Zorgalert nr.2 2008

Page 1

Het magazine van CenE Bankiers NUMMER 2 2008

MARGA VAN WEELDEN

Oplosser van variabelen Topzorg van Stichting Centrum ’45 Rol van de specialist in het ziekenhuis Het bestaansrecht van de chiropractor

Voor professionals in de medische sector


FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/VINCENT BOON

COLOFON UITGEVER CenE Bankiers Herculesplein 5 3584 AA Utrecht www.cenebankiers.nl CONCEPT EN REALISATIE Scripta Media, Amsterdam ARTDIRECTION / VORMGEVING Trudy Bruil, Utrecht LITHOGRAFIE Grafimedia Amsterdam DRUKWERK W.C. den Ouden REDACTIE Jeroen Dekker, Resi Kösters, Suzanne Kroot, Kasper Marinus, Stephan van de Vusse, Peter van Vuuren en Karin Willems PERSCONTACT Etienne te Brake Tel.: (073) 548 30 26 E-mail: E.teBrake@vanlanschot.com

ZorgAlert wordt toegestuurd aan relaties van CenE Bankiers. De artikelen in ZorgAlert worden geschreven door onafhankelijke, gespecialiseerde journalisten. Bij de productie van het magazine wordt door uitgever en producent uiterste zorgvuldigheid nagestreefd. CenE Bankiers is een handelsnaam van F. van Lanschot Bankiers NV gevestigd te ’s-Hertogenbosch, Handelsregister 16038212. Beide zijn echter niet aansprakelijk voor onjuistheden in het blad. ISSN 1574-1524

2

ZorgAlert

O

p het moment dat ik dit schrijf, is de politiek op een aantal dossiers aan zet. Wat betreft de liberalisering is een rode draad in Den Haag het in de tijd schuiven van definitieve besluitvorming op basis van ingeschatte problemen bij de uitvoerbaarheid of de politieke haalbaarheid. De huidige ambtstermijn kenmerkt zich vooral door zaken die nog niet tot stand zijn gekomen. Het door zorgaanbieders gevreesde beleidsvacuüm waardoor de sector zich ergens bevindt tussen plan- en marktdenken is op dit moment bewaarheid. Een zelfstandig dossier dat veel politieke aandacht krijgt is de geneesmiddelenvoorziening. U leest hierover in het interview met de voorzitter van de KNMP, Marga van Weelden. In de cure zijn voorafgaand aan de moeizame besluitvorming over de ziekenhuisbekostiging wel een aantal stations gepasseerd. Hierdoor is de verhouding tussen medisch specialist en ziekenhuis(bestuur) toe aan herziening. Naar de mening van Jan Willem Kallewaard moet de medisch specialist vrijgevestigd blijven. Hij voorziet dat er de komende jaren verschillende vormen van participatie zullen ontstaan. Op dit vlak kan worden geprofiteerd van ervaringen in het bedrijfsleven. Onderzoek hiernaar van Jeroen Heine biedt u een interessant inkijkje. Van een andere orde maar ook toekomstgericht is het interview met Jan-Wilke Reerds over het bijzondere werk van Stichting Centrum ’45 en Stichting Arq.

4 INTERVIEW JAN WILLEM KALLEWAARD Wat is de rol van de specialist in het ziekenhuis? Een persoonlijke visie.

8 PARTICIPATIE ALS PERSPECTIEF Met de liberalisering van de zorgsector komt participatie van professionals in zorgondernemingen op gang.

10 BEVRIJDING VAN TRAUMA’S De aanwezige kennis maatschappelijk inzetten, dat is het doel van Stichting Centrum ’45.

13 DAVID DE WIED-LEZING Een lezing over de samenhang tussen ouder worden, suikerziekte en dementie.

14 JONGE TANDARTSEN PAKKET Jonge tandartsen hebben behoefte aan kredietmogelijkheden. CenE Bankiers ontwikkelde speciaal voor hen een pakket.

Stephan van de Vusse, Directeur CenE Bankiers

19 PERSOONLIJK In het dagelijks leven is Peter Dros tandarts, in zijn vrije tijd een groot wijnliefhebber.


INHOUD Het magazine van CenE Bankiers ZorgAlert, nummer 2 2008

14 STADSREPORTAGE Deze zomer staat Peking in het middelpunt van de belangstelling. Maar niet alleen voor sportfanaten is de stad interessant. De hoogtepunten op een rij.

26 INTERVIEW MARGA VAN WEELDEN ‘Farmacie is een vak vol raadsels.’ Marga van Weelden, apotheker en voorzitter van de KNMP, aan het woord.

28 STRIJD TEGEN BORSTKANKER Een op de negen vrouwen krijgt borstkanker. De strijd tegen de ziekte speelt zich tegenwoordig af op moleculair niveau.

4 30

28

30 INTERVIEW TJEERD KRAMER Van bottenkraker tot rugdokter, de chiropractor over de erkenning van zijn vakgebied.

34 STUDIEREIS Een werkbezoek aan Engeland over de privatisering van de ouderenzorg.

EN VERDER 7 Korte berichten 16 Beleggingsvisie Van Lanschot Bankiers 18 Voor u geselecteerd 33 Column

Het bestaansrecht van de chiropractor ZorgAlert 3


INTERVIEW TEKST: WILLEM VAN LEEUWEN FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/MARCO VELLINGA

Anesthesioloog en bestuurder Jan Willem Kallewaard:

Naast zijn werk als anesthesioloog heeft Jan Willem Kallewaard (43) nog tal van andere zaken die hem bezighouden. Zo is hij voorzitter van de stafmaatschap van de Alysis Zorggroep in Arnhem, waar hij werkt. Verder is hij vicevoorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie (NVA). En dan is hij ook nog medeauteur van een boek over pijnbestrijding. Als het gaat over de rol van de specialist in het ziekenhuis en zijn honorering, dan geeft Kallewaard graag zijn – persoonlijke – visie.

‘Artsen moeten vrijge

4

ZorgAlert


vestigd blijven’

M

edisch specialisten hebben in ziekenhuizen hun krachten op verschillende manieren gebundeld. Er zijn ziekenhuizen waar specialisten alleen een stafbestuur hebben en uitsluitend op medisch-inhoudelijk gebied als collectief optreden. Op financieel vlak functioneren deze maatschappen als individuele entiteiten. Ze onderhandelen allemaal zelf met hun bestuur over zaken als productievolumina en uurtarief. Kallewaard: ‘In mijn ogen is dit ongewenst voor die bestuurders, want zij moeten eindeloos onderhandelen. Het is ook niet bevorderlijk voor de rust, want de ene maatschap onderhandelt beter dan de andere, waardoor er ongelijkheid kan ontstaan. Er zijn ook ziekenhuizen met een zogenaamde geharmoniseerde stafmaatschap. Alles wat de specialisten verdienen gaat in één pot waaruit de artsen hun inkomen volgens een vastgestelde verdeelsleutel ontvangen en waaruit de kosten worden betaald. Nu de lumpsum is weggevallen en artsen per DBC worden betaald, zijn er specialisten die hun omzet flink hebben zien stijgen en daar toch niet de vruchten van plukken; dit kan tot ontevredenheid leiden. Binnen de Alysis Zorggroep hebben we ook een stafmaatschap, maar die is niet geharmoniseerd. Dat levert soms ook best pittige discussies op: de ene dokter verdient meer dan de andere, maar dat is een kwestie van afspraken die zijn gemaakt.’ Het grote voordeel van een stafmaatschap is, volgens Kallewaard, dat medisch specialisten zich samen sterk maken voor hun financiële belangen. ‘Doordat er onderlinge financiële afspraken zijn, kan de focus gericht blijven op prestaties en kwaliteit van zorg. De sfeer tussen de artsen onderling is hier collegiaal en ontspannen, wat vooral komt doordat de financiën in grote lijnen goed zijn geregeld. We hebben verder een professioneel bestuur van de stafmaatschap, dat een reële vergoeding ontvangt voor zijn bestuurswerkzaamheden. Liefdewerk oud papier is niet meer van deze tijd. Er lopen tijdverslindende projecten in het ziekenhuis, dat kun je niet tussen je dagelijkse werk doen; mensen moeten daarvoor worden vrijgemaakt. Dat doen we hier gelukkig.’

Onbillijkhedenpot

Jan Willem Kallewaard

Om de kosten te beteugelen is marktwerking in de zorg sinds een paar jaar het toverwoord. Ziekenhuizen worden gestimuleerd om efficiënter met hun budgetten om te gaan met behulp van DBC’s. Een DBC is een weergave van alle activiteiten en verrichtingen die een patiënt in het ziekenhuis doorloopt in het kader van zijn/haar ziektebeeld. Aan het merendeel van de DBC’s is een vast tarief toegekend. De rest van de DBC’s heeft ten dele een vast tarief; het overige deel is vrij onderhandelbaar. Het ziekenhuis, de medische staf en de zorgverzekeraars worden geacht hierover met elkaar in onderhandeling te treden. Het ministerie van VWS wil het vrij onderhandelbare segment de komende jaren uitbreiden. Verder is de lumpsum voor specialisten afgeschaft en worden ze vanaf 2008 per afgesloten DBC betaald. In de aanloop naar de vaststelling van de nieuwe uurtarieven is het in veel ziekenhuizen

ZorgAlert 5


‘Liefdewerk oud papier is niet meer van deze tijd’

onrustig geweest. In zijn ziekenhuis bleef het relatief rustig, zegt Kallewaard. ‘We hebben hier met het stafmaatschapsbestuur afgesproken dat we tot 1 juni 2008 aan alle maatschappen hetzelfde uitkeren als ze gewend waren. Bijna niemand zal erop achteruitgaan. Dat is in andere ziekenhuizen wel het geval. We hebben ook een onbillijkhedenpot in het leven geroepen. Maatschappen die menen dat ze door het DBC-systeem tekort worden gedaan, kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding.’

Nooit een speelbal Als het gaat over de toekomst van de medisch specialist is Kallewaard duidelijk: hij moet vooral vrijgevestigd blijven. Dat staat enigszins haaks op de berichten die de laatste jaren uit de koker van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen kwamen. Die zei af te willen van vrijgevestigde artsen met hun te veilige contracten voor het leven. Er zouden prestatiecontracten moeten komen met medisch specialisten, waardoor ziekenhuizen relatief eenvoudig van medici af zouden kunnen. Kallewaard: ‘Gelukkig heeft de Orde van Medisch Specialisten daar adequaat op gereageerd, maar het zoemt nog steeds rond. Ik ben absoluut voorstander van het handhaven van die vrijgevestigde status, maar ik zeg er wel bij dat ik niet weet of de maatschappen over twintig jaar nog dezelfde structuur hebben als nu. Misschien zijn er dan wel veel kleinere maatschappen, die bestaan uit partners en medewerkers, zoals de advocatuur die nu al kent. Maar tot dat moment is aangebroken, kun je in de huidige status van vrijgevestigd specialist het best opkomen voor al je belangen.’ De invoering van de DBC’s zorgt volgens Kallewaard vanzelf al voor prestatieprikkels. ‘Aan de DBC’s hangen kwaliteitseisen. Artsen moeten immers ook kijken naar de inhoudelijke, kwalitatieve component van hun DBC’s en in het verlengde daarvan naar een goede en efficiënte inrichting van hun zorgstraat. Een specialist in loondienst laat de ontwikkelingen om hem heen misschien toch wat eerder aan zich voorbijgaan. Terwijl het juist van belang is dat de medisch specialist nauwgezet betrokken blijft bij alle ontwikkelingen in het geïntegreerde medisch-specialistisch bedrijf en dat hij een serieus gesprekspartner van het bestuur blijft.’

Meer betrokken Op het terrein van het ondernemerschap in de zorg vinden momenteel tal van initiatieven plaats. Steeds vaker worden delen van een ziekenhuis geprivatiseerd. Artsen investeren al dan niet samen met het ziekenhuis in het opzetten van een kliniek en vinden in het opzetten van een gestroomlijnd en efficiënt behandelcentrum een nieuwe uitdaging. Een goede ontwikkeling, vindt Kallewaard. ‘Als je ergens medeeigenaar van bent, raak je meer betrokken bij de bedrijfsvoering. Er zijn op dit moment initiatieven in ziekenhuizen waarbij men inventariseert of medisch specialisten, na het inleveren van hun goodwill, mede-eigenaar kunnen worden van het ziekenhuis. Er zijn specialisten die buiten het ziekenhuis zelfstandige behandelcentra

6

ZorgAlert

openen. En er zijn artsen die op basis van business cases bereid zijn om als maatschap in een ziekenhuis op fiftyfiftybasis te investeren in een bepaald onderdeel. Ze krijgen dan medezeggenschap in het reilen en zeilen van de kliniek en komen naast hun honorarium ook in aanmerking voor een winstdeling. Het aardige is dat als je mede-eigenaar bent, je veel kritischer naar je product gaat kijken. Dat komt de efficiency ten goede en is goed voor de kostenbeheersing. Ik geloof erin dat een “incentive” een heel positieve werking heeft, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat er ook artsen zijn die hieraan alleen negatieve kanten ontdekken. Het is het aloude verschil tussen een medisch-kwalitatieve en een medisch-zakelijke benadering. Nu we in de instellingenzorg nog in een overgangsperiode zitten, komen deze initiatieven soms nog te vroeg, maar ik ben ervan overtuigd dat de komende jaren nog tal van participatiemodellen het licht zullen zien.’

Plek bij uitstek Jan Willem Kallewaard voelt zich verbonden met ‘zijn’ ziekenhuis in Arnhem, waar hij in 1998 aan de slag ging. Kan hij zich voorstellen dat hij ooit de overstap maakt naar een ander ziekenhuis voor het geld? ‘Nee, het draait in je werk niet alleen om de financiën, maar juist om de mate waarin je zelf vorm kunt geven aan je inhoudelijke werk én aan de structuur waarin je dat werk doet. De Alysis Zorggroep is een plek bij uitstek waar al deze aspecten uitstekend uit de verf komen en een prettige plaats om de toekomstige ontwikkelingen actief mee te gaan bepalen.’ 쏔


N E T H C I R E B E KORT In elk nummer van ZorgAlert: nieuws, facts en updates

OPROEP

Nationale Zorgmanagement Competitie 2008

CenE Bankiers zoekt adviseurs

Kent u iemand in uw

omgeving die op zoek is naar een nieuwe uitdaging? Wij zijn op zoek naar adviseurs op ons

In oktober 2008 gaat de eerste Nationale

kantoor in Utrecht.

Zorgmanagement Competitie van start. Het is

De adviseur is binnen een adviesteam de interne ‘spin in het web’ voor onze relaties. Hij/zij onderhoudt de commerciële contacten met onze

een competitie op basis van een unieke managementsimulatie uitgaand van een zorgorganisatie in de AWBZ. De computerbased simulatie is op initiatief van Instituut KMBV en Bedrijfssimulaties.nl ontwikkeld in

cliënten en is samen met een senior adviseur verantwoordelijk voor de maatwerkadvisering aan artsen, tandartsen en medisch specialisten. Ook draagt deze persoon ervoor zorg dat alle bankzaken, zowel privé als zakelijk, vlekkeloos verlopen. Naast fiscale en financiële verdieping voelt

de adviseur zich uitgedaagd gespecialiseerde kennis over de gezondheidszorg te vergroten. Minimaal hbo-niveau en minimaal drie jaar relevante werkervaring zijn vereisten. Uitgebreide informatie over deze functie vindt u op www. vanlanschot.com/werken.

samenwerking met onder andere ActiZ, VGN, enkele zorgorganisaties en Deloitte.

H

et jaarlijks terugkerende project is erop gericht om deelnemers op een attractieve manier het ondernemerschap en de consequenties van hun strategische keuzes - binnen een risicoloze setting - te laten ondervinden. De Nationale Zorgmanagement Competitie 2008 wordt actief ondersteund door onder andere CenE Bankiers, CZ, Instituut KMBV, Bedrijfssimulaties.nl en Zorgmarkt (Wolters Kluwer). De kern van de simulatie is een zorgbedrijf dat zowel intramuraal als extramuraal actief is. De deelnemers (in de rol van het managementteam) moeten op basis van een casus de strategie bepalen en keuzes maken op het gebied van marketing, productaanbod, productie, investeringen, HRM, huisvesting, etc. In een concurrerende setting moet het managementteam de beste resultaten behalen op het gebied van klanttevredenheid, financiën, medewerkerstevredenheid en marktaandeel. Organisaties werkzaam in de zorgsector kunnen met een team van drie tot vijf personen inschrijven. Deze personen vormen een fictief managementteam dat dan in een concurrerende setting tegen andere teams speelt. Na een proefronde worden in totaal vijf rondes (staat voor vijf opvolgende jaren) gespeeld. De competitie biedt deelnemers een uitgelezen mogelijkheid om risicoloos het zorgondernemerschap te ondervinden en aan te gaan. De competitie wordt voornamelijk via internet vanuit de eigen organisatie gespeeld. De Nationale Zorgmanagement Competitie start begin oktober 2008 en duurt qua looptijd circa vijf weken. De eerste vijf rondes (vanuit de eigen werksituatie) nemen ongeveer zes uur in beslag. In een beperkte tijd wordt dus veel geleerd. De finale (voor de beste tien teams) wordt centraal in Nederland ‘live’ gespeeld. Meer informatie op www.zorgcompetitie.nl. Voor vragen of aanmeldingen, mail naar info@zorgcompetitie.nl

INFORMATIE De adviesgroepen van CenE Bankiers zijn bereikbaar op de volgende telefoonnummers: Zorginstellingen

(030) 659 90 20 Apothekers

(030) 659 90 30 Artsen/Medisch specialisten

(030) 659 90 12 AIOS

(030) 659 90 35 Tandheelkundige beroepen

(030) 659 90 15 Dierenartsen

(030) 659 90 04 Chiropractors

(030) 659 90 18 Kijk voor meer informatie ook op www.cenebankiers.nl

ZorgAlert 7


MEDEWERKERSPARTICIPATIE TEKST: WILLEM VAN LEEUWEN ILLUSTRATIE: MICHIEL VIJSELAAR

Met de liberalisering van de zorgsector komt het denken over participatie van professionals in de zorgonderneming op gang. Participatie wordt gezien als middel om belangen van ziekenhuis en medisch specialisten uit te lijnen. Op een aantal plaatsen wordt door ziekenhuizen en medisch specialisten al geëxperimenteerd met nieuwe organisatievormen zoals zorg-bv’s.

Participatie als perspectief voor

P

articipatie kan in principe gemakkelijker tot stand worden gebracht in zorgondernemingen die al een bv-structuur kennen. Daarbij valt te denken aan aanbieders van electieve zorg (de vroegere ZBC’s), maar ook aan ketens van apothekers en van eerstelijnszorg. Tegen deze achtergrond is het interessant kennis te nemen van ervaringen met participatieregelingen in het bedrijfsleven. Het participeren van werknemers in het aandelenkapitaal van de werkgever is ontstaan in de Verenigde Staten, waar het is uitgegroeid tot een waar fenomeen. De Europese Unie is voorstander van het creëren van een gunstig juridisch en fiscaal klimaat dat medewerkersparticipatie stimuleert. In Nederland neemt de aandacht hiervoor snel toe. Van Lanschot Bankiers onderzocht de toegevoegde waarde en de structuur van participatieregelingen bij enkele tientallen niet-beurs-genoteerde ondernemingen die een participatieregeling hebben geïntroduceerd. Deelnemers aan dit onderzoek vertegenwoordigen nagenoeg alle sectoren van het bedrijfsleven. Mr. Jeroen Heine, directeur Equity Management Services bij Van Lanschot, is verantwoordelijk voor het onderzoek (Binding en motivatie dankzij medewerkersparticipatie): ‘De aandacht in Nederland voor participatieregelingen groeit niet in de laatste plaats vanwege de ontwikkelingen op de aandelenmarkten. Daarnaast worden medewerkers mondiger, vooral de hoogopgeleiden. Ze willen zich wel binden, maar verwachten daar iets extra’s voor terug.’ De bank vroeg de onderzochte bedrijven onder andere naar de doelen van de regelingen, het onderscheid tussen management- en medewerkersparticipatie, de inrichting van de regeling en de factoren die het succes van de regeling bepalen. Heine: ‘Het belangrijkste doel van een participatieregeling is het creëren van binding. Daarnaast stimuleert het de motivatie. Medewerkers krijgen het gevoel mede-eigenaar van het bedrijf te zijn. Ze voelen zich medeondernemer en dat vergroot het “wij-gevoel”. Ik heb mensen gesproken die meedoen aan een participatieregeling die zeiden dat hun houding merkbaar veranderde. Vaak kleine dingen, zoals het licht niet langer laten branden dan nodig. De mentaliteit wordt anders. Verder vergroten participatieregelingen de prestatiedrang. Als het met het bedrijf goed gaat, dan profiteert de medewerker daar immers van’, aldus Heine. Doordat participatieregelingen nog niet in alle sectoren zijn ingevoerd, kunnen bedrijven zich met zo’n regeling ook nog eens onderscheiden van de concurrentie.

De zeepkist op Het medeaandeelhouderschap als instrument van binding richt zich momenteel hoofdzakelijk op bedrijven waarin het menselijk kapitaal een belangrijke asset is, zegt Heine. Bedrijven dus waar hoogopgeleide professionals de resultaten sterk beïnvloeden, zoals ingenieursbureaus, consultantskantoren, advocatenkantoren. Heine sluit echter niet uit dat ook bedrijven met lager geschoolde medewerkers op den duur

8

ZorgAlert

‘Het belangrijkste doel van een participatieregeling is het creëren van binding’


‘De belangen tussen aandeelhouder en management worden gelijkgeschakeld’

zorgondernemingen in aanmerking komen voor participatieregelingen: ‘Waarom niet? Het instrument an sich werkt, dat is bewezen. Wat van belang is, is dat een ondernemer in staat moet zijn en de behoefte moet hebben duidelijk met medewerkers te communiceren. Je moet de zeepkist op, uitleggen wat de waarde van zo’n regeling is en wat je er als ondernemer mee wilt bereiken.’ In het onderzoek kwam ook het onderscheid tussen medewerkers- en managementparticipatie aan de orde. Heine: ‘Bij managementparticipatie wordt vaak rechtstreeks in het aandelenkapitaal deelgenomen, vaak gaat het om wat hogere bedragen en soms is deelname verplicht. Maar zowel bij managementparticipatie, als bij medewerkersparticipatie worden de belangen tussen aandeelhouder en management gelijkgeschakeld. Dat zorgt voor continuïteit van de onderneming.’

‘Waarom wil je het?’ INFORMATIE Meer weten over participatieregelingen? Bel: (030) 659 93 69 E-mail: j.heine@vanlanschot.com

Alle ondervraagden in het onderzoek gaven aan dat participatie heeft geleid tot een aantoonbare toename van omzet en arbeidsproductiviteit (gemiddeld 2,4 procent) én tot een groei van de loyaliteit. Er lijkt dus voldoende reden te zijn voor bedrijven om participatie in de vorm van aandelen voor medewerkers mogelijk te maken. Heine nuanceert dat: ‘Je moet er als bedrijf aan toe zijn. Waarom wil je het? Wanneer ben je tevreden? Wat zijn je verwachtingen? Vergeet niet dat het ook een sociale en emotionele impact heeft op de ondernemer en onderneming. Het heeft toch een idee van een interne beursgang. Als je het alleen doet om je medewerker een extraatje te bezorgen, dan schiet je volgens mij je doel voorbij. De pijlers moeten het binden en motiveren zijn. Het grote geld kun je je medewerkers toch niet garanderen, er zit altijd een risico aan.’

Timing Een participatieregeling opzetten vergt specifieke kennis, maar is met het inhuren van juridische en fiscale expertise in relatief korte tijd te realiseren. Een goede timing is echter van belang. En dan spelen de financiën uiteindelijk toch een doorslaggevende rol. Heine: ‘De belangrijkste succesfactor voor de regelingen is een goed financieel resultaat. Als je als bedrijf bijvoorbeeld een paar mindere jaren voor de boeg hebt, is het verstandiger om er even mee te wachten.’ Zou een participatieregeling in aangepaste vorm interessant kunnen zijn voor ziekenhuismedewerkers, bijvoorbeeld medisch specialisten? Heine ziet mogelijkheden, maar denkt dat er wel een vertaalslag moet worden gemaakt. ‘Het is de moeite waard te onderzoeken welke toepassing in de zorgsector mogelijk is.’ 쏔

ZorgAlert 9


CENTRUM ’45 TEKST: CONNIE LOHUIS FOTOGRAFIE: HOLLANDSE HOOGTE

Stichting Centrum ’45, opgericht in 1973, richtte zich aanvankelijk op de behandeling van getroffenen van de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels heeft de stichting haar werkterrein verbreed. Het doel is om de aanwezige kennis maatschappelijk in te zetten. ‘We willen naar de zorg kijken vanuit de keten, waarbij Stichting Centrum ’45 de topzorg verleent’, zegt Jan-Wilke Reerds, voorzitter van de raad van bestuur.

‘Ons doel is bevrijding

10

ZorgAlert


‘Gegevens worden gekoppeld aan wetenschappelijk onderzoek’

van trauma’s’

I

n december 2007 richtte Centrum ’45 de holding Stichting Arq op. Reerds: ‘Deze naam staat voor vertrouwen en hoop. Maar duidt ook op een boog, een koepel van waaruit in heel Nederland goede effectieve én efficiënte traumazorg kan worden verleend.’ Begin dit jaar nam Arq het Instituut voor Psychotrauma (IvP) over van Schouten & Nelissen. Een commercieel instituut, dat zich vooral richt op traumazorg bij bedrijven waar ernstige incidenten hebben plaatsgevonden. Met de overname van IvP is de ketenaanpak nog sterker geworden. IvP biedt 24-uurszorg aan bedrijven. Een klein percentage van de door het IvP behandelde mensen komt daarna bij Centrum ’45 terecht. Reerds legt uit: ‘De constructie van de holding maakt het mogelijk om een commerciële onderneming als IvP samen te laten werken met de niet-commerciële Stichting Centrum ’45.’ Reerds werkt al meer dan vijfentwintig jaar bij Stichting Centrum ’45. Eerst als psychotherapeut en later als bestuurder. De organisatie telt zo’n tweehonderd medewerkers, die op hun beurt ook weer een goede opleiding en begeleiding nodig hebben. ‘Het is mooi werk, maar ook heel zwaar werk’, aldus Reerds. Dat hij zelf geen getroffenen meer behandelt vindt hij wel eens jammer. ‘Maar’, zegt hij, ‘aan een therapeut die geen continuïteit kan bieden hebben de getroffenen niets. Ze moeten op hun therapeut kunnen rekenen. En dat kan ik niet bieden nu ik voorzitter van de raad van bestuur ben.’

Bevrijding Reerds legt uit waar Stichting Arq zich op richt. ‘We hebben drie invalshoeken. In de eerste plaats is daar de zorgpoot. Gericht op zorg van nulde tot en met derde lijn, met als doel “bevrijding”. De derde lijnszorg verlenen we met Stichting Centrum ’45 in Oegstgeest, Noordwijkerhout en Diemen. In totaal hebben we 48 bedden. Er zijn klinische, dagklinische en poliklinische behandelingen. Tot onze cliënten behoren nog steeds getroffenen van WO II. In de loop der jaren zijn daar jongere veteranen bijgekomen die getraumatiseerd zijn tijdens de vredesmissies, maar ook beroepsgetraumatiseerden weten ons steeds beter te vinden. Denk aan politieagenten, ambulancepersoneel, treinmachinisten, brandweerlieden, journalisten en hulpverleners uit oorlogsgebieden. Daarnaast hebben we veel getraumatiseerde vluchtelingen, mensen die bijvoorbeeld in het land van herkomst ernstig gemarteld zijn.’ Centrum ’45 werkt nauw samen met de ministeries van Defensie, Justitie en VWS. Reerds: ‘Wij zijn de echo van de ernstige gebeurtenissen in de samenleving. De echo is het geluid nadat alles is opgeruimd. Dan komen wij in actie. Dat is fantastisch werk.’

Kennis borgen De tweede invalshoek van Stichting Arq is de zogenaamde kennispoot. Reerds: ‘Kennisverbreding, wetenschappelijk onderzoek en opleiding staan hierbij centraal.

We werken nauw samen met verschillende universiteiten. We kunnen vanuit Stichting Centrum ’45 bogen op decennialang opgebouwde kennis van de diagnostiek en behandeling van ernstig getraumatiseerde cliënten. Behalve door onderzoek door psychotherapeuten en psychiaters, krijgen we ook veel inzicht doordat we cliënten vragenlijsten laten invullen. Dat doen we voor en na de behandelingen. Zo kunnen we het effect van de behandeling nauwkeurig meten. Deze gegevens worden – uiteraard geanonimiseerd – gekoppeld aan wetenschappelijk onderzoek. Wereldwijd hebben we hier inmiddels een flinke reputatie mee opgebouwd. De psychodiagnostiek wordt steeds verder genuanceerd. Die kennis borgen, delen en uitrollen heeft ook onze prioriteit. Zo hebben we nu in Utrecht en Rotterdam een Psychotrauma Diagnose Centrum (PDC). In het noorden en oosten van het land gaan we ook PDC ’s openen. Het doel hiervan is ook voor de eerstelijnshulpverlening specialistische diagnostiek te bieden zodat getroffenen snel op de juiste plek behandeld kunnen worden.’

Radio Uruzgan De derde poot richt zich op het ondersteunen van belangenorganisaties. Bij ernstige gebeurtenissen is het vaak zo dat de hulpverleners en belangenorganisaties opnieuw het wiel gaan uitvinden. Dat, terwijl er al veel kennis aanwezig is. Reerds: ‘In steeds meer gevallen bieden wij onze hulp in de vorm van supervisie. Deze ondersteuningen geven we niet alleen in Nederland, maar ook internationaal.’ Reerds geeft een mooi voorbeeld: Radio Uruzgan. ‘Vanuit de kennis en ervaring die we hebben opgedaan met jonge veteranen, kennen we het belang van contact met het thuisfront. Het is belangrijk dat de jonge soldaten niet in een isolement terechtkomen. Radio Uruzgan is een middel om dat te voorkomen. Partners en betrokkenen luisteren naar hetzelfde radiostation, naar dezelfde programma’s. Zo kunnen de soldaten met hun partners bijvoorbeeld praten over muziek en over alledaagse dingen. Dat vermindert enigszins de zwaarte van de missie en heeft een preventieve werking.’ Reerds nam dit initiatief in onderling overleg en samenwerking met de Wereldomroep en het ministerie van Defensie.

Toekomst Kijkend naar de zorgverlening in Nederland vindt Reerds dat alles op alles moet worden gezet om dit efficiënt en effectief te doen. ‘De behandeling van psychotrauma’s omvat een conglomeraat van activiteiten. Van de mantelzorgers, de huisartsen, de eerste tot en met de derde lijn GGZ-hulpverlening. Als we willen dat dat allemaal vloeiend verloopt dan moeten we op alle niveaus kunnen inspelen. We zijn hard op weg om dit te realiseren. De essentie van ons werk is om het met elkaar te doen. Ik geloof in de verbinding, in het samen aanpakken van problemen.’ 컄

ZorgAlert 11


JAN-WILKE REERDS:

‘De essentie van ons werk is om het met elkaar te doen’

Wonderlijke veerkracht Reerds boogt op een lange ervaring met getroffenen. Wat hem persoonlijk treft, is de ook aanwezige wonderlijke veerkracht van mensen die iets ernstigs hebben meegemaakt. ‘Uiteraard doen we onderzoek naar die veerkracht. Er zijn mensen die relatief weinig last hebben van wat hen is overkomen. Het is knap om te zien hoe zij de vreselijkste delicten een plek geven. Vaak met behulp van humor of kunstuitingen. Ik vind dat bijzonder om te zien. In die zin zijn er gelukkig nog steeds veel mensen die met geringe hulp en met steun van partners en familie zichzelf kunnen bevrijden van hun trauma’s. Voor al die mensen, die dat om begrijpelijke redenen niet lukt, staan wij klaar.’ 쏔

STICHTING CENTRUM ’45 IS GEVESTIGD OP VIER LOCATIES In Centrum ’45 te Oegstgeest worden sinds 1973 verzetsdeelnemers en oorlogsgetroffenen van de Tweede Wereldoorlog en hun gezinsleden behandeld. Sinds een aantal jaar staat de behandeling ook open voor veteranen. De locatie Oegstgeest bestaat uit een kliniek met 24 bedden, een dagkliniek met 32 plaatsen en een polikliniek. In De Vonk-Noordwijkerhout worden sinds 1994 getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers behandeld. De Vonk-Noordwijkerhout bestaat uit een kliniek met 24 bedden, een dagkliniek met 8 plaatsen en een polikliniek. In Amsterdam is sinds 2001 onder de naam De Vonk-Amsterdam, een afdeling voor ambulante traumabehandeling. Het betreft hier de voormalige afdeling voor hulpverlening aan vluchtelingen en asielzoekers van Pharos, die in oktober 2001 aan Centrum ’45 is overgedragen.

12

ZorgAlert


DAVID DE WIED-LEZING TEKST: KARIN WILLEMS FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/ MAARTEN HARTMAN

De onbegrepen rol van insuline In de 18e David de Wied-lezing die in mei plaatsvond, vertelde hoogleraar neurowetenschappen Willem Hendrik Gispen over de samenhang tussen ouder worden, suikerziekte en dementie. Daarbij wees hij op de onbegrepen rol van insuline.

B

ij oudere mensen met suikerziekte zien we vervroegde klachten over het geheugen en een verminderde flexibiliteit van het denken. Het lijkt erop dat de hersenen als gevolg van de suikerziekte versneld verouderen. Ook zouden de ziekte van Alzheimer en suikerziekte type II, die juist bij ouderen voorkomt, samenhangen. En wat blijkt? Er is discussie over de rol van insuline. Dit peptidehormoon is cruciaal in de regulatie van de suikerconcentratie in het bloed. Het beĂŻnvloedt de suikerstofwisseling in onder andere de spieren, het vetweefsel en de lever. Tegen alle verwachtingen in blijken de hersenen gevoelig te zijn voor insuline. Ook kan het hormoon vanuit het bloed de hersenen in en schijnt het eveneens in de hersenen te worden gemaakt. Insuline is voor de hersenen mogelijk een helper in nood, maar ontregeling van de insulinehuishouding kan ook schadelijk zijn. Meer over deze lezing vindt u op onze website, cenebankiers.nl

PROF. DR. WILLEM HENDRIK GISPEN (1943) HOOGLERAAR NEUROWETENSCHAPPEN

Hij was van april 2001 tot oktober 2007 rector magnificus van de Universiteit Utrecht en is benoemd tot universiteitshoogleraar bij de Universiteit Utrecht. Gispen studeerde biologie in Utrecht en promoveerde daar in 1970 in de neurowetenschappen. Na postdoctoraal onderzoek in de Verenigde Staten, ItaliĂŤ en Zweden werd hij hoofd van de afdeling Moleculaire Neurobiologie aan de Universiteit Utrecht. In 1980 werd hij hoogleraar en in 1988 directeur van het Rudolf Magnus Instituut voor Neurowetenschappen. Van 1996 tot 1999 was hij decaan van de Faculteit Geneeskunde en vicevoorzitter van het UMC Utrecht. Gispen is lid van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen en de Academia Europaea en voorzitter van de Board of Editors van het European Journal of Pharmacology. Eerder was hij president van de Federation of European Neuroscience Societies. Voor zijn wetenschappelijk werk ontving hij diverse onderscheidingen, waaronder vijf eredoctoraten.

ZorgAlert 13


JONGE TANDARTSEN PAKKET TEKST: CONNIE LOHUIS FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/PETER STRELITSKI

Petra van de Hoef (30), Healthcare Banker bij CenE Bankiers:

‘Jonge Tandartsen Pakket

14

ZorgAlert


Gehoor gevend aan signalen uit de markt, heeft CenE Bankiers het Jonge Tandartsen Pakket ontwikkeld. Dit pakket is bedoeld voor tandheelkundestudenten in de masterfase en voor tandartsen tot vijf jaar na afstuderen.

Petra van de Hoef

is puur maatwerk’

W

e worden steeds vaker benaderd door studenten tandheelkunde die in de eindfase van hun opleiding zijn’, vertelt Healthcare Banker bij CenE Bankiers Petra van de Hoef. ‘Zij hebben behoefte aan kredietmogelijkheden, bijvoorbeeld omdat ze door uitloting eerst voor een bepaalde periode een andere opleiding hebben gevolgd. Andere redenen hiervoor zijn de duur en kosten van de opleiding, en het uitzicht op een goed inkomen. Vanaf de masterfase kunnen aankomende tandartsen, afhankelijk van het studiejaar waarin zij zich bevinden, daarom bij ons een bankrekening openen met een ruime kredietlimiet tegen een gunstige rente.’

kunnen tandheelkundestudenten in de masterfase en startende tandartsen bij ons terecht voor verzekeringen op het gebied van ongevallen, motorrijtuigen, wonen, reizen en recreatie.’

Stralende ogen Momenteel voert Petra regelmatig gesprekken met jonge tandartsen. ‘Stuk voor stuk zijn ze enthousiast over hun beroep. Ze weten waar ze voor komen te staan. Namelijk voor flinke investeringen én voor het continu bijspijkeren van kennis. Bij ieder gesprek zie ik stralende ogen als deze jonge mensen over hun vak gaan praten. Dat vind ik het mooiste om te zien.’ 쏔

Behoefte aan financiële kennis Van de Hoef benadrukt de specifieke behoeften van jonge tandartsen. ‘In de praktijk merken we dat studenten in de masterfase beginnen na te denken over hun toekomst. Na ontvangst van het masterdiploma heeft de jonge tandarts het eerste keuzemoment. Waar gaat hij werken en is dit tijdelijk als “waarnemer” of in vast verband als “tandartsmedewerker”? Is er één of zijn er meerdere opdrachtgevers? We adviseren en ondersteunen hem hierin. Tevens komt het vaak voor dat de jonge tandarts direct na afstuderen een eigen woning wil gaan kopen. Gezien de snelle inkomensontwikkeling van jonge tandartsen liggen de wensen veelal op een hoger niveau dan passend is bij hun aanvangsinkomen. Wel sluiten deze wensen aan bij hun toekomstige inkomen. In ons Jonge Tandartsen Pakket houden wij bij het sluiten van een hypotheek rekening met de verwachte inkomensontwikkeling, waardoor een hoger hypotheekbedrag mogelijk is. Bovendien biedt onze hypotheek voor een bepaalde periode uitstel van aflossing om de jonge tandarts aan het begin van zijn loopbaan extra financiële ruimte te geven. De financiering van een woning blijft overigens wel maatwerk. We kijken dan ook altijd naar de persoonlijke situatie, om zo tot de meest ideale constructie te komen.’

Enthousiaste reacties De eerste jonge tandartsen zijn al over de brug. ‘Ze reageren heel enthousiast’, vertelt Van de Hoef. ‘We hebben goede contacten met de tandheelkundige faculteiten en in overleg met hen geven wij workshops en presentaties over de financiële toekomst van jonge tandartsen.’ Binnen het Jonge Tandartsen Pakket is een scala aan verzekeringen opgenomen, waaronder een arbeidsongeschiktheidsverzekering en natuurlijk een medische ongevallenverzekering met verhoogde uitkeringen voor verlies van handen en ogen: immers de belangrijkste ‘instrumenten’ van iedere tandarts. Van de Hoef: ‘Daarnaast

HET JONGE TANDARTSEN PAKKET OMVAT: 쐍 een rekening-courant met ruime kredietmogelijkheden; 쐍 speciaal voor startende tandartsen een hogere hypotheek, omdat we rekening houden met de verwachte inkomensontwikkeling; 쐍 bepaalde periode van uitstel van aflossing van de hypotheek; 쐍 flexibele en voordelige mogelijkheden op het gebied van bankzaken en verzekeringen; 쐍 verzekeringsvoorwaarden die gebaseerd zijn op het specifieke risicoprofiel en de maatschappelijke positie van de jonge tandarts; 쐍 uitgebreide advisering en ondersteuning door een vaste adviseur.

Petra van de Hoef (30) volgde de studie communicatiewetenschap aan de universiteit van Nijmegen. Na haar studie ging ze als marktonderzoeker aan de slag. Via een netwerkcontact werd ze gewezen op haar huidige functie bij CenE Bankiers. ‘Het was een flinke overstap, maar het klantencontact en het specialisme van CenE Bankiers spraken me ontzettend aan. Ik heb uiteraard diverse aanvullende opleidingen specifiek gericht op het bankwezen gevolgd. Nu gaan we met veel enthousiasme het Jonge Tandartsen Pakket in de markt zetten.’

‘Jonge tandartsen hebben behoefte aan kredietmogelijkheden’ ZorgAlert 15


BELEGGINGSVISIE TEKST: MICHEL VAN DER STEE ILLUSTRATIE: DEVON RESS FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/MARC BOLSIUS

Herstel aandelenmarkten laat op zich wachten

Verenigde Staten: geen Volgens Ben Bernanke, de voorzitter van het stelsel van Amerikaanse centrale banken, is er een kans dat de Amerikaanse economie in recessie geraakt. Dat lijkt een ‘understatement’. De groei van de consumentenbestedingen is in het eerste kwartaal praktisch stilgevallen, de werkgelegenheid is in maart voor de derde keer op rij gedaald, de huizenmarkt toont nog geen tekenen van stabilisatie en vrijwel alle belangrijke conjunctuurindicatoren wijzen naar beneden. Het is dan ook niet zozeer de vraag of er een recessie komt, maar vooral hoe diep de recessie zal zijn en wanneer een herstel mag worden verwacht.

16

ZorgAlert

R

ecessies in het recente verleden duurden gelukkig nooit zo lang. De zwaarste recessie was die aan het begin van de jaren tachtig. Afgezien van een tussentijdse opleving, duurde het toen bijna twee jaar voor de economie definitief uit het dal klom. De recessie aan het begin van de jaren negentig duurde ongeveer een jaar en die aan het begin van deze eeuw, na het uiteenspatten van de ICT-zeepbel, duurde niet veel langer. Gelet op de omvang van de schuldenproblematiek in de VS zou het deze keer echter wel eens wat langer kunnen gaan duren. Topeconomen als Stiglitz en Roubini en inmiddels ook het IMF noemen de huidige crisis zelfs de ernstigste sinds de Grote Depressie.

Deflatiegevaar Hoewel de kranten vooral berichten over de steeds maar verder stijgende energieen voedselprijzen, lijkt Bernanke zich meer zorgen te maken over deflatie dan over inflatie. Ongetwijfeld heeft hij daarbij het spookbeeld van Japan in de jaren negentig voor ogen. Deflatie is een zeldzaam verschijnsel, maar als het zich voordoet, dan is dat zonder uitzondering na een periode van excessieve kredietverlening. En daar kunnen we hier rustig over spreken, want hoewel het reële inkomen van de gemiddelde Amerikaan de afgelopen dertig jaar met niet meer dan 1 procent per jaar is gestegen, zijn zijn uitgaven met een veelvoud daarvan toegenomen. Werd er tot het midden van de jaren tachtig gemiddeld nog zo’n 10 procent van het besteedbare inkomen gespaard, de laatste jaren lag de spaarquote dicht bij nul of zelfs daaronder. Na jaren van overconsumptie en lenen lijkt het punt bereikt dat de economie de


Michel van der Stee is beleggingsstrateeg bij Van Lanschot Bankiers

‘Agressieve renteverlagingen hebben zeer beperkt effect gehad’

gewone recessie schuldenlast niet meer kan dragen. Nu de huizenprijzen dalen, blijkt dat de Amerikanen veel minder rijk zijn dan zij dachten en komen velen van hen in de problemen. Banken geven geen krediet meer en dus zal de broekriem stevig moeten worden aangehaald. Hierdoor zullen economische groei, werkgelegenheid en inkomens afnemen, waardoor de schuldproblemen nog verder toenemen. Zo kan een deflatoire spiraal ontstaan, die moeilijk is te doorbreken. Aandelenkoersen en vastgoedprijzen zullen in zo’n rampscenario nog veel verder onder druk komen.

Rentebeleid tot op heden niet heel effectief De vraag is of Bernanke cum suis in staat is het deflatoire proces dat uitgaat van de (dreigende) kredietimplosie een halt toe te roepen. De agressieve renteverlagingen en andere liquiditeitsverhogende maatregelen die al zijn genomen, hebben tot nu toe nog maar zeer beperkt effect gehad. Als gevolg van de kredietcrisis functioneert het systeem in de Verenigde Staten namelijk verre van optimaal. Zo zijn de hypotheekrentes nauwelijks gedaald en bedrijven en andere instellingen die voor hun financiering een beroep doen op de kapitaalmarkt, moeten zelfs meer rente betalen dan enkele maanden geleden, omdat beleggers momenteel een hogere risico-opslag eisen. Uit een onderzoek van de Federal Reserve blijkt verder dat vrijwel alle banken de laatste maanden veel terughoudender zijn geworden met het verstrekken van leningen. Veel kleinere bedrijven kunnen geen financiering meer krijgen en voor hedge funds en private equity-partijen is de deur al bijna helemaal gesloten. Verder geeft een ruime meerderheid van de banken aan ook voorzichtiger te zijn geworden met het verstrekken van woninghypotheken aan kwalitatief goede debiteuren.

Aandelen goedkoop, risico’s groot Het ziet er kortom niet goed uit. Hoe het afloopt, moeten we afwachten. Geen crisis is hetzelfde als de vorige en de Amerikaanse economie staat bekend om haar aanpassingsvermogen. Anders dan de Japanse autoriteiten destijds, neemt de Federal Reserve het deflatiegevaar zeer serieus en doet zij er alles aan om te voorkomen dat het zover komt. Anders ook dan in Japan, wordt de pijn door de Amerikaanse banken zo veel mogelijk meteen genomen. Veel banken hebben daarnaast nieuw kapitaal kunnen aantrekken. Ten slotte is het van belang dat het Amerikaanse bedrijfsleven uiterst concurrerend is bij de huidige stand van de dollar, en dat de sterke groei van de opkomende economieën in de wereld compensatie kan bieden voor vraaguitval in de Verenigde Staten. Vooralsnog voorzien wij daarom geen rampscenario. Wij geloven echter evenmin dat de economie volgend jaar alweer op zijn trendmatige groeipad terug zal keren, zoals Ben Bernanke ons wil doen geloven. Het zal ons niet verbazen als we in de loop van het jaar ook in Europa over recessie zullen praten. De Duitse economie houdt zich nog verrassend goed, maar in veel andere landen ziet het plaatje er minder gunstig uit. De dure euro speelt het bedrijfsleven danig parten en van de ECB valt voorlopig weinig hulp te verwachten, omdat de bank het bestrijden van de inflatie prioriteit geeft. Wat de bedrijfsresultaten betreft, lijkt de kans op tegenvallers groter dan de kans op meevallers. De teleurstellende eerste-kwartaalresultaten van bedrijven als General Electric, Alcoa en Philips onderstrepen dit risico. Hoewel de meeste aandelenmarkten volgens onze waarderingsmodellen momenteel zeer goedkoop zijn, hoeven beleggers wat ons betreft daarom geen haast te maken. Een herstel op de aandelenmarkten zal waarschijnlijk nog even op zich laten wachten. 쏔

ZorgAlert 17


SELECTIE

In elk nummer van ZorgAlert: de leukste uitstapjes en hebbedingen

Terrassenkasteel

Alles draait om As In As, tijdelijk gehuisvest in een kapel in Amsterdam-Zuid, vindt u een grote buitenkeuken waar biologisch wordt gekookt. Binnen staan solide lange tafels die als een bloem om een ‘as’ in het midden draaien. Maar als het mooi weer is kunt u heerlijk buiten op het terras zitten tussen kleurige pompoenen, courgettes, tomaten en paprika’s.

Het in 1698 gebouwde Château Neercanne in Maastricht is het enige terrassenkasteel in de Benelux. De fraaie baroktuin rond het kasteel ligt op vier verschillende niveaus. Drie van deze terrassen hebben een beschermde Unesco-status. Hier kunt u uitgebreid genieten van de Franse keuken, die tot ver over de grenzen wordt geprezen en is bekroond met een Michelin-ster. Wijnen worden bewaard in Romeinse grotten. Kijk voor meer informatie op www.chateauhotels.nl

Restaurant As, Prinses Irenestraat 19, Amsterdam, (020) 644 01 00

Zitten op een elektriciteitsmast De Faraday Stool lijkt op een mini-elektriciteitsmast, maar is een comfortabele kruk. Het lichte en ergonomische ontwerp is afkomstig van ontwerpersduo Teun Fleskens en Ingmar Cramers van Design Academy Eindhoven. De Faraday Stool is verkrijgbaar in drie varianten: gekleurde poedercoating, roestvrij staal of verchroomd. Verkrijgbaar vanaf € 550,-

Roken met de Chuckwagon Deze zomer bereidt u in de tuin uw vlees, vis en groente met ‘The Legendary’ Barbecue Smoker Chuckwagon. Deze barbecue kan grillen, barbecuen en roken. Bij het roken bepaalt de keuze van het soort hout in belangrijke mate de smaak. Veilig en gezond! De verkoopprijs van het 13”-model is € 1.725,-, die van het 16”-model € 2.995,-

18

ZorgAlert


TEKST: CONNIE LOHUIS FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/MARC BOLSIUS

PERSOONLIJK Tandarts Peter Dros (39) kreeg zo’n tien jaar geleden een bijzondere patiënt annex wijnkenner in zijn stoel. Terwijl Dros zich professioneel met de man bezighield, kwamen er allerlei verhalen over bijzondere wijnen ter sprake. ‘Die gesprekken waren voor mij de aanleiding om me te gaan verdiepen in dit kostelijke vocht. Ik volgde allerlei cursussen, las boeken en ging regelmatig naar Frankrijk. En natuurlijk bezocht ik regelmatig wijnproeverijen.’

D

Wijnadvies uit de behandelkamer

ros is nu aangesloten bij het Wijn Vrienden Collectief. Hij beschikt over een speciaal gekoelde ruimte waar nu zo’n kleine duizend flessen liggen te wachten op het moment suprême. Dros heeft een voorkeur voor oplegwijnen, wijnen dus die nog wat jaren moeten liggen voordat ze op dronk zijn. ‘Ik haal de wijnen uit Frankrijk, Italië, maar ook Australië maakt zeer mooie Shiraz-wijnen. Soms koop ik de oplegwijnen direct bij de wijnboer en ik oriënteer me natuurlijk ook op internet. Verder levert de inmiddels bevriende patiënt regelmatig mooie flessen. Hij is namelijk wijnhandelaar.’ Vroeger dronk Dros uitsluitend bier, maar hierin is verandering gekomen. ‘Niet dat we elke dag een bijzondere fles opentrekken. De mooie wijnen zijn voor het weekend. Het gaat namelijk om “wine and spice”. Laatst nog had ik een prachtige Morey-Saint-Denis Premier Cru Clos Sorbes van Jacky Truchot. Die wijn moet je dus het liefst drinken bij eendenborstfilet. Het is fantastisch om te ervaren dat de wijn van smaak verandert als je er een stukje eenden-borst bij eet. Hij wordt dan opeens zoeter. Het leuke is dat mijn vrouw dan ook héél enthousiast wordt. Ze kan wel eens mopperen als ik weer eens met vijftig flessen uit Frankrijk terugkom. Maar als er eenmaal een heerlijke fles opengaat, dan weet ze weer dat het de moeite waard is.’ 왏

ZorgAlert 19


STADSREPORTAGE TEKST: KASPER MARINUS FOTOGRAFIE: HOLLANDSE HOOGTE, GETTY IMAGES

20

ZorgAlert


Peking Stad van de Chinese Eed van Hippocrates

T

Olympisch stadion

Sun Simiao

raditionele Chinese geneeskunde heeft een geschiedenis van duizenden jaren en is onlosmakelijk verbonden met spiritualiteit. Stromingen als het taoïsme, het boeddhisme en het confucianisme fungeerden veelal als basis. Een van de belangrijkste traditionele geneesheren was de daoïstische priester Sun Simiao. Gedurende zijn leven van 581 tot 682 beschreef hij vele medische theorieën, recepten en therapieën die enorm hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de geneeskunde in China, maar ook aan de ontwikkeling van die in Japan en Korea. Ook heeft hij de tekst geschreven die wel wordt gezien als ‘de Chinese Eed van Hippocrates’. Vanwege zijn inzicht en kennis wilden diverse keizers hem een hoge functie geven, maar Simiao gaf de voorkeur aan een teruggetrokken leven in de natuur. Eeuwen later wordt hij echter nog steeds geëerd in een van de zalen van de Tempel van de Witte Wolk in Peking. De Tempel van de Witte Wolk, of Baiyunguan, is een van de vele tempels die u deze zomer tussen de (sport)evenementen van de Olympische Spelen door kunt bezoeken. Maar er is natuurlijk heel veel meer te zien. En omdat Peking zich met het oog op de Spelen van zijn beste kant aan de wereld wil laten zien, is het deze zomer ook een zeer geslaagde vakantiebestemming voor niet-sportfanaten. ZorgAlert zet de hoogtepunten op een rij. 컄 ZorgAlert 21


Verboden Stad

Unesco Werelderfgoedlijst VERBODEN STAD Zo’n vijf eeuwen lang regeerden de keizers van de Ming- en Qing-dynastieën hun rijk vanuit de Verboden Stad. Het indrukwekkende complex, dat ongeveer 720.000 vierkante meter beslaat, is begin vijftiende eeuw gebouwd en nog steeds ademt het de grootsheid van die tijd. Er zijn 980 gebouwen en bijna 9000 kamers behouden gebleven. Het Palace Museum dat hier is gevestigd beschikt over duizenden eeuwenoude stukken keramiek, schilderijen, bronswerk en meer. Als u vroeg op de dag komt, kunt u in alle rust ronddwalen.

Tai chi

Verboden Stad

ZOMERPALEIS In 1750 werd onder keizer Qianlong het Zomerpaleis gebouwd. Het bijbehorende groengebied combineert diverse bouwstijlen en tuinlandschappen uit verschillende gebieden. U wandelt hier heerlijk langs rijkelijk versierde tempels, paviljoenen en bruggen. De grond die voor het kunstmatige Kunming-meer werd opgegraven, is gebruikt voor de aanleg van de Langleven-heuvel. Ming spirit path

TEMPEL VAN DE HEMEL In dit tempelcomplex in het zuidoosten van Peking vereerden de keizers tot begin 20ste eeuw de hemel en baden zij jaarlijks voor een goede oogst. De prachtige 15de-eeuwse gebouwen zijn omringd door een groot park, waar u ondanks de vele bezoekers rustig kunt wandelen tussen de oude bomen. Als u het complex ’s ochtends vroeg bezoekt, ziet u hoe de plaatselijke bevolking massaal de dag begint met tai chi-oefeningen. MING-GRAVEN Ongeveer drie kwartier buiten het centrum van Peking liggen de Ming-graven, waar dertien van de zestien keizers die de Ming-dynastie telde zijn begraven. Een lange weg leidt u naar de vallei waar zich de drie tombes bevinden die open zijn voor publiek. U loopt onder eeuwenoude poorten door en langs enorme marmeren beelden van dieren en mensen. Een van de tombes, die uit meerdere verdiepingen en kamers bestaan, laat zich het best beschrijven als een ondergronds paleis. Meer dan 30.000 mensen hebben er zes jaar lang aan gewerkt.

22

ZorgAlert


Opera

Typisch Peking

Ming Tombe

Drumtoren

PEKING OPERA Peking heeft een eigen operastijl die zang, spraak en muziek combineert met mime, dans en acrobatiek. Deze eeuwenoude theatervorm wordt alom geprezen en gekoesterd als culturele schat. Hoe goed een speler is wordt met name afgemeten aan zijn sierlijkheid. Omdat er een oud dialect wordt gesproken dat de meeste Chinezen zelf ook niet begrijpen, zijn de voorstellingen in moderne theaters voorzien van Chinese en Engelse ondertiteling. Ga bijvoorbeeld naar het Laoshetheehuis bij het Qianmen-station voor een gratis korte middagvoorstelling, naar het Zhengyici-operatheater dat een van de oudste houten theaters in China is of ga naar hĂŠt operagebouw van de stad: het ellipsvormige Nationaal Centrum voor Uitvoerende Kunsten. SIHEYUANS EN HUTONGS Traditiegetrouw werden wijken opgebouwd uit siheyuans, complexen bestaande uit vier gebouwen rondom een centraal pleintje met daaromheen een muur. Deze werden verbonden door hutongs, oftewel steegjes. Hoewel veel van deze oude wijken zijn afgebroken en vervangen door hoogbouw, zijn er ook heel wat buurten behouden gebleven. Een aantal gebieden is zelfs beschermd. Met name de siheyuans in de omgeving van de klokkentoren en de drumtoren bieden een prachtige inkijk in oud Peking.

Hutong

YONGHE-TEMPEL De Yonghe-tempel, beter bekend als de Lama-tempel, is een van de grootste kloosters ter wereld gewijd aan het Tibetaans boeddhisme. In eerste instantie opgericht als keizerlijk paleis, combineert het prachtige gebouw diverse Chinese en Tibetaanse bouwstijlen. De zalen zijn weelderig versierd en bevatten tal van religieuze beelden. Drie daarvan zijn in 1993 opgenomen in het Guinness Book of World Records.

ZorgAlert 23


Snacks op een stokje

Eten en drinken PEKING CUISINE In de Chinese hoofdstad is er qua eten voor ieder wat wils. De vele restaurants serveren gerechten uit alle streken van het land, maar ook gerechten uit bijvoorbeeld de Italiaanse, Japanse en Indiase keuken. Typerend voor Peking zijn de snacks, het keizerlijk banket en natuurlijk de pekingeend. Overal langs de straten treft u kleine stands waar men allerlei soorten snacks verkoopt. De populairste is jianbing, een gevuld pannenkoekje, maar er is ook van alles op een stokje te krijgen: van in pindakruimels of suiker gedoopt fruit, tot schorpioen en zijderups. Manhan quanxi is het traditionele banket van de Mantsjoe-keizers van de Qing-dynastie. Ook nu nog wordt het prijzige gerecht beschouwd als exclusief. Pekingeend, de specialiteit van de stad, is volop verkrijgbaar in allerlei variaties. Aanraders zijn de Guolin- en Quanjude-restaurants. Van laatstgenoemde keten is het Qianmen-filiaal het oudste pekingeendrestaurant van de stad. Bezoek ook zeker de bij de plaatselijke bevolking populaire Guijiestraat met zijn rode lantaarns, traditionele binnenplaatsen en honderden restaurantjes.

Groen NATUURLIJK PEKING In en rondom Peking zijn veel parken en groengebieden waar u kunt genieten van de natuur en oude bouwwerken. Als u in het 10de-eeuwse Beihai-park op de heuvel bij de witte stupa staat, ziet u aan de overkant van het meer het Vijf Draken Paviljoen. Daar in de buurt staat ook een prachtig versierde muur waarop negen draken in de wolken kronkelen. Verder zijn er nog het door tempels omringde Shichahai-meer, het Jingshanpark, het Taoranting-park en Beijing Botanical Garden: de grootste botanische tuin in noordelijk China vol kleurrijke bloemen, zeldzame bomen en historische attracties. Binnen een straal van 50 km liggen diverse natuurgebieden waaronder Xiangshan, beter bekend als Fragrant Hills-park; de Tijgervallei met zijn bergen en bossen; de miljoenen jaren oude Duijiuvallei waar het water langs vreemde rotsformaties en grotten stroomt; en de zeven lagen tellende Shihua-grot. 24

ZorgAlert

Pekingeend

Lotusbloem

Museum of Traditional Medicine

Jingshan-park Zomerpaleis


Winkelen WARENHUIZEN In een wereldstad als Peking kan er uiteraard uitgebreid worden gewinkeld. De Wangfujingstraat is dÊ winkelstraat van Peking. Hier vindt u vooral de wat duurdere modezaken. Voor de winkels staan beelden die de vroegere ambachten van Peking uitbeelden. Tussen Qianmen en Dashilan ligt een meer dan 500 jaar oud winkelgebied waar lokale producten volop verkrijgbaar zijn, zoals zijde, operamaskers en traditionele medicijnen. Populaire warenhuizen vindt u onder meer in de Xiu Shuistraat en het Xidan-gebied. MARKTEN In Xizhi Men ligt een kledingmarkt die de lokale bevolking graag bezoekt en Zhong Guan Cun is waar alle mogelijke elektronische apparaten worden verkocht. Antiek en curiosa zijn te vinden in onder meer de grootste en drukst bezochte vlooienmarkt Pan Jia Yuan, het in zijde en juwelen gespecialiseerde Hong Qiao, ’s werelds grootste overdekte antiekmarkt Beijing Curio City en de in meubelen gespecialiseerde Liangmaantiekmarkt. Voor alle mogelijke soorten thee, ten slotte, moet u zijn in de Maliandaostraat, de grootste theemarkt van noordelijk China.

Chinese groene thee

ZorgAlert 25


INTERVIEW TEKST: KOOSJE DE BEER

FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/HARMEN DE JONG

Mijn week begint op de werkvloer, zegt Marga van Weelden. ‘Als apotheker in Ermelo. Het is een stevige combinatie, maar ik zou niet anders willen. Als voorzitter van de KNMP ben ik vaak in gesprek met verschillende partijen over ontwikkelingen in de farmacie en de zorg die elkaar razendsnel opvolgen. Dan is het goed om soms pas op de plaats te maken en argumenten met praktijkvoorbeelden te kunnen staven.’

‘Farmacie is een vak vol raadsels’

Marga van Weelden

26

ZorgAlert


‘De zorg in Nederland staat in vergelijking met andere landen hoog aangeschreven, we hebben dus veel te verliezen’

E

en voorliefde voor scheikunde én haar wens om met mensen te werken, waren doorslaggevend voor Marga van Weelden om te kiezen voor een studie farmacie. ‘Ik heb er nooit spijt van gehad. Het vak boeit mij nog steeds omdat het elke dag weer raadsels brengt met veel variabelen die opgelost moeten worden. Ingewikkelde vragen die variëren van het achterhalen van de oorzaak waarom een bepaald geneesmiddel niet aanslaat tot het vinden van de beste oplossing als verschillende geneesmiddelen elkaar niet verdragen. Juist als er sprake is van dit soort uitzonderlijke gevallen, is het mijn verantwoordelijkheid om uit te zoeken wat voor de patiënt het beste is. Dit doe ik meestal in overleg met de huisarts, verpleegkundige of andere zorgverleners en zo mogelijk met de patiënt zelf.’ Overleggen met andere partijen is ook een terugkerende constante in het voorzitterschap van Marga van Weelden voor de KNMP. Als belangenbehartiger voor de apothekersbranche bestaat een groot deel van haar werk uit besprekingen en overleg met zorgverzekeraars, zorgverleners, maatschappelijke instellingen, de farmaceutische industrie en de politiek. Ook in deze hoedanigheid worden de ervaringen uit Ermelo regelmatig uit de kast gehaald. ‘Zorgverzekeraars wijzen steeds vaker aan welke toedieningsvorm van identieke geneesmiddelen vergoed wordt. In theorie lijkt dat redelijk, maar de praktijk is weerbarstiger. Zo sprak ik laatst met een huisarts over een patiënt met de ziekte van Alzheimer. Deze dame vergat voortdurend haar medicijnen in te nemen. Sinds kort is er een alternatief, een pleister die nu nog wordt vergoed door de zorgverzekeraar. Of dit in de toekomst zo zal blijven is op dit moment de vraag. Zorg voor medische veiligheid is een van de speerpunten in het beleid van de KNMP. Als we hier over spreken, laat ik zeker niet na dit soort praktijksituaties aan te halen.’ Ook de unieke situatie in Nederland waarin, naast apothekers, ook drogisten zelfzorg-middelen mogen verkopen, dwingt de KNMP extra alert te zijn op de patiëntveiligheid. Als voorbeeld noemt Van Weelden pijnstillers die zonder recept bij de drogist zijn te verkrijgen, maar in combinatie met andere medicijnen maagbloedingen kunnen veroorzaken. ‘Nee, ik heb niet het idee dat we tegen de bierkaai vechten. Wanneer je iets goed met argumenten onderbouwt, wordt er, ook in de politiek, naar je geluisterd.’

Marktwerking Dezelfde lijn van beargumenteerd overleg volgt Van Weelden in discussies over ontwikkelingen in de zorg in bredere zin. ‘De marktwerking in de zorg is volop in beweging. Het is een groeiproces voor alle partijen. Iedereen wordt geprikkeld om efficiënter te werken. Ik vind dat niet verkeerd zolang de kwaliteit van zorg voor de patiënt gewaarborgd blijft. De zorg in Nederland staat in vergelijking met andere landen hoog aangeschreven, we hebben dus veel te verliezen.’ De intentie van minister Ab Klink om de inkomstenstructuur voor apothekers te veranderen ziet Van Weelden met de nodige reserves tegemoet. ‘Dat onze inkomsten zouden gaan

veranderen was zeker. Onder het beleid van staatssecretaris Hans Simons werden apothekers gestimuleerd om bonussen en kortingen te bedingen. Deze situatie wordt nu verder afgebouwd. Voor ons is van belang dat de apotheker een zorgtarief krijgt voor zijn zorgtaken en dat de apotheek als onderneming een voldoende aantrekkelijke investering blijft.’ De bedoeling van de minister is dat vanaf 2010 apothekers met zorgverzekeraars gaan onderhandelen over een prestatievergoeding voor de geleverde farmaceutische zorg. Ook zullen deze partijen elkaar spreken over een vergoeding voor de infrastructuur die nodig is om een apotheek als onderneming te kunnen leiden. Van Weelden: ‘Wij zullen dus afspraken moeten maken met zorgverzekeraars. Ook wij worden geprikkeld in het kader van de marktwerking.’ Levert marktwerking op lange termijn een even goede zorg op als in de oude situatie van voor 2006? Van Weelden is even stil. Dan bedachtzaam: ‘Een lastige vraag. Er zullen stevige publieksrechtelijke waarborgen moeten worden ingebakken om de huidige kwaliteit te kunnen behouden. Maar de markt gaat wel komen. Als we de weg van geleidelijkheid kiezen én partijen in een gelijk speelveld met elkaar onderhandelen, kan er een nieuwe situatie ontstaan waarbij apotheken met elkaar concurreren op basis van geleverde kwaliteit.’

Kansen Wel of geen marktwerking, is volgens Van Weelden overigens geen reële keuze omdat er wel iets moest gebeuren. Kostenstijgingen, vergrijzing en beperkte mogelijkheden tot sturing in het oude systeem hebben de omslag naar marktwerking afgedwongen. Ook nieuwe medische ontwikkelingen brengen hogere kosten met zich mee. ‘Als ik kijk naar mijn eigen vakgebied, zie ik steeds meer medische kennis ontstaan over de genetische infrastructuur op niveau van het individu. Ik vind dit een fascinerende ontwikkeling, want wat betekent dit voor de toekomst? Het zou doodzonde zijn wanneer we deze kennis niet ten volle kunnen benutten voor geneesmiddelen omdat het geld ontbreekt.’ ‘Mensen liggen ook steeds korter in het ziekenhuis. Zij hebben na hun ontslag vaak nog specialistische bereidingen nodig die nu ook in de huisapotheek gemaakt moeten worden.’ In het verlengde van deze constatering ziet de voorzitter meer kansen dan bedreigingen voor de apothekerondernemer. ‘Het aantal apotheken in ons land groeit in hoog tempo, de spoeling wordt dunner. Toch zal er altijd ruimte blijven voor de kwalitatief goede apotheek die het vertrouwen heeft verdiend van zijn eigen patiënten.’ De komst van centrale bereidingscentra of de verandering naar wellnesscentra van sommige apotheken, doen daar volgens Van Weelden weinig vanaf. ‘Ik lig niet wakker van de komst van apotheken naar NS-stations. Dit soort concepten bedient een bepaalde groep mensen, maar zeker niet iedereen die zorg nodig heeft. Ouderen die slecht ter been zijn, zullen er bijvoorbeeld niet komen. Ook als een intraveneuze pijncassette snel moet worden vervangen, heeft een patiënt meer aan de kennis van zijn eigen apotheker dan aan een bereidingscentrum ver weg.’ 쏔

ZorgAlert 27


TRACERS TEKST: LEENDERT VAN DER ENT ILLUSTRATIE: DEVON RESS

Borstkanker:

Eén op de negen vrouwen krijgt borstkanker. De strijd tegen de ziekte speelt zich tegenwoordig af op moleculair niveau. Het VU medisch centrum in Amsterdam loopt daarin mede voorop. De wetenschappers werken er onder andere aan een nieuwe screeningsmethode voor borstkanker.

Strijd op moleculair niveau

O

m borstkanker op te sporen ondergaan vrouwen boven de vijftig tweejaarlijks een mammografie. Maar de ziekte kan zich ook bij vrouwen onder de vijftig openbaren. ‘Dat geldt bijvoorbeeld voor vrouwen die genetisch een sterk verhoogd risico lopen’, zegt prof. dr. Epie Boven, medisch oncoloog in het VU medisch centrum (VUmc) in Amsterdam. ‘Zij ondergaan daarom elk half jaar een borstonderzoek.’ De jaarlijkse foto’s zijn emotioneel belastend en ze leveren stralingsbelasting op. Zou het niet mogelijk zijn dit onderzoek te verbeteren en te vereenvoudigen? Dr. Connie Jimenez, hoofd van het OncoProteomics laboratorium van het VUmcCancer Center Amsterdam: ‘Daar werken we aan. Het draait om het vinden van de juiste merkereiwitten die aantonen dat er een tumor aanwezig is. Tepelvloeistof weerspiegelt wat er in de borst gebeurt. Met de juiste merkers volstaat het eenvoudig afkolven van een paar druppels om te screenen op borstkanker.’

We weten dat dit een sterk vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid is. In tepelvloeistof kun je naar drieduizend verschillende eiwitten kijken. Een borstkankercel maakt een groot aantal verschillende eiwitten aan, die onderling een complex geheel aan verschillende functies aansturen. Om daarin inzicht te krijgen, hebben we nieuwe onderzoeksmethoden nodig.’ Pas sinds kort is het mogelijk om verder door te dringen in deze micro-werkelijkheid met zijn duizenden eiwitten. Jimenez: ‘Geavanceerde hybride massaspectroscopie maakt dat mogelijk. Daarmee kunnen we niet slechts enkele, maar grote hoeveelheden eiwitten tegelijk detecteren en identificeren op basis van de zeer nauwkeurig bepaalde molecuulmassa. Dat vakgebied heet (onco)proteomics. Het geeft ons inzicht in de functies van al die verschillende eiwitten binnen een netwerk van onderlinge verhoudingen. We kunnen daarmee “nieuwe” eiwitten vinden als basis voor de ontwikkeling van nieuwe medicijnen en merkers.’

Merkereiwitten

Proteomics spoort merkereiwitten op

Het gaat daarbij niet om één zo’n merker, maar om de combinatie van een stuk of tien. Boven: ‘Niet alle tumoren zijn hetzelfde. Ze kunnen verschillende kenmerken hebben, die naar voren komen uit de verschillende combinaties van eiwitten.’ Jimenez vult aan: ‘Wanneer genen in lichaamscellen in actie komen, doen ze dat door eiwitten aan te maken. Dat is de manier om functies uit te voeren. Bij kankercellen kan die eiwitactiviteit ervoor zorgen dat een cel gaat delen, heel moeilijk doodgaat of zich kan verplaatsen. De meest directe manier om de ziekte op te sporen, is te zoeken naar eiwitten die wijzen op zo’n kwalijke activiteit. Dat zijn de merkereiwitten.’ Die merkereiwitten spelen niet alleen een rol bij de opsporing, maar ook bij de behandeling. ‘Daarbij slaan we nu al de weg van de individualisering in’, schetst Boven. ‘Vrouwen met uitgezaaide borstkanker onderzoeken we op individuele genetische kenmerken van de kankercellen, die we aflezen uit de eiwitten. Dit diagnostisch onderzoek richt zich op minstens drie eiwitten waarvan we weten dat ze met borstkanker te maken hebben. Treffen we ze wel of niet aan, dan leiden we daaruit af welke soort tumor aanwezig is en welke behandeling daarbij hoort.’ Ook bij uitzaaiingen van borstkanker wil men weten welke soort borstkankercellen zich daar bevinden. Helaas kan op dit moment dit onderzoek alleen plaatsvinden met stukjes weggenomen weefsel. Het wegnemen van weefsel uit de lever en sommige andere organen is niet eenvoudig. Boven: ‘Daarom zou niet alleen een betere screeningsmethode voor borstkanker op basis van tepelvloeistof mooi zijn, maar ook wanneer we andere lichaamsvloeistoffen daarvoor kunnen gebruiken, zoals bloed.’

Door grootschalig eiwitten in kaart te brengen is het mogelijk om de verschillen tussen populaties in beeld te brengen. ‘Daarom vergelijken we verschillende groepen en beginnen we met de screening op borstkanker’, geeft Jimenez aan. ‘Gezonde mensen, de genetische dragers die niet ziek zijn, en vrouwen met borstkanker in een vroeg stadium. Welke eiwitten treffen we uitsluitend bij een specifieke groep aan? De combinatie van deze onderscheidende eiwitten geeft ons de basis voor een test. Voor de screening op borstkanker zijn dat de merkers die in een vroeg stadium van kanker voorkomen. Vermoedelijk zullen we in de eerste drie jaar van het onderzoek zo’n vijftig kandidaat-merkers opsporen. In het vierde jaar komt het aan op valideren: het terugbrengen van dat aantal tot een set van de tien beste merkers.’ CenE Bankiers betaalt het traject van vier jaar onderzoek door een assistent in opleiding. Inmiddels is bio-informaticus drs. Marc Warmoes met zijn onderzoekswerk begonnen. Daarnaast is de ondersteuning van een verpleegkundige nodig die de tepelvloeistof afneemt. Voor de financiering van die functie tekent The American Women’s Club of The Hague.

Complex geheel De gewenste screenings- en onderzoeksmethoden komen er niet zomaar. Er is de laatste tien jaar weliswaar snelle voortgang geboekt, maar er blijft nog veel te doen. Boven: ‘We onderzoeken en behandelen op dit moment op basis van enkele eiwitten.

28

ZorgAlert

Snel screenen De set merkers is het uitgangspunt voor de ontwikkeling van een klinische test waarmee het gemakkelijk wordt om routinematig grote series monsters te screenen. Jimenez: ‘Voor die test moeten we antilichamen gebruiken die de specifieke merkereiwitten in een monster kunnen herkennen. Dat maakt vervolgens detectie mogelijk. Als we geluk hebben zijn de benodigde antilichamen commercieel voorhanden, anders moeten we ze ontwikkelen. Op die manier kunnen we in tien jaar een weinig belastende, snelle en goedkope screeningsmethode voor borstkanker in handen krijgen.’ 쏔 www.oncoproteomics.nl


‘Het draait om het vinden van de juiste merkereiwitten die aantonen dat er een tumor is’

ZorgAlert 29


INTERVIEW TEKST: ARNOUD KLUITERS

FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/PETER STRELITSKI

In omringende landen vindt een groeiend aantal rug- en nekpatiënten de weg naar een chiropractor een vanzelfsprekende. Zo niet in ons land, waar de meesten eerst kiezen voor de huisarts of andere hulpverleners. Heel langzaam verandert dit, ziet chiropractor Tjeerd Kramer. ‘Wat we vooral nog nodig hebben is wettelijke erkenning voor ons vakgebied.’

Van bottenkraker tot rugdokter

Tjeerd Kramer

30

ZorgAlert


L

etterlijk een flits bracht René Frank Meijer (50) weer verlichting. Begin jaren negentig liep de Vleutense tandarts voor het eerst de röntgenkamer binnen van chiropractor Tjeerd Kramer. Al tien jaar klaagde Meijer over toenemende last van zijn rug en nek. ‘Een probleem waarmee veel van mijn collega’s rondlopen. We staan dag in dag uit in dezelfde houding over mensen heen gebogen.’ Vooral als Meijer achter in een mond een bovenkies moest vullen of trekken, deed dat steeds meer pijn. Met het jaar ging hij krampachtiger werken. Met aspirines, sporten en fysiotherapie probeerde hij zijn klachten op te vangen. Maar echt vooruitgang boekte hij niet. ‘Tot de röntgenfoto’s van Kramer uitwezen dat verschillende werveltjes in mijn bovenrug en nek tekenen van slijtage begonnen te vertonen. Door de scheve houding had ik bovendien een scoliose ontwikkeld, die op zijn beurt tot verkrampte spieren en bewegingsbeperking leiden.’

Voorbehouden handeling Het nemen van röntgenfoto’s in de praktijk van een chiropractor is niet zo vanzelfsprekend als het lijkt. Integendeel, tot begin jaren negentig was het maken ervan officieel alleen voorbehouden aan radiologen. Alleen dankzij een gedoogbeleid mochten chiropractoren toch zelf foto’s maken en er diagnoses mee stellen. ‘Röntgenonderzoek is vaak een onmisbaar onderdeel van ons lichamelijk onderzoek’, legt Kramer uit. ‘Het is niet voor niets in onze universitaire opleiding opgenomen. Gelukkig ziet de Inspectie voor de Gezondheidszorg dat inmiddels ook in: onder bepaalde voorwaarden mogen wij röntgenfoto’s maken. Angst voor een verkeerde interpretatie ervan is onnodig: uit vergelijkende studies blijkt dat chiropractoren evengoed röntgenfoto’s van de wervelkolom kunnen lezen als radiologen.’ Het voorbeeld is tekenend voor de situatie waarin de beroepsgroep zich bevindt. Terwijl enerzijds na jaren knokken röntgenfoto’s mogen worden genomen, mag anderzijds iedereen zich chiropractor noemen. Die titel is namelijk niet beschermd. ‘In ons land zijn ongeveer 220 chiropractoren aangesloten bij de Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA)’, zegt voormalig voorzitter Kramer. ‘Dat betekent dat zij de vereiste vijfjarige opleiding plus stage hebben doorlopen. Ik vermoed dat er nog eens zo’n vijftig tot honderd zijn die dit níét hebben gedaan. Zonder te kunnen voldoen aan de vereiste kwaliteitseisen, mogen zij toch ongehinderd aan ieders nek trekken. Daar kan ik boos om worden.’ Geen erkenning voor zijn vakgebied dus. ‘Zo logisch als het is om met kiespijn naar een tandarts te gaan, zo logisch zou het ook moeten zijn om met rug- en nekklachten automatisch contact op te nemen met een chiropractor.’ Het zal geen verrassing zijn dat tandarts Meijer die bewering ondersteunt. Hij herin-

nert zich dat nog niet zo lang geleden mensen met tandklachten naar de huisarts gingen. En in de 19e eeuw verrichtten huisartsen nog chirurgische handelingen. ‘Je kunt het je niet voorstellen, want vandaag de dag zijn dit toch heel specialistische beroepen. Chirurgen en tandartsen verrichten voorbehouden behandelingen.’ Zelf kan Meijer inmiddels niet meer zonder chiropractor. ‘Een andere zorgverlener zou me niet zo hebben opgeknapt. Iedere zes weken behandelt Tjeerd me. In het begin ging ik minder vaak en keerden de klachten snel terug, nu noem ik zijn behandelingen een noodzakelijke onderhoudsbeurt. Zonder de behandelingen had ik zeker chronische klachten ontwikkeld en mijn beroep niet meer goed kunnen uitoefenen.’ Maar de gemiddelde Nederlander stapt bij rug- en nekklachten niet automatisch bij een chiropractor binnen, de positieve ervaringen van mensen als Meijer ten spijt. Ze blijven aankloppen bij bijvoorbeeld een huisarts, manueel therapeut of fysiotherapeut. Zowel Kramer als Meijer denkt te weten hoe dit komt. ‘In de volksmond is een chiropractor nog altijd een bottenkraker’, zegt Meijer. Zit in die associatie een deel van het probleem? Kramer: ‘Het woord rugdokter zou misschien beter zijn. Net als bij de tandarts weet je dan direct bij wie je terechtkomt. Bottenkraker, dat klinkt doodeng, ook al werken we helemaal niet zo! Maar krijg dat vooroordeel maar eens weg.’

Olympisch team Hoe anders wordt in veel andere landen tegen dit vakgebied aangekeken. In de Scandinavische landen, in Zwitserland, Engeland, de Verenigde Staten, Japan, Australië, Groot-Brittannië, Zuid-Afrika en Canada is chiropractie een wettelijk erkende behandeling. Kramer: ‘In de VS herbergt het olympisch team zelfs verplicht een chiropractor.’ In deze landen bevinden zich ook de opleidingen. Niet alleen bieden verschillende landen inmiddels méér dan één opleidingsplaats aan, ook nieuwe steden bieden die mogelijkheid. Onlangs vulden Italië, Spanje en Frankrijk het rijtje verder aan. ‘Een bijzonder voorbeeld is het Deense Odense’, zegt Kramer. ‘Om aan te geven hoezeer chiropractie daar is erkend als een voorbehouden beroepsgroep: de eerste twee jaar volgen studenten geneeskunde en studenten chiropractie sámen een gemeenschappelijke opleiding. Pas daarna splitsen ze zich af om zich verder te specialiseren.’ Nederland is nog niet zover. Om het vak uiteindelijk hier te kunnen uitoefenen, reizen de meeste studenten eerst af naar Bournemouth, gelegen in het zuiden van Engeland. De school telt er zo’n vijfhonderd internationale studenten, verdeeld over vijf studiejaren. In tegenstelling tot vroeger kunnen de Nederlanders onder hen inmiddels rekenen op de reguliere studiebeurs. 컄

‘In de VS herbergt het olympisch team zelfs verplicht een chiropractor’ ZorgAlert 31


‘Het zou logisch moeten zijn om met rugklachten contact op te nemen met een chiropractor’

Ook het Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs, oordeelt positief over de opleiding: ‘Naar niveau kan de opleiding worden vergeleken met vijf jaar universitair onderwijs in Nederland. De inhoud kan slechts ten dele worden vergeleken met een Nederlandse universitaire opleiding, maar een groot aantal vakken kan men vergelijken met de studie geneeskunde.’

Zorgverzekeraars Volgens Kramer is de tendens zichtbaar dat chiropractie in de nabije toekomst een beschermd beroep is. ‘Het enige wat dit eigenlijk nog tegenhoudt is dat we “te klein” zijn. We zijn met te weinig beoefenaren om hier wetgeving op te maken. Terwijl je zou mogen verwachten dat naar kwaliteit wordt gekeken en niet naar kwantiteit. Maar goed. Wat je in elk geval ziet is dat de meeste zorgverzekeraars, vanuit een pluspakket, onze behandelingen in meer of mindere mate verzekeren. Soms zelfs tot 100 procent. Wat ik daarnaast ook verwacht: binnen een jaar of vijf wordt ook in Nederland begonnen met de eerste opleiding tot chiropractie. Wat nog wel tijd nodig heeft, is het aanpassen van de wetgeving. Daarvoor moet je eerst tegen een paar heilige huisjes aanschoppen. Lukt dat, dan kunnen we aan de volgende stap beginnen: dat mensen het de normaalste zaak van de wereld gaan vinden om bij rug- en nekklachten bij ons aan te kloppen.’ Tandarts Meijer is intussen klaar met zijn behandeling. ‘Ik kan niet meer zonder deze hulp. Als ik zo naar buiten loop, kan ik als vanouds over mijn schouders omkijken. Ik heb er dus direct profijt van. Voor zo’n ontspannen gevoel heb ik anders minstens drie weken vakantie nodig.’ 쏔

CENE BANKIERS IS DE BANK VOOR CHIROPRACTOREN VANAF AANVANG STUDIE CenE Bankiers heeft als financiële

gedurende hun loopbaan, zowel zakelijk

dienstverlener een speciale band met de

als privé. Daarbij gaat het onder meer om:

beroepsgroep chiropractoren. Deze band is

쐍 Woon- en praktijkfinanciering;

gegroeid sinds wij midden jaren tachtig

쐍 Verzekeringen;

een leningfaciliteit aanbieden ter finan-

쐍 Oudedagsvoorziening;

ciering van de studie in het buitenland.

쐍 Vermogensadvies en -beheer;

Pas vanaf najaar 2007 komen studenten in

쐍 Financiële planning.

aanmerking voor studiefinanciering van de Nederlandse overheid. Indien dit nodig

GEÏNTERESSEERD?

is, kan CenE Bankiers in aanvulling

Neemt u dan contact op met Wendela

hierop een op maat gesneden financiering

Toxopeus, Adviesteam Chiropractoren

bieden. Onze verdere dienstverlening is

Telefoon: 030- 659 9018

zo ingericht dat deze aansluit op de

of via w.toxopeus@cenebankiers.nl

financiële behoeften van chiropractoren

32

ZorgAlert


COLUMN

In elke uitgave van ZorgAlert: de persoonlijke visie van een CenE Bankiers-medewerker. Wat speelt er in de branche?

Klimaat gunstig voor ondernemers in de medisch-curatieve zorg

H

FOTOGRAFIE: DE BEELDREDAKTIE/VINCENT BOON

et klimaat om in de medisch specialistische zorg te ondernemen verbetert snel. Recent is door het vervallen van het bouwregime een belangrijke toetredingsbarrière verdwenen. De markt lijkt zich dit nog niet zo te realiseren. Door de invoering van de Regeling Zelfstandige Behandelcentra in 1998 is een vergunningensysteem ontstaan voor het aanbieden van verzekerde zorg door privéklinieken. Dit resulteerde in een groot aantal nieuwe initiatieven op deelterreinen in de medisch-specialistische zorg. De opstelling van de overheid was aanvankelijk terughoudend, maar werd gaandeweg steeds positiever. Het domein van ZBC’s beperkte zich in de eerste jaren echter tot de niet-klinische medischspecialistische zorg binnen het segment waarvoor de prijsvorming is vrijgelaten (het zogenaamde B-segment). Per 2006 is de beperking tot niet-klinische zorg vervallen. Zo ontstond een speelveld van een kleine 10 procent van de ziekenhuisomzet. Tegelijkertijd trad de Wet Toelating Zorginstellingen in werking, waarmee het verschil tussen ziekenhuis en ZBC verdween. Beide worden aangeduid als instelling voor medisch-specialistische zorg. In de praktijk bleef het bieden van het overgrote deel van de ziekenhuiszorg echter voorbehouden aan de gevestigde ziekenhuizen. Dit was vooral het gevolg van de grondige toelatingsprocedure. Deze procedure is in de praktijk een onoverkomelijke barrière voor nieuwe toetreders, die ik voor het gemak nog maar even aanduid als ZBC’s. Met ingang van dit jaar is het beeld sterk veranderd. Allereerst is de omvang van het segment met vrije prijsvorming verdubbeld naar 20 procent van de ziekenhuisomzet. Dit levert een behoorlijke verruiming aan ZBC-mogelijkheden op. Daarnaast is door het vervallen van de lumpsum een flinke drempel verdwenen voor medisch specialisten, die deels in het ziekenhuis en deels in een ZBC willen werken. Dit omdat inkomsten niet meer worden verrekend. Wat tot nu toe relatief onopgemerkt is gebleven, is dat door het vervallen van het bouwregime de belangrijkste toetredingsbarrière tot de ziekenhuismarkt is verdwenen. Door deze veranderingen is de weg vrij voor nieuwe, ondernemende initiatieven in (nagenoeg) het gehele domein van de medisch-specialistische zorg. Wij verwachten dat het landschap van het zorgaanbod de komende jaren drastisch gaat veranderen. Bestaande én nieuwe zorgaanbieders die snel weten te schakelen hebben nu de mogelijkheid om een voorsprong op te bouwen. 쏔 FRITS MULDER Directeur Adviesgroep Medici F.Mulder@cenebankiers.nl

ZorgAlert 33


STUDIEREIS TEKST: RESI KÖSTERS FOTOGRAFIE: CENE BANKIERS

In april was CenE Bankiers met een groep Nederlandse bestuurders van care-instellingen in Engeland om te leren van de daar doorgevoerde privatisering van de ouderenzorg. Twynstra Gudde en Lapré hadden in overleg met de deelnemers gezorgd voor een stevig programma.

Mixed economy of care

E

ngeland en Nederland hebben dezelfde demografische ontwikkeling (tabel). En ouderen willen in Engeland, net als bij ons, zo lang mogelijk in hun eigen huis blijven wonen. Dit wordt door de Engelse overheid gesteund door verruiming van de thuiszorg. Het is de vraag of hiermee de gevolgen van de vergrijzing kunnen worden opgevangen. Er is bijvoorbeeld nu al een tekort aan plaatsen voor dementerenden. HET AANDEEL VAN DE BEVOLKING

HET AANDEEL VAN DE BEVOLKING

VAN 60 JAAR EN OUDER

VAN 80+

2006

2050

2006

2050

Nederland

20%

31%

Nederland

19%

32%

UK

21%

29%

UK

21%

30%

BRON: INLEIDING PROF. TINKER/ UN 2006

Maar er zijn ook verschillen. Zo valt op dat de sociale huisvesting in Engeland zeer beperkt van omvang is. Mensen hebben overwegend hun woning in eigendom (71 procent), terwijl dat in Nederland 58 procent is. Voor specifieke seniorenhuisvesting is de maatvoering veel krapper (tot 12 m2) dan wij gewend zijn. En van de Britse 65+ers woont een veel kleiner deel (2 procent) dan in Nederland (8 procent) in een instelling. In Engeland gaat dan ook veel aandacht uit naar programma’s gericht op verbetering van de eigen woning. Ook dienstverlening in de vorm van een soort klussenservice voor ouderen (handyman) doet het goed.

Privatiseringsslag In Engeland is de ouderenzorg in hoog tempo geprivatiseerd. Begin jaren 80 leverde de lokale overheid 95 procent van de thuiszorg en via haar instellingen 80 procent van de institutionele zorg. Tijdens het bewind van Thatcher vond een forse verschuiving plaats naar private zorgaanbieders, waarbij winstoogmerk is toegestaan. Momenteel wordt 75 procent van de thuiszorg en 90 procent van de verpleeg- en verzorgingshuiszorg geboden door private organisaties. Zo’n 80 procent is for-profit. Wanneer het gaat om de vraag wie wat betaalt, is het toch al beperkte aandeel van de verzekerde zorg (NHS) de afgelopen jaren teruggelopen, en is de bekostiging verder verschoven naar de lokale overheid. Door de inkomensen vermogenstoets betalen de meeste zorgvragers een eigen bijdrage.

Prijsdruk leidt tot schaalvergroting Door de lokale overheid wordt sterk op prijs ingekocht. De gehanteerde vergoedingen lopen uiteen en liggen in een groot aantal gevallen onder kostprijsniveau. Door dit

34

ZorgAlert

beleid verdwijnen kleinere huizen en vindt consolidatie plaats van het sterk versnipperde aanbod. Kleinere aanbieders redden het niet en liefdadigheidsorganisaties trekken zich terug omdat zij de zorg niet langer uit eigen middelen willen of kunnen subsidiëren.

Top-up als ventiel Opvallend, en voor ons gezelschap gezien de WMO-discussie actueel, is dat een grote not-for-profit aanbieder zoals Anchor Trust vijf jaar geleden haar strategie drastisch heeft gewijzigd. Anchor Trust neemt niet langer het vergoedingenbeleid als vertrekpunt, maar hanteert een eigen prijsbeleid. Hierbij wordt uitgegaan van eigen kwaliteitseisen en wordt gerekend met een rendement van 12,5 - 15 procent. Het onderscheid tussen not-for-profit en for-profit blijkt in de Engelse praktijk niet zo zwart-wit als in het Nederlandse denken. Omdat de overheid niet bijpast, moet de zorgvrager voor institutionele zorg bovenop een eventuele eigen bijdrage bijbetalen. Dit bijbetalen staat bekend als ‘top-up’, en is algemeen geaccepteerd.

Differentiatie zorgaanbod De werkbezoeken vormden een illustratie van een zich ontwikkelende markt, die overigens ook voor private equity-partijen aantrekkelijk blijkt te zijn. Interessant was om twee totaal verschillende concepten te zien. Het ene uiterste wordt gevormd door het stervormige en concentrische seniorendorp Whiteley Village. Het dorp is kort na WO I aangelegd van een legaat van William Whiteley, de stichter van een van de eerste warenhuizen. Dit dorp is gericht op minder draagkrachtige ouderen en voorziet in zelfstandig beschut wonen, thuiszorg, verzorgingshuiszorg en verpleeghuiszorg. Verrassend te zien hoe men met deze opzet zijn tijd ver vooruit was. Aan het andere uiterste van het spectrum staat de vestiging van Sunrise: een Amerikaanse for-profit onderneming, die voor een stevige prijs in een hotelachtige setting verzorgingshuiszorg en lichte verpleeghuiszorg biedt. Kenmerkend is de tot in detail uitgewerkte formule. Zelfs de golden retriever als gezelschapsdier past hier naadloos in. 쏔


‘In Engeland is de ouderenzorg in hoog tempo geprivatiseerd’

Whiteley Village

ZorgAlert 35


Financiële expertise vindt u bij veel banken. Diepgaande kennis van de sector niet. Al eens met een bankier gepraat over gevolgen van de nieuwe bekostigingssystematiek? Over mogelijkheden om uw medische specialisten aan u te binden? Of over optimalisering van uw kasstroom? CenE Bankiers weet wat er speelt in uw wereld. Onze innovatieve aanpak richt zich niet alleen op uw privévermogen of op uw zakelijke financiën. Als gespecialiseerde bankiers voor de medische sector houden wij ons bezig met álle aspecten van het medisch ondernemerschap. Hierdoor kan CenE Bankiers u optimaal van dienst zijn met financieel maatwerk en advies. Bent u op zoek naar een partner met verstand van úw zaken? Bel dan met Henny Claessen via (030) 659 90 20 of kijk op www.cenebankiers.nl.

CenE Bankiers is onderdeel van Van Lanschot Bankiers.

VOOR PROFESSIONALS IN DE MEDISCHE SECTOR

-750

057-0051 Adv zorgalert 225x285.i1 1

16-10-2007 10:33:05


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.