AZRR Jaarverslag 2013

Page 1

AZRR jaarverslag 2013


CONTACT Bezoekadres AZZR Breslau 2 2993 LT Barendrecht Tel. 0180-64 33 00 Postadres Postbus 4 2990 AA Barendrecht Concept en realisatie SD Communicatie, Rotterdam Redactie Stafbureau AZRR, M.H. (Mark) Preesman Fotografie AZRR, M. (Maarten) van der Voorde

www.azrr.nl


AZRR jaarverslag 2013



Inhoud Voorwoord

6

Terugblik op 2013 door Raad van Toezicht

8

1 Introductie

13

2 Leiderschap

19

3 Strategie en beleid

23

4 Management van medewerkers

35

5 Management van middelen

45

6 Management van processen

49

7 Waardering door patiĂŤnten

53

8 Waardering door medewerkers

57

9 Waardering door de maatschappij

61

10 Bestuur en financiers

65

5


Voorwoord Met gepaste trots presenteren wij u het jaarverslag AZRR over het kalenderjaar 2013. Er is in het achterliggende jaar opnieuw hard gewerkt. Alle medewerkers en betrokkenen hebben zich ingezet om zorgverlening te bieden op een hoogwaardig kwaliteitsniveau.

Op organisatorisch vlak is veel werk gezet. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) per 1 januari 2013 heeft de samenwerking binnen de Coöperatie AZRR een wettelijke verankering gekregen. Het besturingsmodel van de Coöperatie AZRR is geënt op de Zorgbrede Governancecode. In 2013 heeft de nieuw geïnstalleerde Raad van Toezicht AZRR haar taak consciëntieus ter hand genomen. U leest vanaf pagina 8 in dit jaarverslag de terugblik op het jaar 2013 door de Raad van Toezicht.

De formele samenvoeging van de verschillende organisatieonderdelen tot één vergunninghouder is een katalysator geweest waardoor ontwikkelingen in een stroomversnelling zijn gekomen. De invoering van het digitaal ritformulier is ter hand genomen en is op het moment van verschijnen van dit jaarverslag inmiddels volledig functioneel. Medewerkers kunnen de patiëntgegevens rechtstreeks en on-line verwerken op een tablet. Dit draagt bij aan betrouwbare en volledige meetgegevens en daarmee aan de kwaliteit van zorg.

Met de aanstelling van twee Verpleegkundig Specialisten Ambulancezorg (VSAZ) heeft de kwaliteit van zorg een extra impuls gekregen. Ook de inspanningen op het gebied van patiëntveiligheid

6

Jaarverslag AZRR 2013


dragen bij aan een verbetering van de kwaliteit door het tot een minimum beperken van vermijdbare schade aan de patiĂŤnt. De scholing binnen AZRR is verbeterd en is door het invoeren van vaste toetsingsmomenten verder geprofessionaliseerd.

De inspanningen op het gebied van spreiding en beschikbaarheid hebben ook geleid tot verbetering. De prestatie in het spoedvervoer (A1-urgentie) is in 2013 gemiddeld over alle gemeenten met 1,7% gestegen ten opzichte van het voorgaande kalenderjaar. In 2013 is een aanzienlijk deel van het wagenpark vernieuwd, waarbij gekozen is voor meer eenduidigheid en afstemming. Dit draagt bij eveneens aan een uniform kwaliteitsniveau binnen AZRR.

AZRR heeft in 2013 ook weer nauw samengewerkt met ketenpartners zoals brandweer, politie, GHOR, ziekenhuizen en andere zorgverleners. Alles bij elkaar was 2013 weer een jaar met veel dynamiek, waarin de ontwikkelingen elkaar in snel tempo opvolgden. Dit voorwoord is te klein om alle activiteiten en ontwikkelingen te benoemen. U leest hierover elders in dit jaarverslag.

Wij danken onze medewerkers en de ondernemingsraden voor hun inspanningen en bijdragen aan de ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond.

Barendrecht, mei 2014

Raad van Bestuur AZRR,

A. (Arjen) Littooij S. (Stef) Hesselink

7


Terugblik op 2013 door Raad van Toezicht De Coöperatie AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond U.A. is per 1 januari 2013 als enige rechtspersoon verantwoordelijk voor de ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond. Op 20 november 2012 werd de formele aanwijzing verleend door de minister van VWS op grond van de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz). Aan deze aanwijzing is een geruime periode vooraf gegaan van inrichting van de Coöperatie om te voldoen aan de voorwaarden van de Twaz voor het verkrijgen van de aanwijzing. Onderdeel van deze inrichting vormde de instelling van een Raad van Toezicht. Het tweede halfjaar van 2012 is, in afwachting van de aanwijzing door de minister, benut om de contouren te bepalen van het functioneren van de Coöperatie onder de nieuwe wet. Daarbij heeft de Raad van Toezicht zich formeel verbonden aan de uitgangspunten en doelstellingen van AZRR. Belangrijk hierbij is de prestatienorm om in tenminste 95% van de A1-ritten binnen de 15 minuten responstijd ter plaatse ambulancezorg te bieden. Daarbij onderschrijft de Raad van Toezicht het in Rotterdam-Rijnmond toegepaste systeem van automatisch statussen, aangezien dit een geobjectiveerd beeld geeft van de prestaties. De Raad van Toezicht is van mening dat het automatisch statussen landelijke invoering verdient omdat hierdoor de prestaties van de verschillende ambulancediensten objectief vergelijkbaar worden. Tevens is de Raad van Toezicht van oordeel dat patiëntveiligheid voorop moet staan in alle werkprocessen van de AZRR.

Samenstelling De Raad van Toezicht bestond in 2013 uit vier leden. Bij de vorming van de Coöperatie AZRR zijn twee leden voorgedragen door het bestuur van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond en twee leden door de BIOS-groep. Door de Raad van Toezicht is geconcludeerd dat haar onafhankelijk functioneren er bij is gebaat om geleidelijk te komen tot een wisseling van de samenstelling. Hierdoor kan de onafhankelijkheid van de Raad van toezicht verder worden geborgd. Besloten is om vacatures in de Raad van Toezicht op basis van een vooraf opgesteld profiel in te vullen. De

8

Jaarverslag AZRR 2013


twee deelnemende partijen kunnen hierbij kandidaten aandragen, maar niet voordragen. Deze bevoegdheid behoudt de Raad van Toezicht zichzelf voor.

Samenstelling Raad van Toezicht 2013 Namen

Nevenfuncties

De heer H.C.J. (Henk) Roijers, voorzitter

Vice-voorzitter Zonnehuisgroep Vlaardingen Voorzitter Raad van Commissarissen Stadsgehoorzaal Vlaardingen BV Directeur Gemeenschappelijk Bezit Evides BV

De heer P.E. (Peter) de Jong

Burgemeester Westvoorne Lid RvT Ruwaard van Puttenziekenhuis, Spijkenisse tot juni 2013 Mediator, De Jong Mediation

De heer drs. E.P. (Ewout) Cassee

Wethouder gemeente Haarlem Directeur Multipodia BV Voorzitter VvE ‘Parkflat Zuiderhout’

De heer R.W. (René) van Peursen

Baker Tilly Berk (accountants en belastingadviseurs), adviseur tot 1 juni 2013 van Peursen advies en begeleiding, zelfstandig adviseur

Rooster van aftreden: De Raad van Toezicht heeft besloten het onderstaande roosten van aftreden te hanteren: De heer P.E. (Peter) de Jong

aftredend 31/12/2013

De heer drs. E.P. (Ewout) Cassee

aftredend 31/12/2014

De heer H.C.J. (Henk) Roijers

aftredend 31/12/2015

De heer R.W. (René) van Peursen

aftredend 30/06/2016

9


Eind 2013 is gestart met de wervingsprocedure voor de invulling van de vacature die ontstaat door het aftreden van de heer P.E. (Peter) de Jong per 1 januari 2014. De Raad van Toezicht laat zich hierbij ondersteunen door een extern bureau. Aan de hand van diverse documenten en gesprekken met zowel de leden van de Raad van Toezicht als de Raad van Bestuur is een profielschets vastgesteld.

De Raad van Toezicht is in 2013 vijf keer bijeengekomen. Daarvan waren vier reguliere vergaderingen in aanwezigheid van tenminste één van de leden van de Raad van Bestuur. Eén van de vergaderingen van de Raad stond in het teken van de (zelf)evaluatie van de Raad.

Governance Als één van de voornaamste aandachtspunten heeft de Raad in 2013 stil gestaan bij de governance van de AZRR. Een nieuwe situatie kent nieuwe verhoudingen, die zich nog moeten uitkristalliseren en waarbij de Algemene Ledenvergadering, de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht in de praktijk hun positie te opzichte van elkaar moeten bepalen. Niet alleen in formele, maar vooral ook

10

Jaarverslag AZRR 2013


in materiële zin. Bij de start van de Coöperatie AZRR is deze juridisch wel gevuld, maar bezit deze geen mensen en middelen. De RvT heeft uitgesproken dat het wenselijk is om de samenwerking binnen AZRR te intensiveren, en heeft de RvB uitgenodigd een voorstel te doen op welk integratieniveau het beste resultaat gehaald kan worden. Daarbij is een verandering van de rechtsvorm niet uitgesloten. In dit kader heeft de RvT ook geconcludeerd dat het wenselijk is om voor de controle van de jaarrekening van de AZRR een accountant aan te stellen. Daarbij is als randvoorwaarde gesteld dat de te selecteren accountant niet ook werkzaam kan zijn ten behoeve van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) of de BIOS-groep. Door de RvT zijn, in nauwe samenwerking met de financieel verantwoordelijken van VRR en BIOS-groep, offertes gevraagd en gesprekken gevoerd met de betrokken accountants. Dit heeft geleid tot een voordracht tot aanstelling van een accountant voor de Coöperatie AZRR aan de Algemene Ledenvergadering. Deze voordracht heeft inmiddels geleid tot een formele opdrachtverlening.

Barendrecht, maart 2014

H.C.J. (Henk) Roijers, voorzitter Raad van Toezicht

11



Introductie 1.1

Wat is AZRR?

1

AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond (AZRR) is de organisatie die ambulancezorg levert in de regio Rotterdam-Rijnmond. Binnen AZRR wordt een bijdrage geleverd door de partners Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) en BIOS-groep.

VRR en BIOS-groep zorgen beide voor voldoende ambulancevoertuigen en vakbekwaam personeel volgens het afgesproken rooster en beschikbaarheidsplan AZRR. Daarnaast wordt op jaarbasis het aantal diensten en ritten uitgevoerd zoals afgesproken in de productieafspraken met de zorgverzekeraar.

Vanuit de VRR zorgt de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) als onderdeel van de Gemeenschappelijke Meldkamer (GMK) voor de aansturing en spreiding van de beschikbare ambulances, het toewijzen van ritopdrachten en het voeren van regie bij opgeschaalde incidenten.

De beleidsmatige ondersteuning van AZRR wordt verzorgd door AZRR / Stafbureau. De ondersteuning richt zich op terreinen als algemene beleidsontwikkeling, informatievoorziening, medische advisering, ketenpartners, innovatie en kwaliteit. Op het gebied van opleidingen beschikt AZRR over een eigen regionaal opleidingscentrum (ROC). In afstemming met AZRR / Stafbureau verzorgt AZRR / ROC de regionale opleidingen voor het ambulancepersoneel van AZRR.

13


14

Jaarverslag AZRR 2013


1.2

Wat doet AZRR?

Bij AZRR zijn ruim 330 medewerkers werkzaam in het zorgproces. Deze medewerkers staan dag en nacht paraat om de 1,2 miljoen inwoners in het verzorgingsgebied en de vele tienduizenden werknemers in het uitgebreide haven- en industriegebied in geval van nood bij te staan. Het gaat daarbij om zowel spoed- als besteld vervoer. In 2013 zijn in totaal 97.400 ritten uitgevoerd. De omzet bedraagt ruim e 34 miljoen per jaar.

Het verzorgingsgebied van AZRR wordt gekenmerkt door een sterk verstedelijkt gebied met een relatief hoge zorgvraag (Rotterdam en omstreken) en een ruraal / suburbaan gebied met een relatief lage zorgvraag (Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee). Per 1 januari 2013 zijn de gemeenten Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee samengevoegd tot de gemeente Goeree-Overflakkee. De regio omvat vanaf dat moment 16 gemeenten. Deze gemeenten zijn Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse, Vlaardingen en Westvoorne.

AZRR beschikt over een gedifferentieerd wagenpark, bestaande uit reguliere ambulances, Mobiele Intensive Care Units (MICU’s), Zorgambulances, ambulancemotoren en monolances. AZRR beschikt in dit kader over 60 aanhangsels. Er wordt gebruik gemaakt van negen standplaatsen conform het landelijke Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid. De standplaatsen zijn zodanig gespreid over de regio dat daarmee de bevolking van de regio maximaal bereikt kan worden. Op het moment dat de ambulance in een bepaald standplaatsgebied een opdracht krijgt voor een rit, wordt de standplaats zoveel mogelijk herbezet vanuit een aangrenzend standplaatsgebied. Door een optimale spreiding en aansturing van de beschikbare ambulances, wordt gestreefd naar een zo hoog mogelijke paraatheid om alle inwoners van de regio te voorzien van tijdige en kwalitatief hoogwaardige ambulancezorg.

15


De negen standplaatsen zijn gevestigd in Rotterdam Centrum (Baan), Rotterdam Kralingen (Brugwachter), Brielle, Barendrecht, Capelle aan den IJssel, Dirksland, Hellevoetsluis (Haringvlietdam-Noord), Schiedam en Spijkenisse. Aanvullend heeft AZRR enkele opstelplaatsen gecreĂŤerd. Een opstelplaats is een strategische, goed bereikbare locatie waar de ambulance tijdelijk wordt gestationeerd om direct inzetbaar te zijn. Opstelplaatsen worden gebruikt om het dekkingsgebied te vergroten. Een opstelplaats kan variĂŤren van een parkeerplaats langs de weg tot een gebouw waar enkele (basis)voorzieningen beschikbaar zijn. In 2013 heeft AZRR gebruik gemaakt van de volgende opstelplaatsen: Goedereede en Oude Tonge (beide Goeree-Overflakkee), Berkelse Poort (Lansingerland), Maasstad ziekenhuis (Rotterdam) en Wellebrug (Bernisse).

De diensten starten en eindigen centraal vanuit vier opkomstlocaties, waarvan enkele ook fungeren als standplaats. De vier opkomstlocaties bevinden zich in Barendrecht, Rotterdam Kralingen (Brugwachter), Dirksland en Brielle.

16

Jaarverslag AZRR 2013


1.3

AZRR en kwaliteitszorg

AZRR beschikt over het kwaliteitskeurmerk HKZ (Harmonisatie Kwaliteitszorg Zorgsector). Tevens wordt in het kader van HKZ nadrukkelijk aandacht besteed aan het thema patiĂŤntveiligheid. Naast de HKZ-certificering wordt het INK-managementmodel gebruikt als instrument voor de verdere ontwikkeling en professionalisering van de organisatie. Het INK-model wordt toegepast voor het bepalen van de positie en koers van de organisatie in de complexe en veranderende omgeving. Het INK-model brengt de verschillende aandachtsgebieden binnen de organisatie gestructureerd in kaart en verbindt deze met elkaar. Vanuit een langetermijnvisie worden doelstellingen benoemd en wordt de gewenste richting en vormgeving van de organisatie bepaald. Op basis van meting van resultaten wordt vastgesteld of de beoogde doelstellingen worden behaald en vindt waar nodig verbetering en vernieuwing plaats. De verslaglegging in dit jaarverslag, inclusief de hoofdstukindeling, is gebaseerd op het INK-managementmodel:

Management van medewerkers

Leiderschap

Waardering medewerkers

Management van processen

Strategie en Beleid

Management van middelen

Bestuur en financiers

Waardering patiĂŤnten

Waardering maatschappij

organisatie

resultaat

Verbeteren en vernieuwen

17



Leiderschap 2.1

Missie

2

De missie van AZRR is het leveren van verantwoorde en veilige ambulancezorg in de regio

Rotterdam-Rijnmond, vanuit een doelmatige organisatie, in goede samenspraak met alle betrokken partijen, waarbij de beschikbare middelen zo efficiënt mogelijk worden ingezet.

AZRR is een proactieve, innovatieve en ondernemende organisatie waarin de aandacht is gericht op het resultaat, de medewerkers en de benodigde randvoorwaarden. De wensen, behoeften en gezondheidssituatie van de patiënt staan centraal. Als zorginstelling levert AZRR verantwoorde ambulancezorg vanuit een sterke professionaliteit, met oog voor patiëntveiligheid en in lijn met de wettelijke vereisten en afspraken binnen de sector.

AZRR levert de dienstverlening in nauwe samenwerking met zowel partners in de acute zorgketen (bijvoorbeeld huisarts, ziekenhuis en traumacentrum) als partners op het gebied van Openbare Orde en Veiligheid (GHOR, politie en brandweer), waarbij wederzijds respect voor elkaars competenties een belangrijke pijler is. Vooruitgang, groei en succes vereisen samenwerking en het continu verbeteren van de organisatie.

In het verlengde van de missie hanteert AZRR de volgende uitgangspunten: • Elke patiënt heeft recht op een gelijke kwaliteit van gezondheidszorg: de kwaliteit van de zorg mag in beginsel niet afhankelijk zijn van de plaats, aard en schaal van het incident. • Patiëntveiligheid richt zich op het voorkómen van vermijdbare schade aan de patiënt. Hiertoe brengt AZRR proactief en retrospectief de risico’s binnen het proces van ambulancezorg in kaart

19


en voert maatregelen door om de kans op vermijdbare schade te reduceren of te elimineren. • Vanaf de eerste melding van een incident bij de meldkamer tot de overdracht van de patiënt aan de zorginstelling is sprake van een ongedeeld proces van ambulancezorg, waarbij de sturing op het primair proces ligt bij de meldkamer ambulancezorg. • Waar mogelijk wordt de afstemming en samenwerking tussen de meldkamer en uitvoerende ambulancezorg verder geïntensiveerd en versterkt. • Binnen de beschikbare middelen wordt een optimaal en gedifferentieerd pakket van zorgverlening geboden, afgestemd op de actuele zorgvraag. • Innovatie is essentieel om de zorgverlening voortdurend te verbeteren en optimaliseren.

2.2

Koers

De landelijke overheid streeft al sinds halverwege de jaren ’90 naar de oprichting van Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV-en): één rechtspersoon per (veiligheids)regio, waarbinnen de meldkamer ambulancezorg en de uitvoerende ambulancedienst(en) samenwerken. Na vele ontwikkelingen en wetsvoorstellen die de afgelopen jaren de revue hebben gepasseerd, is uiteindelijk de Tijdelijke wet ambulancezorg (Twaz) bekrachtigd door het parlement. De Twaz heeft een looptijd van vijf jaar en is officieel van kracht geworden per 1 januari 2013.

Met de inwerkingtreding van de tijdelijke wet ambulancezorg (TWAZ) per 1 januari 2013 heeft het ministerie van VWS in elke regio in Nederland de ambulancezorg toegewezen aan één rechtspersoon. Tot en met 2012 waren er in Rotterdam Rijnmond twee partijen aangewezen als vergunninghouder, te weten de VRR en de BIOS-groep. Vanaf 1 januari 2013 zijn VRR en BIOS-groep geen vergunninghouder meer. Met ingang van die datum is de Coöperatie AZRR de enige aangewezen rechtspersoon voor het (doen) uitvoeren van ambulancezorg.

De Coöperatie AZRR is als aangewezen partij verantwoordingsplichtig over de prestaties richting de zorgverzekeraars en het Ministerie van VWS. Eveneens wordt de Coöperatie AZRR voor de uitvoering van ambulancezorg in de regio Rotterdam-Rijnmond gefinancierd. Omdat de coöperatie in de huidige vorm geen personeel in dienst heeft, zijn er dienstverleningsovereenkomsten met beide partners VRR en BIOS afgesloten om de benodigde diensten, personeel en materieel te

20

Jaarverslag AZRR 2013


leveren. Dit geldt zowel voor de uitvoerende ambulancezorg als voor de meldkamer ambulancezorg (MKA). Met ingang van 2014 zal de bekostiging van de MKA integraal verwerkt zijn in het tarief voor uitgevoerde ambulanceritten.

De Coöperatie AZRR stelt zich ten doel om zich te ontwikkelen tot een excellente organisatie die zich op kwaliteit en prijs dusdanig onderscheidt dat AZRR ook op basis van een aanbesteding na de periode van vijf jaar de regionale aanbieder van ambulancezorg zal blijven. Hierdoor wordt de continuïteit van ambulancezorg in Rotterdam-Rijnmond gewaarborgd.

2.3

Organisatiestructuur

In 2013 is de organisatiestructuur binnen de Coöperatie Ambulancezorg Rotterdam-Rijnmond verder verstevigd en ingevuld. De organisatiestructuur is afgeleid van de Zorgbrede Governancecode die is vereist op basis van de Twaz.

De Coöperatie heeft een algemene ledenvergadering (ALV) bestaande uit twee leden, te weten de portefeuillehouder witte kolom vanuit het Dagelijks Bestuur van de VRR en de algemeen directeur van de BIOS-groep. Er is door de ALV een Raad van Toezicht (RvT) in het leven geroepen bestaande uit vier onafhankelijke personen. Er functioneert een tweehoofdige Raad van Bestuur (RvB) bestaande uit de verantwoordelijke directeuren van de samenwerkingspartners VRR en BIOS-groep.

Om de samenwerking tussen de beide ambulancediensten en MKA op tactisch niveau meer gestalte te geven, functioneert het Tactisch Management Overleg (TMO AZRR). Het TMO AZRR wordt gevormd door de eindverantwoordelijke managers van beide ambulancediensten, het Hoofd van de gemeenschappelijke meldkamer (GMK) en de Medisch Manager Ambulancezorg (MMA). Staffunctionarissen en / of externe partners zoals de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) worden uitgenodigd voor advies en toelichting wanneer er punten op de agenda staan die hun portefeuille aangaan.

Op operationeel niveau is een Gezamenlijk Operationeel Management Team (GOMT AZRR) actief.

21



Strategie en beleid 3.1

3

Spreiding en Beschikbaarheid

3.1.1 Spreiding In 2013 is het nieuwe landelijke Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid verschenen. Dit nieuwe referentiekader is de leidraad voor de vormgeving van de spreiding en beschikbaarheid aan ambulancezorg voor de komende jaren.

In 2013 zijn de schuifregels herzien en vastgesteld. De schuifregels zijn leidend voor de meldkamer bij het verplaatsen van ambulances ten tijde van schaarste aan voertuigen, oftewel een hoge zorgvraag. Met de schuifregels wordt ervoor gezorgd dat de ambulances die op dat moment paraat zijn (dus niet ingezet zijn voor zorgverlening) optimaal gespreid zijn over het gehele werkgebied. In dat kader is het gehele werkgebied van AZRR opgedeeld in een aantal verzorgingsgebieden. In de optimale situatie is in ieder verzorgingsgebied een parate ambulance beschikbaar. Bij schaarste wordt voorrang gegeven aan het spoedvervoer en wordt indien nodig het besteld vervoer gedeeltelijk in de wacht gezet. Ook worden door de meldkamer buurregio’s zoals Zuid-Holland Zuid, Haaglanden of Hollands Midden ingeschakeld om ambulanceritten uit te voeren.

23


In 2013 zijn de ondersteunende softwarepakketten Optima Predict en Optima Live aangeschaft. Met behulp van Optima Predict kunnen op basis van historische ritgegevens simulaties worden gedraaid om de spreiding van ambulancevoertuigen en verdeling van standplaatsen over het werkgebied te optimaliseren. In 2013 zijn voorbereidingen hiervoor getroffen en is het pakket gevuld met de benodigde data zoals historische ritgegevens, wegenkaarten en regionale procedures. Het pakket zal in het voorjaar van 2014 in gebruik worden genomen. Optima Live is een ondersteunend softwarepakket waarmee de meldkamer de actuele spreiding kan aanpassen aan het rittenaanbod van dat moment. Implementatie van dit pakket wordt eveneens beoogd in 2014.

3.1.2 Beschikbaarheid Anticiperend op het beschikbaar komen van het nieuwe landelijke Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid en de hieraan gekoppelde financiĂŤle vertaalslag, zullen de komende periode op bepaalde onderdelen aanscherpingen worden doorgevoerd. Een wijziging betreft het beschikbaar komen van aanvullende financiĂŤle middelen voor ambulancezorg op de Maasvlakte. In het verlengde hiervan is de overeenkomst met bedrijven op de Maasvlakte, verenigd in de CoĂśperatie Ambulancezorg Maasvlakte U.A. (CAMUA) en het Havenbedrijf Rotterdam aangepast.

24

Jaarverslag AZRR 2013


3.2 Innovatie 3.2.1

E-transmissie van ECG’s

Patiënten met een hartinfarct moeten zo snel mogelijk naar het ziekenhuis vervoerd worden om een Percutane Coronair Interventie (PCI), in de volksmond ook wel ‘dotterbehandeling’ genoemd te ondergaan. Bij patiënten met symptomen van pijn-op-de-borst kan de ontwikkeling van een hartinfarct worden aangetoond door middel van een electrocardiogram (ECG). Op alle ambulances van AZRR is een zogeheten Corpuls-3 machine beschikbaar waarmee ECG’s worden gemaakt. De Corpuls-3 is uitgerust met speciale software voor ECG-analyse om de diagnose hartinfarct te kunnen stellen. Wanneer dit het geval is, vervoert de ambulance de patiënt volgens protocol rechtstreeks naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis dat uitgerust is voor het uitvoeren van PCI’s. In de regio Rotterdam-Rijnmond betreft dit het Erasmus Medisch Centrum of het Maasstad Ziekenhuis. De software voor ECG-analyses is zo afgesteld dat hartinfarcten zo adequaat mogelijk kunnen worden herkend. Tegelijkertijd is de doelstelling dat onterechte meldingen (vals-positieve uitslagen) worden voorkomen. Bij 15 tot 25% van de hartinfarctpatiënten is de testuitslag niet meteen duidelijk. De betreffende patiënt wordt dan uit voorzorg vervoerd naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis voor verder onderzoek. Op het moment dat de dienstdoende cardioloog alsnog een hartinfarct vaststelt, wordt de patiënt doorverwezen voor een dotterbehandeling. Dit betekent echter tijdsverlies, waarin de gezondheidssituatie van de patiënt kan verslechteren. AZRR en betrokken ketenpartners hebben zich ten doel gesteld om de behandeling van deze groep patiënten verbeteren.

Het invoeren van E-transmissie van ECG’s is een innovatie die AZRR in 2013 om genoemde redenen heeft doorgevoerd. Door middel van een draadloze en beveiligde internetverbinding wordt de uitgevoerde ECG vanuit de ambulance doorgestuurd naar het dienstdoende PCI- centrum, waar vervolgens het ECG beoordeeld wordt en de beslissing tot het wel of niet uitvoeren van een PCI meteen wordt genomen. De patiënt wordt op dat moment rechtstreeks vervoerd naar de juiste zorginstelling. Op deze wijze wordt toegewerkt naar een sluitend vangnet voor alle hartinfarctpatiënten in de regio. Alle patiënten die voor een PCI in aanmerking komen, worden direct getransporteerd naar een interventie-centrum (het Erasmus MC of het Maasstad Ziekenhuis).

25


De nieuwe werkwijze is vanaf december 2013 in gebruik en wordt zorgvuldig gemonitord. AZRR registreert alle reanimaties om inzicht te krijgen in aantallen en uitkomsten. In het kader van effectmeting verzamelt een onderzoeker van het Erasmus Medisch Centrum systematisch de gegevens van ECG’s en patiÍnten.

3.2.2

Pilot burgeralarmering AED

Jaarlijks worden er in Nederland 15.000 mensen getroffen door een acute circulatiestilstand. Dit is een stilstand van de bloedsomloop, ook wel hartstilstand genoemd. Voor de regio RotterdamRijnmond komt dit neer op ongeveer 1.200 per jaar mensen die hiervan het slachtoffer zijn. Een circulatiestilstand kan op elk willekeurig moment en overal gebeuren: op het werk, in huis, tijdens het sporten of op straat. De kans op overleven is het grootst wanneer er binnen zes minuten acute hulp is opgestart. Een ambulance kan echter niet altijd binnen deze eerste en cruciale zes minuten arriveren.

26

Jaarverslag AZRR 2013


In 2013 is gestart met de voorbereidingen op een pilot met burgerhulpverlening. Voor het uitvoeren van de pilot is gekozen voor het systeem Hartveilig wonen. Hartveilig wonen is een alarmeringssysteem waarbij vrijwilligers snel ter plaatse kunnen zijn om iemand te reanimeren, vooruitlopend op het arriveren van een ambulance. Wanneer vrijwilligers hierbij gebruik kunnen maken van een Automatisch Externe Defibrillator (AED) is de overlevingskans nog groter. Het apparaat geeft het slachtoffer, indien nodig, een stroomstoot waardoor de circulatie weer hersteld kan worden.

Wanneer iemand onwel wordt en een omstander 112 belt, wordt altijd een ambulance naar het incident gestuurd. Bij verdenking van een acute circulatiestilstand alarmeert de meldkamer ambulancezorg tegelijkertijd de hiervoor opgeleide en geregistreerde vrijwilligers. Zij ontvangen een sms-bericht op hun mobiele telefoon met de locatie van het slachtoffer en/of de locatie van de dichtstbijzijnde AED. Deze vrijwilligers gaan naar het slachtoffer om hulp te bieden tot de ambulance aanwezig is en professionele hulpverleners de zorg overnemen. De pilot zal plaatsvinden in de gemeenten Vlaardingen (Indische buurt) en Lansingerland. De start is gepland in het voorjaar van 2014.

3.3.3 ProQA Op de meldkamer wordt ProQA sinds ruim een jaar als uitvraagstructuur toegepast voor de telefonische triage bij spoedmeldingen (112). In 2013 is ProQA volledig in gebruik genomen. ProQA is een internationaal toegepast systeem dat wereldwijd in meer dan 3000 meldkamers wordt toegepast. Naast de regio Rotterdam-Rijnmond is er inmiddels een groot aantal andere meldkamers in Nederland die werken met behulp van ProQA.

Meldingen worden binnen ProQA gestructureerd afgehandeld met behulp van protocollen, waardoor de kans op vergissingen tot een minimum wordt beperkt. De patiĂŤntveiligheid wordt hierdoor vergroot en de burger wordt nog beter ondersteund met meldersinstructies. Inmiddels is het systeem zodanig ingebed in de organisatie en zijn centralisten hierin thuisgeraakt dat de gemiddelde verwerkingstijd inmiddels een daling laat zien. Dit betekent dat melders sneller geholpen worden, terwijl toch het gehele protocol wordt doorlopen.

27


3.3.4

Directe Inzet Ambulance (DIA)

Op basis van positieve ervaringen en resultaten elders in het land heeft AZRR in 2013 voorbereidingen getroffen voor de implementatie van Directe Inzet Ambulance (DIA). In essentie gaat het er bij DIA om dat na ontvangst van een 112-melding, op het moment dat adres en telefoonnummer bekend zijn, meteen een ambulance met A2-urgentie (spoed, maar zonder zwaailichten en sirenes) zich in de richting van het incident begeeft. Terwijl de ambulance aanrijdend is, loopt het telefoongesprek door en stelt de centralist alle benodigde vragen op basis van ProQA. Tijdens het aanrijden ontvangt de ambulancebemanning de aanvullende informatie. Het kan voorkomen dat een rit wordt opgeschaald naar een A1-urgentie, maar ook dat een rit niet nodig blijkt te zijn en wordt geannuleerd. De verwachting is dat een ambulance minimaal 1 minuut eerder op weg wordt gestuurd en dat de patiĂŤnt dus ook 1 minuut eerder zorg ontvangt. Met name voor de categorie patiĂŤnten voor wie elke seconde telt (bijvoorbeeld reanimatie) stijgt hiermee de overlevingskans. AZRR is voornemens om in 2014 te starten met Directe Inzet Ambulance (DIA).

28

Jaarverslag AZRR 2013


3.3 Kwaliteit Het kwaliteitsbeleid is gericht op optimale sturing en afstemming van werkprocessen binnen AZRR. Het uitgangspunt is dat er sprake is van een ongedeeld proces van ambulancezorg.

Het is van belang dat de afzonderlijke schakels in het primaire proces (indicatiestelling, coördinatie en uitvoering) optimaal op elkaar aansluiten. Ook beleidsmatige zaken zoals interne audits, klachtenprocedure, projectmatig werken en verbetermanagement worden gezamenlijk vormgegeven. In 2013 heeft opnieuw met succes een externe audit plaatsgevonden en blijft het HKZ-certificaat voor de Coöperatie AZRR behouden.

3.4 Patiëntveiligheid Patiëntveiligheid houdt in dat een patiënt zo min mogelijk risico loopt op onbedoelde lichamelijke of psychische schade tijdens de zorgverlening. Enerzijds is het belangrijk om risico’s vooraf in beeld te hebben en preventieve veiligheidsmaatregelen te nemen. Anderzijds is het belangrijk om te leren van incidenten die hebben plaatsgevonden om herhaling in de toekomst te voorkomen. In 2013 is een risico-inventarisatie uitgevoerd waarin de processen en activiteiten die van invloed (kunnen) zijn op de patiëntveiligheid zijn doorlopen. In de risico-inventarisatie is gekeken naar kritische processen zoals de aanname en uitgifte op de meldkamer, de uitruk, de zorgverlening ter plaatse, vervoer en overdracht aan de zorginstelling. De verdiepingsslag waarmee inmiddels is gestart, betreft het opstellen van een risico-analyse. Dit gebeurt aan de hand van een speciaal daarvoor ontwikkelde methode: de BowTie. Hiermee worden rond risico’s de oorzaken, gevolgen en benodigde maatregelen in samenhang bekeken. De ambulancezorg is in de achterliggende jaren steeds verder geprofessionaliseerd en er wordt door deskundige medewerkers strak geprotocolleerd gewerkt. In de risico-analyse is dit terug te zien doordat voor een deel van de benoemde risico’s reeds maatregelen zijn doorgevoerd. Op verschillende onderdelen kunnen echter aanvullende maatregelen worden doorgevoerd waarmee de risico’s binnen de patiëntenzorg tot een minimum worden beperkt. Een ander aandachtsgebied binnen het traject patiëntveiligheid betreft het Veilig Incident Melden (VIM). Binnen AZRR kunnen (bijna)incidenten reeds gemeld worden in het kader van een bestaande

29


procedure. De huidige procedure betekent in de praktijk echter vaak veel papierwerk en lange afhandelingstijden. AZRR gaat daarom deze procedure laagdrempeliger inrichten. Meldingen kunnen vanaf dat moment eenvoudig en digitaal worden ingediend en worden sneller afgehandeld binnen een daarvoor ontwikkeld opvolgsysteem. AZRR is voornemens om in het kalenderjaar 2014 te certificeren op patiĂŤntveiligheid.

3.5

Ketenmanagement en netwerkregie

Voor afstemming binnen de acute zorgketen in de regio, bestaat het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ). Het ROAZ is opgericht in het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) die op 1 januari 2006 is ingevoerd. Met de invoering van deze wet hebben de organisaties op het terrein van de acute zorg de opdracht gekregen om in regionaal verband structurele samenwerkingsafspraken te maken. De ziekenhuizen in Nederland met een erkenning voor Traumacentrum zijn door VWS aangewezen om het initiatief te nemen voor dit overleg. In de regio Zuidwest Nederland is dit het Erasmus MC te Rotterdam. Aan dit overleg wordt deelgenomen door vertegenwoordigers op bestuurlijk niveau van onder meer huisartsen en huisartsenposten, regionale ambulancevoorzieningen, ziekenhuizen, GGZinstellingen met crisisfunctie en verloskundigen. AZRR participeert actief in het ROAZ.

3.6 Informatiebeleid In 2013 is uitwerking gegeven aan de activiteiten zoals vastgelegd in het informatiebeleidsplan. Er is invulling gegeven aan zowel de interne informatievoorziening ten behoeve van directie en management, als de informatievoorziening aan externe partijen waaronder het RIVM en de zorgverzekeraar.

Een belangrijke doelstelling van het informatiebeleid van AZRR is het verder verbeteren van de registratie en betrouwbaarheid van meetgegevens, waardoor ook de stuurinformatie wordt verbeterd. Zo draagt de implementatie van het digitaal ritformulier bijvoorbeeld bij aan de volledigheid en betrouwbaarheid van patiĂŤntgegevens, waardoor inhoudelijke analyses kunnen worden uitgevoerd rond specifieke patiĂŤntgroepen, de communicatie met ketenpartners wordt verbeterd en een betere bijdrage aan wetenschappelijk onderzoek kan worden geleverd.

30

Jaarverslag AZRR 2013


3.7 Scholingsbeleid AZRR beschikt over een Regionaal Opleidingscentrum (ROC). Vanuit AZRR/ROC wordt nascholing verzorgd door docenten, instructeurs (ambulanceverpleegkundigen, ambulancechauffeurs en zorgambulancebegeleiders), rijvaardigheidsinstructeurs en praktijkbegeleiders.

In 2013 is er hard gewerkt aan een regionaal opleidingsplan 2013-2017. Hierin worden visie, missie en strategie op het gebied van opleidingen geformuleerd. Anticiperend op actuele ontwikkelingen wordt de vertaalslag gemaakt naar het benodigde opleidingsaanbod. Onderwerpen die specifiek aandacht krijgen zijn productdifferentiatie, bekwaamheden en toetsingsbeleid. Tot 2013 bestond de nascholing voor verschillende doelgroepen uit een combinatie van landelijke en regionale nascholing. Vanaf 2013 worden alle scholingen georganiseerd door het ROC van AZRR. De scholingen worden opgebouwd uit de volgende onderdelen:

31


• Onderhouden • Verdieping • Maatwerk en kwaliteitsborging • Toekomstgerichte ontwikkeling Op elke nascholingsdag komt één van deze onderdelen aan de orde.

Landelijke scholingen vinden in een cyclus van vijf jaar plaats en bestaan uit het landelijk assessment voor ambulanceverpleegkundigen en -chauffeurs en de Pre-Hospital Trauma Life Support (PHTLS) voor ambulanceverpleegkundigen.

De initiële opleiding voor ambulanceverpleegkundigen, ambulancechauffeurs en verpleegkundig centralisten vindt plaats aan de Academie voor Ambulancezorg (AvA). De certificering van initiële opleidingen in de ambulancezorg is in handen gegeven van het College voor Zorgopleidingen (CZO). Het CZO is het landelijk orgaan voor het accrediteren van zorgopleidingen. De daaronder ressorterende opleidingen worden op uniforme manier getoetst waarna bij goed resultaat een nationaal erkend CZO-keurmerk wordt verstrekt. Het CZO heeft onlangs het deskundigheidsgebied en de eindtermen van de opleiding tot ambulanceverpleegkundige en verpleegkundig meldkamercentralist goedgekeurd. De erkenningsaanvraag omvat zowel het praktijk- als het theoriedeel van de opleiding. Het praktijkgedeelte vindt plaats binnen AZRR en het theoriedeel vindt plaats bij de AvA. De erkenningsaanvraag bij het CZO is in november 2013 ingediend. De verwachting is dat dit begin 2014 zal leiden tot een CZO-erkenning.

3.7

Medisch beleid

Het medisch management is versterkt met twee verpleegkundig specialisten acute zorg (VSAZ). AZRR vervult hiermee en voortrekkersrol in de ambulancezorg in Nederland. De functie van de VSAZ is gepositioneerd tussen de Medisch Manager Ambulancezorg (MMA) en de ambulanceverpleegkundige. De VSAZ is enerzijds nauw betrokken bij de dagelijkse praktijk en is aan de andere kant opgeleid om praktijkgerichte onderzoeken te verrichten en een rol te vervullen in de training en opleiding van ambulancemedewerkers.

32

Jaarverslag AZRR 2013


Door het inzetten van de VSAZ wordt binnen AZRR een belangrijke slag gemaakt in het verbeteren van de kwaliteit van zorg.

Door de VSAZ is in 2013 scholing voor de Rapid Responders verzorgd op het gebied van klinisch redeneren en lichamelijk onderzoek. De VSAZ is daarnaast als vraagbaak beschikbaar in het kader van de dagelijkse zorgverlening. Ook heeft de VSAZ een signalerende functie op het gebied van kwaliteit van zorg.

In 2013 is nadrukkelijk aandacht gegeven aan de feedback vanuit de verschillende SEH’s in de regio. Op basis daarvan hebben leerzame en constructieve nabesprekingen plaatsgevonden met ambulanceverpleegkundigen en SEH-personeel. Tevens is een aantal gezamenlijke oefeningen en refereeravonden georganiseerd om de afstemming binnen de keten van acute zorg te optimaliseren. In samenwerking met het Vlietland ziekenhuis en IJsselland ziekenhuis is een aantal praktijkoefeningen uitgevoerd om de opvang van de patiënt door verpleegkundig personeel en medisch specialisten te optimaliseren. Gezamenlijk met het Maasstadziekenhuis en het Havenziekenhuis zijn twee refereeravonden georganiseerd waarbij casuïstiekbesprekingen een vast programmaonderdeel waren. Bij een huisartsenpraktijk in de regio is uitleg gegeven over de ambulancezorg en is geoefend aan de hand van casuïstiek.

Op landelijk niveau hebben de MMA, VSAZ en enkele ambulanceverpleegkundigen geparticipeerd in expertgroepen rond de ontwikkeling van de nieuwe versie van het landelijk protocol ambulancezorg (LPA). De VSAZ hebben tevens zitting in de beroepsvereniging V&VN Ambulancezorg en de accreditatiecommisie voor verpleegkundig specialisten. De VSAZ-en hebben een aantal presentaties verzorgd op landelijke en regionale congressen en symposia.

33



4

Management van medewerkers 4.1

Personeelsbestand AZRR

Op 31 december 2013 zijn in totaal 371 medewerkers (334,27 FTE) werkzaam ten behoeve van de Coöperatie AZRR. Totaal betreft dit 258 mannen en 113 vrouwen. De gemiddelde leeftijd ligt rond 45 jaar. Medewerkers zijn rechtspositioneel ondergebracht bij de beide partners VRR en BIOS-groep. In de tabel is het aantal medewerkers en FTE’s vermeld dat werkzaam is ten behoeve van de Coöperatie AZRR.

Formatie FTE

Personen

Ambulanceverpleegkundige Ambulancechauffeur Zorgbegeleider Verpleegkundig specialist ambulancezorg (VSAZ) Verpleegkundig centralist Niet-verpleegkundig centralist Directie, management, staf en overige medewerkers

133,67 133,66 10,78

147 142 14

1,0

2

17,66

24

6,0

7

31,5

35

Totaal

334,27

371

35


Leeftijdsopbouw en verdeling man-vrouw M

V

Totaal

< 25 jaar 25 - 29 jaar 30 - 34 jaar 35 - 39 jaar 40 - 44 jaar 45 - 49 jaar

0 6 28 42 30 48

1 14 18 22 19 15

1 20 46 64 49 63

50 - 54 jaar

59

18

77

55 - 59 jaar

36

5

41

> 60

9

1

10

Totaal

258

113

371

4.2

Functionerings- en beoordelingsgesprekken

In 2013 zijn de functionerings- en beoordelingsgesprekken met een deel van de medewerkers volgens planning uitgevoerd. Waar van toepassing wordt in het komend kalenderjaar een inhaalslag gemaakt. Tijdens de gesprekken worden persoonlijke ontwikkeling en loopbaanbeleid vaak naar voren gebracht als onderwerp. De medewerkers ervaren een positief werkklimaat, een goed scholingsbeleid en een prettige leeromgeving bij het ROC.

Voor medewerkers bestaat de mogelijkheid voor het vervullen van neventaken zoals praktijkbegeleider, instructeur of Rapid Responder (verpleegkundige op de motorambulance of monolance). Ook kunnen medewerkers zitting nemen in verschillende commissies of projectgroepen zoals de roostercommissie, materialencommissie, projectgroep patiĂŤntveiligheid of projectgroep digitaal ritformulier. Er wordt personeel uitgewisseld tussen ambulancediensten en MKA met als doelstelling om kennis, vaardigheden en ervaringen uit te wisselen en zo het gezamenlijke proces van ambulancezorg te versterken. Ook hebben medewerkers de mogelijkheid om binnen het reguliere dienstrooster werkzaamheden te verrichten op andere locatie. Voorbeelden hiervan zijn het verlenen van ambulancezorg op de Maasvlakte en de inzet als Rapid Responder op het eiland GoereeOverflakkee.

36

Jaarverslag AZRR 2013


In 2013 heeft de functie van Verpleegkundig Specialist Acute Zorg (VSAZ) een formele plek binnen de AZRR / VRR gekregen. Twee medewerkers zijn voor deze functie. Tevens is in 2013 is een werving gestart voor de functie VSAZ in opleiding. Dit heeft erin geresulteerd dat één ambulanceverpleegkundige is aangesteld.

4.3

Opleiding en bijscholing

Het concept Regionaal Opleidingsplan (ROP) heeft als leidraad gediend voor de uitvoering van alle bij- en nascholingen.

4.3.1

Landelijk initiële opleiding ambulanceverpleegkundige en -chauffeur

In onderstaand overzicht is aangegeven hoeveel medewerkers in 2013 met de initiële opleiding voor ambulanceverpleegkundige en ambulancechauffeurs zijn gestart.

Ambulanceverpleegkundigen Ambulancechauffeurs Verpleegkundig centralist Niet-verpleegkundig centralist

Gestart met de opleiding in 2013 16 4 4 0

In de tabel hieronder is vermeld hoeveel medewerkers die al in een eerder stadium met de opleiding zijn gestart de opleiding in 2013 met goed gevolg hebben afgerond.

Ambulanceverpleegkundigen Ambulancechauffeurs Verpleegkundig centralist Niet-verpleegkundig centralist

Geslaagd voor de opleiding in 2013 12 4 n.v.t. 0

4.3.2 Moduletrainingen Binnen het ROC worden er moduletrainingen georganiseerd voor ambulanceverpleegkundigen en ambulancechauffeurs in opleiding. De eerste moduletrainingen zijn erop gericht om een betere afstemming tussen de AvA, praktijk en ROC te krijgen.

37


De groepen zijn indien mogelijk gecombineerd. Tijdens de opleiding wordt er samen getraind en ge谷xamineerd. De activiteiten worden eerst op het ROC doorgenomen en getraind. Daarna komen ze tijdens de eerstvolgende schooldag bij de AvA aan de orde. Vervolgens worden de activiteiten onder begeleiding van een praktijkbegeleider toegepast. Tijdens moduletraining 4,5, 6 en 7 worden er casu誰stieken getraind om de ambulanceverpleegkundige en / of ambulancechauffeur voor te bereiden op het tussentijdse of eindassessment.

4.3.3

Landelijk assessment

Jaarlijks legt volgens een vastgesteld rooster een deel van de medewerkers het landelijk assessment af bij de Academie voor Ambulancezorg (AvA). Het landelijk assessment wordt afgenomen om tussentijds inzicht te behouden of de kennis en vaardigheden op het gewenste niveau blijven. Er wordt getoetst in teamverband, dit sluit beter aan bij de praktijk. De afname van de toets vindt plaats op basis van zowel theoretische kennis als casu誰stiek. Casu誰stiek wordt getoetst voor de aandachtsgebieden cardiologie, traumatologie, non-trauma en pediatrie. De ambulancechauffeurs leggen aanvullend een verkeers- en vervoerstechnische theorie en praktijk toets (VVT) af.

Ter voorbereiding op het landelijk assessment biedt het ROC trainingen aan. Onderstaande tabel geeft inzicht in het aantal ambulanceverpleegkundigen en ambulancechauffeurs dat in 2013 het landelijk assessment heeft afgelegd. De uitslag van het landelijk assessment is competent, competent met aandachtspunten of niet competent.

Profcheck Aantal medewerkers dat landelijk assessment heeft afgelegd Competent Competent met aandachtspunten Niet competent

38

Ambulanceverpleegkundigen

Ambulancechauffeurs

30

28

16

16

11

12

3

0

Jaarverslag AZRR 2013


In vervolg op de uitslag van het landelijk assessment wordt individuele scholing en training geboden aan medewerkers voor wie dit wenselijk was. De ambulanceverpleegkundigen die een uitslag niet competent hebben gekregen, hebben een verplicht trainingstraject op het ROC doorlopen en hebben tijdens de eerste herkansing allen alsnog een uitslag competent of competent met aandachtspunten behaald.

Voor de groep medewerkers die in het assessment de uitslag competent met aandachtspunten heeft behaald, is een aanvullende scholing aangeboden vanuit het ROC.

4.3.4

Regionale nascholing

In 2013 zijn de regionale nascholingsdagen verzorgd om de theoretische kennis en praktische vaardigheden verder te ontwikkelen. Bij de keuze van de thema’s voor de scholingsdagen zijn de ambulancemedewerkers actief betrokken. Al het uitvoerend ambulancepersoneel heeft de regionale scholingen vanuit AZRR / ROC gevolgd en waar noodzakelijk zijn inhaalsessies georganiseerd. De volgende scholingsdagen zijn vanuit AZRR / ROC georganiseerd:

Dag 1 Het ochtendgedeelte heeft in het teken gestaan van de onderwerpen hygiëne in de ambulancesetting en farmacologie. Het middag gedeelte bestond uit trainen van diverse casuïstieken.

Dag 2 Uit de verslagen van het landelijk assessment 2012-2013 kwam naar voren dat er veel aandachtspunten waren op het gebied van traumatologie. Hierdoor hebben we besloten om tijdens de najaar scholing van 2013 traumatologie te gaan behandelen. In de ochtend hebben we de onderwerpen traumamechanismen en kinematica behandeld. Het middag gedeelte bestond uit trainen deelvaardigheden en casuïstiek training op het gebied van traumatologie.

39


Dag 3 Maatwerk Het aanbod van de derde regionale scholingsdag voor de ambulancechauffeurs was gericht op theoretische gedeelte van rijvaardigheid. De dag stond in het teken virtuele training en portofoon gebruik.

Het aanbod van de derde regionale dag is voor de ambulanceverpleegkundigen gericht op maatwerk afgestemd op de werkervaring. Het programma krijgt een verdeling naar het aantal jaren van ervaring vanaf diplomering. De verdeling is < 2008, 2009, 2010/2011 en 2012. Dit resulteert in vier categorieën met elk een eigen programma en doelgroep:

Diploma <2008 2009 2010/2011 2012

Thema

Deelnemers

Intervisie en kindercasuïstieken Verloskunde gevorderd en casuïstiek kinderen Intervisie en casuïstiek oudere kind Verloskunde basis en casuïstiek pasgeborene

84 37 20 6

Dag 4 Toets voorbehouden handelingen en e-learning modules De toets voorbehouden handelingen is een onderdeel van de bekwaamheid van ambulanceverpleegkundigen en ambulancechauffeurs. Naast het toetsen van de voorbehouden handelingen zijn er twee e-learning modules aan bod gekomen. Ter voorbereiding op deze regionale nascholingsdag zijn er inloopdagen georganiseerd.

Dag 5 Het aanbod van de vijfde regionale scholingsdag voor ambulancechauffeurs was gericht op rijvaardigheid in de praktijk. De dag stond in het teken van grip- en sliptraining.

De ambulanceverpleegkundigen zijn in 2013 gestart met een stage. De stages vinden plaats in verschillende deelgebieden van de gezondheidszorg waar wij vaak mee samen werken. De vertegenwoordigers van de verschillende deelgebieden waren erg positief over het initiatief en willen graag meewerken aan het aanbieden van stageplekken. De volgende ketenpartners werken mee:

40

Jaarverslag AZRR 2013


• Huisartsenposten (verschillende regio’s) • Spoedeisende hulpen • Acute psychiatrie (RIAGG) • Verloskunde • Rapid Responders • MKA

4.3.5

Zorgambulance

De initiële opleiding en nascholing voor de Zorgambulance wordt door AZRR zelf verzorgd. De opleiding en nascholing bestaat uit rijvaardigheid, theoretisch onderwijs en praktijkstages. Op de Zorgambulance is het voor medewerkers mogelijk om werkzaam te zijn als chauffeur, begeleider of in combinatie. In 2013 zijn er 6 Zorgambulancebegeleiders opgeleid.

4.3.6

Rapid Responders

De initiële opleiding en nascholing voor de Rapid Responders Monolance wordt door AZRR zelf verzorgd. De opleiding en nascholing bestaat uit rijvaardigheid en theoretisch onderwijs. In 2013 zijn vier Rapid Responders voor de Monolance opgeleid. De nascholing voor de Rapid Responders Motoren gaat in 2014 plaats vinden.

4.3.7

Individuele trainingen

Op aangeven van de leidinggevende, verzoek van medewerker of n.a.v. aandachtspunten landelijk assessment zijn een aantal individuele trainingen door het ROC aangeboden. Ook voor medewerkers die na zwangerschaps- verlof de werkzaamheden hebben hervat, zijn herhalings- of aanvullende trainingen georganiseerd.

4.3.8

Inloopdagen

Het hele jaar door zijn er inloopdagen georganiseerd waarop de medewerker heeft kunnen trainen. Deze inloopdagen zijn facultatief, werknemers konden op eigen initiatief ‘binnenlopen’ voor training en advies.

41


4.3.9

Overige scholingen

Naast de reguliere scholingen zijn er in 2013 aanvullende scholingen verzorgd ten behoeve van specifieke deskundigheidsbevordering van: • docenten • Instructeurs • Rijvaardigheidsinstructeurs • Praktijkbegeleiders • BLS & AED instructeurs

4.3.10 Diensten aan derden Naast interne behoefte aan instructie en scholing binnen AZRR organiseert AZRR ook scholingen voor ketenpartners. Dit zijn scholingen rondom medische hulpverlening en / of rijvaardigheidstraining. In 2013 faciliteert het ROC de instructie voor de Brandweer RotterdamRijnmond, Gezamenlijke Brandweer, HR Via Care en diverse afdelingen van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond.

42

Jaarverslag AZRR 2013


43



Management van middelen

5

5.1 Wagenpark AZRR beschikt over een gedifferentieerd wagenpark, bestaande uit reguliere ambulances, Mobiele Intensive Care Units (MICU’s), Zorgambulances, ambulancemotoren en monolances. AZRR beschikt in dit kader over 60 aanhangsels.

In 2013 zijn 22 ambulances van AZRR / VRR vervangen door nieuwe voertuigen. Alle nieuwe voertuigen zijn van het type Mercedes Sprinter.

In 2013 zijn door AZRR / BIOS-groep 4 nieuwe ambulances aangeschaft, eveneens van het type Mercedes Sprinter.

5.2 Navigatiesysteem Het CityGIS navigatiesysteem is door AZRR gekozen als instrument om te beschikken over meer betrouwbare en actuele informatie voor de exacte plaatsbepaling van bestemmingslocaties en de af te leggen optimale route. Voor het navigeren naar de juiste locatie maakt CityGIS gebruik van de landelijke Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Het navigatiesysteem City Gis zal gefaseerd worden ingevoerd.

45


Alle in 2013 aangeschafte nieuwe ambulances zijn voorzien van CityGIS. Op een gedeelte van de bestaande ambulances wordt eveneens CityGIS geĂŻnstalleerd. De voorziening zal in 2014 verder afgerond worden en op alle ambulances worden toegepast. Tevens worden de ambulances voorzien van nieuwe en grotere navigatieschermen.

Op de opkomstlocaties de Brugwachter, Brielle, Dirksland en Barendrecht is in de dagverblijven een demoversie van CityGis geĂŻnstalleerd voor de ambulancemedewerkers, met bijbehorende handleiding. De doelstelling is dat medewerkers beter zich hierdoor verder kunnen bekwamen in het gebruik van dit navigatie systeem. De demoversie biedt tevens de mogelijkheid om een route terug te kijken wanneer het idee bestaat dat het navigatiesysteem niet de juiste route heeft weergegeven.

5.3

Digitaal ritformulier

In 2013 zijn flinke vorderingen gemaakt rond het digitaal ritformulier. Dit digitaal ritformulier is in gezamenlijkheid met de leverancier ontwikkeld. De benodigde functionaliteiten zijn volledig ingericht in de applicatie. Op maandag 9 december heeft gezamenlijk met de MKA een testdag plaatsgevonden op basis waarvan het verdere tijdpad richting implementatie is vastgesteld.

De applicatie is inmiddels volledig functioneel, maar biedt ook de mogelijkheid om steeds verder ontwikkeld en uitgebouwd worden op basis van ontwikkelingen en aanvullende wensen. Denk bijvoorbeeld aan een koppeling met de Corpuls (hartmonitor) of het kunnen toevoegen van digitale foto's, ECG en formulieren. Daarnaast zullen de komende maanden diverse basistabellen aangepast worden zodat deze beter aansluiten bij de werkwijze van AZRR.

Er is door de AZRR gekozen om de applicatie iForms te laten draaien op een tablet zodat ambulancepersoneel gedurende de zorgverlening de patiĂŤntgegevens op iedere gewenste locatie kan invoeren of raadplegen. De tablets zijn in december 2013 besteld en zullen begin 2014 in gebruik genomen gaan worden. Ingebruikname van tablets op de ambulance heeft ook andere voordelen zoals het digitaal kunnen raadplegen van protocollen en werkinstructies.

46

Jaarverslag AZRR 2013


5.4

Medische inventaris en verbruiksmaterialen

Op het gebied van medische inventaris en verbruiksmaterialen wordt intensief samengewerkt door beide ambulancediensten. Het uitgangspunt is dat al het ambulancepersoneel binnen AZRR gebruik maakt van identieke (gebruiks)materialen om uniforme kwaliteit van zorg te waarborgen.

In 2013 zijn er nieuwe brancards aangeschaft. Voor ingebruikname van deze brancards, zijn ook de ambulances aangepast. Er zijn nieuwe vergrendelingspunten aangebracht, de brancardplaten zijn aangepast en de treeplanken van de ambulances zijn ingekort. Door deze aanpassingen kan de brancard op een veilige manier worden vergrendeld en kan de brancard op een ergonomisch verantwoorde wijze in en uit de ambulance worden gehaald.

47



Management van processen

6

6.1 Kwaliteitssysteem De Coรถperatie AZRR beschikt over een gecertificeerd kwaliteitssysteem, waarin de procedures voor de primaire, ondersteunende en besturingsprocessen zijn beschreven. Het kwaliteitssysteem is via het intranet toegankelijk voor alle medewerkers.

Jaarlijks vinden interne audits plaats om te toetsen of gewerkt wordt volgens het kwaliteitssysteem en of onderdelen van het kwaliteitssysteem aan revisie toe zijn. AZRR beschikt hiertoe over een groep van ongeveer tien interne auditoren. In 2013 zijn volgens planning verschillende interne audits uitgevoerd.

Nadat de Coรถperatie in de zomer van 2012 het nieuwe HKZ-certificaat voor een periode van drie jaar heeft behaald, heeft op 8 augustus 2013 de jaarlijkse opvolgingsaudit plaatsgevonden. De audit is met goed gevolg doorlopen en er zijn dit jaar geen tekortkomingen geconstateerd. Dit onderstreept nog eens dat we als Coรถperatie AZRR de juiste koers hebben ingezet. We blijven echter een lerende organisatie wat betekent dat er voortdurend punten zijn om verder te verbeteren en naar een hoger niveau te tillen.

49


Zo is aandacht gevraagd voor het borgen van de rol en positie van de VSAZ. Zoals u elders leest in dit jaarverslag is hieraan inmiddels invulling gegeven. Ook is aandacht gevraagd voor het structureel beoordelen van feedbackformulieren vanuit SEH’s. Ook dit actiepunt is inmiddels opgepakt. Ook heeft de certificeerder het belang van patiëntveiligheid en risicomanagement onderstreept. Elders in dit jaarverslag leest u welke vorderingen AZRR op dat gebied heeft gerealiseerd.

Een ander verbeterpunt betrof de faciliteiten voor schoonmaak van de ambulanceposten. De medewerkers dienen beter gefaciliteerd te worden met het oog op veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. Op bepaalde punten is meer aandacht nodig voor het volledig doorlopen van de verbetercyclus. Dit betekent afgewogen keuzes maken in welke zaken wordt geïnvesteerd, prioriteiten stellen, het bewaken van de voortgang en effectmetingen. Door de verantwoordelijke functionarissen wordt aan de slag met de in het rapport benoemde verbeterpunten.

6.2

Samenwerkingsprocessen met ketenpartners

Om de samenwerking met ketenpartners te structureren en te borgen, bestaat een aantal vaste overlegvormen.

6.2.1

Traumacentrum Zuid West Nederland

In de keten van de acute zorg werkt AZRR nauw samen met het Traumacentrum Zuid West Nederland. Structureel vindt afstemmingsoverleg plaats binnen het subregionaal ketenoverleg. Eveneens worden vanuit AZRR ambulanceverpleegkundigen gedetacheerd voor het (Heli) Mobiel Medisch team.

6.2.2 Ziekenhuizen Met de ziekenhuizen in de regio wordt periodiek overleg gevoerd. Dit overleg richt zich met name op de samenwerking en overdracht van patiënten op de spoedeisende eerste hulp. Met enige regelmaat worden gezamenlijke casuïstiek besprekingen georganiseerd voor het ambulancepersoneel en het SEH-personeel van de ziekenhuizen.

50

Jaarverslag AZRR 2013


6.2.3

Centrale huisartsenposten

Op basis de samenwerkingsafspraken die AZRR heeft met alle huisartsenposten binnen de regio Rotterdam-Rijnmond vindt structureel afstemmingsoverleg plaats. Belangrijke thema’s zijn gezamenlijke zorg ter plaatse, verantwoordelijkheid, informatie-uitwisseling en overdracht van patiënten.

6.2.4

Geestelijke Gezondheidszorg

De samenwerking tussen de ambulancezorg en de acute geestelijke gezondheidszorg is in werkafspraken vastgelegd. In deze werkafspraken wordt geborgd in welke gevallen ambulancezorg geïndiceerd is bij patiënten waarbij een Rechtelijke Machtiging (RM) geldt of waarbij er sprake is van een Inbewaringstelling (IBS). Uitgangspunt voor ambulancezorg t.a.v. de acute geestelijke gezondheidszorg is de noodzaak tot verpleegkundig toezicht tijdens het vervoer. Jaarlijks vindt een evaluatie van de werkafspraken plaats tussen de betrokken partijen.

6.2.5 Verloskundigen In 2013 zijn regiobrede samenwerkingsafspraken met de verloskundigen opgesteld en vastgelegd in een officieel document. In het betreffende document zijn de werkafspraken beschreven tussen AmbulanceZorg Rotterdam-Rijnmond en de partners binnen de acute verloskunde, vertegenwoordigd in het District Verloskundig Platform Rotterdam-Rijnmond.

Dit platform vertegenwoordigt de binnen verloskundige samenwerkingsverbanden (VSV's) werkzame gynaecologen, verloskundigen en huisartsen die actief zijn op het gebied van verloskunde. Ondertekening van de samenwerkingsafspraken zal plaatsvinden door de separate VSV’s. Op basis van de afspraken worden zogenaamde parallelle acties uitgewerkt. Dit zijn afspraken tussen verloskundigen / ziekenhuizen (gynaecologen) enerzijds en ambulancezorg anderzijds met betrekking tot overdracht en handelwijze in acute situaties.

51



Waardering door patiënten

7

7.1 Patiënttevredenheid In 2013 heeft AZRR geparticipeerd in een landelijk onderzoek door het RIVM naar de tevredenheid van patiënten over de spoedeisende ambulancezorg. De insteek van dit landelijke onderzoek is om één gestandaardiseerd meetinstrument (CQI-index) te ontwikkelen waarmee de patiënttevredenheid tussen de verschillende regio’s kan worden vergeleken. Dit kan een extra impuls opleveren voor het landelijke kwaliteitsbeleid van de sector ambulancezorg en de afzonderlijke regio’s. Daarnaast bestaat landelijk de wens dat ‘benchmarking’ binnen de sector tot de mogelijkheden gaat behoren.

Patiënten oordelen zeer positief over spoedeisende ambulancezorg, waar dan ook in het land. Het personeel krijgt een zeer hoog waarderingscijfer van de patiënten: gemiddeld een 9,0. In de onderzoeksresultaten zijn er geen ambulanceregio’s die er in negatieve of positieve zin uitspringen. Het eindrapport maakt duidelijk dat de kwaliteit van de spoedeisende ambulancezorg in Nederland gezien door de ogen van de patiënt van een hoog tot zeer hoog niveau is. Dat geldt vooral voor aspecten zoals bejegening, communicatie en zorgverlening.

53


Een kritische kanttekening is dat de praktische bruikbaarheid van het rapport voor AZRR beperkt is. Door het lage aantal respondenten per regio in dit landelijke onderzoek, zijn geen significante conclusies te trekken en gerichte verbeteringen door te voeren binnen de eigen organisatie. AZRR zal daarom zoals gebruikelijk ook zelf periodiek een grootschalig patiënttevredenheidsonderzoek (PTO) blijven uitvoeren. Dit patiënttevredenheidsonderzoek zal in 2014 worden uitgevoerd. Hierbij zullen 2000 patiënten van AZRR aangeschreven worden.

7.2 Klachten Binnenkomende klachten geven inzicht in de mate waarin de dienstverlening gewaardeerd wordt en welke aspecten mogelijk verbeterd kunnen worden. Voor AZRR vormen klachten daarom een belangrijke informatiebron en aangrijpingspunt voor verbetering. Bij de registratie van klachten wordt onderscheid gemaakt tussen klachten van cliënten / direct betrokkenen en klachten van ketenpartners (huisartsen, ziekenhuizen en andere hulpverleners of zorginstellingen).

Een klacht wordt zoveel mogelijk laagdrempelig afgehandeld door één van de klachtbemiddelaars van AZRR. De bemiddelaar gaat na wat toedracht en oorzaak van de klacht is. Ook gaat de bemiddelaar in veel gevallen in gesprek met de klager en het betrokken ambulancepersoneel. De bemiddeling leidt in vrijwel alle gevallen tot een voor de klager naar tevredenheid verlopen afwikkeling van de klacht. Wanneer de bemiddelingspoging toch geen bevredigend resultaat oplevert, of wanneer de klager daar in eerste aanleg de voorkeur aan geeft, wordt de klacht formeel in behandeling gegeven van de klachtencommissie. De klachten die in 2013 zijn ingediend, konden in alle gevallen gedurende de bemiddelingsfase worden afgehandeld. Er zijn geen klachten voor formele behandeling doorgezet naar de klachtencommissie. In 2013 werden in totaal 62 klachten geregistreerd. 54 klachten zijn ingediend door cliënten / direct betrokkenen. Er zijn 8 klachten ingediend door ketenpartners.

In sommige klachten wordt onvrede geuit over meerdere aspecten. Veelal is er echter één aspect aan te wijzen dat het zwaarst weegt en dat uiteindelijk heeft geleid tot het indienen van de klacht. De tabel laat zien welke klachten per hoofdaspect zijn ingediend in 2013.

54

Jaarverslag AZRR 2013


Naar aanleiding van 2 klachten is er door AZRR een melding gedaan bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Overzicht geregistreerde klachten naar type

Hulpverlening / medisch technisch handelen Bejegening / attitude Indicatiestelling / urgentiebepaling MKA Ambulance te laat (A1-rit) Ambulance te laat (A2-rit) Lange wachttijd B-vervoer Kwaliteit materiaal Overige

Klachten cliĂŤnten / direct betrokkenen 15 12 2 3 2 9 2 9

Klachten ketenpartners 3 4 0 0 0 0 0 1

Totaal ingediende klachten

54

8

Afgehandeld in bemiddelingsfase Doorgezet voor behandeling door klachtencommissie Naar aanleiding van klacht melding gedaan bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

54

8

0

0

2

0

7.3 Bedankjes Regelmatig zijn er patiĂŤnten of familieleden die per e-mail of per brief AZRR bedanken vanuit tevredenheid over de geboden zorg. In 2012 werden officieel 26 bedankjes geregistreerd.

55



8

Waardering door medewerkers 8.1

In- en uitstroom

Gegevens over in- en uitstroom zijn een nuttige informatiebron wat betreft de waardering van medewerkers over het werken bij AZRR.

Het vervullen van vacatures verloopt over het algemeen goed. Het aanbod van sollicitanten lijkt toe te nemen. Het gemiddelde instroompercentage van de betrokken organisaties in het kader van AZRR bedraagt in het achterliggende kalenderjaar 6,1%. In totaal hebben in 2013 dertien verpleegkundigen, vijf verpleegkundig centralisten, drie ambulancechauffeurs en vijf overige medewerkers hun werkzaamheden binnen AZRR aangevangen. De huidige formatie benadert inmiddels de gewenste situatie.

Het gemiddelde uitstroompercentage bedraagt 3,9%. In 2013 hebben zeven ambulanceverpleegkundigen, vier ambulancechauffeurs, 1 niet-verpleegkundig centralist en vier overige medewerkers AZRR verlaten. De belangrijkste redenen voor uitstroom zijn VUT / FLO, pensioen en het zoeken van een andere werkgever.

57


8.2 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim binnen AZRR bedroeg in 2013 5,6%. Dit betekent een overschrijding van de doelstelling van 5,0%. De belangrijkste verklaring ligt in het feit dat er sprake is van enkele langdurig zieken. De doelstelling is om het ziekteverzuim de komende periode terug te dringen zodat het percentage onder de 5,0% ligt. Ten opzichte van het voorgaande kalenderjaar is sprake van een toename van het ziekteverzuim van 0,5%.

Ontwikkeling ziekteverzuim Jaar

Ziekteverzuim

2010 2011 2012 2013

5,3% 5,8% 5,1% 5,6%

Het werken binnen de ambulancezorg vraagt veel van de fysieke en mentale weerbaarheid van medewerkers. Stressvolle omstandigheden en situaties van agressie en geweld vragen om een goede opvang en nazorg. Binnen AZRR functioneert in dit kader een Bedrijfsopvang Team (BOT) waar medewerkers na een ingrijpend incident een beroep op kunnen doen.

58

Jaarverslag AZRR 2013


59



9

Waardering door de maatschappij 9.1

Berichtgeving in de media

In 2013 heeft de ambulancezorg regelmatig in de belangstelling gestaan van landelijke, regionale en lokale media. Een terugkerend onderwerp in de berichtgeving betreft de aanrijdtijden van ambulances.

De berichtgeving spitste zich voor een belangrijk deel toe op de kritieke situatie en het latere faillissement van het voormalige Ruwaard van Putten ziekenhuis, het huidige Spijkenisse Medisch Centrum. Deze situatie leidde tot maatschappelijke onrust omdat de beschikbaarheid van een ziekenhuis met voldoende faciliteiten voor spoedeisende hulp (SEH) op het eiland Voorne-Putten onder druk kwam te staan. Burgers voelden zich minder veilig en AZRR constateerde dat mensen vanuit Voorne-Putten steeds vaker vervoerd moesten worden naar een verder gelegen ziekenhuis in de regio. Voor de patiĂŤnt die op dat moment per ambulance vervoerd moest worden, was dit niet bevorderlijk. Maar ook de netto beschikbaarheid van ambulances op Voorne-putten nam af door de langere vervoerstijden. AZRR heeft zich daarom sterk gemaakt richting de zorgverzekeraars om een oplossing van dit knelpunt te bewerkstelligen. Dit heeft onder meer geleid tot het tijdelijk beschikbaar komen van een extra geoormerkte ambulance voor het gebied Voorne-Putten.

61


62

Jaarverslag AZRR 2013


Tegelijkertijd is in overleg met de zorgverzekeraar een onderzoek gestart om de feitelijke gevolgen van de (gedeeltelijke) sluiting van de SEH in kaart te brengen. De rapportage zal in het voorjaar van 2014 beschikbaar komen.

9.3

Presentaties voor publiek

Vanuit AZRR zijn in 2013 regelmatig presentaties verzorgd op scholen. Ook heeft AZRR een bijdrage geleverd aan open dagen van zorginstellingen en demonstraties voor publiek die vanuit diverse gemeenten zijn georganiseerd.

9.3

Agressie en geweld

Werknemers met een publieke taak worden in hun werkzaamheden soms geconfronteerd met agressie en geweld. Ook aan ambulancemedewerkers gaan incidenten van agressie en geweld helaas niet voorbij. Zo kwam in 2013 bijvoorbeeld in het nieuws dat een man per sĂŠ met zijn gewonde vriendin mee wilde in de ambulance en agressief werd. Bij zijn aanhouding sloeg hij een agente. Volgens de advocaat handelde de man in shock. Volgens het vonnis van de rechtbank wist de man wel degelijk wat hij deed en heeft hij een voorwaardelijke celstraf van 60 dagen opgelegd gekregen, met een proeftijd van een jaar.

Voor het doen van meeldingen rond agressie en geweld is AZRR aangesloten bij het programma Veilige Publieke Taak van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het kalenderjaar 2013 is binnen de regio Rotterdam-Rijnmond achttien keer een melding van agressie en geweld gedaan door ambulancepersoneel.

Bij twee van deze meldingen is aangifte gedaan bij de politie. Deze meldingen worden nader onderzocht en worden in behandeling genomen door de rechtbank.

63



10

Bestuur en financiers

In dit afrondende hoofdstuk worden de eindresultaten beschreven waarover AZRR zich verantwoord aan bestuur en financiers.

10.1.1 Productieafspraken 2013 De geldende productieafspraken voor 2013 zijn vermeld in de onderstaande tabel.

Diensten Te leveren diensten volgens Referentiekader, inclusief vrije marge pilot Goeree-Overflakkee

24.656

Ritten Declarabele ritten Niet declarabele ritten (EHTP)

77.004 16.847

Totaal

93.851

65


10.1.3 Ontwikkeling aantal ritten per categorie Onderstaande tabel toont het aantal geleverde diensten en uitgevoerde ritten in 2013.

Diensten Geleverde diensten volgens Referentiekader, inclusief vrije marge pilot Goeree-Overflakkee en extra ambulance Voorne-Putten Geleverde diensten op de Maasvlakte op basis van Publiek-Private Samenwerking (PPS), aanvullend op Referentiekader

25.636

730

Ritten Declarabele ritten Niet declarabele ritten (EHTP) Totaal

74.830 22.570 97.400

10.2.3 Ontwikkeling aantal ritten per categorie De tabel maakt de ontwikkeling van het aantal ritten per categorie inzichtelijk over de jaren 2011, 2012 en 2013.

2011

2012

2013

77.209 17.361 94.570

75.880 17.079 92.959

74.830 22.570 97.400

A1-ritten A2-ritten B-ritten

42.901 17.611 34.058

42.155 19.290 31.514

45.407 20.595 31.397

Totaal

94.570

92.959

97.400

Aantal ritten Declarabele ritten Niet declarabele ritten Totaal aantal ritten Aantal ritten naar urgentie

Het aantal niet declarabele ritten laat de laatste jaren een stijgende tendens zien. Dit heeft een relatie met de productdifferentiatie en inzet van de Rapid Responder die als vooruitgestuurd voertuig eerste hulp ter plaatse (EHTP) verleent. Er is in 2013 een stijging zichtbaar van ruim 4.000 ritten ten opzichte van 2012. De stijging is vooral

66

Jaarverslag AZRR 2013


zichtbaar binnen het spoedvervoer zowel wat betreft A1 als A2-ritten. Een deel van deze stijging wordt verklaard doordat vanaf dit kalenderjaar ook de categorie ‘postcode niet bekend bij uitgifte rit’ is meegeteld in de cijfers. Zie hiervoor de toelichting in paragraaf 10.3. Het aantal uitgevoerde B-ritten lijkt zich te stabiliseren.

10.2

A1-Prestaties per verzorgingsgebied

Belangrijke gegevens betreffen de cijfers over spoedvervoer. AZRR hanteert als enige regio in Nederland de techniek van automatisch statussen waarbij rittijden geautomatiseerd en mensonafhankelijk worden geregistreerd. AZRR berekent de cijfers vanaf 2012 op een vergelijkbare wijze als het RIVM. Hiermee wordt gerealiseerd dat er eenduidige cijfers. In het voorgaande jaarverslag is inzichtelijk gemaakt dat dit leidt tot een trendbreuk in de prestaties. Vanaf 2012 worden de prestaties uitsluitend nog weergegeven volgens de methode RIVM.

Methode AZRR Methode RIVM

2011

2012

2013

93,0% 90,3%

n.v.t. 90,3%

n.v.t. 92,0%

De gemiddelde prestatie is in 2013 met 1,7% gestegen. Vertaald naar absolute aantallen, betekent dit dat ruim 730 A1-ritten meer binnen de responstijd van 15 minuten zijn gearriveerd. Dit betekent een aanzienlijke verbetering. In het vervolg van dit hoofdstuk worden de specifieke cijfers getoond per verzorgingsgebied en per gemeente.

Op basis van het Referentiekader Spreiding en Beschikbaarheid beschikt AZRR over negen standplaatsen. Vanuit iedere standplaats wordt ambulancezorg verleend in het omliggende verzorgingsgebied. In onderstaande tabel is weergegeven welk percentage van de A1-ritten in het jaar 2013 binnen de normtijd van 15 minuten is gearriveerd.

67


Verzorgingsgebied

Binnen normtijd van 15 minuten

Berkelse Poort

93,0%

Rotterdam Baan

96,1%

Capelle aan den IJssel Barendrecht Schiedam Spijkenisse Brielle Haringvlietdam Dirksland Totaal

92,3% 94,4% 91,0% 86,1% 85,2% 83,4% 89,3% 92,0%

10.3

A1-prestaties per gemeente

Zoals eerder genoemd wordt de regio Rotterdam-Rijnmond gekenmerkt door een sterk verstedelijkt gebied met een relatief hoge zorgvraag (Rotterdam en omstreken) en een ruraal / suburbaan gebied met een relatief lage zorgvraag (Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee).

Onderstaande tabel maakt de prestaties per gebied en tevens per gemeente inzichtelijk. De gemeenten zijn gesorteerd op het aantal uitgevoerde A1-ritten. Daarnaast is per gebied en per gemeente de gemiddelde responstijd weergegeven (verstreken tijd tussen eerste melding en aankomst bij de patiĂŤnt).

68

Jaarverslag AZRR 2013


Binnen responstijd van 15 minuten

Binnen responstijd van 16 minuten

Binnen responstijd van 17 minuten

Gemiddelde responstijd (minuten)

24.458 2.446 2.287

94,3% 94,5% 90,7%

96,2% 96,6% 93,2%

97,4% 97,5% 95,7%

09:18 08:40 09:01

1.963

93,4%

95,5%

96,6%

09:10

1.302 1.220 814 777 685

90,5% 95,3% 84,9% 78,3% 88,3%

93,9% 96,5% 88,5% 83,1% 91,4%

96,5% 97,3% 91,3% 87,2% 95,4%

11:39 08:43 10:04 12:33 11:45

671

85,3%

89,2%

92,6%

10:58

36.623

93,1%

95,2%

96,7%

09:28

2.522 1.136 502 484 348 4.992

86,5% 89,9% 84,2% 91,2% 83,4% 87,3%

89,6% 93,4%

92,5% 95,2%

93,1% 87,8% 90,5%

96,9% 89,8% 93,2%

09:12 10:50 11:51 08:40 12:45 10:02

Subtotaal

1.484

83,0%

87,3%

90,2%

10:23

Totaal gemeenten

43.099

92,0%

94,4%

96,1%

09:34

Aantal A1-ritten

Rotterdam en omstreken Rotterdam Schiedam Vlaardingen Capelle aan den IJssel Ridderkerk Barendrecht Lansingerland Maassluis Albrandswaard Krimpen aan den IJssel Subtotaal Voorne-Putten Spijkenisse Hellevoetsluis Westvoorne Brielle Bernisse Subtotaal Goeree-Overflakkee*

Postcode niet bekend bij uitgifte rit** Subtotaal

2.308

93,7%

94,7%

96,0%

08:17

Totaal alle ritten

45.407

92,1%

94,4%

96,1%

09:31

* De voormalige gemeenten Dirksland, Goedereede, Middelharnis en Oostflakkee zijn per 1 januari 2013 ­gefuseerd tot de gemeente Goeree-Overflakkee

** AZRR wil inzicht geven in alle ritten die zij uitvoert. De categorie ‘postcode niet bekend bij uitgifte rit’ betreft een restcategorie waarbij op het moment van uitgifte van de rit geen postcode kan worden

69


geregistreerd. Met ingang van dit kalenderjaar publiceert AZRR in het jaarverslag ook de cijfers over deze categorie ritten. Dit betreft bijvoorbeeld incidenten op snelwegen, in parken, wandelgebieden etcetera. Er zijn doorgaans op basis van GPS wel coördinaten bekend, waardoor de ritopdracht zonder vertraging uitgegeven kan worden. Omdat deze incidenten in de registratie niet gekoppeld zijn aan een gemeente, worden zij separaat getoond

10.4

Trends in ontwikkeling aantal ritten en A1-prestaties AZRR

In deze paragraaf wordt inzichtelijk gemaakt hoe het aantal uitgevoerde ritten en de A1-prestaties zich over een langere tijdperiode hebben ontwikkeld.

Ontwikkeling aantal ritten AZRR 100.000 90.000 80.000 70.000 Besteld vervoer

60.000

Spoedvervoer (A1 en A2)

50.000

Totaal

40.000

Lineair (Totaal)

30.000 20.000 10.000 0

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

De grafiek toont de ontwikkeling van het aantal ritten vanaf 2007 t/m 2013. Om een trendbreuk te voorkomen, is voor het kalenderjaar 2013 de categorie ‘postcode niet bekend bij uitgifte rit’ in de grafiek buiten beschouwing gelaten. De grafiek laat zien dat het aantal ritten in de achterliggende jaren sterk is gestegen. Bij benadering van 80.000 in 2007 naar 95.000 in 2013. De beschikbare capaciteit aan ambulancevoertuigen is in deze periode nagenoeg gelijk gebleven.

70

Jaarverslag AZRR 2013


Ontwikkeling A1-prestaties AZRR 95,0% 90,0% 85,0% 80,0% 75,0%

A1-presentatie

70,0%

Lineair (A1-presentatie)

65,0% 60,0% 55,0% 50,0%

2007

2008

2009

2010

2011

2012

2013

De grafiek toont de ontwikkeling van de prestatie in het A1-vervoer in de periode 2007 t/m 2013. Een kanttekening is dat in 2011 de meetmethode is aangepast aan de landelijke meetmethode van het RIVM. Dit heeft geleid tot een trendbreuk. De grafiek maakt vooral zichtbaar dat AZRR, ondanks de stijging van het totale aantal ritten, een aanzienlijke verbetering van de prestatie heeft gerealiseerd.

71



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.