Zorgalert nr.2 2009

Page 1

nummer 2 2009

Voor professionals in de medische sector

Mitralis Diagnostisch Centrum Drang naar kwaliteit

Woonzorgnet Zelfstandig wonen met 24-uursbegeleiding

Mike Leers over leiderschap

Gerard Smith vs

Ab Klink

Verruiming van de marktwerking of niet?


Voorwoord Afscheid is een terugkerend onderwerp in deze ZorgAlert. Ten eerste nemen we afscheid van Stephan van de Vusse als directeur van CenE Bankiers. Hij heeft na vierenhalf jaar besloten om zich vanaf oktober 2009 vanuit een andere rol op de medische sector te richten. In deze editie leest u nog eenmaal hoe hij de rol van de bank ziet en wat zijn boodschap aan Den Haag is. Afscheid nemen we ook van Mike Leers. Hij verliet zorgverzekeraar CZ na ruim vijftien jaar aan het roer te hebben gestaan. In die periode groeide het bedrijf uit tot een van de grote spelers in de branche. Ten slotte nemen we afscheid van u als ZorgAlert-lezer. In de toekomst kunt u ons nieuwe relatiemagazine PurSang digitaal lezen op www.cenebankiers.nl of op www.vanlanschot.nl.

In dit laatste nummer van ZorgAlert nemen we gepast afscheid van u met een bijdrage van minister Klink. Hij heeft zijn medewerking verleend aan een tweeluik met Gerard Smith, bestuursvoorzitter van Zelfstandige Klinieken Nederland, over de meest gebruikte term in de sector: marktwerking. In dit kader besteden we in ons achtergrondartikel ook aandacht aan Mitralis, een

31

diagnostisch centrum dat anderhalf jaar geleden door een team radiologen in Limburg is opgezet vanuit hun drang naar kwaliteit. En ook het Nederlands Kanker Instituut balanceert voortdurend tussen het noodzakelijke en ideĂŤle: geld verdienen en medische vooruitgang. Marktwerking in de zorg is actueler dan ooit.

Wij wensen u veel leesplezier en danken u voor uw interesse in ons relatiemagazine.

Ieko Sevinga Lid van de Raad van Bestuur van F. van Lanschot Bankiers N.V. 2

ZorgAlert

26


Inhoud

Voor professionals in de medische sector nummer 2 2009

06

Reportage Hoe overleef je als jong bedrijf in een branche die onder druk staat? Woonzorgnet laat met zelfstandig wonen met 24-uursbegeleiding en zorg zien hoe het kan.

12

Tweeluik Minister Ab Klink en bestuursvoorzitter Zelfstandige Klinieken Nederland, Gerard Smith, spreken uitvoerig over de meest gebruikte term in de sector: marktwerking.

20

Achtergrond Het was de drang naar kwaliteit die een team radiologen ertoe bracht om een eigen diagnostisch centrum op te zetten. Anderhalf jaar later draait Mitralis op volle toeren.

24

Visie Ex-directeur CenE Bankiers Stephan van de Vusse laat zijn licht schijnen op de groeiende onzekerheid onder aanbieders en investeerders, op het apothekersgilde en zelfstandige behandelcentra. 'Den Haag moet aan de onzekerheid een einde maken.'

26

Case Een voortrekkersrol op het gebied van onderzoek en wetenschap versus een gezonde bedrijfsvoering. Het Nederlands Kanker Instituut - Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis balanceert voortdurend tussen het noodzakelijke en ideële: geld verdienen en medische vooruitgang.

31

Het gesprek Mike Leers is een begrip in zorgland. Tussen 1993 en 2009 stond hij aan het roer van zorgverzekeraar CZ. In die periode groeide het bedrijf uit tot een van de grote spelers in de branche. Op 23 september 2009 nam hij afscheid van ‘zijn’ CZ. Een gesprek over leiderschap.

12

20 Colofon

en verder 4 9 10 18 23 30 35

18

Geneeskunst In 2020 Beleggingsvisie Lifestyle Persoonlijk Korte berichten Column Loek Winter

Uitgever: CenE Bankiers, Herculesplein 5, 3584 AA Utrecht Concept en Realisatie: Scripta Media, Amsterdam Art Direction / Vormgeving: Curve bNO, Haarlem Lithografie: Grafimedia, Amsterdam Drukwerk: Kunstdrukkerij Mercurius Redactie: Jan Bakker, Jeroen Dekker, Resi Kösters, Suzanne Kroot, Kasper Marinus, Jeroen Polman, Stephan van de Vusse, Peter van Vuuren Traffic-coördinatie: Jacqueline Konermann Perscontact: Etienne te Brake, t: (073) 548 30 26, e: e.tebrake@vanlanschot.com ZorgAlert wordt toegestuurd aan relaties van CenE Bankiers. De artikelen in ZorgAlert worden geschreven door onafhankelijke, gespecialiseerde journalisten. Bij de productie van het magazine wordt door uitgever en producent uiterste zorgvuldigheid nagestreefd. CenE Bankiers is een handelsnaam van F. van Lanschot Bankiers NV gevestigd te ’s-Hertogenbosch, Handelsregister 16038212. Beide zijn echter niet aansprakelijk voor onjuistheden in het blad. ISN 1574-1524

ZorgAlert

3


Geneeskunst

Vage witte wieven

4

ZorgAlert


Het bewustzijn groeit: kunst als helende factor. De creaties van kunstenaars kunnen een positief effect hebben op de gezondheid en het welbevinden van patiënten, zo is onderzocht.

Waar? GGZ inGeest, locatie Bennebroek (voorheen De Geestgronden).

foto: rob poelsma/skor

Wat? Coloured Fog Project van Ann Veronica Janssens. Om de zoveel tijd verschijnt er op het veld achter de kerk van de psychiatrische instelling een mistwolk. Meestal is hij wit, soms roze. De mist verwaait over het gras en verdwijnt. Waarom? Joke Stoute, coördinator kunstzaken GGZ inGeest: ‘We zochten een kunstwerk dat aansloot bij de twee waterpartijen op het terrein. In mijn ogen past de mist heel mooi in het landschap, vooral in de herfst. Dan zie je van die vage witte wieven. Er is van tevoren uitgebreid contact geweest met patiënten die ermee in aanraking zouden komen en met het personeel van de afdelingen. De reacties varieerden van positief tot onverschillig. Maar discussie over kunst is er altijd.’ ZorgAlert

5


Reportage

Woonzorgnet: pionier Zelfstandig wonen met 24-uursbegeleiding en zorg, dat is wat het jonge bedrijf Woonzorgnet biedt. Een flinke behoefte in de markt, zo blijkt vijf jaar na oprichting. Maar dat is niet de enige verklaring voor het succes. Hoe overleef je in een branche die zo sterk onder druk staat als de zorg? TEKST: AMBER VAN RIJN / BEELD: MARK WEEMEN

ichard te Vruchte ergerde zich al jaren aan de lange wachtlijsten. Hij werkte als begeleider in de geestelijke gezondheids- en verslavingszorg (GGZ-zorg) en zag mensen vaak na de behandeling in een verkeerde omgeving terechtkomen. ‘Zonder goede begeleiding, zonder woonplek. Kwamen ze wél in een RIBW-instelling (Regionale Instelling voor Beschermd Wonen) terecht, dan moesten ze noodgedwongen alle voorzieningen delen. Wel een eigen slaapkamer, maar geen eigen keuken, toilet en woonkamer. Dat is niet meer van deze tijd. Ik vond dat het anders moest en dat het beter kon: zelfstandige woonruimte met 24-uursbegeleiding en zorg.’

niveau moest flink omhoog gebracht worden. Ook op managementniveau liep de boel niet gladjes. ‘Het waren turbulente jaren, we waren echt aan het pionieren. We probeerden wat, maakten fouten, sloegen een nieuwe weg in. Dat er keuzes gemaakt moesten worden, was helder. Op welke doelgroepen richten we ons, voor welke vorm kiezen we, waren vragen die we hardop stelden.’

Samen met een vastgoedondernemer zette hij in 2003 de eerste vestiging van Woonzorgnet op, Rhederpark in De Steeg, een particulier initiatief. Binnen de kortste keren zat ‘De Steeg’ vol en kwamen er twee nieuwe locaties bij, allebei in Velp.

Tot dan toe betaalden bewoners van Woonzorgnet hun verblijf vanuit het Persoonsgebonden Budget: een hoeveelheid geld die hulpbehoevende mensen van verzekeraars krijgen om zorg in te kopen. ‘Een lastige constructie, want cliënten moeten je dan zelf zien te vinden, en je inkomsten zijn heel moeilijk in te schatten. Met Zorg In Natura zit je als organisatie veel dichter bij de bron en is er meer continuïteit in de geldstromen. De middelen komen

R

Voor het oog was er succes, maar intern rommelde het. Er bleken te veel mensen te werken met te weinig kennis van de zorg. Het 6

ZorgAlert

AWBZ-erkenning werd een heet hangijzer. ‘Die heb je nodig om Zorg In Natura te mogen leveren: zorg die onder de AWBZ valt. Je sluit contracten af met een zorgkantoor voor een bepaalde hoeveelheid woonplekken en ontvangt het volledige zorgbudget voor een cliënt.’


in zakelijk zorgen rechtstreeks naar je toe en je bent volledig verantwoordelijk voor de invulling van de zorgvraag van de cliënt.’ Een mooie oplossing, maar de verantwoordelijkheid voor het totale zorgbudget van een cliënt krijgt een zorginstelling niet zomaar. ‘Pas als een organisatie aan allerlei kwaliteitsstandaarden voldoet, krijgt zij een AWBZ-erkenning. We hebben heel hard gewerkt om de organisatie “kwaliteitsproof” te maken. Je kunt wel enthousiast iets beginnen, maar een idee goed uitvoeren en dat hoge niveau blijven vasthouden is nog iets heel anders.’ Het succes Het is gelukt. In 2006 kreeg Woonzorgnet de felbegeerde AWBZerkenning, een belangrijke stap op weg naar succes. Inmiddels heeft de organisatie 144 woonstudio’s, nagenoeg allemaal compleet met een eigen kitchenette, douche en toilet. ‘Een echt thuis dus, met een eigen voordeur’, zegt Eric Kindt, die sinds 2008 algemeen directeur is. ‘Hier kunnen mensen zelf kiezen voor gezamenlijkheid. In beginsel heeft ieder mens hier een eigen plek waar hij zichzelf kan zijn.’

‘Jezelf zijn’ is ook een belangrijke kreet in het magazine WELKOM, dat hij trots op tafel neerlegt. Een sympathiek blad met verhalen en foto’s van cliënten, locaties, de dagelijkse gang van zaken. ‘Al vanaf het begin draait het bij Woonzorgnet om mensen. Dat willen we hierin laten zien. De wens en behoefte van de cliënt staan voorop. We zoeken bijvoorbeeld naar panden waar mensen zich prettig voelen. Daarom zijn we gestopt met De Drempel, een van de eerste locaties in Velp. Die voldeed niet meer aan onze standaard. Het was er te klein, te kil en te kaal. Geen plek waar je zelf zou willen wonen.’ Dat laatste is de standaard geworden voor Woonzorgnet: wat zou je zelf willen? Het past geheel in het klantgericht denken en handelen van de organisatie, precies waarmee zij zich wil onderscheiden. Kindt: ‘We evalueren voortdurend of onze cliënten tevreden zijn over de woonruimtes, de maaltijden, de verstrekking van medicatie bijvoorbeeld. En via de cliëntenraad worden ze direct betrokken bij het initiëren van veranderingen.’ Verrassend of niet: een plek bij Woonzorgnet is niet duurder dan bij een traditionele RIBW-instelling. Per cliënt ontvangt het bedrijf een vast bedrag van de zorgverzekeraar, en dat is net zo hoog als andere RIBW’s krijgen. ‘Onze organisatie zit nu zo in elkaar dat wij met hetzelfde budget iets extra’s kunnen bieden. We zetten de middelen gewoon efficiënter in.’ ZorgAlert

7


Reportage Gesterkt door softwareleveranciers en adviesbureaus loopt Woonzorgnet als living proof mee in een project van de Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN) over de RIBW van de toekomst. ‘Net als wij gaat de HAN ervan uit dat een zorgorganisatie met een efficiënte bedrijfsvoering geld overhoudt. Geld waarmee de kwaliteit verbeterd kan worden. Automatisering speelt daarin een belangrijke rol. Als een organisatie goed in elkaar zit, komt zij prima uit met de beschikbare budgetten.’

From here to eternity Woonzorgnet is booming. Het jonge bedrijf heeft nu zeven locaties in de Achterhoek en regio Arnhem. Zorgverzekeraars in andere regio’s die behoefte hebben aan RIBW-plekken, zijn geinteresseerd in samenwerking. Groei ligt voor de hand, want de vraag is er, zegt Kindt. ‘Maar groei is geen doel op zich, het is een gevolg van succesvol zijn in wat je doet. In de zorgbranche zijn fusies aan de orde van de dag. Veel instellingen pakken dienstver-

‘We moeten kwalitatief goede zorg leveren om succesvol te kunnen zijn. Zo simpel is het' Een geruststellende gedachte, nu zorginstellingen van alle kanten roepen dat ze geld tekortkomen. Kindt hekelt dan ook de gedachte dat zorg en zakelijkheid botsen. ‘Marktwerking in de zorg gaat niet ten koste van kwaliteit. Integendeel zelfs: je kunt alleen geld verdienen als je iets goeds levert. We moeten kwalitatief goede zorg leveren om succesvol te kunnen zijn. Zo simpel is het.’ Om die status te bereiken moest intern wel een flinke cultuuromslag gemaakt worden, zelfs bij zo’n jong bedrijf als Woonzorgnet. Een ingrijpende personeelswisseling was het gevolg. Sinds begin vorig jaar staat Kindt, voorheen partner bij een belastingadvieskantoor en al sinds 2007 als extern adviseur betrokken bij Woonzorgnet, aan het roer. Te Vruchte, de ideeënman, is directeur bedrijfsontwikkeling geworden. Een team van twaalf man stafpersoneel staat Kindt en Te Vruchte terzijde. ‘Het gros daarvan komt uit het bedrijfsleven’, vertelt Kindt. ‘Het zijn stuk voor stuk mensen met een zakelijke instelling zonder zorgachtergrond, maar wel met de drive iets goeds te willen doen in de zorg. Die drang naar vernieuwing tref ik ook op de werkvloer. De begeleiders zijn betrokken, gedreven mensen met ondernemerszin, geen 9-tot-5-mentaliteit.’ Al deze mensen samen zijn de belangrijkste factor in het succes, meent Kindt. ‘De combinatie van ondernemende begeleiders en een zakelijke staf met hart voor de zorg zorgt voor de juiste chemie. Sinds deze switch is de schwung er goed ingekomen.’ 8

ZorgAlert

lening op die niets met hun oorspronkelijke activiteiten te maken heeft. Wij willen blijven doen wat we nu doen en waar we goed in zijn: het aanbieden van begeleid wonen aan mensen met een GGZachtergrond. Binnen die doelgroep spelen we in op de vraag.’ Te Vruchte: ‘Er is bijvoorbeeld veel behoefte aan woonplekken voor mensen die direct uit een verslavingsbehandeling komen maar nog onvoldoende stabiel zijn om weer zelfstandig te kunnen functioneren. Voor een normale Beschermd Wonen-locatie komen ze niet in aanmerking, want daarvoor moeten ze meerdere jaren middelenvrij zijn. Om deze groep van dienst te zijn, hebben we in samenwerking met Iriszorg een locatie opgezet in Silvolde met intensieve begeleiding.’ Een mooi voorbeeld van vraaggestuurd aanbod, meent Kindt. ‘Het zat bij wijze van spreken al vol voordat het open was.’ Ook voor andere ‘niches’ die slecht bediend worden, zoals autistische jongeren en dementerende ouderen, zijn in samenwerking met de betreffende zorgorganisaties woonplekken in de maak. ‘Maar’, haast Kindt zich te zeggen, ‘aan ouderenzorg op zich doen we niet, een andere duidelijke trend in de branche. Onze focus ligt op woonbegeleiding voor cliënten met een GGZ-indicatie. Dat is onze kracht. Als je te veel gaat diversifiëren moet je op allerlei fronten tegelijk optreden, en dat leidt altijd tot minder aandacht voor je corebusiness. Je moet duidelijke keuzes durven maken en daar helemaal voor gaan. Net als in het bedrijfsleven.’


In 2020...

foto: shutterstock

Nieuw bot via injecties

M

evrouw Zandstra uit Boxmeer heeft een versleten rugwervel. In het Radboud Universitair Medisch Centrum in Nijmegen krijgt ze op 23 maart 2020 injecties met kunststoffen. Deze hebben de mechanische eigenschappen van botweefsel. Haar lichaam vervangt deze kunststoffen tijdens de genezing langzamerhand weer door natuurlijk botweefsel. Implantaten en bijbehorende operaties zijn onnodig. ‘We gaan stapsgewijs die richting uit’, zegt hoogleraar Biomaterialen en Experimentele Implanto-

logie prof. dr. John Jansen van het Radboud UMC. Hij is trekker van het nieuwe project BONE-IP van het Top Instituut BioMedical Materials (BMM). ‘De huidige implantaten en botvervangers voegen niets toe aan het genezingsproces. Ze gaan ook geen goede onderlinge verbinding aan. Met BONE-IP willen we binnen de komende vijf jaar metalen implantaten hebben met een deklaag die het lichaam herkent als natuurlijk weefsel. Deze deklaag zal bestaan uit de bestanddelen van natuurlijk bot: calciumfosfaatkeramiek, collageen en

groeifactoren. Daarmee kan zij goed aansluiten op genezingsbevorderende botvervangers. Die zullen namelijk eveneens zijn opgebouwd uit calciumfosfaatkeramiek en groeifactoren. In plaats van collageen zullen hier andere kunststoffen gebruikt worden. De specialist kan deze botvervangers injecteren, onderhuids in het gewenste model boetseren en laten uitharden. Dat maakt het aanbrengen veel minder ingrijpend en pijnlijk dan nu, met het wegfrezen van bot en het inbrengen van implantaten.’ ZorgAlert

9


Beleggingsvisie

De recessie is voorbij, maar de rekening moet nog worden betaald

10

ZorgAlert


Hier en daar een zonnestraal door het donkere wolkendek. Fondsen met groene cijfers en een minder depressief toekomstbeeld. Desalniettemin: sterk economisch herstel zal nog lang op zich laten wachten. En de rekening van de crisis? Die moet nog betaald worden.

den krachtig voortgezet. Vanaf de bodem in maart zijn de koersen in Amerika, Europa en Japan met ruim 50 procent opgelopen. De Chinese beurs, die al eerder aan het herstel was begonnen, is vanaf het laagste punt zelfs ruim verdubbeld, al heeft er inmiddels wel een correctie plaatsgehad. Ook andere grote opkomende markten, zoals Brazilië, India en Rusland hebben dit jaar een uitstekende performance laten zien.

oorzichtig herstel Na de vrije val in het eerste kwartaal gaat het nu voorzichtig weer de goede kant op met de wereldeconomie. Dankzij de omvangrijke stimuleringsmaatregelen die overheden en centrale banken wereldwijd hebben genomen, is de neergang van de conjunctuur inmiddels tot staan gebracht. In de Verenigde Staten was nog sprake van een kleine krimp in het tweede kwartaal, maar het lijkt erop dat de economie in het derde kwartaal weer enige groei heeft laten zien.

Wij denken dat er de komende maanden nog wel meer in het vat zit. Het economische nieuws zal waarschijnlijk positief blijven, waarderingen zijn in een langetermijnperspectief nog steeds niet hoog en de risicobereidheid van beleggers is duidelijk toegenomen. Ook speelt mee dat veel beleggers die de boot gemist hebben, bij een correctie alsnog zullen instappen. Verder zou de vraag naar aandelen nog een extra impuls kunnen krijgen doordat de vergoedingen op deposito’s en spaargelden sterk onder druk staan. Veel beleggers zullen hierdoor op zoek gaan naar alternatieven met een potentieel hoger rendement.

V

Eenzelfde beeld zien we in de eurozone, waar de krimp in het tweede kwartaal met 0,1 procent bovendien veel lager uitviel dan verwacht, dankzij positieve groeicijfers in Duitsland en Frankrijk. Japan is officieel al uit de recessie: na vier kwartalen van negatieve groei nam het bbp in het tweede kwartaal met 0,9 procent toe. Daarbij moet overigens wel worden aangetekend dat het eerste kwartaal uitzonderlijk zwak was. Verder presteerde de Chinese economie opmerkelijk goed in het tweede kwartaal. Ondanks een scherpe daling van de export versnelde de groei van 6,1 procent naar 7,9 procent ten opzichte van een jaar eerder. Niet te veel enthousiasme Ofschoon de ontwikkelingen in de afgelopen maanden bemoedigend zijn, is er geen reden voor al te veel enthousiasme. De recessie mag dan voorbij zijn, van een sterk economisch herstel kan de komende jaren naar ons idee geen sprake zijn. Er is zelfs een reële kans dat de economie

volgend jaar weer inzakt, wanneer de stimuleringsmaatregelen van de overheden uitgewerkt raken en centrale banken de voet van het gaspedaal halen. Het belangrijkste probleem is dat de Amerikanen nog steeds te veel schulden hebben en meer zullen moeten sparen. Er is dus weinig ruimte voor consumptiegroei in de VS en we hebben het hier wel over 25 procent van de wereldconsumptie. Als gevolg van de overcapaciteit in veel sectoren van de economie zullen bedrijven verder terughoudend zijn met investeren, waardoor het herstel van de werkgelegenheid moeizaam zal verlopen. In Europa voorzien we voor volgend jaar zelfs nog een scherpe stijging van de werkloosheid. Ook zijn de problemen in de bankensector nog steeds levensgroot. Het systeem is voorlopig weliswaar gered, maar de afschrijvingen zullen ook volgend jaar nog hoog blijven, waardoor de kredietverlening onder sterke druk zal blijven staan. Ten slotte is er het probleem van de sterk opgelopen overheidstekorten, die een hypotheek leggen op de toekomstige economische groei. Hoe de rekening er precies uit zal zien, is nog niet duidelijk, maar dat we met zijn allen nog een prijs gaan betalen, staat wel vast. Ook in Nederland, waar het kabinet de moeilijke keuzes voorlopig heeft doorgeschoven naar het ambtenarenapparaat. Opmars aandelenmarkten Bijna alle belangrijke aandelenmarkten hebben hun opmars de afgelopen maan-

Obligaties blijven interessant Ondanks de positieve economische geluiden en de euforie op de aandelenmarkten is de rente op Amerikaanse en Europese staatsobligaties de afgelopen maanden per saldo vrijwel niet veranderd. Kennelijk is het besef gegroeid dat de kans op een sterk oplopende inflatie voorlopig niet groot is en dat deflatie nog steeds de grootste vijand is. Dat is terecht, naar ons idee en wij zien vanaf de huidige niveaus per saldo zelfs nog enige ruimte voor een rentedaling. Dat maakt de aanschaf van staatsobligaties nog steeds interessant. Onze voorkeur blijft evenwel uitgaan naar bedrijfsobligaties. Hoewel de risico-opslagen de afgelopen maanden sterk zijn afgenomen, worden beleggers naar onze mening nog meer dan redelijk beloond voor het risico. Gegeven de sterk gedaalde rentevergoedingen op deposito’s en spaargelden en de verwachting dat centrale banken voorlopig geen renteverhogingen zullen doorvoeren, vinden we liquiditeiten als belegging momenteel niet interessant meer.

Michel van der Stee is beleggingsstrateeg bij Van Lanschot Bankiers ZorgAlert

11


Tweeluik

Met de Of vrijgeven Geen woord dat vaker verscheen op medische krantenpagina’s in 2009 dan ‘marktwerking’. Openstellen of de handrem erop? Minister Ab Klink en voorzitter van Zelfstandige Klinieken Nederland Gerard Smith over de te varen koers. TEKST: WILLEM VAN LEEUWEN / BEELD: CASPER RILA EN HADEWYCH VEYS

Ab Klink 12

ZorgAlert


handrem erop? die markt? Gerard Smith

ZorgAlert

13


Tweeluik-I

‘We hebben al de nodige stappen gezet’

M

inister Ab Klink voert het door Hans Hoogervorst geïntroduceerde idee van marktwerking in de zorg verder door. Hoe zal het beleid zich de komende tijd ontwikkelen? Over welke zaken bent u op dit moment tevreden en in welke zaken zou u nog progressie willen zien? 'Het principe van een vraaggestuurd stelsel, marktwerking zo u wilt, is een traject dat al sinds de jaren tachtig speelt. Het komt tegemoet aan toenemende maatschappelijke uitdagingen, zoals vergrijzing, wachtlijsten, toenemende kosten et cetera.

CV Ab Klink Abraham (Ab) Klink werd op 2 november 1958 geboren in Stellendam. Sinds 22 februari 2007 is hij minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in het vierde kabinet-Balkenende. De CDA-bewindsman ontvouwde onder het motto ‘Gezond Nederland? Nederland gezond!’ zijn visie op de gezondheidszorg. 14

ZorgAlert

We hebben al de nodige stappen gezet: zo zijn er kwaliteitsindicatoren en is het Veiligheidsprogramma geïntroduceerd. Tegelijkertijd moet de kwaliteit van de zorg inzichtelijk worden via het project Zichtbare Zorg. Ook dat zal leiden tot kwaliteitsverbetering en doelmatigheid. Ziekenhuizen krijgen vanaf 2011 meer ruimte om, in overleg met verzekeraars, de prijs van diagnoses en behandelingen te bepalen, mits de evaluaties van de NZa positief zijn. Nu geldt er voor 34 procent vrije prijsvorming en dat moet dan dus 50 procent worden. Ter verbetering van de kwaliteit van de zorg voor chronisch zieken wordt bovendien integrale, samenhangende zorg ingevoerd. Er komt één prijs voor de geïntegreerde samenhangende behandeling voor een bepaalde aandoening, zoals diabetes, waarbij alle zorg die de patiënt nodig heeft binnen die prijs valt. Omdat patiënten langer door de huisarts worden behandeld, worden complicaties voorkomen en worden patiënten minder snel doorgestuurd naar de specialist. Vrije prijzen, inzicht in de kwaliteit(sverschillen)

en een bekostigingssysteem dat kwaliteit en samenhang in plaats van (alleen) volume beloont is dé leidraad van het huidige beleid. Hierin staat de hervorming van het zorgstelsel centraal.' In hoeverre en in welke mate ziet u een expliciete tweedeling tot stand komen van overheidsgecontracteerde zorg met vaste prijzen en een marktgecontracteerde zorg met vrije prijzen? 'Uit het ziekenhuiszorgrapport van de NZa is gebleken dat de prijs en kwaliteit in het B-segment zich positief ontwikkelen. Het Oogziekenhuis in Rotterdam dat voorbeelden uit het bedrijfsleven gebruikt om hun zorg te optimaliseren of twee specialisten die een zelfstandig behandelcentrum zijn gestart (ZBC Diabeter) en daar fantastische resultaten boeken, bieden een illustratie van de dynamiek die aan het ontstaan is. De vergelijking met het A-segment is echter lastig te maken, aangezien daar zorg wordt verleend met een andere aard. Een deel van deze zorg is geschikt om in stappen over te hevelen naar het vrije segment, maar een ander deel is dat niet. Zo zullen de topklinische zorg en de topreferente zorg blijven worden bekostigd vanuit de academische component om zo het aanbod en de kwaliteit te garanderen. Ook zullen voor bepaalde zorg, zoals de acute zorg, beschikbaarheidstoeslagen worden verstrekt om de continuïteit van zorg te garanderen. De NZa adviseert mij over de invulling van de verschillende segmenten. Er is in dit traject nauw contact met het veld. Ik verwacht hier eind 2009 meer duidelijkheid over te kunnen geven.'

In het huidige B-segment zien wij de afgelopen jaren specialisten klinieken opzetten vanuit het principe goedkopere en betere zorg door specialisatie. Na initieel enthousiasme zijn zorgverzekeraars nu terughoudend met contractering en wordt gecontracteerde productie vertraagd uitbetaald. In hoeverre is reëel dat ZBC’s een voorbijgaand fenomeen zullen zijn? Speelt de overheid hier een faciliterende of neutrale rol in? 'ZBC’s zijn een belangrijk onderdeel van het zorgaanbod. In deze overgangsperiode moeten zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars wennen aan de nieuwe spelregels. Dit heeft ervoor gezorgd dat in de contractering de ZBC’s pas laat zijn benaderd, omdat zorgverzekeraars eerst de contracten met ziekenhuizen wilden afronden. We zien het aandeel van ZBC’s wel groeien de laatste jaren. Er zijn domeinen waar bij uitstek ZBC’s een grote toegevoegde waarde hebben. Ik noemde u al het voorbeeld van Diabeter, een ZBC dat kinderen met diabetes begeleidt. ZBC’s bieden ondernemende zorgprofessionals de kans om patiëntgerichte zorg te bieden vlak bij de patiënt. De overheid heeft als rol om een omgeving te creëren waar ondernemende zorgprofessionals een ZBC kunnen starten. ZBC’s moeten zichzelf zo profileren dat zorgverzekeraars zorg bij hen willen inkopen. Verzekeraars moeten bereid zijn innovatieve initiatieven te waarderen en te contracteren.' Ziekenhuizen zijn de laatste decennia volledig gefinancierd met vreemd vermogen. De banken konden dat doen vanwege het


sfeer van de kapitaallasten die financiële risico’s voor ziekenhuizen in de overgang naar meer marktwerking moeten ondervangen.

lage risico door het vergunningstelsel en de nacalculatie. Nu ziekenhuizen het risico gaan dragen voor productie en de kosten van hun bedrijfsvoering dient onder andere het eigen vermogen extern versterkt te kunnen worden om ziekenhuizen bankable te houden. Welke kapitaalverschaffers heeft u hierbij voor ogen?

Ik voorzie ook een rol voor private kapitaalverschaffers. De discussie hieromtrent is nog gaande en deze wil ik ook zorgvuldig laten verlopen. De discussie over risicodragend kapitaal in de zorg is er een met een hoog politiek gehalte. Aan de ene kant kan er een prikkel van uitgaan om doelmatig te werken. Aan de andere kant is er de angst dat premiegeld wegvloeit in de zakken van

‘Ik voorzie een rol voor private kapitaalverschaffers… Maar het is vanuit onze publieke verantwoordelijkheid belangrijk dat de belangen van deze investeerders parallel lopen met de continuïteit en kwaliteit van de zorg’ Het wetsvoorstel maatschappelijke onderneming en uw brief van 9 juli jl. hebben significante impact gehad op de houding van externe investeerders naar de gezondheidszorg. Een kapitaalinbreng in het Hofpoort Ziekenhuis is tot nader order opgeschort. Investeerders zoeken naar duidelijkheid over rendement en zeggenschap. Kunt u investeerders meer duidelijkheid hierover geven? 'Het vergunningstelsel en de nacalculatie bieden banken veel zekerheid. Ik deel echter niet de conclusie dat zorginstellingen minder bankable zijn door het wegvallen hiervan. De zorg is een sterk groeiende markt. Als er één markt is waar aanbieders vrijwel verzekerd zijn van werk, is dat de zorg. Daarnaast is de NZa bezig met het inrichten van een transitieperiode in de

cowboys in de zorg. Vandaar dat er gezocht wordt naar constructen langs de lijnen van de maatschappelijke onderneming. Het is vanuit onze publieke verantwoordelijkheid voor kwaliteit, toegankelijkheid en doelmatigheid belangrijk dat de belangen van private kapitaalverschaffers parallel lopen met de continuïteit en kwaliteit van de zorg. Er moeten te allen tijde garanties zijn dat met de besluitvorming die de continuïteit van de zorg raakt, de belangen van de patiënt en de cliënt worden gediend! Dit vergt structurele eisen aan de governance. Dat betekent een versterking van de zeggenschap van bestuurders en interne toezichthouders als het gaat om strategische beslissingen die direct van invloed zijn op de publieke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid

van zorg. Besluitvorming over investeringen vanaf een bepaalde omvang, fusies, strategische allianties en het afstoten van bepaalde activiteiten berust bij het bestuur en de Raad van Toezicht. Het kabinet zal de komende tijd gaan uitwerken onder welke voorwaarden een resultaatsafhankelijke vergoeding op privaat kapitaal kan bijdragen aan de waarborgen van publieke belangen in de zorg.' Ten slotte: laat u zich in uw beleid leiden door praktijkvoorbeelden van binnen- of buitenlandse zorginitiatieven? Ziet u voorbeelden die richtinggevend kunnen zijn voor de zorgaanbieders of -verzekeraars? 'Ik vind het belangrijk om regelmatig een werkbezoek te brengen aan zorginstellingen in binnen- en buitenland. Enerzijds om de uitwerkingen van beleidsontwikkelingen te zien en anderzijds om inspiratie op te doen. Een goed voorbeeld is ketenzorg. Ik wil dit de komende tijd flink op de kaart zetten en word hierbij geïnspireerd en gemotiveerd door initiatieven in binnen- en buitenland. Zo is er in Zwolle het project DiabeteszorgBeter. Dit is een transmuraal zorgprogramma waarbij de zorg van diverse professionals naadloos op elkaar aansluit. Het project laat forse dalingen zien in de cijfers: 50 procent minder kans op hartfalen, 50 procent minder amputaties, 20 procent minder ziekenhuisopnamen en 30 procent minder beroertes. Ook in het buitenland werken artsen, patiënten en verzekeraars volop aan integrale zorg. In Amerika lopen heropnames van ouderen met hartfalen fors terug, zo blijkt uit een onderzoek in zes ziekenhuizen in Philadelphia. In Duitsland zorgt ziektemanagement voor spectaculaire resultaten bij diabetici: gemiddeld 50 procent minder amputaties, bijna 20 procent minder ziekenhuisopnames, 30 procent minder beroertes en zo’n 20 procent minder kosten.' ZorgAlert

15


Tweeluik-II

‘Voorfinanciering betekent een acute bedreiging’ Voorzitter dr. Gerard Smith van ZKN: ‘Voorfinanciering is een belangrijk pijnpunt voor Zelfstandige Behandelcentra’

CV dr. Gerard Smith Oogarts dr. Gerard Smith was in 1992 medeoprichter van het Oogheelkundig Medisch Centrum. Hiermee ontstond een van de eerste ZBC’s voor verzekerde zorg in Nederland. Momenteel is hij onder andere voorzitter van Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN). Naast ZBC’s vertegenwoordigt deze organisatie ook privéklinieken. 16

ZorgAlert

E

en open deur: de liberalisering in de zorg treedt verder in. Het gaat de goede kant op, vindt Zelfstandige Klinieken Nederland (ZKN). Maar toch bestaan er grote zorgen over het functioneren van de gezondheidszorgmarkt in Nederland: ‘De benodigde voorfinanciering brengt ZBC’s in grote liquiditeitsproblemen’, weet ZKN-voorzitter Gerard Smith.

De introductie van marktwerking in de Nederlandse zorg is een feit. Waar staat de invoering nu? ‘Marktwerking is bedacht als middel om patiënten sneller en efficiënter toegang te geven tot zorg. De invoering verloopt gefaseerd. Deze startte aan het begin van het millennium zeer bescheiden. Nu komt ongeveer een derde van de verrichtingen binnen de specialistische zorgverlening tot stand in een marktsetting. Dat wil zeggen: op basis van vrij onderhandelbare vergoedingen tussen zorgverzekeraars enerzijds en ziekenhuizen en zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) anderzijds. Dit is het zogeheten B-segment. Het A-segment staat voor gebudgetteerde zorg in ziekenhuizen. Wij vinden dat het B-segment binnen twee jaar naar 50 procent zou moeten groeien en binnen een jaar of vier naar 60 of 70 procent. Het resterende percentage bestaat uit complexe, multidisciplinaire zorg rond levensbedreigende aandoeningen. Die moet je niet aan de markt overlaten, maar moeten een nutsvoorziening blijven. Marktwerking mag niet doorschieten tot het terrein van leven en dood. Daarentegen hebben alle specialismen die draaien om kwaliteit van leven baat bij marktwerking.’

De opmars van marktwerking in de branche is een duidelijke ontwikkeling. Over het tempo van een verdere uitrol wordt gediscussieerd. U maakt zich zorgen. Waarom? ‘Het tempo is een zorg voor ons nu de verruiming stilligt. Een tweede pijnpunt betreft het moment van betaling. De onderhandelingen met zorgverzekeraars over de hoogte van vergoedingen lopen nu ver door in het jaar waarover de vergoedingen betaald moeten worden. Dit betekent dat er voorfinanciering nodig is voor alle verrichtingen tot er een overeen-

in ZBC’s verwerven en meefinancieren. Wij verwelkomen deze ontwikkeling, mits er heldere afspraken zijn om het risico van belangenverstrengeling te minimaliseren. En dat valt te regelen, zoals in diverse landen al is bewezen.’ U uitte onlangs meer kritiek op de betalingswijze. ‘Ja. Een andere zorg voor ons betreft namelijk de vergoedingssystematiek van diagnosebehandelingcombinaties (DBC’s). Die is gewoon veel te complex. Je moet een flinke administratieve organisatie hebben om

‘Alle specialismen die draaien om kwaliteit van leven hebben baat bij marktwerking’ komst is. Ziekenhuizen werken nog steeds grotendeels gebudgetteerd, dus zij voelen dit minder. De relatief kleinschalige ZBC’s werken uitsluitend in het vrij onderhandelbare veld en krijgen zo met grote liquiditeitsproblemen te maken.’ Wat is de oplossing? ‘Zorgverzekeraars die marktwerking toejuichen en het belang van ZBC’s onderkennen doen er goed aan tijdig op het juiste niveau te onderhandelen. Als de betalingen op tijd plaatsvinden, hoeven er niet zoals nu klinieken louter vanwege late betaling ten onder te gaan. Er is gelukkig een voorzichtige kentering zichtbaar, nu zorgverzekeraars aandelen

hiermee om te kunnen gaan. Het creëert bureaucratie en is fraudegevoelig. Bovendien kan één foute post in een maandopgave de complete betaling tegenhouden. Zo kunnen de DBC’s leiden tot extra liquiditeitsproblemen. Nu we eenmaal midden in dit systeem zitten, is er geen weg terug. De enige optie is sterk vereenvoudigen.’ Zijn er verbeteringen waarneembaar? ‘Verzekeraars nemen belangen in ZBC’s en het B-segment is gegroeid. Dus ja. Zeker. Door deze ontwikkelingen kunnen ziekenhuizen zich minder verschuilen achter gebudgetteerde zorg en komt het level playing field op financieel gebied dichterbij.'


Welke rol neemt het ziekenhuis dan straks in? ‘In onze visie is het ziekenhuis in de toekomst de plek voor het vervullen van de nutsfunctie. Patiënten gaan erheen voor complexe, bedgebonden zorg, bijvoorbeeld eerste hulp, intensive care, hart- en vaatziekten, oncologie en neonatologie... Dergelijke zorg moet gebudgetteerd blijven.’ En meer specialistische zorg? ‘Specialismen die om kwaliteit van leven draaien, kenmerken zich door het feit dat de zorg planbaar is. Voorbeelden vormen oogheelkunde en dermatologie. In dergelijke specialismen kan de markt zorgen voor een optimale verhouding tus-

sen kwaliteit, efficiëntie en prijs. Die zorg kan volgens ons het best worden verleend vanuit gespecialiseerde organisatorische eenheden. Het maakt daarbij niet uit of dat zelfstandige klinieken zijn of eenheden die fysiek vanuit een ziekenhuis opereren. Het ziekenhuis spreekt service level agreements (SLA’s) af met de zelfstandige specialismen voor invulling van planbare zorg. Met dat model heb je gelijke omstandigheden voor iedereen. We claimen niet dat we dit model hebben uitgevonden. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg schetste dit beeld acht jaar geleden al. Volgens mij snapt iedereen dat het werkt, maar invoering vergt tijd. Je ziet dit model, min of meer

uit nood geboren, ontstaan bij de IJsselmeerziekenhuizen. Daar is gesneden in specialismen die het ziekenhuis zelf niet goed of niet efficiënt genoeg uitvoerde. Er zijn vervolgens overeenkomsten gesloten met externe klinieken om die specialismen in te vullen. Prima toch?’ Toch blijft er kritiek op marktwerking. Wat vindt u daarvan? ‘Er zijn mensen die betogen dat marktwerking niet moet doorschieten richting “Amerikaanse toestanden”. Dat vinden wij ook! Daarom willen we de grens leggen bij levensreddende zorg. Juist die begrenzing bewijst het ongelijk van degenen die door marktwerking een tweedeling in de zorg zien opdoemen. Als de huisarts zijn poortwachtersfunctie kan blijven uitoefenen, verandert marktwerking niets aan de huidige toegankelijkheid van de zorg voor iedereen.’

Gerard Smith

Ab Klink

Marktwerking 'Het is een onvermijdelijke stap om de kwaliteit te verbeteren en de kosten te beheersen. Mijn voorganger heeft met het oog op een vraaggestuurd stelsel gezorgd voor een verzekeringsdomein waarin ziekenfondsen en particuliere ziektekostenverzekeraars voortaan concurreren op prijs en kwaliteit. Het is mijn doel om te streven naar een houdbare gezondheidszorg samen met de sector waar de burger zelf de regie kan nemen. Maar om ook echt te kunnen concurreren moet je als verzekeraar wel verschil kúnnen maken. Dat kan niet als het zorgstelsel van bovenaf wordt aangestuurd en verschillen in kwaliteit niet duidelijk zijn voor patiënt en verzekeraar. Daarom is de afgelopen jaren gewerkt aan vrije prijzen enerzijds en aan transparantie bij bijvoorbeeld tachtig aandoeningen in ziekenhuizen anderzijds.'

‘Minister Klink wil net als wij de marktwerking verruimen. Hij ziet het belang van vergroting van het B-segment scherp in. Het valt hem niet te verwijten dat dit momenteel politiek niet realiseerbaar is. Er zal nog heel wat conservatisme moeten worden overwonnen, maar op termijn ontstaat er een ideale mix met meer markt en minder bureaucratie. Volgens ons moet een zeer goed kwaliteitscontrolesysteem deel uitmaken van zo’n bestel. Wij hebben daarvoor ons keurmerk. Op dit moment kijken certificeringssystemen vooral naar de naleving van protocollen. Wij willen ons keurmerk uitbreiden door er ook de medische kwaliteit in op te nemen, inclusief het individueel medisch specialistisch functioneren en openbare toegankelijkheid van de resultaten.’

ZorgAlert

17


Prijsindicatie digitale cameraset

Q 16.500,Prijsindicatie digitale achterwand

Q 12.000,-

18

ZorgAlert


L¡festyle Op de werkvloer en daarbuiten

Haarscherp (ziekte)beeld Endoscoop van de toekomst

Voor een goede diagnose is een goed beeld van de ziekte nodig. Vaak ook letterlijk. Waar bevindt de aandoening zich precies? Hoe ziet zij eruit? Zijn er nog andere symptomen? Bij inwendige aandoeningen biedt een keur aan endoscopen uitkomst. Met een flexibele slang kijken artsen naar longen, darmen en andere zaken die niet een-twee-drie zichtbaar zijn. Steeds betere technieken leiden tot steeds scherpere beelden. Voor haarscherpe familie- of vakantiefoto’s zijn er de bij professionals geliefde Hasselblad-camera’s. De Zweed Victor Hasselblad begon in WO II als producent van luchtmachtcamera’s en maakte in 1948 de overstap naar de consumentenmarkt. Zijn camera’s zijn zo goed en robuust, dat NASA ze zelfs sinds de jaren zestig meeneemt op ruimtemissies. Zo maakte Neil Armstrong in 1969 zijn beroemde foto’s op de maan met een Hasselblad 500 EL/70. De klassieke modulaire 500-lijn wordt nog steeds geproduceerd, de aparte onderdelen aangepast aan de nieuwste technologieën. Zo is er nu een digitale achterwand verkrijgbaar met een 39 megapixel sensor die gezet kan worden op bijna alle Hasselblad-camera’s uit de 500-serie die ooit zijn gemaakt. In een handomdraai verandert u uw analoge camera in een digitale. Mocht u geen oud exemplaar meer hebben liggen om te ‘upgraden’, dan kunt u ook een compleet nieuwe set aanschaffen. Uiteraard geheel gestoken in hetzelfde nostalgische retrojasje. Een must have voor fotografieliefhebbers.

ZorgAlert

19


Achtergrond

Wij gaan het beter doen! Anderhalf jaar later draait Mitralis op volle toeren

Het was de drang naar kwaliteit die een team radiologen in het Limburgse Atrium Ziekenhuis ertoe bracht om een eigen diagnostisch centrum op te zetten. Weg met de wachtlijsten en het gebudgetteer. Inmiddels zijn ze bijna anderhalf jaar verder. Een gesprek met directeur Iván de Ploeg.

D

e cijfers en resultaten van het Mitralis Diagnostisch Centrum spreken boekdelen. Alleen al de grote hoeveelheid echo’s van schouders en de zogenaamde weke delen is indrukwekkend: enkele duizenden. Het is meer dan menige andere radiologische afdeling van een ziekenhuis kan noemen. Iván de Ploeg, directeur van Mitralis Diagnostisch Centrum, is duidelijk trots op wat hij samen met elf andere radiologen heeft bereikt: er is een uniek diagnostisch centrum neergezet. Onvrede ‘Begin 2007 zijn we begonnen met het plan om een eigen diagnostisch centrum op te zetten. Dat kwam enerzijds voort uit de

20

ZorgAlert

wens het beter te willen doen en deels ook uit onvrede bij mij en veel van mijn collega’s over de manier waarop we moesten werken. Het Atrium Ziekenhuis had daar op zich niets mee te maken. Het had alles van doen met de wurgende budgettering en de raamovereenkomsten die gesloten moesten worden in de gezondheidszorg. Het voeren van wachtlijsten was daarin gewoon opgenomen. Het betekende dat het plezier in het werk steeds meer afnam. Ik heb mensen met een burn-out zien afvloeien. Gewoon omdat ze het niet meer trokken om in die wereld te werken.’ Patiëntengroepen Dat, zo besloot het team van radiologen, zou hen niet gebeuren. Ze wilden af van

TEKST: RIETJE KRIJNEN / BEELD: JOACHIM MAHN

het harnas waar ze in zaten. Er kwam ook nog iets anders bij kijken: de manier waarop groepen patiënten in een ziekenhuis bij elkaar komen. De Ploeg: ‘Als je voor een pretecho of een mammografie naar het ziekenhuis moet, kom je tussen patiënten terecht die in het ziekenhuis liggen of bijvoorbeeld pas een operatie hebben ondergaan. Je kan dus voor een echo van je schouders niet even binnenlopen en twintig minuten later weer naar je werk gaan. Dat komt doordat een afdeling Radiologie in het ziekenhuis flexibel moet kunnen inspringen op een acute situatie. Zit de hele wachtkamer vol dan kun je als radioloog weggeroepen worden voor een spoedecho. Ons uitgangspunt is dat de zogenaamde eerstelijnspatiënten – huisartspatiënten


‘Het had alles van doen met de wurgende budgettering en de raamovereenkomsten die gesloten moesten worden in de gezondheidszorg’

– eigenlijk niet ziek zijn. Ze willen een diagnose hebben van een vermoeden van hun huisarts. Daarna kunnen ze in principe weer door. Ze hoeven niet in het ziekenhuis te zijn anders dan voor die echo, röntgenfoto of mammografie. Toch worden van oudsher die twee patiëntenpopulaties gemixt. Mensen die binnen een dag een diagnose zouden moeten kunnen laten stellen en snel buiten willen staan, zitten soms uren in de wachtkamer op hun beurt te wachten. Dat klopte voor ons gevoel niet.’ Een ziekenhuis roept, zo vindt De Ploeg, bovendien een sfeer op van ziekte die er helemaal niet hoeft te zijn. ‘Mensen vinden het toch altijd weer eng om een diagnose te laten stellen. Dan kun je óók nog eens geconfronteerd worden met allerlei zwaar zieke patiënten. Echt prettig is dat niet voor beiden.’ Hij noemt dit bewust. Voor hem is kwaliteit veel meer dan een goede röntgenfoto of echo maken. ‘Als je in de wereld van de

gezondheidszorg geld wilt maken, is er één regel: lage investeringen, veel omzet. Die regel hebben we pertinent niet gevolgd. We hebben juist heel veel geïnvesteerd. Niet alleen in goede hightechapparatuur, maar ook in personeel. We hebben niet de fastfoodmentaliteit dat de mensen die bij ons werken zo jong mogelijk moeten zijn, omdat ze dan nog lekker goedkoop zijn. Nee, integendeel. Het personeel is gemiddeld wat ouder. We hebben veel laboranten en administratief personeel van boven de vijftig. Dat zijn niet de goedkoopste mensen, maar we weten met elkaar wel dat we enorm veel kwaliteit en ervaring in huis hebben. De radiologen komen uit het STZ-opleidingsziekenhuis Atrium MC. Daar hoeven we niet over te twijfelen: ze leveren kwaliteit. Maar er is meer. De computerprogramma’s waarmee we werken, zijn speciaal op maat gemaakt. We hebben ook veel tijd en energie gestoken in de twee panden waarin we zitten: goede bereikbaarheid is gegarandeerd. Binnen is enorm veel

aandacht besteed aan de aankleding: geen hoogpolig tapijt, maar wel een zorgvuldige inrichting. We hadden ook een failliete boedel kunnen opkopen om daarmee even snel het pand in te richten, maar dat hebben we nadrukkelijk niet gewild. We wilden een centrum met uitstraling zonder ziekenhuisachtige atmosfeer.’ Serieus nemen Het past allemaal in elkaar, vindt De Ploeg. De doelgroep – de eerstelijnspatiënten – waarop hij mikt, wil snel geholpen worden en zich prettig voelen in een diagnostisch centrum. Niet het idee hebben half ziek te zijn. Dáárom wil hij niet achter krakkemikkige bureaus en met afgeschreven apparatuur werken. ‘Je moet je klanten serieus nemen. En dat doen we door niet verkeerd te bezuinigen. We hoeven immers alleen kostendekkend te werken. Winst hoeven we niet te maken. Het mág wel, maar die druk is er niet. We willen goede zorg leveren zonder wachtlijsten en met snelle berichtZorgAlert

21


Achtergrond

‘Als je in de wereld van de gezondheidszorg geld wilt maken, is er één regel: lage investeringen, veel omzet. Die regel hebben we pertinent niet gevolgd’

geving naar de huisartsen.’ Het klinkt niet alsof de diensten van Mitralis passen in de basisverzekering. Toch is dat wel het geval. Mensen die bij het diagnostisch centrum naar binnen stappen, zijn er ook verbaasd over. Kost het ze niets? ‘Elke keer maken we weer duidelijk dat de basisverzekering dit gewoon dekt. Het is eigenlijk verbazingwekkend dat mensen zo weinig gewend zijn.’ Constructie De constructie die met Mitralis gekozen is, is een ingewikkelde. Nederland kent een straffe regelgeving als het gaat om het verlenen van diensten in de gezondheidszorg. Alleen ziekenhuizen én zelfstandige behandelcentra (ZBC’s) mogen dergelijke zorg declareren. Mitralis Diagnostisch Centrum is onderdeel van Mitralis Atrium klinieken, omdat het Atrium Medisch Centrum Parkstad (Kerkrade, Brunssum en Heerlen) en de medische staf een vinger aan de pols 22

ZorgAlert

wilden houden. De patiënten van Mitralis komen niet vanuit het ziekenhuis. Dat heeft nog een eigen radiologische afdeling gehouden. De belangrijkste ‘toeleveranciers’ blijven toch de huisartsen. Via service en kwaliteit, ook aan hen, moet Mitralis zorgen dat die regionale adherentie (potentieel aan patiënten) overeind blijft. Geloven Het eerste jaar was voor Mitralis DC zwaar. Het centrum heeft moeten laten zien wat het waard was. De druk op het personeel was daardoor groot. Geen enkel personeelslid heeft op dat moment eieren voor zijn geld gekozen, benadrukt hij. ‘Ze hadden gemakkelijk terug kunnen gaan naar het ziekenhuis bijvoorbeeld en voor de veilige weg kunnen kiezen, maar dat is niet

gebeurd. Iedereen is blijven geloven in dit initiatief. Óók de mensen die best wel wat op het spel hadden staan. Want stel dat Mitralis niet uitgegroeid was tot deze succesvolle onderneming, dan hadden vooral de 50-plussers het erg moeilijk gehad.’ Ze geloven er allemaal in. Inmiddels telt Mitralis zo’n 26 medewerkers die zien dat het bedrijf goed loopt. Als er toch winst wordt gemaakt, delen ze daar allemaal in. ‘Dat hoort voor mijn gevoel ook bij kwaliteit: als je goed voor medewerkers zorgt, zijn ze loyaal. Ze hebben lol in hun werk en zien dat uiteindelijk ook nog beloond. Mooier kan het niet. We hebben er hard voor gewerkt om hier te komen en nu zien we dat ons idee vruchten afwerpt. Voor zover ik weet zijn wij het enige zelfstandig opererende diagnostisch centrum op deze schaal. Wij hebben nu nog twee vestigingen, maar dat worden er misschien wel meer. Groeien kan wat mij betreft wel, maar alleen als de kwaliteit behouden blijft!’


Persoonlijk

Hans Vestjens

n 2005 kocht ik met mijn vrouw een wildboerderij in Zuid-Afrika, in de buurt van Marakele National Park. Afrika heeft me altijd geïntrigeerd. In mijn jonge jaren heb ik er veel gereisd en later ook met het gezin. Na een hartinfarct beseften mijn vrouw en ik dat het leven eindig is en trokken we de stoute schoenen aan. De wildboerderij is niet een boerderij zoals we die in Nederland kennen, maar een omheind gebied

‘I

van 1000 hectare waarin dieren als giraffen, zebra’s, koedoes en impala’s leven. Ondanks de afrastering komen roofdieren regelmatig het terrein op. Hyena’s, bijvoorbeeld. Ze kruipen door gaten in de omheining of graven eronderdoor. Luipaarden zijn een kei in klimmen en zijn zo het hek over. In het dagelijks leven ben ik dierenarts, maar hier laat ik de natuur op zijn beloop. Uit respect.

Ik heb wel een verdovingsgeweer, maar dat gebruik ik bijna nooit. De natuur regelt zichzelf. Dat neemt niet weg dat er wel eens mensen uit het naburige dorp met gewonde dieren langskomen. Laatst nog een wrattenzwijntje en ik heb een tijd een python in huis gehad. Maar dat is meer spelen.’ Meer informatie op www.renosterfontein.com.

ZorgAlert

23


Visie

‘Onzekerheid is nu de grootste bedreiging’ De trein van de marktwerking die door Hans Hoogervorst in gang is gezet, valt volgens Stephan van de Vusse niet meer te stoppen. Maar de ex-directeur van CenE Bankiers is er niet van overtuigd dat de huidige minister van VWS, Ab Klink, erin slaagt zonder ernstige vertraging bij de volgende stations te arriveren. TEKST: RUTGER VAHL / BEELD: SUZANNE SMIT

Stephan van de Vusse, ex-directeur CenE Bankiers 24

ZorgAlert

I

n ZorgAlert gaf Stephan van de Vusse de voorbije jaren spreektijd aan vele prominenten uit het zorgveld. In deze uitgave komt hijzelf wat langer aan het woord. De ex-directeur van CenE Bankiers maakt zich zorgen: niet zozeer over de richting waarin het Nederlandse stelsel zich ontwikkelt, maar over het gebrek aan tempo en daadkracht in Den Haag. Dat zorgt ervoor dat reguliere en private zorgaanbieders onzeker worden, stelt Van de Vusse.

U constateert een groeiende onzekerheid onder zorgaanbieders en investeerders. Waarom is dat zo bedreigend voor het zorgstelsel? ‘Er dreigt nu een situatie waarin zorgaanbieders enerzijds risico’s moeten dragen voor hun investeringen, maar anderzijds niet beloond worden voor het nemen van die risico’s. Wie investeert in de zorg wil zich kunnen onderscheiden, in kwaliteit en in bedrijfsvoering. En die wil daarop ook beoordeeld en afgerekend worden. Dat gebeurt nu te weinig. Zorginstellingen die investeringen doen, lopen eerder het risico door de overheid of verzekeraars gekort te worden dan dat ze voor hun daadkracht beloond worden met betere contracten.’ Heeft dit stelsel private zorginvesteerders nodig? ‘Ja, dat is een logisch gevolg van het verantwoordelijk maken van zorgaanbieders voor productie en kosten met de contracteervrijheid van zorgverzekeraars. Hiermee wordt de cashflow van zorgaanbieders een stuk onvoorspelbaarder. Hoe meer de inkomsten fluctueren, hoe belangrijker de omvang van het eigen vermogen wordt als buffer om klappen op te vangen. Ziekenhuizen mochten nooit winst maken en hebben daarom ook nooit eigen vermogen opgebouwd. Dat schommelt rond de 5 procent waar in het bedrijfsleven 25 tot 30 procent normaal is. Voor banken als CenE Bankiers is dit lage eigen vermogen van ziekenhuizen een groot probleem, want het betekent dat er te weinig zekerheden zijn dat geleend geld op termijn weer kan worden terugbetaald. Door private investeerders erbij te betrekken, worden de investeringsrisico’s gespreid en blijven zorginstellingen toegang houden tot kapitaal.’ Het kabinet wil winstuitkeringen en aandeelhouderschap in de zorg onmogelijk maken. Stopt hier de ontwikkeling richting marktwerking? ‘Dat denk ik niet. Vergelijk het met zwanger zijn, dat kan ook niet half. Maar de introductie van meer marktprikkels dreigt politiek wel te ver-


zanden. De PvdA heeft grote moeite met meer marktwerking in de zorg en het CDA wil zijn coalitiepartner koste wat kost binnenboord houden. Minister Klink moet door dit politieke krachtenveld laveren. Hij zit wat mij betreft nog steeds op de juiste koers, maar is op dit moment vooral politicus, geen bestuurder. In dat licht zie ik ook zijn recente brief aan de Kamer, waarin hij zich uitspreekt tegen winst in de zorg. Ik verwacht dat de soep niet zo heet gegeten wordt als hij wordt opgediend. Klink spreekt zich nu uit tegen winst maar introduceert tegelijkertijd het begrip “resultaatsafhankelijke vergoeding”. In normaal Nederlands betekent dat volgens mij gewoon winst.' Er wordt wel gesproken over ‘cowboys’. Zijn er inderdaad goede en slechte investeerders? ‘Ik maak onderscheid tussen opportunistische en strategische investeerders. Opportunisten willen zo snel mogelijk, zo veel mogelijk geld verdienen. Ik verwacht dat die opportunistische investeerders, ook zónder overheidsmaatregelen, zullen afhaken door de eigenheid van de zorgsector. CenE Bankiers wil alleen samenwerken met strategische investeerders, partners die zich voor een lange periode committeren en die tot doel hebben de zorg te professionaliseren. CenE bankiers levert het leeuwendeel van het kapitaal, minimaal 75 procent, en kan daarom hoge eisen stellen aan andere investeerders. Daar zie ik de belangrijkste meerwaarde. CenE is niet alleen kapitaalverschaffer, maar ook adviseur die zich heeft gespecialiseerd in de zorgmarkt.' Is het wenselijk dat er steeds meer zorg naar particuliere klinieken gaat? ‘Mits goed begeleid vind ik dat een gunstige ontwikkeling. Het Bsegment van vrije prijzen zal hoe dan ook toenemen en de zorg die hieronder valt, verplaatst zich naar privéklinieken. Omdat deze instellingen gespecialiseerd zijn in een beperkt aantal behandelingen is er veel expertise en kan men, door grote volumes, tegen lagere kosten werken. Maar er zal altijd een A-segment blijven van zorg die de markt niet kan en wil oppakken. Die zorg blijft overheidsgereguleerd en voor die behandelingen is budgettering het beste systeem. Daar is niets mis mee. Maar de overheid moet wel duidelijk zijn dat dit de kant is die we opgaan. Is er zekerheid, dan willen kapitaalverschaffers altijd blijven investeren in ziekenhuizen.’ De ontwikkelingen die u schetst, hebben grote impact op ziekenhuizen. Wat merkt CenE Bankiers daar nu al concreet van? ‘Allereerst daalt de waarde van de goodwill van maatschappen als lucratieve ziekenhuiszorg wordt verplaatst naar privé-instellingen. Daarom adviseert CenE Bankiers artsen die willen toetreden tot een maatschap niet zomaar akkoord te gaan met de gevraagde goodwill. Onderhandel daarover. Een tweede ontwikkeling is dat de verhouding tussen Raad van Bestuur en specialisten verandert. Het bestuur wordt meer echt de baas in het ziekenhuis en kan steeds effectiever optreden tegen falende artsen. Maar tegelijk zal het bestuur er alles aan moeten doen om de goede specialisten, die de belangrijkste waarde vertegenwoordigen, aan het ziekenhuis te binden. Het lijkt mij op den duur

‘Sommige klinieken moeten zes maanden op hun geld wachten, terwijl verzekeraars ziekenhuizen nota bene een voorschot geven! Dat vind ik concurrentievervalsing’ onvermijdelijk dat specialisten medeaandeelhouder worden. Artsen krijgen daarmee een stuk zeggenschap over de koers en delen mee in de eventuele winst.’ ZBC’s, zelfstandige behandelcentra, zouden door oneigenlijke concurrentie op achterstand worden gezet. Wat is de ervaring van CenE Bankiers? 'Het is duidelijk dat ZBC's veel moeite hebben de contracten met zorgverzekeraars rond te krijgen. Sommige klinieken moeten zes maanden op hun geld wachten, terwijl verzekeraars ziekenhuizen nota bene een voorschot geven! Dat vind ik concurrentievervalsing. Terwijl ZBC’s vaak aantoonbaar lagere tarieven rekenen, zien we dat zorgverzekeraars toch in zee gaan met reguliere ziekenhuizen. De verzekeraars durven of willen niet kiezen voor de laagste prijs en ondermijnen daarmee de doelstellingen van marktwerking in de zorg. Ik vind dat Den Haag onvoldoende oog heeft voor dit probleem. Hier zou de mededingingsautoriteit moeten ingrijpen.’ Apothekers hebben hun inkomen de afgelopen jaren sterk zien teruglopen; een aantal dreigt zelfs failliet te gaan. Hoe kijkt u hier tegenaan? ‘Ik vind dat de publieke opinie te makkelijk oordeelt over apothekers. Weinig mensen weten echt wat er in die beroepsgroep gebeurt. Ik sprak laatst een startende apotheker. Ze was nu vier jaar bezig en had gehoopt dit jaar break-even te kunnen draaien. Maar door het overheidsbeleid maakt ze nog steeds geen winst. Ze kan haar zaak alleen draaiende houden omdat ook haar man een inkomen inbrengt. Dat vind ik schrijnend. Natuurlijk, de verdiencapaciteit van apothekers is teruggelopen en dat betekent dat de bank minder kan financieren. Maar juist dan probeert CenE Bankiers de rol van adviseur waar te maken, bijvoorbeeld door in bepaalde gevallen afspraken te maken over een soepeler aflossingsregiem.’ Wat is uw boodschap aan de politiek? ‘Den Haag moet aan de onzekerheid een einde maken. Daarnaast vind ik dat de politiek op dit moment geen warm hart heeft voor mensen die initiatieven durven te ontplooien in de zorg. Integendeel. Komen zorgaanbieders of investeerders in de problemen, dan is het al snel “eigen schuld, dikke bult”. Dat vind ik niet fair, zeker niet als de overheid gaandeweg de spelregels aanpast of als ondernemers op achterstand worden gezet door oneerlijke concurrentie.’ ZorgAlert

25


Case

Balanceren tussen bedrijfsvoering en wetenschap NKI-AVL NKI AVL over ondernemerschap d h en arbeidsvraagstukken


Om als Nederlands wetenschappelijk oncologisch instituut nationaal én internationaal erkend te worden als Centre of Excellence moet je wel wat in je mars hebben. En dat heeft het Nederlands Kanker Instituut — Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Door onderzoek en behandeling onder één dak an de rand van de binnenstad van Amsterdam is het topinstituut gesitueerd. In het gebouw zetelt zowel het centrum voor wetenschappelijk onderzoek naar kanker (NKI) als het oncologische ziekenhuis (AVL). Het NKI-AVL is in Nederland het enige categorale oncologische ziekenhuis dat ook een onderzoekscentrum aanstuurt. En het AVL is het enige niet-academische ziekenhuis met een academische erkenning. Dat laatste heeft academ NKI-AVL voornamelijk te danken aan het NKI vooruitstrevende rol op het gebied zijn voo translationeel onderzoek: het zo snel van tran mogelijk naar de kliniek vertalen van de onderzoeksresultaten. onderzo

A

Academische erkenning Academ 'Alleen ddat al maakt ons bijzonder', aldus professor Wim van Harten. Hij is sinds professo 2001 als lid van de Raad van Bestuur en als ddirecteur Organisatie en Bedrijfsvoering aan het NKI-AVL verbonden. Tevens iis hij hoogleraar Kwaliteitsmanagement van Zorgtechnologie aan de nageme faculteit Management en Bestuur van de facultei Universiteit Twente. 'Uit een vergelijkend Univers onderzoek onder nationale en internationale academische ziekenhuizen blijkt dat wij uitstekend voldoen aan alle criteria die gelden voor een academische erkenning.

te combineren, ontvangen patiënten er de best denkbare oncologische zorg.

Op sommige punten scoren we zelfs nog beter. Voor de minister voldoende reden om het AVL als academisch ziekenhuis te erkennen. Belangrijk voor het onderzoek, de patiëntenzorg en onze portemonnee, want bij de erkenning hoort ook een bepaald budget.' Het academische kaartje dat aan het NKI-AVL hangt, is bovendien belangrijk voor de internationale ambities van het instituut. Van Harten: 'Die liggen vooral op wetenschappelijk niveau. Op sommige gebieden spelen we al een vooraanstaande rol, maar we willen én kunnen meer.' Hij voegt toe: 'Om een internationale toppositie te kunnen behouden, is het ook noodzakelijk om voldoende omvang van de ziekenhuisproductie (de nationale functie) te hebben. Daarom checken we periodiek hoe we ervoor staan. Vergelijkende onderzoeken of het meedoen daaraan zijn haast rituelen hier. Zo monitoren wij onze prestaties, zetten we ons op de

TEKST: IRMA DORENSTOUTER / BEELD: JOCHEM VAN WETTEN

kaart en bepalen we onze positie op de internationale markt. Tegelijk staan we met onze neus boven op de internationale ontwikkelingen op het gebied van kanker en kunnen we deze snel invoeren.' Internationale uitrol Op het gebied van het eerdergenoemde translationeel onderzoek, zoals borstkankeronderzoek en de toepassing van vierdimensionale radiotherapie, speelt het NKI-AVL internationaal al wel de geambieerde prominente rol. Van Harten: 'Bij vierdimensionale radiotherapie hebben we de factor tijd toegevoegd aan de drie dimensies hoogte, lengte en breedte. Zodoende kunnen we de tumor nauwkeuriger bestralen. Door voor, tijdens en na de bestraling in kaart te brengen hoe een harstslag, darmwerking of ademhaling de tumor verplaatst, kun je de positie van de tumor tijdens de bestraling corrigeren en beschadig je zo min mogelijk omliggend weefsel.' ZorgAlert

27


Case

Als tweede succes noemt Van Harten het baanbrekende onderzoek en de voortrekkersrol van het NKI-AVL bij borstkankeronderzoek. 'Een belangrijke ontwikkeling bij borstkanker is de Microarray-techniek. Die is hier in huis ontwikkeld en wereldwijd bekend als de Mammaprinttest. Dat is de eerste door de FDA in Amerika goedgekeurde genetische test die ingezet kan worden voor de prognostiek van borstkanker. De techniek houdt in dat op basis van het DNA-profiel van een patiënt wordt bepaald of er risico op uitzaaiing is. Daar stemmen wij dan de behandeling op af.' Van Harten signaleert een toename van dit soort onderzoeken. 'Het is een voorbeeld van personalised medicine. Tot nu toe wordt er vooral gewerkt met de interpretatie van medici bij het vaststellen van behandelingen. In de toekomst bepalen 'harde' biologische persoonlijke kenmerken van een patiënt welke

Hoogst gewaardeerd (Ex-)patiënten geven het NKI-AVL een dikke 8. Daarmee staat het kankerinstituut boven aan de lijst en wordt het als beste gewaardeerd in Nederland. Dat blijkt uit de Independer Consumenten Monitor, een onderzoek van de vergelijkingssite independer.nl. De site hield het onderzoek tussen 2006 en mei 2008 onder 37.000 (ex-)patiënten van het NKI-AVL. 28

ZorgAlert

behandeling hij krijgt. Het NKI-AVL speelt een voortrekkersrol in dit wetenschappelijke onderzoek, want we hebben die trend vroegtijdig gesignaleerd en daar ons onderzoek op aangepast.' Nationale ambities In Nederland liggen de ambities meer op het zorgvlak, zo is de zes jaar geleden geopende kliniek alweer te klein. Reden: door de vergrijzing en toename van overlevingskansen groeit het aantal kankerpatiënten fors. Naar verwachting zijn er in 2015 alleen al in Nederland 700.000

dus, moet je uit het proces halen. Pas dan benut je de infrastructuur, de medewerkers en de tijd van de patiënt zo optimaal mogelijk.' Multidisciplinaire aanpak Inmiddels is de interne organisatie stapsgewijs verbeterd. Zo kwamen er, om de diagnostiek te versnellen, sneldiagnostiekpoliklinieken voor diverse tumortypen. 'Zo veel mogelijk patiënten krijgen hier op één dag alle onderzoeken die nodig zijn om snel een diagnose te kunnen stellen. Daardoor kunnen we eerder met de

‘Activiteiten die niets toevoegen aan de waarde voor de patiënt moet je uit het proces halen' kankerpatiënten. Om die groei het hoofd te kunnen bieden is uitbreiding noodzakelijk. 'Het NKI-AVL wil de komende tien jaar zijn capaciteit met 50 procent uitbreiden. Zo'n 15 procent daarvan moet gerealiseerd worden door een verdere efficiëntieslag van de organisatie.' Die ambitie is voor Van Harten niets nieuws, hij werkt er persoonlijk al een aantal jaar aan. Onder meer door het toepassen van technieken uit de Toyotafabrieken; het schoolvoorbeeld van een efficiënte organisatie, zo zegt hij. Daar keek Van Harten onder meer de kunst van het waste, het overboord gooien van ballast, af. 'Activiteiten die niets toevoegen aan de waarde voor de klant, de patiënt

behandeling starten en hoeven patiënten niet onnodig op en neer naar het ziekenhuis.' Ook werd het gebruik van vooraf opgestelde behandelplannen, clinical pathways, geïntroduceerd om de patiëntenzorg nog verder te optimaliseren. 'In dat plan wordt vooraf het multidisciplinaire traject dat de patiënt doorloopt, van diagnose tot nazorg, nauwkeurig geanalyseerd en vastgelegd.' Ook werd het NKI-AVL steeds meer naar tumortype georganiseerd. 'Voor elk tumortype zijn er multidisciplinaire teams samengesteld uit diverse medici. Van chirurgische specialisten tot en met oncologieverpleegkundigen. Onderzoek en behandeling zitten dus vanaf het begin


Keurmerk Afgelopen april kreeg het NKI-AVL van de overheid het Good Clinical Practice (GCP)-certificaat. Good Clinical Practice is een pakket voorschriften en regels waaraan voldaan moet worden bij wetenschappelijke klinische studie waar mensen bij betrokken zijn. Hierdoor zijn de bescherming van de patiënt, hun rechten en de neutraliteit van het onderzoek verzekerd. Het GCP-certificaat waarborgt een optimale patiëntveiligheid. Het NKI-AVL is het eerste ziekenhuis waar wetenschappelijk onderzoek met patiënten wordt uitgevoerd, dat het keurmerk heeft ontvangen.

aan een tafel en bepalen samen wat de beste behandeling is voor de betreffende patiënt. Die hoeft dus niet meer bij zes verschillende specialisten langs om het plaatje compleet te krijgen. Door op alle fronten efficiënter te werken, krijgen onze patiënten de beste zorg en besparen we waar mogelijk tijd en geld.'

langdurig bureaucratisch traject, stopzetting van een beproefde behandelmethode. 'We proberen het zo lang mogelijk vol te houden, maar soms moet je ermee stoppen. Dan is het geld op, draai je langdurig verliesgevend en gaat het ten koste van andere ontwikkelingen. Een moeilijke beslissing die je zo lang mogelijk uitstelt.'

Bottleneck Van de ingezette koers, efficiënter werken, kan het NKI-AVL gezien zijn groeiplannen de komende jaren dus niet afwijken. Het moet allemaal zelfs nog efficiënter. Geen makkelijke opgave als je bedenkt dat het kankerinstituut vaak hoge bureaucratische hobbels moet nemen om zijn doelen te bereiken. 'Bijvoorbeeld de administratieve rompslomp bij de erkenning van een behandelmethode is een groot struikelblok. Soms duurt het jaren om een beproefde methode in het pakket van de zorgverzekeraar opgenomen te krijgen.'

Goede werkgever Bij het verwezenlijken van zijn ambities stuit het NKI-AVL ook op arbeidsvraagstukken. Door een chronisch tekort aan gekwalificeerd personeel is het wellicht niet mogelijk om de groeiplannen volledig te realiseren. 'Vandaar dat we flink inzetten op werkgeverschap', lacht Van Harten. Hij doelt op het tevredenheidsonderzoek onder medewerkers van verschillende bedrijven en organisaties, waarbij het NKIAVL afgelopen juli als een van de 25 beste werkgevers van Nederland uit de bus kwam. 'Vooral het krijgen van gekwalificeerd personeel in "het Amsterdamse" is een groot probleem. Door de recessie hebben we momenteel voldoende personeel. Maar zodra de economie aantrekt, bestaat het risico dat het personeel weer vertrekt. Waarom weet ik niet, maar blijkbaar is de zorg dan minder aantrekkelijk.'

Van Harten verwijst naar de perikelen rond de HIPEC-operatie, een lokale behandeling die wordt toegepast bij kankersoorten die uitzaaien naar het buikvlies. 'Na jaren van onderzoek hebben we de resultaten voorgelegd aan het College voor Zorgverzekeringen voor een beoordeling. Een positieve beoordeling volgde, maar daarna moesten we nog langs het ministerie van VWS, het NZA en DBC Onderhoud. Het heeft in totaal zeven jaar geduurd voordat de operatie werd opgenomen in het pakket van de ziektekostenverzekeraar.' Soms dreigt er voor het NKI-AVL, als gevolg van een

Trainingsafdeling Om het gewenste gekwalificeerde personeel in huis te hebben én te houden, start het NKI-AVL bijvoorbeeld aankomende september een experimentele trainingsafdeling speciaal voor hbo-V-studenten in de eindfase van hun studie. 'Onder begeleiding van ervaren oncologische

ECCCA Een manier om zich internationaal meer op de kaart te zetten, is door het aangaan van internationale samenwerkingsverbanden. Van Harten: 'Vorig jaar is het NKI-AVL gaan samenwerken met twee toonaangevende kankercentra in Europa: het Institut Gustave Roussy in Parijs en het Karolinkska Institutet in Stockholm. Doel van dit European Comprehensive Cancer Centre Alliance (ECCCA), is om op onderzoeksgebied krachten te bundelen en nog sneller nieuwe behandelingen te kunnen toetsen.'

verpleegkundigen vervullen studenten tijdens de opleiding hun trainingsstage.' Een schot in de roos, want de daarvoor aangewezen afdeling is al vol. 'Het is een nieuwe manier van opleiden en, voor zover wij weten, nog in geen enkel ander ziekenhuis aanwezig. Op deze manier hopen we de studenten in de laatste fase van hun studie op een leuke, innovatieve manier aan ons te binden zodat ze blijven en hun kennis inzetten voor het NKI-AVL.' Vliegwiel De innovatieve werkwijze en visie van het kankerinstituut blijven nationaal en internationaal niet onopgemerkt. 'Het NKI-AVL krijgt relatief veel bezoek uit het buitenland om te kijken hoe het zijn organisatie heeft ingericht. We dragen onze kennis graag over. Want hoe beter je organiseert, hoe beter de medici uit de voeten kunnen.' Van Harten besluit: 'Efficiency wordt, wereldwijd, steeds belangrijker binnen de zorg. Dat kan alleen door de kwaliteit van medische producten te verbeteren en tegelijk de eigen organisatie aan te passen. Juist als we daar balans tussen weten te vinden krijg je een vliegwieleffect.' ZorgAlert

29


Korte berichten

In elk nummer van ZorgAlert: nieuws, facts en updates

Staat u al ingeschreven?

Nieuwe regels betalingsverkeer

Op 1 juli 2008 is de nieuwe Handelsregisterwet in werking getreden. Daarmee zijn alle ondernemingen en rechtspersonen in Nederland wettelijk verplicht zich in te schrijven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Ook maatschappen van medische vrijberoepsbeoefenaren. Na 1 januari 2010 geldt het niet ingeschreven staan als een economisch delict. Schrijf u dus voor die datum in.

Vanaf 1 november 2009 gelden nieuwe Europese regels voor standaardisering van het betalingsverkeer. Deze nieuwe regelgeving, vaak aangeduid als Payment Services Directive (PSD), zorgt voor meer transparantie en leidt tot aanpassing van de Nederlandse regelgeving. Hierdoor moeten ook de Nederlandse banken hun voorwaarden aanpassen.

Met ingang van 1 november 2009 past CenE Bankiers de voorwaarden aan die vallen onder de nieuwe Europese regels. In oktober 2009 ontvingen alle relaties van CenE Bankiers een brief met bijlagen over de wijzigingen in het kader van de nieuwe Europese regels voor standaardisering van het betalingsverkeer.

Vertrek Stephan van de Vusse Na een loopbaan van vierenhalf jaar bij CenE Bankiers heeft directeur Stephan van de Vusse besloten om de bank per oktober te verlaten. De gezondheidszorg bevindt zich in een uiterst interessante periode waar zorgaanbieders en -professionals voor grote uitdagingen staan op gebied van financiĂŤn en bedrijfsvoering. Met veel enthousiasme heeft hij zich vanuit een andere rol buiten het bankwezen op de medische sector gericht. Wij danken hem voor zijn bijdragen en wensen hem veel succes in zijn verdere loopbaan.

Informatie De adviesgroepen van CenE Bankiers zijn bereikbaar op de volgende telefoonnummers: Ondernemende zorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .(030) 659 90 20 Apothekers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .(030) 659 90 30 Artsen/Medisch specialisten. . . . . . . . . . . . . .(030) 659 90 12 AIOS. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .(030) 659 90 35 Tandheelkundige beroepen . . . . . . . . . . . . . .(030) 659 90 15 Dierenartsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .(030) 659 90 04

1FS OPWFNCFS WFSBOEFSFO EF WPPSXBBSEFO WBO VX CBOL /JFVXF &VSPQFTF SFHFMT WPPS CFUBMJOHTWFSLFFS 6 TUBBU FS NJTTDIJFO OJFU FMLF EBH CJK TUJM %F SFMBUJF EJF V IFFGU NFU VX CBOL JT WBTUHFMFHE JO EF BMHFNFOF CBOL FO QSPEVDUWPPSXBBSEFO %BBSJO TUBBO VX SFDIUFO FO QMJDIUFO nO EJF WBO VX CBOL PNTDISFWFO 7BOBG OPWFNCFS HFMEFO OJFVXF &VSPQFTF SFHFMT WPPS IFU CFUBMJOHTWFSLFFS &FO HFWPMH EBBSWBO JT EBU FS HFXJK[JHEF CBOL FO CFUBBMWPPS

XBBSEFO LPNFO 6 [VMU IJFS OJFU WFFM WBO NFSLFO 8BOU IFU CFUBMJOHTWFSLFFS JO /FEFSMBOE JT FO CMJKGU HPFE HFSFHFME 5PDI XJMU V XFMMJDIU XFUFO XBU FS WFSBOEFSU 6X FJHFO CBOL [BM V PWFS EF HFXJK[JHEF CBOLWPPSXBBSEFO JOGPSNFSFO #F[PFL EF XFCTJUF WBO VX CBOL PG XXX OWC OM

Kijk voor meer informatie ook op www.cenebankiers.nl %F "MHFNFOF #BOLWPPSXBBSEFO [JKO PQ KVMJ HFEFQPOFFSE CJK EF 3FDIUCBOL "NTUFSEBN

30

ZorgAlert


Het gesprek CZ-voorman Mike Leers neemt afscheid

‘De lat hoort hoog te liggen’ Flik hem geen kunstje, want hij komt verhaal halen ZorgAlert

31


Het gesprek Mike Leers is een begrip in zorgland. Tussen 1993 en 2009 stond hij aan het roer van zorgverzekeraar CZ. In die periode groeide het bedrijf uit tot een van de grote spelers in de branche. Op 23 september nam hij afscheid van ‘zijn’ CZ.

TEKST: WILLEM VAN LEEUWEN / BEELD: MICHEL CAMPFENS

L

eers staat bekend als bestuurder die geen blad voor de mond nam in de discussie over de koers van de gezondheidszorg. Sommigen zullen opgelucht ademhalen, de meesten zullen hem missen vanwege zijn passie voor de zorg. Een gesprek over leiderschap.

Leiden Onlangs was hij genomineerd voor een van de Gouden Schilden, de onderscheidingen die onderdeel zijn van de Verzekeringsawards. In het juryrapport werden de verdiensten van Leers omschreven als: ‘hij loodste CZ succesvol door de roerige zorgmarkt’. Hoewel vereerd met de nominatie – de prijs ging uiteindelijk naar een ander – relativeert hij op het CZ-hoofdkantoor in Tilburg met een schouderophalen de woelige baren waarop de zorg zich zou bevinden: ‘Het valt wel mee, het mag van mij veel roeriger. Juist nu. Verzekeraars en zorgverleners worden nog veel te veel in de watten gelegd. Ik pleit voor de omstandigheid dat ons op zich mooie zorgstelsel extra spelregels krijgt, waarbij slecht beleid wordt afgestraft en de overheid niet voortdurend de portemonnee trekt als verzekeraars en ziekenhuizen er niet in slagen de balans in evenwicht te houden. Zo houd je slecht management in het zadel. Pas als je echt durft af te rekenen, als organisaties in de zorg echt zelf de broek moeten ophouden, krijg je roerige tijden. Dan valt een aantal zwakke broeders door de mand.’ Het is een ‘gewone’ Mike Leers-uitspraak, robuust, recht uit het hart en gemeend. Hij noemt de drie G’s als voorwaarde voor een gezonde organisatie: doen waar je Goed in bent, datgene doen 32

ZorgAlert

waarmee je Geld kunt verdienen en begeef je in markten waar je kunt Groeien. Het zijn dezelfde pijlers die hij onder CZ plaatste toen hij in 1993 bestuursvoorzitter werd: ‘Toen ik werd gevraagd het roer over te nemen heb ik ja gezegd onder de voorwaarde dat ik een programma zou kunnen ontwikkelen waarbij CZ zou groeien. Niet in één regio, maar in meerdere, waardoor de risico’s gespreid zouden worden. Dat is gelukt, we zijn uitgegroeid tot een van de grootste zorgverzekeraars, we zitten verspreid over het land én we zijn gezond. Cruciaal voor het succes is dat we er steeds in zijn geslaagd om fusiebedrijven in korte tijd te integreren met het moederbedrijf. Onze doelstelling was altijd: binnen een jaar het huis weer op orde en de fusievoordelen verzilveren.’ Leiderschap Hij wordt omschreven als iemand die ervoor geboren is een kar te trekken, een noeste werker, rechtdoorzee, direct. Flik hem geen kunstje, want hij komt verhaal halen. Hij durft te stellen dat hij na vijftien jaar voormanschap nog geliefd is bij ‘zijn’ mensen. Somt op wat daarvoor nodig is: ‘De handen uit de mouwen steken, luisteren naar mensen, niet alleen met de OR om de tafel zitten, de werkvloer opgaan, weten wat er speelt. Je poten in de modder zetten. Dat mis ik op managementniveau, managers stappen tegenwoordig zo vanuit de schoolbanken een bedrijf binnen. Ze weten amper wat er speelt. Ze hebben alleen bij mooi weer gezeild. Als het tegenzit, zoals nu met de crisis, zie ik relatief veel jonge mensen die het niet meer weten. Er is te weinig inhoud en vakmanschap, ze zijn niet allround. Ik ben zeer betrokken bij wat ik doe, probeer me in te lezen, alles te weten, alles wat ik in me heb te geven. En ik eis dat min of meer ook van mijn mensen.’ Beleid Echte passie en betrokkenheid is meer dan alleen je werk goed doen, vindt Leers. Dagblad De Limburger mocht onlangs nog uit zijn mond optekenen dat het nu eindelijk eens afgelopen moet zijn met medisch specialisten in niet-academische ziekenhuizen die alleen vruchten plukken en niet de lasten dragen. ‘Ik denk dat de meeste medisch specialisten zeer betrokken zijn bij hun werk’, zegt Leers, zijn eerdere uitspraak enigszins relativerend. ‘Alleen zijn de hoofdspelers in een ziekenhuis, de medische professionals, te weinig betrokken bij het geheel, ze zijn nauwelijks af te rekenen op wat ze doen en laten. Daarom pleit ik ervoor dat ze of in loondienst komen, of mede-eigenaar van het ziekenhuis worden.’ De vuist komt op tafel: ‘Het is toch te gek voor woorden dat vrijgevestigde specialisten weigeren onder een baas te werken. Ondertussen scalperen ze hun collega’s die wel in loondienst werken. Doen de artsen in loondienst hun werk niet goed dan? Ik ben ook in loondienst en ik heb ook passie! In zekere zin is het goed dat er een crisis is. Langzaam maar zeker dringt nu in alle uithoeken door dat geld per definitie schaars is, zeker in een ziekenhuis. Ook hier gelden de drie G’s: ziekenhuizen moeten zich focussen, doen waar ze goed in zijn en


窶連lles aan dit werk heb ik leuk gevonden. Daarom ben ik nooit ergens anders naartoe gegaan'

CV Mike Leers (1950) studeerde economie in Tilburg. In 1975 trad hij in dienst bij CZ Zorg als algemeen stafmedewerker. In 1993 werd hij voorzitter van de Raad van Bestuur. Op 23 september jl. nam hij afscheid. Leers is verder actief binnen Zorgverzekeraars Nederland en diverse besturen, onder meer als lid van het Stichtingsbestuur van de Universiteit van Tilburg, als lid van de Raad van Toezicht van DGV, als voorzitter van de Raad van Commissarissen van de Rabobank Tilburg en omstreken en als lid van de Adviesraad Gezondheidszorg van CenE Bankiers. Mike Leers is gehuwd en woont in Riel.

ZorgAlert

33


Het gesprek ‘Medisch specialisten zouden of in loondienst moeten komen, of medeeigenaar van een ziekenhuis moeten worden. Nu zijn ze nauwelijks af te rekenen op wat ze doen’

als je samen ergens de schouders onder zet, je de wereld een beetje beter kunt maken. Als ik een opdracht heb dan is het die om mijn talenten maximaal in te zetten. De lat ligt hoog en die hoort ook hoog te liggen. Men mag van mij iets verwachten. Ik wil ergens op kunnen terugkijken. Dat is wel gelukt, geloof ik. Maar anderzijds, het kan altijd beter. Ja, dat is ook de slogan van CZ. Het werk is nooit af.’ Lijdzaam? Het grote werken is bijna achter de rug. Als adviseur blijft hij nog wel zijdelings betrokken bij CZ. Hoe zal dat gaan? Is het wel verstandig gezien zijn drive en ambitie? Wordt het niet lijdzaam toezien hoe alles zich buiten hem om ontwikkelt? Leers: ‘Ja, het wordt moeilijk. Weet u, dit werk is zo ontzettend leuk. Echt, alles eraan heb ik leuk gevonden! Daarom ben ik ook nooit verleid ergens anders naartoe te gaan. En ik heb aanbiedingen gehad hoor. Maar steeds op tijd kreeg ik weer een nieuwe uitdaging bij CZ voorgezet. Het wordt moeilijk. We moeten maar zien hoe het gaat.’

‘Weerbarstig, maar met groot mededogen’ Gerd Leers, burgemeester van Maastricht en broer van Mike Leers, schetst enkele karaktertrekken van zijn elf maanden oudere broer. ‘Hij ziet erg op tegen de periode na CZ.’

het andere loslaten. En we gaan de goede kant uit, we hebben deels al prestatiefinanciering. Ziekenhuizen moeten echt kunnen omvallen, dan pas zijn ze gedwongen goed na te denken over hoe ze zich staande kunnen houden. Voor hen geldt evengoed de vraag die overal in de economie geldt: wat is mijn toegevoegde waarde? Waarmee onderscheid ik me van de andere zorgaanbieders? Ik ben optimistisch, uiteindelijk zullen de noodzakelijke aanpassingen plaatsvinden.’ Leidsman Niet alle zorg kan volledig gestructureerd in een kapitalistisch keurslijf worden geperst, weet Leers. ‘Als burger moeten we onze persoonlijke verantwoordelijkheid nemen. Vroeger heette dat nabuurschap. Om je heen kijken, mensen onder je hoede nemen, niet verwachten dat alle zorg en hulp altijd door de overheid wordt verstrekt.’ Zelf nam hij, samen met zijn vrouw, een schoonzusje dat ernstig ziek was, enkele maanden in huis om haar te begeleiden naar het onvermijdelijke einde. Hij is gelovig al is hij geen kerkganger: ‘Mijn geloof is niet specifiek kerks, maar ik heb er wel affiniteit mee. Het besef van nietigheid en dat er iets is wat ons bindt. Een besef dat 34

ZorgAlert

‘Mike is niet iemand die anderen naar de mond praat, hij zegt gewoon recht voor zijn raap wat hij vindt. Hij houdt niet van spelletjes of politiek gedraai, maar komt liefst zo snel mogelijk to the point. Als kind was hij ijverig, maar ook weerbarstig. Geen gemakkelijk mens. Maar voor “makkelijk” zijn we ook niet geboren, als je je wilt onderscheiden dan moet je anders zijn. Dat geldt voor alle Leersen in ons gezin. Hij is geen geweldige sociale babbelaar, iemand die zich snel vermaakt op een verjaardagsfeestje. Wij zijn nu eenmaal niet van die gezelligheidsdieren. Spreken doen we elkaar niet zo vaak, soms zitten er maanden tussen, maar dat hoeft ook niet. Onderhuids is er altijd het respect en de waardering voor elkaars inzet en prestaties. Ik weet zeker dat als het nodig zou zijn, ik een beroep op mijn broer kan doen. Andersom ook. Mike kan soms overkomen als een boeman, hij kan ook keihard zijn als het moet, maar zijn hartje is klein, hij heeft een groot mededogen en is ongelooflijk begaan met de noden van mensen. Ik denk niet dat veel mensen weten dat hij erg opziet tegen deze periode, nu hij CZ vaarwel heeft gezegd. Niet dat hij zijn dagen niet zal kunnen vullen, maar het werk is nu eenmaal nooit Burgemeester af. Heb ik genoeg gedaan? Had ik er niet van Maastricht een schepje bovenop moeten doen? Nee, op Gerd Leers tevredenheid zul je hem niet betrappen.’


Column

Z

iekenhuizen baseren hun financiering nu nog voor zeventig procent op de aloude planeconomische budgetten. Maar aan de budgetparameters – aantal bedden, erkende specialismen – valt niet van de ene dag op de andere iets te veranderen. Dus ligt het grootste deel van hun omzet vast. Daar komt bij dat het budget aan het eind van het jaar uitkomt op nul. Waar halen ziekenhuizen hun innovatiegelden vandaan? Banken zijn huiverig om leningen te verstrekken. Want budgetten worden niet langer meer voor honderd procent door de overheid gedekt. De zekerheid die banken willen om hun risico’s te kunnen afdekken, kunnen ziekenhuizen niet bieden omdat ze in een overgangssituatie verkeren van een planeconomisch naar een markteconomisch financieringsstelsel. Zo’n dertig procent van het huidige ziekenhuisfinancieringsstelsel is inmiddels gebaseerd op de ondernemersgedachte. Oftewel: hoe zet je tegen zo min mogelijk kosten een zo goed mogelijk product neer? Zolang deze twee financieringsstelsels nog naast elkaar bestaan, blijven ziekenhuizen ontzettend moeilijk bestuurbaar. Een verdere optimalisering van de bedrijfsvoering en ontwikkeling van de zorg raken erdoor geblokkeerd. Als gevolg van dit alles zijn ziekenhuizen inefficiënt en ontoegankelijk. Tegelijk moet de kwaliteit van de zorg omhoog. Dat kan alleen door honderd procent over te stappen op het markteconomische financieringsstelsel. Denk als ondernemer: prijs x hoeveelheid = omzet. Het maakt financiering regelbaar en ziekenhuizen bestuurbaar. We moeten de discussie over de morele en ethische kanten van het ondernemerschap opnieuw aangaan. De brief die minister Klink afgelopen juli aan de Tweede Kamer schreef over het aantrekken van privaat kapitaal in de zorg, sterkt mij alleen maar in die overtuiging. Ook al stelt hij strikte voorwaarden. Zo zouden private ondernemers geen medezeggenschap mogen hebben in een onderneming. Waarom niet? Het hele mkb kent toch directeuren-grootaandeelhouders die zeggenschap hebben? Natuurlijk kun je denken aan restricties in het geval van zorgondernemingen. Daarnaast geldt er wet- en regelgeving ten aanzien van structuurregimes voor beursgenoteerde ondernemingen waarnaar we ons dan zouden moeten richten.

Loek Winter is medicus en bij het grote publiek bekend als zorgondernemer. Hij is directeur van de MC Groep.

foto: iris vetter

De praktijk wijst uit dat privaat ondernemerschap binnen de ziekenhuismuren tot succes leidt. Toen zorgonderneming de MC Groep, waarvan ik bestuursvoorzitter ben, vorig jaar de IJsselmeerziekenhuizen overnam, was het resultaat -20,3 miljoen euro. Inmiddels is dat 2,5 miljoen positief. De sleutel? Vereenvoudiging van de bedrijfsvoering zoals minder managementlagen en strakkere afspraken met leveranciers. In de toekomst zullen we steeds klantgerichter gaan werken: klanten gaan zélf kiezen. Ziekenhuizen verschillen wat dat betreft niet van een kapsalon of een meubelboulevard. De gezondheidszorg zal zich organiseren rond kleinschalige centra, gericht op bepaalde groepen waarin een multidisciplinaire benadering van de consument centraal staat. Over tien jaar is het zover.

‘Ziekenhuizen verschillen niet van meubelboulevards'

ZZorgAlert Zo Zor oorrgA Ale Al lert le rt

35 35


# $ " !" $ & " & & %' #$ ##(#$ $ & " %' # #! #$ % $ & " !$ # " & %' ##$"

"# ' $ ' $ " #! $ %' ' " ) & $ &

! " $ ) $ ! %' !" &*& " ! %' ) . +

# #! # " "# &

" # # $ " % ' # ) $ ,

#! $ & $ # " "# ! "

" "# % !$ &

#$ ) $ . $' " & # $ % ! ) " ! "$ " $ & "#$ & -' ) $ ( ## & ! www.cenebankiers.nl

CenE Bankiers is onderdeel van Van Lanschot Bankiers.

VOOR PROFESSIONALS IN DE MEDISCHE SECTOR


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.