Sigmafoon nr. 1 2008

Page 1

Noorderpoortcollege kiest kleur

Inspiratie in het onderwijs

Vakblad voor de bouw

01 08 Reizen en verblijven: Stations van de toekomst

Daan Quakernaat: ‘Ga kathedralen bouwen’

Daan Quakernaat

SF0801 01 cover+back 05.indd 1

Elsemieke Havenga krijgt inspiratie van Thomas Rau

20-02-2008 10:39:26


Op de cover: Het Noorderpoort College in Appingedam heeft samen met leerlingen en leraren een kleurenplan opgesteld. Lees meer over dit project op pagina 4

01 08 4 6 11 12 16 18 21 22 28 30 33 34

Kleur bekennen Noorderpoort College in Appingedam Reportage Stations van de toekomst Uitgesproken #1 Jos Stuyfzand, directeur Ambient Experience Design bij Philips Design Mens & Mening Daan Quakernaat: ‘Maak fouten, neem risico!’ Goed om te weten Nieuws uit de bouwwereld Nieuwe lichting Tom Frantzen: een nieuw en onverwacht product creëren Uitgesproken #2 Carl Rohde, trendwatcher en directeur van bureau Signs of the Time On the Spot Sigmaprojecten onder de loep Chocoladefabriek Een cultureel-maatschappelijk bijzonder project Wereldblik Bouwen in Londen Uitgesproken #3 Adri Duivesteijn, wethouder Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Almere Elsemieke Havenga filosofeert Over hergebruik van bestaande gebouwen

SF0801 02 inhoud.indd 2

19-02-2008 19:40:35


Sigmafoon 01 08

3

VOORWOORD

Mensen bewegen De bouwwereld ontwikkelt zich in razendsnel tempo van een aanbodgerichte naar een vraaggestuurde markt. Maar de bouw is en blijft mensenwerk. Een treffend voorbeeld hiervan schetst Daan Quakernaat in deze Sigmafoon. Hij beredeneert dat toen er nog geen ingewikkelde regelgeving en processen bestonden, mensen nog kathedralen bouwden. Gewoon beginnen met een stapel stenen en de lucht in bouwen. Kathedralenbouwers volgden vooral hun gevoel. Oftewel, mensenwerk. Vandaag de dag bouwen we op een geheel andere manier, de menselijke maat is echter nog steeds een cruciale factor. Maar wat beweegt ons nu precies, wat zijn onze motieven? Dit thema komt in deze Sigmafoon ruimschoots aan de orde. De verhalen sluiten naadloos aan bij het thema van het SigmaCongres 2008: Mensen Bewegen. Een spannend thema, want wat is er intrigerender dan de zoektocht naar wat mensen beweegt? Ik wens u veel inspiratie en leesplezier. Guus Duray - Verkoopleider Sigma

SF0801 02 inhoud.indd 3

19-02-2008 19:40:45


KLEUR BEKENNEN

SF0801 04 kleur bekennen.indd 4

19-02-2008 19:39:20


Sigmafoon 01 08

5

Lekker fel Als je leerlingen en leraren zelf de kleur van hun school laat kiezen, dan worden het felle kleuren. Architect Jongsma & Dijkhuis Architecten Delfzijl ging met de wensen aan de slag om een kleurenplan voor de school uit te werken. Kleuren bepalen immers de sfeer van een gebouw en of mensen zich prettig voelen. De binnenkanten van de lokalen zijn geschilderd in dezelfde kleur als de bijbehorende deuren. Schilder Jurrie Cornelius van Kerbof Schilders B.V. is al 25 jaar de vaste huisschilder van het Noorderpoort College in Appingedam. Elk jaar komt hij langs voor klein onderhoud, zoals het bijwerken van de houten trap. ‘Als de leerlingen vakantie hebben, werk ik hier en daar wat bij.’

Wat Waar Waarom Hoe

Waarmee

Noorderpoort College Appingedam De school een kleurig interieur geven Door gebruik van felle kleuren Sigma S2U Nova Satin voor de kozijnen, de wanden met een vulcoating

SF0801 04 kleur bekennen.indd 5

19-02-2008 19:39:31


Stations van de Een aantal grote treinstations in Nederland ondergaat de komende jaren een ingrijpende transformatie. Reizigersvervoer blijft de primaire functie, maar daaromheen kunnen reizigers voor allerlei inkopen, zakelijke ontmoetingen of gemaksdiensten op de OV-terminals terecht. De nieuwe stationsgebieden worden een aanjager voor verdere stedelijke (her)ontwikkeling Tekst Ruud Slierings

De herontwikkeling van de stationsgebieden heeft alles te maken met de aanleg van de hogesnelheidslijn (HSL). De overheid ziet mogelijkheden om de concurrentiepositie van Nederland te versterken door de stations langs de HSL grondig aan te pakken en zodoende de bereikbaarheid van toplocaties voor wonen en werken te verbeteren. Daarom participeert de rijksoverheid – hoewel het in de eerste plaats gemeentelijke projecten zijn – met advies, steun en geld in zes zogenaamde Nieuwe Sleutelprojecten. De overheid verwacht dat door de herontwikkeling de kwaliteit, leefbaarheid en sociale veiligheid van steden toenemen. De lat ligt dus hoog voor de nieuwe OV-terminals.

Reizen en verblijven Die enorme ambities moeten in de komende vijf tot zeven jaar gerealiseerd worden, voor zover het de stations betreft. Hoewel het Rijk zich dus nadrukkelijk met de gang van zaken bemoeit en ook de NS fors in de projecten investeert, zijn het de gemeenten en NS Poort die de daad bij het woord gaan voegen. Volgens Michel Hueber, accountmanager Retail bij NS Poort, worden de zes uitverkoren stations getransformeerd tot ‘aantrekkelijke verblijfsplekken’. Dat klinkt als een paradox, reizen en verblijven, maar ze blijken goed samen te gaan: ‘De stations worden getransformeerd van overstap-machines tot dynamische stadsportalen. De komst van de HSL is aanleiding voor de overheid om stations te laten bouwen die voor de nationale en internationale reiziger het visitekaartje van Nederland zijn.’ Is dat niet strijdig met de primaire functie, namelijk reizigersvervoer? Hueber: ‘Nee, want we gaan de mensen geen drempel opleggen, zo van: eerst boodschappen doen en dan pas naar de treinen. Wie dat wil, kan nog altijd heel snel

SF0801 06 OV-terminals.indd 6

19-02-2008 19:48:51


Sigmafoon 01 08

7

toekomst Station Den Haag Centraal: Benthem Crouwel Architekten BV bna

SF0801 06 OV-terminals.indd 7

19-02-2008 19:48:58


Sigmafoon 01 08

8

Station Den Haag Centraal: Benthem Crouwel Architekten BV bna

en makkelijk zijn weg naar het openbaar vervoer vinden. Maar daaromheen willen we gevarieerde diensten en een aantrekkelijk winkelaanbod creëren. Daar is ook behoefte aan, zo blijkt uit onderzoek. Dat kunnen vergaderplekken of kinderopvang zijn, maar ook een grand café, parfumerie of kledingzaken. Stations worden echte ontmoetingsplekken. Op die manier maak je het aantrekkelijk om met de trein te reizen en creëer je tevens een levendig stadshart.’

Domeinen en werelden De stations worden dus enerzijds mobiliteitscentra waar treinen, bussen, metro, light rail, trams, taxi’s, auto’s, fietsen en voetgangers samenkomen. Vandaar ook de naam ‘OV-terminal’, als upgrade van het belegen begrip station. De hoeveelheid mensen die gebruikmaakt van zo’n transport-hub is enorm: in station Utrecht Centraal zijn dat er dagelijks 180.000 (tegen bijvoorbeeld Schiphol op ‘zwarte zaterdag’ 160.000 en de Kalverstraat in Amsterdam op een topdag 55.000). Anderzijds kun je straks in de stations terecht voor allerlei inkopen en services. Hueber: ‘Maar de insteek is wel anders dan in de Kalverstraat. Bij ons kom je nu nog primair om te reizen. Daar moeten de ondernemers die zich in de OVterminals vestigen rekening mee houden; je moet mensen verleiden om uit die loopstroom te stappen. Neemt niet weg dat er in principe voor elke soort retail plaats is, misschien met een aanpassing in het productaanbod. Het zijn unieke plekken voor brand stores. Een winkel met grootverpakkingen luiers is wellicht niet zo handig, maar voor organisaties als Ikea, Media Markt of de Bijenkorf kan de stationsvestiging een etalage zijn voor de grote vestiging elders in de stad.’ Om maximale toegankelijkheid en transparantie te bereiken, worden de OV-terminals in drie domeinen opgedeeld: het ontvangstdomein (fietsenstalling, parkeerruimte, entree, tickets), het verblijfsdomein (winkels, vergadercentrum, horeca, overige diensten) en het reisdomein (de plekken dicht tegen de perrons aan zoals roltrappen, reizigersinformatie, kiosken met het snelle assortiment). Daarnaast zullen retail en voorzieningen gebundeld worden in een soort ‘werelden’, zoals service (NS Service, banken, auto- en fietshuur, stadsinfo), media (boeken, tijdschriften, muziek, games, telefoon), health & beauty (parfumerie, fitness, drogist, beautysalon), mode, food en wat verder ter tafel komt. Hueber: ‘Het idee is dat je, als je in het station staat en 360 graden draait, precies ziet waar je moet zijn.’

‘De HSL is aanleiding voor de overheid om stations te laten bouwen die voor de nationale en internationale reiziger het visitekaartje van Nederland zijn’ Station Breda Centraal: Architektenbureau K. van Velsen/A2Studio.

SF0801 06 OV-terminals.indd 8

Den Haag Hoewel veel elementen in elk station dezelfde functie moeten hebben, krijgt elke OV-terminal een eigen karakter. De domeinen en werelden zullen overal terugkomen, maar vanwege onderlinge verschillen in schaal en maat verschilt de uitvoering; in Utrecht Centraal zijn nu eenmaal meer reizigers dan in Breda Centraal of Arnhem Centraal. Bovendien bepaalt de context van het stationsgebied in hoge mate de uitvoering. Architectenbureau Benthem Crouwel ontwerpt vier stations: Rotterdam Centraal, Den Haag Centraal, Utrecht Centraal en het buiten de Nieuwe Sleutelprojecten vallende Amsterdam Centraal. Volgens Jan Benthem draagt elk station ook een verleden met zich mee: ‘Het karakter is mede gevormd door de structuur van de stad. Neem Den Haag Centraal, een kopstation. Dat station snijdt de stad in tweeën. Toen het gebouwd werd in de jaren zestig was dat niet het geval, maar door de groei van de stad heb je nu aan de ene kant

19-02-2008 19:49:04


Sigmafoon 01 08

9

een nieuw stadscentrum en aan de andere kant een wijk vol regeringsgebouwen. Van die wig, die barrière die de sporen en het station nu zijn, willen we juist een schakel maken die de stadsdelen verbindt. Daarom hebben we het station als het ware een kwartslag gedraaid, met een hoofdentree aan beide zijkanten. Het station krijgt in totaal drie ingangen waardoor het voor al die verschillende reizigersstromen ook een soort verbindend stadsplein wordt.’ Een ander aspect dat voor Benthem een grote rol speelt in het vormgeven van de stations is het ambitieniveau: ‘Het zijn HSL-stations, dat is een stap hoger. Je moet niet de vergelijking zoeken met Nederlandse stations, maar met stations in Madrid, Brussel, Parijs en Londen. Met alle respect: je mag niet het idee hebben dat je in Amersfoort uitstapt. Je moet echt het gevoel krijgen: zo, ik ben er.’

Arnhem Kleinschaliger dan stations als Rotterdam Centraal en Den Haag Centraal, zijn de stations Breda Centraal en Arnhem Centraal. Wel HSL-halteplaatsen, maar minder grote reizigersstromen. Neemt niet weg dat ook hier het ambitieniveau hoog is. UN Studio ontwierp de OV-terminal van Arnhem, die min of meer vloeiend overgaat in de omgeving. Toch is de OV-terminal die hier in aanbouw is ook een duidelijk ijkpunt in de stad. Arjan Dingsté is project-

Station Rotterdam Centraal: Benthem Crouwel Architekten BV bna, Team CS

NS Poort ProRail is namens de staat eigenaar/beheerder van de infrastructuur: 6500 kilometer rails, tunnels, bruggen, wissels plus de basisvoorzieningen van elk station (perrons, liften, trappen die aan de rails grenzen). Alle andere grond en ‘stationsruimte’ is eigendom van NS Poort, de samenvoeging van de vroegere NS-divisies ‘Stations’ en ‘Vastgoed’. NS Poort beschikt over een grondportefeuille: stations, loodsen, kantoren, woningen, onderhoudsterreinen en grond die weinig waard is (vanwege geluidsnormen en veel loze meters langs slootkanten).

De zes Nieuwe Sleutelprojecten

• Breda Centraal: in een

• Station Arnhem Centraal: Ben van Berkel, UNStudio

SF0801 06 OV-terminals.indd 9

plangebied van 12,6 hectare komen onder meer 117.000 m2 kantoren, 595 wooneenheden en 13.500 m2 voorzieningen. Realisatie OV-terminal: 2007-2010. Rotterdam Centraal: door de inrichting en verdichting in dit ‘plangebied met flanken’ komt het station dichter bij het centrum te liggen. Realisatie OV-terminal: 2006-2009. Architect: Team CS Den Haag Nieuw Centraal: OV-terminal in een 16 hectare groot plangebied. Realisatie OV-terminal: 2004-2009. Amsterdam Zuid/WTC: geïntegreerde aanpak in Zuidas-gebied (225 hectare). OV-terminal grotendeels ondergronds. Realisatie: nog onbekend, oplevering waarschijnlijk in 2020. Utrecht Centraal: plangebied van 90 hectare met circa 200.000 m2 kantoren, 2320 wooneenheden, 160.000 m2 voorzieningen, 2.500 parkeerplaatsen en 17.500 stallingplaatsen voor fietsen. Realisatie OV-terminal: 2007-2013. Arnhem Centraal: 80.000 m2 kantoren, 150 wooneenheden, 11.000 m2 winkelruimte, autotunnel, parkeergarage, fietsenstalling. Realisatie OVterminal (inclusief regionaal busstation en trolleybusstation): 2006-2009.

19-02-2008 19:49:11


Sigmafoon 01 08

10

Proefstation Station Leiden Centraal is een soort ‘proefstation’. Hier wordt vanaf 2008 door middel van een aantal slimme verbouwingen de visie van NS Poort getest en vertaald in een aanpak voor de zes HSL-stations. Zie ook www.mijnproefstation.nl

Station Utrecht Centraal: Benthem Crouwel Architekten BV bna

architect namens UN Studio: ‘We wilden een open, hoge, transparante en lichte ruimte creëren, met zo min mogelijk obstakels en waar het licht op essentiële plekken naar binnen kan komen. Gebruikers moeten zich in één oogopslag kunnen oriënteren.’ Het ontwerp van station Arnhem Centraal was al gereed toen NS Poort de visie van de drie domeinen ontwikkelde. Toch kostte het UN Studio geen moeite om aan die visie tegemoet te komen in het ontwerp: ‘Het commerciële programma en de servicefaciliteiten bevinden zich zoveel mogelijk aan de randen van de transferzones. Zo voorkom je losgeplaatste volumes in de hal die het overzicht kunnen verstoren.’ Opvallend aan Arnhem Centraal is dat de ontwerpers de natuurlijke hoogteverschillen in het stationsgebied dankbaar hebben gebruikt. Zo worden vervoersstromen geen knelpunten; er zijn geen lastige kruisingen.

Utrecht Heel anders is de situatie in Utrecht Centraal. Nu is het station bijna geheel inpandig, geïntegreerd met het verhoogde winkelcentrum Hoog Catharijne. Het gevolg is dat de ruimte op het maaiveld veel problemen kent. Architect Jan Benthem: ‘Die openbare ruimte is ontvolkt en tot een soort verkeersriool geworden, met gevaarlijke verkeerssituaties als resultaat. Daar heeft de stad meer en meer problemen mee gekregen, ook omdat de stad gegroeid is en het station nu vrijwel in het hart ligt. Een ander probleem is dat het huidige station nauwelijks als station herkenbaar is. Wat we dus gaan doen is de OV-terminal herkenbaar maken, passend in de totaalplannen voor dit nieuwe stadshart.’ Bijkomend probleem – of misschien beter: bijkomende kans – is dat de capaciteit van het gebouw fors uitgebreid moet worden, want Utrecht Centraal wordt nog meer dan nu het

SF0801 06 OV-terminals.indd 10

Impressie stationsoutillage station Leiden Centraal, ontwerp Blom & Moors in opdracht van ProRail

Architectenbureau Benthem Crouwel: ‘Een stationsgebouw moet zichtbaar zijn. Het is een ijkpunt dat identiteit verleent aan de stad’

geval is het centrale transportknooppunt van Nederland met 180.000 reizigers per dag. Dat verschaft de ontwerpers een extra argument in hun plannen, aldus Benthem: ‘Wij vinden dat een stationsgebouw zichtbaar moet zijn. Het is tegenwoordig een van de weinige klassieke openbare gebouwen in een gemeente. Het is een ijkpunt dat identiteit verleent aan de stad.’ Bij de OV-terminal in Utrecht zullen onder meer een centrumboulevard en stadscorridor komen, hetgeen aangeeft dat het stadsbestuur er veel aan gelegen is het complete gebied tot een aantrekkelijke leefomgeving te transformeren. In dit licht is het niet zo gek dat Hueber stellig is in zijn verwachtingen: ‘De OV-terminals zullen populaire bestemmingen worden. Er gaan op termijn ook veel meer treinen rijden. Als je de keuze hebt uit zes intercity’s per uur, zul je sneller denken: ik neem een trein later en doe eerst wat inkopen, ga even fitnessen of plan hier een vergadering. Dan is het mooi als het station al die mogelijkheden op een prettige en toegankelijke manier biedt.’

Station Amsterdam Centraal: Benthem Crouwel Architekten BV bna

27-02-2008 09:08:49


Sigmafoon 01 08

11

Wat beweegt Jos Stuyfzand in zijn werk?

Jos Stuyfzand: ‘Elke oplossing is het resultaat van een lange reis’

Jos Stuyfzand, directeur Ambient Experience Design bij Philips Design

SF0801 06 OV-terminals.indd 11

Van origine ben ik product designer. Bij Océ van der Grinten heb ik nog een kopieermachine ontworpen. Daarna ben ik in de lichtindustrie terechtgekomen. Daar kwam ik erachter dat het design van een armatuur eigenlijk ondergeschikt is aan het licht dat zij geeft. Dat heeft veel meer effect op mensen. Stap voor stap ben ik zo uitgekomen bij mijn huidige werk. In de afdeling die ik zelf heb kunnen opzetten, onderzoeken wij hoe je de menselijke beleving van ruimten kunt beïnvloeden door de integratie van licht, beeld en geluid. Van een klinische operatiekamer in een ziekenhuis kun je voor artsen en patiënten met een aantal ingrepen bijvoorbeeld een veel comfortabeler en prettiger omgeving maken. Een kantoor kan ook in sfeer mee veranderen met het type werk dat er op een bepaald moment moet worden gedaan. In mijn werk zie ik veel van mijn persoonlijke interesses en voorkeuren terug. Ik was bijvoorbeeld altijd al geïntrigeerd door de manier waarop architecten de beleving van ruimten kunnen beïnvloeden. Bovendien bekijk ik de dingen graag holistisch. Ik vind het fantastisch om in mijn onderzoek breed te beginnen om uiteindelijk bij een helder en kernachtig concept uit te komen. Elke oplossing is in feite het resultaat van een lange reis die bij aanvang nog elke richting uit kan gaan. Ik merk de laatste tijd dat Ambient Experience Design door de industrie wordt opgepakt. We krijgen adviesaanvragen van ziekenhuizen, winkelketens en kantoorinrichters van over de hele wereld. Ons product past natuurlijk ook goed bij de belevingseconomie van dit moment. Toch is het soms lastig om in bouwprojecten ons concept op een goed moment in te brengen. Een andere keer is de financiering een probleem of doe je er twee jaar over voordat een opdracht binnen is. Op zo’n moment is het belangrijk dat je een concept verkoopt dat uit jezelf komt en waar je voor de volle honderd procent in gelooft.

27-02-2008 07:17:24


MENS & MENING

Maak fouten,


Daan Quakernaat schudt bouwwereld wakker

Sigmafoon 01 08

13

neem risico! ‘Kathedralenbouwers, dát waren avonturiers. Ambachtslieden met een hart, altijd bereid om nieuwe dingen te proberen. Kom daar vandaag maar eens om. We controleren, reguleren, certificeren en vergooien onze creatieve energie. Niks mis met procedures, maar pas die toe op zaken waar je niet over hoeft na te denken. Kathedralenbouwers volgden vooral hun gevoel. Dat zouden wij ook wat vaker moeten doen’, vindt Daan Quakernaat. Tekst Ruud Slierings, fotografie Roy Tee

D

aan Quakernaat is ‘beroepsspreker’. Dat wil zeggen dat hij grote en kleine groepen mensen toespreekt, prikkelt, stimuleert, uitdaagt en tot nadenken aanzet. Zijn imposante verschijning – hij is 2,12 meter – en zijn onophoudelijke, met veel intonatie uitgesproken woordenstroom maken à la minute indruk. Naar deze man móét je wel luisteren. Als kind viel hij voor de techniek – ‘beetje rotzooien met een soldeerbout’ – maar al snel kwam het inzicht dat techniek alleen zinvol is als gebruikers er iets mee kunnen. Hij ging filosofie studeren, specialiseerde zich daarna in kunstmatige intelligentie en werd ICT-consultant. Uit

SF0801 12 mens en mening-03.indd13 13

frustratie over het feit dat veel ICT-projecten niet brachten wat de bedoeling was – ‘omdat je een hoop dingen nu eenmaal niet met techniek kúnt oplossen’ – besloot hij een jaar of acht geleden zijn visie en ideeën over onze manier van werken, controleren en innoveren te gaan verkondigen. Sindsdien is hij niet meer van het spreekgestoelte weg te slaan. Met alle gevolgen van dien: ‘Een groot deel van de mensen tegen wie ik mijn verhaal houd, heeft er nog weken last van. Niet omdat ik geniaal ben, maar omdat ik doe wat bijna niemand meer durft, namelijk de verbinding leggen tussen procedures en vrijheid, tussen techniek en emotie, tussen zwart en wit.’

Zwarte wereld, witte wereld Volgens Quakernaat is de wereld op te delen in een zwart en een wit deel: ‘De zwarte wereld is het stuk dat je kunt optellen en aftrekken, dat je kunt wegen en meten, of in blokjes en pijltjes verbeelden. Het is de wereld van de planning, de techniek, de normering en de procedures. Maar er is ook een witte wereld, die van de ideeën, emoties en bevlogenheid. Die witte wereld kun je niet structureren of reguleren. Het probleem is alleen dat we dat wel telkens weer proberen, regeltjes toepassen op de witte wereld. Maar denk je nou echt dat je problemen in de zorgsector, met de integratie, of in het onderwijs kunt oplossen met procedures? Nee, die moet je met je hart te lijf gaan.’ Ook de bouwwereld kun je duiden in zwart en wit: ‘Het bouwproces regelen en certificeren, prima. Maar houd die regels in de zwarte wereld en probeer ze niet toe te passen op de witte. Want als je wilt innoveren, als je de beste wilt worden in jouw sector, als je oplossingen wilt vinden voor de milieuproblematiek, dan zijn die regels alleen maar belemmerend en werken ze absoluut averechts. We moeten weer kathedralen gaan bouwen: wees niet bang om fouten te maken, probeer het risico niet volledig te beheersen, timmer een project niet vooraf van A tot Z dicht, maar begin gewoon.’

19-02-2008 19:52:24


Sigmafoon 01 08

14

Kathedralen De kathedraal is in Kathedralen van toen... ‘De kathedraal van Reims is voor mij de mooiste kathedraal ter wereld. De verhoudingen kloppen, de afstanden tussen de pilaren, de hoogte ten opzichte van de breedte. Reims is niet zo klein en knus als Chartres en imponeert daardoor meer. Maar de kathedraal is ook niet zo groot en kil als Amiens of Beauvais, waar alles gericht was op shock and awe. In Reims klopt alles.’

... en kathedralen van nu ‘De grootste kathedraal die nu gebouwd moet worden is de aansluiting tussen burger en politiek. Het is compleet doorgeslagen naar de zwarte kant, daardoor wordt de ruimte in de witte wereld geblokkeerd. De politiek vertelt de burger de hele dag dat de wereld zwart is. Wat we nodig hebben is een nieuwe “Kathedraal Nederland”. Vanuit die kathedraal kunnen we de wereld – wit en zwart – veel moois bieden.’

SF0801 12 mens en mening-03.indd14 14

de perceptie van Quakernaat een metafoor voor iets groots en moois, maar ook iets dat ongedefinieerd en (nog) onbekend is. Dat kan een bouwwerk zijn of een te ontwikkelen gebied, maar het kan ook een bedrijf of organisatie zijn, of nog abstracter: een zakelijke of liefdesrelatie. Eerder een vaag doel dus dan een concreet plan. Precies zoals het er in de middeleeuwen aan toeging, want wie destijds een kathedraal ging bouwen, wist bijna zeker dat hij de voltooiing ervan niet zou meemaken. De bouwprojecten duurden tientallen, soms honderden jaren. Dat verschafte de bouwmeesters een onbevangenheid die veel creativiteit losmaakte en die wij vandaag de dag zo missen. Quakernaat noemt zichzelf een echte kathedralen-freak: ‘Mensen in die tijd hadden niets en konden alles. Wij hebben alles maar kunnen niets. Het bouwproces van kathedralen is een typisch voorbeeld van hoe je gaandeweg kunt bijsturen, veranderen en aanpassen. Dat kunnen wij niet meer, omdat alles van tevoren tot in het kleinste detail vastgelegd moet worden. Maar wat we hebben gecreëerd door zo te werken, is schijnveiligheid. Regulering leidt tot futloze, risicomijdende oplossingen. Omdat we geen fouten mogen maken, hebben we ook geen leermomenten. En

het gevolg daarvan is dat we fouten blijven maken.’

Pijn voelen

Quakernaat benadrukt dat hij niets tegen regels heeft. Integendeel, veel zaken moet je juist structureren. Maar je moet niet proberen die regels en procedures toe te passen op zaken die geen regels en procedures kunnen velen: ‘Dan zegt de leiding van een bedrijf bijvoorbeeld: “Jongens, we moeten innoveren.” Maar ook: “Volgende week wil ik een businessplan zien, uitgesplitst in 28 posten en in Q3 moet het geld zijn terugverdiend.” Ja hallo, dat werkt niet! Als je echt wilt innoveren heb je een zandbak nodig waarin mensen mogen spelen en waarin ze ook fouten mogen maken, want betere leermomenten zijn er niet. In de kathedralenbouw werden aan de lopende band fouten gemaakt, maar als er érgens in de bouwgeschiedenis is geïnnoveerd, dan is het in deze tak van sport. Wat je nodig hebt om te innoveren, is pijn en ellende. Je moet je in een positie bevinden waarin het onmogelijk lijkt dat je er ooit uitkomt. Dát is het moment waarop je gaat innoveren.’ Die pijn proberen we vandaag de dag juist zoveel mogelijk buiten de deur te houden. Men lijdt het meest van het lijden dat men

19-02-2008 19:52:30


‘Bedrijven in Dubai hebben echt niet van tevoren het hele traject vastgelegd’

vreest, luidt het gezegde. Veel ondernemers zijn doodsbenauwd voor pijn. Dat leidt tot controledrift, risicobeheersing en uiteindelijk vervlakking. Ondernemers worden boekhouders, de indek-cultuur viert hoogtij. ‘En het wrange is’, hamert Quakernaat er nog even stevig op los, ‘dat men van alles probeert te reguleren om bijvoorbeeld faalkosten terug te brengen, maar dat het voor geen meter werkt. Het enige dat je terugbrengt door alles in regeltjes te vatten is het vermogen van mensen om oplossingen te vinden.’

Af en toe een wonder Een duidelijke boodschap, zou je zeggen. Toch houdt iets bouwers anno 2008 tegen om het roer om te gooien en te doen als kathedralenbouwers. Quakernaat schudt de boel wel wakker, maar de dagelijkse praktijk blijkt toch vaak slaapverwekkend: ‘Dat is een pijnlijk punt. Verandering is eng en moeilijk en veel bedrijven blinken niet uit in langetermijnvisie. Natuurlijk leiderschap is er weinig en in Nederland is er altijd weer die behoefte om te polderen. Echte stappen zet je niet door naar consensus te zoeken, maar door lef te tonen en je nek uit te steken. Dat komt ook doordat het marge-denken modus is in de bouwwereld. Als je elke dag opstaat met het idee dat je

SF0801 12 mens en mening-03.indd15 15

vandaag twee procent marge moet zien te halen, heb je geen oog voor die jongen met dat briljante idéé want dat kun je niet goed managen. Maar als je dan zo graag alles wilt managen, maak dan een innovatiepot. Dan heb je ruimte gemaakt voor risico’s, maar je weet in ieder geval op voorhand wat het kost. En accepteer dan ook dat negen van de tien projecten mislukken.’ Toch wringt het. Innoveren is strijdig met het streven naar veiligheid en het uitbannen van risico’s. ‘Maar het punt is’, aldus Quakernaat, ‘dat je uiteindelijk wel massa nodig hebt. Met alleen een goed idee heb je nog geen innovatie. Daarvoor heb je saamhorigheid nodig. In de middeleeuwen regelde de bisschop af en toe een wonder, zodat iedereen weer vertrouwen kreeg in het project en een bijdrage aan de bouw leverde. Dat is pure pr en dat leverde veel draagkracht op. Die draagkracht heb je nu ook nodig als je een innovatie of verandering wilt doorvoeren. Maar probeer die saamhorigheid niet te institutionaliseren, probeer die vanuit het hart te laten komen. Gedetailleerde toekomstplannen hebben vaak tot doel om mensen gerust te stellen: het komt goed. Maar een veranderingsproces kun je niet vanuit de zwarte wereld aansturen en regelen, je moet juist een dynamiek in de witte wereld creëren.’

Sigmafoon 01 08

15

Vertrouwen Bedrijven die het in de zwarte wereld goed voor elkaar hebben – Quakernaat noemt Akzo, Schiphol, Unilever – kunnen daar weinig winst meer halen: ‘Zij moeten de innovatie in de witte wereld zoeken. Maar in bijvoorbeeld de zorgsector is de zwarte wereld een rommeltje. Managers daar moeten zich niet gaan bezighouden met de witte wereld, die moeten eerst maar eens goed transparant worden.’ In de bouwsector is die scheiding minder makkelijk te maken. Er is veel (creatieve) kennis en kunde, maar de sector heeft erg te lijden onder de aanbestedingsregels uit Brussel, vindt Quakernaat: ‘De zwarte wereld dreigt te groot te worden en verdrukt de witte. Er kan bijna niet op vertrouwen gewerkt worden omdat je binnen het keurslijf van de aanbestedingsregels moet werken. Het gevolg is dat je het wantrouwen aan het institutionaliseren bent en dat je zoiets als saamhorigheid bijna onmogelijk maakt.’ Ondanks alles is Quakernaat optimistisch: ‘Er worden volop kathedralen gebouwd. Letterlijk en figuurlijk. Wat nu gebeurt in Dubai bijvoorbeeld, dat is een kathedraal. De bedrijven die daar voor de kust nieuwe eilanden aan het realiseren zijn, hebben niet van tevoren het hele traject vastgelegd en honderd procent zekerheid van elke partij geëist. Ze zijn begonnen en als ze de plannen over een tijdje moeten bijsturen, dan doen ze dat. Op veel meer fronten zie je dat bedrijven bezig zijn om de regels en procedures te beperken tot de zwarte wereld en steeds meer ruimte in de witte wereld te creëren. Ik hoop dat ik mensen op het goede spoor kan zetten, dat ik ze kan laten inzien dat je innovatie en groei belemmert als je te veel gaat controleren en dat je de passie dan volkomen om zeep helpt. Weet je, ik kreeg na een van mijn lezingen een mailtje van iemand die meldde dat hij zijn relatie had verbroken. Prima! Ik stimuleer mensen niet om te gaan scheiden, maar als iemand door mijn verhaal beseft dat hij niet moet doorsudderen in een verkeerde relatie, sta ik te applaudisseren. Breek maar af die bouwval en ga een kathedraal bouwen!’

Daan Quakernaat Studie: cognitieve kunstmatige intelligentie – werkzaam geweest als IT-adviseur en trainer – sinds 1998 beroepsspreker – verzorgde sindsdien ruim 500 optredens. www.quakernaat.nl.

19-02-2008 19:52:38


Sigmafoon 01 07

16

GOED OM TE WETEN

Nanotechnologie veilig op de markt? Inspectie oplosmiddelen Nanotechnologie maakt het mogelijk met Vanaf 2000 werd het verplicht om binnenshuis met watergedragen verf te schilderen in plaats van oplosmiddelrijke verf. In de praktijk werken bedrijven en schilders nog op grote schaal met oplosmiddelhoudende verf voor binnentoepassingen. Daarom zet de Arbeidsinspectie 43 inspecteurs in om dit voorjaar schildersbedrijven te controleren op correcte naleving van de voorschriften op het gebied van arbeidsomstandigheden. De inspecteurs letten bij nieuwbouw- en onderhoudsprojecten vooral op de volgende zaken: - het gebruik van de juiste beschermingsmiddelen - het gebruik van steigers - het inkoopbeleid van de bedrijven - de verhouding voorraad oplosmiddelrijke/arme verf versus opdrachten voor binnen- en buitenwerk - het gebruik van de toegestane verf voor werkplekken binnen en buiten. Ik doe het gezond Afgelopen najaar voerde FNV Bouw een landelijke campagne ‘Ik doe ’t gezond’. De bond wilde op die manier schilders, werkgevers en opdrachtgevers wijzen op de gevaren van werken met oplosmiddelhoudende producten binnenshuis en het belang van gezonde arbeidsomstandigheden. Langdurig contact met oplosmiddelen in slecht geventileerde ruimten is zeer schadelijk voor de gezondheid en terecht wordt hierop in deze campagne de aandacht gevestigd.

superkleine nanodeeltjes te werken. Een nanometer is gelijk aan een miljardste meter. Ter indicatie: een mensenhaar is zo’n tachtigduizend nanometer dik. Door nanotechnologie kan alle denkbare materie tot in detail geperfectioneerd worden. Hierdoor is het mogelijk om met coatings speciale eigenschappen te bewerkstelligen zoals zelfreinigende oppervlakken, bacteriewerende werking, lichtechte en krasvaste lakken, self healing paints et cetera. Sigma Coatings brengt onder de naam Sigmasoltec producten op de markt, waarin deze technologie is toegepast. Op dit moment vindt er discussie plaats over hoe om te gaan met de eventuele gevaren van nanotechnologie. Hier zijn nog veel onzekerheden over en er moeten methodes ontwikkeld worden hoe om te gaan met deze risico’s. Er zijn nog geen toelatingscriteria opgesteld voor producten die met nanotechnologie zijn vervaardigd. Ook is nog niet besloten over hoe consumenten geïnformeerd gaan worden over nanotechnologie. Inmiddels zijn de eerste stappen gezet om de trialoog aan te gaan tussen overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Uiteindelijk moet dit leiden tot een situatie waarin mens en milieu verwaarloosbare risico’s lopen, en ongerustheid over de mogelijke milieu- en gezondheidseffecten van deze technologieën/toepassingen worden weggenomen.

Sigmafoon houdt u graag op de hoogte van nieuws en ontwikkelingen die voor u interessant zijn.

SF0801 16 goed om te weten.indd 16

19-02-2008 19:55:29


Sigmafoon 01 08

17

Fotomuseum: twee voor de prijs van één In de vorige editie van Sigmafoon hebben we uitgebreid stilgestaan bij het Las Palmas-gebouw in Rotterdam. Het fotografiemuseum in Las Palmas is inmiddels geopend voor bezoekers. Op vertoon van deze Sigmafoon of deze bon kunt u het Nederlands Fotomuseum in Las Palmas bezoeken met twee personen voor de prijs van één. Deze bon is geldig t/m 30 september 2008 en geldt niet in combinatie met andere acties en kortingen.

Kijk voor informatie en openingstijden op: www.nederlandsfotomuseum.nl Adres: Nederlands Fotomuseum / Las Palmas Wilhelminakade 332 3072 AR Rotterdam

.

Kijk voor het laatste nieuws op www.sigma.nl

SF0801 16 goed om te weten.indd 17

19-02-2008 19:55:40


NIEUWE LICHTING

Verwarrende

Een voorbeeld van de versobering is het ontwerp voor het interieur van designbedrijf Danskina. Driehonderd lampen vormen een akoestisch plafond.

SF0801 18 Nieuwe lichting-02.ind18 18

19-02-2008 19:59:41


Sigmafoon 01 08

19

zaken

Ze waren net klaar met hun opleiding Bouwkunde aan de TU in Eindhoven toen Didier Hendriks, Marco Vlemmix en Tom Frantzen besloten mee te doen met Europan 4. ‘Dat was in die tijd dé mogelijkheid voor jonge architecten om projecten gerealiseerd te krijgen.’ Ze kozen Osdorp als locatie voor hun project, een Amsterdamse wijk waar weinig moois te ontdekken valt. Typisch een naoorlogse wijk die snel uit de grond gestampt is, en die, gelegen tussen grote stad en periferie, kampt met zijn identiteit. Een ideale plek voor jonge architecten: ‘Juist op lelijke plekken kun je de mooiste dingen maken’, zegt Frantzen tien jaar later. Tom Frantzen (1971) typeert zichzelf als een conceptueel architect. Dat was toen ook al zo. Hij en zijn kompanen zochten niet naar de meest pragmatische oplossing, maar wilden de problemen verbeelden waar woningbouw in Osdorp mee kampt. ‘Eindeloos hebben we er aan lopen werken. De doorbraak kwam toen we de film Pulp Fiction zagen. Daar zit een scène in waarin actrice Uma Thurman, die een overdosis heeft genomen, gered wordt doordat ze een stoot adrenaline rechtstreeks in haar hart gespoten krijgt. Door dat moment beseften we wat we wilden, namelijk alle slechte dingen van de Osdorpse stedenbouw op een cruciale plek bij elkaar brengen.’

Verwarring Het resultaat was het Dazzle-

Net afgestudeerd wist architect Tom Frantzen de aandacht te trekken met zijn ontwerp van het Dazzleblock, een absurdistisch woonblok dat de kijker geen enkel houvast biedt. Inmiddels staat hij al bijna tien jaar aan het hoofd van zijn eigen bureau: Frantzen et al. Zijn architectuur is vaak vergeleken met hiphop: bestaande elementen worden zo gecombineerd dat er een nieuw en onverwacht product ontstaat. Tekst Linda Huijsmans, beeld Frantzen et al

SF0801 18 Nieuwe lichting-02.ind19 19

block; een woonblok waaraan je niet kunt zien hoeveel verdiepingen het telt of wat voor soort woningen er nu eigenlijk in zitten. ‘We hebben gespeeld met trappen, gevelplaten, galerijen en ramen, allemaal elementen die je als kijker gebruikt om een gebouw te identificeren.’ De verwarring zit alleen aan de buitenkant, benadrukt Frantzen. De plattegronden van de woningen zelf zijn buitengewoon functioneel. Ze wijken alleen af van de standaard. Veel bestaande woonblokken in Osdorp zijn zo ontworpen dat zoveel mogelijk huizen gunstig liggen ten opzichte van de zon. Dat gegeven hebben Frantzen en de zijnen overdreven door heel ondiepe en hoge appartementen te ontwerpen. Om de verwarring nog groter te maken, werd het complex beschilderd met een zogenaamde dazzlepainting. Dat concept stamt uit de Eerste Wereldoorlog, toen oorlogsschepen ermee beschilderd werden om herkenning door onderzeeërs te bemoeilijken. ‘Die konden moeilijk zien wat nu de voor- en de achterkant was en dus welke kant zo’n schip opvoer’, aldus Frantzen. ‘Alles wat je op die manier beschildert wordt optisch onervaarbaar omdat het de vormen van je object camoufleert in plaats van benadrukt.’ Dat maakte de verwarring compleet en voor Frantzen en de zijnen was hun missie daarmee geslaagd. Ze kozen voor de kleuren rood en wit, als verwijzing naar de Amsterdamse voetbalclub Ajax, en brachten de verf over het hele gebouw aan.

Eigen bureau

De eerste prijs van Europan 4 wonnen ze niet, maar een paar maanden later kreeg Tom Frantzen de Charlotte Köhler Prijs, een aanmoedigingsprijs voor jong talent. ‘Omdat we de Europan 4 niet hadden gewonnen’, denkt hij. Hoe dan ook was het voor hem het duwtje dat hij nodig had om voor zichzelf te beginnen. Hij startte met Frantzen et al in Utrecht en later op een industrieterrein in Amsterdam-Noord

en bleef conceptueel werken. ‘Ik heb een opdracht nodig, een concrete vraag of een probleem en dat ga ik oplossen.’ Al doende vindt hij oplossingen voor de vraagstelling. Zijn ontwerpen ontstaan in wisselwerking met de locatie, de politieke situatie en de financiële condities. Wie zijn ontwerpen over de jaren heen naast elkaar zet, ziet dan ook dat hij daarbij alle kanten uit kan gaan. ‘Opdrachtgevers vinden dat lastig’, zegt hij, ‘omdat ze van tevoren niet weten wat ze krijgen. Ik vind dat juist spannend.’ Zijn manier van ontwerpen vergelijkt hij graag met hiphop en housemuziek. ‘Er wordt vaak ten onrechte van uitgegaan dat je als architect iets moet maken vanuit het niets. Ik combineer juist bestaande elementen opnieuw. Hiphop gebruikt samples van bestaande nummers en mixt ze zo dat er een nieuwe sound ontstaat. Door bestaande dingen op onverwachte wijze te combineren en aan elkaar te plakken, creëer je nieuwe betekenissen.’

Versobering Terugkijkend op zijn eigen ontwikkeling in de afgelopen tien jaar zegt hij: ‘In esthetisch opzicht zijn mijn ontwerpen rustiger geworden. Dat is een persoonlijke ontwikkeling. Ze zijn meer basic.’ Het meest sprekende voorbeeld van dit proces noemt hij zijn eigen vakantiehuis in Maastricht. Daar verbouwt hij een voormalige boerderij tot woonhuis. ‘Mijn eerste ideeën waren heel extreem, heel hip, vanuit het idee dat ik hier helemaal kon doen wat ik zelf wilde. Ik was mijn eigen opdrachtgever en kon zo veel tijd gebruiken als ik nodig had. Maar dankzij de oppositie van mijn vrouw, heb ik het ontwerp in de loop van de tijd bijgesteld met als resultaat dat de koeienstal, waar we inmiddels in wonen, nog steeds de sfeer ademt van een koeienstal die getransformeerd is in een woning. De oorspronkelijke functie is niet verdwenen achter allerlei kunstgrepen of interessante architectonische toepassingen.’ Een ander voorbeeld van de versobering is het ontwerp voor het interieur van designbedrijf Danskina, dat tapijten ontwerpt. Daar vormen nu driehonderd lampen een akoestisch plafond. Volgens Frantzen

19-02-2008 19:59:47


Sigmafoon 01 08

20

‘Door bestaande dingen op onverwachte wijze te combineren en aan elkaar te plakken, creëer je nieuwe betekenissen’

een goed voorbeeld van een extreme ingreep met een heel rustig resultaat. Niemand moet last hebben van architectuur, terwijl die wel aanwezig is. Als je wilt kun je van alles zien, maar het hoeft niet.’

Leerproces Een groot project waar Frantzen

Het ontwerp voor het Dazzleblock is inmiddels tien jaar oud, maar het is nooit gerealiseerd. Toch zou Tom Frantzen, als hij die kans zou krijgen, het zo bouwen. Aan het ontwerp zou hij niets veranderen. ‘Elk ontwerp staat op zichzelf. Als het klaar is, moet je niet meer continu dingetjes gaan aanpassen aan nieuwe modes of je veranderde smaak. Een architect bouwt voor de lange termijn. Tien jaar is in ons vak echt niet lang.’

et al recentelijk mee bezig is, is een woon- en zorgcomplex in de Amsterdamse Czaar Peterstraat. Het oude complex werd gesloopt en de opdracht was een nieuw ontwerp te maken dat daar sterk op leek, maar twee verdiepingen hoger was en een parkeergarage bevatte. ‘Ons eerste ontwerp was conceptueel gezien duidelijk’, zegt Frantzen. ‘De contouren van het oude gebouw zijn door een bakstenen reliëf zichtbaar in het nieuwe pand. Dat barst als het ware uit het oude pand heen naar buiten.’ Gedurende de realisatie van dit project leerden Frantzen en zijn medewerkers wat het betekent om te werken met veel verschillende partijen, met de meest uiteenlopende belangen en ideeën. ‘De opdrachtgever zag in ons ontwerp aspecten van de Amsterdamse School, waar ze negentiendeeeuwse architectuur wilden zien. Iedereen bleek een historisch gebouw in gedachten te hebben, wij niet. Wij wilden het oude ontwerp gebruiken maar de historische symboliek weglaten. Dus geen timpanen boven de deuren, bijvoorbeeld. Ons ontwerp is uiteindelijk een abstracte, strak getrokken versie van het oude gebouw geworden.’ De buurtbewoners waren er tevreden mee en de welstandscommissie werd uiteindelijk ook overtuigd. Voor Frantzen et al is dit project een belangrijk leerproces: omgaan met wensen, ideeën en vooronderstellingen van meerdere partijen.

Particulier opdrachtgeverschap Vorig jaar zomer maakte Tom Frantzen een bijdrage voor de Follydock Manifestatie in het kader van Rotterdam city of architecture 2007. Het opblaasbare paviljoen in de vorm van een wolk ziet hij zeker niet als een luchtig tussendoortje. ‘In alle projecten die we uitvoeren zijn we even serieus. We focussen op een bepaald aspect. In dit geval hebben we het weerlogo voor regen op z’n kop gezet, waardoor de betekenis verandert: het is niet langer een onheilsboodschap, maar een schuilplek. Dingen zo simpel mogelijk maken, dat was ons streven.’ Datzelfde streven zat achter het nieuwe concept dat hij heeft ontwikkeld om particulier opdrachtgeverschap aantrekkelijker te maken voor een bredere groep. ‘De overheid wil wel dat steeds meer mensen hun eigen huis laten bouwen, maar dat kan helemaal niet. Bouwen is een ingewikkeld en arbeidsintensief

SF0801 18 Nieuwe lichting-02.ind20 20

proces, waar vele partijen bij betrokken zijn. Dat moet je niet iedereen willen aandoen. Het bouwproces is er niet op berekend dat elke bewoner andere eisen stelt. Wij zijn daarom gaan nadenken over hoe dat proces slimmer kan worden ingericht.’ In het idee van Frantzen werken de particuliere opdrachtgevers met een van tevoren geselecteerde groep architecten, constructeurs, installateurs en dergelijke, waaruit ieder zijn keuze kan maken. Het voordeel is dat collectieve voorzieningen in één keer en daardoor goedkoper aangelegd kunnen worden, terwijl er daarnaast ruimte is voor individuele wensen in de eigen woning. Bijna was het idee verkocht aan een vastgoedonderneming. ‘We waren al heel ver met de besprekingen, tot zij zich realiseerden dat ze dan ook als projectontwikkelaars bereid moesten zijn hun zeggenschap te verminderen. Daar schrokken ze alsnog voor terug.’

Scherp blijven Bij wijze van hersengymnastiek, zoals hij het zelf noemt, wil Tom Frantzen ieder jaar aan een prijsvraag meedoen. ‘Dat zijn unieke kansen om ons te concentreren op een specifiek aspect van het bouwen en ontwerpen.’ Vorig jaar bijvoorbeeld, werd hij door Nike uitgenodigd om in competitie een ontwerp voor het nieuwe Europese hoofdkantoor van Nike te maken. Het meest in het oog springend is de grote binnentuin, die behalve als aangename plek om te verpozen, ook dienstdoet als warmtebuffer. In de zomer is het er koeler dan buiten, in de winter juist warmer. Daardoor heb je een energiezuinig gebouw waarin het comfortabel werken is. In de tuin staan hoge bomen. Wie op kantoor zit te werken kan gewoon zijn raam opendoen en de bomen ruiken. Door het complex laag te houden, hoeven er geen liften in, maar moeten mensen veel lopen. ‘En dat is voor Nike-medewerkers natuurlijk niet te veel gevraagd’, lacht Frantzen. Het ontwerp werd zeer gewaardeerd, maar de prijsvraag werd niet gewonnen. Geen probleem, zegt Frantzen. ‘Wedstrijden als deze dienen om onze ideeën te scherpen en ons een tijdlang te concentreren op een heel specifieke vraag waar we anders door de hectiek van alledag niet aan toe zouden komen.’

27-02-2008 07:21:17


Wat beweegt Carl Rohde in zijn werk?

Carl Rohde: ‘Ik wil weten waar het met de wereld heen gaat’

Carl Rohde,

Negen jaar geleden ben ik mijn eigen bureau begonnen. Ik onderzocht toen al zo’n zes jaar op academisch niveau de mentaliteitsveranderingen binnen de samenleving. Ik ben gefascineerd door de “soft spots” van mensen. Wat zijn hun angsten en dromen? Wat beweegt hen om iets te doen of juist te laten? Op methodologisch verantwoorde manieren proberen we die informatie te verzamelen en in trends te vatten. Een van de grootste onderzoeken die we nu hebben lopen is het “columnsonderzoek”. Daartoe hebben we vijfhonderd “coolhunters” op de wereld rondlopen die vertellen over hun coolste websites, clubs, tvprogramma’s of winkels. Dat levert een schat aan informatie op. Voor een deel is het puur toeval dat ik dit werk nu doe. Ik ben van oorsprong een socioloog die is gespecialiseerd in de middeleeuwen. Voor mijn promotie onderzocht ik hoe de mentaliteit van die periode verschoof naar die van de renaissance. Mijn begeleider zei destijds dat ik dat onderzoek eens moest vertalen naar de huidige tijd. Dat was een gouden tip. Daarnaast is mijn werk mijn passie. Ik vind het prachtig om trends uit te zoeken met medewerkers die daarin steeds beter worden. Onlangs heb ik via schoolbank.nl ook een paar schoolvriendjes teruggevonden uit de periode dat ik een jaar of zeven was. Toen ik hun vertelde wat ik nu doe, vonden ze dat helemaal niet gek. Ik was volgens hen vroeger al zo nieuwsgierig en goedgebekt. Twee eigenschappen die mij goed van pas komen in mijn werk. Natuurlijk zit het wel eens tegen. Dan zit ik even bij de pakken neer, maar daarna krijg ik een stoot energie en vechtlust en wil ik het de volgende keer nog beter doen. Die gedrevenheid zorgt ervoor dat ik aan de gang blijf. Ik hoop ook uiteindelijk oud te kunnen worden met dit werk. Het is veel te leuk om er vroeg mee te stoppen. Ik wil gewoon weten waar het met de wereld heen gaat. Nu en over tien jaar.

Sigmafoon 01 08

21

trendwatcher en directeur van bureau Signs of the Time SF0801 18 Nieuwe lichting-02.ind21 21

27-02-2008 07:27:24


2x Rigoureuze ON THE SPOT

SF0801 22 on the spot P.indd 22

renovatie

19-02-2008 20:05:06


Sigmafoon 01 08

23

1. Wonen in een postkantoor

In iedere uitgave van Sigmafoon nemen we projecten onder de loep waarin Sigma Coatings een belangrijke rol heeft gespeeld. Ditmaal nemen we een kijkje bij het voormalige postkantoor in de stad Groningen en de gerenoveerde Goudse woonerven Rietzoom en Veenzoom. Tekst Therese van Warmerdam, fotografie Huib Nederhof, Sjaak Henselmans

SF0801 22 on the spot P.indd 23

Het lijkt wel alsof het postkantoor van architect C.H. Peters (1847-1932) uit 1909 in het centrum van Groningen gisteren is opgeleverd. Zo zorgvuldig is de restauratie gedaan. Niets is wat het lijkt. Achter de gevel heeft een complete metamorfose plaatsgevonden. Op de begane grond zetelt nog steeds het gezichtsbepalende postkantoor. Maar in het pand zitten nu ook 62 zelfstandige wooneenheden voor studenten en enkele ruimten voor commercieel gebruik. De drie bovenverdiepingen zijn verbouwd tot 62 zelfstandige wooneenheden voor studenten. ‘De argeloze voorbijganger heeft geen idee hoe complex de restauratie en de verbouwing waren’, verklaart projectleider Marcel Timmerman van Oving Architekten. ‘Het pand had veel verborgen gebreken door achterstallig onderhoud en door jarenlange leegstand van de drie bovenverdiepingen. Alleen al de buitenschil heeft ruim een miljoen euro aan onderhoud gekost. Een totaal andere functie geven aan een gebouw dat als monument wordt beschermd, vraagt veel creatief denkwerk. Zo was het een kunst om aan alle brandveiligheidsnormen te voldoen. Voor alle 62 wooneenheden moesten binnen de bestaande constructies en afmetingen vluchtwegen worden gemaakt. Het is goed gedaan als er niets van al het werk te zien is. En dat geldt zeker voor dit postkantoor.’

19-02-2008 20:05:16


Herbestemming van gebouwen dwingt tot creatieve oplossingen. Hoe bouw je bijvoorbeeld 62 studentenwoningen in een monumentaal postkantoor?

De angst van architecten Architect C.H. Peters zal niet ontevreden zijn geweest. De gebouwen van Peters, een leerling van P.J.H. Cuypers, bepalen in veel Nederlandse steden het straatbeeld. Als rijksbouwmeester bouwde Peters tientallen rijksgebouwen en postkantoren. Meer dan ooit vallen ze op tussen de hedendaagse architectuur. Net zoals Cuypers, vooral bekend als architect van het Amsterdamse Centraal Station en het Rijksmuseum, is Peters te herkennen aan een neogotisch-realistische stijl. Bij veel architecten in de negentiende eeuw leefde de angst dat dit de enige officiële bouwstijl van de overheid zou worden. In hun ogen kon de gotiek nog wel een inspiratiebron zijn voor kerkgebouwen, maar deze ‘katholieke stijl’ vonden ze voor openbare gebouwen ongepast. De tijd heeft de angst ingehaald. Huidige en komende generaties zullen bij de gebouwen van Peters en Cuypers nog maar weinig associaties hebben met het katholicisme. Voor velen bepalen gebouwen als die van Peters nu vooral de charme en de geschiedenis van een stad.

De kracht van het detail Het bekendste gebouw van Peters is het voormalige hoofdpostkantoor in Amsterdam, dat als herbestemming winkelcentrum Magna Plaza kreeg. Het postkantoor aan de Munnikeholm in Groningen zou een zusje kunnen zijn. Ook dit exterieur is opgetrokken uit natuur-

SF0801 22 on the spot P.indd 24

steen en gekleurde bakstenen en heeft eveneens dakkapellen met trapgevels en diepliggende ramen en deuren. Opmerkelijk zijn de natuurstenen ornamenten die het ritme van het baksteen onderbreken. De oplettende kijker ontdekt ook de stenen hoofden van mannen en vrouwen die de kozijnen lijken te ondersteunen. Versieringen als deze werden toegepast om nadruk te leggen op belangrijke constructieve punten, zoals bij dit gebouw ook het natuursteen bij de boogaanzettingen van de ramen. ‘Veel materialen bepalen tot in de kleinste details de uitstraling van het pand’, vertelt Engel Busker, bedrijfsleider van bouwbedrijf Nijhuis Noord. ‘Het herstellen van al die bouwdelen, waaronder het metselwerk, het voegwerk, de kozijnen, het pannendak en het lood- en zinkwerk, maken een restauratie als deze tot een uitdaging. De kwaliteit van de uitvoering werd door alle betrokken partijen bewaakt door begeleiding en inspecties. Daardoor konden ook probleemsituaties snel worden opgelost met de juiste materialen en technieken. De restauratie en de verbouwing zijn binnen de afgesproken tijd van vijftien maanden uitgevoerd. In december 2007 is het postkantoor opgeleverd.’ Projectleider Bert Voortman van Hemink Meesterschilders BV heeft profijt gehad van Nijhuis. ‘Nijhuis zat boven op de planning. Daardoor liepen de onderaannemers elkaar nooit voor de voeten. Was er tegenslag of kwamen er verborgen gebreken aan het licht, dan ging het tempo van de een

19-02-2008 20:05:30


Sigmafoon 01 08

25

Betrokken partijen Opdrachtgever: Woningbouwstichting IN Hoofdaannemer: Nijhuis Noord, Assen Architecten: C.H. Peters, Oving Architekten BV, Groningen Schilderwerk: Hemink Meesterschilders BV, Borne

omhoog en dat van de ander omlaag. Door die werkwijze konden we plezier houden in het werk. Het gebouw heeft aan de binnen- en buitenkant een complete schilderbeurt gekregen. Alle soorten schilderwerk zijn we tegengekomen: van houtrotreparaties tot ambachtelijke schildertoepassingen. Dat heeft deze opdracht bijzonder gemaakt.’

Voorbeeld voor corporaties

Natuurlijk is ook het wonen in het postkantoor bijzonder. Een student kan zich geen mooiere locatie wensen. Door de constructie van het gebouw heeft geen enkele wooneenheid dezelfde vorm of grootte. De huurprijzen variëren van € 190,- tot € 500,- per maand, dus voor ieder budget is er wel een gepaste ruimte. Projectleider Elly Lehkamp van Woningcorporatie IN: ‘Groningen heeft een groot tekort aan studentenwoningen. Dat wil IN terugdringen door bestaande gebouwen als deze die functie te geven. Bovendien pakken we daarmee de leegstand aan. Een monument zo ingrijpend verbouwen is niet aan de orde van de dag. Dat zal de reden zijn waarom veel woningbouwcorporaties belangstelling hebben in de aanpak. Natuurlijk ging dat niet zonder slag of stoot. Voor ons telt het resultaat: een monument dat de leefomgeving van onze huurders en de stad Groningen voor jaren kwaliteit in wonen en werken kan geven. En dat hebben we gekregen.’

SF0801 22 on the spot P.indd 25

19-02-2008 20:05:40


2. Goudse gemoedelijkheid De onlangs geschilderde Goudse woonerven Rietzoom en Veenzoom zijn kenmerkend voor de jaren zeventig. De wijk is ruim opgezet met veel groen en weinig verkeer. Bewoners wonen er met plezier. Een stevige renovatie heeft de wijken weer helemaal opgeknapt. Kopers konden zelf meebeslissen over het schilderwerk. Vlak voor etenstijd is het in de Goudse wijken Rietzoom en Veenzoom een drukte van belang. Over de trottoirs rijden kinderen met driewielers en op het gras wordt een balletje getrapt. ‘Ik tel tot tien. Wie niet weg is, is gezien’, roept een jongetje en weg stuiven zijn vriendjes. Ze kunnen zich goed verstoppen in het labyrint van straten en stegen. In de keukens die aan de straatzijde liggen, staan mensen gebogen over pannen en snijplanken. Thuiskomende bewoners groeten elkaar en maken een praatje.

Menselijke maat De gemoedelijkheid van de Rietzoom en de Veenzoom is precies wat de stedenbouwkundigen en architecten in de jaren zeventig voor ogen hadden. De twee woonerven, gebouwd in 1974 en ontworpen door de architecten De Jong, Van Olphen en Bax, zijn een goed voorbeeld van hoe er in die tijd werd gebouwd. Nederland was toen in de ban van de democratisering en vermaatschappelijking. Dat heeft een stempel gedrukt op de architectuur en stedenbouw in

SF0801 22 on the spot P.indd 26

de jaren zeventig. Massaal verzette de burger zich tegen de enorme bouwproductie van de wederopbouw. Van moderne architectuur was men afkerig geworden door grootschalige projecten zoals de Bijlmer, de arrogantie van ontwerpers en bestuurders, de grofheid van architectonische ingrepen en de verloedering van de binnensteden. De nieuwe mondige burger wilde een gevarieerde woonomgeving met nadrukkelijke aandacht voor de menselijke maat en de geschiedenis van de plek. Een omgeving ook waar toevallige ontmoetingen konden plaatsvinden.

Typisch een woonerf

Als tegenhanger van rationele moderne wijken werden woonerven ontwikkeld. Rechte lijnen werden schuin, platte daken werden hellend en beton maakte plaats voor baksteen. Nisjes, patio’s, hofjes, erven en stegen stimuleerden de ontmoeting. Kenmerkend werden ook de ondoorgrondelijke wijkplattegronden waar menigeen nog steeds verdwaalt. Volgens velen

19-02-2008 20:05:59


Sigmafoon 01 08

27

hebben de jaren zeventig geen hoogstaande architectuur opgeleverd, maar bewoners en gebruikers zijn er nog steeds heel tevreden mee. Karakteristieken van de gevarieerde woonomgeving uit die periode zijn nu weer terug te vinden in de Vinex-wijken. ‘Kinderen kunnen hier heerlijk spelen’, zegt Diana van Willigen. Twee jaar geleden is ze met haar gezin in de Veenzoom komen wonen. ‘Dat is ook de reden waarom we hier een huis hebben gekocht. De straten zijn autovrij en het is gezellig met al die hofjes. Toch heb je hier ook privacy. De keukens liggen aan de straat, maar de woon- en slaapkamers zijn allemaal gericht op de grote achtertuin. In de zomer staat hier alles in het groen en zie je niets van je buren. Wat mijn wijk en de Rietzoom ook aantrekkelijk heeft gemaakt, is een stevige renovatie. Ze zijn nog maar net klaar met schilderen en dat is goed te zien aan het glanzende houtwerk. In tegenstelling tot de huurders konden wij als kopers kiezen uit een aantal kleuren. We kozen voor een eenheid, dus het hele blok is behandeld met een en dezelfde kleur oranje. Belangrijker vonden we welke verf werd gebruikt. De vorige had er maar vier jaar opgezeten en was armoedig bleekroze verkleurd. De keuze voor Sigma was voor ons een geruststelling. Nu het ook goed is aangebracht, hebben we er voor jaren geen omkijken meer naar.’

Weer als nieuw

De schilderbeurt van de wijken Rietzoom en Veenzoom maakte onderdeel uit van een grote onderhoudsbeurt

SF0801 22 on the spot P.indd 27

die twee jaar heeft geduurd. Vanaf 1999 wordt er al geïnvesteerd in deze wijken. Teamleider Peter Bouthoorn van Mozaïek Wonen: ‘De woningcorporatie beheert in Gouda, Bodegraven en Moordrecht zo’n 10.000 woningen, waarvan 370 huur- en koopwoningen in de Rietzoom en de Veenzoom. In 1999 hebben we de wijken verdeeld in vier clusters. Voor elk daarvan is door een architectenbureau een renovatieplan opgesteld. Het samenwerken met meer architectenbureaus maakt het wel gecompliceerder, maar zo ontstaat beslist afwisseling in een wijk. De uitvoering van de plannen heeft van 2002 tot 2004 geduurd. Van alle gevels en daken zijn de asbesthoudende beplatingen verwijderd die de wijken ook een saaie en grauwe uitstraling gaven. Door het gebruik van onder meer terracottategels en leisteen oogt het nu weer fris en modern. De daken en gevels zijn vervolgens goed geïsoleerd. In 2006 en 2007 zijn de woningen binnen aangepakt door onder meer het plaatsen van nieuwe badkamers en keukens. Door het schilderwerk aan de buitenkant ten slotte, zijn de wijken weer als nieuw.’

Heldere afspraken

‘Het schilderwerk valt flink op omdat veel gebruik is gemaakt van houten bouwdelen’, vertellen projectleider Marcel van den IJssel en werkuitvoerder Aad Reedijk van Aspekt Bouwkundig Onderhoud. ‘Bovendien zijn er opvallende kleuren gebruikt, waaronder bordeauxrood en blauw. Het zijn de kleuren die ook in de jaren zeventig door de oorspronkelijke architecten

Betrokken partijen Opdrachtgever: Mozaïek Wonen, Gouda Schilderwerk: Aspekt Bouwkundig Onderhoud, Woerden Architecten: onder meer S.P. Architecten / Marge Architecten / Rempt van der Donk Architecten

gekozen zijn. Het heeft twee jaar geduurd om met een team van 25 schilders en timmerlieden alle woningen te behandelen. Dat hebben we met plezier gedaan. De buurtbewoners zijn hartelijk en met Mozaïek Wonen is het prettig samenwerken. Het is een opdrachtgever die weet wat hij wil en daarom de afspraken vastlegt in een prestatiecontract. We kregen niettemin alle vrijheid, met name het eindresultaat telt voor de opdrachtgever. Het werk was niet altijd eenvoudig. Zo hebben we voor de hellende daken een speciale constructie voor het steigerwerk bedacht. Wekenlang is in de regen en bij lage temperaturen gewerkt. Dat kon zonder problemen door steigerbedekking en met de vierseizoenenverf Sigma S2U Allure Gloss. De verf bleef werkbaar en droogde snel waardoor we redelijk goed op schema konden blijven. In de wijken Rietzoom en Veenzoom is als het een beetje meezit pas over acht jaar weer onderhoud nodig.’

19-02-2008 20:06:10


Sigmafoon 01 08

28

Maurits

SF0801 28 Chocoladefabriek-04.in28 28

19-02-2008 20:08:43


Complex bouwproject in Amsterdam Centrum

en zijn droomfabriek Wat voor de één een droom is, is voor de ander realiteit. Zo komt Maurits Rubinsteins droom van een chocoladefabriek steeds dichterbij. Hij verzamelde (bouw)partijen om zich heen, bracht mensen in beweging en in 2010 is De Chocoladefabriek een feit. Tekst Nicolien Reith, fotografie Imageselect, De Chocoladefabriek

Het vergunningentraject loopt nog. En de eerste steen laat nog even op zich wachten. Maar het idee van Maurits Rubinstein – een plek waar je de wereld van chocola kunt beleven – is al meer dan tien jaar oud. Bedacht op een goede maandagmiddag toen zijn oog viel op een van de door hemzelf geproduceerde hoorspelen, Roald Dahls bekende Sjakie en de Chocoladefabriek. ‘Dat spoorde me aan om een plek te creëren waar kinderen kunnen spelen in de wereld van chocola.’ Rubinstein, luisterboeken-specialist van Nederland, sloeg aan het fantaseren en na een week had zijn plan voor een chocoladefabriek bezit genomen van het hele pand waarin hij met zijn uitgeverij huisde. Sfeer en stijl van het uit 1820 daterende gebouw, leunend tegen het Amsterdams Centraal Station, sloten naadloos aan bij zijn ideeën. En Amsterdam is, maar weinigen weten dat, geworteld in een rijke chocoladehistorie. Hier schreef inwoner Van Houten geschiedenis als uitvinder van ‘het chocolaatje’. En tot op de dag van vandaag worden in de hoofdstad wereldwijd de meeste cacaobonen verhandeld. ‘Bovendien past de combinatie van architectuur, haven en handelsgeest goed bij mijn project’, aldus Rubinstein. En dat is beslist geen zoveelste pretpark maar, wat hij noemt ‘een educatieve belevenis’ voor jong en oud. Rubinsteins Chocoladefabriek moet de sfeer gaan ademen van de hoogtijdagen van de chocolade-industrie, begin negentiende eeuw. Toen het proces van chocolade maken nog authentiek was. Want dat is nu wel anders, constateert Rubinstein. ‘Alles is gestandaardiseerd. Kleur, afmeting en letters op ieder pakje zijn hetzelfde, gedicteerd vanuit de computertechniek.’

Complex bouwproject Rubinsteins plannen zijn een combinatie van uiterst complexe factoren: verbouw van een monumentaal beschermd pand, gebruik van een ondergrondse tunnel – ooit aangelegd voor de tram naar IJburg, maar nooit gebruikt

SF0801 28 Chocoladefabriek-04.in29 29

– en bouwen onder en aan het spoor. Om dat te kunnen realiseren, verzamelde hij mensen en partijen om zich heen die niet alleen in zijn filosofie mee kunnen maar dat ook willen. Voor de technische ontwikkeling kwam hij uit bij BAM Utiliteitsbouw. ‘Zij durfden het aan om in onze onorthodoxe manier van denken mee te gaan.’ BAM’s regiodirecteur Amsterdam Rob van Kampen kijkt terug op hun eerste ontmoeting: ‘Ik vond Rubinsteins visie spannend. Bovendien vroeg hij ons om meer in te brengen dan ontwikkeling en bouw, namelijk ook lef en initiatief om duurzaamheid hoog op de agenda te zetten. En wij dragen graag bij aan een cultureel-maatschappelijk bijzonder project.’ BAM investeerde zonder garantie op succes. Het bedrijf zette zijn netwerken in en maakte een businessplan. Dat laatste was nieuw en confronteerde de projectontwikkelaar met de eeuwig prangende vraag van financial founders: ‘Wat gaat ons dit opleveren?’ De ruim twintig bij het project betrokken BAM-werknemers bestuderen Rubinsteins ideeën op financiële en technische haalbaarheid. Binnen die samenwerking prevaleert het tweerichtingsverkeer. BAM behoedt Rubinstein voor een te kostbare uitvoering, maar krijgt tegelijk alle ruimte voor alternatieven. Dat heeft al menigmaal geleid tot de ‘ultieme oplossing’. Zo werd de kantine verplaatst om de bezoekersstroom niet in de weg te zitten terwijl het tegelijk bouwtechnisch beter uitpakte. ‘Ook wat financiering betreft komen ze met slimme oplossingen’, aldus Rubinstein. ‘Ze weten onze financiële en juridische structuur zo te organiseren dat ze bij een bank beter uitkomen.’ Tegelijkertijd zoekt BAM naar duurzame oplossingen, bijvoorbeeld om het gebouw te verwarmen met aardwarmte en te koelen met water uit het naastgelegen IJ.

bij het educatieve karakter van het project, maar BAM hoopt hiermee ook bij te dragen aan de verstomming van kritiek op het afstudeerniveau van deze studenten. ‘We doen meer dan alleen stages organiseren en studenten werven. Door bijvoorbeeld in de schoolsituatie praktijkvoorbeelden in scène te zetten, reiken we docenten kennis aan om mee te nemen in hun lessen.’ Drie studenten verdiepen zich momenteel in de communicatie tussen BAM en De Chocoladefabriek. Ook bij het ontwerp en de bouw zullen studenten nodig zijn. Rubinstein ziet bovendien kansen voor ROC-studenten als toekomstige medewerkers. ‘Ik zoek niet alleen naar chocolatiers die het vak al kennen, maar ik wil ook anderen die er komen werken betrokken maken en iets leren.’

Financieel haalbaar

‘Ik wist niet veel van projectontwikkeling’, zegt Rubinstein terugblikkend op de afgelopen jaren. ‘Maar kom nu een heel eind. Van milieueffectrapportage tot grondonderzoek; ik ken de wegen, weet hoe lang trajecten lopen, wat je wel en niet moet combineren.’ Ook bij BAM is veel geleerd. Van Kampen: ‘Je moet de droom die tussen iemands oren zit eruit zien te halen en vertalen in een definitief ontwerp dat financieel haalbaar is en waar je vergunningen voor krijgt. Daarvoor hebben onze mensen moeten leren kritisch door te vragen.’ De gemeente Amsterdam ziet toekomst in De Chocoladefabriek en banken hebben het plan als financieel haalbaar beoordeeld. Maurits Rubinstein hoopt in 2010 de deuren van zijn droomfabriek te openen.

Hulp van studenten Vorig jaar borrelde het idee op om ROC-leerlingen bij de ontwikkeling van De Chocoladefabriek te betrekken. Dat past

De Chocoladefabriek gezien vanuit de kantine.

19-02-2008 20:08:51


WERELDBLIK

Overspannen Londense

SF0801 30 wereldblik-02.indd 30

19-02-2008 20:11:04


Sigmafoon 01 08

31

huizenmarkt De huizenmarkt van Londen is al jaren oververhit. Zelfs de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek heeft geen einde kunnen maken aan de snelle prijsstijgingen van koopwoningen. Met miljardeninvesteringen in nieuwe infrastructuur en het aanwijzen van extra bouwlocaties probeert de regering de woningproductie te stimuleren en de prijzen te stabiliseren. Over acht jaar moeten er aan weerszijden van de Thames 200.000 nieuwe woningen staan. Tekst Jaco Boer, fotografie Peter Hilz/Hollandse Hoogte, Peter Marlow/Magnum/Hollandse Hoogte

Groot-Brittannië kampt met een probleem dat veel Nederlanders bekend in de oren zal klinken. Al jaren stijgen de prijzen van koopwoningen explosief. In 2006 moesten kopers bijvoorbeeld alweer tien procent meer betalen voor een woning dan het jaar ervoor. Oorzaak van de hoge prijzen is simpel: er is te weinig aanbod voor de vraag die onder invloed van stijgende inkomens en een lage hypotheekrente snel is gegroeid. Vooral voor jonge Britten die in Londen op zoek zijn naar een eigen huis, is de situatie tamelijk hopeloos geworden. Zelfs met een dubbel salaris kunnen zij vaak niet de 500.000 euro opbrengen die een gemiddelde woning in Londen tegenwoordig kost.

Drie miljoen nieuwe woningen In het laatste kwart van de afgelopen eeuw heeft de Britse regering geprobeerd om de woningmarkt te kalmeren met het afschaffen van de hypotheekrenteaftrek. Maar het positieve effect dat daarvan op de prijzen werd verwacht, ging

SF0801 30 wereldblik-02.indd 31

verloren in de groeiende vraag naar huizen. Meer woningen bijbouwen lijkt daarom de enige remedie. Op dit moment worden er jaarlijks in Groot-Brittannië maar zo’n 165.000 nieuwe huizen opgeleverd. Dat is meer dan de schamele 130.000 van vijf jaar geleden, maar het is te weinig om de problemen op de woningmarkt op te lossen. Bovendien zullen er dankzij het relatief hoge geboortecijfer, een groeiend aantal echtscheidingen en de massale komst van migranten uit de nieuwe lidstaten van de Europese Unie de komende vijftien jaar nog eens vier miljoen inwoners bijkomen. De regering wil daarom de woningproductie verder opkrikken en tot 2020 drie miljoen nieuwe woningen laten bouwen. Binnen tien jaar moeten er daarvan al twee miljoen zijn opgeleverd. Het gros van de nieuwe woningen is bedoeld voor Zuidoost-Engeland. Dit deel van Groot-Brittannië is al jaren de meest welvarende en snelst groeiende regio van het koninkrijk. Bovendien is de druk op de woningmarkt er het grootst.

27-02-2008 09:24:20


Sigmafoon 01 08

32

Nederlandse expertise gevraagd Voor de Olympische Spelen en Thames Gateway moeten er in en rond Londen de komende jaren honderdduizenden nieuwe woningen worden gebouwd. De opgave is voor de Britse bouwsector zo groot dat de regering de hulp heeft ingeroepen van andere Europese bedrijven. Nederlandse bedrijven zijn extra gewild door hun ervaring met snelle en innovatieve bouwmethoden. Waar bij ons bouwers volop met prefab-elementen werken, worden in Groot-Brittannië de meeste huizen nog steen voor steen opgebouwd. Een duur en tijdrovend proces. De Nederlands-Britse Kamer van Koophandel (NBCC) heeft het afgelopen jaar daarom het initiatief genomen om innovatieve Nederlandse bouwbedrijven en toeleveranciers uit het midden- en kleinbedrijf onder de aandacht van Britse ontwikkelaars en gemeenten te brengen. Naast de verspreiding van een catalogus zijn er over en weer werkbezoeken en beurspresentaties georganiseerd. NBCC-directeur Michiel van Deursen is tevreden over de resultaten. ‘Links en rechts zie je bedrijven contracten afsluiten. Al is het moeilijk in te schatten welke rol onze activiteiten daarin precies hebben gespeeld.’

Voor de komende tien jaar staan er nog zeker 90.000 huizen op de planning

Miljarden voor Crossrail

Om projectontwikkelaars en beleggers over te halen massaal in nieuwe woningbouwprojecten te investeren heeft de nieuwe Britse premier Brown aangekondigd miljarden euro’s in nieuwe wegen en spoorlijnen te steken. Zo komt er een nieuwe brug over de Thames bij Londen City Airport. En de hoofdstad krijgt eindelijk een spoorlijn die het westen en oosten van de stad met elkaar gaat verbinden. Alleen aan deze nieuwe lijn, Crossrail, is de overheid al een slordige 8 miljard euro kwijt. De overige 16 miljard euro voor het project wordt opgebracht door het bedrijfsleven, dat de lijn in gebruik hoopt te kunnen nemen in 2017. Het oosten van de stad zal waarschijnlijk het meest van de nieuwe verbinding profiteren. Nu werken er in en rond Canary Wharf als centrum van de Docklands al zo’n 60.000 mensen. Maar als alle bouwprojecten doorgaan die daar op stapel staan, zal het aantal werknemers er tegen 2025 tot 200.000 personen zijn gegroeid.

Thames Gateway Crossrail is ook hard nodig om een van de grootste woningbouwprojecten in en om Londen te kunnen realiseren. Onder de naam Thames Gateway moeten er aan de oostkant van de hoofdstad in een brede strook langs de rivier binnen tien jaar 200.000 nieuwe woningen worden gebouwd. Verwaarloosde industriegebieden en weilanden zullen de komende

SF0801 30 wereldblik-02.indd 32

jaren een metamorfose ondergaan: ze worden omgebouwd tot nieuwe woonwijken en kantoorlocaties. Binnen Londen zelf zullen er als onderdeel van het plan zo’n 100.000 nieuwe woningen bijkomen. De grootste bouwlocatie is de Lower Lea Valley waar tussen de 30.000 en 40.000 nieuwe huizen worden gebouwd. Het nu nog vervallen industriegebied is niet toevallig ook de plek waar in 2012 Groot-Brittannië de Olympische Spelen zal houden. Net als Barcelona proberen de Britten het sportevenement te gebruiken voor het aanzwengelen van de omvangrijke herontwikkelingsoperatie. In de aanleg van het Olympisch Park met al zijn sportaccommodaties, perscentrum en onderkomens voor de atleten wordt de komende jaren meer dan 23 miljard euro geïnvesteerd.

Vertraging Er is alleen een probleem: vooralsnog loopt het nog niet zo hard met de uitvoering van Thames Gateway. In het noorden van Kent en het zuiden van Essex liggen de bouwers redelijk op schema. Maar in Londen zelf zijn binnen het project in de afgelopen vijf jaar maar 10.000 nieuwe woningen gebouwd. Dat betekent dat er voor de komende tien jaar nog zeker 90.000 huizen op de planning staan. Een haast onuitvoerbare klus. De bouwsector wijst met de beschuldigende vinger naar de overheid. Procedures zouden eindeloos duren en het aantal instanties dat zich met de bouwplannen bemoeit is volgens hen veel te groot. Bovendien worden plannen vaak in een laat stadium opgehouden door extra eisen aan sociale woningbouw. Onder Thatcher en Blair zijn er door woningcorporaties amper goedkope huizen gebouwd, maar Brown wil dat veranderen. De regering hekelt op haar beurt de ontwikkelaars die met de stijgende grondprijzen liever grond braak laten liggen dan woningen te bouwen. Bovendien weigeren veel gemeenten om grond beschikbaar te stellen aan projectontwikkelaars. Met een combinatie van extra subsidies en het vernietigen van lokale bouwbeperkingen wil Brown daar iets aan doen.

Olympische Spelen als aanjager Insiders verwachten dat de euforie rond de Olympische Spelen het Thames Gateway project uiteindelijk wel in een hogere versnelling zal brengen. Voor sombere voorspellingen is het dan ook nog te vroeg. Of zoals een van de ontwikkelaars onlangs in een Engels vastgoedblad zei: ‘It’s like a Grand Prix, and we’re only at the first pit stop.’ Voor de jonge Britten die nu nog tevergeefs naar een eigen woning in de hoofdstad zoeken, lijken er op termijn dus betere tijden aan te komen. Al blijft het onzeker of de vraag naar woningen over vijf jaar in werkelijkheid niet veel groter is dan ooit was geschat.

19-02-2008 20:11:24


Wat beweegt Adri Duivesteijn in zijn werk?

Adri Duivesteijn: ‘Ik wilde iets doen aan de misstanden in oude stadswijken’

Adri Duivesteijn, wethouder Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Almere

SF0801 30 wereldblik-02.indd 33

Ik ben opgegroei opgegroeid in de Schilde erswijk in Den H derswijk Haag. Daar woonden w oonden toen no nog 60.000 mensen kluitje midm ensen op een k en sloppen. den ttussen krotten e Alle b binnenterreinen waren volbuurt wemelgebouwd en in de bu gebo huisjesmelkers. Ik de het van de huisje doen en ben wilde daar iets aan d Actiegroep Schilin de Jongeren Actie derswijk d ijk actief i f geworden. Van daaruit ben ik de gemeentepolitiek ingegaan. Mijn vader was schoenmaker en als kleine middenstander is hij nooit politiek actief geweest. Maar hij stond wel heel bewust in het leven. Dat leverde dus vrijwel altijd een gesprek op over politiek. Van hem heb ik meegekregen dat je altijd moet proberen bewust te handelen en van daaruit je eigen invloed te genereren. Daar heb ik veel aan gehad. Als wethouder van Den Haag heb ik mij vooral ingezet voor de verbetering van oude wijken. Ik heb veel woningen laten slopen om meer groen in de buurt te krijgen. Dat riep toen weerstand op, maar voor mij lag het in het verlengde van mijn oorspronkelijke motivatie om misstanden op te lossen. In die periode ontdekte ik ook dat ik de kunst van het onderhandelen goed beheerste. Dat ik op bestuurlijk vlak creatief was. Ik kon met allerlei ingrediënten iets nieuws en onverwachts creëren. Het stadhuis van Den Haag is daarvan een mooie illustratie. Met veel minder energie had daar ook een ander gebouw kunnen staan. Angst en behoudzucht zijn onze grootste tegenstanders. We zijn maar al te vaak bang dat het slechter zal gaan. Maar ik heb een uitgesproken vooruitgangsgeloof. We kunnen de wereld wel degelijk beter en mooier maken. Ik vind het dan ook schokkend dat we ons in de Nederlandse volkshuisvesting neerleggen bij het kwaliteitsniveau van de Vinex-wijken. We hadden daar met onze kennis en ons geld iets veel mooiers van kunnen maken. Daar kan ik mij erg over opwinden.

Sigmafoon 01 08

33

22-02-2008 16:34:40


Sigmafoon 01 08

34

COLUMN

Toe k o m st ig e be wo n e rs: n on n e n

SF0801 Column.indd 34

22-02-2008 16:28:44


Sigmafoon 01 08

COLOFON

35

Sigmafoon is een uitgave van Sigma Coatings Redactie: Annelies Bakker, Pim Becker, Bert Bloemendaal, Frederiek van Damme, Guus Duray, Jacquelijn van der Harst, Peter van Vuuren Concept en realisatie: Scripta Media BV, Amsterdam

Hoe ziet de toekomst van bestaande gebouwen eruit? De visie van Elsemieke Havenga.

Artdirection en vormgeving: Frederiek Zabel, Curve bno, Haarlem Fotografie: Uitgesproken: Michel Campfens, Kleur bekennen: Sjaak Henselmans Tekst: Uitgesproken: Jaco Boer Lithografie: Grafimedia Amsterdam

Hoezo geen radiator?

SF0801 Column.indd 35

Drukwerk: JEA, Amsterdam

Twee jaar geleden schreef ik het boekje Zij maken het verschil. Ik interviewde bekende en onbekende mensen die op een of andere manier in de wereld verschil maken. Toen ik met dit project bezig was kon ik niet bevroeden dat dit bepalend zou zijn voor mijn leven. Ik startte het bedrijf Dunmore om mensen en bedrijven te helpen het verschil te maken, onder andere op het gebied van milieu. En ik ruilde mijn auto in voor een hybride model. De nieuwe milieuvriendelijke techniek gaf de doorslag om dit toch niet al te oogstrelende model aan te schaffen...

gebouw verwarmd en gekoeld. Het systeem werkt fantastisch. Het is raar om te bedenken dat er nu nog steeds gebouwen en huizen worden gebouwd met oude, energievragende verwarming terwijl het niet meer nodig is. Als ooit de Triodos Bank niet meer bestaat moet het gebouw wat mij betreft in de huidige vorm blijven bestaan en mogen de nonnen er weer in gaan wonen. Onze kinderen en kleinkinderen kunnen dan zien wat de voorlopers van duurzaam bouwen in het begin van de 21e eeuw bedachten.

Correspondentieadres: SigmaKalon Deco Nederland B.V. afdeling Customer Services Informatie en Documentatie Postbus 42, 1420 AA Uithoorn Tel.: (0297) 54 13 69 E-mail: info@sigma.nl Internet: www.sigma.nl

Onlangs interviewde ik architect Thomas Rau in het hoofdkantoor van de Triodos Bank dat hij heeft ontworpen. Het is prachtig gebouwd met een combinatie van oude en nieuwe materialen. Zo zijn de bakstenen afkomstig van een oud klooster en is de vloerbedekking gemaakt van oude spijkerbroeken. Het meest fascinerende is echter het feit dat er geen radiator in het gebouw te vinden is! Met menselijke warmte, zon en wind wordt het

Wie is Elsemieke Havenga?

Sigma Coatings is een merk van de SigmaKalon Groep.

© 2008. Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen of vermenigvuldigd zonder uitdrukkelijke toestemming van Sigma Coatings. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.

ISSN: 1382-1695.

Elsemieke Havenga speelde tien jaar in het Nederlands dameshockeyteam, werkte voor RTL Nieuws en presenteert nu Duurzaam werkt op RTL Z. Elsemieke publiceerde in 2006 het boek Zij maken het verschil. Dit project deed haar besluiten om als ondernemer zelf het verschil te maken. Triodos Bank Internationaal in Zeist. Fotografie Studiovision, Christian Richters, ontwerp RAU, Amsterdam

27-02-2008 07:34:54


Noorderpoortcollege kiest kleur

Inspiratie in het onderwijs

Vakblad voor de bouw

01 08 Reizen en verblijven: Stations van de toekomst

Daan Quakernaat: ‘Ga kathedralen bouwen’

Daan Quakernaat

SF0801 01 cover+back 05.indd 1

Elsemieke Havenga krijgt inspiratie van Thomas Rau

20-02-2008 10:39:26


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.