Kwartaalmagazine over ove veerr energiebeleid energi ene en gieb ieb e el elei eid d nr 14 december 200 2008 08 www.lumen-magazine.nl www.lumen-ma ag gaz ga a in ine ne.nl .nl
markt | maatschappij | meningen
Landschapsarchitect Riek Bakker over windmolens ‘Het moet allemaal veel sslagvaardiger’ lagvaardiger’
Prijsontwikkeling
Energiekosten onder de loep lumen | 1
Lumen_0408.indd 1
04-12-2008 17:28:03
Inhoud 4. Voorhoede Draadloze stroom * The Big Renewable Apple * Sambasjeiks * Markt voor tweedehands turbines * Groene ‘airco’ * India krijgt grootste zonneproject ooit * Chinezen halen Britten in.
6. Dossier energieprijzen
6 ‘Mensen beseffen niet hoe omvangrijk de hele fossiele economie is’
16
Energiebedrijven maken hoge winsten, terwijl de energieprijzen sterk stijgen. Veel Nederlanders zien een verband daartussen en ergeren zich groen en geel. Ze voelen het alsof zij de mooie bedrijfsresultaten financieren. Is dat zo? Lumen geeft inzicht in de geldstromen.
14. Infographic broeikasgassen Goed nieuws: de Nederlandse economie groeit, maar de CO2-uitstoot neemt af.
16. Rondetafeldiscussie Drie auteurs van recent verschenen boeken, Roy op het Veld, Willem Middelkoop en Ed Lof, voeren een verhitte discussie over een eventuele energiecrisis, de gevolgen daarvan en mogelijke maatregelen om dit doemscenario te voorkomen.
20. Nieuwsanalyse Een beleidsmaker analyseert en becommentarieert energienieuws. Dit keer: Peter van ’t Hoog, wethouder van milieu en energie in Ede.
23. Beeldreportage Noorwegen
23
Noorwegen baadt in de energie. Waterkracht, gas en olie - het land heeft er genoeg van. Met de opbrengsten spekt het land haar staatspensioenfonds en stimuleert ze de ontwikkeling van nieuwe duurzame technieken.
2 | lumen
Lumen_0408.indd 2
04-12-2008 17:28:09
lumen | inhoud
36. Best practices Er zijn talloze manieren waarop bedrijven hun energieverbruik kunnen terugdringen en tegelijkertijd kunnen bijdragen aan de oplossing van het milieuprobleem. Lumen selecteerde drie inspirerende cases.
39. Column Kees Koedijk
40 Het ideale energiegewicht
‘Een overheid die aan de lange termijn denkt, roept een aardgasfonds in het leven - de beste investering in de toekomst.’
40. Dialoog Wat is belangrijker: een mooi landschap of schone energie? Rijksbouwmeester Yttje Feddes en landschapsarchitect Riek Bakker in gesprek over het spanningsveld tussen noodzaak en esthetiek.
44. Oud & nieuw De gasgestookte verwarming heeft met de hr-ketel een enorme ontwikkeling doorgemaakt. Maar we zijn er nog niet. De ketel van de toekomst is de hr-e-ketel, met brandstofcel die op waterstof werkt.
46
46. Het energiedieet Energie besparen is leuker als het een competitie wordt. Dat is het idee achter het boek en de website ‘Het ideale energiegewicht’. Lumen selecteert de beste tips om dichtbij huis veel energie te besparen.
49. Column Doede Vierstra Zonne-energie heeft potentie. Daarom wil Nuon een (ontwikkelings)rol van betekenis te spelen.
50. Kunst & Energie
50
De Canadese Sarah Hall verwerkt zonnepanelen in haar kunstwerken van glas in lood. Verlichting met een groene glans!
52. Pioniers Eben Bayer ontwikkelde Greensulate, isolatiemateriaal op basis van organisch afval. Hij won er de PICNIC Green Challenge mee.
lumen | 3
Lumen_0408.indd 3
04-12-2008 17:28:18
Tekst Joost Bijlsma | Foto Getty Images
Groene ‘airco’ India krijgt grootste zonneproject ooit GUJARAT, INDIA India krijgt een zeer ambitieuze Solar City in de staat Gujarat in West-India. De zonnecollectoren in deze ‘stad’ moeten op termijn borg staan voor een productie van maar liefst 5 gigawatt elektriciteit. Daarmee kan dit het grootste zonneproject ooit worden. Aan de Solar City hangt een prijskaartje van drie miljard euro. De zonnestad is een van de initiatieven van de Clinton Foundation. Deze organisatie verwacht veel van het project, bijvoorbeeld dat het mogelijk aantoont dat zonnestroom tegen concurrerende tarieven kan worden geproduceerd. India loopt voorop in duurzame energie. Het land is de op twee na grootste producent van kristallijn silicium zonnecellen en de vijfde producent van windturbines. Bron: business-standard.com
AMSTERDAM, NEDERLAND Kantoren in Amsterdam Zuidoost zullen in de toekomst duurzaam worden gekoeld. Koud water uit de Ouderkerkerplas vervangt dan de traditionele stroomvretende airco, wat naar verwachting een CO2-reductie van 75 procent oplevert. Energiebedrijf Nuon is volop bezig met de ontwikkeling van deze groene energievoorziening, in het najaar van 2009 start de levering. De koude van zo’n 5 à 6 graden koelt water in een distributienet dat naar het kantorencomplex leidt. Als het daarna iets is opgewarmd wordt het water weer teruggevoerd naar de bovenlaag van de plas. Nuon zal zuurstof aan het water toevoegen. Deze techniek verbetert de (zwem)waterkwaliteit in de Ouderkerkerplas. Nuon en het Hoogheemraadschap laten onderzoek doen naar de milieu-effecten van duurzame koudewinning. Bron: nuon.com
Chinezen halen Britten in BEIJING, CHINA Dankzij overheidsbeleid in China om 15 procent van de energie duurzaam op te wekken, zijn de investeringen in waterkracht, wind- en zonne-energie snel toegenomen. Dit leidt ertoe dat de Chinezen de Britten passeren in de top vijf van meest aantrekkelijke landen voor investeringen in duurzame energie. In deze ranking, die is opgesteld door Ernst & Young, stijgt China naar de vierde plaats. Engeland zakt naar zes door vertraging van de wetgeving voor stimulering van duurzame energie (Energy Bill). De top drie van de all renewable index ziet er zo uit: Verenigde Staten, Duitsland en India. Bron: edie.net
MARKT VOOR TWEEDEHANDS TURBINES MAARSBERGEN, NEDERLAND Er vormt zich een markt voor gebruikte windmolens. Het Nederlandse bedrijf Windbrokers heeft inmiddels meer dan driehonderd tweedehands turbines verkocht, aan bedrijven, boeren en kleine gemeenschappen. Vanwege een achterblijvend aanbod, richtte het bedrijf twee jaar geleden een dochter op die zich toelegde op de verkoop van nieuwe molens. Maar nu het tweedehands aanbod weer aantrekt, heeft Windbrokers deze nevenactiviteit verkocht en richt het zich weer volledig op occasions. Bron: windbrokers.com
4 | lumen
Lumen_0408.indd 4
04-12-2008 17:28:26
voorhoede | wereldnieuws
Draadloze stroom SAN FRANCISCO, VERENIGDE STATEN Processorfabrikant Intel heeft een prototype getoond van een draadloze stroomvoorziening, de Wireless Resonant Energy Link (WREL). Het lukte om een snoerloze gloeilamp van 60 watt te laten branden. De gebruikte techniek is gebaseerd op energie-uitwisseling via elektromagnetische velden. Overdracht van elektriciteit is mogelijk tussen twee objecten met dezelfde resonantiefrequentie. Intel spreekt de hoop uit dat draadloze stroom al over vier jaar op de markt komt en toepassing vindt in mobiele telefoons en laptops. Het is echter de vraag hoe haalbaar dit is. Bij de proefopstelling van Intel gaat maar liefst een kwart van de ‘gestraalde’ energie verloren. En het is lastig om het experiment met een compacte energiebron (in de vorm van een kleinere spoel) succesvol uit te voeren. Bronnen: www.algemene-energieraad.nl www.delta.tudelft.nl
The Big Renewable Apple NEW YORK, VERENIGDE STATEN Michael Bloomberg, de burgervader van New York, heeft in Las Vegas een energieplan voorgesteld dat blaakt van ambitie. Met zonnepanelen, getijdencentrales, windturbines en kernenergie wil hij de uitstoot van CO2 drastisch terugdringen. Zonnepanelen op bruggen en daken van wolkenkrabbers moeten in 20 procent van de stroombehoefte gaan voorzien. Terwijl turbines voor de kust van Queens, Brooklyn en Long Island 10 procent van de elektriciteitsbehoefte voor hun rekening moeten gaan nemen. Verder verwacht Bloomberg een wezenlijke bijdrage van getijdenenergie. Proefprojecten in de Hudson-rivier wekken optimistische verwachtingen. De burgemeester betoonde zich bovendien een voorstander van een belasting op CO2-uitstoot. Bron: ipsnews.be
SAMBASJEIKS RIO DE JANEIRO, BRAZILIË
Brazilië bereidt zich erop voor om het Irak van Zuid-Amerika te worden. Het land lijkt namelijk ook te drijven op enorme onontgonnen plassen olie. Een uitnodiging om lid te worden van de OPEC werd afgeslagen en politici debatteren erover hoe toekomstige petrodollars moeten worden verdeeld. Onder de zeebodem op 250 kilometer van de zuidkust schuilt namelijk een enorme voorraad aardolie. Naar verluidt gaat het om 50-100 miljard vaten (ter vergelijking: de huidige voorraad in de VS is 19 miljard vaten). Die schatting is overigens wel gebaseerd op minimaal bewijsmateriaal. Daar komt bij dat voor de baat uit enorme kosten gaan. Want het zwarte goud ligt namelijk onder zoutlagen op zes kilometer diepte. Bron: sargasso.nl
lumen | 5
Lumen_0408.indd 5
04-12-2008 17:28:31
6 | lumen
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:6
04-12-2008 17:14:44
dossier | prijsopbouw
De prijs van energie De winst van Nuon stijgt. De rekening van Nuon stijgt. Veel Nederlanders zien een verband daartussen en ergeren zich groen en geel. Het voelt alsof zij de mooie bedrijfsresultaten financieren. Is dat zo? ‘Uiteindelijk is het allemaal weer gemeenschapsgeld.’ Tekst Philip Dröge Foto’s Rob Marinissen, ANP, Hollandse Hoogte
lumen | 7
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:7
04-12-2008 17:14:47
‘D
e winst van Nuon geeft aan dat u en ik als burgers te veel betalen voor elke vorm van energie. Al decennia lang.’ Nee, Telegraaf-lezeres Andrea uit Helmond windt er geen doekjes om. Het feit dat de kwartaalwinst van Nuon in het voorjaar van 2008 tot 442 miljoen euro is gestegen, noemt zij ‘pure fraude’. Op het internetforum Wat U Zegt (www.wuz.nl) van de wakkere ochtendkrant krijgt ze bijval van andere lezers. ‘Dit soort “nutsbedrijven” bepalen eerst met hoeveel de winst minimaal moet stijgen en passen dan gewoon de prijzen ruim naar boven aan’, zo meldt Jack uit Zoetermeer.
Diverse activiteiten Stevige reacties, maar hebben deze bezorgde en zeer verontwaardigde burgers ook gelijk? Al verlaagde Nuon
vorig jaar de tarieven, de energierekeningen zijn de laatste jaren soms hard gestegen en er is aangekondigd dat ze opnieuw gaan stijgen. En Nuon is inderdaad een bijzonder winstgevend bedrijf, zelfs als er geen eenmalige meevallers te melden zijn. Kortom: is er een causaal verband tussen de gestegen prijzen en de gestegen winst? ‘Nee’, zegt Peter Smink, financieel directeur bij Nuon. ‘Nuon heeft een groot aantal activiteiten. Niet alleen produceren en leveren we aan consumenten en bedrijven, we halen ook gas uit de Noordzee en we handelen in olie, gas, stroom. Daarnaast produceren we stroom voor de handel.’ Het zijn in het bijzonder de activiteiten die consumenten niet kennen, die zorgen voor de mooie winstcijfers die het energiebedrijf de afgelopen jaren heeft laten zien. ‘Vooral de handel en productie hebben de afgelopen jaren flink bijgedragen aan onze winst. We zijn wereldwijd actief en handelen op alle belangrijke stroombeurzen en
8 | lumen
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:8
04-12-2008 17:14:48
Foto’s Hollandse Hoogte
dossier | prijsopbouw
<< Kolenmijn in Shanxi, China. Een derde van de steenkool in China komt uit deze provincie. Door een explosief stijgende vraag naar kolen vanuit opkomende economieën als China en India, was de prijs voor grondstoffen de afgelopen periode relatief hoog. < Vraag en aanbod op de energiemarkt, bijvoorbeeld zoals hier op de Amsterdam Power Exchange (APX), bepalen de uiteindelijke inkoopprijs voor energiebedrijven.
Peter Smink: ‘We zijn wereldwijd actief en handelen op alle belangrijke stroombeurzen en dat doen we goed’ dat doen we goed’, vertelt Smink. Niet alle winsten zijn cash: de schommelingen in mondiale grondstofprijzen hebben ook hun weerslag op de resultaten. Nuon boekt op conform de boekhoudregels (IFRS) schommelingen direct in de winst-en-verliesrekening, waardoor het resultaat sterk kan fluctueren. Die ‘papieren winst’ gaf een erg rooskleurig beeld in juli, terwijl het derde kwartaal het omgekeerde effect liet zien. ‘Onze bedrijfsresultaten hebben dus relatief weinig te maken met consumenten, die hun energierekening hebben zien stijgen doordat de olie- en gasprijs de voorgaande maanden hoog was. De detailhandel is voor ons, vergeleken met de andere activiteiten, niet erg winstgevend. We maken per klant een relatief vaste marge, dus zelfs de stijgende energieprijzen dragen niet bij aan extra winst.’
Gemeenschapsgeld ‘In ieder geval hadden we al deze problemen niet toen de elektriciteit nog door de staat geregeld werd’, klaagt Sebastia uit Almere op het Telegraaf-forum. Voor veel Nederlanders zijn liberalisering en privatisering synoniemen van hogere prijzen. De geprivatiseerde Nederlandse Spoorwegen blijven de prijzen van kaartjes verhogen. En sinds het ziekenfonds is verdwenen, lopen de zorgpremies op. Is bij energie hetzelfde aan de hand, zorgt vrijemarktwerking uiteindelijk voor hogere prijzen, zoals de vox populi op de site van De Telegraaf suggereert?
Theo Fens, onderzoeker aan de Universiteit van Delft en partner van adviesbedrijf Utility Consulting, denkt van niet. ‘Laten we beginnen met constateren dat de energiebedrijven in Nederland wel geliberaliseerd, maar nog niet echt geprivatiseerd zijn. Bijna allemaal hebben ze nog de overheid als aandeelhouder. Winsten die worden gemaakt gaan in de vorm van dividenden naar de over-
Vastleggen prijzen Steeds meer energiebedrijven bieden de mogelijkheid om de prijs van stroom en gas vast te leggen. Wie dat vijf jaar geleden voor vijf jaar heeft gedaan, is nu spekkoper. De stijging met zo’n 70 procent van de energieprijs sinds 2003 is volkomen langs deze consumenten heen gegaan. Is het verstandig om de prijs van energie nu weer vast te leggen voor de komende periode? Moeilijk te zeggen, niemand heeft een kristallen bol. De prijs van olie is de laatste maanden drastisch gedaald, maar of die daling zal doorzetten? De heftige prijsschommelingen worden, anders dan bij de pomp, met een vertraging doorgegeven in de consumententarieven. Vorig jaar januari ging de elektriciteitsprijs bij een stijgende olieprijs naar beneden, terwijl die nu bij een dalende olieprijs omhooggaat. Voordeel van de vastgelegde prijs is dat een consument of bedrijf precies weet wat de energiekosten zijn de komende jaren. Schommelingen – naar boven of beneden – zijn er niet en je uitgaven blijven voorspelbaar.
lumen | 9
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:9
05-12-2008 10:22:11
heden en zijn dus gewoon weer gemeenschapsgeld.’ Bovendien, de liberalisering heeft de energiebedrijven véél efficiënter gemaakt, meent Fens. ‘Vroeger werd bij de gasbedrijven gesproken over “een lek in het systeem” in plaats van over klanten. Dat geeft wel aan dat de voormalige nutsbedrijven niet bepaald servicegevoelig waren en zeer ambtelijk waren georganiseerd. De operationele kosten van deze staatsbedrijven waren bovendien vele malen hoger dan nu, omdat ze veel meer personeel in dienst hadden en niet volgens de tucht van de markt werkten.’ Door de liberalisering en de vele fusies in de energiesector van de afgelopen tien jaar zijn de kosten fors gedaald en de keuzevrijheid van consumenten heeft energiebedrijven veel bewuster gemaakt van de prijzen die ze de klant doorberekenen.
Strenge regels Toch is in 2007 maar 6 procent van de Nederlandse huishoudens geswitcht van energieleverancier. Nieuwkomers als Oxxio, de Nederlandse Energiemaatschappij of Energie:direct hebben ondanks hun soms lagere prijzen de bestaande energiebedrijven nog maar weinig pijn weten te doen. Blijkbaar is de gemiddelde Nederlander niet zo happig om voor een paar euro voordeel van de ene aanbieder naar de andere te gaan. Wie de prijzen naast elkaar legt – erg makkelijk dankzij allerlei vergelijkingssites op internet – moet ook tot de conclusie komen dat er maar weinig winst te halen is met een switch. Dat komt onder meer doordat de energiebedrijven weinig kunnen verdienen aan consumenten en gebonden zijn aan strenge mededingingsregels. Ze mogen bijvoorbeeld niet gaan stunten met energieprijzen.
10 | lumen
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:10
04-12-2008 17:14:52
dossier | prijsopbouw
Foto’s ANP
< Minister Cramer en Nuon introduceerden afgelopen september een betalingsconstructie voor energiebesparende maatregelen. Een investering voor bijvoorbeeld het isoleren van de woning of de aanschaf van een hr-ketel kan via de energierekening worden betaald. Met name isolatie is een van de meest efficiënte investeringen om energieverspilling tegen te gaan. << Werknemers van Akzo Nobel, Aldel en Kollo vroegen in december 2005 in Den Haag om aandacht voor de problemen van de industrie in Noord-Nederland door de hoge energieprijzen.
Theo Fens: ‘Winsten die worden gemaakt gaan in de vorm van dividenden naar de overheden en zijn dus gewoon weer gemeenschapsgeld’ Is er dan wel sprake van een daadwerkelijke markt, en moet mededingingscommissaris Kroes zich er niet mee bemoeien? Onderzoeker Fens denkt dat Brussel voorlopig weinig reden heeft voor een interventie. ‘Ik ben er vrij zeker van dat er geen kartelafspraken zijn gemaakt tussen de Nederlandse energiebedrijven’, zegt hij. Wel ziet hij in de energiesector een oligopolie met tot nog toe weinig onderlinge concurrentie. Wat betreft gas is er zelfs bijna geen concurrentie mogelijk, de gasinkoopmarkt wordt gedicteerd door GasTerra.
wel een punt: waar gaan zijn centen eigenlijk heen? Follow the money. De woorden zijn sinds de Watergateaff aire in de jaren zeventig gevleugeld. Twee journalisten van de Washington Post probeerden een aff aire rond Richard Nixon te ontrafelen door de geldstromen van zijn partij te volgen. Als we nu de winsten van de energiebedrijven achterna gaan komen we niet uit bij een frauderende Amerikaanse president, dat is zeker. Wel voor een groot gedeelte bij de Nederlandse overheid. Die heft allerlei accijnzen en belastingen op energie. Bovendien zijn verschillende
Knuppel in het hoenderhok Het wachten is dus op een partij die de knuppel in het hoenderhok wil gooien. Wellicht een buitenlands energiebedrijf? Niet noodzakelijkerwijs. Benzinestations, die andere sector waar de detailhandelsprijzen voor een groot gedeelte worden bepaald door grondstofprijzen, tonen aan dat zelfs een groot aantal aanbieders niet betekent dat prijzen drastisch dalen. Meer marktpartijen zorgen dus niet altijd voor meer concurrentie. Dat komt ook omdat veel van de kosten (heffingen, accijnzen, transport, leveringskosten) voor alle aanbieders gelijk zijn. Net als de benzinestations kunnen ook de energiebedrijven maar op een klein deel van de uiteindelijke prijs invloed uitoefenen. ‘Roofridderij bepaalt, burgerij betaalt!’ briest een man uit Maartensdijk die zich OpaTokkie noemt op de site www.wuz.nl. Het onderwerp is nog steeds de energierekening. Niet echt subtiel, maar grootvader Tokkie heeft
Invloed grondstofprijzen op leveringstarieven energie De hoge gasinkoopprijzen werken direct door in de consumententarieven voor de levering van gas. Voor elektriciteit is dit effect indirect, omdat een deel van de ingekochte elektriciteit is opgewekt in gascentrales. Logischerwijs spelen bij de marktinkoopprijzen voor elektriciteit ook de prijzen van andere grondstoffen zoals kolen en uranium een rol. Door een explosief stijgende vraag naar kolen vanuit opkomende economieën als China en India lag ook de prijs voor kolen de afgelopen periode relatief hoog. Ten slotte bepalen vraag en aanbod op de energiemarkt, bijvoorbeeld de Amsterdam Power Exchange (APX), de uiteindelijke inkoopprijs voor energiebedrijven.
lumen | 11
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:11
04-12-2008 17:14:54
Foto Hollandse Hoogte
Benzinestations, de andere sector waar de detailhandelsprijzen voor een groot gedeelte worden bepaald door grondstofprijzen, tonen aan dat zelfs een groot aantal aanbieders niet betekent dat prijzen drastisch dalen.
Opbouw energieprijzen De energieprijs is opgebouwd uit vier componenten: de kosten voor levering (vrije markt), het bedrag dat de netbeheerder berekent voor aansluiting en transport (gereguleerd domein) en belastingen, energiebelasting en btw (overheid). Bovenstaande uitleg heeft betrekking op het leveringsdeel van de energiekosten. Onderstaande infographics hebben betrekking op de energieprijzen van Nuon.
Opbouw energierekening per 1 juli 2008 De energierekening van een consument bestaat uit vier onderdelen. Waar betaalt de klant voor? Elektriciteit (€ 876,-) gemiddeld verbruik: 3.500 kWh Btw €
Gas (€ 1.269,-) gemiddeld verbruik: 1.650 m3 Btw €
Levering € 140,(16%)
€ 203,(16%)
€ 293,(33%)
€ 256,(20%)
€ 263,(30%) € 180,(21%) Energiebelasting €
Levering
€ 670,(53%)
€ 140,(11%) Netbeheer
Energiebelasting €
Netbeheer
NB Excl. belastingvermindering, prijzen zijn gebaseerd op jaarcontracten met een variabele prijs voor tariefregio Noord-Holland/Gelderland, netbeheertarieven per 1 januari 2008
12 | lumen
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:12
05-12-2008 15:15:45
dossier | prijsopbouw
Hans van Mierlo: ‘Dwing de energiebedrijven een bepaald deel van de winst te investeren in hardware, daarmee kunnen we de leveringszekerheid in Nederland verder garanderen’
Impact energiekosten op gezinsinkomen Met een stijging van 160 euro komt de jaarlijkse energienota van een doorsnee gezin voor het eerst boven de 2000 euro uit. Volgens het CBS betaalt een gemiddeld huishouden in 2008 1869 euro voor stroom en gas. Sinds 2000, toen de gemiddelde jaarnota 867 euro bedroeg, is de energierekening meer dan verdubbeld. En sinds 2004 houdt de inkomensontwikkeling geen gelijke tred met de stijgende energiekosten, waardoor de kosten voor gas, warmte en elektriciteit een steeds groter deel van het huishoudinkomen vragen. In de infographic is naast de tarieven ook het gemiddelde verbruik verdisconteerd om een goed beeld te geven van de totale kosten voor energie per huishouden.
Impact energiekosten op gezinsinkomen Sinds 2004 houdt de inkomensontwikkeling geen gelijke tred met de stijgende energiekosten. indexcijfers (2000 = 100) 160 Kosten gas, warmte en elektriciteit
150 140 130 120 n Inkomen 110
Prijsindex
100 ‘00
‘01
‘02
‘03
‘04
‘05
‘06
‘07
Bron: Nuon BIC/CBS
overheden aandeelhouders van de Nederlandse energiesector. En bij aandelenbezit hoort winstdeling. NoordHolland streek in 2007 bijvoorbeeld 31 miljoen euro op uit een aandeel van 10 procent in Nuon. Daarmee kunnen ze weer metro’s aanleggen, wegen asfalteren en kunstenaars subsidiëren. De provincies zijn behoorlijk afhankelijk geworden van deze cash-injecties.
Kostbaar proces Hans van Mierlo, hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit Maastricht, vindt dat de sector terughoudend moet zijn. ‘Weersta vooral de neiging om te grote dividenden uit te keren. Dat deed het energiebedrijf NRE uit Brabant voor het werd verkocht aan E.on. Dat betekende dat er geen reserves meer waren en het onderhoud slechter werd. Een deel van de winst die de gemeente Eindhoven haalde op de verkoop moest uiteindelijk terug naar E.on om achterstallig onderhoud te kunnen laten plegen,’ zegt de naamgenoot van de D66-politicus. Van Mierlo is vanwege de gebeurtenissen in Brabant zelfs een voorstander van een wettelijke bepaling die energiebedrijven dwingt altijd een bepaald deel van de winst te investeren in hardware. ‘Daarmee kunnen we de leveringszekerheid in Nederland verder garanderen.’ De grote energiebedrijven lijken dat zonder nieuwe wetgeving overigens al te doen. Uit de jaarverslagen van de grote drie (Nuon, Essent, Eneco) blijkt dat ze het geld dat overschiet na het betalen van dividend nu al gedeeltelijk gebruiken om te investeren in nieuwe centrales en technologische ontwikkeling. Volgens Theo Fens gaat er ook veel geld zitten in het proces van liberalisering zélf. ‘De energiebedrijven zijn in transitie en dat brengt hoge kosten met zich mee. Je ziet dat de splitsing van energieproducenten en transportbedrijven naar verwachting zo’n 100 miljoen gaat kosten.’ Met name informatietechnologie is een hoge kostenpost, ziet Fens in zijn dagelijkse praktijk. ‘Vrijwel alle huidige energiebedrijven zijn de afgelopen jaren ontstaan uit fusies. Dat betekende dat systemen op elkaar moesten worden aangesloten.’ En net nu dat voor elkaar is, worden door de splitsing bedrijven weer uit elkaar getrokken. ‘Dus moeten er weer nieuwe systemen worden gemaakt, met opnieuw een prijskaartje.’ lumen | 13
Lumen_0408_Dossier.indd Sec1:13
04-12-2008 17:14:58
Tekst Joost Bijlsma | Foto Eddo Hartmann
Meer economie, minder CO2
CO2-uitstoot versus economische groei 1990
2000
Uitstoot CO2 in Nederland in miljard CO2-equivalenten
159,4
169,6
Groei BBP in miljoenen euroâ&#x20AC;&#x2122;s
243.652
417.960
Jaar
Nederland mag het land van de kassen zijn, het is niet het land van de broeikasgassen. Want volgens het Planbureau voor de Leefomgeving en het CBS zijn we op dat vlak goed bezig. Tot 2004 steeg de totale emissie nog, met name door een forse toename van de CO2-uitstoot. Maar in vergelijking met vier jaar geleden is de uitstoot van alle broeikasgassen teruggelopen. Dit komt door
allerlei maatregelen die producenten en consumenten hebben genomen, maar ook dankzij warmere winters. De emissie van broeikasgassen in het algemeen, dus niet alleen van CO2, is inmiddels zelfs tot onder het niveau van 1990 gedaald. Dat betekent dat die uitstoot niet meegroeit met de conjunctuur. Want de economie is de laatste vijftien jaar met tientallen procenten gegroeid.
14 | lumen
Lumen_0408.indd 14
04-12-2008 17:28:38
infographic | broeikasgassen
2004
2007
181,1
172,0
491.184
567.066
Dat de Nederlandse uitstoot terugloopt, is aardig maar allerminst reden om de loftrompet over het klimaat te steken. Want een rapport van het Global Carbon Project (GCP) rept over een alarmerende toename van de wereldwijde uitstoot van CO2 tussen 2000 en 2007. In die periode is de emissie viermaal sneller gestegen dan in de decennia daarvoor. Dat het zo snel gaat, heeft ruwweg
twee oorzaken. Enerzijds loopt de CO2-opnamecapaciteit van de natuur snel terug, bijvoorbeeld door ontbossing. Anderzijds is de economie in de opkomende landen in een enorme stroomversnelling gekomen.Volgens het GCP heeft China inmiddels de VS ingehaald als grootste producent van CO2.
lumen | 15
Lumen_0408.indd 15
04-12-2008 17:28:42
Deelnemers discussie - Ed Lof, auteur van Groei en bloei, economie is goed voor het milieu - Willem Middelkoop, auteur van De permanente oliecrisis, waarom benzine, gas en voedsel steeds duurder worden (samen met Rembrandt Koppelaar) - Roy op het Veld, auteur van De strijd om energie, hoe de groeiende honger naar olie en gas de wereld in een crisis stort
16 | lumen
Lumen_0408.indd 16
04-12-2008 17:28:46
rondetafeldiscussie | peak oil
Tekst Joost Bijlsma | Foto Rob Marinissen
Watt crisis?
De wereldwijde financiële crisis drukt het vraagstuk van dreigende energieschaarste naar de achtergrond. Dankzij de zich aankondigende recessie daalde de prijs van olie snel. Hierdoor zou de aandacht voor energietransitie wel eens kunnen verslappen. Maar dat zou kortzichtig zijn, betogen drie auteurs in hun recent verschenen boeken. Zij wijzen op de gevaren van energieschaarste en achten de tijd rijp voor meer fundamentele veranderingen. Een debat.
L
eerzaam leesvoer is het, maar allesbehalve opbeurend: de boeken van Roy op het Veld en Willem Middelkoop. De covertitels spreken van een energiecrisis. En in hun betogen gaan de auteurs grote woorden niet uit de weg. Journalist Op het Veld van Het Financieele Dagblad pleit voor ‘verhoogde dijkbewaking’. Hij vreest voor conflicten als gevolg van een mismatch tussen energieaanbod en de zeer snel gestegen vraag. RTL-Z journalist Middelkoop deelt deze zorg over ‘peak oil’, het moment dat de productie piekt en de vraag niet meer bijbeent. Hij gelooft zelfs dat ‘de kans groot is dat we de komende decennia een paar stappen terug moeten doen, omdat goedkope energie, de basis van onze welvaart, geen gegeven meer is’. En wie denkt dat de schrijver van het boek met de vrolijke titel Groei en bloei, economie is goed voor het milieu veel optimistischer is, komt van een koude kermis thuis. Want ook Ed Lof waarschuwt voor het gevaar van een reeks van oliecrises. Hoge olieprijzen, bijna 150 dollar per vat in het begin van de zomer, hebben de wereld wakker geschud. De peak oil-theorie kreeg daardoor steeds meer aanhangers. En zelfs het Internationaal Energie Agentschap – dat in deze discussie altijd een sussende rol speelde – neemt de gevaren van energieschaarste steeds serieuzer. Onlangs bleek uit een onderzoek van deze organisatie (waarbij 800 velden onder de loep werden gelegd) dat de productie van olie sneller daalt dan gedacht. De lagere olieprijzen van de periode direct na het ontstaan van de financiële crisis in oktober kunnen dus wel eens slechts van tijdelijke aard zijn.
Kwestie I Wanneer begint de oliecrisis en welke gevolgen heeft ze? Middelkoop gelooft dat we peak oil, het moment dat de productie over haar top heen is, al zeer dicht zijn genaderd: ‘We zaten vlakbij de piek die allerlei prominente ex-medewerkers van grote oliemaatschappijen voorspellen. In mijn boek is een lijstje met hun namen te vinden. Hun voorspellingen voor dit moment komen gemiddeld uit op 2009. Afgelopen zomer zag je de eerste tekenen. Een brood bij de bakker was een kwartje duurder geworden door het gebruik van biobrandstoffen als vervanger van olie. En de Marshall-eilanden riepen de noodtoestand uit vanwege de hoge olieprijzen. “Alleen een diepe recessie als gevolg van een uit de hand gelopen kredietcrisis kan zorgen dat olie en voedsel weer betaalbaar worden”, schreef ik in mijn boek. Dat scenario ontvouwt zich nu. Deze financiële crisis leidt in het gunstigste geval tot een jarenlange recessie. De daaruit voortvloeiende krimp van de olievraag kan ons wel eens extra ruimte geven voor een energietransitie.’ Op het Veld: ‘Ik ben niet zo pessimistisch over de financiële crisis als jij. Ik geloof wel dat er grote vertraging van de economie zal zijn. Maar de vraag naar olie zal weer aantrekken. En dat een recessie ons helpt bij de energietransitie is een illusie. Want in dat geval zullen we ons geld hard nodig hebben voor andere dingen.’ Lof: ‘De financiële crisis betekent misschien een klap voor de financiële wereld en de Amerikaanse economische hegemonie. Maar dat impliceert nog niet dat de reële economie – en lumen | 17
Lumen_0408.indd 17
04-12-2008 17:28:50
Ed Lof: ‘Alleen hogere prijzen prikkelen om definitief werk te maken van alternatieven’
daarmee de vraag naar olie – heel lang op zijn gat ligt. Want de wereldeconomie hangt niet alleen af van de VS maar ook van China en andere opkomende landen.’ Op het Veld: ‘Feit blijft dat het aanbod van fossiele brandstoffen niet snel genoeg toeneemt. En dat we te traag duurzame alternatieven ontwikkelen. De schaarste die ontstaat zal tot grote spanningen leiden. Zeker als je in het achterhoofd houdt waar olie en gas straks vandaan moeten komen: grotendeels uit politiek dubieuze regio’s. We hebben hier in het westen lange tijd de kraan én de keten in handen gehad. We zaten aan de goede kant van de schaarste. Maar dat verandert. Naarmate de Chinezen en Russen economisch minder afhankelijk van ons worden, zullen we meer aan de verkeerde kant van de schaarste komen. En dan gaan we echt hoge prijzen betalen.’ Lof: ‘Wellicht is zo’n olieprijsexplosie een blessing in disguise. Alleen hogere prijzen prikkelen om definitief werk te maken van alternatieven. Tot nog toe heeft het prijsmechanisme gefaald, bijvoorbeeld door energiesubsidies vanwege industriepolitiek.’ Op het Veld: ‘Je ziet nog steeds overal energiesubsidies. Rusland subsidieert gas voor binnenlands gebruik. En als benzine in China, de Verenigde Staten en het Midden-Oosten ook een euro per liter had gekost, was de vraag naar olie veel minder snel opgelopen.’
Kwestie II Hoe kan de politiek zo’n crisis voorkomen? De drie discussianten zijn sceptisch over de rol van de overheid tot nog toe. Eensgezind wijzen ze op de in hun ogen ongelukkige invalshoek van het politieke debat. Het accent heeft naar hun mening te veel gelegen op milieu en te weinig op economie. De boodschap ‘we moeten het klimaat redden door minder CO2 uit te stoten’ is naar hun smaak te modieus. De aanpak zou zich meer moeten richten op het terugdringen van het gebruik van fossiele energie. Want de meest acute bedreiging is economische en politieke ontwrichting door energieschaarste, denken de auteurs. Op het Veld is ervan overtuigd dat de urgentie van peak oil wel tussen de oren zit van Nederlandse politici: ‘Ik weet zeker dat een aantal sleutelfiguren weet hoe we er voorstaan. Maar het zijn lastige problemen om aan te pakken. Vergeet niet dat onze staatshuishouding erg afhankelijk is van energie-inkomsten. Gasopbrengsten en energiebelastingen zijn goed voor jaarlijks
twaalf miljard euro aan inkomsten. We hebben dus, naast een energietransitie, eigenlijk ook een financiële transitie nodig. Eigenlijk zijn we iets te laat begonnen met de transitie.’ Middelkoop: ‘We hadden twintig jaar voor de piek al moeten beginnen. Dat stelt in ieder geval de econoom Robert Hirsch in het rapport dat hij in 2005 schreef in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Energie.’ Op het Veld: ‘Om dit probleem serieus aan te pakken, moeten we op wereldschaal grootschalig samenwerken. Maar wat betreft energie zie je nu vooral een houding van: ieder voor zich. Europa kan wel een zonnecentrale in de Sahel willen, maar wil een olieproducerend land als Algerije dat ook?’ Middelkoop: ‘De Europese leiders hebben nog nooit serieus over dit soort opties gepraat.’ Lof: ‘Om het tij snel te keren, moet je denken in de trant van Apolloprojecten, Deltawerken en oorlogseconomie. Dergelijke initiatieven krijg je pas van de grond als burgers de pijn zelf voelen, bijvoorbeeld bij torenhoge energieprijzen. Dan worden ingrijpende maatregelen geaccepteerd.’ Op het Veld: ‘Zo werkt dat nu eenmaal met politiek. Er komen pas veranderingen in de zorg als patiënten zijn vastgebonden omdat er geen verplegers zijn.’ Middelkoop: ‘Politici worden afgerekend op korte termijn. Daarom hollen we van crisis naar crisis.’ Lof: ‘Daar wil ik wel een kanttekening bij maken. Hoewel ik het niet eens ben met de prioriteiten van Gore, heeft hij wel aangetoond dat je een debat over de toekomst van de planeet op gang kunt brengen. En dat heeft geleid tot langetermijnbeleid, bijvoorbeeld in Europa.’ Middelkoop: ‘Jammer is dat er op zo’n moment direct niet meer eerlijk wordt gediscussieerd. Dan zijn bijvoorbeeld ineens kerncentrales taboe. Terwijl we in de toekomst toch echt alle energie nodig hebben die we kunnen krijgen. Als de regering peak oil echt serieus neemt, dan zou ze alternatieven ruimhartiger moeten stimuleren. Op het Veld: ‘Het beleid is te vrijblijvend. Wat we nu hebben, is een inspanningsverplichting, geen resultaatsverplichting. Bedrijven zeggen collectief toe te streven naar 20 procent duurzame energie in 2020, Ik ben ervan overtuigd dat dit percentage alleen haalbaar is als je bedrijven dwingt. De overheid zou Shell en andere bedrijven bijvoorbeeld kunnen verplichten jaarlijks een of twee procent minder fossiele brandstoffen
18 | lumen
Lumen_0408.indd 18
04-12-2008 17:28:51
rondetafeldiscussie | peak oil
Willem Middelkoop:‘Politici worden afgerekend op korte termijn. Daarom hollen we van crisis naar crisis’
te verkopen. Dat moeten ze dan opvangen met duurzame alternatieven, anders verliezen ze marktaandeel. Want wie tekortschiet, mag het equivalent fossiele energie ook niet meer leveren.’ Middelkoop: ‘Overheidsdwang kan best goed werken. In Zweden blijkt dat je beleid kunt maken dat er puur en alleen op gericht is om de afhankelijkheid van olie terug te dringen.’ Op het Veld: ‘Er zijn ook nog veel te weinig prikkels om te besparen.’ Lof: ‘Sterker nog. Tot voor kort werd op uit China geïmporteerde spaarlampen 66 procent Europese invoerrechten geheven.’ Op het Veld: ‘Het blijft voor politici lastig om burgers te mobiliseren voor energiebesparing. Het is ook een complex verhaal om uit te leggen. Mensen beseffen niet hoe omvangrijk de hele fossiele economie is. Ze hebben er geen notie van.’ Middelkoop: ‘Je kunt dat niet snel even opschrijven in een artikel in een krant. Je moet er boeken over schrijven, waarin je uitlegt hoe het allemaal in elkaar zit.’
Kwestie III Wat kunnen bedrijven en burgers doen? Het moge duidelijk zijn dat de drie schrijvers voorstanders zijn van vergaand overheidsingrijpen. Dat laat echter onverlet dat de veranderingen volgens hen uit het bedrijfsleven moeten komen. En de burger kan, in zijn hoedanigheid als klant, een handje helpen door bedrijven te dwingen om de goede stappen te zetten. Maar hoe krijg je bedrijven zover dat ze een omslag maken? Op het Veld: ‘De stapjes zijn nu nog heel klein en ze blijven dat voorlopig ook. Als de overheid ze er niet toe verplicht zie ik bijvoorbeeld beursgenoteerde oliebedrijven uit zichzelf geen grote omslag maken. Alternatieve energie is nu eenmaal niet het kunstje waar ze goed in zijn. Maar het belangrijkste is: er zit op korte termijn minder rendement op. En aandeelhouders willen dat ze het beter doen dan andere oliebedrijven.’ Lof: ‘Nadeel van beursgenoteerde bedrijven is dat ze worden afgestraft voor investeringen in duurzame energie omdat die op korte termijn te weinig opleveren. De financiële crisis kan mogelijk helpen. Daardoor raakt het op snel rendement gericht kapitalisme in diskrediet en komt er mogelijk weer meer ruimte voor langetermijninvesteringen.’ Op het Veld: ‘Misschien komen de grote veranderingen vanuit
een andere bedrijfstak, zoals de automobielindustrie. Deze bedrijven móéten het roer nu wel omgooien, anders gaan ze kapot. Dat is een andere situatie dan bij de oliebedrijven. Het is eigenlijk absurd dat we 70 procent van de olie in auto’s verstoken, terwijl je er in de chemie prachtige dingen mee kunt doen.’ Middelkoop (niet zonder ironie): ‘De Europese auto-industrie gebruikt nu de financiële crisis als aanleiding om te vragen om 40 miljard euro steun. Voor de vergroening. Geweldig.’ Op het Veld: ‘Toch verwacht ik het meeste van ondernemers en niet van managers van grote ondernemingen. Het is wachten op de Googles van de nieuwe energie. Grote oplossingen beginnen altijd klein.’ Middelkoop: ‘We moeten veel meer in kennis investeren. We hebben maar één hoogleraar energietransitie. Terwijl we voor vraagstukken met veel minder maatschappelijke impact soms wel tien of meer hoogleraren hebben. En een veelvoorkomende denkfout die we niet moeten maken, is dat we er met één vervanger voor olie zijn. We hebben heel veel oplossingen nodig. En die zijn altijd duurder dan olie. In alle alternatieven moet je namelijk eerst heel veel energie stoppen om het er vervolgens weer uit te halen.’ Lof: ‘Je moet het niet te somber zien. Je kunt bijvoorbeeld ook veel bereiken met energie-efficiency. Op dat gebied is er nog een wereld te winnen. Je kunt gemakkelijk 40 procent van de gebruikte energie besparen.’ Middelkoop: ‘Mensen gaan pas efficiënter met energie om als hun energiekosten in verhouding hoog genoeg zijn. De tuinders in Aalsmeer nemen niet alleen stroom af maar leveren die ook, met heel slimme systemen. Dat zij in actie zijn gekomen, komt doordat een aanzienlijk deel van hun kosten, zo’n 30 procent, energiekosten zijn. Dan ga je nadenken.’ Op het Veld: ‘Ook in het creatief ontwerpen van nieuwe systemen is nog een grote slag te maken. Je kunt bijvoorbeeld hotels in het Caribisch gebied koelen met zeewater. Dat vervangt energievretende airco’s die draaien op elektriciteit uit elektriciteitscentrales. En die worden daar vaak op olie gestookt.’ Middelkoop: ‘Je moet Nederlanders gewoon een belastingvoordeel geven voor energiebesparingen. Bijvoorbeeld een aftrekpost voor spaarlampen. Dan doen ze het onmiddellijk.’ Lof: ‘Dé grote uitdaging is om mensen te prikkelen om minder energie te gebruiken. Dat lukt pas goed als de energiekosten echt hoog zijn.’ lumen | 19
Lumen_0408.indd 19
04-12-2008 17:28:52
Tekst Joost Bijlsma | Foto Rob Marinissen
‘Gemakzucht is een vijand van windmolens’ Na de liberalisering van de markt, Al Gore en snel veranderende energieprijzen zijn de actualiteiten over energie en klimaat in een stroomversnelling geraakt. Hoe blijf je op de hoogte en schat je alles op waarde? In Lumen analyseert een beleidsmaker recent nieuws en geeft zijn mening. Aflevering 3: wethouder Peter van ’t Hoog van de gemeente Ede. Hij is een warm pleitbezorger voor klimaatbeleid en droeg dat zelfs voor de klas uit. 20 | lumen
Lumen_0408.indd 20
04-12-2008 17:28:54
nieuwsanalyse | ede
De luchtwasser
Scherpenzeelse Krant, 27 augustus 2008 De Gelderlander, 30 augustus 2008
Veelzijdig klimaatbeleid ‘Met klimaatbeleid is de gemeente Ede al in 2002 begonnen. We doen de dingen die iedereen doet, zoals het duurzaam ontwikkelen van woonwijken. Ook geven we als gemeente zelf het goede voorbeeld: bij de renovatie van het stadhuis hebben we gezorgd voor een warmte/koude-opslag en zonnepanelen. Een ander belangrijk onderdeel van ons klimaatbeleid is communicatie en educatie over het onderwerp. Zo hebben we toen de film van Al Gore uitkwam alle middelbare scholieren vrije toegang tot die film gegeven. Later hebben enkele raadsleden en ik klimaatlessen gegeven op de basisscholen in de gemeente. Verder wisselen Edenaren ideeën uit op de website www.edehoudtvandetoekomst.nl. Niet het opgeheven vingertje, maar positief stimuleren,
dat is de kern van ons klimaatbeleid. In ons nieuwe beleid streven we naar twintig procent besparing. Wellicht gaan we zelfs telewerken stimuleren.’
siast van dergelijke innovatieve initiatieven. Het is toch prachtig als mensen zelf hun nek uitsteken en niet gaan zitten afwachten.’
Vaart maken Innovatieve boeren ‘Als je bij een hoop mest staat, dan zie je de warmte gewoon opstijgen. Een eendenfokker hier in de buurt heeft gedacht: daar moet ik iets mee. Hij ontwikkelde zelf een methode om de warmte af te vangen en terug te leiden naar de stal. Dat is hem gelukt dankzij geld van de provincie Gelderland en kennis van de universiteit Wageningen. Zo’n instituut in de buurt is nuttig bij milieu-innovatie. Zo hebben ze voor de intensieve veehouderij “luchtwassers” ontwikkeld. Dat zijn installaties die de uitstoot van fijnstof verminderen. Ik word erg enthou-
‘Zoals je in het voorbeeld van de eendenfokker zag, is onze provincie toeschietelijk bij het ondersteunen van initiatieven voor duurzame energie en besparing. Ook de ruimtelijke procedures zijn duidelijk, met speciale “zoekzones” voor windmolens. Maar het gaat volgens gedeputeerde Annelies van der Kolk nog te langzaam. In dit artikel roept ze bestuurders op om durf te tonen. Volgens de gedeputeerde zijn er gemeenten die aarzelen bij het plaatsen van windmolens. Ze laten zich beïnvloeden door argumenten als “niet mooi”, “niet nodig” en “niet in mijn achtertuin”. Het is beslist nog lumen | 21
Lumen_0408.indd 21
05-12-2008 10:22:49
De Gelderlander, 1 oktober 2008
De Telegraaf, 4 september 2008
nodig om collega-wethouders te prikkelen om stappen te zetten in windenergie. Het is gemakkelijker om dat niet te doen. Vooral bestuurlijke gemakzucht staat de ontwikkeling van windenergie in de weg. Als je het als wethouder rustig wilt hebben, moet je niet aan windmolens beginnen.’
Participatie in windmolens ‘We willen burgers laten participeren in twee nieuwe grote windmolens langs de A30. De participatie houdt in dat Edenaren de mogelijkheid krijgen de bouw van de molens financieel te ondersteunen in ruil voor een deel van de opbrengst. Het worden hoge turbines met een vermogen van elk drie megawatt (stroom voor 3600 huishoudens). Krijgt het voorstel steun in de gemeenteraad, dan kun-
nen bedrijven inschrijven op de exploitatie van de molens. We stellen wel als voorwaarde dat Edenaren investeringen kunnen doen, in ruil voor revenuen. Ik vind het belangrijk dat de inwoners zelf direct het gebruik van duurzame energie kunnen stimuleren. Zo mobiliseren we voorstanders, waar je normaal vooral tegenstanders zich ziet verenigen. Voor burgers kan het aantrekkelijk zijn om deel te nemen. Het zelf leveren van energie levert een fiscaal voordeel op, vergeleken met de situatie dat je alleen maar afnemer van energie bent.’
CO2-uitstoot laat automobilist koud ‘De burger vindt dat de overheid moet ingrijpen in het belang van het collectief, maar trekt de consequenties voor zichzelf nog onvol-
doende. Dan zie je wat ik noem “aangeleerde hulpeloosheid”. Burgers relativeren hun eigen aandeel weg: “mijn bijdrage is zo klein dat het toch niet uitmaakt”, zeggen ze dan. Ze hoeven van zichzelf bijvoorbeeld niet vaker met de fiets in plaats van met de auto. Als we allemaal zo redeneren, gebeurt er nog niets. Blijkbaar worden hoge energieprijzen nog onvoldoende in de portemonnee gevoeld. En de drempel op korte termijn is vaak te hoog. Burgers laten zich weerhouden door kosten op korte termijn. Terwijl ze op lange termijn kunnen profiteren. Je ziet dat bij energiebesparing. Particuliere woningbezitters nemen zelf onvoldoende maatregelen, terwijl die gewoon rendabel zijn. Ik zoek eigenlijk naar formules waarbij een partij het risico en de kortetermijnkosten van de burger overneemt.’
22 | lumen
Lumen_0408.indd 22
04-12-2008 17:29:01
Tekst Windy Kester Foto’s Samfoto, Varanger Kraft, StatoilHydro, Norsk Hydro, TenneT, ANP/Scanpix, Esben Johansen
beeldreportage | noorwegen
Nuchtere ijskoningen Waterkracht, olie en gas. De Noren hebben het in overvloed. Dit maakt de 4,5 miljoen inwoners van het Scandinavische land tot de meest vermogende ter wereld. Met de opbrengst van de rijkdommen onderhoudt Noorwegen de welvaartsstaat én probeert het nieuwe technologieën uit. Onder andere in Arctisch gebied.
Regen als zegen
Sneeuwwit gas
Enorme hoogteverschillen en een overvloed aan regen maken Noorwegen perfect geschikt voor waterkrachtcentrales.
De hoge prijzen en nieuwe technologieën maken het voor Noorwegen zeer interessant op zoek te gaan naar olie en gas in het poolgebied.
De Noren streven ernaar als eerste op grote schaal CO2 uit rookgassen van gasraffinaderijen af te vangen en op te slaan.
Met het oliefonds van 250 miljard euro is Noorwegen op weg naar een duurzaam pensioenfonds, meent staatssecretaris van financiën Roger Schjerva.
p. 28
p. 32
p. 34
p. 24
Hemelhoge ambities
Interview
lumen | 23
Lumen_0408.indd 23
05-12-2008 15:30:43
Regen als zegen Noorwegen is bergachtig en nat. Veertig procent van het land ligt meer dan 600 meter boven de zeespiegel. De geografische gesteldheid in combinatie met de lange en brede dalen, talloze meertjes en stroompjes maakt dit land perfect geschikt voor waterkrachtcentrales.
Noorwegen is de grootste waterkrachtproducent van Europa. In 2007 produceerden de waterkrachtcentrales 137.300 GWh en 10.000 GWh hiervan werd geĂŤxporteerd naar de buitenlandse markt. Het meeste gaat via de Scandinavische energiebeurs NordPool naar buurlanden.
24 | lumen
Lumen_0408.indd 24
05-12-2008 15:32:40
beeldreportage | noorwegen
lumen | 25
Lumen_0408.indd 25
05-12-2008 15:32:52
Noren zijn grootverbruikers van elektriciteit. Een gemiddeld Noors gezin gebruikt 20.000 kWh per jaar, een Nederlands gezin zit op 3500 kWh.
Lumen_0408.indd 26
04-12-2008 17:29:20
beeldreportage | noorwegen
Het grote energieaanbod in Noorwegen leidt tot lage energieprijzen. Dat maakt de Noren grootverbruikers van elektriciteit
N
egenennegentig procent van de Noorse huishoudens draait op elektriciteit uit waterkracht. ‘Groene stroom’ is hier geen trend van de laatste jaren en niet eens een begrip. Het is er gewoon altijd geweest. Al in de middeleeuwen gebruikten de Noren de kracht van vallend water om de zaken voor hen in beweging te zetten. Bijvoorbeeld voor het malen van graan of het persen van olie. Historici menen dat het water een grote bijdrage heeft geleverd aan de industrialisatie van het land. Negentiende-eeuwse fabrieken zijn vooral langs rivieren gebouwd. Tijdens de wederopbouw van Europa na de Tweede Wereldoorlog draaide de energie-intensieve industrie overuren en schoten de Noorse waterkrachtcentrales uit de grond. Inmiddels zijn er 4000 stroomdalen die meestal een overschot aan elektriciteit produceren. Meestal, want een waterkrachtcentrale blijft afhankelijk van regen- en smeltwater. In droge periodes is het land gedwongen energie te importeren. In 2004 moest Noorwegen zelfs meer dan 11.000 GWh uit het buitenland halen. Het grote energieaanbod in Noorwegen leidt tot lage energieprijzen. Dat maakt de Noren grootverbruikers van elektriciteit. De olie- en gasindustrie slurpen hun deel. Maar ook de gewone consument kan er wat van. Een gemiddeld Noors gezin gebruikt 20.000 kWh per jaar, een Nederlands gezin zit op 3500 kWh. Kristian Pladsen van de Vereniging voor energiebedrijven heeft er een verklaring voor: ‘Het consumptiepatroon is hier anders. De winters zijn koud en de behoefte aan warmte groot. Daarnaast gebruiken we elektriciteit voor het verwarmen van water.’ Een van de voordelen van waterkracht is dat het mogelijk is de energie op te slaan. Het water in de stuwmeren is eigenlijk ongeproduceerde elektriciteit, een grondstof die nog niet verwerkt is en onbeperkt houdbaar. ‘De technologie is vrij goedkoop en in tegenstelling tot een kolencentrale kun je de productiviteit van een waterkrachtcentrale makkelijk regelen’, zegt Pladsen. Hoewel vervloekt door velen, is slecht weer volgens Pladsen gunstig voor het milieu. ‘Als het veel regent, daalt de C02 uitstoot in het noorden omdat de elektriciteit dan hier vandaan komt en niet uit de Deense kolencentrales.’
Skogfoss, een van de vele waterkrachtcentrales in Noorwegen.
Converterstation van de NorNed-kabel. Door deze kabel stroomt veel met waterkracht opgewekte stroom van Noorwegen naar Nederland.
Hoogspanningskabels in het stroomdal bij Nesflaten.
lumen | 27
Lumen_0408.indd 27
05-12-2008 10:23:57
Op het eiland Melkøya in de Barentszzee bevindt zich Europa’s eerste terminal voor vloeibaar gas (liquid natural gas, LNG). Hier wordt aardgas afkomstig van het gasveld Snøhvit vloeibaar gemaakt.
28 | lumen
Lumen_0408.indd 28
04-12-2008 17:29:33
beeldreportage | noorwegen
Sneeuwwit gas Volgens de US geological survey bevindt een kwart van â&#x20AC;&#x2122;s werelds nog onontdekte olie- en gasbronnen zich in Arctisch gebied. Exploitatie is controversieel, maar nieuwe technologie maakt veel mogelijk.
lumen | 29
Lumen_0408.indd 29
04-12-2008 17:29:36
Nadat het gas van het Snøhvit-veld op het eiland Melkøya in koeltorens vloeibaar is gemaakt, is het klaar voor transport. Vervoer gaat per boot. Onder meer met dit schip, de Arctic Princess.
Lumen_0408.indd 30
04-12-2008 17:29:39
beeldreportage | noorwegen
Sthokman kan, als ’s werelds grootste tot nu toe bekende offshore gasveld, heel Duitsland 25 jaar lang van gas voorzien
E
nkele jaren geleden werd de kale rots Melkøya op de 70ste breedtegraad bewoond door vier gezinnen en duizenden zeemeeuwen. Tegenwoordig bevindt zich op het eilandje in de Barentszzee Europa’s eerste terminal voor vloeibaar gas (liquid natural gas, LNG). Door een 143 kilometer lange pijp komt hier gas van het Snøhvit (Sneeuwwitje)-veld aan land. De gigantische koeltorens maken het gas vloeibaar en klaar voor transport. Onder de zeebodem zou 193 miljard kubieke meter aardgas wachten op exploitatie. Een duizelingwekkende hoeveelheid die naar verwachting pas in 2035 compleet is opgepompt. De bestaande olie- en gasbronnen drogen op en de prijzen van fossiele brandstof stijgen. Daarom wordt er steeds meer gekeken naar poolgebieden zoals de Barentszzee in het noordelijkste puntje van Noorwegen. Nog niet zo lang geleden was exploitatie hier te duur en riskant. ‘Tegenwoordig lonen de gigantische investeringen’, stelt Odd-Ragnar Lorentsen van de Noorse olieautoriteit. Geschat wordt dat er de komende jaren voor 2000 miljard dollar wordt geïnvesteerd in de Barentsz- regio. Veel is te danken aan nieuwe technologie, die ervoor zorgt dat er steeds dieper en verder uit de kust geboord kan worden – bij Snøhvit bijvoorbeeld tot 345 meter in de zeebodem. Daarnaast zorgt klimaatverandering voor minder ijs en meer mogelijkheden om in open water te boren. Tot niet zo lang geleden was olie- en gaswinning in het hoge noorden ‘not done’. Deels door het barre klimaat en het vergrote risico op ongelukken, maar ook omdat dit de kraamkamer van de kabeljauw is. ‘We doen er alles aan om verantwoordelijk met dit gebied om te kunnen gaan en de risico’s minimaal te houden’, zegt Ørjan Birkeland van oliemaatschappij StatoilHydro, uitbater van Snøhvit. Ook het politieke klimaat lijkt om te slaan. Afgelopen zomer deed de Noorse overheid seismisch onderzoek rond de noordelijke eilandengroep Lofoten. Hier zouden wel eens grote olievelden verborgen kunnen zitten. Het Noorse parlement beslist in 2010 of er daadwerkelijk geboord mag worden rond de archipel. Maar de grote slag in het hoge noorden van Europa wordt waarschijnlijk geslagen aan de Russische kant van de grens. Sthokman is met naar schatting 3,7 biljoen kubieke meter ’s werelds grootste, tot nu toe bekende offshore gasveld. Het zou heel Duitsland 25 jaar lang van gas kunnen voorzien. De offshore expertise in poolgebied die de Noren
hebben opgedaan met Snøhvit komt ook hier van pas: StatoilHydro is, samen met het Franse Total, partner in de ontwikkeling van het veld dat in 2013 opengaat.
Het olie- en gasveld Statfjord in het Noorse deel van de Noordzee. Het veld telt drie platforms: Statfjord A (foto), B en C.
Sleepboten trekken Statfjord A naar zijn bestemming.
Het reusachtige Sthokman gasveld bevat naar schatting 3,7 biljoen kubieke meter gas.
lumen | 31
Lumen_0408.indd 31
04-12-2008 17:29:40
Raffinaderij Mongstad werkt vanaf 2014 met technologie die de CO2 uit de rookgassen filtert, transporteert en opslaat op een plek waar de geologie het toelaat.
32 | lumen
Lumen_0408.indd 32
04-12-2008 17:29:50
beeldreportage | noorwegen
Hemelhoge ambities
Koolstofdioxide uit gas terugpompen in zee of in de aardbodem gebeurt al op kleine schaal. De Noren willen echter de eerste zijn die op grote schaal CO2 uit rookgassen van gasraffinaderijen halen en opslaan.
D
e opvang van CO2 is onze maanlanding’, sprak de Noorse premier Jens Stoltenberg trots in zijn nieuwjaarsspeech twee jaar geleden. ‘Ons doel is binnen zeven jaar de technologie te hebben om de uitstoot van rookgassen te reinigen en op te slaan. Het is een groots project voor ons land.’ Als ’s werelds vijfde olieexporteur en de op één na grootste exporteur van aardgas heeft Noorwegen veel te winnen bij het ontwikkelen van nieuwe technologieën die de uitstoot van broeikasgassen tegengaan. In de zeebodem ligt al tien miljoen ton CO2 opgeslagen in het op één na grootste gasveld van het land, het Sleipnerveld. Dat is meer CO2 dan alle auto’s in het land in twee jaar uitstoten. ‘Bij Sleipner wordt CO2 uit het gas getrokken en teruggepompt. Voornamelijk omdat het gas zo’n 9 procent CO2 bevat en de markt in Europa kwaliteitsgas met slechts 2 procent eist’, verklaart CO2-expert Karl Anders Hoff van het onderzoeksinstituut Sintef. De ‘maanlanding’ waar de premier het over heeft, gaat echter een stapje verder en zal gebeuren bij twee raffinaderijen aan de westkust. De Kårstø-centrale moet in 2011
voorzien zijn van technologie die na verbranding de CO2 uit de rookgassen trekt, transporteert en opslaat op een plek waar de geologie het toelaat. Raffinaderij Mongstad volgt in 2014. ‘Poreuze zandsteen absorbeert kooldioxide en slaat het op dezelfde manier op als de natuur met aardgas doet. Voor altijd’, verklaart Hoff. Het is voor het eerst dat deze techniek zal worden toegepast en daar hangt dan ook een prijskaartje aan. Geschat wordt dat de installaties een investering van ongeveer een miljard euro betekenen. CO2afvang kost bovendien veel energie, die dan dus niet op de markt verkocht kan worden. Hogere gasprijzen betekenen hogere kosten voor CO2-afvang. Om over de kosten van twintig jaar onderzoek naar de mogelijkheden maar niet te spreken. ‘Het voordeel is wel dat we dezelfde technologie ook op kolencentrales in het buitenland kunnen toepassen’, denkt Hoff. Helemaal op rolletjes loopt de maanlanding niet. Onlangs werd bekend dat opslag van CO2 in de testfase van Mongstad, vanaf 2011, te duur wordt. Rookgassen zullen worden gereinigd, maar de CO2 komt daarna gewoon vrij. Ter compensatie koopt Noorwegen CO2-quota. De betrokken bedrijven verwachten nog steeds dat ze vanaf 2014 wél volledig kunnen gaan draaien.
In de zeebodem ligt al tien miljoen ton CO2 opgeslagen in het op één na grootste gasveld van het land, het Sleipnerveld lumen | 33
Lumen_0408.indd 33
04-12-2008 17:29:51
Roger Schjerva, staatssecretaris van Financiën
‘Op weg naar een duurzaam pensioenfonds’ Van met goudbeslagen paleizen of glanzende wolkenkrabbers kunnen ze slechts dromen. In het nuchtere Noorwegen gaan de opbrengsten uit olie en gas direct de spaarpot in. Het oliefonds, zoals het Openbaar Pensioenfonds in de volksmond heet, bevat inmiddels het verbluffende bedrag van 250 miljard euro. ‘We zijn op weg naar een duurzaam pensioenfonds’, meent staatssecretaris van financiën Roger Schjerva.
H
oewel het ministerie van Olie en Energie over het product gaat, is het ministerie van Financiën verantwoordelijk voor wat er met de opbrengst van de rijkdommen gebeurt. De door Financiën opgestelde richtlijnen zijn het gereedschap van de centrale bank die op haar beurt het oliefonds beheert. Waarom is het Noorse pensioenfonds een goed idee? Het is eigenlijk een geschiedenislesje. Helaas hebben we van Nederland moeten leren dat grote inkomsten uit natuurlijke bronnen ten koste kunnen gaan van economische groei op andere gebieden. Om de ‘Dutch disease’ te voorkomen en de olie-inkomsten buiten de reguliere economie te houden, is in 1991 het oliefonds opgericht. Op die manier kunnen we de welvaartsstaat veiligstellen. Het fonds investeert alleen in het buitenland en gaat zo inflatie tegen. Momenteel hebben we aandelen in 7000 bedrijven
en op 1600 plekken obligaties. Een andere reden is wat we hier ‘generatie-solidariteit’ noemen. Noorwegen heeft het geluk nú veel olie te hebben. We vinden dat ook toekomstige generaties daarvan moeten kunnen profiteren en het oliefonds is een middel voor langetermijndenken. We zitten in de luxe positie dat we ons kapitaal niet nu hoeven te gebruiken en voldoende hebben aan de jaarlijkse winst van ongeveer 4 procent. We gebruiken dus maar een beetje oliegeld, want we denken dat het slim is ‘to save for a rainy day’. Noorwegen wil tegelijkertijd een groen en humaan profiel voeren, hoe is dat te verenigen met het oliefonds? Het ministerie heeft ethische richtlijnen opgezet waar de centrale bank zich bij investeringen aan moet houden. Dit houdt in dat we bijvoorbeeld niet investeren in wapens met een inhumane werking, zoals clusterbommen. Daarnaast kijken we naar het gedrag van een bedrijf: hoe is het mensenrechtenprofiel, hoe worden de werknemers behandeld en hoe
34 | lumen
Lumen_0408.indd 34
04-12-2008 17:29:52
beeldreportage | noorwegen
Raffinaderij Mongstad, waar testen worden gedaan met de opslag van CO2. Onlangs werd bekend dat dit vanaf 2011 te duur wordt. Ter compensatie koopt Noorwegen CO2-quota.
gedragen ze zich op het gebied van natuur en milieu? Ook proberen we een actieve aandeelhouder te zijn. We proberen bedrijven op het goede spoor te houden op het gebied van kinderrechten, milieu en democratie. Als dit niet lukt, trekken we ons terug en verkopen we ons deel. Dit gebeurde de afgelopen jaren al 29 keer. Hoe draagt het oliefonds concreet bij aan duurzaamheid? Een deel van de inkomsten gaat natuurlijk naar milieumaatregelen die genomen worden om bijvoorbeeld uitstoot van de olie-industrie tegen te gaan. Daarnaast doen we met verschillende andere ministeries mee aan het programma ‘Oil for development’ waarbij we veel contact hebben met ontwikkelingslanden die natuurlijke hulpbronnen hebben. We helpen die landen bijvoorbeeld met het ontwikkelen van een belastingsysteem. Belasting is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de opbrengst van die natuurlijke delfstoffen de hele bevolking en niet slechts een paar oliebaronnen ten goede komt.
Maar we proberen ook in het westen houdingen te veranderen. Zo hebben we een actieve lobby bij enkele Amerikaanse bedrijven om hen ervan te overtuigen zich aan Kyoto te houden. Natuurlijk is dit niet alleen een morele, maar ook een financiële strategie. Op de lange termijn hebben we er profijt van dat bedrijven iets doen aan het milieu. Op een gegeven moment staat de wereld namelijk zó op zijn kop door klimaatverandering dat ook het bedrijfsleven er last van krijgt. Als het zover komt, gaat het direct over onze waardepapieren. Op weg naar een duurzaam en moreel pensioenfonds? Ik denk dat we daar hard aan werken. We proberen actief de financiële wereld te stabiliseren door te kopen als de markt daalt en te verkopen als deze weer stijgt. Bovendien hebben we met de generatie-solidariteit een eeuwigheidsperspectief en zijn we gericht op ontwikkeling, onderwijs en het milieu. Dankzij onze richtlijnen kunnen we ethiek en financiën goed verenigen. Rendement is het doel, maar niet ten koste van alles. lumen | 35
Lumen_0408.indd 35
04-12-2008 17:29:52
36 | lumen
Lumen_0408.indd 36
Maquette | Hans van Heeswijk architecten
04-12-2008 17:29:53
best practices | energiebesparing
Tekst Rutger Vahl | Foto Eddo Hartmann
Klimaatvriendelijke bedrijfsvoering staat in de spotlights. En terecht! Want wie wil nou niet bijdragen aan de oplossing van het klimaatprobleem en tegelijkertijd kosten besparen? Er zijn talloze manieren waarop bedrijven hun energieverbruik kunnen terugdringen. Vaak is het een kwestie van even dóórdenken. Lumen verzamelde drie sterke cases.
Besparen, een kwestie van dóórdenken
Groen doen CASE 1
Verwarmen met elektriciteit Voor stoken met elektriciteit lopen in Nederland nog weinig mensen warm. Dat komt door het vooroordeel dat elektrisch verwarmen duur en inefficiënt is. Nu klopt het dat straalkachels niet uitblinken in energiezuinigheid. Maar er zijn ook andere manieren om woningen en gebouwen elektrisch te verwarmen. Door middel van een warmtepomp bijvoorbeeld. Daarmee stook je zuiniger dan met gas en het is beter voor het milieu, zegt installateur Ruud Meijns, directeur-eigenaar van M&O Techniek uit Wormer.Volgens Meijns levert stoken met een elektrische warmtepomp 30 procent energiebesparing op ten opzichte van een gasgestookte hr-ketel. ‘Het rendement van een warmtepomp ligt namelijk 30 procent hoger.’ Het systeem werkt zoals een koelkast. Een elektrische compressor maakt gas vloeibaar. Bij dit proces komt warmte vrij die wordt gebruikt om een ruimte te verwarmen. Een verdamper zet de vloeistof vervolgens weer om in gas waarbij kou ontstaat. Meijns: ‘Er zijn twee varianten. Bij het ene systeem wordt de warmte die nodig is om vloeistof te verdampen,
onttrokken aan opgepompt grondwater. Bij het andere systeem is lucht de energiebron om vloeistof om te zetten in gas. Er hoeft dan geen grondwater te worden opgepompt, waardoor er ook geen gedoe is met eventuele vergunningen. Bovendien is het luchtsysteem goedkoper dan het systeem met grondwater, waardoor de terugverdientijd voor bedrijven slechts vier tot vijf jaar is.’Voor huishoudens is het nauwelijks mogelijk om de noodzakelijke investeringen in een warmtepomp terug te verdienen, zegt Meijns. ‘Toch installeren we deze vorm van elektrisch verwarmen in toenemende mate ook in particuliere woningen. Het systeem zorgt namelijk ook in de zomer voor een aangenaam binnenklimaat omdat je ermee kunt koelen. Daarnaast draagt het bij aan een beter milieu. Wie namelijk groene stroom gebruikt, heeft een compleet CO2-neutrale verwarmingsbron.’ Een groot voordeel voor met name bedrijven, vindt Meijns, is dat de warmtepomp in de zomer koel water kan rondpompen. ‘Daarmee krijg je de binnentemperatuur 3 tot 4 graden omlaag, waardoor er meestal geen airco meer nodig is. Dat levert een energiebesparing op van 90 procent ten opzichte van koelen met een airco. Het is vreemd dat je nog zo weinig lumen | 37
Lumen_0408.indd 37
04-12-2008 17:29:54
Philip Todd: ‘Videoconferencing is niet alleen voor multinationals’ hoort over het stroomverbruik van airco’s. De overheid heeft het vooral over de thermostaat die in de winter een graadje lager moet. Maar met de opwarming van Nederland zou de aandacht óók moeten uitgaan naar energieverslindende airco’s.’
CASE 2
Thuis werken en vergaderen Telewerken is niet alleen een probaat middel tegen files, het bespaart ook heel wat autokilometers en daarmee CO2-uitstoot. Hogeschool InHolland kwam een paar jaar geleden tot de conclusie dat een besparing van 4 procent op de CO2-uitstoot van auto’s mogelijk is als we allemaal een dag per week gaan thuiswerken. Philip Todd, directeur van het EwerkForum, spreekt liever over ‘e-werken’ dan over ‘telewerken’, dat volgens hem de lading niet meer dekt. ‘Telewerken is thuiswerken achter de computer. Dat bespaart een ritje naar het werk en op die manier vele kilometers. Maar e-werken is veel breder. Dan praat je ook over vergaderen via een beeldscherm of het bijwonen van seminars op internet, zogenaamde webinars. Daarmee is niet alleen heel wat tijd te besparen maar kan ook het auto- en vliegtuiggebruik verder worden beperkt. Als 20 procent van alle externe zakelijke afspraken via televergaderen zou verlopen, scheelt dat 2,7 miljoen kilometers per jaar en is er 3 procent minder verkeer op de weg’, aldus Todd. Er is in Nederland nog veel te winnen met thuiswerken. Op dit moment doet de helft van de werknemers dat: het meest in de dienstverlenende sector, het minst bij de overheid. Gemiddeld wordt er elf uur per week thuisgewerkt. Opvallend is dat nog geen 10 procent van de organisaties thuiswerken aanmoedigt. Todd constateert dat er nogal wat koudwatervrees bestaat rondom e-werken. Werknemers zijn bang voor een grotere werkdruk en het vervagen van grenzen tussen werk en privé. Werkgevers hebben het gevoel dat ze niet kunnen overzien wat werknemers thuis doen en dat e-werken leidt tot een gebrek aan betrokkenheid. Daarnaast denken werkgevers dat de kosten van telewerken en videoconferencing erg hoog zijn. Todd: ‘Telewerkers zijn vaak productiever omdat ze hun tijd beter kunnen indelen en niet in de file hoeven te staan, dus daar hoeven werkgevers niet zo benauwd over te zijn. De kosten van een thuiswerkplek vallen ook mee en videoconferencing wordt snel goedkoper. Bedenk ook eens wat het oplevert aan tijdwinst en reiskostenbesparing.’ Todd geeft het voorbeeld van het Amerikaanse bedrijf Cisco, dat wereldwijd 171 teleconferencingruimtes heeft ingericht voor eigen medewerkers. Ruim 15.000 e-meetings resulteerden in een
enorme beperking van het aantal vliegtuig- en autokilometers. ‘Cisco haalt een CO2-reductie die overeenkomt met de uitstoot van 5000 auto’s’, weet Todd. ‘Videoconferencing is niet alleen voor multinationals. Met een simpele webcam en goedkope of zelfs gratis programma’s kun je als klein bedrijf al een heel eind komen.’
CASE 3
Slim brandstof besparen Rustig met de rechtervoet, snel opschakelen naar z’n vijf, de auto laten uitrijden naar een rood stoplicht: het zijn de bekende manieren om minder benzine of diesel te gebruiken. Maar in het goederenvervoer zijn veel grotere besparingen mogelijk. Belangenorganisatie EVO is medeontwikkelaar van de Digiscan, een digitale vragenlijst waarmee vervoerders en verladers in kaart kunnen brengen waar in hun bedrijf brandstofbesparing mogelijk is. De Digiscan leidde al bij 43 bedrijven tot een brandstofreductie van circa 1 miljoen liter waardoor 3000 ton minder CO2 werd uitgestoten. Het geheim zit in een forse beperking van het aantal gereden kilometers. Bij de 43 bedrijven waren dat er in totaal meer dan 3,5 miljoen. Pieter van der Bas van EVO zegt: ‘Kilometers besparen zit vaak in een slimmere ritplanning. Kies een kortere route, combineer afspraken en breng bredere spreiding aan in aflevertijden zodat er minder ritten nodig zijn. Wie verschillende magazijnen heeft, kan ook eens inventariseren of alle klanten vanuit de dichtstbijzijnde locatie worden bediend. En bedrijven kunnen vaak ook goederenzendingen samenvoegen. Deel samen eens een vrachtwagen.’ Daarnaast zijn voordelen te halen in volumes door kleiner of slimmer te verpakken. Van der Bas verwijst naar frisdrank die vaak in geconcentreerde vorm wordt vervoerd naar de horeca-afnemer. ‘Kijk ook eens naar je verpakkingen en de volumevoordelen van kleinere of makkelijk stapelbare dozen. En wie merkt dat vrachtwagens steeds niet vol zitten, zou het vervoer wellicht ook met kleinere, zuinigere auto’s af kunnen.’ Uit de Digiscan van de EVO blijkt dat vervoerders en verladers een besparing van 5 tot 15 procent op het aantal gereden kilometers kunnen realiseren. ‘Dat vertaalt zich bijna één op één naar 5 tot 15 procent lagere vervoerskosten’, zegt Van der Bas. Zijn advies aan alle bedrijven die vervoerders inschakelen om hun goederen bij afnemers te krijgen: ‘Maak heldere afspraken over ritplanning, het combineren van ritten en het aantal gereden kilometers. In het vervoer is CO2-uitstoot niet alleen een zaak van de transportbedrijven. Iedereen in de keten kan en moet zijn verantwoordelijkheid nemen.’
38 | lumen
Lumen_0408.indd 38
04-12-2008 17:29:55
column | kees koedijk
Een aardgasfonds is energie voor de toekomst
D ‘De Nederlandse overheid zou er goed aan doen naar Noorwegen te kijken’
ankzij onze aardgasbel bij Slochteren is de Nederlandse staat ieder jaar weer verzekerd van een flink bedrag aan extra inkomsten. Maar in plaats van dat goed te beheren en veilig te stellen voor de komende generaties, verdwijnt een aanzienlijk deel van het geld rechtstreeks in de staatskas. De vraag is of dat zo verstandig is. Waarom laten we iets wat duizenden jaren nodig heeft gehad om te worden wat het is, in slechts veertig jaar verdampen? Mijns inziens zou het veel beter zijn om de miljarden die we in Groningen omhoog pompen in een apart aardgasfonds te stoppen. Mits goed beheerd, kunnen generaties na ons ook van deze rijkdommen profiteren. De Nederlandsche Bank pleitte in augustus van dit jaar al voor zo’n apart aardgasfonds, maar het huidige kabinet gaf meteen aan daar geen oren naar te hebben. In de jaren zeventig vloeiden alle aardgasopbrengsten automatisch de staatskas in, waardoor we last kregen van wat bekend werd als de ‘Dutch disease’: een hoge inflatie doordat de gulden zo sterk werd, dat de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven achteruitging. Daarop werd besloten het geld anders te verdelen: zestig procent werd gebruikt om de staatsschuld af te lossen, de overige veertig procent werd in het Fonds Economische Structuurversterking (FES) gestort, ten gunste van de nationale (kennis)infrastructuur. Dat systeem heeft echter een paar grote nadelen. Als eerste is het rendement van onze aardgasmiljarden relatief bescheiden, omdat we een groot deel ervan meteen weer uitgeven. Bekende projecten die via het FES zijn gefinancierd, zijn de Betuwelijn en het HSL-project. Een andere valkuil is dat de overheid zelf toezicht houdt op die FES-projecten. In plaats van dat geld aan dergelijke grootschalige projecten te besteden, zou de Nederlandse overheid er goed aan doen eens naar Noorwegen te kijken. Dat besloot in de jaren negentig om de revenuen van de grote olievelden die daar voor de kust liggen in een apart fonds te storten en op te sparen. Inmiddels zit daar naar schatting zo’n 254 miljard euro in, waardoor iedere Noorse baby die nu geboren wordt een spaarpotje van anderhalve ton tot zijn beschikking heeft. Dat oliegeld wordt beheerd door de Noorse centrale bank die het belegt. Het rendement is gemiddeld 4 tot 6 procent per jaar, maar doordat het cumuleert, neemt het vermogen van het fonds gestaag toe. Bovendien houdt een onafhankelijke ethische commissie toezicht op de bedrijven waarin het fonds belegt. Op die manier kunnen zij misstanden als kinderarbeid of wapenproducties aan de kaak stellen. Door de omvang van het fonds is de invloed behoorlijk. Een overheid die aan de lange termijn denkt, en het belang van generaties na ons even serieus neemt als de problemen van vandaag, aarzelt niet en roept een aardgasfonds in het leven, de beste investering in de toekomst die maar mogelijk is. Kees Koedijk is decaan van de economische faculteit van de universiteit van Tilburg.
lumen | 39
Lumen_0408.indd 39
04-12-2008 17:29:56
40 | lumen
Lumen_0408.indd 40
04-12-2008 17:29:57
dialoog | windenergie
Tekst Linda Huijsmans | Foto Rob Marinissen
Een mooi landschap of schone energie? Het kabinet zet fors in op windenergie. Gedurende deze regeringsperiode moet het vermogen verdubbeld worden en in 2012 willen we 20 procent van onze energie uit alternatieve bronnen halen. Er moeten dus heel wat windturbines bij komen, maar waar? Tegenstanders noemen ze lelijk en een verstoring van het landschap. Rijksadviseur voor het landschap Yttje Feddes en landschapsarchitect en stedenbouwkundige Riek Bakker in gesprek over het spanningsveld tussen noodzaak en esthetiek.
lumen | 41
Lumen_0408.indd 41
04-12-2008 17:29:59
Yttje Feddes: ‘De vraag is nu hoe windmolens een plek kunnen krijgen die past bij de schaal van de molens en de schaal van het landschap’
Riek Bakker, u haalde onlangs in een column uit naar minister Cramer van VROM, die tijdens een protestbijeenkomst van bewoners zei dat zij windmolenparken ook lelijk vindt. Waarom was u daar zo boos over? Riek Bakker: ‘Mooi of lelijk, die discussie zijn we wat mij betreft allang voorbij.Windenergie is belangrijk, omdat we duurzame vormen van energie nodig hebben. Alle “ja-maars” zijn een gepasseerd station. In plaats van bezwaren hebben we een consistent beleid nodig. Het grootste probleem in Nederland is namelijk het gebrek aan regie.Wat dat betreft kijk ik met jaloezie naar Duitsland. Daar zijn ze al zoveel verder op dit gebied. Dat komt doordat onze oosterburen al jarenlang een consistent beleid voeren. In Nederland zetten we soms iets in gang en stoppen er dan weer mee. Dan is er weer even subsidie, en dan schaffen we die weer af. Deze kabinetsdoelstelling is een eerste stap in de goede richting, maar we moeten wel volhouden. Het liefst langer dan deze kabinetsperiode. Als een minister zich dus laat verleiden tot uitspraken over mooi of lelijk, dan stelt ze wat mij betreft niet de juiste prioriteiten.’ Wat is belangrijker: een mooi landschap of schone energie? Yttje Feddes: ‘Mijn voorganger als rijksadviseur voor het landschap, Dirk Sijmons, vergeleek de weerzin van de samenleving tegen windmolens met die tegen de eerste treinen destijds. Er is altijd verzet tegen nieuwe fenomenen, totdat we eraan gewend zijn. In de discussie over waar we windturbines moeten neerzet-
Riek Bakker en Yttje Feddes * Riek Bakker (1944) is landschapsarchitect en stedenbouwkundige. Ze maakte naam met de vernieuwing van de Kop van Zuid en de Erasmusbrug in Rotterdam. Inmiddels heeft ze de leiding van haar bureau BVR overgedragen en is ze een veelgevraagd adviseur op het gebied van ruimtelijke ordening en stedenbouw. * Yttje Feddes (1954) is rijksadviseur voor het landschap en werkt daarnaast voor haar eigen bureau Feddes/Olthof landschapsarchitecten. Ze was een van de ontwerpers van de Amsterdamse wijk IJburg en maakte een plan voor de ontwikkeling van de Stelling van Amsterdam. Van recente datum zijn haar inrichtingsschetsen voor het toekomstige landschap van de Randstad, in het kader van de Ontwikkelingsbeelden Randstad 2040.
ten, zijn de laatste jaren diverse opties de revue gepasseerd.We kunnen ze ver weg zetten, zodat niemand ze ziet, bijvoorbeeld in de Noordzee.We kunnen ze incorporeren in het bestaande landschap of we kunnen het landschap aanpassen, bijvoorbeeld door er een extra rijtje bomen voor te planten. Als landschapsarchitect wil ik werken aan een goede plaatsingsstrategie. De vraag of we windmolens nodig hebben is geen discussie meer. De vraag is nu hoe ze in het landschap een plek kunnen krijgen die past bij de schaal van de molens en de schaal van het landschap.’ Riek Bakker: ‘Toch moeten we rekening houden met emoties van mensen. Als stedenbouwkundige heb ik geleerd dat je nog zo’n mooi plan kunt hebben, maar als “men” het niet wil dan komt het er nooit. In Rotterdam hadden we ooit een prachtig ontwerp voor een nieuw vliegveld. Het doorstond alle toetsen en zat ook planologisch gezien goed in elkaar, maar de bevolking zei: donder toch op, wij willen geen vliegveld. Dan kun je het vergeten. Als de emoties zo hoog oplopen gaan bestuurders vroeg of laat dwarsliggen. Daarom moet het nu anders. De discussie over mooi en lelijk wil ik omdraaien. Laten we kijken of er in Nederland plekken te vinden zijn waar een grote concentratie windmolens goed in het landschap past. Dat kan bijvoorbeeld in de haven van Rotterdam. In dat industriële landschap misstaan ze niet. Maar je kunt ook denken aan een groot regionaal industrieterrein, de Eemshaven, de Noordoostpolder of de kust bij Den Helder. Als we daar grote parken aanleggen, hoeven ze niet in woonwijken te staan en dat is een goed idee. Die molens maken lawaai, het kan gevaarlijk zijn en mensen zijn er emotioneel gezien op tegen. Dus moet je het niet doen. Kortom, we willen wel schone energie, maar ‘not in my backyard’? Riek Bakker: ‘Ik wil in mijn tuin heel graag een windmolen. Ik woon op de kop van een schiereiland in een oude radarpost, midden tussen de havens van Rotterdam. Het waait er altijd. De enige die de molen ziet is de bemanning van de grote schepen die elke dag langs varen. Ik heb een aanvraag ingediend voor een bouwvergunning. Maar het mocht niet. Ook al heeft niemand er last van.’ Yttje Feddes: ‘Er vindt nu een opschaling plaats. De oude windmolens, die vaak bij boeren op een erf staan, waren dertig tot zestig meter hoog. De nieuwste windturbines zijn honderd meter hoog, dat is ongeveer zo hoog als de Euromast. Het ren-
42 | lumen
Lumen_0408.indd 42
04-12-2008 17:30:01
Riek Bakker: ‘Als een minister zich dus laat verleiden tot uitspraken over mooi of lelijk, dan stelt ze wat mij betreft niet de juiste prioriteiten’
dement van de nieuwste modellen is veel hoger, maar ze torenen te ver boven de menselijke maat uit. Die grote turbines zie je op sommige plekken al van twintig kilometer afstand. Naar mijn idee passen ze daarom alleen in heel grootschalige landschappen. Daarom moeten we toe naar een bovenlokaal beleid op dit gebied. Niet elke gemeente zijn eigen parkje, maar grote clusters op zorgvuldig geselecteerde plekken in het land. De deskundigen, landschapsarchitecten, stedenbouwkundigen et cetera, zouden plekken moeten aanwijzen waar grote concentraties molens kunnen komen én plekken waar ze juist weg moeten blijven.’ Riek Bakker: ‘Het is een zaak van algemeen belang. Ik ben adviseur voor windenergie in de Noordoostpolder. Het is duidelijk dat de vele kleine molens die daar nu staan gesaneerd moeten worden en vervangen door grote parken. De Noordoostpolder spreekt tot mijn verbeelding, ik sta erachter dat daar een groot turbinepark komt. Daar zet ik me graag voor in.’ Yttje Feddes: ‘We moeten de tijd nemen om goede locaties voor grote windmolenparken te zoeken. Dat gebeurt momenteel niet. De realisatie van kortetermijnprojecten overal in het land is strijdig met het concentreren op een paar goede plekken. Op eigen initiatief hebben veel boeren al zo’n ding geplaatst want ze verdienen er goed aan. Op termijn moeten die kleinere windmolens vervangen worden. Dat wordt een ingewikkeld verhaal.Wie ruimt ze op, wie compenseert de eigenaren, kunnen die participeren in grotere projecten en zo ja, hoe dan? We moeten het nu systematisch gaan aanpakken: eerst een plan, dan pas de molens.’ In deze discussie lijken de kortetermijndoelstellingen van het kabinet en de langetermijnvisie van de planologen elkaar in de weg te zitten. Riek Bakker: ‘Den Haag formuleert doelstellingen op de korte termijn en delegeert de uitvoering aan de provincies. Dat heeft grote gevolgen voor de lange termijn. De consequenties van dat beleid merk je mijns inziens aan dat incident bij Bodegraven waarover ik in mijn column in het FD schreef. Daar nam de provincie haar verantwoordelijkheid en kwam met een locatie voor een windmolenpark: het Groene Hart bij Bodegraven. De minister viel de provincie keihard af. Dat vind ik niet consequent. Kom dan tenminste met een alternatief. Het kabinet stelt doelen vast die het per se wil halen, want daar wordt het op afgerekend. Kleine projecten voor de korte
termijn.Terwijl wij als planologen zeggen: laat die plannen voor de Veluwe of Zuid-Limburg vallen en breng zorgvuldig in kaart waar het groots kan. Dan haal je de doelstellingen misschien niet meteen, maar uiteindelijk is het resultaat veel beter.’ Yttje Feddes: ‘Op zich ben ik het eens met mevrouw Cramer dat het Groene Hart geen goede plek is voor grote windmolens. Dit is typisch zo’n lokaal project dat op de lange duur strijdig is met de concentratie.Vakmatig is dit een heel interessante discussie. Ruimtelijk ordening gaat vaak over een plat vlak, maar windmolenparken zijn driedimensionaal. Je moet je voorstellen hoe zo’n park eruitziet.Voor een landschapsarchitect is dat een interessant vraagstuk.’ Riek Bakker: ‘Het moet allemaal veel slagvaardiger. Iedereen wacht op iedereen, maar er moet beleid gemaakt worden, subsidieregelingen gemaakt, belastingvoordelen gecreëerd en voorschriften geformuleerd. De provincies doen hun stinkende best om dingen voor elkaar te krijgen, maar zonder instrumenten en hulp van de betrokken ministeries is dat heel moeilijk.’ Yttje Feddes: ‘Het Rijk moet de provincies op weg helpen met een plan. En wat mij betreft kan dat nog steeds, bijvoorbeeld door samen met de provinciale ontwerpers een visie te maken.’ Hoe staat Nederland ervoor in 2020? Lukt het ons om een vijfde van onze energiebehoefte te halen uit duurzame bronnen? Riek Bakker: ‘We staan pas aan het begin van de discussie. In het verleden hebben we in Nederland het onderwerp duurzame energie angstvallig vermeden en dat halen we niet even snel in. Het beleid was te ad hoc en te weinig strategisch. Waarom werken we niet samen met Duitsland, met Denemarken, landen die op dit vlak al veel verder zijn? Waarom pakken we het niet Europees aan? Het gevoel van urgentie is nog steeds niet groot genoeg.’ Yttje Feddes: ‘De term duurzaamheid heeft in Nederland nog te veel de geur van geitenwollen sokken om zich heen. Wij, als vakgenoten en rijksbouwmeesters, moeten er een goed verhaal van maken, heel nuchter zin en onzin naast elkaar zetten. Alleen dan creëer je draagvlak.’
lumen | 43
Lumen_0408.indd 43
04-12-2008 17:30:01
Tekst Pieter van den Brand | Eddo Hartmann
Warmtebron wordt krachtbron
Een groot deel van het Nederlandse energieverbruik gaat op aan de verwarming van woningen. Met de hr-ketel is al veel energiewinst geboekt. Maar er is meer.
O
p veel zolders staat een verwarmingsketel van meer dan vijftien jaar oud. Bij een derde van de ruim zeven miljoen huishoudens in Nederland staat nog een verouderde ketel, aldus de installatiebranche. Trouw komt de onderhoudsmonteur elk jaar langs, maar ziet geen reden het oude beestje te vervangen. Vreemd misschien, want wie zwicht er nou niet voor de superzuinige prestaties van de hr-ketel? Een oude ketel vervangen door een hr-variant levert
tot een kwart aan energiewinst op. ‘Hr’ staat voor hoogrendement. Die naam werd eraan gegeven omdat het apparaat de maximale warmte uit de gasvlam haalt. Met de nieuwste hr-ketel is een rendement van 97 procent mogelijk. Zijn voorganger, de ‘verbeterd rendementsketel’ (vr) is goed voor 80 procent. Dit type ketel wordt overigens nog steeds verkocht. In de sociale woningbouw is de goedkope ketel veelgevraagd. Niet in elk huis is de hr-ketel gewenst, omdat de afvoerleiding voor het condenswater het nodige breekwerk vereist. Maar de triomf blijft. Mede dankzij de hr-ketel
44 | lumen
Lumen_0408.indd 44
04-12-2008 17:30:01
oud & nieuw | verwarming
verbruikt een gemiddeld gezin nog maar 1600 kuub gas per jaar (was bijna 2500 kuub in 1990). Ook aan de radiator is de techniekontwikkeling niet voorbijgegaan. Waren radiatoren vroeger grote lompe bakken met dikke buizen waar honderden liters water in zaten, nu zijn het compacte reservoirs die een derde minder water dan de oude modellen bevatten. Het warmteverlies tijdens het transport is vele malen lager. De constructie met lamellen (een soort ingeklapte trekharmonica) zorgt voor een groot oppervlak, waardoor de kachel niet meer zo hoog hoeft opgestookt om een vertrek te verwarmen. Ook hier valt nog flink wat energiewinst te boeken. Vaak wordt de radiator weggestopt achter het gordijn. Of erger, is hij weggetimmerd achter een houten omkasting. De reden: mensen vinden dat mooi of ze willen de grijpgrage handjes van hun kinderen beschermen tegen een loeihete ervaring. Maar ondertussen blijft de thermostaat om warmte vragen en maakt de ketel overuren. Intussen staan we aan de vooravond van de massale overgang op de hr-e-ketel (met de ‘e’ van elektriciteitsopwekking). Huishoudens gaan straks stroom voor zichzelf produceren en mogelijk terugleveren aan het net. Naar verwachting komt eind 2009 de hr-e-ketel met stirlingmotor op de markt. Op dit mo-
ment lopen nog proefprojecten. Niet om te testen of de techniek werkt, dat stadium is allang gepasseerd. Maar voor de validatie, dus testen of het doorontwikkelde exemplaar gereed is voor grootschalige productie. De hr-e-ketel maakt de hr-ketel niet tot een sufferdje. Het is eigenlijk hetzelfde apparaat, met dat verschil dat het iets extra’s doet, namelijk elektriciteit produceren. Zodra de verwarming in huis aangaat, produceert het stirlingmotortje stroom. Mensen kunnen straks voor bijna driekwart in hun eigen energiebehoefte voorzien. Wat het apparaat gaat kosten, is nog niet bekend. In elk geval scheelt de hr-e-ketel in de portemonnee, want gebruikers krijgen straks elektriciteit voor de prijs van gas. De ketel van de toekomst is de hr-e-ketel met brandstofcel. Deze komt in beeld, als het aantal goed geïsoleerde huizen in ons land (nu circa 60 procent) groeit en de behoefte aan warmte afneemt. De vraag naar stroom wordt dan dominanter. Daar waar de stirlingmotor zich vooral op de warmtevraag richt en daarbij elektriciteit produceert, wekt de brandstofcel juist elektriciteit op en produceert daarbij warmte en water. Maar dit type hr-e-ketel verkeert nog in het ontwikkelstadium en komt pas over drie tot vijf jaar beschikbaar. lumen | 45
Lumen_0408.indd 45
04-12-2008 17:30:04
46 | lumen
Lumen_0408.indd 46
04-12-2008 17:30:06
Van welwillende beginner naar grootbespaarder
Op dieet met energie Energie besparen is leuker als het een competitie wordt. Dat is het idee achter het boek en de website ‘Het ideale energiegewicht’. Ga de strijd aan met vrienden, collega’s of de rest van Nederland. Lumen selecteert de beste tips om dichtbij huis veel energie te besparen. Tekst Rutger Vahl | Foto Eddo Hartmann
De Amerikaanse energiespecialist Amory Lovins schreef ooit dat hij bij Detroit een nieuw olieveld had gevonden dat goed was voor vier miljoen vaten per dag. Het was alleen geen gewoon veld dat met boortorens en jaknikkers kon worden leeggepompt. Deze olie zou gewonnen kunnen worden door alle Amerikaanse auto’s de Europese zuinigheid te geven. Lovins’ ‘olieveld’ leidde er niet meteen toe dat de Amerikanen hun benzineslurpers inruilden voor zuinige Duitse of Franse auto’s. Maar hij liet wel treffend zien hoeveel winst er is te halen uit energiebesparing. Herman van der Meyden (26) en Klaas van Alphen (27) laten dat ook zien in hun boek, dat met een knipoog naar dieetgoeroe Sonja Bakker Het ideale energiegewicht heet. Er hoort ook een website bij. Boeken en websites over energiebesparing zijn er genoeg, maar Van Alphen en Van der Meyden onderscheiden zich door van energiebesparing een competitie te maken. Wie meedoet op de website www.energiegewicht.nl kan de strijd aanbinden met zichzelf, vrienden of de ‘gemiddelde Nederlander’. Wie blijft het beste op energiegewicht, wie lukt het om af te slanken en wie neigt naar energieboulimia? Van der Meyden en Van Alphen geven tientallen tips om op een slimme en leuke manier op energiegewicht te blijven. Lumen selecteert de beste tips waarmee iedere welwillende beginner in eigen huis een absolute grootbespaarder kan worden.
1
Lichtplan
Als wereldwijd alle lampen worden vervangen door nieuwe, energiezuinige modellen kan de elektriciteitsrekening voor verlichting met 40 procent dalen. Dat levert een besparing op van 106 miljard euro en vermindert de CO2-uitstoot met een half miljard ton, berekende het energieagentschap IEA. Minder energie verbruiken voor verlichting begint met de aanschaf van spaarlampen, maar met een lichtplan is in huis nog meer energie-efficiency te behalen.Voor de basisverlichting in bijvoorbeeld de woonkamer is meer diffuus (verspreid) licht het prettigst. Dit wordt bereikt met spaarlampen die ‘warm’ licht afgeven (kelvingetal onder de 3000).Veel mensen zijn gehecht aan dimmers voor sfeer. Gelukkig zijn er tegenwoordig dimbare spaarlampen en speciale dimmers. Bedenk wel dat deze voortdurend onder spanning staan en daardoor ook energie verbruiken als de lamp uitstaat. (Alle dimmers in Nederland hebben bij elkaar een sluipverbruik dat gelijk is aan het jaarlijkse elektriciteitsverbruik van 10.000 woningen).Voor accent- en taakverlichting, bijvoorbeeld boven een bureau of gasfornuis, zijn spaarlampen of halogeenverlichting ideaal. De energiezuinige tl-lamp is vooral in de keuken, in de garage of op de hobbyzolder een goed alternatief. lumen | 47
Lumen_0408.indd 47
04-12-2008 17:30:10
2
Koel-/vrieskast
De koelkast is een megastroomverbruiker. Een grote koelkast met C-label kan wel 300 kWh meer verbruiken dan een kleinere koelkast met A-label. Een koelkast met A++-label is gemiddeld 65 procent zuiniger dan een soortgelijk model met het energielabel C, wat op jaarbasis 60 euro scheelt. Dat betekent dat de meerprijs van een energiezuinige koelkast binnen een paar jaar wordt terugverdiend. Kijk bij de aanschaf van een vriezer naar het aantal sterren. Hoe meer sterren, hoe lager de temperatuur, maar ook hoe hoger het energieverbruik. Over het algemeen verbruiken vrieskisten met een deksel aan de bovenkant 25 procent minder energie dan vrieskasten met een deur aan de voorkant. Ontdooi vriezers zonder no-frost systemen regelmatig, want veel ijs in het vriesvak zorgt voor een hoger energieverbruik.
3
Zonneboiler
De zonnecollector van een zonneboiler gebruikt zonlicht om water te verwarmen. Dit water wordt naverwarmd in de ketel tot het de gewenste temperatuur heeft. Bij een zonneboiler is dus nog steeds een ketel nodig, maar deze hoeft veel minder vaak te werken dan in een systeem zonder zonneboiler. Een gewone zonneboiler levert warm water voor de keuken en de badkamer. Een zonnegascombi verwarmt daarnaast ook het huis en kost zo’n € 2000 tot € 3500 méér dan een hr-combiketel op gas (van ongeveer € 3000). Jaarlijks bespaart de zonnegascombi ongeveer 170 m3 gas en daarmee € 100. Dat betekent dat de meerprijs ten opzichte van een hr-combiketel op gas normaal gesproken niet is terug te verdienen met de huidige prijzen. Daar staat tegenover dat de CO2-uitstoot over die periode wel met zo’n 5000 kilo vermindert. Met de nieuwe subsidieregeling ‘Duurzame warmte voor bestaande woningen’ is subsidie aan te vragen voor een zonneboiler, warmtepomp of een micro-warmtekrachtketel.
4
Fotovoltaïsche zonnepanelen
Met de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie (SDE) wordt stroom uit fotovoltaïsche zonnepanelen net zo goedkoop als netstroom. De regeling is momenteel gesloten voor nieuwe aanvragen, maar zou in 2009 best weer kunnen worden opengesteld. Het mooie van zonnepanelen is dat iedereen energieleverancier kan worden. Als op zonnige dagen meer stroom wordt geproduceerd dan het eigen gebruik vraagt, levert het systeem terug aan het elektriciteitsnetwerk.Vijf panelen van elk 1 m2 (piekvermogen 750 watt) kosten inclusief installatie circa € 4500. De jaarlijkse opbrengst bedraagt circa 500 kWh
elektriciteit wat resulteert in een besparing op de elektriciteitsrekening van € 100 per jaar. Met SDE-subsidie van € 165 per jaar is de terugverdientijd 17 jaar en bedraagt de CO2-reductie ten opzichte van netstroom 275 kg CO2 per jaar.
5
Microwarmtekrachtkoppeling
Een micro-wkk-installatie produceert thuis elektriciteit en warmte uit aardgas. Het is dus geen duurzame energiebron, maar wel een zeer efficiënte manier om gas te gebruiken. Een micro-wkk kost rond de € 7000, exclusief installatiekosten. Er kan subsidie voor worden aangevraagd. De jaarlijkse besparing bestaat uit veel lagere stroomkosten (maar wel een hogere gasrekening). Het huidige aanbod van toestellen is alleen rendabel voor huizen met een relatief grote warmtevraag. Binnenkort komen meer van deze toestellen op de markt, ook in een compacter formaat en met een kleinere capaciteit.
6
Vloerverwarming
Een traditionele radiatorverwarming heeft heet water nodig (80 graden) om goed te kunnen verwarmen. Systemen met vloerof wandverwarming hebben genoeg aan water met een temperatuur lager dan 55 graden. Dat levert een aanzienlijke energiewinst op. Een bijkomend voordeel is dat met name vloerverwarming het comfort in huis verhoogt waardoor het warmer aanvoelt en de thermostaat een graad lager kan. Een vloerverwarmingssysteem is alleen geschikt voor ruimtes die voortdurend verwarmd dienen te worden, zoals de woonkamer. Als je vloerverwarming combineert met een klassieke cv-ketel, die gemaakt is voor hoge temperatuur, is er nauwelijks energiewinst. Het is daarom belangrijk om de cv-ketel mee te veranderen naar een model dat geschikt is voor lage temperatuur.
7
Warmteterugwininstallatie (wtw) voor de douche
Bij douchen wordt gemiddeld 60 liter water van 38 tot 40 graden gebruikt. Dit douchewater wordt direct afgevoerd naar de riolering, waarmee veel warmte verloren gaat. Een douche-wtw-installatie laat het afvoerwater door een warmtewisselaar stromen, waarin warmte wordt teruggegeven aan de leidingen en de warme kraan niet zo ver open hoeft. Dit is een bijzonder slim gebruik van de restwarmte van het douchewater. Per persoon kan met de douchewater-wtw zo’n 50 m3 gas (€ 30) per jaar bespaard worden. Het systeem is verkrijgbaar voor zo’n € 500 tot € 700. Een tweepersoonshuishouden verdient dat in ongeveer tien jaar terug.
48 | lumen
Lumen_0408.indd 48
04-12-2008 17:30:11
column | doede vierstra
Concurrerende Een aardgasfonds is energie voor de toekomst zonnestroom
I ‘Steeds meer Afrikanen hebben ‘De voor Nederlandse het eerst in overheid er hun levenzou toegang goed aan doen tot elektriciteit’ naar Noorwegen te kijken’
In Nederland is de beschikbaarheid van elektriciteit op het platteland even vanzelfsprekend als in de Randstad. In Afrika is dat anders. Op het platteland is het na zonsondergang want er is bij geen elektriciteitsnet in deze contreien. ankzijdonker, onze aardgasbel Slochteren is de Nederlandse staat ieder jaar weer verzekerd Waar eenflnetwerk ontbreekt, is inkomsten. decentrale energieopwekking In oktober van een ink bedrag aan extra Maar in plaats van de datoplossing. goed te beheren en was in stellen Mali omvoor de nieuwe zonnecentrale in Kimparana te openen. De veranderingen veiligikte de komende generaties, verdwijnt een aanzienlijk deel van het die komst van elektriciteit teweegbrengt, groot. wordt gemakkelijker om we geldderechtstreeks in de staatskas. De vraag iszijn of dat zo Het verstandig is. Waarom laten ’siets avonds langer doorjaren te werken huiswerk maken. En soms de beschikbaarheid wat duizenden nodig of heeft gehadteom te worden watishet is, in slechts veervan elektriciteit van levensbelang: koelendie omwe vaccinaties goed tig jaar verdampen? Mijns inziens een zou koelkast het veel moet beter24 zijnuur omper dedag miljarden in Groningen te houden. omhoog pompen in een apart aardgasfonds te stoppen. Mits goed beheerd, kunnen generaNuon hetdeze belang van elektrifi catie van het platteland wil hier graag aan ties naonderkent ons ook van rijkdommen profi teren. De Afrikaanse Nederlandsche Bank en pleitte in augustus bijdragen. wijaardgasfonds, in 2004 de stichting Foundation Rural Energy Servicesaan opgericht. van dit jaarDaarom al voor hebben zo’n apart maar het huidige kabinet gaf meteen daar FRES in naar ontwikkelingslanden kleinschalige energiebedrijven op die met behulp van zonnegeenzet oren te hebben. energie elektriciteit FRES biedt haar klanten een zonnepaneel dat voldoende energie In de jaren zeventigopwekken. vloeiden alle aardgasopbrengsten automatisch de staatskas in, waardoor levert kleinschalig hoevendisease’: niet te investeren in het maar bewe lastvoor kregen van watthuisgebruik. bekend werdKlanten als de ‘Dutch een hoge infl atiepaneel, doordat de gultalen volgens het fee forde service concept maandelijks een bedrag. Dit geld zouden ze andersDaarop ook den zo sterk werd, dat concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven achteruitging. kwijt aan alternatieven als petroleum of kaarsen. Deze aanpak zorgt ervoor datstaatsschuld de energiebewerdzijn besloten het geld anders te verdelen: zestig procent werd gebruikt om de drijven die deze service aanbieden zichzelf in stand houden. Een vorm van ontwikkeling de overige veertig procent werd in hetkunnen Fonds Economische Structuurversterking af te lossen, die wegestort, blijventen ondersteunen, ons publiek-private partnerschap dat we hiervoor begin (FES) gunste van getuige de nationale (kennis)infrastructuur. Dat systeem heeft echter een november minister Bert Koenders van Ontwikkelingssamenwerking hebben ondertekend. paar grote met nadelen. Als eerste is het rendement van onze aardgasmiljarden relatief bescheiden, Dankzij de schone techniek om de kracht weer van deuitgeven. zon in energie omprojecten te zetten, die hebben steeds Bekende omdat we een groot deel ervan meteen via het FES zijn meer Afrikanen voor eerst in en hunhet leven toegang tot Ookisindat Europa neemt de aangefinancierd, zijn de het Betuwelijn HSL-project. Eenelektriciteit. andere valkuil de overheid zelf dacht voor zonne-energie toe, zij het om andere redenen. Hier wordt zonne-energie steeds meer toezicht houdt op die FES-projecten. als breed van inzetbaar en schoon alternatief voor fossiele energie gezien. Echter,zou op de dit Nederlandse moment laat In plaats dat geld aan dergelijke grootschalige projecten te besteden, het rendement vanaan dedoen techniek we energie de kracht van de in zon wensen dehalen jarente negentig overheid er goed eenswaarmee naar Noorwegen teuit kijken. Dat besloot over. Hoe hoger het hoe goedkoper zonne-energie ligtapart een uitdaging. om de revenuen vanrendement, de grote olievelden die daar voor de kust wordt. liggenDaar in een fonds te Nuon-dochter Helianthos heeft daarvoor een slimme innovatie bedacht: zonnecelfolie van de rol. storten en op te sparen. Inmiddels zit daar naar schatting zo’n 254 miljard euro in, waardoor Daarmee kunnen relatief grote oppervlakken met zonnecellen bedekt. als gevolg dat baby tonMet tot zijn beschikiedere Noorse die nu geboren wordt een spaarpotje vanworden anderhalve het toeneemt. Een ander voordeel is dat het makkelijker toepasbaar is dan gewone kingrendement heeft. panelen die zwaarder en nietdoor flexibel Onze proeffabriek in Arnhem wordt volgendisjaar Dat oliegeld wordt beheerd de zijn. Noorse centrale bank die het belegt. Hetbegin rendement geopend, ernaast gemiddeldde4 productiefabriek tot 6 procent perzal jaar, maar worden doordatgebouwd. het cumuleert, neemt het vermogen van het Het belang vantoe. zonne-energie zal alleen toenemen. ethische In ontwikkelingslanden én in op de de fonds gestaag Bovendien houdt eenmaar onafhankelijke commissie toezicht Westerse moet het Op rendement verder omhoog. Daarvoor isalseen doorbraak nodig, bedrijvenwereld. waarin Daarom het fonds belegt. die manier kunnen zij misstanden kinderarbeid of die we eigenlijk alleen de wetenschap kunnen verwachten. Nuon inbehoorlijk. oktober wapenproducties aan van de kaak stellen. Door de omvang van hetDaarom fonds isheeft de invloed geïnvesteerd fundamenteel naar en zonne-energie. Metgeneraties dit bedrag,nadat weeven samen met serieus Een overheidin die aan de langeonderzoek termijn denkt, het belang van ons de stichting fundamenteel natuurkundig FOM vrijmaken, kan straks een flink de aanleven, neemt als devoor problemen van vandaag, aarzeltonderzoek niet en roept een aardgasfonds in het tal promovendi aan Zo hopen we sneller ons is. doel te bereiken: zorgen dat zonne-energie beste investering inde deslag. toekomst die maar mogelijk kan concurreren met de ‘gewone’ stroom uit het stopcontact. Kees Koedijk is decaan van de economische faculteit van de universiteit van Tilburg. Doede Vierstra, CFO van Nuon
lumen | 49
Lumen_0408.indd 49
04-12-2008 17:30:11
Tekst Cariene Joosten | Foto Michael Elkan
Lichtbaken voor een schone toekomst De Canadese Sarah Hall maakt al sinds 1980 kunstwerken van glas in lood. Sinds kort geeft ze een nieuwe dimensie aan deze eeuwenoude techniek door zonnepanelen in het glas te verwerken. ‘Met mijn kunstwerken wil ik anderen ervan overtuigen dat we met ons excessieve gebruik van fossiele energiebronnen de wereld kapot maken.’
O
ok in het dagelijks leven leeft Hall zeer milieubewust. ‘Mijn gezin en ik hebben geen airconditioning en televisie, maken zoveel mogelijk gebruik van het openbaar vervoer en halen biologische producten bij een boer om de hoek.’ De kunstenares was dan ook opgetogen toen de University of British Columbia haar de opdracht gaf om een bijzondere glasinstallatie te maken voor de al bestaande windtoren True North in Vancouver. ‘Duurzaamheid was het uitgangspunt bij de bouw van de toren. Ik vond het belangrijk om dit milieuthema door te trekken. Zonne-energie is de voedingsbron voor het licht. Het is nu een soort lichtbaken voor de omgeving.’ Bovendien is de toren – waarvan de punt naar de poolster wijst – gelegen bij het gebouw van de Theologische
Universiteit. ‘Het kunstwerk laat niet alleen zien hoe we óók met energie kunnen omgaan, maar het licht nodigt ook uit tot spirituele reflectie.’ Hall raakte geïnspireerd toen ze in Duitsland, waar ze haar glasinstallaties laat fabriceren, veel voorbeelden zag van artistieke zonne-energieprojecten. ‘In NoordAmerika stonden zonnepanelen op dat moment vaak op een onnatuurlijke manier in hun omgeving. Kunstenaars als Klaus Jansen uit Duitsland en de Nederlander Tjerk Reijenga inspireerden mij om mijn werk een extra dimensie te geven met zonnepanelen.’ Niet toevallig is Halls volgende project opnieuw een school. De zonnepanelen daar zullen klaslokalen gaan verlichten. ‘Zo komen kinderen op jonge leeftijd in aanraking met zonne-energie’, vertelt Hall. ‘En aangezien zij de toekomst hebben, hoop ik zo bij te dragen aan een duurzame wereld.’
COLOFON Lumen is een initiatief van Nuon. Dit magazine vormt een platform voor discussie en informatie over energie en de energiemarkt. Het wordt vier keer per jaar gratis verspreid onder beslissers en beleidsmakers | Redactieadres Spaklerweg 20, 1096 BA Amsterdam | E-mail info@lumen-magazine.nl | Concept & realisatie Scripta Media BV Amsterdam | Artdirection De Studio@Robert Hengeveld Amsterdam | Beeldconcept Karen Birnholz Creative Amsterdam | Coverfoto Rob Marinissen Amsterdam | Lithografie Grafimedia BV Amsterdam | Drukwerkbegeleiding Castel Mediaproducties Groningen | Drukwerk Drukkerij Tesink BV Zutphen | Redactie & organisatie Joost Bijlsma, Catherine Broekhuijsen, Peter Hofland, Cariene Joosten, Peter van Vuuren | Medewerkers Joost Bijlsma, Pieter van den Brand, Tim Calabro, Philip Dröge, Michael Elkan, Eddo Hartmann, Linda Huijsmans, Windy Kester, Rob Marinissen, Rutger Vahl.
50 | lumen
Lumen_0408.indd 50
04-12-2008 17:30:15
kunst & energie | sarah hall
lumen | 51
Lumen_0408.indd 51
04-12-2008 17:30:16
Tekst Cariene Joosten | Foto Tim Calabro
pioniers | frank pringle
Revolutie voor de bouwwereld Eben Bayer bedenkt ‘groene’ varianten voor alledaagse producten. Stokpaardje van zijn bedrijf Ecovative Design is Greensulate, een isolatiemateriaal op basis van organisch afval bewerkt door schimmels. Bayer heeft al drie prijzen gewonnen met Greensulate. Volgens de jury van de PICNIC Green Challenge is het idee revolutionair voor de bouw-
wereld en kan het de uitstoot van CO2 aanzienlijk terugbrengen. Met het prijzengeld — een half miljoen euro — kan Bayer het isolatiemateriaal binnen twee jaar op de markt brengen. Stapt de bouwwereld massaal over, dan scheelt dat algauw 14 miljard kilo CO2-uitstoot per jaar. Meer informatie? www.ecovativedesign.com
52 | lumen
Lumen_0408.indd 52
04-12-2008 17:30:17