Jaarverslag 2014 Traumacentrum ZWN
Inhoudsopgave Inleiding
3
1
Netwerk
4
2
Kenniscentrum
8
3
Mobiel Medisch Team
12
4
Traumaopvang in het ziekenhuis
18
5
Organisatie
20
2015 en verder
22
Inleiding De activiteiten van het Traumacentrum ZWN richten zich op de Traumazorg, de bredere Acute Zorg inclusief de Opgeschaalde Zorg en het MMT. In al deze aandachtsgebieden onderhoudt het Traumacentrum ZWN een netwerk en geeft zij invulling aan de functie van het Kenniscentrum. Het netwerk resulteert onder andere in de vele overleggen die het Traumacentrum ZWN initieert of waarin de medewerkers van het Traumacentrum ZWN participeren. Maar ook de visieontwikkelingen van de zorgstromen, afspraken die met ketenpartners worden gemaakt en visitaties die in de instellingen worden uitgevoerd, zijn producten van het netwerk. Een belangrijk onderdeel van het Kenniscentrum is de Landelijke Traumaregistratie waarin het Traumacentrum ZWN gegevens verzamelt en waaruit zij analyses uitvoert voor de regio. Een ander deel hiervan zijn de Trauma Audit Meetings en de refereeravonden die voor de keten worden georganiseerd. Met het lezen van dit jaarverslag krijgt u een goede indruk van wat al deze activiteiten nu inhouden. Een paar successen hieronder kort toegelicht: - na jarenlange lobby konden we in oktober 2014 de loopbrug openen van het heliplatform naar het Erasmus MC, met een directe verbinding naar de nieuwe SEH. Een enorme verbetering van de patiĂŤntenlogistiek!; - in de rapportage van 2014 kunnen we voor het eerst de gegevens van alle ziekenhuizen inclusief het Brandwondencentrum en het Oogziekenhuis laten zien!; - deel 1 van het regioplan is in mei 2014 aan de zorgverzekeraars gepresenteerd! Tot slot hebben wij ook onze ambities voor de komende jaren met elkaar bepaald. Een korte impressie hierover leest u in dit jaarverslag en u zult zien dat het Traumacentrum ZWN zal groeien ten behoeve van onze taken in de regio; om u nog beter van dienst te zijn op alle onderdelen. Els van der Wallen, manager Traumacentrum ZWN Dennis Den Hartog, Hoofd Traumacentrum ZWN
3
1. Netwerk TRAUMAZORG
4
In 2014 zijn de vernieuwde netwerkafspraken vastgesteld. Daarnaast heeft er een schriftelijke hervisitatie plaatsgevonden in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis en zijn voor het Maasstad Ziekenhuis, het Sint Franciscus Gasthuis en het Albert Schweitzer Ziekenhuis, na een schriftelijke terugkoppeling op de voorwaarden en adviezen van de visitaties, de level 2 status voor de komende vijf jaar definitief vastgesteld. In het Traumachirurgenoverleg is gewerkt aan het regioplan Acute Zorg en een aantal werkgroepen is opgezet voor het verder uitwerken van de samenwerking in de regio op het gebied van complexe letsels ten einde de kwaliteit van zorg op een nog hoger niveau te brengen. Landelijk is in 2014 door de beraadsgroep van de LNAZ, het LBTC, een visiedocument opgesteld voor de traumazorg in Nederland.
het regioplan. Het Traumacentrum ZWN heeft dit proces begeleid door het organiseren en begeleiden van ruim 100 bijeenkomsten met in totaal circa 200 personen. En het (her)schrijven van ruim 50 conceptversies van de verschillende onderdelen, besproken in ruim 4000 e-mails, en talloze benodigde overlegmomenten. April 2015 wordt deel II aan de bestuurders voorgelegd. Op Voorne-Putten heeft een aantal veranderingen in de zorg plaatsgevonden, waarbij het Traumacentrum ZWN een actieve rol heeft gespeeld. Zo heeft het Traumacentrum ZWN het afsluitende overleg van de werkgroep ‘acute zorg regio Spijkenisse’ georganiseerd, waar het nieuwe profiel van Spijkenisse Medisch Centrum gepresenteerd is. Ook daarna nog heeft regionale afstemming plaatsgevonden via het Traumacentrum ZWN. Na het voornemen van sluiting van HAP Hellevoetsluis heeft het Traumacentrum ZWN advies uitgebracht over de gevolgen voor de acute zorg met betrekking tot de beschikbaarheid en bereikbaarheid, en dit toegelicht aan (interne en externe) betrokkenen.
ACUTE ZORG In mei 2014 hebben de bestuurders in het ROAZ gezamenlijk de eerste versie van het eigen ‘ROAZ-regioplan complexe spoedeisende zorg’ aan de zorgverzekeraars gepresenteerd. Dit werd met veel waardering ontvangen. Aan dit regioplan is heel wat werk voorafgegaan. Om in 2015 een geactualiseerde en uitgebreide versie te kunnen laten verschijnen, is ook na mei 2014 hard gewerkt aan
Het Traumacentrum ZWN heeft in 2014 elf ROAZ-vergaderingen (vijf AB’s en zes DB’s) georganiseerd. Hier zijn door de bestuurders uiteenlopende onderwerpen besproken. Naast de regiovisie, die prominent op de agenda stond, kregen de bestuurders ook een presentatie over de werkwijze van de ambulancedienst en het nieuwe Landelijk Protocol Amblancezorg (LPA8).
Het afgelopen jaar is de ontwikkeling van de expertisegroepen verder gestimuleerd. Zo is er een groep gevormd voor het neurologie- en psychiatrienetwerk, die door het Traumacentrum ZWN verder uitgebouwd wordt. Ook is de basis gelegd voor een nieuwe expertisegroep: acute kindergeneeskunde. Samen met de ambulancedienst en verloskundigen uit Rotterdam Rijnmond zijn handzame protocolwaaiers ontwikkeld, die de verloskundigen voortaan bij zich dragen. Hierin staan hun gezamenlijke netwerkafspraken en contactgegevens. Binnen het Landelijk Netwerk Acute Zorg, de koepelorganisatie van traumacentra, neemt het Traumacentrum ZWN deel aan verschillende overleggen. In het ROAZ-platform is meegewerkt aan een landelijke visie op en handvatten voor organisatie van het ROAZ-netwerk. Verder stemt het Traumacentrum ZWN haar activiteiten daar af met de andere regio’s.
OPGESCHAALDE ZORG Vanuit de Wet Toelating Zorg instellingen (WTZi) en de Wet op de Veiligheidsregio’s, wordt bij ketenpartners in de zorg een grote eigen verantwoordelijkheid neergelegd om goed voorbereid te zijn op een ramp of crisis. De zorginstellingen richten zich op de vraag: “Hoe komen wij tot een goede borging van zorg?” In ROAZ-verband wordt gekeken naar zowel de inrichting van de opgeschaalde zorg als de wijze waarop zij zich hierop voorbereidt (Opleiden, Trainen, Oefenen). Het Traumacentrum ZWN coördineert deze regionale afstemming en ondersteunt zorginstelling bij de realisatie hiervan. Naast de individuele activiteiten van de instellingen volgt hieronder een korte blik op de activiteiten van 2014 van de regionale projecten: Project Gevaarlijke Stoffen In 2014 hebben de zorginstellingen hard gewerkt om de gemaakte afspraken over de voorbereiding op CBRNpatiënten te realiseren. De benodigde bouwkundige voorbereidingen in ziekenhuizen zijn grotendeels uitgevoerd en regionaal zijn voorwaarden geschapen om zich goed voor te bereiden. Enerzijds door het uitwisselen van kennis, anderzijds door afstemming van de materialen en het beschikbaar stellen van oefenmaterialen.
Protocolwaaiers ambulancedienst en verloskundigen Rotterdam Rijnmond
Masterclass bestuurders In samenwerking met de traumaregio’s Midden-Nederland en Brabant is in 2012 een masterclass bestuurders ontwikkeld. Deze ontwikkeling volgt op het regionaal geformuleerde speerpunt ‘bestuurlijke bewustwording’. De masterclass is inmiddels landelijk beschikbaar gesteld. Ook in 2014 is de masterclass meermaals aangeboden en hebben een aantal bestuurders uit de regio deelgenomen.
5
6
Ondersteuning uitrol crisisplan ambulancezorg In 2013 is gestart met de uitwerking van een model om te komen tot integrale crisisplannen in de ambulancezorg. De ambulancediensten uit Rotterdam Rijnmond en Zuid-Holland Zuid hebben hierin het voortouw genomen. In 2014 is, aan de hand van de uitkomsten hiervan, in beide zorginstellingen gewerkt aan een nieuw crisisplan dat in 2015 zal worden voltooid. Per 2014 wordt het model landelijk door Ambulancezorg Nederland (AZN) aan alle ambulancediensten in Nederland aanbevolen.
komsten georganiseerd door het Traumacentrum ZWN. De twee onderwerpen die hiervoor zijn gekozen zijn: - Een goede voorbereiding op rampen en crisis. Welke keuzes maak je ten aanzien van Opleiden, Trainen en Oefenen? Wat is effectief? - Naar een veerkrachtige crisisorganisatie. Hoe kun je inspelen op verschillende risico’s en zorg je dat de organisatie met een grote diversiteit aan scenario’s kan omgaan? En wat betekent dit voor het integrale crisisplan van de zorgorganisatie?
Verpleeg en Verzorgingshuizen In 2014 is de ondersteuning aan de V&V-sector in samenwerking met de betrokken GHOR-bureaus verbreed. Hierdoor zijn veel OTO-activiteiten in de V&V-sector uitgevoerd.
Uitrol kwaliteitskader In 2014 is gestart met visitaties in zorginstellingen in het verlengde van de landelijke uitrol van het kwaliteitskader. Daarnaast zijn door het Traumacentrum ZWN alle zorginstellingen bezocht en zijn de uitkomsten van de zelfevaluatie besproken. De uitkomsten van de evaluatie en het gesprek worden meegenomen in de regionale en individuele jaarplannen.
Project VAVAZ Het project Vraag en Aanbod van de Acute Zorgsector is een gezamenlijk project van een aantal ROAZ-regio’s en GHOR-bureaus. In dit project wordt uitgewerkt welke gevolgen de regionale risicoprofielen concreet hebben voor de zorginstellingen. In 2014 zijn de GHOR-bureaus bezig geweest met de uitwerking van de regionale gevolgen. In 2014 is daarnaast gestart met het project ‘Integrale Planvorming Bijzondere Omstandigheden’ om beter inzicht te krijgen in de gevolgen (en mogelijkheden) van zorginstellingen. Themabijeenkomsten Rampen en crisis komen nauwelijks voor. Toch moeten zorginstellingen goed voorbereid zijn. Om van eerdere rampen te leren is in december 2013 een congres georganiseerd waarvoor internationale ervaringsdeskundigen zijn uitgenodigd. Enkele van de lessen uit dit congres zijn in 2014 in de regio gebruikt als aanzet voor themabijeen-
Verbreding ondersteuning OTO De ketenpartners hebben ook in 2014 sterk ingezet op het Opleiden, Trainen en Oefenen van de eigen organisatie. Zo zijn er door de uitbraak van Ebola vele kleinschalige oefeningen gehouden met betrekking tot aan- en uitkleedprocedures. Maar ook grootschalige oefeningen, waar diverse ketenpartners bij betrokken waren, zijn gehouden. Meerdere ziekenhuizen hebben tot slot gebruik gemaakt van een zogenaamde ‘lotus slachtoffer’ die onaangekondigd de SEH bezocht met als doel de waakzaamheid van de SEH te toetsen inzake Ebola. Het Traumacentrum ZWN heeft de ketenpartners hierbij ondersteund.
ROAZ-regioplan complexe spoedeisende zorg
7
Eerste versie ROAZ-regioplan
mei 2014
2. Kenniscentrum TRAUMAREGISTRATIE Ongeval gegevens (tabel Ongeval in LTR)
Het eerste deel van het jaar staat altijd in het teken van het afsluiten van het vorige jaar. Zo is in het eerste deel van 2014 hard gewerkt om de gegevens van 2013 compleet te maken, wat in juni 2014 resulteerde in de rapportages over het jaar 2013. Elke rapportage bevatte een analyse van het ziekenhuis en de regio.
8
In het vervolg van het jaar ligt de focus weer op de invoer van het actuele jaar. Het jaar 2014 is het eerste jaar, sinds de invoering van de Landelijke Traumaregistratie (LTR), waarin de database/registratie is uitgebreid met 17 extra data items en verder gaat onder de naam LTR European dataset. De toevoeging van nieuwe data items geeft onder andere meer inzicht in de toestand van de traumapatiënt vóór het ongeval, de organisatie van de traumazorg, het functioneren van de traumapatiënt na ontslag uit het ziekenhuis en maakt het internationaal vergelijken in de toekomst mogelijk. Hiernaast ziet u een overzicht van de 17 extra data items. De dataset is ingedeeld in 4 tabellen: Patiënt, Ongeval, Bevinding en Diagnose. De extra data items zijn allen toegevoegd in de tabel Ongeval.
Prehospitaal
SEH bezoek
Ontslag
Overlevingsstatus
Oorzaak/ intentie ongeval
Type 1ste spoedinterventie
Dagen IC
Datum en tijdstip van overlijden
Oorzaak/ intentie ongeval in detail
Activatie traumateam SEH
Aantal beademingsdagen
Datum laatste check in leven
Comorbiditeit Arterieel base voor het ongeval overschot BE (bloedgas)
Hoogste level hospitale zorg
Overleden binnen 30 dagen na het opgelopen letsel
Prehospitale hartstilstand
Coagulatie: INR (stolling)
Glasgow Outcome Scale bij ontslag uit het ziekenhuis
Oorzaak overlijden
Prehospitale intubatie
Datum en tijdstip 1ste CT-scan
Gebruik alcohol *
Hoofdbehandelaar/ specialisme *
Gebruik drugs *
Operatie tijdens opname? *
Extra data items LTR * Extra data items regio ZWN
De uitbreiding is een grote verandering voor alle traumacentra in Nederland en de deelnemende ziekenhuizen. De implementatie van deze nieuwe data items heeft veel extra inspanning gevraagd, omdat in elk ziekenhuis een aantal aanpassingen nodig is om de dataset compleet te krijgen. Deze extra inzet heeft zich zeker uitbetaald en
wij kunnen ook over 2014 weer een mooie rapportage uitbrengen. Hierbij zullen wij gebruik gaan maken van de online rapportages, die door de LNAZ zijn opgesteld en toegankelijk zijn voor de deelnemende ziekenhuizen. Dit in combinatie met een regiorapportage, met daarin regiovergelijkingen en de verdieping van verschillende onderwerpen. Ook is 2014 het eerste jaar dat wij kunnen spreken van 100% participatie van de ziekenhuizen in onze regio. Het Oogziekenhuis en het Spijkenisse Medisch Centrum (SMC) doen voor de eerste keer mee. En van het Maasstad Ziekenhuis hebben wij de traumapatiënten van het Brandwonden Centrum (BWC) geregistreerd. Hieronder ziet u een overzicht van alle deelnemende ziekenhuizen in de regio Zuidwest Nederland.
Dit alles tezamen zorgt dat de rapportage van 2014 een totaal overzicht geeft van de acuut opgenomen traumapatiënt in de regio Zuidwest Nederland, waarin het aantal traumapatiënten weer fors gestegen is en ook de polytraumapatiënten zijn toegenomen. De onderstaande tabellen geven respectievelijk de aantallen weer van de traumapatiënten, de verdeling van de letselernst en de aantallen van de polytraumapatiënten. Aantal geregistreerde traumapatiënten Jaar bezoek SEH
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Totalen ZWN
5244
6468
7316
8032
9223
9794
Totalen LTR
63.020
68.605
71.616
76.383
79.347
????
ISS letselernst per categorie in procenten 1-3
4-8
9-15
16-24
25-49
50-66
75
regio
19
35
39
3
3
0
0
LTR
35
31
41
3
3
0
0
regio
17
37
39
3
3
0
0
LTR
14
34
42
3
2
0
0
regio
19
35
39
4
3
0
0
LTR
15
33
40
4
2
0
0
regio
13
39
41
4
3
0
0
LTR
16
33
42
4
2
0
0
regio
11
40
43
4
2
0
0
LTR
16
32
43
4
2
0
0
regio
9
35
48
5
3
0
0
LTR
?
?
?
?
?
?
?
Zuid-Holland Zuid
Rotterdam Rijnmond
Zeeland
2009
Albert Schweitzer Ziekenhuis
Erasmus MC (incl. Sophia kinderziekenhuis)
Admiraal De Ruyter ziekenhuis
Beatrixziekenhuis
Havenziekenhuis
ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen
2010
Het Van Weel Bethesda ziekenhuis IJsselland ziekenhuis Ikazia ziekenhuis Maasstad ziekenhuis (incl. Brandwonden Centrum) Oogziekenhuis Sint Franciscus Gasthuis Spijkenisse Medisch Centrum Vlietland ziekenhuis Deelnemende ziekenhuizen regio ZWN
9
2011
2012
2013
2014
Aantal geregistreerde polytrauma patiënten
De volgende casussen zijn in Rotterdam besproken:
Jaar bezoek SEH
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Totalen ZWN
345
406
491
547
588
781
Totalen LTR
3543
3674
4319
4899
5325
????
Een bijzondere groep traumapatiënten is de polytraumapatiënt. Het is belangrijk de logistiek rondom de polytraumapatiënt in de regio Zuidwest Nederland goed te organiseren.
10
In maart 2015 wordt gestart om de outcome van deze specifieke groep in de regio te onderzoeken en in kaart te brengen. Voor de toekomst vindt het Traumacentrum ZWN het van belang om de registratie zoveel mogelijk digitaal te laten verlopen en ook de privacy van de patiëntengegevens te waarborgen. De digitalisering zorgt voor een betere kwaliteit van de data en biedt meer ruimte voor analyses en controlerende taken. Inzake de privacy zal het convenant met de ziekenhuizen herschreven worden naar de maatstaven van de huidige tijd. Het Traumacentrum ZWN heeft zich ten doel gesteld deze twee zaken op korte termijn te realiseren. Door deze ontwikkelingen in de traumaregistratie is het mogelijk een doorstart te maken en de data steeds meer te gaan gebruiken voor onderzoeksdoeleinden. Uiteraard staan wij als Traumacentrum ZWN open voor vragen, op- en/of aanmerkingen en ideeën vanuit de ziekenhuizen (dm.tczwn@erasmusmc.nl).
TRAUMA AUDIT MEETING (TAM) In 2014 heeft diverse malen de Trauma Audit Meeting plaatsgevonden in het Erasmus MC, waarin de hele keten van zorg van het in het oog springende traumacasus zijn belicht. De betrokken ketenpartners presenteren bij voorkeur zelf hun deel van de keten, om vervolgens gezamenlijk de casus nader te bespreken.
Datum 21 januari 7 mei 9 juli 24 september 19 november
Onderwerp Val van hoogte (+/- 20 meter) Val van hoogte Uitslaande brand Eenzijdig auto-ongeval Onwelwording op straat
Ook in de regio Zeeland vinden meerdere TAM’s plaats per jaar. De organisatie hiervan wordt uitgevoerd in samenwerking met het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis en Ziekenhuis ZorgSaam Zeeuws Vlaanderen. In 2014 zijn de volgende casussen in het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis besproken: Datum 26 maart 15 oktober
Onderwerp Let op, uit de auto Ongelukken op de A58
In 2014 zijn de volgende casussen in Ziekenhuis ZorgSaam Zeeuws Vlaanderen besproken: Datum 22 mei
Onderwerp TS poging Ongeval Auto ongeval HET verkeersongeval 27 november Ongeval scooter versus auto Ongeval scooter versus boom Inspiratoire stridor en moeilijke luchtweg na Aceremmer gebruik
REFEREERAVOND
ONDERZOEK
In 2014 organiseerde het Traumacentrum ZWN een refereeravond over de actualiteiten van de pre-hospitale zorg. De inhoudelijke invulling werd gegeven door de teamleden van het Mobiel Medisch Team en een gastspreker van het Albert Schweitzer Ziekenhuis. Wederom was de belangstelling groot.
Het Traumacentrum ZWN is betrokken geweest bij een tweetal onderzoeken van de afdeling Traumachirurgie in samenwerking met de ambulancedienst Rotterdam Rijnmond. Het ene onderzoek keek naar follow up van patiënten die niet vervoerd zijn na prehospitale medische hulpverlening door de ambulancedienst. In het andere onderzoek hebben studenten van de afdeling Traumachirurgie in samenwerking met het Traumacentrum ZWN en de ambulancedienst Rotterdam Rijnmond, onderzocht wat het effect was van de ProQA en de aangescherpte inzetcriteria op de inzetefficiëntie van het MMT in de regio Zuidwest Nederland.
Opkomst: 150 Sprekers en onderwerpen presentaties: Robert Jan Houmes Kinderintensivist & MMT-arts Erasmus MC ECMO acute zorg
PRESENTATIES VERZORGD DOOR MMT-LEDEN Gepco Ruitenberg Piloot Lifeliner 2, ANWB Medical Air Assistance Nachtlandingsplaatsen Ingrid Mertens zur Borg, Anesthesioloog & MMT-arts Erasmus MC Bloedingen op straat Arjan van Gent SEH verpleegkundige ASZ Pre-hospitaal antibiotica gebruik bij sepsis Patricia Gerritsen Anesthesioloog-intensivist & MMT-arts Erasmus MC Van A naar Beter (of Slechter?)
‘To Plank or not To Plank’, Openingscentrum SEH Zaans Medisch Centrum, de Rooij P. ‘Onderwijs MMT’, verpleegkundige 7 Noord & 7 Midden (Traumachirurgie/ Plastische chirurgie/ Orthopedie), de Rooij P. ‘Natte ervaringen in het MMT’, Jaarlijks regionaal Symposium van Traumacentrum West, Houmes RJ. ‘Nieuwe Inzet- en cancelcriteria’, Witte Kruis Den Haag/ GGD Den Haag/ RAVU Doorn/ RAVU Nieuwegein/ RAVU Utrecht, Maissan I. ‘Langdurige beknelling eenzijdig ongeval’, Netwerk Acute Zorg Brabant, Mertens Zur Borg I. ‘Prehospitaal veel bloedverlies’, Netwerk Acute Zorg Brabant, Mertens Zur Borg I.
11
3. Mobiel Medisch Team Eerste patiënttransport via de loopbrug van het Erasmus MC daad om een steekpartij en de patiënt is meerdere malen gestoken in borst en buik. Verder worden de bevindingen in de ABCD doorgegeven. In de helikopter volgt overleg. De patiënt kan ook getransporteerd worden met de helikopter, er is immers een loopbrug waardoor sneller vanaf het heliplatform naar de SEH kan worden vervoerd. Het plan wordt gemaakt. De piloot zal de helikopter zo zetten dat er makkelijk kan worden “ingeladen”. Ook zorgt hij er voor dat de stoel van de arts wordt omgezet. De verpleegkundige neemt de monitor mee zodat die al kan worden omgezet en daar geen tijd mee verloren gaat. Indeling wordt gemaakt welk materiaal waar gaat staan tijdens transport.
12
MMT van de dag, eerste patiënttransport via loopbrug
Begin oktober 2014 20:44hr. De pieper gaat. De meldkamer ambulance geeft een melding van een steekpartij ergens diep in Brabant. Omdat het donker is, wordt eerst samen op Google Maps gekeken naar een geschikte landingsplek in de buurt. Het adres ligt tegen de bebouwde kom aan en we kunnen in diezelfde straat landen. De verpleegkundige voert het adres in de navigatiecomputer terwijl de piloot naar buiten rent om de motoren van de helikopter te starten. Al snel zijn we onderweg naar Brabant. Onderweg komen meer gegevens beschikbaar van de ambulancebemanning die al ter plaatse is. Het gaat inder-
21:03hr. De piloot landt de helikopter in een weiland aan de straat met de neus naar voren. Snel loop ik naar de patiënt die net in de ambulance ligt. Tijdens de overdracht zet de verpleegkundige de monitor al over. Ik kijk samen met de ambulancebemanning de patiënt nog 1 keer na, daarna vertel ik over de porto tegen de piloot dat we zullen transporteren. De nodige medicatie wordt gegeven en de patiënt wordt verder gestabiliseerd. Ondertussen bel ik met de SEH van het Erasmus MC en licht ze in over onze komst en geschatte aankomsttijd. De patiënt is wakker en ook deze wordt ingelicht over de wijze van transport. Hij wordt met de ambulance naar het weiland gebracht en snel ingeladen in de helikopter waar hij een koptelefoon op krijgt zodat we kunnen blijven communiceren tijdens de vlucht.
21:19hr. De motoren starten weer en om 21:21hr zijn we weg. Het transport verloopt snel en zonder problemen en voordat de patiënt het in de gaten heeft wordt de landing alweer ingezet. 21:34hr. Landing en 1 minuut later staan de rotorbladen stil. Op het heliplatform wachten twee verpleegkundigen van de SEH ons al op samen met de beveiliging die als brandwacht functioneert tijdens start en landing. De patiënt wordt snel op de brancard gelegd en vervolgens getransporteerd naar de traumakamer waar iedereen klaarstaat. De patiënt wordt overgedragen. Terug weer op het heliplatform dringt het tot ons door dat we de eersten zijn die met een patiënt de nieuwe loopbrug gebruikt hebben en snel kijken we de tijden door. 20:44hr oproep en 21:38hr op de traumakamer van de SEH Erasmus MC. Dit hadden we nooit binnen het uur kunnen redden indien de loopbrug er niet was geweest!
INZETGEGEVENS In tabel 1 en figuur 1 zijn achtereenvolgens te zien hoeveel oproepen en inzetten van het MMT in 2014 hebben plaatsgevonden en hoe deze zich verhouden ten opzichte van de voorgaande jaren. In 2014 is, door de aanleg van de directe verbinding van het helidek met het Erasmus MC, het aantal patiënttransporten met de helikopter gestegen. In 2013 waren dit er nog 12 met 10 transporten naar het Erasmus MC en in 2014 zijn de transporten gestegen naar 36 met 31 transporten naar het Erasmus MC. Oproepen
Cancels
Inzetten
Helikopter
1982
947
1035
MMT-voertuig
610
257
353
Totaal
2592
1204
1388
13
Tabel 1 Oproepen, cancels en inzetten 2014
Dit betekent dus dat voor veel meer patiënten binnen onze regio het Gouden Uur naar de SEH van het Erasmus MC haalbaar is.
2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200 0
2010
2011
2012
2013
■ Helikopter ■ MMT-bus Figuur 1 Oproepen helikopter versus bus 2010 tot en met 2014
2014
In tabel 2 zijn de inzetgegevens per meldkamer weergegeven. Helikopter
MMT-voertuig
MKA
Inzetten*
Inzetten*
Rotterdam Rijnmond
433
258
Zuid-Holland Zuid
113
17
Midden- en West Brabant
146
8
Haaglanden
141
54
Hollands Midden
65
7
Zeeland
80
7
Overig
57
2
Totaal
1035
353
Tabel 2 Inzetgegevens per meldkamer, * inzetten zijn berekend als oproepen minus cancels
14
In figuur 2 is te zien hoe de traumagerelateerde inzetten zich verhouden ten opzichte van de inzetten voor non-trauma, waarbij een onderscheid wordt gemaakt voor kinderen en volwassenen.
In figuur 3 zijn het aantal en soorten medische handelingen tijdens de inzetten weergegeven. In figuur 4 staan de oproepen in de dag (07:00-09:00 uur) en in de nacht (19:00-07:00 uur) met de helikopter naast elkaar. In totaal gaat het om 1497 oproepen in de dag en 494 in de nacht.
OEFENINGEN EN DEMO’S In 2014 heeft een extra MMT deelgenomen aan een Ketenoefening Opgeschaalde Zorg Zuid-Holland Zuid.
EVENEMENTEN Het MMT heeft in 2014 geparticipeerd aan Nuclear Security Summit Den Haag.
STAGE 2014
Voor de collega’s van zorgorganisaties binnen de regio Zuidwest Nederland biedt het Traumacentrum ZWN de mogelijkheid om een dag mee te lopen met het MMT. In 2014 zijn 35 stagedagen geweest.
Kinder trauma 162 Kinder non-trauma 146
Non-trauma 303
Trauma 823
Figuur 2 Inzetten traumagerelateerd versus inzetten non-traumagerelateerd (n=1434)
500
■ Intubaties ■ Botschroeven
450
■ Thoraxdrains
400
■ Reanimaties
350 300 250 200 150 100 50 0
2010
2011
2012
2013
2014
Figuur 3 Medische handelingen 2010 tot en met 2014
15 160 140 120 100 80 60 40 20 0 januari
februari
maart
april
mei
juni
■ Dag 2014 ■ Nacht 2014 Figuur 4 Oproepen van de helikopter uitgesplits naar dag en nacht (n=1982)
juli
augustus september oktober
november december
16
17
4. Traumaopvang in het ziekenhuis
18
DE KLINIEK
SPOEDEISENDE HULP
In de zomer van 2014 is de unit 9 Midden verhuisd naar 7 Noord. De beddencapaciteit is hierdoor afgenomen van 34 tot 27. Via natuurlijk verloop is de personele formatie op de beddenreductie aangepast. Er zijn in totaal 1539 patiënten opgenomen waarvan 869 traumapatiënten. Door het nieuwe opnamebeleid ‘een bed is een bed’ binnen het Thema Dijkzigt is het aantal patiënten van andere specialismen op de unit toegenomen. De vorming van de Zorgkern ‘Beweging’ waarbinnen de specialismen Traumachirurgie, Plastische Chirurgie en Orthopedie intensief gaan samenwerken, is door de verhuizing een stap dichterbij gekomen.
Op de Spoedeisende Hulp (SEH) van het Erasmus MC worden, in het kader van de functie traumacentrum, traumapatiënten gezien en behandeld vanuit de hele regio. Dit is een klein deel van de totale patiëntenpopulatie van de SEH van het Erasmus MC Centrumlocatie en locatie Sophia Kinderziekenhuis. Deze twee locaties zijn vanaf 1 oktober 2014 samengevoegd tot een locatie met een nieuwe huisvesting aan de Wytemaweg. Deze nieuwe locatie heeft de beschikking over drie grote en moderne traumakamers met CT faciliteit. Ook is er een directe verbinding met het helikopterdek, waar inmiddels al meerdere malen gebruik van is gemaakt voor het transport van de polytraumapatiënt. Door deze directe verbinding is de logistiek van de opvang van de polytraumapatiënten enorm verbeterd en daarmee ook de kwaliteit van het zorgproces.
De klinische staf Traumachirurgie bestond in 2014 uit: Prof. dr. M.H.J.Verhofstad, sectorhoofd Traumachirurgie Dr. T. Hagenaars, traumachirurg Dr. D. den Hartog, traumachirurg, Hoofd Traumacentrum ZWN Drs. P. Oprel, traumachirurg Drs. P. de Rooij, traumachirurg, MMT-arts Drs. L.M.M. Vogels, traumachirurg Drs. O. van Waes, traumachirurg, MMT-arts Drs. M. Wijffels, CHIVO Traumachirurgie
In 2014 zijn 1372 traumapatiënten opgenomen vanaf de SEH in het Erasmus MC, inclusief 177 kinderen die via het Sophia Kinderziekenhuis zijn opgenomen. In deze groep patiënten is 67,9% (n=931) man en 32,1% (n=441) vrouw. De gemiddelde leeftijd bij aankomst op de SEH is 39,2 jaar.
Men spreekt van een polytrauma wanneer de patiënt een ISS-score heeft van 16 of hoger. Het totaal aantal polytraumapatiënten voor het Erasmus MC in 2014 is 431. Van dit aantal is 68% (n=293) man en 32% (n=138) vrouw. Van de 431 polytraumapatiënten zijn in totaal 415 opgenomen in het Erasmus MC, 7 polytraumapatiënten zijn overleden op de SEH en 9 polytraumapatiënten worden na de SEH overgeplaatst naar een ander ziekenhuis.
CCT De Coördinatie Commissie Traumatologie (CCT) heeft drie keer vergaderd in 2014. Maandelijks wordt in een kleine commissie de voortgang besproken en actiepunten afgesproken. In de CCT worden voor het Erasmus MC organisatie brede protocollen vastgesteld op het gebied van de traumaopvang. De ontwikkeling en herziening vinden plaats in werkgroepen. Het Traumacentrum ZWN ondersteunt de commissie en de werkgroepen. In 2014 zijn de volgende protocollen herzien en vastgesteld - Zin/onzin Nekkraag - EMSB (emergency management of severe burns) - Profylaxe OPSI Milt Er is gestart met het ontwikkelen van drie nieuwe protocollen: - Transfusie bij massaal bloedverlies (tevens vastgesteld) - Pijn bij kinderen - Fractuurbehandeling bij kinderen Vier bestaande protocollen zijn in herziening gegaan maar nog niet goedgekeurd: - Hypothermie - Onderste en bovenste extremiteiten - Schedel/hersen/aangezicht en oogletsel - Penetrerend Letsels (schot/steek/nekletstel)
19
5. Organisatie PERSONEEL Door het vertrek van een datamanager en een secretaresse heeft het Traumacentrum ZWN in 2014 twee nieuwe medewerkers mogen begroeten.
POSITIE IN HET ERASMUS MC
20
Het Traumacentrum ZWN is onderdeel van het Thema Spoed, Peri-operatief en Intensief. Het afdelingshoofd vertegenwoordigt het Traumacentrum ZWN in het themabestuur. Voor de aandachtsgebieden P&O, kwaliteit en financiĂŤn bestaat een samenwerking met het themabureau. Het Regionaal Overleg Acute Zorg (ROAZ) is het bestuurlijk overleg waarin voor de ROAZ-activiteiten verantwoording wordt afgelegd. Dit overleg wordt voorgezeten door lid Raad van Bestuur van het Erasmus MC.
FINANCIEN Het Traumacentrum ZWN ontvangt een aantal beschikbaarheidsbijdragen voor het uitvoeren van haar taken. Deze beschikbaarheidsbijdragen zijn gebaseerd op beleidsregels. In het kader van de invoering van de prestatiebekostiging in de zorg worden deze beleidsregels herzien. Dit heeft vooral effect op de wijze van aanvragen en het verantwoording afleggen over deze bijdragen.
Intern legt het Traumacentrum ZWN verantwoording af aan de themacontroller. Het resultaat voor het MMT was negatief over 2014. Voor de beschikbaarheidsbijdrage voor het Netwerk (Traumazorg en Acute Zorg) hebben we een positief resultaat bereikt. In 2014 zijn voorbereidingen getroffen voor het invoeren van de interne prestatiebekostiging. Dit heeft geleid tot een begroting voor 2015 waarin de overhead transparant wordt toebedeeld aan de verschillende beschikbaarheidsbijdragen en ruimte is gekomen voor het aanstellen van nog een beleidsadviseur en een onderzoeker. De besteding van de OTOgelden wordt verantwoord in het Dagelijks Bestuur van het ROAZ.
21
2015 en verder Het Traumacentrum ZWN kijkt in het jaarverslag terug op het afgelopen jaar. Wij zijn echter constant bezig met de toekomst en hebben ons de vraag gesteld: “ Waar willen we als Traumacentrum ZWN naar toe?”
22
Dit heeft geresulteerd in de prioriteit om het Kenniscentrum op een hoger plan te brengen. Dit houdt in dat het datamanagement meer op wetenschappelijke basis gaat rapporteren en dat er een verbinding zal komen tussen het datamanagement, onderzoek en de onderwerpen in het netwerk. Deze integratie tussen diverse onderdelen van het Traumacentrum ZWN moet worden geïntensiveerd. Het datamanagement dient als katalysator voor de beleidsadviseurs in het aandragen van onderwerpen voor nader onderzoek of beleid. De beleidsadviseurs werken ook als een katalysator maar dan in de regio en profileren zich actief met de producten die zij het netwerk te bieden hebben. De beleidsadviseurs initiëren zelf ook onderzoeksvragen en verspreiden actief de kennis die door onderzoek of op andere manier verkregen is. Voor het MMT is inmiddels veel bereikt de afgelopen jaren. Het is een geaccepteerd onderdeel van de pre-hospitale zorgverlening geworden met landelijke inzet- en cancelcriteria. Verdere professionalisering kan nog plaatsvinden op onderwijs en onderzoek. Voor onderwijs betekent dat meer landelijke afstemming over vereiste opleidingen en de bij- en nascholing, maar ook meer op maat gemaakte scholing voor het MMT. Voor de opleiding van ambulance-
verpleegkundigen onderzoeken wij hoe een stagedag bij het MMT van Rotterdam de beste bijdrage tot het onderwijs kan leveren. Daarnaast streeft het Traumacentrum ZWN na om voor en met het MMT landelijk op beleidsniveau met andere koepelorganisatie via de LNAZ een goede vertegenwoordiger en gesprekspartner te worden. Tot slot zal het MMT over de huidige nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot ambulancehelikopters een visie ontwikkelen, wat dat betekent voor het MMT en welke rol het MMT daarbij kan en wil spelen. Het Traumacentrum ZWN zal u in 2015 en daarna op de hoogte stellen van het resultaat hiervan.
Reacties kunt u richten aan: Traumacentrum Zuid West Nederland ‘s Gravendijkwal 230 3015 CE Rotterdam Tel 010 7035034 Fax 010 7035039 stafbureau.tczwn@erasmusmc.nl