Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:02
Pagina 1
ketens [3] JAARGANG 2
SAMENWERKING EN EFFICIENCY
OKTOBER 2008
Rien van den Wijnand directeur Wijngaard Kaas
Henk Verberk manager bedrijfsbureau Sligro Food Group
DUURZAME KETEN COLLECTIEVE INSPANNING 07
8 712345 005634
‘We willen onze processen graag onder controle hebben’
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
18-09-2008
18:50
Pagina 2
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:21
Pagina 3
[ OOG OP DE WERELD ] Het is uitgegroeid tot een van de belangrijkste driedaags festivals in Nederland: Lowlands, voluit A campingflight to Lowlands Paradise. Vanaf 1993 organiseert Mojo Concerts dit evenement op het Walibi-terrein in Biddinghuizen. Een belangrijk deel van de totale festivalbeleving wordt ingevuld door sponsoren. tekst MIRJAM HULSEBOS
Zo’n 55.000 jongeren trekken jaarlijks, rond half augustus, naar Biddinghuizen voor drie dagen muziek, kunst en cultuur. Bij de organisatie van een dergelijk groot festival komt zoveel kijken, dat Mojo Concerts samen met veel sponsoren de festivalbeleving invult. Daarvoor zoekt de organisatie specifiek naar sponsoren die de festivalganger een meerwaarde kunnen bieden. Eenmaal gevonden, worden er afspraken gemaakt over de invulling van de festivalbeleving en kan de sponsor aan de slag. Zoals Douwe Egberts.
FESTIVAL FUN
HOLLANDSE HOOGTE
In eerste instantie was er een samenwerkingverband met DE waarbij het koffiemerk alleen de koffievoorziening op het festivalterrein en backstage verzorgde. Toen was het evenement voor de koffiegigant interessant vanwege de omzet. Tegenwoordig is de insteek gericht op branding. Met dat als uitgangspunt, is samen met Mojo Concerts de ‘koffiewekker’ bedacht. Het merendeel van bezoekers overnacht op de camping en na een nacht vol vertier is het prettig om met een kop koffie wakker te worden. Bij aankomst kunnen de campinggasten een ‘koffiewekkerpakket’ kopen: een pakketje met drie koffiebonnen, een vlaggetje voor op de tent en een gadget. De koffiewekker is geen echte wekker – dat is wel het laatste waar festivalgangers behoefte aan hebben – maar een mobiele koffieschenker. Die tapt bij de tent een vers bakkie koffie als het koffiewekkervlaggetje aan de tent wappert. Door deze actie is DE zeer prominent aanwezig op het Lowlands en draagt zo bij aan de festivalbeleving. In de overwegend zonnige, maar niet te hete, editie van dit jaar heeft de koffiespecialist veel tevreden bezoekers gehad en wederom tienduizenden liters koffie geschonken. De koffie bereikte de bezoekers via diverse kanalen: middels de koffiewekkerpakketten, de ‘normale’ koffievoorziening backstage en op het terrein, én in de drie DE-tenten waarin festivalbezoekers zich met een kopje vers gemalen koffie konden terugtrekken. ketens | 03–2008
3
Er zijn al heel wat proefritten gemaakt op het GS1 congres
Ook een proefrit met FreeConnect? Neem dan contact met ons op en vraag om de gratis proefrit. Tel: 020 – 658 9000
Bij snel en zeker zakendoen draait alles om de juiste connecties. TIE Kinetix biedt u al meer dan 20 jaar de software, de services en het netwerk waarmee u effectief data en content uitwisselt met uw handelspartners. FreeConnect van TIE Kinetix biedt u nog een belangrijke extra. Want hiermee kunt u gratis en probleemloos berichten uitwisselen met uw handelspartners die ook zijn aangesloten op het TIE Kinetix Business Network. FreeConnect is een gratis service in combinatie met andere producten van TIE Kinetix. Wilt u weten wat FreeConnect voor u en uw bedrijf kan betekenen? Maak dan vandaag nog een gratis proefrit! www.TIEKinetix.nl
TIE Kinetix biedt onder andere de volgende producten aan: SOLUTION PROVIDER
EDI, e-Invoicing, Data Synchronization, VeriďŹ cation Manager en TIE Business Network Free Connect A
TIE
COMPANY
Connecting Businesses
advertenties_ketens.indd 4
15-09-2008 20:46:03
Ketens-3-2008 5_14-17new.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:04
Pagina 5
22
Inhoud N R
3
O K T O B E R
2 0 0 8
PAGINA 2-11
De Opening
Oog op de wereld, Nieuws, Over de grens
PAGINA 14
Het Gesprek
Erik Zwarter, bedrijfsadviseur Inkoop en Logistiek, over de toepassing van category management in het Erasmus Medisch Centrum
PAGINA 18
In Beeld
Papieren facturen de deur uit!
PAGINA 22
Best Practice
Een kijkje achter de schermen bij een pilot met de DataBar
PAGINA 29
Dossier
Duurzame bedrijfsvoering in de praktijk
‘Het meest vervuilende deel bleek de verpakking te zijn.’
29
J O H A N H A Z E L B E R G , LO G I S T I E K M A N A G E R I N N O C E N T D R I N K S
PAGINA 13 + 21 + 37
Podium
‘Internet maakt de fysieke winkel overbodig.’ Drie reacties
13
PAGINA 36
Agenda & Opfrisser PAGINA 39
Column
Marco Duineveld
& Colofon
14
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:21
Pagina 6
[ DE OPENING ] FORUM
IN DE RIJ
In Forum reageren lezers op actuele ontwikkelingen of artikelen die in eerdere edities van Ketens zijn verschenen.
Eindelijk inzicht
Nederlandse rijen in winkels, treinstations en postkantoren zijn korter dan het Europese gemiddelde: Nederlanders staan gemiddeld 3,5 minuut in de rij. Het Europese gemiddelde ligt op ruim 5 minuten. Dat blijkt uit onderzoek van de Mystery Shopping Providers Association (MSPA). Ook het aantal mensen in de Nederlandse wachtrij is met 2,4 aanzienlijk lager dan elders in Europa (3,4). De langste wachtrij kwamen de mystery shoppers tegen in een postkantoor in Italië, waar ze maar liefst 1 uur en 50 minuten moesten wachten op hun beurt.
6
ketens | 03–2008
Verkoopcijfers van 6.800 uitgeverijen over 282.000 verschillende titels kwamen begin vorig jaar plotseling ‘op straat’ te liggen. Niet letterlijk, maar ze werden in de boekenbranche wel publiek geheim toen marktonderzoekbureau GfK in opdracht van Stichting Marktonderzoek Boekenvak een continu scanonderzoek in de boekenbranche startte. Zo’n driekwart van alle boekenretailers levert wekelijks informatie aan over de verkochte aantallen. Uitgevers en retailers krijgen benchmarkinformatie teruggekoppeld die laat zien hoe zij het doen ten opzichte van de markt. Laurens van den Oever, divisiemanager Media, Entertainment & Leisure bij GfK: ‘De behoefte kwam vanuit de retail. Zij gebruiken de informatie vooral voor de assortimentsbepaling. Sommige uitgevers hadden wat schroom, maar na anderhalf jaar is die volledig weg. Zij zien nu eindelijk wat de daadwerkelijke doorverkoop van boeken is en hebben daarmee voor het eerst zicht op de voorraadposities.’ De informatie wordt ter beschikking gesteld via een webtool. Deze had GfK al ontwikkeld voor de audio-, video- en gamingbranche, waar het bureau een soortgelijk continu-onderzoek uitvoert. ‘De tool haalt uit een enorme bak aan informatie precies die gegevens die een retailer of uitgever nodig heeft. De moeilijkste taak van de tool is het omgaan met de enorme hoeveelheid data’, weet Van den Oever. Ook in andere branches gaat GfK een soortgelijk onderzoek opzetten.
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:21
Pagina 7
FLASH BACK>
SNELLER
VAKKENVULLEN
Gemak dient de mens Maandag wasdag. Wij moderne consumenten kunnen ons er niets meer bij voorstellen; een was draai je tussen neus en lippen door. Hoewel, ‘wij’ draaien niets meer, dat doet de machine. Wat een verschil met vroeger, toen de huisvrouw nog zelf aan de hendel moest zwengelen om ervoor te zorgen dat wasgoed, zeep en water goed gemengd werden. Om het maar niet te hebben over het mangelen. De huisvrouw van toen had geen sportschool nodig. Daar was ook geen tijd voor: de was doen was letterlijk een dagtaak. Vandaag de dag gelukkig niet meer, dankzij slimme innovaties van fabrikanten van wasmachines, -drogers en -middelen. Kunnen we fijn met z’n allen naar de sportschool.
Maar liefst 40 procent van de totale operationele kosten van retailketens bestaan uit handlingkosten in de winkel. Mariska van Stipdonk heeft tijdens haar master Operations Management & Logistics aan de TU Eindhoven onderzocht wat het effect is van Shelf Retail Ready Packaging (schapgerede omverpakkingen) op deze kosten. Van Stipdonk: ‘Veel mensen associëren dit met een discounter, maar er zijn ook heel fraaie omdozen die het merk versterken.’ Haar studie richtte zich echter niet op de marketingkant, maar puur op het handlingproces. ‘Het blijkt dat voornamelijk de openingsmethode van de omdoos bepalend is voor de tijd die het kost om producten in het schap te krijgen, evenals de aanwezigheid van een display tray.’ Het Shelf Retail Ready Packaging-concept is in het bijzonder geschikt voor kleine artikelen met een hoge omloopsnelheid. Om het concept van de grond te krijgen, zouden verschillende retailketens samen de optimale verpakking moeten bepalen. Belangrijk is dan bijvoorbeeld het aantal facings. ‘In een gewone supermarkt staat het merendeel van de producten op één facing, bij de Makro zijn dit er vaak meerdere’, weet Van Stipdonk. Haar scriptie leverde haar niet alleen de scriptieprijs op van het ECR Europe Forum en het Nederlands Verpakkings Centrum, maar ook een baan bij het bedrijf waar ze haar onderzoek uitvoerde: Metro Cash & Carry, in Nederland beter bekend als Makro. ketens | 03–2008
7
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
18-09-2008
14:50
Pagina 8
[ DE OPENING ]
[ FOOD FOR THOUGHT ] Een barcode scannen is net als het lezen van de krant: je krijgt het nieuws van gisteren. Met RFID zie je wat in het hier en nu gebeurt. Door die techniek kunnen bijvoorbeeld producten door de keten heen real-time worden gevolgd. Groot voordeel daarvan is dat er direct kan worden bijgestuurd. Dus als na een week regen de zon weer volop doorbreekt, kan de supermarktketen real-time actie ondernemen om te voorkomen dat het koelvak met barbequepakketten leeg raakt. Maar ook men-
METEN IS WETEN sen zijn real-time te volgen. Bijvoorbeeld door bezoekers van een attractiepark een armbandje met een tag te geven bij de ingang. Aan het eind van de dag wordt hun armband gescand en kunnen ze in één keer hun consumpties afrekenen. En passant krijgt het park op afstand informatie over de plekken waar het druk of rustig is, zodat het zijn personeel beter kan inzetten. Ook marketingtechnisch is informatie over bezoekersstromen van grote waarde. Het zijn vooral de combinaties van toepassingen die volgens ingewijden leiden tot een hogere kwaliteit. Welke combinaties zijn er in uw keten denkbaar?
8
ketens | 03–2008
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:05
Pagina 9
QUOTE
“
FMCG-BEDRIJVEN HALEN AL JAREN EEN LEVERBETROUWBAARHEID VAN MEER DAN 99 PROCENT, MAAR DE SCHAPBESCHIKBAARHEID SCHOMMELT TUSSEN DE 88 EN 96 PROCENT.
”
JAN FRANSOO, HOOGLERAAR OPERATIONS MANAGEMENT & LOGISTICS AAN DE TU EINDHOVEN
KNOW HOW
VOOR U GESPOT
Bouwmarkten lopen jaarlijks circa een half miljard euro mis door faalkosten in de keten, zo berekende Boer & Croon in een onderzoek naar lost sales. Lost sales is gemiste omzet doordat consumenten met koopintenties niets kopen. Redenen: het product wat ze zoeken zit niet in het assortiment, is uitverkocht, de consument kan het niet vinden of wordt slecht geholpen. Met 29 procent scoort de DHZ-branche het hoogst van alle onderzochte sectoren op ‘product uitverkocht’. Dit is deels te verklaren door seizoensinvloeden en de vele acties, maar ook door het feit dat de sector moeite heeft balans te vinden tussen werkkapitaal en omzet. De ene vestiging stuurt primair op het verlagen van het werkkapitaal, de andere op het minimaliseren van out-of-stock. In de eerste categorie liggen de lost sales als gevolg van out-of-stock op 36 procent; in de tweede op 8 procent. De onderzoekers menen dat verlaging van het werkkapitaal best hand in hand kan gaan met het reduceren van out-of-stock.
DE SNELHEID VAN VERTROUWEN
EEN KWESTIE VAN BALANS
Volgens Stephen M. R. Covey (inderdaad, de zoon van...) is vertrouwen een keihard economisch meetbaar managementinstrument. Met De snelheid van vertrouwen leggen hij en co-auteur Rebecca R. Merrill uit waarom vertrouwen de kritische succesfactor is van de nieuwe economie. Vervolgens geven ze aan hoe dat vertrouwen gewekt en gegeven kan worden. Zowel aan medewerkers als aan klanten, aandeelhouders en andere belanghebbenden. Door dit vertrouwen maakt een organisatie meer snelheid, minder kosten, meer omzet en krijgen management en medewerkers meer energie. Aan de hand van dertien eigenschappen en vijf cirkels van vertrouwen geven Covey en Merrill een routekaart om vertrouwen op elk niveau te bereiken, te werken aan karakter en competenties, geloofwaardigheid te versterken en om leidschap te ontwikkelen dat inspireert tot vertrouwen. Tit el: De snelheid van vertrouwen A ut eurs : Stephen M. R. Covey, Rebecca R. Merrill Verkrijgbaar: bij de betere boekhandel en online (Business Contact, ISBN13: 9789047000877) ketens | 03–2008
9
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:05
Pagina 10
[ DE OPENING ]
[ OVER DE GRENS ]
LEGE SCHAPPEN GEVEN MEESTE ERGERNIS Uitverkochte producten. Dat staat met stip op één in de ergernissen top-3 van klanten van supermarkten. Op twee staat het bijvullen van schappen tijdens openingstijden. Het is vrijwel onmogelijk om beide ergernissen tegelijkertijd aan te pakken. Tenzij supermarkten serieus kijken naar het Shelf Retail Ready Packaging-concept, zie de berichtgeving op voorgaande pagina. Op de derde plaats staan de lange wachtrijen bij de kassa, vorig jaar nog goed voor de eerste plaats.
GROOT-BRITTANNIË Om het online boodschappen doen te bevorderen, maken Britse retailers als Tesco en Sainsbury’s het voor hun klanten nog eenvoudiger met online boodschappenlijstjes, product reviews en de mogelijkheid om alle ingrediënten van een recept in één klik te kopen. Het online supermarktkanaal in Groot-Brittannië is momenteel goed voor een omzet van 4,3 miljard euro en groeiende. Reden voor de ketens om hun distributiemodel aan te passen. Tesco, die voorheen de boodschappen altijd vanuit de lokale winkels bezorgde, heeft een speciaal home shoppingdepot geopend, Sainsbury’s heeft het aantal winkels dat home shopping aanbiedt verdubbeld.
GEMAK TREKT KLANTEN ONLINE SUPERMARKT IN
OPERATIONELE BRIL Schappenplannen worden gemaakt door marketeers vanuit het oogpunt van omzetmaximalisatie. Vervolgens wordt het optimale bestelmoment berekend aan de hand van de bestelkosten versus de kosten om voorraden aan te houden. Deze methode leidt in de foodretail tot aanzienlijke handlingskosten. Tom van Woensel van de Faculteit Technologie Management aan de TU Eindhoven heeft door een operationele bril naar schappenplannen en bestelmomenten gekeken. ‘Uit kostenoogpunt kom je tot een andere schapinrichting’, concludeert hij. ‘Ga je voor winstmaximalisatie, dan moeten marketing en logistiek nader tot elkaar komen.’ Tot het zover is, kunnen de kosten in ieder geval worden verlaagd door een aangepaste bestelmethodiek. ‘Je kunt alle langzaamlopende producten op maandag bestellen in plaats van verspreid over de week’, geeft Van Woensel als voorbeeld. Zijn simulatie leidde tot een reductie van 11 procent in orderlijnen.
10
ketens | 03–2008
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 11
EUROPA
Voedingsmiddelenindustrie verdeeld over etiketteringsplan De Europese Commissie wil dat informatie over vet, verzadigd vet, koolhydraten, suiker, zout en calorieën (‘de grote zes’) op de voorkant van de verpakking komt te staan. In Nederland leiden deze plannen tot verdeeldheid. Uit een poll van Elsevier Voedingsmiddelenindustrie blijkt dat 43 procent de plannen belerend vindt; de informatie over voedingswaarde kan volgens hen ook prima op de achterkant van de verpakking. 45 procent is het er echter wel mee eens. Hoe meer duidelijkheid hoe beter, vinden zij. Ondertussen is op veel etiketten al informatie over de voedingswaarde te vinden, vaak zelfs als percentage van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid. De CIAA, de Europese organisatie van voedingsmiddelenbedrijven, heeft onderzoek gedaan naar ruim tweeduizend producten uit vijf landen. Daaruit concludeert zij dat 44 procent van de artikelen informatie bevat over de zes belangrijkste voedingswaarden. Die informatie wordt als percentage van de dagelijkse aanbevolen hoeveelheid weergegeven. De CIAA onderzocht daarvoor producten uit Nederland, Frankrijk, Italië, Spanje en Groot-Brittannië en interviewde de fabrikanten. Van de grote producenten zegt 65 procent informatie over de dagelijks aanbevolen hoeveelheid voedingsstoffen op het etiket te willen zetten; van de kleine bedrijven is dat slechts 34 procent.
VERENIGDE STATEN
KORTINGSBON IN LIFT In Nederland komt het fenomeen nog niet echt van de grond, maar in Amerika zijn ze het afgelopen jaar flink populairder geworden: websites die kortingsbonnen aanbieden. Je print de bon en levert ’m in bij de kassa in ruil voor korting. Nog handiger zijn de papierloze coupons. De klant hoeft alleen maar zijn klantenkaart voor een klein beeldscherm bij het schap te houden. Vervolgens wordt de korting op vertoon van de klantenkaart automatisch bij de kassa verrekend. Procter & Gamble heeft samen met retailer Kroger een pilot gedaan, die wederzijds goed beviel. Ook klanten zijn blij: ze hoeven geen bonnetjes meer te printen of uit te knippen en kunnen ze ook niet meer vergeten als ze boodschappen gaan doen.
ketens | 03–2008
11
8:CIG>8 '% ?66G :9>"A:K:G6C8>:G Centric levert al 20 jaar EDI-oplossingen. En dat hebben wij samen met u gevierd op het GS1 congres. Bedankt voor uw bezoek aan onze stand. Hebben wij elkaar niet gesproken of bent u niet geweest? Bel voor een afspraak, wij komen graag bij u langs. Of neem een kijkje op www.centric.nl/edi. Bij Centric vindt u de EDI-oplossing die bij u past. Met onze jarenlange ervaring, maatwerk-expertise en een ruim assortiment standaardsoftware bent u bij ons aan het juiste adres. Naast EDI leveren wij een totaaloplossing voor de supply chain. Ook voor WMS, TMS, ERP, en POS kunt u bij Centric terecht. Centric Postbus 355 2900 AJ Capelle a/d IJssel
Ge誰nteresseerd? Wilt u meer weten over wat Centric voor u kan betekenen? Neem dan contact met ons op of kijk op www.centric.nl/edi.
The Netherlands Phone +31 10 246 30 00 Fax
+31 10 202 44 81
info.se@centric.nl www.centric.nl/edi
consultancy | it solutions | software engineering | e-business | systems integration | managed ict services | training
advertenties_ketens.indd 12
15-09-2008 20:46:21
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:06
Pagina 13
stelling
Internet maakt de fysieke winkel overbodig reactie
‘Internet neemt een groeiend deel van de retailomzet voor zijn rekening. Voordelen als een oneindig assortiment, objectieve productinformatie, gebruikerservaringen, een lagere prijs en veel gemak doen veel mensen besluiten om steeds meer aankopen via het web te doen. Toch ben ik het slechts gedeeltelijk eens met de stelling. Fysieke winkels hebben op bepaalde gebieden zeker nog toegevoegde waarde ten opzichte van webshops. Ze moeten hun onderscheidende elementen dan echter wel erkennen en versterken. Daarbij denk
PODIUM MICHEL
[1]
FOTOGRAFIE: HANS VAN DEN HEUVEL TEKST: PETRICK DE KONING
SCHAEFFER marketing directeur bij Bol.com
ik bijvoorbeeld aan de mogelijkheid om producten zelf te voelen, te ruiken en te proberen. Maar ook persoonlijk aandacht kan belangrijk zijn. Vooral de kwaliteit en kennis van de medewerkers in de winkel verdienen grote aandacht. Helaas valt de productkennis en de beleving van het personeel in de praktijk soms wat tegen. En dat terwijl winkelen bij traditionele winkels juist ook leuk en gezellig voor de consumenten zou moeten zijn. Het is zaak dat fysieke winkels werken aan hun sterke punten. Ik vrees dat anders steeds meer omzet naar het internet zal verhuizen.’
ketens | 03–2008
13
Ketens-3-2008 5_14-17new.qxd:GS1-2carla
18-09-2008
14:42
Pagina 14
GE
14
ketens | 03–2008
Ketens-3-2008 5_14-17new.qxd:GS1-2carla
18-09-2008
14:42
Pagina 15
ERASMUS MEDISCH CENTRUM OP ZOEK NAAR MAXIMALE EFFICIËNTIE IN INKOOP
< <
het gesprek
> >
diagnose
N E Z I N G nabij tekst RUUD SLIERINGS | illustratie HAN HOOGERBRUGGE
Category management in de zorgsector is nog geen modus. Erger nog: veel leveranciers van medische apparatuur werken nog niet eens met het uniforme barcodesysteem. Toch probeert het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam op basis van analyses en monitoring efficiënter en slimmer in te kopen. Een vrijwel onbekend verschijnsel in de medische sector. En wie veel kleine stappen zet, komt uiteindelijk ook op zijn bestemming. Erik Zwarter begon in 2003 als Adviseur Inkoop & Logistiek bij het Erasmus Medisch Centrum (Erasmus MC). Zijn belangrijkste taak was een slimmere inkoop organiseren voor 'Cluster 17' van het ziekenhuis: de operatiekamers, intensive care-afdelingen en anesthesie. Inmiddels is hij ook werkzaam voor de Directie Informatie, maar het advieswerk op logistiek en inkoopgebied blijft het belangrijkste deel van zijn dagelijkse werk. Vijf jaar geleden kwam Zwarter vanuit een wereld waar category management behoorlijk ingeburgerd was - hij werkte als IT-adviseur voor enkele AH-klanten uit de vleesverwerkende industrie – nu terecht in een sector waar op z'n zachtst gezegd nog wat braakliggend terrein te slechten was: weinig systematiek in de inkoop, geen uniformering in codering, veel eilandjes, laat staan dat er een vruchtbare voedingsbodem voor geavanceerd category management was. Inmiddels is het Erasmus MC stukken verder.
Eén prijs per handeling Zwarter begon aan zijn taak op het moment dat de overheid net had bepaald dat de zorgsector voortaan met diagnosebehandeling-combinaties (DBC's) moest werken. Een DBC is de basis voor het betalingssysteem: per ziektegeval betalen zorgverzekeraars een vast bedrag voor de 컄 ketens | 03–2008
15
Ketens-3-2008 5_14-17new.qxd:GS1-2carla
18-09-2008
14:42
Pagina 16
컄
Step Change Award Dat de afdeling inkoop van het Erasmus Medisch Centrum flink aan de weg timmert, blijkt uit het feit dat vorig jaar de Step Change Award in de wacht werd gesleept. Die prijs is één van de drie Dutch Sourcing Awards die jaarlijks aan de best presterende inkoopteams worden toegekend. In 2007 kreeg het inkoopteam van het Erasmus MC deze erkenning omdat, volgens de jury, de inkoopafdeling erin geslaagd was artsen en specialisten te interesseren voor inkoop. Een voorbeeld voor de branche, noemde de jury de vorderingen die gemaakt zijn.
totale zorg, ongeacht de manier waarop de zorg wordt verleend. Verpleging, arts, bandages, medicijnen, medische apparatuur, alles moet uit dat ene bedrag per behandeling komen. Voor elk ziekenhuis betekende deze wetswijziging dat er een zekere mate van urgentie kwam in het verbeteren van de efficiëntie in inkoop en logistiek. Zwarter: 'Voorheen declareerde een ziekenhuis de verrichte handelingen aan verzekeraars. Het ziekenhuis werkte met budgetten, niemand wist precies wat er per patiënt verspijkerd werd. Interne kostprijsberekening was er niet. Nu is er dus één vaste prijs voor het gehele behandelingstraject. In deze nieuwe situatie is het wèl belangrijk precies te weten hoeveel implantaten er geplaatst zijn, welke medicatie is gebruikt en bijvoorbeeld hoeveel hechtdraadjes zijn aangebracht. Want als blijkt dat een ziekenhuis het niet redt met de door de zorgverzekeraar vastgestelde prijs, moeten we ofwel onderhandelen over een ander tarief, ofwel proberen scherper in te kopen.' Meer rekenwerk dus. Maar ook meer inzicht. Zwarter: 'Dat is waar, maar één van de beoogde effecten van de wetswijziging was ook de bureaucratie terugdringen door met één vast bedrag te gaan werken. Voor de overheid en zorgverzekeraars is dat misschien waar, maar voor ziekenhuizen is er véél meer administratief werk bijgekomen. En ook de arts moet het hele traject in het DBC-dossier registreren.'
Inkoopplannen De invoering van het DBC-systeem was niettemin een mooie trigger om te kijken waar meer efficiëntie te behalen viel. Het Erasmus MC pakte die uitdaging voortvarend op, aldus Zwarter: 'Alles wat in het pri16
ketens | 03–2008
maire proces van Cluster 17 nodig is, hebben we onder de loep genomen. Rond de maand juli van elk jaar maakt elke afdeling de jaarplannen voor het volgende jaar. Wij maken een bestedingsanalyse en daarop stemmen we in overleg met de artsen het inkoopplan af. Met dat plan in de hand kunnen de inkopers onderhandelen met de leveranciers.' Overigens zijn dat zelden processen die soepel verlopen. Enerzijds moet de prognose van de medische staf over het geschatte verbruik niet te ver van de realiteit af liggen omdat er anders niet te onderhandelen valt met leveranciers, anderzijds moet vanwege de volumes voor vrijwel elke inkoopcategorie Europees worden aanbesteed. Toch heeft het Erasmus MC grote stappen gezet, getuige ook de prestigieuze prijs die het ontving voor de manier waarop het inkoopproces is verbeterd (zie kader). Zwarter: 'We proberen de inkoop zo centraal mogelijk te organiseren. Dat gaat elk jaar beter. Vervolgens monitoren we dat continu om te zien of afdelingen participeren in het centrale inkoopbeleid en dus geen eigen inkoop plegen. Als ze niet bij de partij inkopen met wie wij een contract hebben afgesloten, kan daar een reden voor zijn, maar het kan ook onbekendheid zijn.'
Category management De afdeling Inkoop koppelt voortdurend haar bevindingen terug naar de afdelingen die zorg verlenen. Zwarter: 'We kunnen precies achterhalen wat de omzet binnen een categorie is en naar welke leveranciers veel geld gaat. Omdat op basis van DBC's wordt afgerekend, is het interessant om die parameters te kennen. Hoe meer informatie over het gebruik, des te beter kun je de inkoop sturen. Maar ook: hoe meer
Ketens-3-2008 5_14-17new.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:28
Pagina 17
< <
het gesprek
> >
Erasmus Medisch Centrum – Rotterdam Aantal werknemers: Afdelingen: Aantal bedden: Opnamen in 2007: Verpleegdagen in 2007: Polikliniekbezoeken in 2007: Dagbehandelingen in 2007: Aantal geopende DBC's in 2007: Medewerkers inkoop: Leveranciers:
participatie door de medici, des te scherper de inkoop kan.' Een stap verder – maar zo ver is ook het Erasmus Medisch Centrum nog niet – kom je uit bij category management. Er is in de medische sector überhaupt nog geen sprake van zoiets als ‘product/patiënt-combi's’. Zwarter: 'In het ziekenhuis zijn we nog vooral bezig vanuit het product. De zorgverzekeraars kopen als het ware behandelruimte bij ons in, ze nemen DBC's bij ons af. Ik denk dat je daarin nog veel meer homogeen kunt clusteren, waardoor je ook betere afspraken kunt maken, zowel aan de leverancierskant als aan de kant van de patiënt. Als wij bijvoorbeeld hele lage wachttijden voor niersteenvergruizing hebben, zouden we daar veel meer patiënten op kunnen binnenhalen en deze dienstverlening op den duur misschien goedkoper kunnen aanbieden. Dan kun je afspraken maken met de fabrikant van de apparatuur en er een een-tweetje van maken.'
Zorg promoten Dat soort trajecten zijn nog geen dagelijkse praktijk, ook omdat het een andere benadering van de zorginstelling vereist: marktwerking. Zorgverleners moeten hun zorg gaan promoten, en dat is een andere tak van sport. Zwarter: 'Marketing en zorg gaan nog niet zo goed samen, maar je krijgt nu wel een ander soort dynamiek. Aan de andere kant moeten we ook niet voor de muziek uitlopen, want als ik zie hoe lang we hebben moeten strijden voor één streepjescodesysteem op bijvoorbeeld alle verschillende soorten implantaten die we afnemen, dan vrees ik dat het nog wel even kan duren. Sterker nog: nog altijd moeten we zelf op zo'n dertig procent van
ruim 12.000 60 (gegroepeerd in 17 clusters) circa 1300 37.799 298.504 circa 420.000 circa 63.000 241.505 13 300 categorie A en circa 4000 categorie B
de implantaatproducten stickers plakken omdat fabrikanten ofwel hun eigen codes hanteren of omdat ze nog niet goed kunnen werken met het codestelsel. Daardoor kunnen we ook nog niet echt voor de volle honderd procent inzichtelijk maken wat een ingreep precies kost.' Het Erasmus MC heeft in zekere zin last van de wet van de remmende voorsprong. Wat de afdeling inkoop kan doen is sterk afhankelijk van wat de sector toelaat, en van wat het Erasmus MC zelf intern weet af te dwingen. Zwarter: 'Ik hamer er voortdurend op om in onze algemene voorwaarden op te nemen dat gebruik van dat codestelsel verplicht is. Maar dat kost moeite omdat niet iedereen inziet welke voordelen daarmee te behalen zijn. Ik wil maar zeggen: we hebben een lange adem nodig.' Een andere vertragende factor is het feit dat artsen vaak in hoge mate autonoom handelen. Ze kunnen altijd afwijken van standaarden, daar staan geen sancties op. Eén type chirurgische handschoen? Zwarter: 'Dat krijgen we er bijna niet door. En als we Europees aanbesteden, duurt het vaak erg lang voordat er consensus is over de productkeuze. Voordeel is wel dat er van het DBC-systeem een financiële prikkel uitgaat om slimmer in te kopen, dus artsen krijgen er steeds meer belangstelling voor.' En zo heeft het Erasmus Medisch Centrum een koers ingezet die het ziekenhuis uiteindelijk concurrentievoordeel zal gaan brengen, denkt Zwarter. Steeds beter krijgt het in de vingers wat er in de keten gebeurt in de zin van kosten, doorlooptijd en efficiency. Zwarter: 'De volgende fase moet zijn dat we DBC's gaan clusteren en daar nog meer kostenvoordeel en efficiency uit gaan halen.' 컅 ketens | 03–2008
17
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 18
PAPIEREN FACTUUR DE DEUR UIT! Bedrijven werken steeds meer met volledig geautomatiseerde systemen. De facturering lijkt op dit vlak echter achter te blijven. Dat is jammer, want e-factureren is een stuk goedkoper dan de klassieke manier van factureren: de gemiddelde kosten voor een papieren factuur bedragen dertig euro, die van een elektronische zes. Jaarlijks kan er op de ongeveer 27 miljard facturen die in de EU worden verstuurd zoâ&#x20AC;&#x2122;n 243 miljard euro worden bespaard. In Nederland, waar ongeveer 1 miljard facturen per jaar worden verstuurd, is een besparing mogelijk van 600 miljoen euro. De overheid en het bedrijfsleven staan voor de uitdaging dit door samenwerking en standaardisering te realiseren.
Postkantoor
Bank
Steam wor k G raphi cs / Bron : Platfo rm ELFA
18
ketens | 03â&#x20AC;&#x201C;2008
TOEN
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:08
Pagina 19
Bedrijf
BINNENKORT Voordelen e-factureren Als alle schakels in de keten binnenkomende elektronische facturen moeiteloos kunnen inlezen, controleren en betalen wordt e-factureren pas echt besparend. De voordelen op een rij:
Platform
Klant
ketens | 03â&#x20AC;&#x201C;2008
19
EDI, e-Business, e-Invoicing
Termen die tegenwoordig vaak gebruikt worden en die aangeven dat elektronisch zaken doen actueel is. Maar wat is het nu precies, en wat zijn de verschillen en overeenkomsten? Nog belangrijker, welke voordelen kunnen ze Ăşw onderneming brengen? InterCommIT heeft jarenlang ervaring met de verschillende facetten van e-Business. Binnen diverse branches worden onze diensten en producten gebruikt voor communicatie, integratie en invoicing. Wilt u weten hoe u elektronisch zakendoen voor u kunt laten werken bel dan meteen met Johan Dillerop of bezoek de website www.intercommit.nl/ketens3. InterCommIT bv T 033 479 0891 E sales@intercommit.nl I www.intercommit.nl
There is no limit to our CommITment
advertenties_ketens.indd 20
15-09-2008 20:47:13
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 21
stelling
Internet maakt de fysieke winkel overbodig reactie
‘Alleen al om voor de gezelligheid samen met vriendinnen een middagje te gaan winkelen, zijn fysieke winkels volgens ons echt nodig. Naast het shoppen zelf is het ook leuk om bij te kletsen op een terras. Bovendien is het prettig om kleding of schoenen ook echt aan te trekken en te voelen voor je het koopt. Wij willen toch kijken of het goed past en leuk staat. Verder kun je het product meteen meenemen en hoef je geen dagen op de postbode te wachten. Een ander pluspunt van een fysieke winkel is het directe contact met winkelpersoneel en de service. Bijvoorbeeld het afsluiten
FOTOGRAFIE: HANS VAN DEN HEUVEL TEKST: PETRICK DE KONING
PODIUM VEERLE
[2]
EN MAXIME LUNTER (16) consumenten
van een abonnement voor mobiele telefonie. Als je dat via internet regelt, is het best lastig en tijdrovend om problemen via internet of telefonisch op te lossen. In een winkel ga je gewoon even langs. Aan de andere kant is webwinkelen natuurlijk wel lekker snel en eenvoudig. Je doet het wanneer je maar wilt. Maar als we tijd hebben, gaan we toch liever echt winkelen.’
ketens | 03–2007
21
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
18-09-2008
14:45
Pagina 22
m
i Rien van den Wijngaard en Henk Verberk
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 23
BEST PRACTICE
DE KETEN
minder
black box meer informatie De keten als geheel functioneert beter als we ook informatie over THT, gewicht en productiebatches met elkaar delen. Een kijkje in de keuken bij twee pilotbedrijven:
Sligro Food Group enWijngaard Kaas.
ěť&#x201E;
d o o r M I R J A M H U L S E B O S / f o t o g r a f i e K AT O TA N
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 24
BEST PRACTICE
컅 Wijngaard Kaas is een echt familiebedrijf. Rien van den Wijngaard is de derde generatie die aan het roer staat van deze specialist in het rijpen en verpakken van kaas. De onderneming richt zich niet op de massamarkt van kilostukken, maar produceert een echt kwaliteitsproduct. ‘We kopen de kaas van kleine coöperaties in NoordHolland en Friesland en laten deze ver-
volgens rijpen in omstandigheden die gelijk zijn aan die in ons 100 jaar oude kaaspakhuis’, vat Van den Wijngaard de kernactiviteit samen. Het bedrijf levert onder verschillende merknamen aan de foodservice en foodretail. De grootste klant is Sligro Food Group, dat bestaat uit enkele productiebedrijven, een foodservice- en een retailtak. Zestig jaar geleden begon het bedrijf
met drie winkels in Den Bosch. Vanaf dat allereerste begin was Wijngaard Kaas al een leverancier. Op dit moment telt de onderneming 160 supermarkten onder de formules Golff en EM-TÉ, 44 zelfbedieningsgroothandels en tien bezorgservices. ‘We hebben de laatste paar jaar een enorme groei doorgemaakt’, weet manager bedrijfsbureau Henk Verberk. Een groei die gepaard ging met een even snelle toename van de hoeveelheid data, en dat stelde het bedrijf soms voor uitdagingen. ‘We zijn nogal control freaks’, lacht Verberk. ‘Dat bedoel ik in de positieve zin van het woord. We willen onze processen graag onder controle hebben en daarvoor heb je informatie nodig. Die informatie was er ook, maar niet altijd zo compleet als we het wilden hebben en bovendien verspreid over verschillende systemen, die onderling allemaal gekoppeld waren. Aan de achterkant levert dat een enorme wirwar aan koppelingen en informatiestromen op.’ Black box Sligro Food Group werkt met maar liefst drie verschillende barcodes. Eén voor de supermarktproducten. Daarin ligt informatie opgeslagen over het land van oorsprong, de fabrikant, het specifieke productnummer en de prijs. In de distributiecentra en foodservicemarkt werkt het bedrijf met de barcode, die extra informatie bevat zoals de houdbaarheidsdatum, het gewicht, het batchnummer en de verzendcode. Vanwege het formaat van deze barcode
‘IEDEREEN HEEFT BINNEN DE HUIDIGE
BEPERKINGEN AL EEN OPLOSSING GEKOZEN, HOE GEKUNSTELD
DIE VAAK OOK IS’ HENK VERBERK
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 25
‘ALS IEDEREEN
DE KAT UIT DE BOOM BLIJFT KIJKEN, GEBEURT
ER NOOIT IETS’ RIEN VAN DEN WIJNGAARD
– ‘het zijn echt hele lange lappen’, verzucht Verberk – wordt deze alleen gebruikt op bulk- en grootverpakkingen. De individuele kleinere producten in het foodservicekanaal worden daarom voorzien van een derde code: de instore code. Toen Verberk er lucht van kreeg dat GS1 op zoek was naar een bedrijf dat in een pilotsituatie de nieuwe DataBar wilde testen, was hij er als de kippen bij om zich aan te melden. ‘De DataBar bevat dezelfde rijke informatie maar dan in superklein formaat, een heel stuk kleiner dan de huidige retailbarcode’, jubelt hij. ‘Dat betekent dat we voortaan met één code af zouden kunnen in plaats van drie. Bovendien krijgen we meer grip op wat er in ons supermarktkanaal gebeurt. We weten hoeveel meer sturingsinformatie we krijgen als ook informatie over het gewicht, de houdbaarheid en de productiebatch in een barcode staat opgeslagen. Daarbij vergeleken is de scaninformatie in het supermarktkanaal nog deels een black box.’ Efficiënte supply chain Op zoek naar een partner voor de pilot kwam er eigenlijk maar één naam bovendrijven: Wijngaard Kaas. ‘Wij werken al 60 jaar met hen samen en altijd tot volle tevredenheid. Bovendien is Wijngaard Kaas altijd in voor innovatie, ze staan open voor nieuwe ontwikkelingen en gaan met hun tijd mee’, verklaart Verberk. Van den Wijngaard hoefde niet lang over het voorstel na te denken. ‘Ons bedrijf bestaat bij de gratie van partnerships. Sligro Food Group is onze grootste klant, en dus is het logisch dat er met hen een intensieve relatie bestaat. Dat is in de praktijk zo gegroeid. Zo is er op logistiek gebied een innige
Rien van den Wijngaard
samenwerking. Wij produceren in de besteleenheden voor Sligro en hebben onze koelcel ingericht op een optimale vrachtwagenbelading, zodat de handling in ons magazijn zo efficiënt mogelijk gebeurt. Ook op andere gebieden werken we nauw samen. Wij geven bijvoorbeeld onze producten kwaliteiten en bepaalde claims mee waarmee we hen helpen om buiten de prijsconcurrentie te blijven.’ Van den Wijngaard kon het verzoek van Verberk dus niet weigeren, ook al haalt hij in eerste instantie niet zoveel voordeel uit de DataBar. ‘Het wordt
voor ons pas interessant als alle klanten met de DataBar gaan werken. Voorlopig is het nog een extra code erbij’, treurt hij. Toch is niet alleen het verzoek van zijn grootste klant reden om mee te doen. ‘Als iedereen de kat uit de boom blijft kijken, gebeurt er nooit iets. Zoals bij alle vormen van ketensamenwerking moeten sommige partijen eerst wat water bij de wijn doen om uiteindelijk voor alle partijen tot voordeel te komen. Op termijn – als iedereen meedoet – zijn er ook voor ons veel voordelen te halen.’ (zie kader op pagina 27) 컄 ketens | 03–2008
25
advertenties_ketens.indd 26
15-09-2008 20:47:27
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 27
BEST PRACTICE
DE INS EN OUTS VAN DE DATABAR De DataBar is een nieuwe barcode die de helft kleiner is dan huidige 13-cijferige barcode die in de retail wordt gebruikt. Tegelijkertijd bevat de DataBar informatie over de prijs en over de houdbaarheidsdatum, het gewicht en de productiebatch. Dit geeft fabrikanten en retailers een aantal voordelen.
Voordelen voor de fabrikant:
Voordelen voor de retailer:
쮿 Op de verpakking blijft door het kleinere formaat meer ruimte over om het merk te communiceren. De barcode wordt minder dominant en daarmee de verpakking fraaier; 쮿 Doordat de productiebatch in de DataBar staat kunnen bij een product recall veel sneller de producten worden getraceerd. In plaats van de volledige productie van een dag terug te roepen, kan alleen die ene batch terug worden gehaald. Mocht deze batch al zijn uitgeleverd aan de winkels dan kunnen de producten bij de kassa eenvoudig worden afgevangen. Niet alleen beperkt dit de kosten, maar ook kunnen fabrikanten hiermee imagoschade voorkomen; 쮿 Meer informatie. Fabrikanten die aan meerdere kanalen leveren, werken met verschillende barcodes. Bij gebruik van de DataBar bevatten eenmaal geproduceerde goederen ook het gewicht van het betreffende product. In de winkel hoeft dus alleen nog maar het productlabel gescand te worden.
쮿 De informatie over de houdbaarheidsdatum vergroot de grip op de versproducten in het schap. Was voorheen alleen handmatig na te gaan hoe lang de houdbaarheid van producten in het schap nog is, nu kunnen de winkelvoorraden op basis van de in- en uitslag met een druk op de knop inzichtelijk worden gemaakt. Dit verhoogt de mogelijkheden tot sturing; 쮿 Er kunnen nooit meer per ongeluk producten worden verkocht die over de datum zijn, omdat er dan een signaal afgaat bij de kassa. Bovendien is voor die tijd al veel eenvoudiger te traceren hoeveel producten met een korte houdbaarheid nog in het schap liggen. Bij een hoge voorraad kan eerder worden besloten producten af te prijzen; 쮿 Prijzen zijn dynamisch. Versproducten die dicht aan de houdbaarheidsdatum zitten worden afgeprijsd. De nieuwe prijs wordt meestal aan de hand van een kortingspercentage berekend. Omdat bij wichtartikelen de voorraadregistratie is gekoppeld aan de prijs, kloppen deze gegevens niet meer. Alleen met kunsten vliegwerk is dit te voorkomen. Met de DataBar behoren deze problemen tot het verleden omdat het gewicht in de code is opgeslagen.
컄 Piece of cake Ook voor Sligro Food Group zijn de voordelen het grootst als alle ketenpartners meedoen, reden om snel over te gaan tot brede invoering. Dat heeft nogal wat voeten in aarde, zegt Verberk. ‘Aan de hand van een inventarisatie van onze leveranciers hebben we een invoerstrategie ontwikkeld waar in staat met welke leveranciers we in welke volgorde aan de slag willen. Ook intern betekent dat nogal wat. Alle inkopers moeten ermee de boer op en de technici moeten de systemen aanpassen. We zullen even tijd nodig hebben om alle leveranciers mee te krijgen, maar we pakken het vanaf dit najaar ambitieus aan’, verzekert hij. Over het enthousiasme dat andere leveranciers aan de dag zullen leggen, is hij gematigd positief. ‘Kijk, iedereen heeft binnen de huidige beperkingen al een oplossing gekozen, hoe gekunsteld die vaak ook is. Aan de andere kant vallen de investeringen reuze mee. De softwaredatabase die je nodig hebt is identiek aan de barcode die bedrijven in hun distributiecentrum gebruiken. De meeste leveranciers werken daar al mee. De nieuwe generatie printers is in staat de DataBar te printen. Alleen oudere printers kunnen dat formaat niet aan, maar daarvan staan er niet zo gek veel meer in Nederland’, schat Verberk in. Van den Wijngaard kan dat alleen maar bevestigen. ‘De implementatie was een piece of cake. De grootste inspanning is eigenlijk nog geleverd door VWS, de leverancier van onze weeg- en printapparatuur. Zij hebben hun weeglijnen nu aangepast zodat ze ook de DataBar kunnen printen.’ De aanpassingen aan de kant van Sligro Food Group in de Golff en EM-TÉ supermarkten zijn groter.
De kassasystemen in de supermarkten moeten worden aangepast. Niet alleen moeten de kassa’s over een recente scanner beschikken, ingrijpender is de aanpassing van de achterliggende software. De meeste leveranciers van kassasystemen zijn dan ook druk bezig met de voorbereidingen. Afspraak is immers dat per 1 januari 2010 de DataBar bij alle kassa’s te scannen moet zijn. ‘Onze kassaleverancier is optimistisch’, weet Verberk. Een boodschap die Van de Wijngaard als muziek in de oren klinkt: ‘Dat betekent dat we over anderhalf jaar al van al die verschillende codes af kunnen zijn. Die deadline is natuurlijk een stimulans van jewelste.’ Consument profiteert De heren beseffen dat ze echte voortrekkers zijn. ‘De Databar wordt wereldwijd ingevoerd, maar het aantal pilots is op de vingers van een hand te tellen. In Europa lopen er nog twee andere projecten en in Amerika doen ze proeven met het per stuk stickeren van groente en fruit, zoals paprika’s en appels’, zegt Verberk. Die beperkte interesse verbaast hem. ‘Natuurlijk, niet iedereen heeft de know how die wij hebben vanuit de foodservicemarkt, maar je zou toch denken dat er meer partijen zijn die hun nek durven uitsteken. De huidige barcode heeft immers de nodige beperkingen. Wij wachten niet af maar kiezen nu al voor efficiency, en hopelijk met ons straks ook al onze leveranciers. De proef met Wijngaard Kaas laat zien dat de keten als geheel beter functioneert als we ook informatie over THT, gewicht en productiebatches met elkaar delen. We kunnen als supply chain de voorraden verlagen en de kwaliteit verhogen. Daarvan profiteert iedereen: de fabrikant, de retailer, maar zeker ook de consument.’ 컅 ketens | 03–2008
27
De EDI | XML Specialist
CONNECTING BUSINESS
Software & Services: Vertaal- en communicatie software Stand-alone oplossingen ERP koppelingen Netwerkproviding via RFC Outsourcing Deskundige helpdesk
LWFP BIQELC Â&#x201A; FJK >OD BDQÂ&#x201E;Â&#x2021;Â&#x201A; Q P A K > I O B E BIÂ&#x2019; ¸ ªÂ&#x2C6;ÂŤÂ&#x20AC;Â&#x201E;ÂŚÂ&#x201A; >U ¸ ªÂ&#x2C6;ÂŤÂ&#x20AC;Â&#x201E;ÂŚÂ&#x2026;Â&#x2021; IKÂ&#x2019;PFWLOÂľ B > JÂŚ IKÂ&#x2019;PFWLO T Q B
Rozendaal Interchange Systems
Kijk voor de presentaties van het GS1 Nederland Congres 2008 op
www.gs1congres.nl
advertenties_ketens.indd 28
18-09-2008 19:49:38
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
DOSSIER
15-09-2008
20:56
Pagina 29
DUURZAAMHEID
Duurzame Duurzaamheid is de status van modegril ontstegen. Grote bedrijven belijden het groene evangelie niet alleen met de mond, maar brengen het ook daadwerkelijk in de praktijk. Omdat hun klanten erom vragen, pressiegroepen dat willen, de overheid het eist, of omdat ze er echt in geloven. Er worden ‘sustainability managers’ aangesteld, carbon footprints gemeten, en groene jaarverslagen geschreven. Maar wat is dat eigenlijk, duurzaamheid? En wat kan je ermee in je bedrijfsvoering? De praktijk blijkt weerbarstig. 컄
keten collectieve
d o o r R O B
H A R T G E R S
f o t o g r a f i e M A N O N
V A N
D E R
Z W A A L
inspanning ketens | 03–2008
29
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
DOSSIER
15-09-2008
20:22
Pagina 30
DUURZAAMHEID
컄 Wat duurzaam lijkt, hoeft dat niet altijd te zijn. Plastic verpakkingsmateriaal vervangen door bioplastic dat gemaakt wordt uit natuurlijke producten lijkt duurzaam. Maar als alle producten overstappen op bioplastic, ontstaat een acuut voedseltekort in arme landen. Dan is er de Nederlandse consument. Die is dol op duurzaamheid, maar heeft er geen cent voor over. Terwijl Engelsen en Zwitsers in de supermarkt grif het dubbele betalen voor onbespoten, scharrelend en ‘ecologisch verantwoord’ voedsel, verdringen Nederlandse consumenten zich nog steeds voor het vak met de kiloknallers.
1
JOHAN HAZELBERG Innocent
Bij de Nederlandse vestiging van Innocent Drinks begint de duurzaamheid op het toilet. In het kleinste kamertje hangt op een prominente plek de checklist die communicatiemanager Niels Paauw doorloopt wanneer hij promotiemateriaal inkoopt. Daarop staan vragen als: waar is het van gemaakt, heb je het echt nodig, kan het hergebruikt worden? ‘Op het toilet lees ik het iedere keer even door. Dat is een logische plek’, verontschuldigt Paauw, die samen aan tafel zit met logistiek manager Johan Hazelberg, zich. Het is een simpel voorbeeld van de manier waarop duurzaamheid letterlijk overal en in ieder aspect van de bedrijfsvoering van Innocent aanwezig is. Het lijstje van Paauw is opgesteld door de internationale sustainability manager van het bedrijf. ‘Zij neemt vanuit het hoofdkantoor in Londen de bedrijfsvoering van Innocent onder de loep’, vervolgt Johan Hazelberg. ‘Ze maakt inzichtelijk welke onderdelen van ons bedrijf duurzamer kunnen worden en zorgt ervoor dat die ideeën door heel het bedrijf verspreid worden.’
Verder kijken Verbeter de wereld, begin bij jezelf. Die tegelwijsheid is nog steeds waar, maar ondernemers die serieus werk willen maken van duurzaamheid, moeten verder kijken dan de grenzen van hun bedrijf. Duurzaamheid gaat de hele keten aan. Een supermarkt die duurzame producten in de schappen wil, moet graven in de eigen keten. Dat houdt niet op bij het stellen van een paar vragen aan de leverancier. Het betekent teruggaan tot de bron, tot de teler, de visser, de boer en de producent. Duurzaamheid dwingt ketenpartners tot intensievere contacten en een grotere mate van bemoeienis met elkaars bedrijfsvoering. Dat is even wennen en er is lef voor nodig. Groene pioniers begrijpen dat. Het is opvallend hoe transparant sommige groene ondernemers opereren. Ze zoeken de dialoog met ketenpartners, maar ook met consumenten en andere stakeholders. Ze moeten wel. Duurzaamheid vraagt om een collectieve inspanning. 30
ketens | 03–2008
Droomscenario Het verhaal van Innocent is dat van een gedroomde startup. Het begon met drie ondernemende Engelse studievrienden die na hun afstuderen geen zin hadden in een carrière als consultant. Ze bedachten recepten voor smoothies: fruitdrankjes zonder toevoegingen, waarin naast sap ook vruchtvlees wordt verwerkt. In de zomer van 1998 testten ze hun drankjes tijdens een jazzfestival in Londen. ‘Moeten wij onze baan opzeggen om smoothies te gaan maken?’, wilden de drie weten van het publiek. Mensen konden stemmen door de lege flesjes in een ‘ja’ of ‘nee’ vuilnisbak te gooien. De ‘ja’-bak was snel gevuld. ‘Dat begin typeert onze manier van werken’, zegt Paauw. ‘Wij brengen vragen terug tot de kern. Is dit product goed genoeg of niet?’ In tien jaar tijd is Innocent uitgegroeid tot een fruitimperium met kantoren in zeven landen, 271 medewerkers en een omzet van 150 miljoen euro. Wekelijks gaan er twee miljoen smoothies over de toonbank in twaalf West-Europese landen. Zakelijk succes en duurzaamheid gaan bij Innocent hand in hand. Zo wil het bedrijf ‘verantwoorde’ ingrediënten gebruiken. Daarbij gaat het niet alleen om het milieu, maar ook om de arbeidsomstandigheden, legt Paauw uit. ‘Een van onze favoriete organisaties is de Rain Forest Alliance (RFA). Hun uitgangspunt is dat een plantage het lokale ecosysteem niet negatief mag beïnvloeden. De afgelopen tweeënhalf jaar hebben wij met de RFA samengewerkt in een project om duurzame ananasteelt te stimuleren. Traditionele ananasplantages zijn de doodsteek voor een ecosysteem: het is monocultuur en er worden pesticiden gebruikt die in het grondwater terecht komen. Niemand was bereid om een meerprijs te betalen voor duurzaam geteelde ananas
met een certificaat van de RFA. Wij garanderen plantages de opbrengst van hun land als ze met de RFA in zee gaan. Dat trekt mensen over de streep, plus de gedachte dat duurzame productie in de toekomst wellicht concurrentievoordelen oplevert. Zo gebruiken wij onze inkoopmacht om dingen te veranderen. Deze zomer zijn de eerste RFAananassen in onze smoothies verwerkt. We onderzoeken nu of we hetzelfde ook met andere vruchten kunnen doen.’
Carbon footprint Twee jaar geleden heeft Innocent de carbon footprint van het bedrijf berekend. ‘Uit die rekensom blijkt hoe de CO2uitstoot verdeeld is over de verschillende onderdelen van de bedrijfsvoering; vertelt Hazelberg. ‘Het meest vervuilende onderdeel bleek de verpakking te zijn. Die was verantwoordelijk voor vijfendertig procent van onze footprint, tegen vijfentwintig procent voor de productie en twintig procent voor het transport. In die volgorde zijn we aan de slag gegaan met het verduurzamen van ons bedrijf. We hebben een fles ontwikkeld die volledig bestaat uit gerecycled plastic. Dat zorgde voor een reductie van onze totale CO2 uitstoot met vijftien procent.’ ‘Groen zaken doen gaat vaak over efficiëntie’, vult Paauw aan. ‘Met Framptons, de bottelaar van onze smoothies, zijn we gaan kijken of de productie duurzamer kan. Het grootste probleem was het afval van de smoothies, dat ging rechtstreeks naar de vuilnisbelt. Nu wordt het afval vergist. Daarbij komt energie vrij waarmee de fabriek wordt verwarmd. Het levert een energiebesparing op van vijfenvijftig procent én Framptons bespaart jaarlijks 150.000 pond op zijn energierekening. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’ Hazelberg is druk doende om het volgende deel van de keten, het transport naar de verkooppunten, groener te maken. Hij onderhandelt daarover met de Nederlandse transporteur: ‘Toen wij in 2005 in Nederland begonnen hadden we niet voldoende inkoopmacht. Nu zijn we voor de transporteur een interessante klant en kunnen we gaan praten over duurzaamheid. We zijn begonnen met de veranderingen die makkelijk te realiseren zijn, zoals een betere capaciteitsbenutting van de vrachtwagens. Dat zijn quick wins. Daarna gaan we bezig met zaken die meer moeite kosten. Bij een volgende verhoging van de tarieven, willen wij weten of we groen “wisselgeld” kunnen krijgen. Als wij de verhoging betalen, stappen zij dan over op groene energie? We stellen geen harde eisen, maar willen er wel over praten. Op basis van goede argumenten kom je vaak een heel eind.’ ‘We willen een product maken waar we trots op kunnen zijn’, besluit Paauw. ‘Dat is geen marketinggedachte, dat is onze bedrijfsfilosofie. Wij laten de wereld beter 컄 achter dan we haar aantroffen.’
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 31
Johan Hazelberg
ketens | 03â&#x20AC;&#x201C;2008
31
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
DOSSIER
22-09-2008
15:31
Pagina 32
DUURZAAMHEID
2 컄
CASPAR WOOLTHUIS Super de Boer
De Hollandse Nieuwe van Super de Boer is in meerdere opzichten nieuw. Super de Boer is namelijk de eerste grote supermarkt die haring verkoopt met het keurmerk van de Marine Stewardship Council (MSC). Dat betekent dat de vis ‘duurzaam’ is gevangen en verwerkt. Manager kwaliteit en duurzaamheid Caspar Woolthuis noemt de maatjesharing één van de wapenfeiten van het duurzaamheidsbeleid van Super de Boer. Samen met de Spakenburgse visleverancier van de supermarktketen (Mayonna) is hij meerdere malen op bezoek geweest bij de Deense vissersfamilie Larsson. Hij wilde met eigen ogen zien hoe de vis wordt verwerkt. Gedegen kennis van de keten is een voorwaarde voor duurzame retail, vindt Woolthuis.
Naming & shaming Toen Woolthuis ruim vijf jaar geleden aantrad bij Super de Boer, stond duurzaamheid nog maar net bij het bedrijf op de agenda. Dat was vooral te danken aan de Stichting Natuur en Milieu, die intensief campagne voert tegen het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Dat doet de stichting met een tactiek van naming and shaming: winkels die groenten of fruit verkopen waarop teveel pesticiden zijn aangetroffen, worden door de activisten publiekelijk aan de schandpaal genageld. ‘Natuur en Milieu dwong ons min of meer om een overeenkomst aan te gaan’, vertelt Woolthuis. ‘Daarin werd vastgelegd dat er monsters werden genomen van onze groenten en fruit. Die monsters werden onderzocht in een laboratorium. Als het maximaal aanvaardbare niveau aanwezige pesticiden werd overschreden, moesten wij een boete betalen aan Natuur en Milieu.’ Woolthuis ging de dialoog aan met de milieuactivisten. Hij schetst het dilemma van Super de Boer: ‘Wij kopen onze producten in goed vertrouwen van onze leveranciers. Zelfs zij weten niet in alle gevallen onder welke omstandigheden hun producten worden geproduceerd. Als we ons productaanbod willen verduurzamen, hebben we de hulp nodig van de gehele supply chain.’
Inspanningsverplichting Op voorspraak van Woolthuis ondertekenden Super de Boer, Natuur en Milieu en Oxfam Novib drie jaar geleden een inspanningsverplichting. Doel is verduurzaming van de producten van Super de Boer. Daarbij wordt gekeken naar het milieu, maar ook naar sociaal-ethische aspecten. Alle drie de partijen investeren in onderzoek naar manieren waarop dat tot stand kan komen. Woolthuis: ‘Twee milieuadviesbureaus brachten de wijze waarop Super de Boer de duurzame doelstellingen kan vertalen in het productassortiment in kaart. De meeste
32
ketens | 03–2008
winst is te halen met de huismerken. Daar kunnen we onze inkoopmacht gebruiken. Verduurzaming van het assortiment huismerken heeft bovendien meer impact dan de verkoop van biologische producten. Die moet je in je assortiment hebben, maar ze zijn vaak duur en onaantrekkelijk verpakt. Van huismerken verkopen we veel meer.’ Super de Boer probeert zijn producten op verschillende manieren duurzamer te maken. De makkelijkste manier is certificering. Woolthuis: ‘Voor ons huismerk kopen wij bijvoorbeeld alleen koffie die is gecertificeerd door de Rain Forest Alliance (RFA). De meerprijs nemen we voor eigen rekening.’ Voor andere producten moet de retailer aanzienlijk meer inspanningen verrichten. Woolthuis: ‘We willen het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de teelt van aardappelen, groenten en fruit (AGF) en paddenstoelen beperken. Met dat doel hebben we een “Coalitie duurzame AGF” opgericht. Samen met onze leverancier The Greenery hebben we zes vollegrondsgewassen onder de loep genomen. Een wetenschappelijk instituut heeft voor ons onderzocht wat de beste manier is om die gewassen te telen, met zo min mogelijk schade aan mens en milieu. Die kennis delen we met de telers. Per gewas is er een teeltbegeleider aangesteld die de telers adviseert over de keuze van plantenrassen, biologische bestrijdingsmiddelen en andere zaken. Dat hebben we nu twee seizoenen gedaan. Over de resultaten zijn we erg tevreden. Ook de telers zijn te spreken over het project. Zij vinden het prettig om een signaal uit de markt te krijgen.’
Geduld Was die druk van activisten nodig om Super de Boer duurzamer te maken? Terugkijkend concludeert Woolthuis dat actiegroepen als Natuur en Milieu de supermarkt inderdaad wakker hebben geschud: ‘We kunnen niet langer volstaan met het excuus dat wij “alleen maar inkopen”. We kunnen de supply chain wel degelijk beïnvloeden en duurzamer maken.’ De supermarktketen wil nog veel duurzamer worden, maar daar is tijd voor nodig, zegt Woolthuis. ‘Deze processen duren lang. Zonder geduld moet je er niet aan beginnen. Je moet het gesprek aangaan met de andere partijen in de keten en samen oplossingen bedenken.’ Ook de Nederlandse consument moet volgens Woolthuis veranderen: ‘Aan de hand van focusgroepen hebben we onderzocht wat klanten verstaan onder duurzaamheid en welke supermarkten ze duurzaam vinden. Daaruit blijkt dat kennis over duurzaamheid bij consumenten gering is. Bovendien zeggen mensen dat ze het belangrijk vinden, maar hebben er geen geld voor over. Door uit te leggen waar wij mee bezig zijn, willen we onze klanten opvoeden. Nu we daadwerkelijk iets hebben bereikt, wil ik dat naar buiten brengen.’
컄
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
Caspar Woolthuis
18-09-2008
14:45
Pagina 33
컄 ketens | 03–2008
33
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
DOSSIER
3 컄
22-09-2008
14:10
Pagina 34
DUURZAAMHEID
JEANINE HENNIS-PLASSCHAERT Europarlementariër
‘Duurzaamheid in logistiek. Dat is hét agendapunt in Brussel’, zegt Europarlementariër Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD). Maar wie stappen wil zetten, moet over een lange adem beschikken. Eén van de grootste kansen voor het bereiken van meer duurzaamheid in logistiek is tegelijk ook één van de grootste obstakels. Om optimale efficiency in het gebruik van de modaliteiten weg, water, spoor en lucht te bereiken, moeten aanbieders en gebruikers nauw samenwerken. Tegelijkertijd opereren de betrokkenen vaak nog zo autonoom, dat kleine verbeteringen vaak zwaar bevochten moeten worden. Voeg daarbij de diversiteit tussen de 27 EU-lidstaten en de partijpolitieke belangen en het is duidelijk: alleen doorbijters krijgen dingen voor elkaar.
Toch is Jeanine Hennis-Plasschaert, onder meer lid van de parlementaire commissie Transport, optimistisch: ‘Er komt enorm veel wetgeving om duurzaamheid te stimuleren of af te dwingen voorbij. De vervuiler betaalt; op dat principe krijgen we steeds meer vat. Het CO2-emissieschema is een goed voorbeeld daarvan. Daarnaast worden er financiële prikkels voor innovaties beschikbaar gesteld en proberen we de aanpak aan de bron, zoals het ontwikkelen van schonere motoren, te stimuleren. Wat ik jammer vind, is dat met name het wegvervoer in een kwaad daglicht staat, terwijl ook de andere transportmodaliteiten flinke vervuilers kunnen zijn.’ Die eenzijdigheid in benadering heeft vooral met politieke achtergrond te maken: ‘Sommige parlementariërs, de echte rail-believers, willen bijvoorbeeld de vrachtwagen geheel uit het straatbeeld weren. Ik ben ervan overtuigd dat we alle vervoersmodaliteiten nodig hebben om de groei van het goederenvervoer te kunnen accommoderen. Binnen die groei moeten we het vervoer vervolgens zo duurzaam mogelijk inrichten. Er is vanuit de EU veel geïnvesteerd in multimodaliteit, in het stimuleren van verschillende vervoerswijzen binnen één keten. Daarbij krijg je te maken met verschillende laadeenheden en een wirwar aan documenten. Dan is wet- en regelgeving nodig om dat te uniformeren. Voordat je dit goed gerealiseerd hebt, ben je jaren verder. Ik snap dat dit mensen frustreert, maar we komen nu eenmaal van ver.’
Efficiënt rijden Een heikel politiek punt is de volledige liberalisering van het wegtransport. Het Europees Parlement is van mening dat vervoerders uiterlijk in 2014 helemaal vrij moeten zijn om binnen de landsgrenzen van een ander land vracht te vervoeren. Zo voorkom je dat vrachtwagens leeg – en dus nodeloos vervuilend – terug rijden. Sommige landen zien dit zogenaamde ‘cabotagevervoer’ als een bedreiging voor de nationale markt. Hennis-Plasschaert: ‘Frankrijk wil de afspraken die al in 1993 in het Europees Parlement hierover zijn gemaakt het liefst terugdraaien en dus zelfs de bestaande mogelijkheden verder
34
ketens | 03–2008
beperken. Heel schrijnend, maar het probleem is dat de Raad, die gevormd wordt door lidstaten, evenveel zeggenschap heeft als het Parlement. Frankrijk kan dat dus vertragen als zij genoeg medestanders vindt in de Raad, zoals ze dat bijvoorbeeld ook met de postliberalisering hebben gedaan. Het Europees Parlement zal de komende tijd haar tanden moeten laten zien om de volledige vrijmaking van het wegvervoer erdoor te krijgen.’ Hennis-Plasschaert ziet minder mogelijkheden op een ander traject dat de verduurzaming van logistiek zou kunnen bevorderen, de infrastructuur: ‘Wij kunnen in feite alleen iets doen bij trans-Europese netwerken, in het oplossen van grensoverschrijdende obstakels. Maar bij landelijke knelpunten is de nationale overheid aan zet. Alle bestuurslagen zouden in dit traject aanvullend op elkaar moeten werken: regionaal, landelijk, Europees. Zover zijn we helaas nog niet.’ Volgens Hennis-Plasschaert blijkt niettemin uit alles dat Brussel serieus werk maakt van ‘groen’ vervoer: ‘Het inzicht dat duurzaam en winstgevend werken samen kunnen gaan is gelukkig ingedaald. Waar nu vooral behoefte aan is, is een generieke benadering voor alle vervoersmodaliteiten. Vooralsnog is er niet één transparant model om de milieudruk per sector in kaart te brengen. Zodra die er is – en daar wórdt aan gewerkt – kunnen we nog grotere stappen zetten.’ 컅
TEKST RUUD SLIERINGS
Duurzame groei
advertenties_ketens.indd 35
15-09-2008 20:47:58
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 36
Agenda
Opfrisser Een verklaring van de in deze Ketens gebruikte vaktermen.
28 OKTOBER
7de TMA Jaarcongres, Erasmus Universiteit, Rotterdam Het congres met als thema ‘Technologie in retailland’ is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met consumenten op de winkelvloer. Sprekers van bedrijven als Microsoft, Librium, Motorola, Rabobank, Albert Heijn, Heineken en AKZO NOBEL vertellen aan de hand van cases hoe technologie het winkelgedrag gaat veranderen. www.trademarketingassociation.nl
Batch Een beheersbare groep goederen die binnen één processtap tegelijkertijd geproduceerd worden.
Carbon footprint CO2-voetafdruk. De term wordt gebruikt om de mate uit te drukken waarin onze activiteiten invloed hebben op de uitstoot van broeikasgassen.
4 – 6 NOVEMBER
RFID Journal Live! Europe, Clarion Congress Hotel, Praag
Facing
Blijf op de hoogte van de nieuwste RFID-toepassingen, de voordelen ervan en de beste manier om ze te implementeren. Omdat GS1 in Europe betrokken is bij de organisatie van het congres, genieten GS1-deelnemers voordeel. Zij hebben 5 november gratis toegang tot het congres of tot de uitgebreide RFID-informatiemarkt. Tevens ontvangen GS1-deelnemers twintig procent korting op de rest van het congresprogramma. Voor meer informatie belt u Customer Support van GS1 Nederland: 020-5113888. Inschrijven kan via www.rfidjournalevents.com/europe
De voorkant van een verpakking.
11 NOVEMBER
GS1 DataBar De GS1 DataBar (voorheen RSS) is de nieuwe generatie barcode voor de point-of-sale. Deze nieuwe, kleine barcode bevat veel meer informatie dan het gangbare EAN-13 symbool of EAN-8 symbool. Denk bijvoorbeeld aan de artikelcode, het variabel gewicht, de THT-datum, het batch- of serienummer en nog een veelvoud aan andere gegevensvelden.
Elektronisch Factureren & Betalen, WTC, Rotterdam Leer alles over elektronisch factureren en betalen: de voordelen voor zowel u als uw klant, de ontwikkelingen op Europees niveau, de voorlopers, de wet- en regelgeving en de trends. Bespaar op kosten en tijd! www.congreselektronischfactureren.nl
20 NOVEMBER
eNederland 2008, Figi, Zeist Experience the digitalized world met verschillende sessies over onderwerpen als e-factureren, identity management, RFID en ICT en milieu. Ook is er aandacht voor de gaming-, film- en entertainmentindustrie. De dag wordt afgesloten met een pittig debat waaraan verrassende gasten deelnemen. www.enederland2008.nl
36
ketens | 03–2008
Local sourcing Het selecteren van toeleveranciers (per inkooporder) in de directe omgeving.
Multi-channel-aanpak Het gebruikmaken van verschillende verkoopkanalen.
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
15-09-2008
20:22
Pagina 37
stelling
Internet maakt de fysieke winkel overbodig reactie
‘Ik ben het oneens met deze stelling. In mijn ogen kunnen fysieke winkels en internetwinkels prima naast elkaar bestaan. Het precieze evenwicht in de omzetverdeling zal echter per sector verschillen. In de geneesmiddelenbranche blijft controle en advies van de apotheker noodzakelijk. OPG investeert momenteel dan ook in fysieke apotheken én internetactiviteiten. Met het merk Mediq Apotheken bouwen we aan een netwerk van in totaal 400 apotheken. Tegelijkertijd hanteren
PODIUM GERBEN
[3]
FOTOGRAFIE: HANS VAN DEN HEUVEL TEKST: PETRICK DE KONING
KLEIN NULENT groepsdirecteur bij OPG Groep
we een multi-channel-aanpak, inclusief internetservices. Een deel van die online activiteiten is gericht op het leveren van extra service en informatie en het uitleveren van geneesmiddelen via fysieke apotheken in de buurt van de consument. Daarbij hoort ook het online bestellen van herhaalmedicatie door patiënten. Maar onze systemen zijn inmiddels al zo verfijnd dat we patiënten desgewenst ook proactief kunnen melden dat hun medicijnen bijna op zijn. Tot slot is er ook een klein percentage klanten dat hun geneesmiddelen online wil bestellen en via een landelijk distributiepunt wil ontvangen. Ook aan die wens komen we tegemoet.’
ketens | 03–2008
37
www.seeburger.com
Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing
Business Integration
Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing Outsourcing Outtasking Licensing
EDI B2B EAI Paper-to-ERP RFID 7.500 ondernemingen in meer dan 50 landen vertrouwen op de SEEBURGER oplossingen .
SEEBURGER Benelux B.V. · Beech Avenue 54 – 60 · 1119 PW Schiphol–Rijk · Tel: 020 658 6137
advertenties_ketens.indd 38 advertisment_seeburger_225x250mm.indd 1
15-09-2008 20:48:06 08.09.2008 15:38:18
Ketens_SEP08.qxd:GS1-2carla
22-09-2008
14:11
Pagina 39
Column
Eten uit de achtertuin van Amsterdam
Wat van ver komt is lekker. Een bekende uitspraak die zeker binnen de traditionele sourcingmodellen voor voedsel niet correct is. Lekker – of eigenlijk smaak – doet er in veel gevallen nauwelijks toe. De huidige sourcingmodellen worden primair gedreven door aspecten als prijs en houdbaarheid. Het is dus eigenlijk: wat van ver komt is goedkoop en lekker lang houdbaar. Wat betreft de kwaliteit zijn de ondergrenzen leidend en ligt de nadruk op voedselveiligheid en verantwoord pesticidegebruik. Het gebrek aan onderscheidend vermogen dat hierdoor ontstaat, maakt producten anoniem en smaakloos. In die situatie rest de consument niet veel anders dan te redeneren vanuit de prijs. De beleving, transparantie van het productieproces en het absolute onderscheidend vermogen van smaak, ontbreken totaal. De producenten en consumenten van voedsel zijn in dit sourcingmodel ver van elkaar verwijderd. De transparantie in de keten is verdwenen. De boer
produceert volgens opgelegde kwaliteiteisen en is in veel gevallen uitwisselbaar. De productie kan vrijwel overal plaatsvinden. De consument mag aan het eind van de keten gewoon de producten kopen die in de winkel liggen. Hierdoor verschraalt de soortenrijkdom en koelhuizen zetten seizoensgebondenheid buiten spel. Toch zijn er momenteel meerdere signalen dat er een kentering plaatsvindt. Kijk alleen maar naar de groeiende populariteit van boerderijwinkels en markten voor boeren of biologische producten. Andere initiatieven, zoals de nieuwe retailformule Marqt, proberen smaakvolle verse (seizoens)- producten met een duidelijke herkomst uit de regio bij de consument te brengen. Dat vereist wel betere interactie tussen de producent en consument, die in het bestaande model ver van elkaar verwijderd zijn. Dit directe contact in de winkel of op het land verandert het karakter van het productieproces van boeren en tuinders, maar ook het inkoopgedrag van consumenten. Mijn Boer wil die interactie op gang brengen en de beleving rondom verse en zuivere producten stimuleren. Bijvoorbeeld door het gericht organiseren van een platform van producenten voor een for-
mule als Marqt. En door productontwikkeling te initiëren. Naast gerichte informatie in de winkel over de herkomst van producten zijn ook fysieke ontmoetingen daarbij onmisbaar. Speciale oogstfeesten of bezoeken aan een boomgaard of boerderij smeedt een band. Boeren worden dan aangesproken op hun ambacht en kunnen aangeven welke producten wanneer op hun best zijn. Het kennisniveau van consumenten stijgt en zij krijgen meer zicht op de rijkdom aan soorten en smaken die op een bepaald moment beschikbaar zijn. Wat rest is dat een klant niet zomaar een Elstar-appel koopt, maar een Elstar van Boer Kuik uit de Beemster. Dat is die man die zo gepassioneerd en zuiver produceert. Op dat moment verdwijnt de prijsdiscussie wat meer naar de achtergrond. De beleving, transparantie en het onderscheid op basis van smaak voeren dan de boventoon. Er is een vertrouwensband tussen boer en klant. Het is nog niet zover, maar duidelijk is wel dat Amsterdammers alleen uit hun eigen achtertuin willen eten als ze verzekerd zijn van verse producten met een duidelijke herkomst. Dat verdienen de producten én de consument.
COLOFON
Ketens is een initiatief van GS1 Nederland. Dit magazine vormt een platform voor discussies en informatie over samenwerking binnen de keten. Het magazine wordt vier keer per jaar gratis verspreid onder beslissers. UITGEVER GS1 Nederland CONCEPT EN REALISATIE Scripta Media bv REDACTIE Frits van den Bos, Irma Dorenstouter, Embrecht van Groesen, Ingmar Hensbergen, Jolanda van Heukelom, Marco van der Lee, Hans Lunenborg. Wynet Kalf, Kasper Marinus, Rob Oosterhof, Jacques Vermeulen, Friso van Weelden VORMGEVING Carla Goossens Marc van Meurs MET MEDEWERKING VAN Rob Hartgers, Mirjam Hulsebos, Petrick de Koning, Ruud Slierings BEELD Hans van den Heuvel, Han Hoogerbrugge, Erik Kriek, Rik van Schagen, Kato Tan, Manon van der Zwaal, Hollandse Hoogte, Spaarnestad Photo LITHOGRAFIE Grafimedia Amsterdam DRUKWERK Loodswerk
Marco Duineveld is mede-oprichter van Mijn Boer (www.mijnboer.nl) ketens | 03–2008
39
Connecting business, creating value
www.gs1.nl
Plaatsing_Adv_4_2007.indd ketens_advertenties.indd advertenties_ketens.indd 36 40 40
06-12-2007 10-06-2008 17:50:44 15-09-2008 18:57:14 20:48:15