Every 7 seconds a new person becomes infected with HIV/Aids
HRH PRINCESS MABEL: ‘THE FIGHT AGAINST AIDS CAN ONLY BE WON IF WE ALL DO OUR BIT.’
Kees Storm: ‘HEALTH INSURANCE FOR HUNDREDS OF THOUSANDS OF AFRICANS.’
1 seven cover.indd 1
23-10-2007 08:57:21
Image: Maurits Giesen
Content HRH Princess Mabel van Oranje-Nassau HKH Prinses Mabel van Oranje-Nassau 15 years AmsterdamDinner 15 jaar AmsterdamDiner Health Insurance Fund Plus Min HIV campaign Plus Min hiv-campagne CEOs on their commitment CEO’s over hun betrokkenheid Monique Heijn – a journal Dagboek Monique Heijn Just good business sense Slim zakendoen Build a better world Bouw aan een betere wereld In the spotlight Projects Aids Fonds and STOP AIDS NOW!
2 seven inhoud_voorwoord.indd 2
4 6 10 15, 29, 43 & 50 16 22 30 34 40 44
16-10-2007 18:18:14
Remarkable
Spraakmakend
It all began in 1992 with the AmsterdamDinner on the Dam. Over 15 years the remarkable AmsterdamDinner has grown into a charity event to be reckoned with. A 15th jubilee calls for something special – in our case this magazine SEVEN: its title a reminder that every seven seconds another person on this planet is infected with the HIV virus. During those years we as De Grote Onderneming (DGO) asked companies to join us in the fight against Aids. Thanks to their support the AmsterdamDinner has been able to raise more money year on year for the Aids Fonds and STOP AIDS NOW!. That crucial support has given us the means to do fantastic things for 15 years. Over the years De Grote Onderneming has matured. That entails a responsibility: we want to work towards a sustainable solution as well. We do that for instance by supporting the Health Insurance Fund. Two years ago at the AmsterdamDinner Kees Storm, former CEO of insurance company AEGON, got talking with Agnes van Ardenne, Minister of Development Cooperation. They forged a plan that resulted in the Health Insurance Fund. You can read more about that on page 10. Together with the members of De Grote Onderneming we are also facilitating an investment fund so that doctors in Tanzania can themselves raise the quality of their care. Today De Grote Onderneming is therefore much more than the successful AmsterdamDinner. You can read more about the past and the future of De Grote Onderneming in SEVEN.
In 1992 begon het op de Dam met het AmsterdamDiner. Vijftien jaar later is het AmsterdamDiner uitgegroeid tot een spraakmakend charity event waar niemand meer omheen kan. Bij dit jubileum hoort iets speciaals en in ons geval is dat dit blad SEVEN: een titel die verwijst naar elke zeven seconden dat iemand op deze wereld geïnfecteerd raakt met het hiv-virus. In al die jaren hebben wij als De Grote Onderneming (DGO) bedrijven gevraagd mee te werken aan de strijd tegen aids. Dankzij hun steun heeft het AmsterdamDiner ieder jaar meer geld opgehaald voor het Aids Fonds en STOP AIDS NOW!. Zo hebben we met die zo belangrijke steun al vijftien jaar fantastische dingen kunnen doen. De Grote Onderneming is bovendien volwassen aan het worden. En dat schept verplichtingen; we willen óók bijdragen aan een duurzame oplossing. En dat doen we door bijvoorbeeld het Health Insurance Fund te steunen. Twee jaar geleden spraken Kees Storm, voormalig CEO van AEGON, en Agnes van Ardenne, minister van Ontwikkelingssamenwerking, elkaar op het AmsterdamDiner. Ze smeedden een plan dat leidde tot het Health Insurance Fund. U leest er meer over op pagina 10. Daarnaast maken we met leden van De Grote Onderneming een investeringsfonds mogelijk waardoor artsen in Tanzania zelf de kwaliteit van hun hulpverlening op peil kunnen brengen. De Grote Onderneming is dus veel meer geworden dan het succesvolle AmsterdamDiner. In SEVEN leest u meer over het verleden én de toekomst van De Grote Onderneming.
Robert Weyhenke Director De Grote Onderneming (DGO) www.degroteonderneming.nl info@degroteonderneming.nl
Robert Weyhenke Directeur De Grote Onderneming (DGO) www.degroteonderneming.nl info@degroteonderneming.nl
2 seven inhoud_voorwoord.indd 3
16-10-2007 18:18:29
Image: Vincent Mentzel
4 3 seven mabel.indd 4
18-10-2007 14:20:05
HRH Princess Mabel van Oranje-Nassau
HKH Prinses Mabel van Oranje-Nassau
‘The fight against Aids is one of the biggest challenges of our time. I have seen how HIV ruins the lives of men, women and children. But sick and dying people are not all that is involved. Aids threatens the progress made in recent decades in the area of development and the fight against poverty. The virus destroys human capital, has negative macro- and microeconomic consequences, enfeebles the capacity of governments to safeguard the welfare of their populations and, ultimately, can erode peace and security. Unfortunately the epidemic is still outpacing the international response. The fight against Aids can only be won if we all – governments, companies, non-governmental organisations and individuals – do our bit. In this fight De Grote Onderneming has been mobilising the Dutch business sector for 15 years. SEVEN shows how companies take part in this enterprise and outlines the future challenges and opportunities. The account of Anthony Ruys reveals how Heineken took the initiative in the fight against Aids. John Tedstrom of the Global Business Coalition explains why this is important and Kees Storm, the former CEO of AEGON, talks about a new initiative: the Health Insurance Fund. This innovative fund attempts to work on structural solutions by collaborating with the private sector to boost healthcare in developing countries. It is in the interests of all of us, in both developing and western countries, to bring Aids under control. I sincerely hope that SEVEN will inspire you to contribute, both personally and together with your company.’
“De strijd tegen aids is een van de grote uitdagingen van onze tijd. Met eigen ogen heb ik gezien hoe dit virus het leven van mannen, vrouwen en kinderen verwoest. Maar het gaat om meer dan zieke en stervende mensen. Aids bedreigt de vooruitgang die in de afgelopen decennia is gemaakt op het gebied van ontwikkeling en armoedebestrijding. Het virus vernietigt menselijk kapitaal, heeft negatieve macro- en micro-economische gevolgen, verzwakt de capaciteit van regeringen om het welzijn van hun bevolking te beschermen, en kan uiteindelijk vrede en veiligheid ondermijnen. De epidemie groeit helaas nog steeds sneller dan de internationale respons. We kunnen het gevecht tegen aids alleen winnen als we allemaal – regeringen, bedrijven, niet-gouvernementele organisaties en individuen – een bijdrage leveren. De Grote Onderneming mobiliseert al vijftien jaar het Nederlandse bedrijfsleven in deze strijd. SEVEN laat zien hoe bedrijven betrokken zijn in deze onderneming en welke uitdagingen én kansen er liggen in de toekomst. Het verhaal van Anthony Ruys toont het leiderschap van Heineken op het gebied van aidsbestrijding. John Tedstrom van de Global Business Coalition legt uit waarom dit belangrijk is en Kees Storm, voormalig CEO van AEGON, vertelt over een nieuw initiatief: het Health Insurance Fund. Dit innovatieve fonds probeert aan structurele oplossingen te werken door samen met de private sector de gezondheidssector in ontwikkelingslanden te versterken. Het is in het belang van ons allen, zowel in ontwikkelingslanden als westerse landen, dat we aids onder controle krijgen. Ik hoop van harte dat SEVEN u zal inspireren hier persoonlijk en met uw bedrijf aan bij te dragen.”
5 3 seven mabel.indd 5
23-10-2007 09:03:48
15 years AmsterdamDinner The AmsterdamDinner started in 1992 when the International Aids Conference was held in Amsterdam. The hotels did good business and wanted to do something for the global fight against HIV/Aids in return. Since then, with the exception of 1997, the annual dinner has taken place in Amsterdam: for the first five years on the Dam; later in the Gashouder (Westergasfabriek), The Amsterdam Convention Factory and since 2003 in the Heineken Music Hall. The AmsterdamDinner is now one of the most highly regarded charity dinners in the Netherlands. Despite the many colourful performances and the festive atmosphere, it never loses sight of its purpose: to mobilise the business community to fight against Aids and sponsor the projects of the Aids Fonds and STOP AIDS NOW!. The organiser of the AmsterdamDinners is De Grote Onderneming (DGO), a platform of socially committed companies who support the global fight against Aids.
6 4 seven 15 jaar.indd 6
16-10-2007 18:48:42
7 4 seven 15 jaar.indd 7
16-10-2007 18:49:49
15 jaar AmsterdamDiner Het AmsterdamDiner startte in 1992 toen de Internationale Aids Conferentie in Amsterdam plaatsvond. De hotellerie deed goede zaken en wilde iets terugdoen voor de mondiale strijd tegen hiv/aids. Met uitzondering van 1997 heeft het diner sindsdien jaarlijks in Amsterdam plaatsgevonden: de eerste vijf jaar op de Dam; later in de Gashouder (Westergasfabriek), in The Amsterdam Convention Factory en sinds 2003 in de Heineken Music Hall. Het AmsterdamDiner heeft zich ontwikkeld tot een van de meest gewaardeerde charity dinners in Nederland. Ondanks alle kleurrijke optredens en de feestelijke sfeer wordt nooit uit het oog verloren waar het om gaat: het mobiliseren van het bedrijfsleven in de strijd tegen aids en het steunen van projecten van het Aids Fonds en STOP AIDS NOW!. Organisator van de AmsterdamDiners is De Grote Onderneming (DGO), een platform van maatschappelijk geĂŤngageerde bedrijven die de mondiale strijd tegen aids steunen.
8 4 seven 15 jaar.indd 8
16-10-2007 18:50:45
9 4 seven 15 jaar.indd 9
16-10-2007 18:52:38
Text: Cesar Moerman Images: Maurits Giesen
Health Insurance Fund Health insurance for hundreds of thousands of Africans
Honderdduizenden Afrikanen verzekeren van gezondheidszorg
Kees Storm, the former CEO of insurance company AEGON, is chairman of the Health Insurance Fund (HIF) which facilitates health insurance for low-income groups in African countries. Over the coming years De Grote Onderneming, together with the Aids Fonds and the PharmAccess Foundation, is supporting this initiative. ‘If nothing is done now, large numbers of the working class will die of Aids.’
Kees Storm, oud-topman van AEGON, is voorzitter van de stichting Health Insurance Fund (HIF) dat een ziekenfonds voor mensen met een laag inkomen in Afrikaanse landen mogelijk maakt. Samen met het Aids Fonds en de PharmAccess Foundation ondersteunt De Grote Onderneming de komende jaren dit initiatief. “Als er nu niks gebeurt, gaat straks een groot deel van de werkende klasse dood aan aids.”
10 5 seven storm.indd 10
16-10-2007 18:56:23
11 5 seven storm.indd 11
16-10-2007 18:56:33
If any continent needs affordable and accessible health care it is Africa. From time immemorial diseases like tuberculosis and malaria have taken their toll there, and since the rapid spread of the HIV virus some countries are faced with a humanitarian disaster. Of the 40 million people infected with HIV worldwide 28 million live in Africa. And every day an additional 14,000 are infected. By promoting affordable health insurance for groups of workers and investing in the medical infrastructure the Health Insurance Fund wishes to break the vicious circle of illness and lack of care. The Dutch Ministry of Development Cooperation is supporting this initiative over the coming years with 100 million euros. The objective is to provide hundreds of thousands of African workers with health care. The initial results in Nigeria are promising. Expectations are that the Health Insurance Fund will later be launched in Tanzania and Uganda as well.
Als er één continent is waar behoefte bestaat aan betaalbare en toegankelijke gezondheidszorg, dan is dat Afrika. Al van oudsher eisen ziekten als tuberculose en malaria er hun tol en sinds de razendsnelle verspreiding van het hiv-virus voltrekt zich in sommige landen een humanitaire ramp. Van de veertig miljoen hiv-geïnfecteerden wereldwijd wonen er 28 miljoen in Afrika. Dagelijks komen er veertienduizend besmettingen bij. Door het stimuleren van een betaalbare ziektekostenverzekering voor groepen werkenden en door te investeren in de infrastructuur van de gezondheidszorg wil het Health Insurance Fund de vicieuze cirkel doorbreken van ziekte en gebrek aan zorg. Het Nederlandse ministerie van Ontwikkelingssamenwerking ondersteunt dit initiatief de komende jaren met 100 miljoen euro. De doelstelling is om honderdduizenden werkende Afrikanen te verzekeren van gezondheidszorg. De eerste resultaten in Nigeria zijn hoopgevend. Naar verwachting wordt het Health Insurance Fund straks ook geïntroduceerd in Tanzania en Oeganda.
How did you come in contact with the HIF? Kees Storm: ‘In 2005 at Schiphol I happened to meet Onno Schellekens, the co-founder of the Health Insurance Fund. He gave me his visiting card. We then had a meeting at which professor Joep Lange of the Academic Medical Centre was also present. Joep Lange, who founded PharmAccess, is an authority on HIV/Aids. He realised that research alone is not enough to bring the epidemic to a halt and is an advocate of good treatment for more patients in Africa. Apart from the distribution of medicines and the transmission of knowledge about methods of treatment, both he and Onno Schellekens saw the foundation of a well-functioning, affordable insurance system in Africa as key to ‘the solution’. What intrigued me was that such a system is totally lacking in Africa – not to mention the shock effect of realising just what an impact the Aids epidemic has on whole sections of the population. In all parts of the world medical expenses are financed according to the solidarity principle. But in Africa the rich pay for their medical care while the poor turn to the church or charitable institutions. So there is never any money available for investment in hospitals, let alone for structural help for the poor. And lacking an adequate financial basis for building a career in their own country, doctors and nurses emigrate. The sheer scale of the problems in Africa is overwhelming. I have spent my life seeking solutions to impossible situations and I have never walked away from that. I now use my experience in commercial insurance at AEGON in a different way.’
How does the Health Insurance Fund work? ‘It is based on the idea that the people in Africa who keep the economy going, must be able to keep working. If nothing is done against Aids, many members of this working class will die – and so will the economy. In Africa you have private health clinics with sufficient capacity and government clinics that are overburdened. We are trying to remedy that imbalance by using the overcapacity of the private clinics to care for those insured by us, thereby relieving the government clinics in the process. The HIF guarantees health care for the insured and their families. The insured pay a premium according to their means. The HIF subsidises the deficit, which is currently around 90 per cent but will eventually come down to around 70 per cent or less.’
Hoe bent u in aanraking gekomen met het HIF? Kees Storm: “In 2005 ontmoette ik op Schiphol bij toeval Onno Schellekens, de medeoprichter van het Health Insurance Fund. Hij gaf me zijn visitekaartje. Ik heb toen een afspraak gemaakt waar ook professor Joep Lange van het Academisch Medisch Centrum bij aanwezig was. Joep Lange, oprichter van PharmAccess, is een autoriteit op het gebied van hiv/aids. Hij realiseerde zich dat onderzoek alleen de epidemie niet stopt, en zet zich in voor een goede behandeling voor meer patiënten in Afrika. Naast distributie van medicijnen en het overdragen van kennis over behandelmethoden, zag ook hij, samen met Onno Schellekens, het opzetten van een goed functionerend, betaalbaar verzekeringsstelsel in Afrika als een belangrijk onderdeel van ‘de oplossing’. Wat mij intrigeerde was dat een dergelijk systeem in Afrika volledig ontbreekt – nog los van het schokeffect toen ik me de impact realiseerde van de aidsepidemie op hele lagen van de bevolking. In alle werelddelen worden de ziektekosten vanuit het solidariteitsprincipe gefinancierd. In Afrika betalen de rijken voor de zorg die ze nodig hebben en kunnen de armen terecht bij de kerk of charitatieve instellingen. Zo komt er nooit geld vrij voor investeringen in ziekenhuizen, laat staan voor structurele hulp aan de armen. Het geeft ook onvoldoende financiële basis voor artsen en verpleegkundigen om een carrière op te bouwen in eigen land. De problemen in Afrika zijn overweldigend door hun omvang. Ik heb in mijn leven altijd gezocht naar oplossingen voor onmogelijke problemen en ik ben daar nooit voor weggelopen. De ervaring die ik bij AEGON heb opgedaan met commercieel verzekeren gebruik ik nu op een andere manier.”
Hoe werkt het Health Insurance Fund precies? “Het werkt vanuit de gedachte dat mensen die in Afrika de economie draaiende houden, aan het werk moeten blijven. Als er niks wordt gedaan tegen aids, gaat een groot deel van deze werkende klasse dood – en daarmee sterft ook de economie. In Afrika heb je particuliere gezondheidsklinieken met genoeg capaciteit en overheidsklinieken die overvol zijn. Die scheefgroei proberen we recht te trekken door de onbenutte capaciteit van de private klinieken in te schakelen bij de zorg van onze verzekerden, met als bijeffect ontlasting van de overheidsklinieken. Het HIF garandeert de gezondheidszorg van de verzekerden en hun gezinnen. Iedere deelnemer betaalt premie
12 5 seven storm.indd 12
16-10-2007 18:56:44
Kees Storm: ‘I have spent my whole life searching for solutions to impossible situations.’ Kees Storm: “Ik heb in mijn leven altijd gezocht naar oplossingen voor onmogelijke problemen.”
13 5 seven storm.indd 13
23-10-2007 09:09:01
Which groups of workers does the Health Insurance Fund initially target? ‘We started with two pilot projects: female market vendors in Lagos (Nigeria) and a rural community in the Nigerian state Kwara. Those are clearcut groups, to give us an overview and prevent fraud. We’re talking about 115,000 people in total, our objective is to insure hundreds of thousands of people over the next five years. Keeping the exemplary role of the Health Insurance Fund in mind, we selected a project for women and a project for Islamic farmers. At the launch in 2006 we drew up a number of robust starting points. In Africa you can’t offer health insurance just like that. A system must be affordable and viable. And we are strict when it comes to choosing our partners. Corruption is a problem in Africa. As board members we go there to see for ourselves what is going on, how the money is spent and with whom people collaborate. The success of the fund depends on the support and commitment of local partners and authorities, who must be prepared to collaborate with us for years. The projects in Nigeria meet all these requirements. At the start, with the help of the University of Amsterdam, we applied a zero measurement to enable us to monitor the programme’s medical, socio-anthropological and socio-economic effects. We don’t ‘do’ woolly ideas, we make everything as concrete as possible.’
How and by whom is the HIF financed? ‘The fund’s major financier is the Dutch government with a contribution of 100 million euros. The fact that I was seated next to Agnes van Ardenne, at the time Minister of Development Cooperation, at the 2005 AmsterdamDinner has something to do with that. A number of companies – AEGON, Achmea, SNS Reaal and Shell – are helping with investment in the infrastructure. Other things being equal, the costs will be recovered, but it remains a risky investment. Other national governments and NGOs are showing tremendous interest. The Nigerian president has for instance promised to match the Dutch government’s contribution. With the Dutch contribution in Nigeria we are aiming for more than 100,000 insured. So we can now double that number. Furthermore the World Bank has promised 7 million dollars and the Bill & Melinda Gates Foundation has shown interest.’
What is the next step? ‘Before we continue with new projects we must be absolutely certain that our partners and the profile of the target group are trustworthy. There is absolutely no sense in spending money hastily. Of the 100 million euros promised by the Ministry of Development Corporation we now have an allocation for 5 million euros. That is an indicator of how meticulous we are. After Nigeria we are now acquainting ourselves with Tanzania. Eventually we want to work in four countries. The fund is the beginning of a promising development. It is not a final solution, it points the way. The Africans and their national organisations will eventually have to take this upon themselves. But I am proud to see the first crocuses bloom.’
naar draagkracht. Het HIF subsidieert wat de verzekerde tekortkomt. Nu is dat nog gemiddeld 90%, maar dat moet straks terug naar 70% of minder.”
Op welke groepen werknemers richt het Health Insurance Fund zich in eerste instantie? “We zijn begonnen met twee proefprojecten: marktvrouwen in Lagos (Nigeria) en een plattelandsgemeenschap in de Nigeriaanse deelstaat Kwara. Dat zijn afgebakende groepen, zodat we overzicht hebben en fraude kunnen voorkomen. Totaal gaat het hier om 115.000 mensen, uiteindelijk is de doelstelling om in de komende vijf jaar honderdduizenden mensen te verzekeren. Omdat we ons bewust zijn van de voorbeeldfunctie van het Health Insurance Fund hebben we gekozen voor een project voor vrouwen en een project voor moslimboeren. Bij de start van het fonds in 2006 hebben we een aantal stevige uitgangspunten geformuleerd. Je kunt in Afrika niet zomaar ziektekostenverzekeringen aanbieden. Een systeem moet betaalbaar en levensvatbaar zijn. En we zijn streng als het gaat om de keuze van onze partners. Corruptie is een probleem in Afrika. We gaan als bestuur zelf kijken wat er gebeurt, hoe het geld wordt uitgegeven en met wie er wordt samengewerkt. Het fonds valt of staat bij de steun en inzet van lokale partners en overheden. Ze moeten bereid zijn om jarenlang samen te werken. De projecten in Nigeria voldoen aan al deze voorwaarden. Bij de start zijn we samen met de Universiteit van Amsterdam een nulmeting begonnen om de effecten van het programma te volgen op medisch, sociaalantropologisch en sociaaleconomisch gebied. We zijn niet bezig met zweverige verhalen, we maken het zo concreet mogelijk.”
Hoe en door wie wordt het HIF gefinancierd? “De belangrijkste financier van het fonds is de Nederlandse overheid met een bijdrage van 100 miljoen euro. Dat ik in 2005 tijdens het AmsterdamDiner naast de toenmalige minister van Ontwikkelingssamenwerking Agnes van Ardenne zat, heeft daar zeker mee te maken. Een aantal bedrijven – AEGON, Achmea, SNS Reaal en Shell – helpt met investeringen in de infrastructuur. Als het goed is, verdient het geld zichzelf terug, maar het blijft een risicovolle investering. De belangstelling van andere overheden en NGO’s is overweldigend. Zo heeft de Nigeriaanse president toegezegd de bijdrage van de Nederlandse overheid te matchen. Met de Nederlandse bijdrage in Nigeria streven we naar ruim 100.000 verzekerden. Dit aantal kunnen we nu dus verdubbelen. Verder heeft de Wereldbank 7 miljoen dollar toegezegd en heeft de Bill & Melinda Gates Foundation interesse getoond.”
Hoe gaat het nu verder? “Voordat we verdergaan met nieuwe projecten moeten we absoluut zeker zijn van de betrouwbaarheid van onze partners en het profiel van de doelgroep. Het heeft geen enkele zin om haastig geld uit te geven. Van de toegezegde 100 miljoen euro van het ministerie van Ontwikkelingssamenwerking hebben we nu een bestemming voor 5 miljoen euro. Dat zegt iets over de zorgvuldigheid waarmee we te werk gaan. Na Nigeria oriënteren we ons nu op Tanzania. Uiteindelijk willen we in vier landen aan de slag. Het fonds is geen eindoplossing, het geeft richting. Uiteindelijk moeten de Afrikanen en hun nationale organisaties dit zelf gaan dragen. Maar ik ben er trots op dat de eerste krokussen bloeien.”
14 5 seven storm.indd 14
16-10-2007 18:57:00
Image: Vincent van Gurp
+-
Test your knowledge of HIV! Test uw kennis over hiv! The Plus Min HIV campaign was launched at the 2007 AmsterdamDinner. This campaign draws attention to the most difficult part about living with HIV in western countries: the reactions of people without HIV.
Op het AmsterdamDiner 2007 vond de lancering plaats van de hiv-campagne Plus Min. Deze campagne vraagt aandacht voor het lastigste aspect van leven met hiv in westerse landen: de reacties van mensen zonder hiv.
The Plus Min team will be touring the Netherlands until World Aids Day (1 December). Their purpose is to make it easier for people with and without HIV to get along together. Now that HIV is treatable, the reactions of other people are often more unpleasant for HIV-positives than the illness itself, or the treatment for it. The campaign ends on World Aids Day with the publication of the book Plus Min with 15 double interviews on HIV in daily life. Many people’s idea of life with HIV in the here and now is unrealistic, so the Plus Min team asks questions like: do more people die in the Netherlands because of Aids or carbon monoxide poisoning? If you are a woman with Aids and you become pregnant, how big is the chance that your baby won’t be HIV-positive at birth? We have included some of these questions here and on other pages in the magazine so that you can test your knowledge. Do you know the right answer?
Het Plus Min-team trekt tot Wereld Aids Dag (1 december) door Nederland om op een prikkelende manier bij te dragen aan het goed samenleven van mensen met en zonder hiv. Sinds hiv goed behandelbaar is, zijn de reacties vaak belastender voor hiv-positieven dan de ziekte zelf, of de behandeling ervan. Op Wereld Aids Dag wordt de campagne afgesloten met de publicatie van het boek Plus Min met vijftien dubbelinterviews over hiv in het dagelijks leven. Omdat veel mensen geen realistisch beeld hebben van leven met hiv in het hier en nu, stelt het Plus Min-team vragen als: Overlijden er per jaar meer mensen aan de gevolgen van aids in Nederland of meer door koolmonoxidevergiftiging? Als je een vrouw met hiv bent en je wordt zwanger, hoe groot is de kans dat je kindje bij geboorte geen hiv heeft? Op deze en andere pagina’s verspreid door dit blad hebben we enkele van deze vragen opgenomen. Weet u het juiste antwoord wel? Test uw kennis.
The first question; an easy one.
Hierbij de eerste vraag; een inkoppertje.
1. Which country refuses entry to HIV-positive tourists? a. Israel / b. Morocco / c. United States / d. Zimbabwe The answer is on page 29.
1. In welk land worden mensen met hiv niet toegelaten als toerist? a. Israël / b. Marokko / c. Verenigde Staten / d. Zimbabwe Het antwoord staat op pagina 29.
15 6 seven plus min.indd 15
16-10-2007 19:00:43
Text: Wilbert Schreurs Images: Martin Dijkstra
16 7 seven ceo.indd 16
25-10-2007 07:56:19
Three CEOs on their commitment Drie CEO’s over hun betrokkenheid Jean Pierre Garnier
Jean Pierre Garnier
He is CEO of GlaxoSmithKline, one of the world’s biggest pharmaceutical companies. Annually the company gives around 5 per cent of its income to good causes, including the fight against Aids.
Hij is CEO van GlaxoSmithKline, een van de grootste farmaceutische bedrijven ter wereld. Jaarlijks geeft het bedrijf circa 5% van de inkomsten uit aan goede doelen, waaronder de aidsbestrijding.
‘When I became CEO in 2001 I reformulated our mission. The mission now states that our wish is to help people feel better, live longer and be able to take part in more activities. We are developing medicines for that purpose and we are trying to make them available to as many people as possible. Even if they cannot pay for them. We do that for example through large-scale programmes in Africa and India. What strikes me, as I keep track of the results, is how relatively simple solutions can sometimes be so successful. For instance we participate in a programme to fight elephantiasis. In some regions that has helped to drive back the disease by 99 per cent. For me personally that is one of the most
“Toen ik in 2001 aantrad als CEO heb ik onze missie opnieuw geformuleerd. De missie luidt nu dat we ertoe willen bijdragen dat mensen zich beter voelen, langer leven en meer activiteiten kunnen ontplooien. Daarvoor ontwikkelen we medicijnen en die proberen we voor zoveel mogelijk mensen beschikbaar te stellen. Ook als ze het niet kunnen betalen. We doen dat onder meer met grootschalige programma’s in Afrika en India. Ik volg de resultaten op de voet. Dan valt me op hoe je soms, met relatief simpele oplossingen, veel succes kunt boeken. Zo nemen we deel aan een programma dat gericht is op de bestrijding van elefantiasis (olifantsziekte). Daardoor is in sommige regio’s die ziekte met 99% teruggedrongen. Dat vind ik persoonlijk een van de meest bevredigende
satisfying aspects of our work. In Ghana and South Africa we are involved with the anti-Aids programme Positive Action for HIV/AIDS. I have been there many times in recent years on hospital visits. What I have noticed is how important it is for us to keep the long-term perspective in mind. Particularly when it comes to the fight against Aids, because there is no vaccine for it as yet. I often talk about this with my colleagues and notice how much they appreciate our commitment to these causes. But make no mistake, we are not doing this to give ourselves a pat on the back. Fighting against disease in the third world is part of our core business. It is in GSK’s DNA. So it’s in the CEO’s DNA as well.’
aspecten van ons werk. In Ghana en Zuid-Afrika zijn we bezig met het anti-aidsprogramma Positive Action for HIV/AIDS. Ik ben daar de afgelopen jaren verschillende keren geweest en heb ziekenhuizen bezocht. Ik heb gemerkt hoe belangrijk het is dat we de lange termijn voor ogen houden. Zeker bij de aidsbestrijding, want voorlopig hebben we nog geen vaccin. Ik spreek vaak met mijn medewerkers hierover en merk dat zij veel waarde hechten aan onze inzet voor deze doelen. Maar begrijp me goed, we doen dit niet om onszelf op de borst te kloppen. Het bestrijden van ziekten in de derde wereld is onderdeel van onze corebusiness. Het zit in het DNA van GSK. En dus ook in het DNA van de CEO.”
17 7 seven ceo.indd 17
25-10-2007 07:56:47
18 7 seven ceo.indd 18
25-10-2007 07:56:56
Bram Mol
Bram Mol
The Hotels van Oranje are a founding sponsor of the AmsterdamDinner. Bram Mol is the CEO.
De Hotels van Oranje behoren tot de founding sponsors van het AmsterdamDiner. Bram Mol is de CEO.
‘There is a new horizon in the Netherlands for people who are infected with HIV. Once a deadly disease, today it has become chronic in most cases. But that does not mean the problems of those infected are at an end. I know that many of them are having a rough time. They have to take up the thread of their lives again and find a way of rejoining the social circuit. The problems facing the Dutch victims of the HIV virus are quite often underestimated. So I feel it is important not to forget them and to continue supporting them. That was the reason for founding the AmsterdamDinner in the first place. The Hotels van Oranje have from the outset supported the AmsterdamDinner for idealistic reasons, and
“Er is een nieuwe horizon ontstaan voor mensen in Nederland die met hiv zijn besmet. Een ziekte die ooit dodelijk was, heeft nu in de meeste gevallen een chronisch karakter gekregen. Maar dat betekent niet dat de problemen voor hen nu de wereld uit zijn. Ik weet dat veel mensen het er moeilijk mee hebben. Ze moeten de draad van hun leven weer oppakken en zien dat ze mee kunnen draaien in het sociale circuit. De problemen van deze Nederlandse hiv-slachtoffers worden nogal eens onderschat. Daarom vind ik het belangrijk dat ze niet vergeten worden en dat we hen blijven faciliteren. Dat is de reden dat ooit het AmsterdamDiner in het leven is geroepen. De Hotels van Oranje hebben vanaf het begin het AmsterdamDiner ondersteund vanuit idealistische overwegingen en we hebben naar draagkracht onze verantwoordelijkheid genomen. De behoefte om daadwerkelijk iets te
according to our means we have taken our share of responsibility. There is a corresponding need to do something practical. For you cannot just sit back and hope the problems HIV causes will go away of their own accord. In my view it’s a very good thing that we are now trying to further professionalise De Grote Onderneming and enlarge our scope to include international aid. But in the Netherlands we have another important task: to improve the quality of life of Dutch victims. That is an absolute priority and must continue to receive special attention. For HIV victims, a better quality of life means continuing to take part in normal social life and remaining independent. Something vitally important for every human being.’
doen is navenant. Want je kunt niet achteroverleunen in de hoop dat de problemen die door hiv worden veroorzaakt vanzelf verdwijnen. Dat we nu met De Grote Onderneming proberen de zaak te professionaliseren en de scope te verbreden naar internationale hulp, vind ik een heel goede zaak. Maar ook in Nederland hebben we met elkaar nog een belangrijke taak te verrichten: het verbeteren van de levenskwaliteit van Nederlandse slachtoffers. Dat is een absolute prioriteit en moet een groot aandachtspunt blijven. Voor hiv-slachtoffers betekent een betere kwaliteit van leven namelijk dat zij kunnen blijven deelnemen aan het normale sociale leven en zelfstandig kunnen blijven functioneren. Voor ieder mens van essentieel belang.”
19 7 seven ceo.indd 19
25-10-2007 07:57:06
20 7 seven ceo.indd 20
25-10-2007 07:57:12
Anthony Ruys
Anthony Ruys
Former chairman of the board of Heineken, has been involved from the outset with Heineken’s own Aids policy.
Voormalig bestuursvoorzitter van Heineken, stond aan de wieg van Heinekens eigen aidsbeleid.
‘I have been intensively involved with the Aids question since 2002, when I became chairman of the board of Heineken. Dr. Henk Rijckborst, our chief medical officer, proposed developing an Aids policy for our branches in developing countries. We as the Board of Directors said yes to that. Because we were one of the world’s first companies to have an Aids policy we proceeded cautiously, country by country. Meanwhile all of our employees in Africa who wanted to, including their families, have been tested for HIV. Those who are seropositive are given antiretroviral drugs at the expense of Heineken. If you start something like that, it only works if you are confident that you really can help those people. And my confidence was based on the passion and inspiration of our medical staff. But as chairman of the board, too, you can help the Aids policy to succeed. How? By
“Vanaf het moment dat ik in 2002 bestuursvoorzitter van Heineken werd, heb ik me intensief met de aidsproblematiek beziggehouden. Dr. Henk Rijckborst, onze chief medical officer, stelde voor een aidsbeleid te ontwikkelen voor onze vestigingen in ontwikkelingslanden. Daar hebben we als raad van bestuur ja tegen gezegd. We zijn voorzichtig begonnen, land voor land, want we waren een van de eerste bedrijven ter wereld met een eigen aidsbeleid. Sindsdien hebben alle medewerkers in Afrika die dat wilden, inclusief hun familieleden, een hiv-test ondergaan. Wie seropositief is, krijgt op kosten van Heineken aidsremmers. Als je aan zoiets begint, kun je dat alleen doen in het vertrouwen dat je de mensen kunt helpen. Dat vertrouwen was voor mij gebaseerd op de gedrevenheid en bezieling van onze medische staf. Maar ook als bestuursvoorzitter kun je bijdragen aan het succes van het aidsbeleid. Hoe? Door intern
constantly underlining within the company how important it is to you that your employees and their families are properly looked after, wherever they live and work. Even if the result is not immediately apparent. It eventually proved to be a win-win situation for everybody. Including Heineken. If only because you don’t have to hire and train as many new people now. In 2005 I stepped down as chairman of the board, but I am still strongly committed to the fight against Aids. I was therefore very happy last year to accept the chairmanship of the Supervisory Board of STOP AIDS NOW!. What I now hope more than anything else is that more companies will follow Heineken’s example. If we as big companies were to jointly establish a medical infrastructure to test and treat our employees and their families for Aids, that would be an important step in the right direction!’
voortdurend te benadrukken hoe belangrijk je het vindt dat er goed voor je medewerkers en hun familie wordt gezorgd, waar ook ter wereld. Ook als het niet direct winst oplevert. Uiteindelijk bleek het voor iedereen een win-winsituatie. Ook voor Heineken. Al was het maar omdat je minder nieuwe mensen hoeft aan te trekken en op te leiden. In 2005 nam ik afscheid als bestuursvoorzitter, maar ik voel me nog steeds zeer betrokken bij de aidsproblematiek. Ik ben daarom vorig jaar graag ingegaan op het verzoek om voorzitter te worden van de raad van toezicht van STOP AIDS NOW!. Wat ik nu vooral hoop is dat meer bedrijven het voorbeeld van Heineken volgen. Als we als grote maatschappijen gezamenlijk een medische infrastructuur opzetten en onze medewerkers en hun familie op aids testen en helpen, is dat een belangrijke stap in de goede richting!”
21 7 seven ceo.indd 21
25-10-2007 07:57:21
Images: Sala Lewis
Monique Heijn in Tanzania - a journal Dagboek Monique Heijn in Tanzania After the successful start in Nigeria, Tanzania is also getting health insurance. DGO board member Monique Heijn (wife of Albert Heijn, founder of the Albert Heijn supermarkets) visited a number of projects in Tanzania and kept a colourful journal. Na de succesvolle start in Nigeria krijgt Tanzania ook een eigen ziektekostenverzekering. DGO-bestuurslid Monique Heijn (echtgenote van Albert Heijn, de grondlegger van de gelijknamige supermarktketen) bezocht een aantal projecten in Tanzania en hield een kleurrijk dagboek bij.
22 8 seven monique heijn.indd 22
18-10-2007 14:27:54
23 8 seven monique heijn.indd 23
16-10-2007 19:20:31
Wednesday En route to Dar es Salaam in Tanzania. A journey that will give me another new experience. I have every hope that we can make a difference. Step-by-step, but always forwards! In Nigeria I saw how the Health Insurance Fund (HIF) supports people. And I’m sure the HIF can also provide a solution here. Not immediately of course, but as they say in England, ‘from small acorns, mighty oaks will grow’. But Tanzania is different from Nigeria. The country had a communist regime for 20 years, everything was nationalised. So they are not familiar with the concept of investment here.
We meet Dr Kaushik, who wants to set up a Revolving Fund here, an investment fund to boost health care. He wants to invest in small and larger hospitals and medical centres in order to absorb the surge expected to occur with the introduction of the HIF. An ambitious objective, one we firmly believe in. We also convey our confidence to the two couples travelling with us. They are thinking about investing in the Revolving Fund and we want to introduce them to the projects and the people they will be supporting. Before going to bed I find cockroaches in the bedroom, a massive centipede on my pillow, bird’s nests in the ceiling lamps, no hot
water and a clogged up toilet. I’ve known worse. But the air conditioning works, which is good at a night temperature of 28°C and 100 per cent atmospheric humidity.
Thursday I open the curtains and see the sun rising over the Indian Ocean. Wonderful! I ring my husband Ab so he can share in my beautiful view. We often do that, despite the distance it means we can both ‘see’ the same thing for a moment. Before breakfast we get a briefing. Today we’re going to see the market vendors. They are independent but professionally organised as a group. You have the citrus vendors, the
butchers, banana vendors, et cetera. The HIF is a real boon for these people: if they fall ill they can be treated quickly without any additional costs. Driving to the vegetable market the first things you see are the city, the offices, cafés and squares. Lots of beautiful trees and vividly coloured flowers. Africa has a particular smell. When I smell it again it feels a bit like coming home. Most Europeans go to Africa for the safaris or winegrowing areas. I only know Africa from my journeys for the Aids Fonds and DGO so I see the dark side of things. Even so, or precisely because of that, I feel a great love for the people. I know and feel how diffi-
24 8 seven monique heijn.indd 24
23-10-2007 09:14:01
Woensdag Op weg naar Dar es Salaam in Tanzania. Een reis die me weer een nieuwe ervaring zal brengen. Ik ben vol hoop dat we een verschil kunnen maken. Stap voor stap, maar wel altijd vooruit! In Nigeria heb ik gezien hoe het Health Insurance Fund (HIF) de mensen ondersteunt. Ik weet zeker dat het Health Insurance Fund ook hier een oplossing kan zijn. Niet meteen natuurlijk, maar zoals ze in Engeland zeggen ‘from small acorns, mighty oaks will grow’. Tanzania is wel anders dan Nigeria. Het land was twintig jaar communistisch, alles was genationaliseerd. Investeren is hier een onbekend begrip. We ontmoeten dr. Kaushik, die
hier een Revolving Fund wil opzetten, een investeringsfonds om de gezondheidszorg op te krikken. Zo wil hij investeren in kleine en grotere ziekenhuizen en medische posten, om de toeloop op te vangen die zal ontstaan door de invoering van het HIF. Een ambitieus doel, waarin we oprecht geloven. Dat vertrouwen stralen we ook uit naar de twee echtparen die met ons meereizen. Zij overwegen te investeren in het Revolving Fund en wij willen ze laten kennismaken met de projecten en de mensen die ze gaan ondersteunen. Nog voordat ik ga slapen ontdek ik kakkerlakken in de slaapkamer, een reusachtige duizendpoot op mijn kussen, vogelnestjes in de plafon-
nières, geen heet water en een verstopte wc. Ik heb erger meegemaakt. De airco doet het en dat is fijn bij een nachttemperatuur van 28 °C en een luchtvochtigheid van 100 procent.
Donderdag Ik doe de gordijnen open en zie de zon opkomen boven de Indische Oceaan. Prachtig mooi! Ik bel mijn man Ab om hem deelgenoot te maken van mijn uitzicht. Dat doen we vaker, op deze manier ‘zien’ we toch even hetzelfde. Voor het ontbijt krijgen we een briefing. We gaan vandaag naar de marktkooplui. Ze zijn zelfstandig maar wel professioneel als groep
georganiseerd. Je hebt de citrusverkopers, de slagers, bananenverkopers et cetera. Voor deze mensen is het HIF een uitkomst omdat ze in geval van ziekte snel en zonder bijkomende kosten geholpen kunnen worden. In de auto op weg naar de groentemarkt zie je eerst de stad, de kantoren, cafeetjes en pleinen. Veel prachtige bomen en bloemen in knalkleuren. Afrika heeft een speciale geur. Als ik die geur ruik, is het alsof ik een beetje thuiskom. De meeste Europeanen gaan naar Afrika voor safari of de wijngebieden. Ik ken Afrika alleen van mijn reizen voor het Aids Fonds en DGO en zie de donkere kant. Toch of zelfs juist
25 8 seven monique heijn.indd 25
23-10-2007 09:14:19
cult things are for them. The women – always expected to be the strongest – have a quiet, distinguished and proud bearing. Here in Tanzania there is massive unemployment. But you don’t notice that on the street. They are busy working, fixing, bartering, growing, selling, dragging, polishing, serving, cooking and a host of other things. There is a lively ‘informal economy’ that falls outside all social care yet keeps the country going. It is precisely these hardworking people who need reliable and affordable health insurance to fall back on. Now they are often refused medical care because they have no money, or treatment is painfully slow in coming.
Tonight we visit a public hospital. We go to the baby unit and see hundreds of mothers waiting for the doors to open. They return every three hours to feed their babies, an alarming number are premature. One weighs just 700 grams. You know these little ones don’t stand a chance. I’ll never forget one of them; so tiny, so vulnerable, but with a huge fighting spirit. Like an ancient, frail Haile Selassi: yellow skin, high cheekbones and thick veins in a wide forehead. With wrists and legs as thin as my little finger. No incubators. So they heat up a room until it’s hot enough to act as one: 40°C in a three-by-five metre space, with eight plastic tubs for
cribs, each containing four babies. Include 32 nursing mothers and the heat is enough to make you faint. The flies feast on the umbilical cords that have just been tied off. An impossible situation. Faced with things like this, I know I can never stop trying to convince people of the immense need for their support.
Friday To the fish market. This is organised in exactly the same way as the vegetable market. They are waiting expectantly for the Health Insurance Fund. After sitting for an hour and a half in a tiny room with 50 (!) council members all talking at once, I need some fresh air. I excuse myself and
withdraw for the last 20 minutes to a balcony overlooking the fish market. Those minutes are priceless. It’s as if I have been catapulted 2000 years back in time. Wonderful people in colourful robes, with baskets on their heads and their babies in a cloth tied to their back. It smells of fresh fish and wood fire. Nothing has changed here since biblical times. In the afternoon, the private hospital. I run to the Aids patients and give them a hug. At moments like this I feel I am needed. This is what motivates me. On our last evening we talk about what we have seen. Both couples promise 1 million euros at least. People like these four may still have
26 8 seven monique heijn.indd 26
17-10-2007 18:53:33
daardoor heb ik een diep gevoel van liefde naar de mensen toe. Ik weet en voel hoe moeilijk ze het hebben. Er is een stille, gedistingeerde, trotse houding bij de vrouwen die altijd de krachtigsten moeten zijn. Hier in Tanzania heerst grote werkloosheid. Nou, daar merk je op straat niets van. Ze werken, ritselen, ruilen, verbouwen, verkopen, sjouwen, poetsen, bedienen, koken en wat al niet meer. Er is een levendige ‘informele economie’ die buiten alle sociale zorg valt, maar die wel het land draaiende houdt. Juist deze hardwerkende mensen hebben een betrouwbaar en betaalbaar ziekenfonds nodig waar ze op kunnen terugvallen. Nu worden ze nog vaak
geweigerd omdat ze geen geld hebben of ze moeten hopeloos lang op een behandeling wachten. ’s Avonds bezoeken we een publiek ziekenhuis. We gaan naar de babyunit en zien honderden nieuwe moeders wachten op het moment dat de deuren openzwaaien. Ze komen elke drie uur terug om hun baby te voeden. Er zijn schrikbarend veel prematuurtjes, eentje weegt slechts 700 gram. Kindjes waarvan je weet dat ze geen schijn van kans maken. Een vergeet ik nooit; zo klein, zo kwetsbaar en toch die enorme vechtlust. Net een heel oude, tere Haile Selassi; geel van kleur, hoge jukbeenderen en met dikke aderen op het brede voorhoofdje. Polsjes
en beentjes die niet dikker zijn dan mijn pink. Geen couveuses. Dus stoken ze een kamertje zo warm dat het op een couveuse lijkt: 40 °C in een ruimte van drie bij vijf meter, met acht plastic kuipjes als wieg met daarin elk vier baby’s. Zet daar 32 voedende moeders bij en je valt bijkans flauw van de hitte. De vliegen doen zich te goed aan de net afgebonden navelstrengen. Onmenselijke omstandigheden. Bij dit soort taferelen weet ik dat ik nooit mag stoppen met het overtuigen van mensen hoe nodig hun steun is.
Vrijdag Naar de vismarkt. Deze is precies zo
georganiseerd als de groentemarkt. Ze zitten vol spanning te wachten op het Health Insurance Fund. Na anderhalf uur lang in een piepklein vertrek gezeten te hebben met vijftig (!) door elkaar pratende councilleden, ben ik toe aan frisse lucht. Ik verontschuldig me de laatste twintig minuten en trek me terug op een balkon met uitzicht op de vismarkt. Dat zijn onbetaalbare minuten. Het is alsof ik tweeduizend jaar in de tijd word teruggeworpen. Prachtige mensen in kleurrijke gewaden, met manden op het hoofd en hun baby’s met een lap op de rug gebonden. Het ruikt naar verse vis en houtvuur. Sinds Bijbelse tijden is hier niets veranderd.
27 8 seven monique heijn.indd 27
23-10-2007 09:16:06
Dr Kaushik
no idea what a difference they are going to make. They have had a glimpse of the country. They have seen the faces of the people they are going to support. I hope they will come back more often so they will see how gratefully their generous gift is put to use. I hope that like me they will be able to experience heart to heart and soul to soul just what this means. The first major step has been taken. We still need 9 million euros if this plan is to cover the whole of Tanzania. It will provide low-income Tanzanians with well-organised and affordable health care. Care that every human being has a right to. Doing nothing is no longer an option.
MICROCREDIT HEALTH FUND The Health Insurance Fund facilitates health insurance by subsidising the premium. At the same time the expertise of the doctors and the quality of their facilities must be brought up to standard. For that purpose Dr Kaushik and his national association of private clinics have set up a microcredit health fund, which enables doctors and clinics to borrow money on favourable terms and invest in improving their expertise and services. Such loans are repaid so that new credits can be extended to other members. Tanzania sets the ball rolling and this innovative form of microcredit can be further expanded from there.
’s Middags naar het privéziekenhuis. Ik ren snel naar de aidspatiënten om hun een ‘hug’ te geven. Op momenten als deze voel ik dat ik nodig ben. Hier doe ik het voor. Op onze laatste avond praten we na over wat we gezien hebben. De beide echtparen zeggen ten minste 1 miljoen euro toe. Mensen zoals deze vier hebben misschien nog geen idee wat voor een verschil ze gaan maken. Ze hebben een glimp van het land kunnen opvangen. Ze hebben de gezichten gezien van de mensen die ze gaan ondersteunen. Ik hoop dat ze vaker terugkeren om te zien hoe hun gulle gift dankbaar wordt gebruikt. Ik gun het ze dat ze net als ik van hart naar hart, van ziel naar ziel kunnen beleven wat dit betekent. De eerste grote stap is gezet. We hebben nog 9 miljoen euro nodig om heel Tanzania te betrekken bij dit plan. Het zal de arme, maar werkende Tanzaniaan goed georganiseerde en betaalbare medische zorg geven. Een zorg waar elk mens recht op heeft. Nietsdoen is geen optie meer.
EEN MICROKREDIETFONDS VOOR GEZONDHEID Het Health Insurance Fund maakt een gezondheidsverzekering mogelijk door de premie te subsidiëren. Tegelijkertijd moet de deskundigheid van de artsen en de kwaliteit van hun voorzieningen op peil gebracht worden. Daarom zetten dr. Kaushik en zijn nationale vereniging van private klinieken een mikrokredietfonds voor gezondheid op. Hierdoor kunnen artsen en klinieken op gunstige voorwaarden geld lenen en investeren in de kwaliteit van hun kennis, en hun diensten verbeteren. De lening wordt gewoon terugbetaald zodat weer nieuwe kredieten aan andere leden verstrekt kunnen worden. Tanzania bijt het spits af en vandaar uit kan deze innovatieve vorm van microkredietverstrekking uitgebouwd worden.
28 8 seven monique heijn.indd 28
16-10-2007 19:21:08
Image: Vincent van Gurp
+-
ANSWER TO PAGE 15: 1C.
ANTWOORD VAN PAGINA 15: 1C.
The United States will not give you a tourist visa if you have HIV. On the plane you have to complete a form which first asks whether you have an infectious disease. If you have HIV and tick ‘yes’, you will be sent back immediately at customs. If you tick ‘no’, you will have to smuggle your HIV medication, which you have to take once or twice a day, through customs. That makes you feel like a criminal with your HIV. There are many countries with restrictions for people with HIV if you want to live there permanently. There is a limited number of countries where you are not welcome as a tourist (and tourists don’t often go there), for instance Iraq, North Korea, Oman, Sudan en Saudi Arabia.
De Verenigde Staten laten je niet toe als toerist als je hiv hebt. In het vliegtuig moet je een formulier invullen met als eerste de vraag of je een infectieziekte hebt. Als je dan, omdat je hiv hebt, ‘ja’ aankruist, kun je bij de douane meteen terug. Als je ‘nee’ aankruist, moet je dus je hiv-medicijnen, die je dagelijks een of twee keer op tijd moet innemen, de douane door smokkelen. Je voelt je dan met je hiv een halve crimineel. Er zijn veel landen die beperkingen hebben voor mensen met hiv als je je er blijvend wilt vestigen. Het aantal landen waar je als toerist niet in mag, is beperkt en ze worden vaak weinig door toeristen bezocht, bijvoorbeeld Irak, Noord-Korea, Oman, Sudan en Saoedi-Arabië.
2. What causes the fewest deaths per year in the Netherlands? a. HIV / b. The flu / c. Carbon-monoxide poisoning (leaky gas heaters, geysers with no flue outlet, etc.) / d. An overdose of hard drugs / e. TB The answer is on page 43.
2. Waaraan overlijden de MINSTE mensen per jaar in Nederland? a. Hiv / b. Griep / c. Koolmonoxidevergiftiging (lekkende gaskachels, geisers zonder afvoer, enzovoort) / d. Een overdosis harddrugs / e. Tbc Het antwoord staat op pagina 43.
29 6 seven plus min.indd 29
16-10-2007 19:00:58
Text: Edith Tulp Image: Getty Images
John Tedstrom (left): ‘We welcome the health insurance programme launched with the support of both the Netherlands’ business community and the government. It shows what companies can do.’ John Tedstrom (links): “We zijn blij met het ziektekostenverzekeringsprogramma dat met steun van het Nederlandse bedrijfsleven én de overheid wordt geïntroduceerd. Dat is een goed voorbeeld van wat bedrijven kunnen doen.”
30 9 seven john tedstrom.indd 30
23-10-2007 09:17:41
Not charity, just good business sense John Tedstrom, executive director of the Global Business Coalition on HIV/AIDS, Tuberculosis and Malaria (GBC), sees that companies are increasingly taking a responsible role in the fight against HIV/Aids. ‘Companies are starting to realise that nothing is gained by doing nothing. On the contrary. They are the ones to lose out.’
Geen liefdadigheid, maar slim zakendoen John Tedstrom, executive director van de Global Business Coalition on HIV/AIDS, Tuberculosis and Malaria (GBC), ziet een groeiende trend van bedrijven die hun verantwoordelijkheid in de bestrijding van hiv/aids nemen. “Bedrijven zien steeds beter in dat ze met nietsdoen niks bereiken. Integendeel. Ze snijden zichzelf ermee in de vingers.”
31 9 seven john tedstrom.indd 31
23-10-2007 09:18:10
‘We are losing the fight against Aids worldwide,’ Tedstrom tells us from his New York office. ‘What we are seeing worldwide is seven new incidences of HIV infection for every new patient we treat. Our only option is to reduce the infection rate. The business community has an important role to play here. And in fact it’s committed to do so as well. As an integral part of society, companies have a moral responsibility as well as a commercial one. And it’s just not cost-effective to stand by and do nothing. Coca-Cola, for example, when filling vacancies in Africa is having to hire two men per job because one of them will certainly get infected. In short, HIV/Aids is a threat to companies. And more of them are waking up to that fact. Setting up prevention programmes is not just a question of charity, it also makes good business sense.’
Networking Since 2001, the GBC has managed to persuade some 200 international companies to join in its fight against Aids. The organisation offers members expertise and services to help set up information and prevention campaigns, treatment clinics, support and counselling, among others. Tedstrom himself is a firm believer in the power of information and prevention campaigns. ‘The companies associated with us employ around 11 million people in total. When you factor in the families you get 40 to 50 million people. This group is adequately informed, thanks to the good
communications networks usually available to companies. And precisely that infrastructure offers very many opportunities. There are companies with television and radio networks that address millions of people a day. Allocating time to an information campaign can make a singnificant contribution to reducing infection.’
No passport needed ‘So far Aids remains concentrated in Africa. Let’s hope no other country reaches the same level of infection. What concerns us now is the increasing infection rate in EastEuropean countries. For the last seven years or so the HIV virus has been spread primarily by drug users and sex workers. The more trade increases in places like Russia, the higher the HIV infection rate. In Asia, China and India are the current problem areas. In India meanwhile more than five million people have been infected, a situation compounded by the strong taboo on the disease. HIV/Aids patients are severely stigmatised there. That deters people from going for a test and getting information. Here too you see that infection is concentrated among drugs users and sex workers. In China, Aids is spread primarily by migrant workers in the countryside. It is estimated that 800,000 people are infected. The government does provide information, but the countryside is vast and many inhabitants live in such remote places that they are hard to reach. In Latin America, Brazil is doing a particularly good job with prevention, awareness
and condom distribution. It is an example to many other countries. But on the other hand Aids is increasing, particularly in the Caribbean, with concentrations in Puerto Rico and Haiti. No country is immune. HIV doesn’t need a passport.’
Normal conversation While the fight against Aids is the same in every country, a different approach is required depending on the culture in question. ‘With the orthodox church and the taboo on sex, Russia will be approached differently from the Netherlands. In Russia, moreover, you are addressing drugs and injections, which is not the case in Africa. In China, you need to take the mobility of those infected into account, but in India that is less important. ‘But everywhere,’ emphasises Tedstrom, ‘it is a matter of driving back the stigmatisation and raising people’s awareness. It must be possible for HIV/Aids to be a normal topic of conversation in families and between friends. People should be able to talk about it in an informed and thoughtful way. That is crucial. That’s why information campaigns together with preventive measures accessible to all are so important.’ There are many challenges, in Tedstrom’s view, for the business community. And creativity can come in useful when meeting them. In the Ukraine for example South West Railway, with 70,000 workers, has set up a youth movement that trains youngsters to educate their peers. Among other things, it also showed informational videos targeting youngsters at all
Kiev metro stations. Apart from its extensive HIV/Aids programmes, Unilever Tea Kenya has organised theatre, music and painting competitions in the context of information on Aids. And in South Africa, Anglo Coal has successfully launched an innovative programme to make HIV testing easier and less taxing for its workforce. Most companies cooperate with local organisations. ‘We like to see that,’ says Tedstrom. ‘It makes it easier to develop and disseminate anti-Aids messages, not only to communities but also to heads of government.’
Core activity As far as Tedstrom is concerned, the fight is no longer confined to HIV/Aids. ‘Recent years have seen too much emphasis on special HIV/Aids programmes, whereby other diseases have been neglected. That only Aids programmes are heavily sponsored and other health issues ignored shouldn’t happen. So we feel there is a strong case for making HIV/Aids part of a broader and more complex whole of infectious diseases. That’s where our future challenge lies. So we also welcome the innovative micro health insurance programmes launched from the Netherlands by Heineken, Shell and Unilever. It’s an excellent example of what companies can do. We are now working with the Dutch on the possibility of launching such programmes in other companies too. This also shows that the international business community increasingly views the fight against HIV/Aids as a core activity.’
32 9 seven john tedstrom.indd 32
16-10-2007 19:23:16
“De strijd tegen aids verliezen we wereldwijd”, stelt Tedstrom vanuit zijn kantoor in New York. “Wereldwijd zien we tegenover iedere nieuwe patiënt die we op behandeling zetten, zeven nieuwe hiv-infecties optreden. Het enige wat we kunnen doen is het aantal geïnfecteerden terugbrengen. Het bedrijfsleven kan daar een grote rol in spelen. Die verplichting hebben ze in feite ook. Geïntegreerd in de samenleving hebben bedrijven niet alleen een commerciële maar ook een morele verantwoordelijkheid. Het is bovendien niet kosteneffectief om de boel maar de boel te laten. Coca-Cola bijvoorbeeld is in Afrika bij het opvullen van vacatures gedwongen twee man voor één baan aan te nemen, want één zal er zeker ziek worden. Hiv/aids vormt kortom een bedreiging voor bedrijven. Steeds meer bedrijven gaan dat inzien. Het opzetten van preventieprogramma’s is niet alleen liefdadigheid, maar ook een kwestie van slim zakendoen.”
Netwerken Sinds 2001 heeft het GBC zo’n tweehonderd internationale bedrijven aan zich weten te binden in de strijd tegen aids. De organisatie voorziet haar leden van expertise en diensten bij het opzetten van onder andere voorlichtings- en preventiecampagnes, behandelklinieken, opvang en begeleiding. Met name gelooft Tedstrom in de kracht van voorlichtings- en preventiecampagnes. “De bij ons aangesloten bedrijven hebben in totaal zo’n 11 miljoen mensen in dienst. Tel daarbij de familie op en je komt tot 40 tot 50 miljoen mensen. Deze groep wordt adequaat geïnformeerd dankzij de goede communicatienetwerken waar bedrijven veelal over beschik-
ken. Juist in die infrastructuur liggen heel veel kansen. Er zijn bedrijven die over televisie- en radionetwerken beschikken. Zij spreken dagelijks tot miljoenen mensen. Door wat tijd in te lassen voor een voorlichtingscampagne kan de infectie serieus worden teruggedrongen.”
Geen paspoort “Tot nu toe blijft aids geconcentreerd in Afrika. Laten we hopen dat geen ander land op het niveau van deze landen komt. Momenteel maken we ons zorgen over de toename van infecties in Oost-Europese landen. Sinds een jaar of zeven wordt het hiv-virus er vooral door drugsgebruikers en prostituees verspreid. Naarmate de commercie er toeneemt, zoals in Rusland, nemen ook de hiv-infecties toe. In Azië vormen China en India op het moment de probleemgebieden. In India gaat het inmiddels om meer dan vijf miljoen geïnfecteerden en door het grote taboe dat er op de ziekte ligt, wordt het er niet beter op. Hiv/aids-patiënten worden zwaar gestigmatiseerd. Dat weerhoudt mensen ervan zich te laten testen en zich te laten voorlichten. Ook hier zie je de concentratie van de infectie onder drugsgebruikers en prostituees. In China wordt aids vooral verspreid door rondtrekkende arbeiders op het platteland. Het aantal geïnfecteerden wordt er op 800.000 geschat. De regering doet veel aan voorlichting, maar het platteland is uitgestrekt en veel bewoners wonen zo afgelegen dat ze moeilijk te bereiken zijn. In Latijns-Amerika heeft vooral Brazilië geweldig werk verzet op het gebied van preventie, bewustwording en de distributie van condooms. Het land dient als voorbeeld voor veel andere landen. Maar daarentegen neemt aids vooral in het Caribisch gebied
toe, met concentraties in Puerto Rico en Haïti. Geen land is immuun. Hiv heeft geen paspoort nodig.”
Normaal gesprek Is de strijd tegen aids in ieder land hetzelfde, afhankelijk van de cultuur wordt deze overal weer anders aangepakt. “Met de orthodoxe kerk en het taboe op seks zal Rusland anders worden benaderd dan Nederland. In Rusland richt je je bovendien op drugs en injecties, dat is in Afrika weer niet aan de orde. In China heb je rekening te houden met de mobiliteit van de geïnfecteerden, maar in India is dat weer minder het geval. Maar waar het overal om gaat”, benadrukt Tedstrom, “is het terugdringen van de stigmatisering en het bewustmaken van mensen. Hiv/aids moet een normaal onderwerp van gesprek kunnen zijn in families en tussen vrienden. Mensen moeten er op een geïnformeerde en bedachtzame manier over kunnen praten. Dat is van essentieel belang. Daarom zijn juist voorlichtingscampagnes zo belangrijk met daarnaast voor iedereen toegankelijke preventieve maatregelen.” Er liggen veel uitdagingen voor het bedrijfsleven, vindt Tedstrom. En daar mag ook best wel wat creativiteit aan te pas komen. In Oekraïne bijvoorbeeld heeft South West Railway met zeventigduizend werknemers een jeugdbeweging opgericht waarbinnen jongeren worden getraind om hun leeftijdgenoten voor te lichten. Onder andere vertoonde het bedrijf op jongeren gerichte informatievideo’s op alle metrostations in Kiev. Unilever Tea Kenya organiseerde naast haar uitgebreide hiv/aids-programma’s onder andere toneel-, muziek- en tekenwedstrijden op het gebied van
aidsvoorlichting, en Anglo Coal in Zuid-Afrika boekte succes met een innovatief programma dat het testen op hiv voor de werknemers makkelijker en minder belastend maakte. De meeste bedrijven werken samen met lokale organisaties. “Dat zien we graag gebeuren”, zegt Tedstrom. “Op die manier is het makkelijker anti-aidsboodschappen te ontwikkelen en uit te dragen, niet alleen naar gemeenschappen maar ook naar regeringsleiders toe.”
Kerntaak Wat Tedstrom betreft, beperkt de strijd zich niet meer alleen tot hiv/aids. “De nadruk is de laatste jaren te veel op speciale hiv/aidsprogramma’s komen te liggen, waardoor andere ziekten in de verdrukking zijn gekomen. Het moet niet zo zijn dat alleen aidsprogramma’s zwaar gesponsord worden en andere gezondheidskwesties genegeerd worden. Daarom maken we ons sterk om hiv/aids een onderdeel te maken van een breder en meer complex geheel van infectieziekten. Daar ligt onze uitdaging voor de toekomst. We zijn dan ook blij met de vernieuwende microziektekostenverzekeringsprogramma’s die vanuit Nederland door Heineken, Shell en Unilever zijn geïntroduceerd. Dat is een goed voorbeeld van wat bedrijven kunnen doen. Wij werken nu met Nederlanders samen om een manier te vinden deze programma’s ook in andere bedrijven te introduceren. Het laat ook zien dat het internationale bedrijfsleven de bestrijding van hiv/aids steeds meer gaat zien als een kerntaak.”
33 9 seven john tedstrom.indd 33
23-10-2007 09:18:49
Text: Wilbert Schreurs Images: Martin Dijkstra
Build a better world and start with your own company
Bouw aan een betere wereld en begin bij je eigen bedrijf
Two multinationals, Merck Sharp & Dohme (MSD) and TNT, have an active corporate social responsibility (CSR) policy. MSD for example supports the fight against river blindness and Aids, and TNT supports the North Star Foundation which sets up health centres for lorry drivers in Africa and Asia.
Twee multinationals, Merck Sharp & Dohme (MSD) en TNT, hebben een actief mvo-beleid. Zo zet MSD zich onder meer in voor de bestrijding van rivierblindheid en aids, en ondersteunt TNT de North Star Foundation die gezondheidscentra opzet voor vrachtwagenchauffeurs in Afrika en AziĂŤ.
34 10 seven msd tnt.indd 34
23-10-2007 09:21:35
35 10 seven msd tnt.indd 35
17-10-2007 18:50:52
‘Medicines are for patients, not for profits,’ founder George Merck once said. And for Merck Sharp & Dohme (MSD), the pharmaceutical company highly active in CSR projects in Africa, commitment to social objectives is an integral part of its culture. ‘You learn a great deal from these projects,’ says Chirfi Guindo, who has seen many parts of the world over the years. Currently managing director of MSD Nederland, Guindo comes from Mali and before doing a spell in the United States, he ran the MSD arm in South Africa. ‘At that time virtually nothing was done to fight Aids. The government refused to acknowledge the problem. Which was extremely frustrating, especially when you knew there were so many ways of containing it!’ Meanwhile MSD has shown that a targeted approach to Aids can indeed achieve results in Africa. The company has itself developed three antiretroviral drugs and has initiated a project in Botswana together with the Bill & Melinda Gates Foundation. Guindo shows a printout of the population data of the country, which has some 1.5 million inhabitants. Thanks to the economic growth in the late 1980s the average age was 70. But in 2004 that figure was almost halved as a result of Aids. ‘In 2001 we started a large-scale anti-Aids medicine programme. We are seeing the figures gradually move in the right direction again.’
Black fly It’s not the first time that MSD has devoted itself to combating disease in Africa. In the late 1980s the pharmaceutical company, ranking among the global top 5 for research, launched a large-scale project against river blindness. ‘People get the disease by being bitten frequent-
ly by the black fly,’ explains Guindo. ‘Millions of people in Africa went completely blind because of it. One of our scientists discovered that a medicine produced by us contains a substance that stops river blindness. Two pills are enough to prevent it.’ Since then MSD has widely distributed free doses of Mectizan, the medicine for river blindness. In addition, it has started a programme to fight elephantiasis, which is also caused by black fly. MSD is investing millions in the fight against river blindness and elephantiasis as well as Aids in Africa. Nonetheless money is not the only prerequisite for success. At least as important are good organisation and local support. The medicines must be available everywhere and the people must be instructed how to take them. The learning points of the Mectizan programme have also been used in Botswana. ‘You need a structural set-up for these kinds of projects. You must invest in prevention as well as control. Moreover, a project must be manageable. That is only possible if you have your own people there and if you have the support of local authorities,’ says Guindo. ‘Staff, incidentally, find it important that the company they work for is socially responsible. And rightly so.’
‘‘Medicines are for patients, not for profits’’, zei oprichter George Merck ooit. Betrokkenheid bij maatschappelijke doelen is dan ook onderdeel van de cultuur van het farmaceutische bedrijf Merck Sharp & Dohme (MSD), dat buitengewoon actief is in mvo-projecten in Afrika. “Je leert heel veel van deze projecten”, zegt managing director van MSD Nederland Chirfi Guindo. Hij heeft in de loop van de jaren heel wat van de wereld gezien. Guindo is afkomstig uit Mali, werkte een tijdlang in de Verenigde Staten en gaf eerder leiding aan de vestiging van MSD in Zuid-Afrika. “In die tijd werd er nauwelijks iets aan aidsbestrijding gedaan. Het probleem werd door de overheid ontkend. Dat was buitengewoon frustrerend, zeker omdat je wist dat er zo veel mogelijkheden waren om het in te dammen!” Inmiddels heeft MSD aangetoond dat er in Afrika wel degelijk resultaten te behalen zijn met een gerichte aanpak van aids. Het bedrijf heeft zelf een drietal antiretrovirale middelen ontwikkeld en is initiatiefnemer van een project in Botswana. Daarbij wordt samengewerkt met de Bill & Melinda Gates Foundation. Guindo laat een uitdraai zien met bevolkingsgegevens van het land, waar zo’n anderhalf miljoen mensen wonen. Dankzij de economische groei lag eind jaren tachtig de gemiddelde leeftijd rond de 70. Maar als gevolg van aids was die leeftijd in 2004 bijna gehalveerd. “We zijn in 2001 gestart met een programma waarbij we op grote schaal anti-aidsmedicijnen verstrekken. Geleidelijk zien we de cijfers Chirfi weer de goeie Guindo kant op gaan.”
Zwarte vlieg Het is niet voor het eerst dat MSD zich inzet om ziekten in Afrika te bestrijden. Het farmaceutische bedrijf, dat qua research wereldwijd tot de top 5 hoort, begon eind jaren tachtig al met een grootschalig project tegen rivierblindheid. “De ziekte ontstaat doordat mensen veelvuldig gestoken worden door de zwarte vlieg”, vertelt Guindo. “Miljoenen mensen in Afrika werden daardoor volledig blind. Een van onze researchmensen ontdekte dat een medicijn dat wij voerden een stof bevatte die rivierblindheid voorkomt. Twee pilletjes ter preventie is genoeg.” Sindsdien verstrekt MSD op grote schaal gratis Mectizan, het medicijn tegen rivierblindheid. Daarnaast is ook een programma gestart tegen olifantsziekte, een ziekte die door dezelfde vlieg wordt veroorzaakt. Zowel in de bestrijding van rivierblindheid en olifantsziekte als in de strijd tegen aids in Afrika investeert MSD vele miljoenen. Toch is geld zeker niet de enige voorwaarde voor succes. Minstens zo belangrijk is een goede organisatie en lokale ondersteuning. De medicijnen moeten overal beschikbaar zijn en de mensen moeten geïnstrueerd worden om ze in te nemen. De leereffecten van het Mectizan-programma zijn ook gebruikt in Botswana. “Je moet dit soort projecten structureel opzetten. Behalve in bestrijding moet je investeren in preventie. Bovendien moet een project te managen zijn. Dat lukt alleen als je eigen mensen daar aanwezig zijn en als je de steun hebt van lokale instanties”, vertelt Guindo. “Medewerkers vinden het trouwens belangrijk dat ze bij een bedrijf werken dat maatschappelijk betrokken is. En terecht.”
36 10 seven msd tnt.indd 36
23-10-2007 09:22:13
37 10 seven msd tnt.indd 37
17-10-2007 18:51:25
Positioned in different locations along Africa’s major dusty transport corridors are sea containers – the North Star Foundation’s mobile information centres and clinics. Truckers, sex workers and locals go there for free medical advice and treatment. Luke Disney, co-director of the North Star Foundation, who has been to Africa four times during the past year, has spoken with scores of visitors and relief workers. ‘We started with a clinic at the border-crossing between Mozambique and Malawi. It’s often extremely busy there and if you’re a trucker you have to wait hours before all your documents are stamped. Which also gives truckers time to go to a clinic.’ That low threshold is the clinics’ strength. ‘No complicated procedures, people can just come in and be attended to right away.’ TNT has been operating in Africa for years and is committed to fighting famine. Disney: ‘But we soon realised that that is inextricably connected with the HIV/Aids question. So in 2005 we started a pilot project together with the World Food Programme (WFP) and local partners. For the first clinic in Malawi we put two containers in place, one housing an information desk, and the other a clinic providing basic health care for truckers and other visitors. They can come and get themselves tested and treated for STDs and HIV.’
High infection rate That TNT specifically targets the truckers is hardly surprising. Transport is linked with logistics, the company’s core business. But the truckers urgently need help. ‘Truckers are away from home for long periods, have little opportunity to make use of local health care. And they have many different sexual partners.’ So the infection rate among truckers is high, says Disney. ‘A study in South Africa showed that on one transport corridor more than half the long-distance truckers were infected with HIV. And at one truck stop on that route a rate of more than 90 per cent was recorded!’ The first healthcare centre of TNT and the WFP was so successful that the project has been expanded. ‘Because we can’t do that on our own we have set up the North Star Foundation. Companies and public organisations can join as sponsors and themselves support one or more mobile clinics.’ The costs are limited. ‘What companies also like is that you immediately get results. You can monitor precisely the number of visitors and treatments, and that runs to hundreds per week.’ By the end of 2007, North Star – currently engaged in advanced talks with around five new sponsors – will have seven centres in place. ‘But extra support is always welcome. Especially because next year we want to expand our activities with the North Star Foundation to India and Asia as well as Africa.’ As for Disney himself, this project was his first intensive experience with the fight against Aids. ‘You get a real kick out of it. In more ways than one. You are doing business, you are supporting a good cause and you get immediate results as well.’ www.northstarfoundation.org
Langs de grote, stoffige transportroutes in Afrika staan op verschillende locaties zeecontainers. Hier zijn de mobiele voorlichtingscentra en klinieken van de North Star Foundation te vinden. Chauffeurs, prostituees en lokale bewoners lopen er in en uit om gratis advies en hulp te krijgen op gezondheidsgebied. Luke Disney, co-director van de North Star Foundation, is in het afgelopen jaar zo’n vier keer naar Afrika geweest en heeft met tal van bezoekers en hulpverleners gesproken. “We zijn begonnen met een kliniek bij de grensovergang tussen Mozambique en Malawi. Het is daar vaak ontzettend druk en je moet er als chauffeur urenlang wachten voordat je eenmaal alle stempels hebt. Dus heeft die chauffeur ook de tijd om even bij een kliniek binnen te gaan.” Die laagdrempeligheid is de kracht van de klinieken. “Geen ingewikkelde procedures, maar mensen komen binnen en worden meteen geholpen.” TNT is al jarenlang actief in Afrika en zet zich in voor de bestrijding van honger. Disney: “Maar we merkten al snel dat de hiv/aids-problematiek daarmee onverbrekelijk verbonden is. Daarom zijn we in 2005 met een pilot gestart, samen met de Wereld Voedsel Organisatie (WFP) en lokale partners. We hebben voor de eerste kliniek in Malawi twee containers geplaatst, eentje met een informatiebalie en de andere met een gezondheidskliniek. Daar krijgen chauffeurs en andere bezoekers de basisgezondheidsvoorzieningen. Ze kunnen zich laten testen en behandelen voor soa’s en voor hiv.”
Hoge infectiegraad Dat TNT zich juist op chauffeurs richt, is niet vreemd. Transport sluit aan bij logistiek, de corebusiness
van het bedrijf. Maar hulp voor de chauffeurs is ook dringend nodig. “Chauffeurs zijn veel van huis, hebben nauwelijks gelegenheid om van de lokale gezondheidszorg gebruik te maken. Bovendien hebben ze veel wisselende contacten.” De infectiegraad onder chauffeurs is dan ook hoog, weet Disney. “Een studie in Zuid-Afrika wees uit dat op een route meer dan de helft van de truckers die op lange afstanden rijden, met hiv geïnfecteerd was. Bij een meting op een truckstop op diezelfde route kwam er zelfs een percentage uit van ruim 90 procent!” Vanwege het succes van het eerste gezondheidscentrum van TNT en de WFP is het project uitgebreid. “Dat kunnen we niet alleen en daarom hebben we de North Star Foundation opgezet. Bedrijven en maatschappelijke organisaties kunnen zich als sponsor aansluiten en zelf een of meer mobiele klinieken ondersteunen.” De kosten zijn beperkt. “Wat bedrijven ook aanspreekt, is dat je direct resultaat ziet. Het aantal bezoekers en de behandelingen kun je exact volgen, en dat loopt in de honderden per week.” Eind 2007 zal North Star zeven centra hebben geplaatst. Momenteel zijn er verregaande besprekingen met circa vijf nieuwe sponsors. “Maar we kunnen altijd extra ondersteuning gebruiken. Zeker omdat we met de North Star Foundation volgend jaar, behalve in Afrika, ook in India en Azië actief willen worden.” Voor Disney zelf was dit project de eerste keer dat hij intensief met de aidsbestrijding in aanraking kwam. “Het geeft je echt een kick. En op meer dan één manier. Je bent met ondernemen bezig, je zet je in voor een goed doel én je hebt direct resultaat.” www.northstarfoundation.org
38 10 seven msd tnt.indd 38
23-10-2007 09:23:07
39 10 seven msd tnt.indd 39
17-10-2007 18:52:06
Text: Wilbert Schreurs Images: Krijn van Noordwijk
Ria Eijken
40 11 seven partner van.indd 40
16-10-2007 19:40:02
In the spotlight Their other halves are frequently in the picture, although they can also hold their own with their partners. Particularly when it comes to a good cause. And that sometimes deserves to be in the spotlight. Hun wederhelft staat regelmatig in the picture, al doen hun partners niet voor hen onder. Zeker als het gaat om het goede doel. En dat mag wel eens op de voorgrond.
Roelof Dijkman
41 11 seven partner van.indd 41
16-10-2007 19:40:20
In the spotlight Who is Ria Eijken? ‘I worked in the communications business for years, among others as managing partner/executive director of the FCA! Group. It was still unusual at that time for a woman to have an executive position in a communications consultancy group. After 18 years I wanted to do something different. Now I work as personal coach and I advise a number of start-ups as consultant or participant. I also give a lot of time to good causes. I have been involved with De Grote Onderneming (DGO) from the outset and I’ve been on the board for over a year.’ Why that commitment? ‘I spotted a need for professional support in non-profit organisations. With things like developing a vision and setting targets. I enjoy that kind of work.’
Your partner, Frank Eijken, is head of RTL. How do your efforts and his relate to each other? “Frank has his own areas of interest in the field of corporate social responsibility (CSR). But we regularly discuss social issues. They are important to both of us.’ Does it stop there? ‘Of course I try to get Frank involved in the issues targeted by DGO. And I sometimes make use of his network.’ Do you influence him in his CSR policy? ‘You can try to persuade companies to support DGO, but they must do it from conviction. Then you get a lasting collaboration. To be honest I don’t mind whether it involves Frank or someone else. Though the lines are shorter when you are married …’ What have you got your teeth into now? ‘Promoting DGO. The AmsterdamDinner is a well-known event, but it’s once a year. With DGO we want to do something structural. We can use extra publicity for that!’
Who is Roelof Dijkman? ‘I am an estate agent in The Hague and before that I was a hotel manager among other things.’ What do you yourself do for good causes? ‘I donate to STOP AIDS NOW! and support other organisations. But when it comes to personal commitment I look for something closer to home.’ Closer to home? ‘At the moment I visit a schizophrenic patient in my neighbourhood once a week. And I also try to help other people I know who have problems.’ What drives that commitment? ‘In my view everyone has the urge to be of help to others. Of course you can give money. But you can always do more, even if it’s just on a small scale!’ What draws you to De Grote Onderneming? ‘I’ve been going to the AmsterdamDinner for years. My partner Theo Heere, former managing director of Nutricia Nederland, plays an active part in DGO. We often talk about the issues DGO is engaged with.’ What kind of influence do you have on your partner? ‘Whether I am talking to Theo or to a CEO taking part in the AmsterdamDinner, I always try to put myself in the other person’s shoes. What would I do if I were CEO and wanted to do something for society? How can I make a difference? Such an open-minded view can sometimes be refreshing.’
Wie is Ria Eijken? “Jarenlang heb ik in de communicatiebranche gewerkt, onder meer als managing partner/statutair directeur van de FCA!-groep. Toen was het nog uniek dat een vrouw een bureaugroep operationeel runde. Na achttien jaar wilde ik wat anders. Nu werk ik als personal coach en begeleid ik een aantal start-ups als consultant of participant. Daarnaast besteed ik veel tijd aan goede doelen. Vanaf de oprichting ben ik betrokken bij De Grote Onderneming en sinds ruim een jaar ook bestuurslid.” Waar komt die betrokkenheid vandaan? “Ik merkte de behoefte aan professionele support bij ideële organisaties. Dan gaat het om zaken als het ontwikkelen van een visie en het stellen van doelen. Daar zet ik me graag voor in.” Uw partner, Frank Eijken, is topman bij RTL. Hoe verhouden uw inspanningen zich tot elkaar? “Frank heeft zijn eigen aandachtsgebieden op mvo-gebied. Maar we hebben het regelmatig over maatschappelijke thema’s. Die vinden we allebei belangrijk.” Blijft het daarbij? “Natuurlijk probeer ik Frank te betrekken bij de thema’s waarop DGO zich richt. En soms maak ik gebruik van zijn netwerk.” Kunt u hem beïnvloeden in zijn mvo-beleid? “Je kunt bedrijven proberen over te halen De Grote Onderneming te ondersteunen, maar ze moeten het wel uit overtuiging doen. Dan kom je tot duurzame samenwerking. Eerlijk gezegd maakt het me niet uit of het om Frank gaat of om iemand anders. Al zijn de lijnen wel wat korter als je met elkaar getrouwd bent…” Waar zet u nu uw tanden in? “Promoten van De Grote Onderneming. Het AmsterdamDiner is als evenement bekend, maar dat is eens per jaar. Met DGO willen we structureel het hele jaar door actief zijn. Daarvoor kunnen we extra aandacht gebruiken!”
Wie is Roelof Dijkman? “Ik ben makelaar in Den Haag en was hiervoor onder meer hotelmanager.” Wat doet u zelf op het gebied van goede doelen? “Ik ben donateur van STOP AIDS NOW! en ondersteun andere organisaties. Maar wat mijn persoonlijke inzet betreft zoek ik het dichter bij huis.” Hoe bedoelt u dichter bij huis? “Momenteel ondersteun ik een schizofrene patiënt bij mij in de buurt die ik eens per week zie. En ik probeer in mijn directe omgeving ook anderen te helpen die problemen hebben.” Waar komt die betrokkenheid vandaan? “Ik geloof dat ieder mens de drang in zich heeft om anderen te helpen. Natuurlijk kun je geld geven. Maar je kunt altijd meer doen, al is het maar op kleine schaal!” Wat hebt u met De Grote Onderneming? “Al jarenlang kom ik naar het AmsterdamDiner. Mijn levenspartner Theo Heere, voormalig algemeen directeur Nutricia Nederland, is actief binnen DGO. Wij praten ook vaak over de thema’s waarmee DGO zich bezighoudt.” Welke invloed hebt u op uw partner? “Of ik nu met Theo praat of met een CEO die deelneemt aan het AmsterdamDiner, ik probeer me altijd te verplaatsen in de ander. Wat zou ik doen als ik CEO was en me maatschappelijk zou willen inzetten? Hoe kan ik een verschil maken? Zo’n onbevangen blik kan soms verfrissend werken.”
42 11 seven partner van.indd 42
16-10-2007 19:40:33
Image: Vincent van Gurp
+-
ANSWER TO PAGE 29: 2A.
ANTWOORD VAN PAGINA 29: 2A.
HIV caused the fewest deaths in the Netherlands: 47 deaths in 2006 per estimated 23,000 people with HIV in the Netherlands. The flu caused 166 deaths, carbon-monoxide poisoning 60 deaths, hard drugs overdose 64 deaths and TB 72 deaths. These ratios apply to most western countries. Thanks to good medication the death rate among people with HIV is very low. When the current treatment for HIV became available in 1996, the special ward in the Amsterdam Medical Centre for treating Aids patients emptied within a couple of months.
Hiv veroorzaakt het minste aantal doden in Nederland: 47 doden in 2006 op de naar schatting 23.000 mensen met hiv in Nederland. Griep veroorzaakte 166 doden, koolmonoxidevergiftiging 60 doden, een overdosis aan harddrugs 64 doden en tbc 72 doden. Deze verhoudingen gelden voor de meeste westerse landen. De goede medicijnen maken dat de sterfte onder mensen met hiv heel laag is. Toen de huidige behandeling van hiv in 1996 kwam, stroomde de speciale afdeling in het Amsterdams Medisch Centrum, waar mensen met aids werden opgenomen, binnen een paar maanden leeg.
3. Is it wise for a HIV-positive person with good medical support to become a mum or dad? Or, how big is the chance that a baby with one or two HIV-positive parents, will not have HIV at birth and be healthy (considering the HIV virus)? a. Less than a 10% chance of a healthy baby. b. About 25% chance of a healthy baby. c. About 50% chance of a healthy baby. d. About 75% chance of a healthy baby e. More than 99% chance of a healthy baby. The answer is on page 50.
3. Kan iemand die hiv-positief is onder goede begeleiding van een arts verantwoord papa of mama worden? Oftewel, hoe groot is de kans dat een kindje met een of twee hiv-positieve ouders, bij geboorte geen hiv heeft en dus gezond is (gelet op het hiv-virus)? a. De kans is minder dan 10% dat het kindje gezond is. b. De kans is ongeveer 25% dat het kindje gezond is. c. De kans is ongeveer 50% dat het kindje gezond is. d. De kans is ongeveer 75% dat het kindje gezond is. e. De kans is meer dan 99% dat het kindje gezond is. Het antwoord staat op pagina 50.
43 6 seven plus min.indd 43
16-10-2007 19:01:09
Text: Marvin Kolk Images: Laurens Eindhoven
15 years Amsterdam Dinner against Aids Since its foundation in 1992, the AmsterdamDinner has contributed enormously to the fight against Aids. It has for instance supported numerous projects of the Aids Fonds and STOP AIDS NOW!. Initially primarily Dutch ones, but in the course of time more and more international projects. We single out four of them.
44 12 seven projecten.indd 44
17-10-2007 18:56:13
15 jaar AmsterdamDiner voor de aidsbestrijding Sinds de oprichting in 1992 heeft het AmsterdamDiner een enorme bijdrage geleverd aan de aidsbestrijding. Zo heeft het tal van projecten van het Aids Fonds en STOP AIDS NOW! gesteund. In het begin vooral Nederlandse, maar in de loop der tijd steeds meer internationale projecten. Vier bijzondere projecten uitgelicht.
45 12 seven projecten.indd 45
17-10-2007 18:56:29
Proceeds and projects AmsterdamDinners 1992 - 2007 Opbrengsten en projecten AmsterdamDiners 1992 - 2007
Jalbert, reception centre for people with HIV in France
1992 EUR 59.000 Jalbert, opvanghuis voor mensen met hiv in Frankrijk
Amsterdam Buddy projects
1993 EUR 91.000 Amsterdamse Buddyprojecten
Vuurvlinder In 1995 a donation went to the Dutch foundation Vuurvlinder. This organisation targets people confronted with severe illness, farreaching changes in their life, loss and grief. Its core activities include the care of people with HIV/Aids. Discovering that they are HIVpositive is for many people an overwhelming event triggering rapidly changing feelings of helplessness, sorrow and anger. And many of them have no idea how to deal with something that drastic in a healthy way. Sometimes it results in a crisis, isolation, lack of energy and the will to live. Even if therapy is a possibility. Assisted by a large group of professionals and volunteers, Vuurvlinder is there to offer a better quality of life and a horizon beyond the suffering. People are supported in the attempt to find answers and make their own
choices. Vuurvlinder helps clients to regain control over their own lives. The methodology developed by Vuurvlinder is so effective that its influence often lasts for years.
Vaccine research An Aids vaccine would still be the best way to prevent the transmission of HIV. The Aids Fonds is committed to the promotion of vaccine research. But unfortunately there is no vaccine yet. The 2000 AmsterdamDinner focused on vaccine research. The proceeds went to the International AIDS Vaccine Initiative (IAVI), an international non-profit organisation engaged worldwide in the development of Aids vaccines. The Aids Fonds continues to support IAVI, currently in the area of publicity and advocacy. In 2000, IAVI presented a ‘scientific blueprint’, an action plan to improve
and speed up the development of the vaccine. IAVI also drew up a plan for the distribution and finance of an eventual HIV/Aids vaccine. A good move, because when there is a vaccine it can be distributed simultaneously in both poor and rich countries. The plan was met with great enthusiasm. It showed the world how science can contribute even more effectively and how vaccine development can be kept up to speed. Meanwhile we are seeing gradual progress. Scientists are confident they will find a HIV vaccine. Most notable is research into the effectiveness and safety of so-called candidate vaccines. Vaccines likely to develop into an efficacious remedy for HIV/Aids. Thanks partly to the AmsterdamDinner, IAVI has been able to undertake more studies. At present 30 different research projects on such a candidate
vaccine are taking place worldwide. The first generation of vaccines will probably offer some protection. But IAVI expects the positive impact of even a modest Aids vaccine to have enormous consequences. With the possibility over a ten year period of 30 million fewer infections than the projected 150 million.
Women Fighting AIDS in Kenya (WOFAK) WOFAK was founded in 1993 by a group of HIV-positive women in the suburbs of Nairobi. This organisation supports everyone who has been affected by the Aids epidemic, with the focus on women. However, WOFAK has since expanded its support to include the growing number of families applying for help. In Kenya 1.3 million people are currently infected with HIV/Aids. 1.1 million babies and children aged up to 17 have lost one or both
46 12 seven projecten.indd 46
23-10-2007 09:33:35
Vuurvlinder Zo ontving in 1995 de Nederlandse stichting Vuurvlinder een donatie. Deze organisatie richt zich op mensen die geconfronteerd worden met een ernstige ziekte, ingrijpende veranderingen in hun leven, verlies en rouw. Tot de kernactiviteiten behoort de zorg voor mensen met hiv/aids. Voor veel mensen is de ontdekking hiv te hebben een heftige gebeurtenis. Emoties als machteloosheid, verdriet en boosheid wisselen zich in rap tempo af. En velen hebben niet geleerd om met zo’n ingrijpende gebeurtenis op een gezonde manier om te gaan. Soms leidt het tot een crisis, isolement, gebrek aan energie en levenslust. Ook als er zicht is op therapie. Vuurvlinder is er om meer kwaliteit van leven te bieden en te helpen verder te kijken dan alleen het lijden. Een grote groep professionals en vrijwilligers helpt daarbij. Men krijgt steun om antwoorden
te vinden en zelf keuzes te maken. Vuurvlinder helpt de cliënt weer controle te krijgen over zijn leven. De methodiek die Vuurvlinder heeft ontwikkeld is zó effectief dat het vaak jarenlang doorwerkt.
Vaccinonderzoek Een aidsvaccin is nog altijd de belangrijkste manier om overdracht van hiv te stoppen. Het Aids Fonds ziet het als zijn opdracht om vaccinonderzoek te stimuleren. Helaas is een vaccin nog niet gevonden. In 2000 stond het AmsterdamDiner in het teken van vaccinonderzoek. De opbrengst van het diner ging naar het International AIDS Vaccine Initiative, kort gezegd IAVI. Dit is een internationale non-profitorganisatie die zich wereldwijd bezighoudt met de ontwikkeling van aidsvaccins. Het Aids Fonds steunt IAVI (nog steeds) op het terrein van publiciteit en lobby.
In 2000 presenteerde IAVI een ‘wetenschappelijke blauwdruk’, een plan van aanpak voor het verbeteren en versnellen van de vaccinontwikkeling. Tevens schetste IAVI een plan voor het distribueren en financieren van een eenmaal gevonden hiv/ aids-vaccin. Geheel terecht, zodat we straks het vaccin gelijktijdig in de arme én rijke landen kunnen verspreiden. Het plan werd met veel enthousiasme ontvangen. Het liet de wereld zien hoe de wetenschap nog effectiever haar bijdrage kan leveren en hoe we de vaart in de vaccinontwikkeling kunnen houden. Inmiddels zien we stap voor stap vooruitgang. Wetenschappers geloven in een vaccin tegen hiv. Het meest in het oog springt onderzoek naar de effectiviteit en veiligheid van zogenaamde kandidaat-vaccins. Vaccins die grote kans maken uit te groeien tot een probaat middel tegen hiv/aids. Mede dankzij het
Vuurvlinder foundation
Aids & Work
1995 EUR 145.000
1994 EUR 91.000
Stichting Vuurvlinder
Aids & Werk
AmsterdamDiner heeft IAVI het aantal onderzoeken kunnen uitbreiden. Op dit moment lopen er wereldwijd dertig onderzoeken van een dergelijk kandidaat-vaccin. De eerste generatie vaccins zal waarschijnlijk enige bescherming bieden. Maar IAVI schat dat de positieve impact van zelfs een bescheiden aidsvaccin enorme gevolgen zal hebben. Over een periode van tien jaar zijn er mogelijk 30 miljoen minder infecties dan de verwachte 150 miljoen.
Women Fighting AIDS in Kenya (WOFAK) WOFAK is in 1993 opgericht door een groep hiv-positieve vrouwen in de buitenwijken van Nairobi. Deze organisatie steunt iedereen die op de een of andere manier getroffen is door de aidsepidemie. De nadruk ligt daarbij op vrouwen, maar sinds steeds meer gezinnen aankloppen
No dinner (cocktail came on the market so it was thought the AmsterdamDinner was no longer necessary, wrongly as it turned out)
1997
Improved care for families affected by Aids
Geen diner (cocktail kwam op de markt waardoor gedacht werd dat AmsterdamDiner overbodig was, wat later onterecht bleek)
1996 EUR 159.000 Verbetering zorg van gezinnen waar aids voorkomt
47 12 seven projecten.indd 47
23-10-2007 09:33:47
Scientific research (incl. 46,000 euros from Prins van Lignac, also youth dinner)
PharmAcces, India project
1998 EUR 177.000
PharmAccess, Indiaproject
2001 EUR 174.000
Wetenschappelijk onderzoek (incl. 46.000 euro van de Prins van Lignac, ook jeugddiner) IAVI
2000 EUR 91.000 IAVI Scientific research
parents to Aids. Until recently antiretroviral drugs were unaffordable. WOFAK and the Aids Fonds Treatment Plan have changed that. The proceeds of the 2005 AmsterdamDinner enabled the treatment plan to be greatly expanded. Meanwhile more than 150 people in Kenya are receiving treatment. They get medication and regular checkups, which has greatly improved the quality of their lives. WOFAK also offers group therapy plus the latest – scientific – information. It has set up a walk-in centre with a food programme for the children of (deceased) HIV-positive members, which helps their medi-
PharmAccess and WOFAK, Kenya (see text)
1999 EUR 92.500
2002 EUR 149.000
Wetenschappelijk onderzoek
PharmAccess en WOFAK, Kenia (zie tekst)
cation to be better absorbed. In the afternoon the children are given a nourishing meal and they get an evening meal to take home. In addition, attention is paid within WOFAK and the Aids Fonds Treatment Plan to prevention and the transmission of HIV/Aids. A campaign has been launched against the stigma of HIV/Aids to encourage more people to seek help.
Help Age International in Mozambique There are 510,000 Aids orphans in Mozambique. This number is expected to increase threefold in 2010. Many children are orphaned
through loss of their parents. Grandparents often take on the task of carer. This is so expensive that children often have to help with the housekeeping and the care of people with HIV/Aids. Going to school is not an option. In their communities they are confronted with stigma and discrimination. They are frequently ill-treated and poorly informed of their rights. Besides providing information to prevent new infections, STOP AIDS NOW! supports the projects of Help Age International to offer these Aids orphans a better future. Primary education in Mozambique is free. But the lunch, school uniforms
and materials are very expensive. Money the grandparents do not have. To be eligible for exemption from these expenses, people must hand over a ‘poverty certificate’. Acquiring such a document is difficult, expensive and extremely timeconsuming. The proceeds of the 2006 AmsterdamDinner are going towards providing 1,500 Aids orphans and their grandparents with identity cards and the above-mentioned documents. More than 300 children are receiving school uniforms and materials. And in dozens of villages allotments are being laid out where the children and grandparents can grow vegetables.
AIDS FONDS AND STOP AIDS NOW! The Aids Fonds is there for everyone who has or is likely to have anything to do with HIV/Aids or its consequences. Since the Aids Fonds mission is ‘to work on a world without Aids’ it operates both within the Netherlands and abroad. The Aids Fonds invests primarily in renewed campaigns for Aids prevention, scientific research and the support of people with HIV. STOP AIDS NOW! is an organisation committed to the international fight against Aids. STOP AIDS NOW! gives Aids orphans a future, provides relief and medication and helps prevent the spread of Aids through information. STOP AIDS NOW! combines the fight against poverty with the fight against Aids. STOP AIDS NOW! is an alliance between the Aids Fonds, Cordaid, HIVOS, ICCO and Novib.
48 12 seven projecten.indd 48
23-10-2007 09:34:10
voor hulp, heeft WOFAK haar steun verbreed. Op dit moment zijn er in Kenia 1,3 miljoen mensen die leven met hiv/aids. 1,1 miljoen kinderen tussen 0 en 17 jaar hebben een ouder of beide ouders verloren aan aids. Aidsremmers waren tot nu toe niet te betalen. Het Aids Fonds Behandelplan heeft daar samen met WOFAK verandering in gebracht. Dankzij de steun van het AmsterdamDiner in 2005 kon het behandelplan fors worden uitgebreid. Inmiddels zijn er ruim 150 mensen in Kenia onder behandeling. Ze krijgen medicijnen en staan onder medische controle, waardoor de kwaliteit van hun leven sterk is verbeterd. Ook biedt WOFAK groepstherapieën en de meest recente – wetenschap-
pelijke – informatie aan. Er is een inloopcentrum opgezet met een voedselprogramma voor kinderen van (overleden) hiv-positieve leden. Op deze manier kunnen zij de medicijnen beter opnemen. ’s Middags krijgen de kinderen voedzaam eten en de avondmaaltijd krijgen ze mee naar huis. Binnen het WOFAK en het Aids Fonds Behandelplan wordt bovendien aandacht besteed aan preventie en de verspreiding van hiv/aids. Er is een campagne gestart om het stigma op hiv/aids terug te dringen zodat meer mensen hulp durven zoeken.
Help Age International in Mozambique In Mozambique zijn zeker 510.000
aidswezen. Men verwacht dat dit aantal in 2010 verdriedubbeld zal zijn. Door verlies van ouders worden veel kinderen wees. Grootouders nemen vaak de taak van verzorger op zich. Kosten hiervoor zijn zo hoog dat kinderen moeten helpen in het huishouden en bij de verzorging van mensen met hiv/aids. Naar school gaan is geen optie. In de gemeenschappen waar ze leven worden ze geconfronteerd met stigma en discriminatie. Ze zijn vaak slachtoffer van mishandeling en nauwelijks op de hoogte van hun rechten. Naast voorlichting om nieuwe infecties te voorkomen steunt STOP AIDS NOW! projecten van Help Age International om deze aidswezen een betere toekomst te geven.
Basisonderwijs in Mozambique kost niets. Maar de kosten voor de lunch, kleding en materialen zijn erg hoog. Geld dat grootouders niet hebben. Om in aanmerking te komen voor vrijstelling van deze kosten is men verplicht een ‘poverty certificate’ te overhandigen. Een dergelijk document verkrijgen is lastig, duur en bijzonder tijdrovend. Door de opbrengst van het AmsterdamDiner in 2006 worden 1500 aidswezen en hun grootouders voorzien van identiteitsbewijzen en bovengenoemde documenten. Ruim 300 kinderen krijgen schoolkleding en materialen. Daarnaast worden in tientallen dorpen volkstuinen aangelegd waar de kinderen en grootouders groenten kunnen verbouwen.
AIDS FONDS EN STOP AIDS NOW! Het Aids Fonds is er voor iedereen die met hiv/aids of de gevolgen daarvan te maken heeft of kan krijgen. De missie van het Aids Fonds is ‘werken aan een wereld zonder aids’. Dat betekent dat het Aids Fonds actief is in Nederland én daarbuiten. Het Aids Fonds investeert vooral in vernieuwing van de aidsbestrijding, wetenschappelijk onderzoek en in de ondersteuning van mensen met hiv. STOP AIDS NOW! is een organisatie die zich inzet voor de wereldwijde aidsbestrijding. STOP AIDS NOW! geeft aidswezen een toekomst, zorgt voor opvang en medicijnen en helpt via voorlichting verspreiding van aids te remmen. STOP AIDS NOW! combineert de armoedebestrijding en de aidsbestrijding. STOP AIDS NOW! is een samenwerkingsverband van het Aids Fonds, Cordaid, HIVOS, ICCO en Novib.
PharmAccess and Ghana
2003 EUR 134.000 PharmAccess en Ghana
Aids Fonds Treatment Plan and Hiv@ducation
Aids Fonds and Mozambique, Help Age International (see text)
2005 EUR 394.000
2006 EUR 441.000
Aids Fonds Behandelplan en Hiv@ducation
Aids Fonds en Mozambique, Help Age International (zie tekst)
PharmAccess and their work linked to Indonesia Batam
2004 EUR 231.000 PharmAccess en hun werk gelinkt aan Indonesië Batam
Tanzania clinic and Health Insurance Fund
2007 EUR 780.000 Kliniek Tanzania en Health Insurance Fund
49 12 seven projecten.indd 49
25-10-2007 08:05:47
Image: Vincent van Gurp
+-
ANSWER TO PAGE 43: 3E
ANTWOORD VAN PAGINA 43: 3E
With the right precautions there is more than a 99% chance that a baby with one or two HIV-positive parents will not have HIV and therefore be healthy at birth (considering the HIV-virus). With good medical support hundreds of such babies have in recent years been born in the Netherlands. Not one was HIV-positive. If a man has HIV and the woman does not, artificial insemination can be used. The sperm is made HIV-free in a ‘sperm centrifuge’. If a woman has HIV, she will have to take certain HIV medicines before the birth. Moreover, it is best not to breast-feed, because HIV can be transmitted through breast milk. Only months after the birth can you be perfectly certain that the baby is HIV-negative. After birth the baby still has its mother’s antibodies, so it would test positive. Only after six months can one be certain that the mother’s antibodies have disappeared, only then is the test reliable. This is often an anxious time for the new parents.
Met de juiste maatregelen is de kans meer dan 99% dat een kindje met een of twee hiv-positieve ouders geen hiv heeft en dus gezond wordt geboren (gelet op het hiv-virus). Onder goede doktersbegeleiding zijn in Nederland de afgelopen jaren honderden kinderen geboren. Niet één was hiv-positief. Als een man hiv heeft en de vrouw heeft geen hiv, dan kan gebruik worden gemaakt van kunstmatige inseminatie. Het sperma wordt dan in een ‘spermacentrifuge’ hiv-vrij gemaakt. Als een vrouw hiv heeft, is het nodig om voor de bevalling bepaalde hiv-medicijnen te gebruiken. Verder is het zaak om geen borstvoeding te geven, omdat via moedermelk hiv kan worden overgedragen. Pas maanden na de bevalling komt er volledige zekerheid of het kindje inderdaad hiv-negatief is. Na de geboorte heeft het kind namelijk nog antistoffen van de moeder, dus elke test is positief. Pas na een half jaar weet men zeker dat de antistoffen van de moeder zijn verdwenen, en dan geeft de test dus zekerheid. Dit is voor de prille ouders vaak een zenuwslopende periode.
For all questions and answers to the Plus Min campaign, look at www.plus-min.nl. The site also offers more information on the book Plus Min, both in Dutch and English, with double interviews on HIV in everyday life. The book can be ordered free via the site.
Voor alle vragen en antwoorden van de Plus Min-campagne, kijk op www.plus-min.nl. Hierop staat ook meer informatie over het boek Plus Min, in het Nederlands en het Engels, met dubbelinterviews over hiv in het dagelijks leven. Via de site is het boek gratis te bestellen.
50 6 seven plus min.indd 50
16-10-2007 19:01:19
Thanks to: Met dank aan:
is a publication of De Grote Onderneming (DGO), www.degroteonderneming.nl Issue: 2007/2008 Concept and production: Scripta Media, Nieuwe Herengracht 47, 1011 RN Amsterdam Editors: Anja Haver, Aafke Jochems, Kasper Marinus, Peter van Rooijen, Peter van Vuuren, Rob Weyhenke, Marieke van Zalingen Contributors: Elsa Blaaser, Wilberto van den Boogaard, Clickshots, Martin Dijkstra, Durk Hattink, Laurens Eindhoven, Luuk Geertsen, Maurits Giesen, Margriet de Groot, Vincent van Gurp, Marvin Kolk, Richard Lateano, Sala Lewis, Rob List, Vincent Mentzel, Cesar Moerman, Krijn van Noordwijk, Hans Peters, Wilbert Schreurs, Edith Tulp TrafďŹ c coordination: Jacqueline Konermann Translation: Anne van Blaaderen-Thistleton Lithography: Grafimedia Amsterdam Print: WC Den Ouden B.V. The greatest care has been taken in producing SEVEN, but the publisher and producer can accept no responsibility for errors in the magazine.
51 13 seven sponsors.indd 51
23-10-2007 09:39:42
Seven reasons why 1 2 3 4 5 6 7 In 2006, an estimated 39.5 million people were living with HIV/Aids worldwide. In 2006 leden wereldwijd ongeveer 39,5 miljoen mensen aan hiv/aids.
72% of HIV sufferers in low and middle-income countries still remain untreated. 72% van de hiv-geïnfecteerden in armere landen ontvangt geen behandeling voor hun ziekte.
In 2006, about 2.9 million people died from Aids. In 2006 stierven zo’n 2,9 miljoen mensen aan aids.
HIV/Aids can erase nearly four decades of economic progress. Hiv/aids kan veertig jaar economische vooruitgang uitwissen.
In 2006, an estimated 4.3 million people were newly infected with HIV. In 2006 raakten ongeveer 4,3 miljoen mensen met hiv geïnfecteerd.
The growing need for healthcare services and declining revenue leaves governments with increasing deficits. Door de toenemende vraag naar gezondheidszorg en afnemende inkomsten raken landen steeds dieper in de schulden.
14 seven 7 reasons.indd 52
Bron: www.businessfightsaids.org en www.unaids.org.
By 2010, about 25 million children under 15 years of age will have lost their parents to the disease. In 2010 hebben ongeveer 25 miljoen kinderen onder de vijftien hun ouders verloren aan de ziekte.
16-10-2007 19:55:18