoorziening is er sprake van een koppeling tussen het produceren van warmte en CO2. Beide zijn nuttig voor de tuinder, maar niet op hetzelfde moment: in de nacht is er behoefte aan warmte, overdag juist aan CO2. Met de nieuwe techniek wordt het verschil opgeheven doordat op elk gewenst moment CO2 of warmte kan worden afgenomen, zonder dat energie of CO2 verloren gaat.
Meer informatie op: www.arrayindustries.com
› 16
STELLING
‘Kennis zit bij ondernemers en niet bij hogescholen en universiteiten
›
RONALD ELBERS
OLAF KEUR
FRANK VAN DER CHIJS
MURK PEUTZ
eigenaar VSE bv › wat industriele automatisering › sinds 1998 (bestaat sinds 1974) › aantal medewerkers 25
eigenaar Keur ICT › wat mobiele applicaties en softwarepakketten voor bedrijven en instellingen › sinds 2007 › aantal medewerkers 6
voorzitter United Brains › wat kennispoort voor MKB › sinds 2005 › aantal medewerkers 18 partijen
regiodirecteur Zuid Syntens, innovatienetwerk voor ondernemers
‘K
ennis van innovatie komt van het bedrijfsleven. Universiteiten en hogescholen komen soms met technisch prachtige oplossingen, maar die leveren niet per se iets op. Producten zijn immers pas echt innovatief als ze een toegevoegde waarde hebben voor de gebruiker en van de juiste – dus voor het doel van het gebruik – kwaliteit zijn. Dat is waar het bedrijfsleven sterk in is. Ondernemers zien welke nieuwe technische kennis daarvoor in te zetten is. Voor de toepasbaarheid is bij universiteiten en hogescholen minder oog. Vanuit een theoretisch of puur technisch oogpunt zaken benaderen, kan voor de wetenschap heel mooi zijn, maar in de praktijk spelen meerdere factoren een rol. Wetenschap en ondernemers hebben elkaar dus nodig.’
‘I
k denk dat bedrijfsleven en kennisinstellingen veel van elkaar kunnen leren. Er zit ongelofelijk veel kennis bij ondernemers. Voor een ondernemer is die kennis van levensbelang, want alleen met voldoende kennis kun je een onderscheidend product leveren en dat bepaalt of je een factuur kunt sturen of niet. Uiteraard is er ook veel kennis bij hogescholen en universiteiten. Vaak is het abstractieniveau van die kennis vrij hoog. Het is de taak van de ondernemer om hieruit de informatie te destilleren die voor zijn bedrijf van belang is. De kloof tussen kennisinstellingen en het bedrijfsleven moet overbrugd worden. Nu liggen op universiteiten waardevolle promotieonderzoeken soms te verstoffen op de plank. Dat is doodzonde.’
‘U
nited Brains is een samenwerkingsverband van een groot aantal kennisinstellingen in Zuid-Nederland, onder meer TU Eindhoven, Fontys Hogescholen, TNO, Philips en de ROC’s van Eindhoven en Helmond. Onze doelstelling is de kennis die aanwezig is, ter beschikking te stellen aan het MKB om zo te kunnen innoveren. In het eerste jaar dat United Brains bestond kregen we veertig vragen. Nu krijgen we ruim zeshonderd vragen per jaar. Ik wil de stelling dus graag nuanceren. Wij merken dat er een grote behoefte is aan kennis. Kennisinstellingen als hogescholen en universiteiten kunnen die kennis leveren. En dat komt overigens ook het onderwijs ten goede. Bij ongeveer een derde van de vragen uit het MKB worden studenten ingeschakeld!’
‘K
ennis is pas wat waard als er een gebruiker is. Als er iemand is die het nodig heeft. “Nice to know” is iets anders dan “need to know”. Alles wat mensen bij een kennisinstelling weten, of kunnen weten, krijgt waarde door middel van gebruikers. In het economisch domein zijn dat uiteindelijk ondernemers. Niet universiteiten valoriseren, maar ondernemers zetten kennis om in economische waarde. In de praktijk lukt dat valoriseren het beste als ondernemers zelf al redelijk innovatief zijn én al met de gewenste kennis bezig zijn. Ondernemers die verdiepende kennis zoeken en over voldoende innovatievermogen beschikken zijn daarom zeer welkom op ’s lands kennisinstellingen.’
0
›
› › handel
MIJN TROTS › 17
FOTOGRAFIE IVO VAN DER BENT
FERDIE KEIZER directeur Ware Care Pest Control (Beuningen) › product ongediertebestrijding › innovatie On Top Pro, een vliegenvanger in het systeemplafond bedacht en ontwikkeld door het Beuningse bedrijf Ware Care › verkoop met name in Frankrijk, Italië, Benelux, Duitsland, Engeland, Spanje en Tunesië. Beperkte aantallen in Turkije en Noord-Amerika › successen Nominatie Horecava Innovation Award (2008)
08
Vlieg op! ‘Vliegen kunnen onze klanten – bakkers, slagers of andere verkopers van levensmiddelen – niet bij hun verkoopwaar gebruiken. Maar met de bestaande vliegenvangers voor aan de wand had een klant van ons problemen: ze nemen kostbare ruimte in en zijn bovendien onsmakelijk voor consumenten, dode vliegen aan de muur klevend. Wij hebben de vliegenvangers onzichtbaar gemaakt door ze in systeemplafonds te verwerken. Verder is de toepassing gelijk: we maken gebruik van uv A-licht om de vliegen aan te trekken en een lijmplaat om ze te vangen. Eigenlijk een cosmetische innovatie dus. We waren zelf ook verbaasd dat deze toepassing nog nergens in de wereld beschikbaar was. Uiteindelijk is het een unique selling point geworden. We trekken hiermee klanten aan die vervolgens ook onze andere producten en diensten afnemen ter voorkoming van overlast van plaagdieren. Syntens heeft ons in de opstartfase geholpen met het octrooi, de licenties en de verplichte CE-markering.
› 18
LEERMOMENT
›
›
Met een sterke focus op producenten en ondernemers is de Horti Fair hét platform voor nieuwe producten, uitwisseling van kennis en concreet zaken doen. De Breakfast Briefing Het onvoorstelbare voorstelbaar, informeerde over de waarde van scenarioplanning. ‘Want in deze branche is in elk geval één ding zeker: onzekerheid!’
Het onvoorstelbare voorstelbaar ›
›
Workshopsleiders Feike Oosterhof (linksboven, Oosterhof Organisatieadvies) en Bert de Wild (Kenlog):‘Bij scenarioplanning gaat het om het benoemen van onzekere trends. Als je namelijk een redelijke zekerheid hebt, is scenarioplanning niet zo interessant: dan maak je daar een strategie op. Scenarioplanning bestaat uit het benoemen van twee onzekere trends om daaruit vier toekomstbeelden te halen. Een voorbeeld. Op de horizontale as zet je de onzekere energieprijzen uit. Aan de linkerkant torenhoge prijzen en aan de rechterkant “gratis” energie. Op de verticale as die je er recht doorheen trekt, zet je de onzekere regelgeving: van totale overheidsbemoeienis bovenaan tot vrije markt onderaan. Zo schets je met vier kwadranten vier totaal verschillende scenario’s, die dienen als discussiestuk voor het management. Het is goed – en leuk – om met een man of tien twaalf scenario’s te schetsen en te bediscussiëren. Scenarioplanning is een simpel instrument dat een bedrijf beter voorbereidt op de toekomst. En dat levert concurrentievoordeel op. Brancheorganisaties en overheden zetten dit instrument al in om hun achterban voor te lichten of om beleid te maken. Uit hun scenarioplanning kun je overigens ook veel onzekerheden halen en het onvoorstelbare meer voorstelbaar maken.’
naar online dossier www.syntens.nl/ hortifair
›
Leo van Marrewijk van KP Holland ‘Aan het begin van de workshop vroeg ik me af of ik na deze workshop alle onzekerheden kan tackelen. Maar nu vraag ik me eerlijk gezegd af of ik al die onzekerheden wel wil weten. Het maakt je ook onzeker als je alles ontmaskert wat op je pad zou kunnen liggen. Als we alles van tevoren hadden geweten, dan liepen we misschien allemaal nog in berenvellen… Natuurlijk biedt scenarioplanning handvatten bij voorbereiding op de toekomst. En ik denk dat ik wel een moment vrij ga maken om onze onzekerheden eens op een rijtje te zetten. Maar zelf heb ik meer aan de sterkte-zwakteanalyse. Wat gaat goed? Wat kan beter? Op deze vragen kunnen onze medewerkers ook inhoudelijk goed en concreet antwoord geven. Soms passen we de SWOT-analyse ook toe tijdens de kwartaalbesprekingen. Daar heb ik echt wat aan!’
Robbert van Willegen van VGB ‘Binnen de Vereniging van Groothandelaren in Bloemkwekerijproducten (VGB) werken we intensief met de visie op het heden en de toekomst van de sierteeltsector. De dynamiek in de sector beïnvloedt niet alleen het perspectief voor de groothandel, maar voor álle ketenpartijen. Ik denk dat scenarioplanning een goed instrument is om de toekomst van onze keten te onderzoeken. Als branchevereniging heb je de verantwoordelijkheid om de onzekerheden te benoemen. Stel dat de retail echt dominant wordt? Wat betekent dat voor de rolverdeling in de keten? Hoe kunnen we daarop inspelen? Je kunt pas beleid maken en strategie ontwikkelen als je die onzekerheden onderzoekt. En scenarioplanning lijkt mij daarbij een zinnig middel.’
TEKST HÉLÈNE DE BRUIN FOTOGRAFIE JAN DIRK VAN DER BURG
› 19
› 20
AGENDA
› Een aantal workshops en evenementen uitgelicht van de ruim 1000 die Syntens jaarlijks organiseert. ›
Kijk voor alle workshops en evenementen in uw regio op www.innoveermagazine.nl.
Het nieuwe samenwerken IN ÉÉN DAG een compleet overzicht van praktijkverhalen en kennis op het gebied van slim digitaal samenwerken. Dat krijgt u tijdens de manifestatie ‘Het nieuwe samenwerken, groei-impuls voor het MKB’ op 8 december bij Media Plaza te Utrecht. Naast een plenair programma met inspirerende sprekers delen MKBondernemers, die dankzij het project Nederland Digitaal in Verbinding (NDiV) zijn gaan samenwerken, hun ervaringen in 40 praktische workshops. We kijken niet alleen terug, maar ook vooruit: trendwatcher en futuroloog Richard Lamb besluit het evenement met de Trendtalk; wat staat ons in 2022 te wachten op het gebied van elektronisch zakendoen? UTRECHT > 8 DECEMBER
De workshops zijn per sector gerangschikt. Kies wat voor u interessant is en meld u aan op www.mkbstaatsamensterk.nl
Masterclass toegepaste nanotechnologie We staan aan het begin van een tijdperk waarin nanotechnologie gaat zorgen voor ongekende ontwikkelmogelijkheden. Wilt u op een ongedwongen manier verkennen hoe u nanotechnologie kunt toepassen in uw eigen bedrijf? Kom dan naar deze masterclass. DELFT > 30 NOVEMBER DELFT > 14 DECEMBER
Slimmer digitaal werken
Hoe werkt het klassieke salesproces nou precies? U krijgt de kans technieken te oefenen en gaat naar huis met nieuwe inzichten en kennis van verkoopprocessen.
Laat u in deze workshop samen met collega-ondernemers gedurende een kort dagdeel inspireren. U ontdekt hoe u met ICT-middelen meerwaarde kunt creëren voor uw klanten en zo uw concurrentiepositie kunt versterken.
UTRECHT > 1 december
ROERMOND > 14 december 2010
Entrepreneurial growth sales workshop
›
›
›
ILLUSTRATIE SHOOTMEDIA
› 21
Marktintroductie, hoe doe ik dat nu? In deze workshop maakt u een overzichtelijk promotieplan waarin in één oogopslag duidelijk is wat uw toekomstige communicatieactiviteiten zullen zijn en vooral… wat u dus níét gaat doen. ROERMOND > 2 december
Dutch Life Sciences & Health Conference Het programma bestaat uit een plenair gedeelte, workshops, een informatiemarkt, een investeerdersforum en de NGI Venture Challenge Award. Alle deelnemers krijgen een SpotMe-device waarmee op een zeer interactieve en efficiënte wijze netwerk- en matchmakingactiviteiten verricht kunnen worden. AMSTERDAM > 8 december
Workshop kennismaken met sociale netwerken Twitter, blogs, forums, en beeld en geluid delen via internet zijn ontwikkelingen die u als MKBondernemer niet kunt negeren. Maar wat houdt het precies in? Hoe kunt u deze toepassingen slim laten werken voor uw bedrijf? EINDHOVEN > 20 JANUARI 2011
Wie baas is, bakt koek In een grensverleggende workshop leert u om uw eigen mensen zo te sturen dat er daadwerkelijk gebeurt wat u wilt dat er gebeurt. BOSCH EN DUIN > 2 december
Masterclass foodservice Hoe krijgt u uw product optimaal vermarkt in de professionele markt van eten en drinken? Welke segmenten zijn het meest interessant voor uw product en hoe bereikt u deze segmenten? De masterclass bestaat uit in totaal vier middagbijeenkomsten. EINDHOVEN EINDHOVEN EINDHOVEN EINDHOVEN
> donderdag 20 januari 2011 > donderdag 3 februari 2011 > donderdag 17 februari 2011 > donderdag 17 maart 2011
Praktijkconferentie Twente onderneemt duurzaam Jaarlijks no-nonsense event voor ondernemers en ondernemende managers in de regio Twente over het leveren van prestaties van ondernemers en kennisinstellingen die duurzaam ondernemen.
ENSCHEDE > 9 december 2010
Vergroot je succes. Kies voor een topper uit het HBO of universiteit!
www.kennisbruggen.nl
Dit project is mede gefinancierd met steun van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling van de Europese Commissie
innoveer!
SPECIAL
NL
KE NN IS LA ND ?
p24 › Mijn visie / Van de werkzame beroeps bevolking is een derde hoog opgeleid en dit aandeel neemt verder toe / p29 › Update / De totale uitgaven aan research & development in Nederland bedroegen in 2008 ruim 10 miljard euro. Internationaal gezien is dat gemiddeld / p32 › Dossier / Een steeds groter deel van R&D-uitgaven wordt gedaan door het bedrijfsleven en een relatief kleiner deel door overheidsinstellingen / p37 › Mijn Trots / R&D-bedrijven kenmerken zich door een hogere innovatiegraad. Bijvoorbeeld productinnovaties en meer samenwerking met leveranciers / p38 › Column / Van de werkzame beroepsbevolking is een derde
› 24
MIJN VISIE
›
›
‘Eerst vraag, dan pas innovatie’
Het persbericht in augustus dit jaar was veelzeggend: Airborne International trekt negen miljoen euro uit de kapitaalmarkt aan om de groei en expansie van het Nederlandse bedrijf te versnellen. Airborne wil topspeler worden in Europa op het gebied van de ontwikkeling en productie van composietcomponenten voor industriële toepassingen. Crisis? Hoezo crisis? Directeur Arno van Mourik over innovatie, groei en de noodzaak om de maakindustrie in ons land te behouden.
TEKST WILLEM VAN LEEUWEN FOTOGRAFIE MAURITS GIESEN
NL
KE
NN
IS
LA
ND
?
› 25
› 26
›
irborne International heeft zich sinds de oprichting in 1995 ontwikkeld tot een toonaangevend design and buildbedrijf op het gebied van high-end vezelversterkte kunststoffen. Airborne ontwikkelt en produceert composietproducten voor uiteenlopende markten zoals luchtvaart, ruimtevaart, astronomie, olie en gas en hoogwaardige machine-industrie. Het bedrijf is de verwezenlijking van een idee van Arno van Mourik en Marco Brinkman, twee voormalige studenten lucht- en ruimtevaarttechniek. Het hoofdkantoor staat in Den Haag en het bedrijf heeft ook een vestiging in Spanje. Met het nieuwe kapitaal wordt de eerste fabriek ter wereld neergezet voor de continue vervaardiging van hoogwaardige thermoplastische composietbuizen met een volledig versmolten wand voor de olie- en gasindustrie. Hoe heeft Airborne zich ontwikkeld? ‘Na ons afstuderen in 1995 startten Marco Brinkman en ik een ingenieursbureau. Toen nog zonder doorwrochte strategie, iedereen die advies nodig had op het gebied van composieten of geavanceerde machines kreeg dat. We zagen al snel dat je daarmee niet ver kwam, je moet de producten ook kunnen prototypen en uiteindelijk maken. Vervolgens zijn we dat gaan doen, we maakten alles wat mogelijk was, vooral voor de olie- en offshoremarkt. De tweede vijf jaar zijn we ons meer gaan focussen en werden we een design and build-bedrijf puur op het gebied van composiet. Dat was best risicovol, we stootten een belangrijk winstgevend onderdeel af en vergeet niet dat van composieten vijftien jaar terug hoge verwachtingen bestonden, maar dat er behalve in de vliegtuigindustrie nog bijna niemand die toegepaste producten kon maken. De markt trok een vacuüm. Het eerste bedrijf dat producten zou kunnen
›
ontwerpen, bouwen en leveren zou een zeer robuuste positie kunnen verwerven.’ Dat werd Airborne International. De kern van het bedrijf werd het ontwikkelen en bouwen van tastbare oplossingen voor de klant. De prototype-productie en het ingenieursbureau werden samengevoegd en het bedrijf verhuisde naar Ypenburg, aan de rand van Den Haag. Wat is het geheim van het succes van Airborne? ‘Ons model is heel simpel: er is een technologie-as, de kennis en kunde die je in huis hebt of ontwikkelt waardoor je marktpotentie hebt. Daarnaast is er de as van marktevidence. De composietmarkt is een nieuwe markt. Ontwerp, materiaalkeuze, bouw, logistiek, alles is nog geïntegreerd, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de staalmarkt, die volledig is uitontwikkeld. Dit betekent dat je klanten moet duidelijk maken, bewijzen, dat je het volledige proces onder controle hebt en een kwalitatief hoogwaardig product kunt leveren. Daarbij heb je ook de financiele robuustheid nodig. Marktevidence bouw je op door projecten te draaien. De laatste as is cruciaal: Airborne wil een enabler zijn voor de klant, een productenbouwer die het de klant mogelijk maakt een sprong voorwaarts te maken. Wij maken bijvoorbeeld kunststof buizen die het afhanggewicht voor olieboorplatforms met 50 procent kunnen reduceren. Daardoor kan er twee keer zo diep worden geboord, of kunnen er twee keer meer buizen aan het schip worden gehangen.’ Maar dan zou je dus in nog veel meer markten kunnen stappen. Zoals windenergie. ‘Grappig dat je dit noemt. Want dat is nu juist een markt waarin wij die enabler op dit moment helemaal niet zien. Wij kunnen niets toevoegen aan de windmolenindustrie, waardoor zij een
MIJN VISIE › 27
‘Als je in de wereld van de grote jongens speelt, moet je mee kunnen doen’ extra stap kunnen zetten. Deze industrie heeft behoefte aan andere kennis en producten: hoe kun je betere generatoren bouwen, of traploze overbrengingen realiseren? Composiet draagt hier niets aan bij. Dat is voor ons steeds essentieel, wij moeten een wezenlijke bijdrage kunnen leveren.’
›
NN
In Nederland verstaan we onder kenniseconomie vooral het ontwikkelen
IS
LA
ND
?
Airborne werkt in verschillende markten, zoals luchtvaart, ruimtevaart, astronomie, olie en gas. Hoe krijg je daarin vaste voet? ‘Je moet de goede keus maken, met het businessmodel als uitgangspunt. vervolgens moet je het –gecalculeerde – risico nemen en je productiestructuur en je organisatie op die markt afstemmen. Klanten willen zien dat je tegen hun standaard kunt leveren. General Dynamics accepteert echt geen kwaliteitsfoutjes meer in zijn astronomiesystemen omdat wij nog een jong bedrijf zijn. Als je in de wereld van de grote jongens speelt moet je mee kunnen doen. Anderzijds hebben zij veel tijd en effort gestoken in het borgen van de kwaliteitsprocedures van de producten die wij voor hen maken. Puur co-makership en co-makerdevelopment. Om dat te bereiken moet je heel transparant durven werken. Bij iedere complicatie in ontwerp of productie zoeken wij daarom contact met onze klant en leggen onze oplossingen voor.’
KE
ARNO VAN MOURIK Samen met studiegenoot Marco Brinkman richtte Van › Mourik in 1995 Airborne op, direct na hun studie Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Zij zagen wel wat in composietmaterialen. Vijfien jaar na dato wordt het duo door tientallen personeelsleden bijgestaan.
NL
CV › ›
› 28
MIJN VISIE
van kennis. In jullie kennisbedrijf zit duidelijk ook de productiecomponent. ‘Daarmee raak je precies de kern van de misvatting rond kenniseconomie. Technologie in zichzelf vertegenwoordigt maar een beperkte waarde. Je bouwt technologie op omdát het nodig is om te kunnen leveren aan klanten. Eerst moet er industriële vraag zijn, er moet capaciteit gecreëerd worden om aan die vraag te kunnen voldoen. Het gaat om innovatievraag en niet om zoiets onduidelijks als innovatieaanbod. Als je de verkiezingsprogramma’s van de partijen naast elkaar legt en je kijkt onder het kopje innovatie, dan verstaat vrijwel iedereen daar scholing onder. Alsof scholing ervoor zorgt dat de industrie dan producten gaat aanbieden waarvoor innovatie nodig is. Het is omgekeerd: eerst is er een vraag en die moet beantwoord worden in de vorm van innovatieve producten. Nu is het zo dat innovatie wordt gemeten naar het aantal universiteiten en kenniscentra. Waar het om gaat is dat je eerst bedenkt hoe je met innovatie geld kunt verdienen.’ Kan de overheid daarin überhaupt wel een bijdrage leveren? ‘De overheid moet industriepolitiek voeren als ze de kenniseconomie wil stimuleren. In de eerste plaats betekent dat dat ze moet erkennen dat de maakindustrie een belangrijke rol speelt op het gebied van innovatie. Dat betekent verder dat ze moet zorgen dat bedrijven die hoogwaardige producten maken worden gefaciliteerd. Subsidie is nog niet eens het voornaamste. Zorgen dat innova-
› WAARDEVOLLE INTERACTIE
tieve industrieën zich makkelijk kunnen vestigen op de plek waar ze het best gedijen. Daar moet ruimte voor worden gecreëerd, regels moeten wat worden versoepeld. Een collega-bedrijf van ons wilde een productielijn bijbouwen en dat hebben ze uiteindelijk niet gedaan. Ze zijn uitgeweken naar Amerika, omdat ze het met de welstandscommissie niet eens konden worden over het uiterlijk van het gebouw. Je leest met regelmaat dat bedrijven hun R&D-afdelingen in Nederland sluiten. Niet heel verbazingwekkend: als je je productiefaciliteit verhuist, dan kun je op je vingers natellen dat de R&D-afdeling vroeger of later volgt.’ Het lijkt alsof in de politiek het beeld ontbreekt van hoe een kenniseconomie er in de praktijk uit zou zien. ‘Dat is juist. Kijk naar de duurzame-energieindustrie. Daar moeten we naartoe, zegt de politiek. De energie van windmolens, getijdencentrales, zonnepanelen, noem maar op. De investeringen die moeten worden gedaan om een infrastructuur en productiefaciliteit op te bouwen zijn enorm. Maar Nederland faciliteert die investeringen niet. Tegelijkertijd vinden we dat Nederland een kenniseconomie moet hebben, wat een voortrekkersrol impliceert. Inmiddels is de kennis verdwenen naar Denemarken en Duitsland. De verbinding kennis met industrie wordt niet gelegd. De politieke wil ontbreekt ook, zo lijkt het.’ Wat is er nodig om innovatieve bedrijven de stap te laten maken die Airborne
‘De overheid moet industriepolitiek voeren als ze de kenniseconomie wil stimuleren’
‘Marco Brinkman en Arno van Mourik vormen een bijzonder team’, zegt Paul Asselbergs, innovatieadviseur bij Syntens. ‘We waren hun allereerste opdrachtgever. Wat op mijn netvlies gebrand staat, is dat ze steeds op een positieve wijze inspeelden en reageerden op initiatieven en ideeën van onze kant. Dat leidde tot waardevolle interactie, die in de beginfase op een aantal momenten best belangrijk was voor het bedrijf en die nu al meer dan vijftien jaar duurt. Airborne maakt onder meer op een proactieve wijze gebruik van de projecten die Syntens organiseert. In het prille begin hadden wij het gevoel dat Airborne succesvol zou kunnen worden. Het is dan ook heel mooi om te zien waar het bedrijf nu staat en welke kansen er liggen in de nabije toekomst’, aldus Asselbergs.
inmiddels heeft kunnen zetten? ‘Laten we niet te negatief zijn over de overheid. Ze bouwt inmiddels wel een effectief instrumentarium op het gebied van financiële ondersteuning. Wij hebben van de overheid een uitbreidingskrediet gekregen waarmee we een pilot-lijn konden bouwen om composietbuizen te fabriceren. Daarmee hebben we kunnen bewijzen dat we competent zijn, waarna we investeerders hebben weten aan te trekken. We lossen die lening nu af. Die push van de overheid is dus echt belangrijk geweest en ook effectief. Dat zou op grotere schaal moeten gebeuren. Geen subsidie dus op kennisontwikkeling, maar mede risico dragen op productieinvesteringen. De maakindustrie moet weer hoog in het vaandel. Ik weet dat in China de loonkosten een stuk lager zijn dan hier, maar ze zullen zeker nog flink stijgen. In ons land moeten meer bijzondere, hoogwaardige producten worden gemaakt waarbij er meteen voor moet worden gezorgd dat ze industrieel gezien ook op de lange termijn rendabel zijn. Wij zijn druk bezig met de opzet van een volautomatische productielijn van onderdelen die nu nog met de hand worden gemaakt. Daarmee voorkomen we dat de loonkosten ook in de toekomst leidend zijn. Zo kun je een tegenwicht bieden aan de economische grootmachten.’
UPDATE
› 29
CARE2BUSINESS
MKB helpt de zorg MKB-ondernemingen kunnen zich weer inschrijven voor innovatief strijdtoneel op www.syntens.nl/ innovatietop100.
NN KE NL
Meer informatie: Martijn Hessels, martijn.hessels@syntens.nl en Willo Eurlings, willo.eurlings@syntens.nl.
IS
LA
ND
‘Binnen Care2Business brengen we zorgpartijen in contact met bedrijven die producten voor de medische sector ontwikkelen, om samen oplossingen te bedenken voor vraagstukken in de zorg.’ Voor ondernemers is het vaak nog lastig om de specifieke spelregels van deze complexe sector te doorgronden. Daarom ontwikkelde adviseur Martijn Hessels de ‘Care2Business Scan’. Martijn Hessels: ‘Samen met het bedrijf dat een product ontwikkelt, doorlopen we van tevoren het hele traject. Niet alleen de techniek maar bijvoorbeeld ook juridische aspecten, financiering en marketing. We gaan na waar men kennis, faciliteiten of kapitaal tekort zou kunnen komen en zoeken daar dan oplossingen voor, bijvoorbeeld samenwerking met derden.’ De Care2Business Scan is op 7 september gelanceerd. Vijftien bedrijven met een sterke businesscase gaan de bijbehorende masterclass doorlopen, deelname aan de scan staat ook voor andere bedrijven open.
WIE WINT DE MKB INNOVATIE TOP 100 IN 2011?
?
‘DE ZORG KAMPT MET GROTE UITDAGINGEN ZOALS STIJGENDE KOSTEN EN EEN DREIGEND TEKORT AAN ARBEIDSKRACHTEN. HIERVOOR ZIJN INNOVATIEVE OPLOSSINGEN NODIG. HET MKB KAN DAAR EEN BELANGRIJKE ROL IN SPELEN, MAAR DAARVAN WORDT NOG TE WEINIG GEBRUIK GEMAAKT’, ALDUS WILLO EURLINGS, DIE BIJ SYNTENS HET CLUSTER CARE2BUSINESS AANSTUURT.
› 30
UPDATE
Nederlands AT daagt Apple uit IN OKTOBER LANCEERDE het Nederlandse Ambiance Technology de AT-tablet. Het product was al in ontwikkeling toen de iPad uitkwam, maar men heeft na lancering van de iPad zorgvuldig alle bezwaren van het Appleapparaat bestudeerd. En ondervangen. Directeur Eric Schouten: ‘Deze tablet is, meer dan de iPad, bedoeld voor mensen die er ook echt op willen werken. Daarom draait hij op Windows 7, zodat je er met alle Office-applicaties op kunt werken. Ook heeft hij USB-ingangen voor bijvoorbeeld een extern toetsenbord of andere externe hardware. Er zit een grotere harddisk in, hij heeft een camera, en een direct geïntegreerde 3G-aansluiting, waardoor je met een gewone simkaart het internet op kunt. Natuurlijk kun je op deze tablet ook gewoon een boek lezen, foto’s kijken en internetten. We hebben goed gekeken naar de iPad, vervolgens goed geluisterd naar de bezwaren van gebruikers, en hiervoor oplossingen ontwikkeld. We kiezen hiermee niet frontaal de aanval op Apple, maar spreken met dit apparaat een andere, bredere doelgroep aan.’ De tablet wordt verkocht bij The Phone House en diverse webwinkels.
Moving borders: leren van elkaar BEDRIJVEN DIE VAN ELKAAR WILLEN LEREN EN TEGELIJKERTIJD GEBRUIK WILLEN MAKEN VAN DE KENNIS VAN DE HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM, KUNNEN DEELNEMEN AAN EEN MOVING BORDERS ONDERNEMERSKRING. DIT PROGRAMMA IS VOORAL GERICHT OP ONDERNEMERS IN DE METAAL- EN ELEKTROTECHNISCHE SECTOR IN NOORD-HOLLAND EN FOCUST OP NIET-TECHNISCHE THEMA’S.
Ongeveer acht MKB-ondernemers, de lector, docenten en studenten van het lectoraat Technisch Innoveren en Ondernemen van de Hogeschool van Amsterdam en experts uit het netwerk van Syntens. Dat zijn de ingrediënten van een ondernemerskring. Elke ondernemerskring wordt geleid door een adviseur van Syntens. Jacques Walinga, projectleider van Moving Borders: ‘In deze ondernemerskringen brengen we bedrijven bij elkaar die geen concurrenten zijn maar wel voor hetzelfde soort uitdagingen staan. Ze kunnen elkaar helpen door met elkaar mee te denken. Daarnaast brengen de experts en de Hogeschool extra kennis in en kunnen zij bijvoorbeeld vervolgonderzoek doen. Het enige dat we van de bedrijven vragen is een open mind en hun eigen vraagstukken.’ Een ondernemerskring duurt gemiddeld zes maanden, waarin de ondernemers vijf tot zes keer bij elkaar komen voor workshops en overleg. Er zijn drie ondernemerskringen per jaar: ‘Strategisch Innoveren’, ‘Marktgericht ondernemen’ en ‘Diensteninnovatie’. Belangstellenden kunnen contact opnemen met projectleider Jacques Walinga, (088) 444 02 78 of jacques.walinga@syntens.nl
PHOTOLIBRARY
›
› 31
MINOR ‘INNOVATIECONSULTANTEN’
Innovatielab Heeft uw bedrijf een idee voor een innovatief product, maar hebt u hulp nodig bij de uitwerking? Loopt u tegen een technisch ontwerpprobleem aan? Of hebt u assistentie nodig bij het maken van een model of prototype? Met dergelijke vragen kunt u terecht bij het InnovatieLab. Het is speciaal opgezet voor MKB-ondernemers, maar ook uitvinders, technostarters of ingenieursbureaus kunnen er terecht.
ND
?
Het InnovatieLab is een initiatief van de Hogeschool van Amsterdam (domein Techniek) en diverse partners waaronder Syntens. In het InnovatieLab werken docenten en studenten van verschillende engineeringsopleidingen samen met ondernemers om technische vraagstukken op te lossen. Zij hebben een creatieve ruimte tot hun beschikking met speciale apparatuur voor materiaalonderzoek en ‘rapid prototyping’, waaronder een 3D-printer, lasersnijder, CNC-freesmachine en een digitale meetbank. Een succesvol voorbeeld van een vraagstuk dat via het InnovatieLab werd opgelost is dat van de PharmaShaker, een apparaat dat medicijnen oplost in water. Het werktuigbouwkundig bedrijf dat de shaker bedacht en bouwde, had hulp nodig voor de ontwikkeling van de elektrotechnische component. Syntens-adviseur Jacques Walinga bracht hen in contact met het InnovatieLab.
KE
NN
IS
LA
U kunt uw eigen vraagstuk via de website indienen. www.innovatielab.hva.nl NL
Al sinds enige jaren heeft de NHL Hogeschool in Leeuwarden een ‘minor’ (semester) ‘Innovatieconsultant’ voor de vierdejaars. Vanaf 2010 wordt het praktische deel hiervan begeleid door adviseurs van Syntens. Adviseur Robert Witmond initieerde de samenwerking: ‘De minor loopt elk jaar van augustus tot december, in 2010 doen er 35 studenten aan mee. Het vak bestaat uit een theoretisch deel en praktische opdrachten die studenten bij bedrijven uitvoeren. Ik kwam hiermee in contact toen ik er vorig jaar een bedrijf voor aandroeg. Ik realiseerde me dat we bij Syntens veel kennis en ervaring in huis hebben die de studenten kunnen helpen. Wij weten waar bedrijven tegenaan kunnen lopen en waar je op moet letten als je een innovatietraject ingaat. De NHL Hogeschool stond open voor de samenwerking en nu begeleiden drie adviseurs van Syntens de bedrijfstrajecten. Dit jaar zijn dat er negen. Daarnaast geven we gastcolleges en dragen we externe sprekers aan. Deze vorm van samenwerking past prima in de ambities van hogeschool en bedrijfsleven om structureel kennis uit te wisselen.’ Bedrijven in Noord-Nederland die meer willen weten kunnen contact opnemen met Syntensadviseur Robert Witmond (rfm@ syntens.nl) of met NHL Hogeschool, docent Ton de Winter (dewinter@nhl.nl).
› 32
DOSSIER
›
De kunst van het verzilveren portoutfits die je koel houden? Het kan. Het is de allernieuwste toepassing van zogenoemde smart materials: materialen die onder invloed van een prikkel uit de omgeving andere eigenschappen ontwikkelen. Het sportshirt is gemaakt van Phase Change Materials, die warmte kunnen opslaan en afgeven. Naarmate de sporter het warmer krijgt koelt het shirt verder af, zodat de huidtemperatuur daalt. Kortom: een echte innovatie voor de sportwereld. De wieg van deze innovatie staat in
het oosten van het land: op het Saxion Kenniscentrum Design & Technologie. Studenten en docenten hebben het project uitgevoerd samen met een aantal MKB-bedrijven in de regio (onder meer Capzo International), in het kader van het innovatieprogramma RAAK-SIA Materialen in Ontwerp. Dat is RAAK! De RAAK regeling (Regionale Aandacht en Actie voor Kenniscirculatie) financiert onderzoeksprojecten die de uitwisseling van kennis tussen hogeschool en MKB bevorderen. Het programma wordt uitgevoerd door SIA, de Stichting Innovatie Alliantie. Daarin zijn onder
›
Nederland barst van de succesvolle initiatieven om de samenwerking tussen hogescholen, universiteiten en het MKB te stimuleren. Wat nu nog een zandpad vol hobbels is, moet een snelweg naar innovatie worden. TEKST JACQUELINE KUIJPERS FOTOGRAFIE MAARTEN KOOLS
andere MKB Nederland, VNO NCW, HBO Raad, TNO en Syntens vertegenwoordigd. SIA toetst aspirant-projecten op haalbaarheid, praktisch nut voor de ondernemer(s) en de (blijvende) waarde voor de kennisinstelling. ‘Op dit moment hebben wij meer dan 300 programma’s goedgekeurd’, vertelt Ignace Karthaus. Hij is manager strategische relaties bij Syntens en vanuit die functie betrokken bij SIA. ‘Die programma’s worden onder penvoerderschap van een hogeschool uitgevoerd. Er zijn 4500 bedrijven en instellingen bij betrokken, waarvan twee derde uit het MKB. We zijn dus op de goede weg, maar we zijn er nog niet. Ons doel is het ›
›
› 33
Uitkomst voor de zorg: de Sprizer HENK JANSSEN directeur/eigenaar Indes, Enschede › product ontwikkelt en produceert innovatieve producten op het gebied van zorg, veiligheid en comfort › aantal medewerkers 35 in Enschede, 22 in China
KE
NN
IS
LA
ND
?
‘Vorig jaar hebben wij de Sprizer (kort voor Surprise Riser) op de markt gebracht, ofwel het hoog/laag-bed. Een vinding voortgekomen uit trends in de zorg: steeds meer mensen moeten thuis verpleegd worden en de verpleging moet, vanuit de Arbo, de patiënt op hoogte verzorgen. Wij hebben een luchtmatras ontwikkeld die je tussen de spiraal en de matras legt. Het bestaat uit meerdere lagen, die je naar behoefte vult. In een halve minuut kunnen wij een bed 50 centimeter verhogen. Syntens heeft ons in contact gebracht met de branchevereniging van de thuiszorg. Vervolgens hebben we met Saxion Hogeschool onderzocht welke voordelen een bed moet hebben wil het daadwerkelijk gebruikt gaan worden in de zorg. Op basis hiervan hebben studenten van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden een aantal testmodellen gemaakt. Daar is de Sprizer uit voortgekomen en nu wordt het matras volop in ons bedrijf geproduceerd. Al met al zijn we bijna 10 jaar met de ontwikkeling van dit idee tot product bezig geweest. Je moet soms wel een lange adem hebben.’ NL
› ›
› 34
DOSSIER
Serious revalidatiegame: Vogels! PAUL GROENLAND (FOTO) EN DICK VAN DER PIJL R&D, Focal Meditech, Tilburg › product ontwikkelt, produceert en distribueert innovatieve hulpmiddelen voor mensen met een beperking › aantal medewerkers: 35 ‘Vogels! is een driedimensionale revalidatiegame voor ouderen met een halfzijdige verlamming. De techniek hebben wij ontwikkeld: armondersteuningen waarvan de beweging driedimensionaal uitleesbaar zijn. Ons idee was om daar een serious game bij te ontwikkelen. Maar daar hebben wij geen verstand van. Dus zijn we met een innovatievoucher naar de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht gestapt. Twee docenten hebben dit direct enthousiast opgepakt en een groep studenten verzameld: afstudeerders Game Design and Development van de HKU en Game and Media Technology van de Universiteit Utrecht. In zes maanden tijd hebben zij Vogels! ontwikkeld. Daarin vertalen de armbewegingen van de patiënt zich naar de beweging van het hoofdpersonage, een vogel. Voor de studenten was dit traject een eye-opener. Geen vechtspelletjes, maar een innovatieve game die zinvol gebruikt wordt. Die combinatie is waar het voor ons om draait.’ Vogels! is tijdens het Festival of Games in Utrecht bekroond met de Diamond Trophy 2010 voor de Beste game van de show.
›
›
›
?
ND
LA
‘Je moet open staan voor de kennis en deskundigheid van partijen in je omgeving’
Worsteling Het verzilveren van kennis stond hoog op de agenda van het deze zomer opgeheven Innovatieplatform: ‘Er worden kansen gemist om de investeringen in kennisontwikkeling economisch en maatschappelijk te laten renderen.’ En: ‘Investeringen in kennisontwikkeling renderen niet als de benutting van kennis wordt verwaarloosd.’ De crux zit hem in (het gebrek aan) interactie tussen kennisinstellingen, bedrijfsleven, overheden en maatschappelijke IS
Spronginnovatie ‘Wij weten maar zo weinig van wat er te weten is’, zegt Henk Janssen, directeur/ eigenaar van Indes in Enschede over waarom hij tijd en geld investeert in zijn contacten met kennisinstellingen. ‘Je moet open staan voor de kennis en deskundigheid van partijen in je omgeving. Sterker nog: die moet je actief opzoeken. Dat is een voorwaarde voor
succes.’ Indes ontwikkelt en produceert innovatieve hulpmiddelen voor zorg en veiligheid. ‘Wij zijn altijd bezig met de volgende generatie producten. Daarom houden we voortdurend contact met hogescholen en universiteiten. Een deel van de kansen die wij zien voor die “spronginnovatie” komt uit lopend onderzoek. Want nieuwe technologische ontwikkelingen maken dingen mogelijk die voorheen niet mogelijk waren.’ Indes heeft in verschillende RAAKprogramma’s geparticipeerd en zet ook kennisvouchers in om gericht onderzoek te financieren. Hierin draagt de overheid € 5.000,- bij en de MKB-er € 2.500,-. Overigens stopt de verzilvering van kennis niet bij de landsgrenzen. Maar hoe vind je binnen Europa zakenpartners die iets voor jou kunnen betekenen? Yvette Aldenhoff, directeur van Interface Biomaterials, dat onderzoek doet naar innovatieve toepassingen van polymere materialen: ‘Syntens heeft ons in contact gebracht met EEN, Enterprise Europe Network. Dat is een netwerk van 600 organisaties in 40 landen. Op deze manier hebben wij een hernieuwd contact opgebouwd met een Ierse onderzoeksgroep en zijn we in contact gekomen met een Duits MedTech-bedrijf waarmee we een haalbaarheidsstudie hebben uitgevoerd.’
NN
Nieuwe onderzeeër Met de RAAK-regeling zijn verschillende innovatielabs ontwikkeld waar studenten vragen van ondernemers onderzoeken. Zoals het Composietenlab van de hogeschool INHolland, dat een centrale rol speelt in het RAAK-project ‘Nieuwe
materialen voor defensie en veiligheid’. Hierin is de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) de trekker. In het lab wordt met gespecialiseerde apparatuur onderzoek gedaan naar composietcilinders die grote druk kunnen weerstaan. De materialen zijn bedoeld voor een nieuw te ontwikkelen onderzeeër. Naast de RAAK-regeling zijn er nog andere initiatieven die laten zien dat de overheid, en betrokken partijen, kennisvalorisatie als een speerpunt zien voor Nederland als kennisland. Denk aan de diverse campussen in den lande waar kennisinstellingen en bedrijfsleven letterlijk bij elkaar gaan zitten om kruisbestuiving te faciliteren. Een voorbeeld is de Chemelot Campus in Geleen, verzamelplaats van chemische bedrijven. Andere initiatieven zijn de 3TUexperimenten, waarin de Technische Universiteiten van Eindhoven, Twente en Delft hun krachten bundelen (www.3TU. nl) en de technologiestichting STW die de kennisoverdracht tussen technische wetenschappers en gebruikers realiseert (www.STW.nl).
KE
aantal structurele relaties tussen kennisinstellingen – met name hogescholen – en het MKB verdubbelen van 10.000 naar 20.000.’ Het initiatief voor zo’n project kan vanuit ondernemers komen. Vaak ook spelen lectoren van een hogeschool in de projectontwikkeling een initiërende rol. Zij hebben de taak bruggen te slaan tussen bedrijfsleven en hogescholen en formuleren vaak in samenwerking met Syntens de programmadoelstellingen die zij willen realiseren. Vervolgens gaan zij gezamenlijk op zoek naar de juiste (consortium)partners om dit uit te voeren. Wordt een project goedgekeurd dan gaat het consortium veelal onder leiding van de lector aan de slag. ‘De RAAK-projecten geven studenten inkijk in de huidige stand van zaken in hun vakgebied, en dat is een belangrijke voedingsbodem voor het realiseren van innovatie in de toekomst’, aldus Karthaus. ‘Tegelijkertijd leidt de samenwerking van bedrijven en hogescholen tot implementatie van nieuwe kennis in producten en diensten. En het heeft een positief effect op de kwaliteit van het onderwijs en de onderzoeksprogramma’s van de hogescholen. Het mes snijdt dus aan twee kanten.’
› 35
NL
›
› 36
DOSSIER
Verbeteringen in therapie leverkanker YVETTE ALDENHOFF (FOTO) EN LEO KOOLE directeurs/eigenaars van Interface Biomaterials (voorheen Celsus Biomat) op de Chemelot Campus, Geleen › product innovatieve toepassingen van polymere materialen › aantal medewerkers 3
instellingen. Sterker: MKB-ers praten over een ‘worsteling’ als ze het hebben over de samenwerking met kennisinstellingen. Oorzaak: de cultuur van een hogeschool en met name een universiteit verschilt wezenlijk van de MKB-cultuur. Staat voor de MKB-er de praktische toepasbaarheid van onderzoek voorop, voor de kennisinstelling draait het om kwalitatief goed onderzoek en, daaruit volgend, onderwijs. ‘De echte vraagsturing ontbreekt’, zegt Paul Groenland, eigenaar van FOCAL Meditech in Tilburg, gespecialiseerd in de ontwikkeling en productie van innovatieve hulpmiddelen voor de zorg. Hij pleit voor een tandem van theorie en
‘Er valt veel te winnen als we vaker bij elkaar over de muur kijken’
praktijk. ‘Wij komen met ons bedrijf bij honderden mensen met functioneringsproblemen, zien bij uitstek waar de zorg de technologie ontmoet. Dat kruispunt is waar innovatie zich op moet richten. Want je kunt prachtige complexe sturingssystemen ontwikkelen, maar zonder de link naar de mens heb je een niet-werkend product.’ Twee werelden Leo Koole van Interface Biomaterials zit wat dit betreft in een betere positie. Hij werkt parttime voor zijn bedrijf en parttime als hoogleraar aan de Universiteit Maastricht. ‘Daardoor kan ik op een informele manier veel kennis delen met collega’s en anderen in mijn netwerk.’ Juist door zijn positie weet hij hoe ver de twee werelden uit elkaar liggen. Hij legt de vinger op een andere zere plek: ‘In de academische wereld wordt kennisvalorisatie niet gewaardeerd, laat staan beloond. Het enige waarop je wordt beoordeeld is het aantal artikelen dat je publiceert. Dat zou moeten veranderen. Het bedrijfsleven en de kennisinstellingen zijn twee verschillende werelden. Er valt veel te winnen als we vaker bij elkaar over de muur kijken.’
‘We ontwikkelen onder meer een nieuwe therapie voor de bestrijding van niet-operabele tumoren in de lever. Kort gezegd gaat het om het injecteren van polymere bolletjes in het vaatbed van de tumor, die vervolgens door gebrek aan bloedtoevoer verschrompelt. Die techniek bestaat al, maar wij werken aan nieuwe eigenschappen van het materiaal om het op beeld zichtbaar te maken voor de arts die de behandeling uitvoert. Die ontwikkeling doen wij zelf, maar vervolgens trekken we op met de Universiteit Maastricht voor het doen van experimenten. Als dat goed verloopt gaan we naar het Academisch Ziekenhuis Maastricht met de vraag of zij met ons die kennis willen voort ontwikkelen door het op een beperkte groep patiënten uit te proberen. Het aantrekkelijke voor hen is dat zij erover kunnen publiceren. Voor onderzoek naar de grootschalige productie van het materiaal hebben we samenwerking gezocht met de TU Eindhoven en Aken. En met Basic Pharma, een bedrijf hier op de Chemelot Campus, onderzoeken we welke protocollen gelden voor de productie en het transport van dit nieuwe geneesmiddel. Kortom: we benutten een heel netwerk om van idee tot product te komen.’
0
›
› logistiek
MIJN TROTS › 37
FOTOGRAFIE IVO VAN DER BENT
Stille zee creëer je zelf
? ND LA IS NN
transporttoepassingen voor de offshore-industrie › innovatie actieve deiningcompensatie op ultradiep water, pipe handling systems, plet handling systems en pipe lay systems › verkoop orders voor 18 kranen › successen: product van het jaar
KE
ERIK HESSELS directeur SMST › product diepwaterkranen en
NL
09
Stel je voor: een kraan op een schip plaatst een constructie op de zeebodem drie kilometer beneden zich. Dat is ongelooflijk nauwkeurig werk. En vooral lastig omdat het schip en de kraan op de golven meedeinen. Tenzij je die bewegingen kunt opheffen en als het ware een stille zee creëert: dat doen wij met actieve deiningcompensatie, de inzetbaarheid van de schepen en kranen stijgt daardoor van 60 naar 90 procent. De bewegingen van het schip en de kraan zetten we supersnel om naar de hijslier, zodat de tonnenzware last nagenoeg stil blijft hangen. Secundaire hydraulica is onze troef: daardoor zit er geen vertraging tussen de meeten regeltechniek. Binnen een tiende van een seconde reageert de kraan op deining. De beweging van de last wordt enorm gereduceerd: drie meter brengen wij terug tot tien centimeter. De meeste kranen hebben nog geen deiningcompensatie, maar wij verwachten dat vrijwel alle constructieschepen die krijgen.
COLUMN
› ANGÉLA KRAMERS, tot 1988 zangeres van de Dolly Dots, is yogalerares en mede-oprichtster van de Stichting Sam die zich inzet voor kinderen met het syndroom van Down of met een autistische stoornis.
Het is net beeldhouwen
? ND LA IS
SINDS ENIGE TIJD ben ik ook bezig een boek te schrijven over yoga en de kracht van dieren. Elk dier is
IN HET BOEK beschrijf ik twaalf dieren en hoe je die interactie krijgt. Een praktijkboek, maar ook een persoonlijk verhaal omdat veel beschrijvingen samenhangen met periodes in mijn leven. Ik had nooit gedacht dat ik het zou kunnen, schrijven, en dat ik het zo leuk zou vinden. Het is net beeldhouwen. Je combineert gevoel en techniek, je creëert iets, laat het even liggen, gaat het verfijnen, voegt nog wat toe, totdat je denkt: dít is het. En het mooie is dat twee uitersten samenkomen: het gaat over intuïtie, over gevoel, maar de wijze waarop ik dat beschrijf is structurerend en analyserend. Waaruit weer eens blijkt dat die twee kanten in de mens – structuur en intuïtie, kennis en gevoel – samengaan. Of beter nog: elkaar versterken.
NN
MAAR OUDE LIEFDE roest niet, dus ook de stem en de dans kwamen weer in beeld. Samen met twee vriendinnen ontwikkelde ik Wild Voice: daarbij gebruik je de stem niet zozeer om een herkenbaar lied te zingen, maar meer om expressie te geven aan je gevoel. Zoals muzikanten interactief kunnen jammen, zo ben ik met mensen aan het zingen, soms heel mooi, dan weer rauw en hard. De hele wereld komt voorbij in zulke stemsessies. De manier waarop ik nu yogales geef – in mijn eigen studio of bij www.thehumanacademy.nl – is anders dan gebruikelijk. Het is energiek, er zit zang en dans in verweven. Het is een soort theater, maar dan sterk vanuit de eigen emoties ingezet en gericht op je gevoel.
een gateway, een poort naar een kwaliteit; houdingen, bewegingen en stemgeluiden kunnen je in de energie van dat dier brengen. Op een vergelijkbare manier brengt de Stichting Sam kinderen in contact met dolfijnen via een therapie die de persoonlijke ontwikkeling sterk stimuleert. Dat werkt echt fantastisch.
KE
n ineens sta je voor de keuze: zo, wat nu? Na het uiteenvallen van de Dolly Dots brak er een totaal nieuwe fase in mijn leven aan. Weg structuur. Het was een prachtige tijd, maar ik was mezelf een beetje kwijtgeraakt. En behalve zingen en dansen kon ik eigenlijk niets. Ik had ooit een opleiding tot receptioniste gevolgd, maar daar wilde ik niet mee verder. Wat ik wel wilde: met mensen werken. Bij de Dolly Dots ging het om entertainen, nu had ik de diepe wens de gevoelskant te ontdekken. Ik volgde massage- en yogaopleidingen, ben daar echt ingedoken: leren, ervaren, praktiseren, overdragen. En hoewel het imago van yoga destijds niet best was – geitenwollensokkentypes in een achterafzaaltje – voelde ik: dít ben ik.
NL
› 38
´ 6XEVLGLHPRJHOLMNKHGHQ" 6XEVLGLH21PRJHOLMNKHGHQ ]DO MH EHGRHOHQ 9RRU PLMQ EHGULMI NDQ LN KHW QLHW YLQGHQ µ 6DELQD 9HUNHUN HLJHQDDU ,QQRYDUV
'H RYHUKHLG KHOSW RQGHUQHPHUV RRN GRRU KHW VXEVLGLHGRROKRI .LMN RS $QWZRRUGYRRUEHGULMYHQ QO VXEVLGLHV
6W aVLR UHHY KPL LUL Z\IZPKPL& =HUHM U\ NHH[ \ UHHY (U[^VVYK]VVYILKYPQ]LU US Z\IZPKPLZ /PLY aPL[ \ PU ttU VVNVWZSHN ^H[ TVL[ ^H[ THN LU ^H[ RHU VW OL[ NLIPLK ]HU ^L[[LU YLNLSZ ]LYN\UUPUNLU LU¯ Z\IZPKPLZ ,U OLI[ \ UVN ]YHNLU& +HU R\U[ \ ILSSLU THPSLU VM JOH[[LU
VOOROP
› RIES VRIEND › (rechts) directeur Amsterdam Software › EDWIN NIEMOLLER (midden) FBO Director KLM › HOUK NOLTEN (links) innovatieadviseur van Syntens
Vliegensvlug op de hoogte Klanttevredenheid vliegend vooruit
Slim verbinden
‘KLM Jet Center verzorgt de grondafhandeling van business- en privéjets in Amsterdam en Rotterdam. Dit is een fijnmazig logistiek proces dat direct van invloed is op de klanttevredenheid van jet owner en passagier. Amsterdam Software onderzocht de software die de grondafhandeling ondersteunt, zodat KLM Jet Center de kwaliteit van haar dienstverlening kon verhogen. Dit leidde tot het systeem “FBO One”, dat front- en backofficeprocessen integreert. KLM Jet Center bracht branchespecifieke kennis in en haar netwerk in de industrie. Amsterdam Software het vermogen om partijen slim digitaal met elkaar te verbinden.
Juist die verbindingen met andere partijen maakt het systeem zo uniek. De verbinding met de Europese verkeersleiding Eurocontrol zorgt voor de meest accurate vluchttijden en de verbinding met fleet owners voor het elektronisch boeken van werkorders en het snel afhandelen van facturen. De volgende stap is nog meer verbindingen leggen naar partijen in de keten. Syntens fungeert hierbij als klankbord. Bij KLM Jet Center is er sprake van een echte nichemarkt die wij alleen kunnen bedienen in nauwe samenwerking met de industrie zelf. Door het aangaan van dit partnership dienen Amsterdam Software, KLM Jet Center en diverse andere ketenspelers hun eigen maar ook het gemeenschappelijk belang: de klant.’
›