Rapportage Traumaregistratie 2015-2017

Page 1

juni 2018

RAPPORTAGE TRAUMAREGISTRATIE 2015-2017


Inhoud 1. Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. Zorgketen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3. Overname en overplaatsing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 4. Femurfracturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 5. PolytraumapatiĂŤnten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 6. Overlijden

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

25

7. Nawoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29

2


1. Voorwoord Voor u ligt de rapportage van de jaren 2015 tot en met 2017 van traumaregio Zuidwest-Nederland. In deze rapportage worden regionale gegevens gepresenteerd uit de landelijke traumaregistratie (LTR). Op de volgende pagina treft u een overzicht aan van de 14 deelnemende ziekenhuizen, inclusief hun SEH-levelindeling. Dit level is toegekend door het Traumacentrum Zuidwest- Nederland (TCZWN) aan de hand van criteria, vastgesteld door de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT). Dit jaar is voor een andere opzet van de rapportage gekozen. Voor het eerst zijn, waar mogelijk, de gegevens van drie opeenvolgende jaren weergegeven. Voor dit tijdvak is gekozen, omdat sinds 2015 gebruik gemaakt wordt van de AIS2008codering. De rapportage bestaat uit vijf thema’s. Per thema wordt een aantal aspecten getoond per ziekenhuis en van de regio in totaal. Indien ‘traumapatiënt’ vermeld staat wordt gerefereerd aan de themaspecifieke traumapatiënt uit het hoofdstuk. Komend jaar lichten wij een aantal andere thema’s uit de traumaregistratie middels nieuwsbrieven nader toe. Hierbij zullen wij meer gedetailleerd ingaan op deze thema’s. De rapportage wordt ook dit jaar digitaal verspreid. De gegevens van uw eigen specifieke ziekenhuis kunt u terugvinden in de onlinerapportage via de website: www.ivisualz.nl/ltr benchmark/LogIn.

Dennis den Hartog Hoofd Traumacentrum ZWN

3


Regio Rotterdam Rijnmond

Regio Zuid-Holland Zuid

Erasmus MC (level 1)

Albert Schweitzer Ziekenhuis (level 2)

Maasstad Ziekenhuis (level 2)

Beatrixziekenhuis (level 3)

Franciscus Gasthuis (level 2) Franciscus Vlietland (level 3)

Regio Zeeland

Ikazia Ziekenhuis (level 3)

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (level 2)

IJsselland Ziekenhuis (level 3)

ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen

Havenziekenhuis (level 3)

(level 3)

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (level 3) Het Oogziekenhuis Rotterdam (level 3) Spijkenisse Medisch Centrum (level 3)

4


2. Zorgketen In de jaren 2015-2017 zijn in regio Zuidwest-Nederland ruim 10.000 ongevallen per jaar geregistreerd, die voldoen aan de inclusiecriteria van de LTR. Het betreft hier registraties van personen met letsel, gedefinieerd volgens het Abbreviated Injury Scale (AIS)-letselcoderingssysteem, die binnen 48 uur na het ongeval gezien zijn op een afdeling Spoedeisende Hulp (SEH) en naar aanleiding daarvan voor het letsel direct zijn: • opgenomen in het ziekenhuis (op een verpleegafdeling of een afdeling IC/HC/MC (eventueel via de OK)); • overgeplaatst naar een ander ziekenhuis (met de intentie om daar opgenomen te worden); • overleden op de SEH (met uitzondering van ‘death-on-arrival’). Indien een traumapatiënt meerdere ongevallen heeft gehad, wordt deze meerdere keren meegenomen in berekeningen. Het totaal aantal traumapatiënten ligt daardoor lager dan het aantal traumaregistraties. In onderstaande tabellen en figuren ziet u gegevens van de traumaregistraties van de deelnemende ziekenhuizen in regio Zuidwest Nederland in de jaren 2015-2017. Tabel 2.1 Traumaregistraties per ziekenhuis 2015-2017. Jaar bezoek SEH (N)

Jaar bezoek SEH (%)

Ziekenhuis

2015

2016

2017

2015

2016

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis

1308

1368

1390

12,8

13,6

13,6

Albert Schweitzer Ziekenhuis

1311

1296

1391

12,8

12,9

13,6

Beatrixziekenhuis Erasmus MC

2017

655

663

592

6,4

6,6

5,8

1494

1432

1376

14,6

14,2

13,4

Franciscus Gasthuis

728

610

723

7,1

6,0

7,1

Franciscus Vlietland

592

410

509

5,8

4,1

5,0

Havenziekenhuis

86

65

27

0,8

0,6

0,3

Het Oogziekenhuis Rotterdam

17

7

-

0,2

0,1

-

465

566

523

4,5

5,6

5,1

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis IJsselland Ziekenhuis

696

627

609

6,8

6,2

5,9

Ikazia Ziekenhuis

979

1052

1052

9,6

10,4

10,3

1080

1074

1126

10,5

10,7

11,0

222

217

215

2,2

2,2

2,1

83

83

60

0,8

0,8

0,6

Maasstad Ziekenhuis Maasstad Ziekenhuis BWC Spijkenisse Medisch Centrum ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen Totaal

532

614

646

5,2

6,1

6,3

10.248

10.084

10.239

100

100

100

De zorgketen begint bij het ongeval en eindigt bij ontslag uit het ziekenhuis. Een selectie van de geregistreerde gegevens van de delen prehospitaal, spoedeisende hulp, opname en ontslag worden hierna weergegeven.

5


Prehospitaal Herkomst (tabel 2.2) heeft betrekking op de locatie waar de traumapatiënt vandaan komt wanneer hij/zij op de SEH arriveert. Verwijzer (tabel 2.3) heeft betrekking op de verwijzing van de traumapatiënt. Vervoer (tabel 2.4) betreft het soort vervoer waarmee de traumapatiënt naar de SEH komt. Tabel 2.2 Herkomst traumapatiënt jaar 2015-2017. Jaar bezoek SEH (N)

Jaar bezoek SEH (%)

Herkomst

2015

2016

2017

2015

2016

2017

Plaats ongeval

7245

7352

7579

70,7

72,9

74,0

634

606

558

6,2

6,0

5,4

51

30

6

0,5

0,3

0,1

Ziekenhuis Overige zorginstelling Buitenlands ziekenhuis HAP/Huisarts

4

2

2

0

0

0

1391

1265

1435

13,6

12,5

14,0

Niet van toepassing

249

280

312

2,4

2,8

3,0

Onbekend

674

549

347

6,6

5,4

3,5

10.248

10.084

10.239

100

100

100

Totaal

Tabel 2.3 Verwijzer traumapatiënt 2015-2017. Jaar bezoek SEH (N)

Jaar bezoek SEH (%)

Verwijzer

2015

2016

2017

2015

2016

112

5198

5007

5108

50,7

49,7

2017 49,9

Huisarts

3593

3626

3779

35,1

36,0

36,9

Eigen initiatief

744

622

615

7,3

6,2

6,0

Ander ziekenhuis

482

441

432

4,7

4,4

4,2

Polikliniek

12

21

12

0,1

0,2

0,1

Overig

31

33

20

0,3

0,3

0,2

Onbekend Totaal

188

334

273

1,8

3,3

2,7

10.248

10.084

10.239

100

100

100

Tabel 2.4 Vervoer traumapatiënt 2015-2017. Jaar bezoek SEH (N) 2015

2016

2017

2015

2016

2017

Ambulance

6793

6751

6881

66,3

66,9

67,2

Eigen vervoer

2340

2133

2323

22,8

21,2

22,7

27

43

39

3

4

4

Ambulance (met inzet heli-MMT)

201

298

355

2,0

3,0

3,5

Ambulance (met inzet grond-MMT)

210

122

131

2,0

1,2

1,3

21

10

10

0,2

0,1

0,1

656

727

500

6,4

7,2

4,9

10.248

10.084

10.239

100

100

100

Traumahelikopter

Anders

6

Jaar bezoek SEH (%)

Vervoer

Onbekend Totaal


Spoedeisende Hulp Figuur 2.1 geeft het dagdeel weer, waarin de traumapatiĂŤnt aankomt op de SEH, figuur 2.2 de verblijfsduur op de SEH en figuur 2.3 de bestemming na verblijf op de SEH. Figuur 2.1 Dagdeel aankomst SEH 2017 (N=10.239). 1861

Ochtend

3407

Middag

3698

Avond

1271

Nacht

(2) Onbekend

Figuur 2.2 Verblijfsduur SEH 2017 (N=10.239). (95) 1-30 min (424) 31-60 min 2485

1-2 uur

3138

2-3 uur 3-4 uur

2038

4-24 uur

1794 (265) Onbekend

Figuur 2.3 Bestemming na verblijf SEH 2017 (N=10.239). Algemene verpleegafdeling

8951 (433) IC/HC/MC (315) OK (526) Ander ziekenhuis (13) Overleden op SEH (1) Onbekend

7


Opname De opnameduur per ziekenhuis op verpleegafdelingen en IC/HC/MC wordt weergegeven in respectievelijk tabel 2.5 en 2.6. De patiënten, die direct van de SEH doorgestuurd worden naar een ander ziekenhuis, worden wel meegerekend bij de ééndaagse opnames. Tabel 2.5 Opnameduur per ziekenhuis in dagen 2017 (N=10.239). Ziekenhuis

1

2

3-7

8-14

15-21

>21

gem.

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (n=1390)

151

412

483

229

87

28

5,7

Albert Schweitzer Ziekenhuis (n=1391)

123

478

494

215

56

25

5,3

71

189

240

74

11

7

4,5

Erasmus MC (n=1376)

211

366

418

214

68

99

7,3

Franciscus Gasthuis (n=722)

102

217

234

130

28

12

5,3

Franciscus Vlietland (n=509)

65

97

221

106

18

2

5,5

Havenziekenhuis (n=27)

0

4

14

6

2

1

7,7

Het Oogziekenhuis Rotterdam (n=-)

-

-

-

-

-

-

-

56

198

183

69

13

4

4,4

Beatrixziekenhuis (n=592)

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (n=523) IJsselland Ziekenhuis (n=609)

56

154

272

100

23

4

5,2

Ikazia Ziekenhuis (n=1052)

112

414

321

173

25

7

4,5

Maasstad Ziekenhuis (n=1126)

100

382

298

214

82

50

6,8

19

42

72

24

30

28

10,9 1,2

Maasstad Ziekenhuis BWC (n=215) Spijkenisse Medisch Centrum (n=60) ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen (n=646) Totaal (n=10.239)

52

5

3

0

0

0

108

203

248

72

9

6

4,2

1226

3161

3501

1626

452

273

5,3

Tabel 2.6 Opnameduur IC/HC/MC 2017 per ziekenhuis in dagen (n=816). Ziekenhuis

1

2

3-7

8-14

15+

totaal

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (n=54)

7

18

25

4

0

54

10

19

25

5

1

60

6

6

2

2

0

16

56

76

89

50

49

320

Franciscus Gasthuis (n=31)

7

13

7

2

2

31

Franciscus Vlietland (n=40)

22

10

8

0

0

40

Havenziekenhuis (n=0)

0

0

0

0

0

0

Het Oogziekenhuis Rotterdam (n=-)

-

-

-

-

-

-

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (n=21)

2

10

9

0

0

21

IJsselland Ziekenhuis (n=29)

10

14

4

1

0

29

Ikazia Ziekenhuis (n=88)

47

29

11

1

0

88

Maasstad Ziekenhuis (n=57)

12

23

17

1

4

57

Maasstad Ziekenhuis BWC (n=55)

9

19

11

7

9

55

ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen (n=45)

1

23

20

1

0

45

189

260

228

74

65

816

Albert Schweitzer Ziekenhuis (n=60) Beatrixziekenhuis (n=16) Erasmus MC (n=320)

8

Totaal (n=816)


Ontslag Ontslagbestemming (tabel 2.7) betreft de bestemming van de traumapatiĂŤnt vanuit het ziekenhuis, ongeacht de woonomgeving voorafgaand aan het trauma. Tabel 2.7 Ontslagbestemming 2015-2017. Jaar bezoek SEH (N)

Jaar bezoek SEH (%)

Ziekenhuis

2015

2016

2017

2015

2016

2017

Eigen woonomgeving

6640

6522

6390

64,7

64,6

62,4

450

473

469

4,4

4,7

4,6

1880

1449

1343

18,3

14,4

13,1

Bejaardenoord/Verzorgingshuis Verpleeghuis Revalidatiecentrum

137

443

817

1,3

4,4

8,0

Ander ziekenhuis vanaf SEH

445

500

526

4,3

5,0

5,1

Ander ziekenhuis na opname-afdeling

210

223

229

2,1

2,2

2,3

27

22

5

0,3

0,2

0

Andere instelling

136

177

152

1,3

1,8

1,5

In instelling overleden

259

226

255

2,5

2,2

2,5

47

41

45

0,5

0,4

0,4

Buitenlands ziekenhuis

Tegen advies weggegaan Onbekend Totaal

27

13

8

0,3

0,1

0,1

10.248

10.084

10.239

100

100

100

9


Letselgegevens Aan ieder letsel wordt aan de hand van de Abbreviated Injury Scale (AIS) een letselcode toegekend, die de ernst van het individuele letsel aangeeft. De AISletselcodes zijn ingedeeld in negen AIS-diagnoseregio’s, weergegeven in tabel 2.8. De Injury Severity Score (ISS) geeft de totale letselernst per traumapatiënt weer. De ISS wordt berekend op basis van de AIS-letselcodes, waarvan de categorieindeling te zien is in tabel 2.9. De verdeling van de ISS-categorieën per ziekenhuis zijn weergegeven in tabel 2.10. Tabel 2.8 Diagnoseregio 2015-2017. Jaar bezoek SEH (N)

Jaar bezoek SEH (%)

2015

2016

2017

2015

2016

728

760

830

3,2

3,3

3,5

6070

5967

6062

26,5

26,2

25,8

Bovenste extremiteit

4030

4082

4013

17,6

17,9

17,1

Wervelkolom

1112

964

1162

4,8

4,2

5,0

485

422

535

2,1

1,9

2,3

1563

1547

1685

6,8

6,8

7,2

116

124

136

0,5

0,5

0,6

Huid, thermisch, overig Onderste extremiteit

Abdomen, bekkeninhoud Thorax Nek

2017

Gezicht

3280

3168

3182

14,3

13,9

13,6

Hoofd

5529

5726

5868

24,1

25,2

25,0

Onbekend Totaal

27

0

0

0,1

0

0

22.940

22.760

23.473

100

100

100

Tabel 2.9 ISS-categorieën 2015-2017. Jaar bezoek SEH (N)

10

Jaar bezoek SEH (%)

Ziekenhuis

2015

2016

2017

2015

2016

1-3

2484

2651

2503

24,2

26,3

2017 24,4

4-8

3536

3403

3319

34,5

33,7

32,4 37,2

9-15

3578

3494

3813

34,9

34,6

16-81

649

536

604

6,3

5,3

5,9

Totaal

10.247

10.084

10.239

100

100

100


IJsselland Ziekenhuis (n=609)

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (n=523)

Franciscus Vlietland (n=509)

Franciscus Gasthuis (n=723)

Erasmus MC (n=1376)

Beatrixziekenhuis (n=592)

Albert Schweitzer Ziekenhuis (n=1391)

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (n=1390)

Ziekenhuis

328

310

106

115

1

107

171

243

134

337

315

1-3 n

6,7

80,5

29,1

3,0

1,0

22,0

3,7

21,0

23,7

17,7

22,6

24,2

22,7

1-3 %

3318

249

40

24

355

384

207

203

9

173

246

332

207

421

469

4-8 n

32,4

38,5

66,7

11,2

31,5

3,8

2,0

38,8

33,3

34,0

34,0

24,1

35,0

30,3

33,7

4-8 %

3813

227

16

9

420

343

286

197

17

222

299

394

241

588

554

9-15 n

37,2

35,1

26,7

4,2

37,3

3,4

2,8

37,7

63,0

43,6

41,4

28,6

40,7

42,3

39,9

9-15

604

11

0

9

23

15

10

8

0

7

7

407

10

45

52

16-81 n

1,7

0,0

4,2

2,0

0,1

0,1

1,5

0,0

1,4

1,0

29,6

1,7

3,2

3,7

16-81 %

Tabel 2.10 ISS-categorieĂŤn per ziekenhuis 2017 (n=10.239).

Ikazia Ziekenhuis (n=1052)

173

24,6

Spijkenisse Medisch Centrum (n=60)

%

Maasstad Ziekenhuis (n=1126)

4

24,4

Havenziekenhuis (n=27)

Maasstad Ziekenhuis BWC (n=215)

159

5,9

2503

ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen (n=646) Totaal (n=10.239)

11


3. Overname en overplaatsing Tabel 3.1 geeft alle interhospitale overnames en overplaatsingen van de traumapatiënt per ziekenhuis in 2017 weer. De eerste kolom laat zien hoeveel traumapatiënten ieder ziekenhuis ontvangt vanuit andere ziekenhuizen (ingaande stroom). De tweede en derde kolom laten zien hoeveel traumapatiënten zijn overgeplaatst naar andere ziekenhuizen (uitgaande stroom). Tabel 3.1 Interhospitale overname en overplaatsing per ziekenhuis 2017. Ziekenhuis

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis Albert Schweitzer Ziekenhuis Beatrixziekenhuis Erasmus MC

Overplaatsing vanaf SEH naar ander ziekenhuis

Overplaatsing na opname naar ander ziekenhuis

4

28

34

21

66

21

10

20

15

171

148

98

Franciscus Gasthuis

0

52

7

Franciscus Vlietland

3

17

5 6

Havenziekenhuis

11

12

Het Oogziekenhuis Rotterdam

-

-

-

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis

-

-

-

IJsselland Ziekenhuis Ikazia Ziekenhuis Maasstad Ziekenhuis Maasstad Ziekenhuis BWC

7

2

8

33

56

13

72

36

5

128

-

8

Spijkenisse Medisch Centrum

-

52

1

ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen

6

37

13

466

526

234

Totaal

12

Overname van een ander ziekenhuis


Figuur 3.1 laat de overnames en overplaatsingen zien over de jaren 2015-2017, waarbij links de ingaande stroom, in het midden de uitgaande stroom vanaf de SEH en rechts de overplaatsingen na opname. Figuur 3.1 Interhospitale overname en overplaatsing 2015- 2017. 600 500

503

471 466

445

500

2015

526

2016

400

2017

300

226 240 234

200 100 0 Overplaatsing vanaf SEH

Overname

Overplaatsing na opname afdeling

Figuur 3.2 maakt de overnames en overplaatsingen tussen de verschillende SEHlevels in de jaren 2015-2017 inzichtelijk. Hierbij is een indeling gemaakt in groepen traumapatiĂŤnten op basis van hun ISS-score. Figuur 3.2 Interhospitale overplaatsing vanaf de SEH 2015- 2017.

90

2016 2017

13 16 14

20 18 25

8 17 19

72 63 57

47

67

30

25

28 33 33

60

ISS > 15 2015

72 51

90

90 108 101

150 120

ISS 9-15 138 126 120

ISS 1-8

level 1

level 2

level 3

0 level 1

level 2

level 3

level 1

level 2

level 3

13


Figuur 3.3 geeft de interhospitale instroom weer van de groep polytraumapatiënten per levelindeling in 2017. De interhospitale uitstroom is weergegeven in figuur 3.4. Beide figuren geven tevens aan of de overplaatsing van de polytraumapatiënt buiten de regio heeft plaatsgevonden (BR). Figuur 3.3 Interhospitale overname van polytraumapatiënten per SEH-level 2017. Aantal overplaatsingen

Herkomst

Bestemming

level 2 30 level 3 20

Level 1

level 1 BR 4 level 2/3 BR 9 onbekend 1 level 1 BR 3

Level 2

level 2/3 BR 1 0

10

20

30

40

Dubbelregistratie Indien een (poly)traumapatiënt overgeplaatst wordt naar een ander ziekenhuis en de aankomsttijd op de SEH valt in beide ziekenhuizen binnen 48 uur na het ongeval, wordt de traumapatiënt voor beide ziekenhuizen geregistreerd. 50 polytraumapatiënten hebben herkomst ‘ziekenhuis uit eigen regio’ en 90 polytraumapatiënten hebben als ontslagbestemming ‘overplaatsing naar ziekenhuis in eigen regio’ (figuur 3.3 en 3.4). Achtentwintig polytraumapatiënten zijn in beide groepen registraties vertegenwoordigd en derhalve een dubbelregistratie. Er zijn diverse redenen te benoemen waarom een dubbelregistratie níet ontstaat: • Het tijdscriterium van 48 uur na het ongeval wordt overschreden in één van de ziekenhuizen bij ontvangst op de SEH • Een overname vindt niet plaats via de SEH, maar de betreffende patiënt wordt direct op een afdeling opgenomen • De traumaregistratie is gemist in de selectieprocedure of ten onrechte geëxcludeerd in één van de ziekenhuizen • Een patiënt overlijdt tijdens de overplaatsing

14


Figuur 3.4 Interhospitale overplaatsing van polytraumapatiĂŤnten per SEH-level 2017. ontslag vanaf SEH naar ander ziekenhuis 1

Level 1

level 2

5

level 3

6

level 1 BR

1

level 2/3 BR

1

onbekend

21

Level 2

Level 3

level 1

1

level 2

3

level 1 BR

9

level 1

1

level 3

9

level 1 BR

0

10

20

ontslag na opname naar ander ziekenhuis

Level 1

3

19

3

14

30

< 24 uur

40

24–48 uur

level 2 level 3

212

level 1 BR

1 13

level 2/3 BR

3

onbekend BR

2 13

Level 2

onbekend level 1

7

1

level 2

11

level 1 BR

2

Level 3

> 48 uur

onbekend BR

1

level 1

1

level 1 BR

1 0

level 2/3 BR 10

20

30

40

15


4. Femurfracturen De femurfracturen zijn verdeeld in 3 groepen, gebaseerd op de locatie van de breuk: collum-, pertrochantere- (PTF) en overige femurfracturen. De categorie ‘overige’ staat voor alle andere femurfracturen, zoals een subtrochantere-, (supra) condylaire-, of schachtfractuur. In de regio zijn in 2017 bij 2750 traumapatiënten 2774 femurfracturen gecodeerd. Het aantal femurfracturen ligt hoger dan het aantal traumapatiënten, omdat een traumapatiënt meerdere femurfracturen kan oplopen. Het aantal femurfracturen per ziekenhuis is weergegeven in tabel 4.1. In de periode 2015-2017 hebben 7917 traumapatiënten de SEH bezocht met in totaal 7968 femurfracturen. Tabel 4.1 Femurfracturen per ziekenhuis (n=2774). Ziekenhuis

Collum

PTF

Overig

Totaal %

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (n=425)

208

140

77

15,3

Albert Schweitzer Ziekenhuis (n=439)

244

151

44

15,8

Beatrixziekenhuis (n=188)

83

67

38

6,8

Erasmus MC (n=138)

36

26

76

5

Franciscus Gasthuis (n=236)

111

92

33

8,5

Franciscus Vlietland (n=183)

86

81

16

6,6

Havenziekenhuis (n=17)

10

5

2

0,6

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (n=152)

74

69

9

5,2

IJsselland Ziekenhuis (n=237)

117

88

32

8,5

Ikazia Ziekenhuis (n=260)

136

101

23

9,4

Maasstad Ziekenhuis (n=316)

149

126

41

11,4 0,3

Spijkenisse Medisch Centrum (n=7) ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen (n=176) Totaal (n=2774)

5

2

0

71

79

26

6,3

1330

1027

417

100

De traumapatiënten, die in 2017 met een femurfractuur in het ziekenhuis zijn opgenomen, hebben een gemiddelde leeftijd van 77 jaar, waarbij de jongste 4 maanden is en de oudste 108 jaar. De verdeling per leeftijdscategorie is te zien in figuur 4.1. Van de traumapatiënten is 44,8% (n=1242) jonger dan 80 jaar, 55,2% (n=1532) is 80 jaar of ouder. De comorbiditeit, voorafgaand aan het ongeval, van de traumapatiënt met een femurfractuur ziet u weergegeven in figuur 4.2. Hierin is te zien dat bij 86,9% (n=2411) sprake is van lichte tot zeer ernstige comorbiditeit. Opgemerkt dient te worden dat een leeftijd van 80 jaar en ouder beschouwd wordt als een licht systemische aandoening.

16


Figuur 4.1 Femurfracturen naar leeftijd 2017 (n=2774). Collumfractuur (n=1330)

Pertrochanterfractuur (n=1027)

Overige fracturen (n=417)

% 50

40

30

20

10

0 0-9

10-19

20-29

30-39

40-49

50-59

60-69

70-79

80-89

90+

Leefttijdscategorie

Figuur 4.2 Femurfracturen naar comorbiditeit 2017 (n=2774). Collumfractuur (n=1330)

Pertrochanterfractuur (n=1027)

Overige fracturen (n=417)

% 70

60

50

40

30

20

10

0 Gezond

Licht systemische aandoening

Ernstig systemische aandoening

Zeer ernstig systemische aandoening

Stervend

Onbekend

17


Het ongeval van de traumapatiënt valt voor 84,5% (n=2343) onder de categorie ‘privé-ongevallen’. De categorie ‘verkeer’ is als tweede vertegenwoordigd met 11,4% (n=316). Een meer gedetailleerde verdeling naar de oorzaak laat zien dat respectievelijk de laagenergetische val met 98,8% (n=2316) en het fietsongeval met 63,3% (n=200) de meest frequente oorzaken zijn van een femurfractuur. In tabel 4.2 ziet u de femurfracturen in de periode 2015-2017 bij verschillende categorieën verkeersdeelnemers weergegeven. Tabel 4.2 Femurfracturen ten gevolge van verkeersongeval 2015-2017. Verkeersongeval

2015

2016

2017

Gemotoriseerd voertuig

21

17

31

Motorfiets

10

10

7

Brommer/snorfiets/scooter

34

28

35 200

Fiets

196

208

Voetganger

21

17

24

Anders

11

6

19

Totaal

293

287

316

In tabel 4.3 wordt per ziekenhuis een aantal gegevens van de drie groepen femurfracturen weergegeven: geslacht, gemiddelde opnameduur, gemiddelde leeftijd, IC/HC/MC-opnameduur en of er een operatie is ondergaan.

18


Tabel 4.3 Femurfracturen: enkele gegevens per ziekenhuis 2017 (n=2774). Ziekenhuis

geslacht v (%)

Gem. leeftijd ( jaren)

Gemiddelde opnameduur (dagen)

63,3

8,6

76

2,8

89,6

67

8,2

79

5,5

89,5

Beatrixziekenhuis (n=188)

68,1

6,7

76

5,3

88,8

Erasmus MC (n=138)

67,7

13,5

49

25,4

89,1

Franciscus Gasthuis (n=236)

64,8

7,4

78,4

3,8

87,7

Franciscus Vlietland (n=183)

71

6,9

80,9

12

94

Havenziekenhuis (n=17)

88,2

9,2

81,2

0

76,5

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (n=152)

69,7

7,1

76,5

6,6

89,5

IJsselland Ziekenhuis (n=237)

71,7

6,9

81,3

5,5

89,5

Ikazia Ziekenhuis (n=260)

71,2

7,5

78,7

24,2

93,5

Maasstad Ziekenhuis (n=316)

66,8

10,2

78

2,2

91,1

Spijkenisse Medisch Centrum (n=7)

57,1

1,1

64

0

0

ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen (n=176)

69,3

6,2

77,6

9,7

82,4

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (n=425) Albert Schweitzer Ziekenhuis (n=439)

IC/MC Operatie (%) (%)

Het percentage traumapatiĂŤnten met een femurfractuur, dat overlijdt op de SEH of op een afdeling is 3% (n=82). In figuur 4.3 wordt de overlevingsstatus weergegeven. Figuur 4.3 Femurfracturen: overlevingsstatus 2017 (n=2774). Collumfractuur (n=1330)

Pertrochanterfractuur (n=1027)

Overige fracturen (n=417)

% 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Niet overleden

Overleden 1- 30 dagen na letsel

Overleden > 30 dagen na letsel

Overleden onbekend

19


5. Polytraumapatiënten De letselernst van de traumapatiënt wordt weergegeven door de Injury Severity Score (ISS). Hierbij wordt een tweedeling gemaakt; letsel met een score lager dan 16 en letsel met een score van 16 of hoger. In dat geval spreekt men van een polytraumapatiënt. Het totaal aantal polytraumapatiënten in 2017 voor de regio Zuidwest-Nederland is 604, waarvan 67,7% (n=409) man en 32,3% (n=195) vrouw, met een gemiddelde leeftijd van 49,7 jaar voor de man en 56,3 voor de vrouw. In figuur 5.1 wordt voor de periode 2015-2017 het aantal polytraumapatiënten per jaar weergegeven en in figuur 5.2 wordt onderscheid gemaakt per SEH-level in diezelfde periode. Figuur 5.1 Polytraumapatiënten per jaar 2015-2017. 700

649

600

2015

604

2016

536

500

2017

400 300 200 100 0

Figuur 5.2 Polytraumapatiënten: verdeling naar SEH-level 2015-2017. 700

2015

600 500 400

2016 441 385

2017

407

300 148

200

89

100

135 60

62

0 level 1 ziekenhuis

20

level 2 ziekenhuis

level 3 ziekenhuis

62


In tabel 5.1 ziet u een overzicht van enkele gegevens van de polytraumapatiënt in 2017 per ziekenhuis. Tabel 5.1 Polytraumapatiënten: enkele gegevens 2017 (n=604). Ziekenhuis

aantal

vrouw

leeftijd

n

%

n

%

gem.

min

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis

52

8,6

30

57,7

65,9

5,4

95

Albert Schweitzer Ziekenhuis

45

7,5

12

26,7

64,4

19,2

93,5

Beatrixziekenhuis Erasmus MC

max

10

1,7

5

50

62,6

7,2

89,2

407

67,4

103

25,3

46,4

0,5

97,4

Franciscus Gasthuis

7

1,2

1

14,3

59,0

16,6

88,6

Franciscus Vlietland

7

1,2

4

57,1

70,2

23,4

92,5

Havenziekenhuis

0

0

6

2

1

-

-

Het Oogziekenhuis Rotterdam

-

-

-

-

-

-

-

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis IJsselland Ziekenhuis

8

1,3

6

75

52,3

14,5

85,5

10

1,7

5

50

68,9

16,3

101,4

Ikazia Ziekenhuis

15

2,5

9

60

61,9

18,5

92,7

Maasstad Ziekenhuis

23

3,8

10

43,5

56,7

5,8

92,9

Maasstad Ziekenhuis BWC

9

1,5

4

44,4

64,2

39,7

82,4

Spijkenisse Medisch Centrum

0

0

-

0

0

-

-

11

1,8

6

54,5

64,1

3,8

86,5

604

100

195

32,3

51,8

0,5

101,4

ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuws-Vlaanderen Totaal

De oorzaak/intentie van het ongeval van polytraumapatiënten in 2017 wordt in drie grote groepen verdeeld, weergegeven in figuur 5.3. De meest voorkomende ongevalsoorzaak is het verkeer (zie figuur 5.4) met 37,4% (n=226), waarbij fietsongevallen het meest frequent voorkomen (35,4%; n=80). In 35,9% (n=217) vindt het ongeval plaats in een privésituatie (zie figuur 5.4). In deze categorie is de ongevalsoorzaak in 78,3% (n=170) een laag- of hoogenergetische val. Figuur 5.3 Polytraumapatiënten: intentie ongeval 2015-2017. Niet-intentioneel

12,2%

0,6%

Intentioneel

8,8%

Onbekend 1,3%

12,1%

0,3% 2015 2016 2017

87,2%

89,9%

87,6%

2015

2016

2017

566

482

529

79

47

73

4

7

2

21


Figuur 5.4 Polytraumapatiënten: oorzaak ongeval 2017 (n=604). 5,6%

0,3%

6,5%

5,5%

n 39 Toegebracht door anderen (geweld) 226 Verkeer 53 Bedrijfsongeval 37,4%

35,9%

217 Privé 33 Sport 34 Zelfmutilatie/TS 2 Onbekend

8,8%

Tabel 5.2 geeft de ongevalsoorzaak van de polytraumapatiënten in detail weer 2015-2017. Tabel 5.2 Polytraumapatiënten: oorzaak ongeval detail 2015-2017. Oorzaak ongeval detail

2016

2017

N

%

N

%

N

%

Verkeer: gemotoriseerd (excl. motor/bromfiets)

51

7,9

48

9,0

51

8,4

Verkeer: ongeval motorfiets

20

3,1

22

4,1

10

1,7

Verkeer: ongeval brommer/scooter/snorfiets

41

6,3

36

6,7

51

8,4

Verkeer: fiets

91

14,0

61

11,4

84

13,9

Verkeer: voetganger

40

6,2

25

4,7

27

4,5

Verkeer: anders

7

1,1

5

0,9

6

1,0

Schietincident

10

1,5

5

0,9

14

2,3

Steekincident met scherp object

13

2,0

8

1,5

18

3,0

Geslagen met stomp object

23

3,5

13

2,4

21

3,5

Laagenergetische val

181

27,9

166

31,0

207

34,3

Hoogenergetische val

105

16,2

82

15,3

57

9,4

Explosie

4

0,6

1

0,2

2

0,3

Thermisch ongeval

12

1,8

17

3,2

11

1,8

Verdrinking

12

1,8

7

1,3

16

2,6

Asfyxie

10

1,5

6

1,1

3

0,5

Anders

25

3,9

30

5,6

25

4,1

4

0,6

4

0,7

1

0,2

649

100

536

100

604

100

Onbekend

22

2015

Totaal


De aankomstpiek op de SEH voor polytraumapatiënten (n=226) ten gevolge van een verkeersongeval valt tussen 17.00 uur en 24.00 uur. In 2015 was dat 43,4 % (n=106), in 2016 42,7% (n=82) en in 2017 37,2% (n=84) van alle verkeersgerelateerde polytraumapatiënten. Gebruik van alcohol en/of drugs van de polytraumapatiënt, voorafgaand aan het ongeval in 2015-2017, uitgezet naar ongevalsoorzaak, is te zien in tabel 5.3. Vermeld moet worden dat in 2015 bij 72,8% (n=471); in 2016 bij 78,3% (n=419) en in 2017 bij 73,7% (n=445) van de polytraumapatiënten het gebruik van alcohol of drugs ten tijde van het ongeval niet of onvolledig bekend is. Tabel 5.3 Polytraumapatiënten: oorzaak ongeval en intoxicatie 2015-2017. Oorzaak/intentie

2015

2016

Toegebracht door anderen (geweld)

14

5

14

Verkeer

31

29

36

Bedrijfsongeval Privé

2017

0

1

0

60

37

48

Sport

1

0

1

Zelfmutilatie/TS

8

4

7

Na binnenkomst van de polytraumapatiënt op de SEH wordt in 2017 88,4% (n=534) direct opgenomen in het ziekenhuis, 2% (n=12) komt te overlijden op de SEH en 9,6% (n=58) wordt vanaf de SEH overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Van de opgenomen polytraumapatiënten gaat 31,8% (n=192) direct naar een IC/HC/MCafdeling en 16,9% (n=102) gaat vanaf de SEH door naar de operatiekamer. In totaal ondergaat 43,9% (n=265) van de polytraumapatiënten een operatie. Tabel 5.4 laat zien dat bij 214 polytraumapatiënten een spoedinterventie heeft plaatsgevonden. Tabel 5.4 Polytraumapatiënten: spoedinterventies 2015-2017. Type eerste spoedinterventie

2015 (n)

2016 (n)

2017 (n)

2015 (%)

2016 (%)

Damagecontrolthoracotomie

10

4

8

1,5

0,7

1,3

Damagecontrollaparotomie

17

8

21

2,6

1,5

3,5

Extremiteitenrevascularisatie Interventieradiologie

2017 (%)

1

3

7

0,2

0,6

1,2

10

10

16

1,5

1,9

2,6

Craniotomie

39

44

39

6,0

8,2

6,5

ICP-meting

32

35

38

4,9

6,5

6,3

Coniotomie/ cricothyrotomie Anders Damagecontrol-orthopedics Totaal

0

2

4

0

0,4

0,7

35

32

73

5,4

6,0

12,1

4

10

8

0,6

1,9

1,3

148

148

214

100

100

100

23


De polytraumapatiënten hebben in 2015 3924, in 2016 3497 en in 2017 4158 gecodeerde letsels met respectievelijk een gemiddelde van 6,1; 6,5 en 6,9 letstelcodes per traumapatiënt. De diagnoseregio die het meeste is aangedaan is het hoofd met respectievelijk 34 % (1333); 37,3% (1305) en 31,5% (1309). Binnen de diagnoseregio hoofd, zien we dat het cerebraal hematoom respectievelijk in 2015 met 39,6% (n=528) in 2016 met 38% (n=495) en in 2017 met 34,3% (n=449) het frequentst voorkomt. De ISS-verdeling per categorie ziet u weergegeven in figuur 5.5. Figuur 5.5 Polytraumapatiënten: ISS-categorieën 2015-2017. 3,0%

4,6%

5,5% 16-24 25-49 50-75

39,1% 57,9%

39,2% 87,2%

2015

40,4% 56,2%

54,1%

2016

2017

Van de opgenomen polytraumapatiënten overlijdt respectievelijk in 2015 18,3% (n=119); 18,7% (n=100) in 2016 en 21% (n=127) op de SEH of in het ziekenhuis. De overleving van de polytraumapatiënten in 2015-2017 is te zien in tabel 5.6. De actual survival van de polytraumapatiënten in 2017 is 79% waarbij de probability of survival 76,8% is. Tabel 5.6 Polytraumapatiënten: overlevingsstatus 2015-2017. Overleving

24

2015 (n)

2016 (n)

Niet overleden binnen 30 dagen

328

316

2017 (n) 2015 (%) 2016 (%) 2017 (%) 328

50,5

59

54,3

Overleden binnen 1-30 dagen na letsel

133

116

135

20,5

21,6

22,4

Overleden meer dan 30 dagen na letsel

12

21

10

1,8

3,9

1,7

Onbekend

176

83

131

27,1

15,5

21,7

Totaal

649

536

604

100,0

100,0

100,0


6. Overlijden In de regio overlijdt 2,5% van de geregistreerde traumapatiënten in het ziekenhuis. In figuur 6.1 worden de percentages traumapatiënten weergegeven die tijdens de periode 2015-2017 overlijden. Figuur 6.2 geeft het aantal overleden traumapatiënten per leeftijdscategorie weer. Figuur 6.1 Overleden traumapatiënten 2015-2017.

2,6 2,5

259

2015

255

2016

2,4

2017

2,3

226

2,2 2,1 2

Figuur 6.2 Overleden traumapatiënten per leeftijdscategorie 2015-2017. 120

2015

110

2016

100

2017

90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 0-9

10-19

20-29

30-39

40-49

50-59

60-69

70-79

80-89

90+

Leeftijdscategorie

25


Figuur 6.3 geeft de comorbiditeit vóór het ongeval van de, in het ziekenhuis overleden, traumapatiënten. Tabel 6.1 geeft enkele ziekenhuisspecifieke gegevens weer van de traumapatiënt. Figuur 6.3 Overleden traumapatiënten: comorbiditeit 2017 (n=255). 1,6% 8,2%

n

11%

28 Gezond 88 Licht systemische aandoening

12,2%

83 Ernstig systemische aandoening 31 Zeer ernstig systemische aandoening

34,5%

4 Stervend 21 Onbekende comorbiditeit

32,5%

Tabel 6.1 In het ziekenhuis overleden traumapatiënten: enkele gegevens per ziekenhuis 2017 (n=255). Ziekenhuis

leeftijd OpnameISS duur median % v gem. min. max. (dgn. gem.)

%

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis (n=1390)

23

1,7

69,6 81,0 28,5 98,2

4,6

9,0

Albert Schweitzer Ziekenhuis (n=1391)

32

2,3

68,7 88,7 73,2 104,4

6,4

9,0

Beatrixziekenhuis (n=592)

10

1,7

40 84,5 70,2 98,6

7,1

9,5

Erasmus MC (n=1376)

98

7,1

1,1 97,4

4,2

30,0

Franciscus Gasthuis (n=723)

10

1,4

50 84,8 62,9 97,9

11,7

9,0

Franciscus Vlietland (n=509)

12

2,4

75 90,6 82,2 94,8

6,0

9,0

Havenziekenhuis (n=27)

1

3,8

9,0

Het Oogziekenhuis Rotterdam (n=-)

-

-

Het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis (n=523)

5

1,0

IJsselland Ziekenhuis (n=609)

10

Ikazia Ziekenhuis (n=1052)

11

Maasstad Ziekenhuis (n=1126) Maasstad Ziekenhuis BWC (n=215) Spijkenisse Medisch Centrum (n=60) ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuw-Vlaanderen (n=646) Totaal (n= 10.239)

26

aantal geslacht n

28,6 60,0

5,0

9,0

5,0

-

-

-

-

80 82,9 69,2 96,5

5,2

9,0

1,6

70 87,5 68,3 101,4

6,6

9,0

1,0

63,6 81,7 24,2 96,2

7,9

9,0

21

1,9

66,7 78,2 26,5 94,9

9,2

9,0

11

5,1

54,5 73,1 58,1 86,6

15,6

17,0

0

-

11

1,7

100 94,2 -

-

-

-

-

-

63,6 84,6 77,8 93,8

-

-

11,3

10,0


In tabel 6.2 treft u regiospecifieke gegevens van de in het ziekenhuis overleden traumapatiënten aan. Tabel 6.2 In het ziekenhuis overleden traumapatiënten: enkele regiospecifieke gegevens 2017 (n=255). Prehospitaal

Traumateam

Overlijden

hartstilstand

intubatie

inzet op SEH

op SEH

38 (14,9%)

85 (33,3%)

79 (31,0)

13 (5,1%)

ja

vanaf SEH

ja

binnen 24 uur

129 (50,6%)

71 (27,8%)

171 (67,1%)

57 (33,3%)

ja

spoedinterventie

na SEH OK

ja

94 (36,9%)

57 (22,4%)

24 (9,4%)

127 (49,8%)

IC-afdeling

CT-scan

Operatie

Polytrauma

Overlijden hospitaal (n=255)

Obductie (n=255)

Binnen 30 dagen

Na 30 dagen

ja

nee

Onbekend

249 (97,6%)

6 (2,4%)

13 (2,4%)

174 (68,2%)

68 (26,7%)

Figuur 6.4 geeft de Probability of Survival (Ps) en de Actual Survival (As) weer. Op basis van de Revised Trauma Score (RTS, gemeten op de SEH), de ISS, de leeftijd van de traumapatiënt en de letselaard wordt voor elke traumapatiënt de overlevingskans (Ps) berekend. Als van een RTS-parameter (systolische bloeddruk, ademfrequentie, EMV) de waarde onbekend is, wordt daaraan de maximale waarde toegekend om de Ps te berekenen. Dit kan leiden tot een hogere Ps, dan daadwerkelijk het geval is.

27


Figuur 6.4 Ps en As per ziekenhuis 2017 (n=10.239). Ps

Ps-regio

As

As-regio

Admiraal De Ruyter Ziekenhuis Albert Schweitzer Ziekenhuis Beatrixziekenhuis Erasmus MC Franciscus Gasthuis Franciscus Vlietland Havenziekenhuis Het van Weel Bethesda Ziekenhuis IJsselland Ziekenhuis Ikazia Ziekenhuis Maasstad Ziekenhuis Maasstad BWC Spijkenisse Medisch Centrum ZorgSaam Ziekenhuis Zeeuw-Vlaanderen 88

89

90

91

92

93

94

95

96

97

98

99

100

In figuur 6.5 worden de Ps en As voor de regio Zuidwest-Nederland weergegeven in de periode 2015-2017. Tabel 6.3 Ps en As in de traumaregio Zuidwest-Nederland 2015-2017. jaar

Ps

As

2015

96,9%

97,4%

2016

97,0%

97,8%

2017

96,8%

97,5%

Na ontslag overlijden 159 traumapatienten binnen 30 dagen. Dit is 39% van alle overlijdensgevallen binnen 30 dagen (n=408). Vermeld moet worden dat in 37,1% van de geregistreerde gevallen (n=10.239) de overleving onbekend is.

28


7. Nawoord Dank voor de inzet en ondersteuning aan iedereen die betrokken is geweest bij de traumaregistratie van de jaren 2015-2017; alle ziekenhuismedewerkers, die bijdragen aan de patientenselectie voor de traumaregistratie, de database helpen invullen en behulpzaam zijn aan de digitale aanlevering van data. De afgelopen jaren zijn de meeste ziekenhuizen in de regio overgegaan op een nieuw Ziekenhuis Informatie Systeem (ZIS). Wij hopen dat op den duur daardoor de digitale aanlevering verder verbeterd zal worden. Tevens willen wij de selectieprocedure van de traumapatiĂŤnt ten behoeve van de landelijke traumaregistratie in de toekomst optimaliseren. Heeft u suggesties of heeft u in het algemeen ideeĂŤn of vragen aangaande de landelijke traumaregistratie, dan kunt u contact opnemen met het datamanagement van het Traumacentrum Zuidwest-Nederland via dm.tczwn@erasmusmc.nl Datamanagers (v.l.n.r.) Jan van Ditshuizen Tea van Voorden Nadine Haddo Sonja Hoekstein

29


100% MAG + 100% YEL 100% CYAAN + 100% MAG + 10%YEL + 5%ZWART

30



Samenstelling Jan van Ditshuizen, Nadine Haddo, Sonja Hoekstein, Tea van Voorden Redactie Jan van Ditshuizen, Nadine Haddo, Dennis den Hartog, Sonja Hoekstein, Tea van Voorden Fotografie Nathan Waller

32

Ontwerp en opmaak Twee over Tien Datum juni 2018

www.erasmusmc.nl/tczwn


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.