REIS #2 2020 SEEDERDEBOER De richting
REISDAG 102
Ben je bereid de consequenties van een mogelijk vertrek te aanvaarden? 100% Kom je imagotechnisch of financieel in de problemen als je je baan opzegt?Weetje waar je naar toe wilt? Werk is maar werk Niet per se Nee, veel te Hmm,onzekerslechte timing. Er gaan geruchten dat ik promotie kan maken Ja
Die hypotheek, mijn pensioen en die gewenste sabbatical… Wat zullen mijn vrienden en collega's zeggen als ik wegga? Waarom onderneem je niets? Nee, geen tijd voor Heb je veel tijd en moeite in je huidige geïnvesteerd?situatie Ja, ik heb hier hard voor gewerkt Nee Nee Ja zo
REISDAG 103 SHOULD I STAY OR SHOULD I GO? MIJN BAAN IS AAN VERNIEUWING TOE Lig je wakkerhiervan? STAY GO Ja, best vaak
ontslagbriefMorgenongeveerjeschrijven?Zinin!
THE HERO'S JOURNEY Joseph Campbell REIS / RICHTING
You enter the forest at the darkest point where there is no path. If you can see your path laid out in front of you step by step you know it is not your path. Your own path you make with every step you take. That’s why it’s your path. If the path before you is clear you’re probably on someone else’s. If you follow someone else’s way you are not going to realize your potential.
GEDICHT UNSPLASHJOSEPH CAMPBELL
REISDAG 106 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER REISADVIES HENK SNAPPER Vicevoorzitter Raad van Bestuur Universitair Medisch Centrum Groningen BEPAAL DE STIP OP DE HORIZON NIET ALLEEN MET GELIJKGESTEMDEN. ZORG VOOR DIVERSITEIT.
Het werd vooral een verwarrende tijd. Ik be greep weinig van de cultuur. De vader van het gastgezin was ook de directeur van het bedrijf waar ik stage liep. Op de eerste werkdag zouden we samen naar het werk gaan, maar ’s morgens bleek hij al vertrokken. Op tafel lag een brief met twee Japanse karakters: het adres waar ik naar toe moest. Zijn vrouw sprak geen woord Engels. Ik was behoorlijk gespannen en ging maar zelf op pad. Onderweg naar de metro probeerde ik de karakters met elkaar te vergelijken. Anderhalf uur later was ik op kantoor. Daar was hij ineens geen vaderfiguur meer, maar de directeur. Het was niet de bedoeling dat ik zomaar op hem af stapte. Thuis was er wel contact, op het werk niet. Ik heb regelmatig op het punt gestaan om terug naar Nederland te gaan. Alle houvast was weg, ik kon niet beoordelen of ik op het goede pad Tochwas.werd
Richting kiezen gaat voor mij om iets doen. Een stap zetten. In mijn leven heb ik een paar keer keuzes gemaakt om pijn te vermijden of omdat ik iets niet (meer) wilde. Dat vind ik ergens een armoedige keuze. Het brengt veel meer om het ongemak en de mogelijke pijn wel aan te gaan. Om ergens naartoe te gaan, in plaats van ergens van weg. Daar leer ik het meeste van. Als ik een impuls voel, kies ik ervoor om daar ge hoor aan te geven. Zo ging ik begin jaren negentig van de vorige eeuw als bedrijfskundestudent een halfjaar naar Japan. Dat land was toen een eco nomisch wereldwonder met nieuwe manage menttheorieën en continue verbetering. Dat vond ik fascinerend.
Veel Jurgenreisplezier!Schut partner SeederDeBoer Vul nooitje eigen glas
Een belangrijke vraag die je jezelf bij het ma ken van een keuze zou moeten stellen, is: heb je zin om het te doen? Als het gaat om dit ma gazine, was het antwoord daarop volmondig ja – we hebben het met veel plezier en aan dacht gemaakt. Voor ons is het een stap in de goede richting. Welke richting dat precies is, kan iedereen alleen voor zichzelf bepalen.
REISDAG 107 EDITORIAL DUCO DE VRIESJURGEN SCHUT
het uiteindelijk een van de belangrijk ste ervaringen in mijn leven. Ik realiseerde me dat universele normen en waarden eigenlijk niet bestaan; ze zijn cultureel bepaald. Wat jij denkt dat normaal is, is elders helemaal niet normaal. Daar ben ik nieuwsgierig naar gebleven: hoe werkt het dan wel? Ik wil het snappen.
In Japan zit God in alles. Dat betekent dat Ja panners alles en iedereen met respect en aan dacht bejegenen. Het zit in vele rituelen: als je eet doe je dat aandachtig, omdat je in contact bent met de natuur. Je zorgt steeds dat ieders glas gevuld is, maar je vult nooit je eigen glas. Het sociale systeem is belangrijker dan het individu.
De ervaring in Japan heeft er onder andere voor gezorgd dat ik me steeds vaker realiseer dat het niet zo belangrijk is wat je precies doet, maar hoe je iets doet. Ik was thuis, in dat gastgezin, meer een zoon en op kantoor de stagiaire. Dat ben ik gaan begrijpen en waarderen.
REISDAG 108 meer?groter,beter,Sneller, REISDAG 138 Richtinggevers REISDAG 129 viewsDutch REISDAG 120REISDAG 110 fix’quickeeninnietgeloof‘Ik
morgennaarOnderwegzeeopvlotHetFernwehVrijheid REISDAG 146 REISDAG 186REISDAG 176REISDAG 155
Het vak van adviseur heeft nog het meeste weg van dat van een berggids, vindt Guido Kilsdonk, partner bij SeederDeBoer. Hij heeft menig berg beklommen. ‘Veel adviesbureaus hebben het over de ambitie om te veranderen en maken een plan naar de top. Maar dat heeft weinig zin als je die tocht niet aankan.’
REISDAG 110 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
INTERVIEW DUCO DE VRIESDOMINIQUE HAIJTEMA
‘We kenden elkaar al vijftien jaar. Je weet hoe de ander in elkaar zit en het vertrouwen in elkaar is nooit beschadigd geraakt. Toch zijn we vrij naïef gestart. We wilden vooral de goede dingen mee nemen van de bureaus waar we hebben gewerkt en de slechte niet. We zagen onszelf meteen als een groot bureau, zelfs toen we nog met zijn drieën waren concurreerden we al met grote bureaus als Accenture. Een maatschap is als een familie, je kunt best eens ruzie hebben, maar je moet wel met el kaar verder. Die dynamiek en binding is enerzijds een grote kracht maar soms ook lastig omdat je sommige zaken maar gewoon zo hebt gelaten. Je gaat ook niet op elk familiefeest steeds beginnen over het testament. Als je elkaar te goed kent, raken sommige zaken overschaduwd. Je bent wat minder nieuwsgierig naar elkaar en doet aannames zonder goed door te vragen; zegt niet altijd expliciet wat je van elkaar vindt. Ook kun je moeilijker afspraken maken over resultaten. Er is geen hiërarchie. Dat is tegelijkertijd ook de grote kracht. De klus klaar je samen.’
oplossingmakkelijkeeenwilt,moetjenietbijonszijn’
#2 2020REIS / RICHTINGREISDAGSEEDERDEBOER 112 Hoe begon jouw reis bij SeederDeBoer?
‘Ik heb vanaf mijn eerste dag als consultant met Pieter de Boer en René Seeder bij Ernst & Young gewerkt. René was mijn manager en Pieter mijn mentor. Ernst & Young werd overgenomen door CapGemini, een heel ander bedrijf dat als beurs genoteerde organisatie meer gericht was op winstgevendheid en minder op het helpen van klanten. Daar trok ik snel de conclusie dat ik er niet oud zou worden. Het duurde wel even voor dat ik had bedacht wat ik dan wel wilde doen. Ik zag het niet zitten om als zzp-er te werken, en bij andere bureaus had ik ook zo mijn bedenkin gen. Toen René en Pieter in 2005 begonnen, was de keuze snel gemaakt. Het was fijn om met ge lijkgestemden een bureau te starten. Ik was de jongste bediende, maar wel meteen partner in de organisatie. Drie chiefs, no indians. Het was vanaf de start gelijkwaardig.’ Hoe zorg je voor een gelijkwaardige relatie?
Oprichter Pieter de Boer was jouw mentor, hij overleed in 2016. Hoe zag dat mentorschap eruit? ‘We hadden een soort symbiose met elkaar. We waren verschillend, maar konden elkaar aanvul len. Pieter was een bijzonder inspirerende man. Nog steeds kom ik wel eens mensen tegen die in de jaren tachtig van de vorige eeuw een trai ning bij hem hebben gevolgd en willen weten hoe het met hem is. Hij was non-conformistisch. Zo droeg hij als man van ruim twee meter altijd een Ikvlinderstrikje.hebvanPieter het vak geleerd. Als je met hem werkte, ging je niet om zes uur ’s avonds de deur uit, dan werkte je tot acht of negen uur door. Hij maakte altijd een praatje met de schoonma kers, was oprecht geïnteresseerd in mensen en altijd erg begaan met het ontwikkelen en bege leiden van jonge collega’s. Hij gaf ze vertrouwen en ruimte. Ik gedijde heel goed in die ruimte. We zijn lang een onafscheidelijk duo geweest; deden opdrachten samen of gaven les aan een PieterMBA-opleiding.wasintelligent en had vaak het gevoel dat hij door zijn knieën moest om door anderen te worden begrepen. Hij kon soms ver boven de materie uitstijgen totdat bijna niemand hem meer begreep. Hij worstelde ook met managers die volgens hem alleen door gebrek aan soorte lijk gewicht naar boven kwamen drijven. Zijn visie en creativiteit waren soms moeilijk te combine ren met de denkwereld van managers. Hij was eerder een leider dan een manager. Pieter was je
‘Als
INTERVIEW DUCO DE VRIESDOMINIQUE HAIJTEMA REISDAG 113
Zou je Pieter nog iets willen vragen of zeggen als dat zou kunnen? ‘Ik zou hem vragen of hij nog steeds trots is op de erfenis die wij voor hem beheren.’ Wat zou hij daarop zeggen? ‘Ik denk oprecht dat hij trots is. Maar het zou fijn zijn om het van hem te horen.’
van het hogere, van de revolutionaire visie. Het was aan mij om ervoor zorgen dat zijn denkbeel den ook tot iets leidden. Zijn zwakte was dat hij in elke straatkat een tijger zag. Je moest hem niet de sollicitatiegesprekken laten voeren. Ik begreep zijn manier van denken, maar kon hem ook duidelijk maken dat hij te ver op de troepen vooruitliep. In dat opzicht ben ik meer een manager: ik hou van briljante ideeën, maar nog meer hou ik ervan om dingen daadwerkelijk te realiseren.’
In een familieopstelling van Phoenix werd duidelijk dat jij als een soort ‘oudste zoon’ veel hebt gedragen sinds zijn overlijden. ‘Ja. Wat dat betreft zijn de partners niet per se gelijkwaardig. Het maakt uit of je de oprichter bent of als een van de eersten bij het bureau bent gekomen; soms sta je alleen en niet naast elkaar.' Waarom doen jullie familieopstellingen? We wilden het altijd al anders doen dan de cor porate omgevingen waar we vandaan komen. Geen politiek gedrag, harde individuele pres tatiedoelen, hiërarchie of eendimensionaal op winst gericht zijn. Mensen die vooral veel praten en niet luisteren. Dat vonden we armoedig. Ik was net als de anderen ervan overtuigd dat het anders kan.’ Doen jullie ook opstellingen met klanten? ‘Niet zo snel. Daar is wel een vertrouwensrelatie voor nodig. In het begin van een opdracht doen we wel veel luisteroefeningen. Het is belangrijk om eerst te vertragen en dan pas te versnellen. Het is ons talent om de meer zachte of spiritue le kanten niet als doel op zich in te zetten, maar te combineren met de hardere dimensies zodat het ook tot concrete resultaten leidt. Ik zie veel beunhazerij in de advieswereld. Te veel adviesbureaus vertrekken vanuit hun eigen ge lijk. Hun manier van werken is dominant: zij weten wat goed voor je is, dat komen ze even vertellen en dan laten ze je weer los. Het vertrekpunt is: wij zijn bekwaam en jij bent onbekwaam. Op die manier is de relatie per definitie ongelijkwaardig en ik denk dat die ongelijkwaardigheid bij som mige bureaus wordt uitvergroot. Het resultaat is dan toch ergens ondergeschikt. Bij SeederDeBoer vertrekken we vanuit het vraagstuk van de klant. Dat proberen we te be grijpen, zonder daar meteen een oplossing op te willen plakken. Wij willen het verschil tussen ons en de klant zo klein mogelijk maken en het samen doen.’ Hoe ziet jullie aanpak er dan uit? ‘Dat is lastig uit te leggen. Als mensen vragen wat wij doen of waar ze ons voor kunnen aanbevelen, is het moeilijk om daar een duidelijk antwoord op te geven. We komen helpen. Hoe dat er precies uitziet, is afhankelijk van de vraag van de klant. Ik geloof niet in een quick fix. Als je een makkelijke oplossing wil, moet je niet bij ons zijn. We stellen ook confronterende vragen als: wat is jouw rol
REISDAG 115 INTERVIEW DUCO DE VRIESDOMINIQUE HAIJTEMA
in het ontstaan of oplossen van een probleem? Onze opdrachtgevers kunnen vaak reflecteren en willen de problemen niet uitbesteden aan een extern bureau. Er is een groot verschil tussen operationeel lei dinggeven aan een organisatie en het leiding geven aan een verandering. Daar heb je andere kwaliteiten voor nodig. Ik denk dat wij de compe tenties hebben die kunnen helpen om complexe veranderingen tot stand te brengen. Hoe plavei je een pad naar een nieuwe situatie? Ik gebruik vaak de metafoor van een berggids. De opdrachtgever wil bijvoorbeeld de Mont Blanc beklimmen. Dat kan hij zelf doen, en dat kan moedig of juist overmoedig zijn. Soms is het verstandiger een gids in te huren. En een goe de gids zegt dan: “Nou meneer Kilsdonk, met uw overgewicht gaat u de top nooit halen, dus val eerst maar eens af.” Of: “Hier moeten we meer dagen voor uittrekken.” Maar uiteindelijk loop je zelf naar boven en ben je ergens waar je nooit eerder was. Wij helpen de tocht te maken met een goede kans op succes.’
Ik ben geen bergbeklimmer, maar begreep dat de afdaling juist het moeilijkste stuk is.
‘De afdaling is technisch, maar ook mentaal moei lijker. Je hebt het hoogtepunt bereikt, bent eufo risch geweest en dan moet je nog een heel stuk lopen. Een mooie metafoor voor een bedrijf waar een nieuwe situatie is gecreëerd – zoals een re organisatie of een fusie. Ook daar heersen hoge verwachtingen die niet altijd gelijk uitkomen. Dat wordt ook wel ‘The valley of despair’ genoemd. Je hebt de piek bereikt en denkt dat het vanaf daar alleen nog maar beter kan worden, maar de realiteit blijkt toch weerbarstiger. Ook voor dat proces heb je aandacht en tijd nodig. De vrijheid om te veranderen wordt tevens be perkt door het systeem waarin we werken. Sys temen veranderen een stuk langzamer. Ik denk dat het vermogen om te veranderen consequent wordt overschat. Ik ben wel hoopvol dat mensen het anders en beter willen doen. Het erkennen dat veranderen ingewikkeld is, is een belangrijke eerste stap.’ Kan een berggids ook vertellen dat iemand de verkeerde berg heeft uitgekozen? ‘Ja natuurlijk. Het gaat vooral over het managen van verwachtingen; het verschil tussen de ambi tie om te veranderen en de capaciteit om te ver anderen. Veel adviesbureaus hebben het vooral over de ambitie om te veranderen en maken een plan naar de top. Maar dat heeft weinig zin als je de tocht niet aankunt. Een goede consultant weet met het aanwezige verandervermogen een optimaal resultaat te behalen. Dat probeer ik onze jonge consultants ook uit te leggen, die soms gefrustreerd raken als iets niet lukt of te lang duurt: het is knapper om als coach iemand van onze leeftijd een marathon uit te laten lopen dan een topatleet een persoonlijk record te laten rennen.’
Er waren zo’n dertig groepen die gelijk met mijn team de berg opliepen. Het was heel verfrissend om een keer niet door veiligheid en gemak omgeven te zijn. Om een keer letterlijk en figuurlijk op eigen benen te staan. Dat gevoel overviel me echt. Het was voor het eerst in mijn leven dat ik iets voor mezelf deed.’
Je hebt zelf de Kilimanjaro beklommen. Waarom? ‘Om mijn eigen grenzen te verleggen. Ik was overigens in de veronderstelling dat ik met het beklimmen van de Kilimanjaro iets unieks deed, maar daar dachten veel mensen hetzelfde over.
In hoeverre zijn de partners van SeederDeBoer zelf in staat om te veranderen?
‘Een maatschap is als een familie.
Je hebt ook de driejarige opleiding bij Phoenix gedaan, net als een aantal andere partners van SeederDeBoer. Waarom koos je daarvoor? ‘Ik was op zoek naar een opleiding om te kunnen ‘herbronnen’. Ik werd niet meer zo geïnspireerd door mijn werk. Eerst dacht ik die bezieling te vinden door nog meer kennis op te doen, maar mijn collega Jurgen vroeg of ik het niet beter uit mezelf kon halen. Ik ben kritisch naar anderen, maar ook naar me zelf. Ik had echt het idee dat ik wist waar ik goed of slecht in was. En hoe ik overkom. Maar er wa ren veel zaken waar ik me juist niet bewust van was. Het was een grote verrassing. Zo ontdekte ik dat ik veel behoefte aan controle heb. Die be hoefte komt weer voort uit angst voor afwijzing; lange tijd ging ik bepaalde situaties uit de weg. Zo had ik een gruwelijke hekel aan small talk op recepties, omdat ik het idee had dat ik verant woordelijk was voor een leuk gesprek. Ik voelde me gedurende die drie jaar bij Phoenix bijna fysiek lichter worden, omdat er ballast wegviel die ik door de jaren heen had meege sjouwd: denkbeelden en gedrag die allang niet meer functioneel of constructief waren. De overtuiging ‘ik ben nou eenmaal zo’ is iets te makkelijk; je hebt jezelf zo gemaakt. Als je iets hebt aangeleerd kun je het ook weer afleren, dan wordt de wereld een stuk spannender. In mijn jonge jaren vond ik mezelf een geschenk voor de mensheid. Wat fijn voor mijn vrouw, dacht ik, dat ze zo’n fijne, makkelijke vent heeft. Nu denk ik eerder: wat wonderbaarlijk dat ze met al mijn eigenaardigheden van mij houdt.’
Welke berg heb je zelf moeten leren beklimmen? ‘Ik heb geen echte toppen of dalen gekend, maar ben mezelf blijven uitdagen om grenzen te ver leggen. Ik heb niet altijd voor de hand liggende keuzes gemaakt. Toen ik bij Ernst & Young part ner kon worden, heb ik er juist voor gekozen om een paar jaar naar Curaçao te gaan.’
116
#2 2020REIS / RICHTINGREISDAGSEEDERDEBOER
‘Dat is een goede vraag. Daar heb ik niet zo snel een antwoord op.’ Waar leer je zelf het meeste van? ‘Van onze opdrachten. De inhoud van vraagstuk ken, zoals data en digitalisering. Die moet je in houdelijk goed begrijpen om te kunnen helpen. Organisaties zijn complexer geworden. Wet- en regelgeving bepaalt steeds meer wat we wel en niet kunnen doen, stafafdelingen krijgen een gro tere rol. Vroeger had je een directeur die de koers bepaalde, nu heb je te maken met een afdeling juridische zaken waar je moet vragen of iets mag. Dat maakt veranderen steeds moeilijker. Ik was verantwoordelijk voor de integratie van reisinformatie van ProRail en de NS. Een paar jaar geleden was er een zogenaamde horrorwin ter, alles liep vast en veel mensen dachten dat er geen treinen meer reden. Die reden er wel, maar op kantoor dacht niemand eraan om de reiziger te informeren. Toen ik als programmamanager integratie een afspraak maakte bij de afdeling Juridische zaken, trof ik daar acht juridische medewerkers die bij elke stap in het traject ge informeerd wilden worden.’
Je kunt best eens ruzie hebben, maar je moet wel met elkaar verder’
REISDAG 117
Guido Kilsdonk (1964) studeerde UniversiteitBedrijfskundeTechnischeaandeTwente.Hij startte zijn carrière als marketing manager bij Andrélon maar koos al snel voor het vak van management consultant bij Ernst & Young. Eind jaren negentig was hij voor Ernst & Young country manager Nederlandse Antillen en Suriname. In 2006 sloot hij zich aan bij SeederDeBoer. Guido is getrouwd en heeft twee dochters.
REISDAG 118 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
Als hier iemand komt die zegt dat hij bij het corps heeft gezeten en een geboren leider is, ben ik snel afgeleid. Maar als iemand vertelt dat -ie bij het corps in het bestuur heeft gezeten en open is over wat hij daar moeilijk vond, hebben we een ander gesprek.’
Waarom zijn er eigenlijk geen vrouwelijke partners bij jullie?
Dat het niet alleen om de analyse gaat, maar ook belangrijk is om zelf geraakt te worden en zo an dere mensen mee kunt nemen in je visie.’
‘Ik kijk niet op social media wat iemand allemaal heeft uitgespookt’
Eerlijk naar jezelf durven kijken: is dat een selectiecriterium voor nieuwe medewerkers?
Als je altijd fulltime werkt, heb je minder tijd voor je gezin. Wat voor vader ben jij? ‘Ik vind opvoeding het moeilijkste dat er is. Ik ben nogal rationeel ingesteld, maar bij opvoeden weet je nooit of je het goed doet. Wat is goed en wat is slecht? Er zijn zoveel dilemma’s: als je dochter haar huiswerk niet doet, moet je dan in grijpen of haar juist haar gang laten gaan?’
INTERVIEW DUCO DE VRIESDOMINIQUE HAIJTEMA
Tot mijn grote schande heb ik pas een paar jaar geleden Nick Cave ontdekt. Ik heb hem tot mijn grote vreugde vorig jaar in Het Concertgebouw gezien.’
Maakt de liefde voor muziek je een betere organisatieadviseur?
Je speelt gitaar. Welke rol heeft muziek in je leven? ‘Een instrument spelen is voor mij de manier om in contact met mijn gevoel te komen. Zelfs bij muziek van André Rieu staan mensen met tra nen in hun ogen te luisteren. Het is ook fijn om zelf mooie nummers te spelen. Ik mag van me zelf niet alleen maar oude muziek luisteren zodat ik mijn blikveld kan verruimen. Ik ben groot fan van Radiohead en het solowerk van Thom Yor ke. Hoewel daar geen enkele gitaar in voorkomt.
REISDAG 119
‘Voorheen werkten alle mannen fulltime en vrou wen – op een na – parttime. Als vrouwen moeder worden, gaan ze vrijwel altijd parttime werken. In ons vak zit je vier dagen bij de klant en heb je één dag voor acquisitie, business development of het begeleiden van jongere medewerkers. Als je een dag mist, wordt het een stuk ingewikkelder om alle ballen in de lucht te houden.’
‘We nemen in elk geval geen mensen aan op ba sis van hun diploma of cijferlijsten. Ik kijk ook niet op social media wat iemand in het verleden heeft uitgespookt. Het gaat om het hier en nu. Hoe zit je erbij? Wat beweegt jou? Kun en wil je naar jezelf kijken? Het gaat om de ambitie om te willen leren en te kunnen luisteren.
‘Het zorgt er wel voor dat ik meer gevoel heb voor de verschillende lagen van een vraagstuk.
Fotograaf Marwan Bassiouni (1985, Zwitserland) bezocht zeventig van de ongeveer vierhonderd moskeeën in Nederland. Zijn samengestelde afbeeldingen tonen echte interieurs gecombineerd met het werkelijke uitzicht vanuit de moskee.
REISDAG 120 SEEDERDEBOER REIS / RICHTING #2 2020
REISDAG 122 SEEDERDEBOER REIS / RICHTING #2 2020
REISDAG 125 MARWAN BASSIOUNIBEELD
REISDAG 126 SEEDERDEBOER REIS / RICHTING #2 2020
Fotograaf Marwan Bassiouni bezocht tussen januari 2018 en februari 2019 meer dan zeventig van de ongeveer vier honderd moskeeën in Nederland. Hij maakte zijn keuze van de te fotograferen ruimtes op basis van het uitzicht uit hun ramen. Zijn samengestelde afbeeldingen tonen interieurs gecombineerd met het werkelijke uitzicht vanuit de moskee. Zijn serie New Dutch Views toont de diversiteit van de islam in een duidelijk contrast met het al even diverse maar direct herkenbare Nederlandse landschap. De scherp gefocuste en gedetailleerde foto's van Bassiou ni werpen de vraag op hoe de islam in het Westen wordt weergegeven en tonen een samenleving waarin verschillende culturen naast en met elkaar bestaan. New Dutch Views is een symbolisch portret van de dubbele culturele achter grond van Bassiouni en onderstreept het feit dat er een nieuwe westerse islamitische identiteit in opkomst is. In zijn eerste solotentoonstelling in het Fotomuseum in Den Haag worden zeventien foto's begeleid door de eigen biografische reflecties van de fotograaf.
REISDAG 127 MARWAN BASSIOUNIBEELD
Mijn boek komt gelukkig wel af. Ik ben hier tenslotte voor een workation – niet hetzelfde als de staycation die een collega onlangs nam. Bij het eerste ga je weg maar blijf je doorwerken, bij het tweede blijf je thuis maar stopt het werken. Tot op het laatste moment had ik zitten twijfelen over de bestemming voor mijn werktrip. Istanbul, Ber lijn of toch een surfkamp aan de kust van Marokko? Ik had de knoop pas doorgehakt toen de ticketprijs was opgelopen en de ho tels met de beste prijs-kwaliteitverhouding waren vergeven. Het gaat niet om de bestemming, maar om de reis, zo leert de tegeltjeswijsheid. Helaas wil dit niet zeggen dat je alles maar op zijn beloop kunt laten. Integendeel. Het succes van je reis – zeg maar de optimale genotsbe leving – hangt af van hoe je keuzes maakt. In een vreemde omgeving word je gedwon gen om aan de lopende band knopen door te hakken: wat gaan we doen vandaag? Waar gaan we ontbijten? Hoeveel fooi geef ik deze taxichauffeur? Nog een drankje? We zijn er nou toch – of terug naar het hotel en vroeg de oogjes toe? Een reis is een continue exercitie in beslissen. Dat beslissen doen mensen op ruwweg twee manieren. Maximizers nemen rustig alle mogelijke opties door, vergelijken en onderzoeken, wegen voors en tegens af en komen dan tot een beslissing. Mijn vader is een echte maximizer: hij is twee maan den bezig met het vinden van een vaat wasser, maar heeft dan ook de állerbeste. Satisficers daarentegen formuleren enige criteria waar de keuze aan moet voldoen, bekijken lukraak een paar opties en ma ken vervolgens rap een keuze. De keuze is vrijwel nooit de ultieme, maar wel goed genoeg. En ze zijn lekker snel klaar, daar is ook wat voor te zeggen.
De gedachte dat je naar Barcelona kunt af reizen en dat het daar dan régent, die was bij mij niet opgekomen. Maar dat doet het intussen wel: het regent al anderhalve dag pijpenstelen en de Barcelonezen bewegen als schimmen door de straten onder hun pa raplu’s. De hardloopschoenen die ik in mijn handbagage-proof koffertje had gemikt, lopen bij elk wandelingetje vol, hoeveel moei te ik ook doe om de plassen te ontwijken. Park Güell is niet half zo leuk als je broekspijpen zich vol water hebben gezogen.
Thijs Launspach is psycholoog en schrijver van onder meer Fokking Druk
COLUMN THIJS LAUNSPACH COMPROMISEEN SLECHTZOIS
Maximizers hebben het zwaar op reis. Je kunt ze vaak herkennen wanneer je ze rond jes ziet lopen door de binnenstad op zoek naar een geschikt restaurant, in de veron derstelling dat die altijd nét om de hoek zal zitten. Tegen de tijd dat ze alle restaurants hebben vergeleken en eindelijk een keuze hebben gemaakt, zijn ze knalchagrijnig en is sowieso niets meer leuk. Nee, dan de satisficers: die maken in een oogwenk een beslissing die wel prima is, en hebben vaker wel dan niet een topavond. Het succes van een reis staat en valt daarom bij je vermogen om compromissen te slui ten, en je eisen iets naar beneden bij te stel len. Weten wanneer je het beste kunt satisfi cen maakt je dan een gelukkiger mens. Want hé, de bakker om de hoek heeft wellicht on gezellig tl-licht, maar wel heerlijke café con leche en tortilla. En niet onbelangrijk: een verwarming om je schoenen bij te drogen. NIETNOG
REISDAG 129 PORTRET MALOU VAN BREEVOORTDOMINIQUE HAIJTEMA
We hebben allemaal iemand nodig die ons de weg wijst, aan het denken zet of desnoods een trap onder de kont geeft. Drie gidsen over hun rol op de achtergrond. ‘Bij hoogopgeleide mensen zie ik dat ze vooral veel denken en weinig voelen.’
Jager
‘Ik geef veel trainingen in het bedrijfsleven, maar wil daar niet uitsluitend werken. Dat zou ik niet bevredigend vinden, aan de andere kant van de maatschappij is veel te doen. Ik wil ook iets kun nen betekenen voor mensen voor wie het níet vanzelfsprekend is dat ze zich kunnen ontwik Vooralkelen.
Aaldrik (Boks-) trainer en
wat‘Hetberoepsmilitairvoormaliggaatomwiejebent,nietomjedoetofhebtgedaan’
PORTRET MALOU VAN BREEVOORTDOMINIQUE HAIJTEMA
REISDAG 131
jongeren verdienen die mogelijkheid; ik zie genoeg talentvolle jongens en meiden die te weinig middelen hebben of onvoldoende kan sen krijgen. Ik ken een meisje dat heel goed is in turnen. Ze mag vier keer per week trainen in een selectiegroep, maar haar moeder kan de contri butie niet betalen. Ik wil haar financieel steunen; daar staat wel tegenover dat ze goed haar best moet doen op school en op tijd moet komen. En ze dient zich op straat te gedragen, want dat is allesbehalve vanzelfsprekend. Daar heb ben sommige jongeren coaching bij nodig. Dat is wat ik met mijn zoon – die profvoetballer is – wil doen: talentvolle jongeren helpen die zich op een dun lijntje bewegen en makkelijk kunnen afglijden naar vroegtijdig schoolverlaten, cri minaliteit of drugs. Zo ken ik een jongen die uit Afghanistan komt en echt goed kan voetballen. Zijn vader is vermoord door de Taliban, waar door hij in de war is en een verminderd ontwik keld geweten heeft. Hij steelt en vecht op straat. We zullen hem helpen, maar ook aanpakken. Ik had een sportschool waar ik drie jaar met moeilijke jongeren werkte. Ik begeleidde acht tien kinderen per jaar. Het mooie was: ze haal den allemaal hun middelbareschooldiploma, terwijl ze werden afgeleverd door de leer plichtambtenaar. Jongeren willen gezien, ge hoord en beloond worden, maar ze willen ook een trap onder hun kont hebben als dat nodig is. Dat accepteren ze, als ze maar voelen dat het oprecht is. Ik heb in het verleden wel eens gas ten van de kermis getrokken omdat ze moesten trainen. Daar zei niemand wat van; ze lachten erom en vonden het prima. Didactische vaardigheden heb ik opgedaan toen ik bij defensie zat en cursussen volgde over lei derschap en weerbaarheid. Maar een standaardaanpak heb ik niet. Het gaat om wie je bent, niet om wat je doet of hebt gedaan. Verder is duide lijkheid belangrijk. Ik doe wat ik zeg en ben eer lijk; ook als ik het niet weet of moeilijk vind, zeg ik dat. Dat verwacht ik ook van hen. Op die manier stel ik me ook op in het bedrijfs leven. Daar zie ik dat mensen het moeilijk vin den om elkaar te raken, letterlijk en figuurlijk. Ze spreken elkaar niet aan op gedrag, wel op inhoud. Bij hoogopgeleide mensen signaleer ik dat ze vooral veel denken en weinig voelen. Al lemaal analyses en een vaag verhaal. Boksen is een fijn middel om over gedrag te pra ten. ‘Je lichaam laat zien wat je voelt – ben je bang, boos of bedroefd? Vervolgens kun je leren uitspreken wat bepaald gedrag met je doet: “Ik ben bang, ik wil dat je me helpt.”’ Fulltime hulpverlenen kan ik niet. Ik bind me te veel aan kinderen en vind het moeilijk om ze los te laten. Ik moet dus goed opletten dat de problematiek niet te heftig is en dat ik niet te veel hooi op mijn vork neem. Er is een bepaal de groep waarvan je van tevoren al weet dat het niets gaat worden. Met kinderen die verslaafd zijn geboren of van wier ouders zwakbegaafd zijn, is het moeilijk om verder te komen. Ie dereen moet een kans krijgen, soms wel twee of drie. Maar het gaat er wel om wat je met die kansen doet.’
‘Ik werk veel een-op-een met mensen en geef daarnaast masterclasses waarbij ik groepen of organisaties ‘lees’. Ik zie het wezenlijke en haal hindernissen weg, zodat een persoon of orga nisatie zo goed mogelijk kan functioneren en energie beter kan stromen. Een obstakel kan van alles zijn: onbewustheid, een blinde vlek of concurrentie. Ik zie welke richting het op moet en benoem die; mijn beelden kloppen bijna al tijd. Het is aan de persoon zelf om daar iets mee te doen, ze moeten wel toe zijn aan dat inzicht. Sommige mensen maken eerst nog eens dezelf de fout, voordat ze het inzicht opvolgen.
REISDAG 132 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
Als ik SeederDeBoer visualiseer, zie ik een VOCschip dat uit de haven wil vertrekken. Er is veel blijdschap, er is een oudere leider en er zijn veel jonge mensen die er allemaal zin in hebben. Maar er zitten te veel mensen aan boord. Waar schijnlijk moeten er twee schepen bijkomen, al zie ik ook dat iedereen liever op het hoofdschip wil blijven – dicht bij de leuke leiders. Dat kan van alles betekenen: dat de organisatie moet worden opgesplitst of geen mensen meer zal aannemen. De keuze hangt af van waar en hoe de energie goed gaat stromen. Een deel van mijn cliënten help ik leiderschaps kwaliteiten te ontwikkelen. Zij hebben vaak op een onzichtbare manier invloed op anderen. Ik zorg dat ze van onbewust bekwaam bewust be kwaam worden. Als kind hadden we al bepaalde kwaliteiten die niet altijd goed gezien of gewaar deerd werden. Dat kan leiden tot aannames over jezelf, zoals dat je geen goede of sterke leider zou zijn. Misschien ben je niet de sterkste boom in het bos, maar heb je wel gevoel voor het hele bos. En heb je daarmee de gave om alles te overzien en groepsprocessen goed te laten ver lopen. Dat type leider moet vaak leren om meer voor zichzelf op te komen en zijn invloed zicht baar te maken. Ik heb biologie gestudeerd en combineer al dertig jaar mijn analytische, strategische geest met het vermogen om helder te voelen. Dat zet ik in als ik me afstem op een individu, team of or ganisatie. Ik ben een beelddenker en daarnaast hoog sensitief. Als vrienden tijdens mijn studen tentijd vroegen of ik meeging naar de bioscoop, had ik daar geen zin in. Want deed ik mijn eigen ogen dicht, ontrolde zich een veel boeiendere film. Daar ging ik liever van genieten.
Ineke
helewelboom,niet‘MisschienleiderschapscoachHelderziendeHilhorstbenjedesterkstemaarhebjegevoelvoorhetbos’
Ik zag als kind al bepaalde beelden, maar ik dacht dat iedereen dat had. Pas later begreep ik dat het een speciale gave is. Talent bij onszelf herkennen we vaak niet omdat het voor ons zo vanzelfsprekend is. En talent bij anderen zien we weer niet als we die zelf niet hebben. Ons talent is aangeboren, maar niet iedereen geeft zijn talent of intuïtie voldoende ruimte. Als je vervolgens dingen doet die niet bij je pas sen of stelselmatig over je grenzen gaat, raak je opgebrand, innerlijk ondervoed. De vraag is: wie ben je echt? Waar krijg je energie van? De verbinding van de ziel met de buitenkant blijven zoeken, daar draait het om.’
Eerder werkte ik als bankdirecteur bij ABN AMRO, maar ik haalde steeds minder voldoe ning uit mijn werk. Ik was geïnteresseerder in de mensen achter het financiële dan het financiële zelf. Ik moest soms keiharde regels volgen ter wijl ik wist hoe moeilijk sommigen het hadden. Dat kon ik niet over mijn hart verkrijgen. Zo was ik niet. Toen ben ik Theologie gaan studeren. Nu valt mijn werk meer samen met mijn persoon lijkheid. Als je dat kunt ervaren, is dat een vorm van Doorgeluk.dedruk van social media kunnen mensen zich tegenwoordig minder vrij voelen. De Bijbel is bij uitsteek het boek dat gericht is op bevrij ding. Het gaat in die zin over tot je recht komen zoals je door God bedoeld bent. Het is niet zijn bedoeling dat mensen onder een juk leven. Ik zie dat mensen troost putten uit het feit dat God je ziet zoals je ten diepste bent, zoals je hij je bedoelde en schiep. Hier op aarde moet je concessies doen en kun je jezelf soms verlie zen, maar uiteindelijk komt het wel goed. Aan het einde van je leven mag je door mensen op gelegde regels loslaten en word je daar niet op Watafgerekend.ookbevrijdend werkt, is inspiratie. Dat is voor iedereen verschillend en kan van alles zijn: romans, poëzie, muziek of door gesprek met een ander. Ook hier gaat het steeds om contact met een Zingevingander.isniet voor jou door een ander te be palen. Mijn vrouw zegt bijvoorbeeld dat ze naar de kerk blijft gaan omdat ze er tot rust komt en er inspiratie opdoet. Dat gun ik iedereen; of je dat nou in de kerk doet of op een yogamat. Ik denk dat dít de reis is: niet de zin van het leven ontdekken, maar voor jezelf achterhalen of het zinvol is of zin heeft wat je doet.’
Teus DomineePrinsbij De
Er zijn tegenwoordig veel keuzemogelijkheden.
Kiezen voelt dan wellicht als verliezen. Keuzestress gaat over angst, maar je kunt ook vertrou wen hebben. Elke nieuwe dag biedt nieuwe kan sen. Probeer daarom niet te ‘ezelen’, niet elke dag hetzelfde te blijven doen. De vraag bij veel keuzes is: kun je pas op de plaats maken? Kun je vertragen en je afvragen: waar gaat mijn hart echt naar uit? In die zin ge loof ik in intuïtie. Waar word ik gelukkig van? Dat klinkt egoïstisch, maar is het niet. Door je hart te volgen kun je het beste uit jezelf halen. Om dán je best te kunnen doen voor anderen.
PORTRET MALOU VAN BREEVOORTDOMINIQUE HAIJTEMA
Dat‘AanwezigkerkProtestantseinAalsmeerzijn,eenhandvasthouden.biedtaltroost’
REISDAG 135
‘Goed kunnen luisteren lijkt mij de belangrijkste vaardigheid van een dominee. Mensen moe ten hun verhaal aan je kwijt kunnen, dat biedt troost. Daarbij hoef je zelf niets te zeggen en ze ker niet te adviseren. Het gaat puur om aanwe zig zijn, een hand vasthouden. Het is een soort heilige grond waar je alles laat zijn zoals het is. Mijn werkzaamheden omvatten het voorberei den en houden van de preek op zondagochtend in de kerk. Verder bezoek ik elke week zes ge meenteleden thuis, als ze ziek zijn of een praatje willen maken. We hebben als kerk ook wekelijks open huis waar iedereen welkom is, kerkelijk of niet. Daar is behoefte aan, merken we, er is veel eenzaamheid en anonimiteit. Veel sociale ver banden zijn weggevallen. Een van de eerste zinnen in de Bijbel luidt: ‘Het is niet goed dat de mens alleen is’. Je hoeft niet per se een relatie te hebben, als je maar onder de mensen bent. “In de ogen van de ander die een beroep op jou doet, zie je jezelf weerspie geld”, zei filosoof Emanuel Levinas.
RICHTING/REISCARTOGRAFIEALLEGORIEUNSPLASH#22020SEEDERDEBOER
136REISDAG137REISDAG
REISDAG 138
REISDAG 139 UNSPLASHMAUD BEUCKER ANDREAE
Barry Schwartz, Amerikaans psycholoog en schrijver van Paradox van keu zes, licht in zijn boek toe waarom dit is. We zien kiezen volgens Schwartz als de ultieme vrijheid, maar eigenlijk geldt: hoe meer keuzemogelijkhe den, hoe groter het afbreukrisico. Hoe meer opties, hoe groter de kans op een verkeerde keuze. En dus hoe meer spijt we achteraf ervaren. Schwartz linkt de toegenomen keuzevrijheid wat betreft opleiding, carrière, woon plaats en kinderwens zelfs aan angsten en depressie.
Gek van alle keuzestress? Daar valt wat aan te doen. Beperk de mogelijkheden, sta er niet te lang bij stil en vaar op je onderbuikgevoel. En vooral: ga niet krabben als je geen jeuk hebt. Een zonnig terras op zaterdagmiddag. Op het plein is nog één tafeltje vrij. Wat een geluk, denk je terwijl je tevreden neerstrijkt. Dinsdagochtend, hetzelfde terras. Dit keer zijn er talloze lege plekken. De ene tafel staat in de schaduw, de ander in de zon maar kijkt uit op een container, een derde heeft een huilende baby vlakbij. Na drie keer verplaatsen, blijf je chagrijnig aan een wiebeltafel zitten. Het moge duidelijk zijn: aan die koffie van zater dag hield je een beter gevoel over.
Dat gaat Denise de Ridder wat ver. De Ridder is hoogleraar psychologie aan de Universiteit van Utrecht en schreef samen met hoogleraar bestuurs kunde Lars Tummers het boek Nudging (zie kader). ‘Te veel keuzevrijheid kan ongelukkig stemmen’, geeft ze toe, maar het is onbekend waar precies het omslagpunt ligt. ‘We houden allemaal meer van het idee van kiezen, dan van het kiezen zelf.’
Zoiets futiels als een tafeltje kiezen kan al heel wat kopzorgen bezorgen.
Sneller, beter, groter, meer?
WAT IS NUDGING Nudging is het geven van kleine zetjes in de gewenste richting, dat kan helpen bij het maken van (juiste) keuzes. Een belangrijke voorwaarde: bij deze vriendelijke duwtjes komt geen gebod of ver bod kijken. Een voorbeeld van nudging is het placeren van fruit op ooghoogte bij de kassa, zodat klanten eerder een gezonde keuze maken. Metaforisch wordt nudging vaak weergegeven als een moe derolifant die met haar slurf haar jong kleine duwtjes geeft.
LEG JEZELF BEPERKINGEN OP
Ook geldt dat de vele keuzes die we hebben een perfecte optie suggereren, terwijl die er waar schijnlijk helemaal niet is. Het tafeltje in de zon met mooi uitzicht, zonder wiebelpoot en met geruisloze buren. Vervang ‘ideale tafel’ voor ‘ideale baan’ of ‘perfect huis’ en we doen het zelfde: verlangen naar onredelijke perfectie. Daarbij blijkt: hoe meer keuzes, hoe meer we worden ontmoedigd om überhaupt iets te kie zen, laat een test met verschillende soorten jams zien: een groep proefpersonen, klanten van een delicatessenwinkel, kreeg zes soorten jam voorgeschoteld. Een tweede groep mocht er 24 proberen. Je zou verwachten dat groep twee eerder een jam naar hun gading zou vin den. Maar van de groep met het beperkt aan tal jams, kochten uiteindelijk twee keer zoveel klanten een potje. Het grote aantal opties zorg de bij het tweede proefteam voor keuzeverlam ming. Sterker nog: onderzoek wijst uit dat wan neer kiezen veel mentale inspanning vereist, je de taak erna slechter uitvoert.
Een tweede tip komt voort uit De Ridders boek Nudging : wanneer je het klassieke voorwaar denlijstje opstelt, kijk dan goed of je deze echt belangrijk vindt, of dat je een bepaalde kant wordt opgestuurd door anderen. Op zoek naar 140
Het belangrijkste aan kiezen is niet de werkelijke uitkomst, maar de manier waarop je kiest en hoe je kijkt naar het resultaat, zegt hoogleraar De Ridder. Econoom en Nobelprijswinnaar Herbert Simon beschrijft twee strategieën: maximizen en satisficen. Het eerste betekent uit alles het beste halen: de lekkerste koffie, de beste studie, het mooiste hotel, de zuinigste auto, de perfecte
#2 2020REIS / RICHTING REISDAG
partner. Prijsvergelijkingssites, reviews van an dere klanten, sterbeoordelingen – de maximizer kan tot in de eeuwigheid wikken en wegen. De tweede methode, satisficen, stemt sneller te vreden. Satisfiers hebben heus ook kwaliteitsei sen, maar zodra ze iets tegenkomen dat daaraan voldoet, stoppen ze met zoeken en vergelijken.
De eerder genoemde trend van toename van keuzes is dan ook vooral funest voor de maxi mizer; die is vatbaarder voor infobesitas, over laadt zich met relevante maar ook veel min der relevante informatie, om er zogenaamd zeker van te zijn dat hij voor het juiste gaat. Hoe kunnen we in deze tijd van overkill het keu zeproces dan toch vlot laten verlopen? De eer ste tip van Barry Schwartz herken je vast: leg jezelf beperkingen op. Op zoek naar een nieuwe baan? Begrens dan eerst de regio waar je wilt werken. Zo kun je negentig procent van de va catures negeren en dat geeft rust.
LET OP SUBTIELE DUWTJES
SEEDERDEBOER
Die baan met doorgroeimogelijkheden en een fijn salaris geeft voldoende tevredenheid, ze zoeken niet door tot de ultieme werkgever om de hoek die ook nog eens een dertiende maand en veertig vakantiedagen biedt.
Een andere beoordelingsfout die we vaak maken – en waar marketeers op inspelen – is de sta tus quo bias. Elk jaar krijgen we de kans om van zorgverzekering te veranderen. Toch doet maar 6 procent van de mensen dit. Misschien zijn we wel tevreden, misschien zijn we bang of te lui om verder te kijken. En kiezen we daarom voor wat we al hebben.
‘We
een opleiding naast je werk? Kijk je dan naar wat jíj belangrijk vindt? Of laat je je onbewust stu ren door anderen? Ook de overheid duwt ons soms in een bepaalde richting. Bijvoorbeeld door de standaardoptie te veranderen, zoals gebeurde bij het systeem van donorregistra tie: je bent automatisch donor, tenzij je aan geeft het niet te willen. Een andere, vaak door de overheid gebruikte nudge is het weergeven van de sociale norm. De Ridder: ‘De payoff van de belastingdienst, ‘Negentig procent van de mensen betaalt belastingen op tijd’, blijkt een zinvol duwtje in de goede richting: als we zien dat veel mensen bepaalde keuze maken, willen we daar graag bij horen. We denken dan dat de meerderheid het vast bij het goede eind heeft.’
REISDAG 141 AUTOBAHNMAUD BEUCKER ANDREAEACHTERGRONDVERHAAL
LAAT JE NIET VERLEIDEN Niet krabben als je geen jeuk hebt is een vier de advies van zowel Barry Schwartz als Denise de Ridder. Tenzij je ontevreden bent, koop dan vooral wat je altijd koopt, blijf wonen waar je woont, werken waar je werkt, eten wat je altijd eet en sporten waar je doorgaans sport. Laat je niet verleiden door ‘nieuw en verbeterd!’, of wat de marketingtools ook zijn. Nog een tip – en dat is in tijden van sociale media soms lastig op te volgen – is dat je jezelf niet met anderen moet Hoevergelijken.kunnen we voorkomen dat we fout kiezen, voor zover fout kiezen überhaupt bestaat? Een belangrijk aspect dat ten grondslag ligt aan on bevredigende beslissingen, is ons beoordelings vermogen. Gedragswetenschapper Herbert Si mon kwam met de term begrensde rationaliteit: de mens is geen rationeel wezen, het nemen van beslissingen is helaas geen simpele optelsom van plussen en minnen en geen keiharde rationele bezigheid (zie kader). Volgens Denise de Ridder is ons gevoel onbewust vaak op verstandelijke argumenten gebaseerd. ‘Maar als je een lijstje met voors en tegens maakt en je op basis daar van kiest, kan dat tegen je gevoel indruisen. Dat komt omdat je ook waardes moet toekennen aan die pro’s en contra’s. Bij verhuizen bijvoorbeeld: een fijne tuin kan voor jou veel belangrijker zijn dan of de school van je kinderen dichtbij is.’
allemaalhoudenmeervanhetideevankiezen,danvanhetkiezenzelf’
Een derde advies is moeilijk, maar misschien wel het belangrijkst: pas op met teveel verwachtin gen. Het perfecte terrastafeltje, werk of huis bestaat niet, omarm liever het denken van de satisfiers. Hoe? Door hun keuzestrategie toe te passen. Zelfs de grootste maximizer vindt niet alles even belangrijk en kiest soms voor goed ge noeg.
Tot slot: sta je voor een groot dilemma, heb je talloze lijstjes met voors en tegens gemaakt en blijf je maar twijfelen: houd je dan vast aan deze misschien pessimistische maar relativeren de uitspraak van de negentiende eeuwse filo soof Sören Kierkegaard: het maakt niet uit wat je kiest, spijt krijg je sowieso. Hopelijk zorgt díe wetenschap juist voor een ondermijning van die zelfde spijt.
REIS / RICHTING REISDAG 142 SEEDERDEBOER
In 1974 zoekt het Amerikaanse computerbedrijf Atari medewerkers in Sili con Valley. Als een 18-jarige man solliciteert, wil de chef personeelszaken in eerste instantie de politie bellen. De kandidaat ziet er beroerd uit, heeft geen schoenen aan en ruikt onaangenaam. Maar het personeelshoofd be slist anders en biedt de hippie een baan aan. Het is de eerste baan voor de latere software tycoon Steve Jobs. De belangrijkste beslissingen in het leven neem je gevoelsmatig, betoogde Jobs ruim dertig jaar later toen hij hierover vertelde aan een groep studenten. Het verhaal is een goed voorbeeld van de kracht van intuïtie, stelt de Duitse wetenschapsredacteur Gerald Traufetter in zijn boek Intuition Die Weisheit der Gefühle. Nadenken over intuïtie lijkt een contradictio in terminis, maar intuïtie en verstand werken juist goed met elkaar samen, is zijn opvatting. Intuïtie werd lange tijd als onbetrouwbaar gezien in een wereld die de rede en logica verkoos boven het gevoel. Daar komt nu door uitgebreid hersen onderzoek steeds meer verandering in. In plaats van ‘ik denk, dus ik besta’ is het tegenwoordig ‘ik voel, dus ik besta’, aldus Traufetter.
Hij meent dat we onze vaardigheid om bewust beslissingen te nemen niet moeten overschatten. Volgens hem zijn bewuste beslissingen duidelijk in de minderheid. En om niet te verdrinken in de overvloed aan informatie, moeten we selecteren en verdringen: we kunnen slechts veertig prikkels tegelijk verwerken. Een lijst maken met mogelijke voor- en nadelen van een bepaalde beslis sing, heeft volgens Traufetter geen zin. We zijn helemaal niet in staat om alle voor- en nadelen te bevatten. Om tot een echt afgewogen besluit te komen, bijvoorbeeld voor een echtgenoot of een nieuwe werknemer, zou je eerst miljoenen anderen moeten bestuderen voordat je zeker kunt weten dat hij of zij degene is die je zoekt. Het buikgevoel biedt volgens hem cruciale hulp. En dat is aan te leren, door fouten te durven maken: falen is goed voor de ontwikkeling van intuïtie omdat zo een uitgebreid leerproces op gang komt en waardevolle ervaring wordt verwerkt. Andersom is besluiteloosheid gerelateerd aan de angst om fouten te maken, en werkt het het verfijnen van intuïtie juist tegen. Emoties zijn belangrijke data en boodschappers bij besluiten. Het is wel zaak om situaties juist waar te nemen en te evalueren. We hebben de neiging om gebeurtenissen altijd logisch te willen verklaren en beseffen onvoldoende dat het onderbewuste een grote rol speelt. En dat terwijl er veel kennis zit opgeslagen in ons onderbewuste. ‘Wij nemen continue van alles waar zonder dat wij dat zelf in de gaten hebben. Wie beslissingen moet nemen of creatieve ideeën moet verzinnen, doet er dan ook goed aan om zich niet op het probleem zelf te concentreren, maar iets heel anders te doen. Zoals slapen. ‘Slapen is de beste manier om het onderbewuste wakker te krijgen.’
PS: nietVergeetteslapen
‘Wat je ook kiest, spijt krijg je sowieso’ Bron: Ingekort Interview met Gerald Traufetter in Het Financieele Dagblad door Dominique Haijtema
MIJN PLANNEN ZIJN NOOIT IN BETON GEGOTEN. DAN KUN JE FLEXIBEL MEEBEWEGEN, ZONDER HET DOEL UIT HET OOG TE VERLIEZEN.
MONIQUE VERDIER Vicevoorzitter en lid van het bestuur van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP)
REISADVIES
In de file FACTS & FIGURES EVA SCHUURMANS & SANNE VORSTERMANS
REIS / RICHTING REISDAG 146
Gerdi Verbeet was zes jaar lang voorzitter van de Tweede Kamer, nu strijdt ze als voorzitter van het Nationaal Comité 4 & 5 mei voor de invoering van 5 mei als nationale vrije dag. De rode draad in haar drukke bestaan? ‘Ik geef anderen graag de moed om iets nieuws te proberen.’
REISDAG 147 VRIJHEID INTERVIEW DUCO DE VRIESMILOE VAN BEEK
REISDAG 148
Hoe leuk ze het ook vindt om interviews te geven, ze doet het niet vaak. Gerdi Verbeet (69) is zui nig met haar tijd. ‘Ik ben al een oude dame, mijn energie is niet eindeloos. Hopelijk heb ik nog veel jaren, maar ik weet in ieder geval dat ik over de helft ben. Dat maakt dat ik zorgvuldig kies wat ik wel en niet doe. Veel tijd gaat uit naar mijn kin deren en kleinkinderen. Maatschappelijk succes is fijn, maar voor mij geldt: family first. Ik heb ze altijd betrokken bij mijn werk, binnenkort gaan mijn oudste drie kleinkinderen mee naar Wes terbork om de namen van Holocaustslachtoffers voor te lezen.’ Anderhalf jaar zal ze nog voorzit ter zijn van het Nationaal Comité 4 & 5 mei, een onbetaalde functie van twee dagen per week. ‘Ik heb enorm mijn best gedaan om die baan te krij gen. Het was een grote wens.’
U bent voor zes jaar benoemd en heeft nog anderhalf jaar te gaan. Wat wilt u nog bereiken?
‘Een van mijn grootste wensen is om van 5 mei een jaarlijkse vrije dag te maken, een dag waarop we met elkaar stilstaan bij het feit dat we in een democratische rechtstaat leven. We zijn geloof ik het enige land op de wereld dat geen natio nale vrije dag heeft, behalve Koningsdag. Uit on derzoek blijkt dat Dodenherdenking op 4 mei en Bevrijdingsdag op 5 mei voor Nederlanders én nieuwkomers de belangrijkste dagen van het jaar zijn. Ik zou graag willen dat onze instituties op 5 mei laten zien hoe ze werken, dat rechtbanken en gemeenteraden hun deuren openen en er ontmoetingen plaatsvinden. Gesprekken tussen jongeren en veteranen op festivals bijvoorbeeld, en we aan tafel eten met mensen die je op je ei gen verjaardag niet ontmoet. Ik heb er de afge lopen jaren intensief over gesproken met werk gevers en werknemers, zij moeten dit regelen. Iedereen vindt dat het moet, maar de uitvoering is niet eenvoudig.’ ‘Een Kamervoorzitter is een soort ventiel, je absorbeertalle boosheid en opwinding’
Waarom wilde u dat zo graag? ‘Ik ben kort na de oorlog geboren en opgegroeid in de schaduw ervan. Ik had een Joodse tante, Johanna. Ze moest met haar man en baby in de oorlog onderduiken en heeft veel familie verlo ren, maar ondanks haar verliezen en trauma’s straalde ze zoveel liefde en hartelijkheid uit.
Met mijn voorzitterschap van het Nationaal Co mité 4 & 5 mei toon ik dankbaarheid en respect voor wie zij was. De functie ligt ook dichtbij de thema’s waar ik veel mee heb: educatie, onvrij heid en vrijheid, Nederland als een open, veilige rechtsstaat.’
SEEDERDEBOER REIS / RICHTING #2 2020
REISDAG 149
Hoe heeft u het evenwicht gevonden tussen moeder zijn en een zware baan in de politiek?
Naast het voorzitterschap van het Nationaal Comité 4 & 5 mei bent u ook toezichthouder. Wist u wat u na uw politieke loopbaan wilde gaan doen? ‘Het Kamerlidmaatschap lijkt veel op toezicht houderschap, dus het was een logische stap. Ik wilde ook wel burgemeester worden, maar dat is nooit op mijn pad gekomen. Als Kamervoor zitter is het de kunst het zo te organiseren dat Kamerleden echt tot hun recht komen, hun ding kunnen doen. Als toezichthouder vind ik het mooi als ik de directie de moed kan geven om iets nieuws te proberen. Dat ze bloemen durven te plukken bij het ravijn.’
INTERVIEW DUCO DE VRIESMILOE VAN BEEK
Het thema van dit tijdschrift is richting geven. Hoe doet u dat? ‘Als je jong bent, schiet je met hagel omdat je nog niet precies weet wat je wilt. Het mooie van ouder worden, is dat je steeds beter weet wel ke thema’s bij je passen. Ik houd me graag bezig met democratie en democratische besluitvor ming, ik wil een bijdrage leveren aan een samen leving waarin mensen zich in elkaar verplaatsen en compromissen sluiten. Daarnaast wil ik graag een goede partner, oma en moeder zijn. Toen mijn kleinkinderen jong waren paste ik om de week een dag op, ook toen ik Kamervoorzitter was. Ik ben dol op kinderen en zeg wel eens dat ik niet ondanks, maar dankzij mijn kinderen carri ère heb gemaakt. Ik ben pas echt volwassen ge worden toen ik moeder werd. Ik heb prioriteiten leren stellen, ik heb leren relativeren, loslaten en coachen. Het moederschap is een enorme oe fening in geduld. Kinderen luisteren niet altijd, je moet veel tot tien tellen en niet te snel ingrijpen als ze ruzie maken.’
Kwamen die vaardigheden u als Kamervoorzitter van pas? ‘Ja, het ouderschap lijkt op leidinggeven. Ik vind het gek dat de vaardigheden en competenties die ouders opbouwen, niet meetellen op hun cv. Bij mij ging het werk af en toe mee naar huis, en de kinderen en kleinkinderen soms mee naar het werk. Het zit ’m niet alleen in fysieke aanwe zigheid, het gaat erom dat je er écht kunt zijn, zowel thuis als op het werk. Dat betekent wel dat je keuzes moet maken: je kunt een carrière en jonge kinderen nu eenmaal niet combineren met een rijk sociaal leven en intensieve hobby’s.
In het weekend moet je de tijd nemen om uit te rusten en met je gezin te zijn.’
Dat klinkt best dienstbaar ‘Ik ben ook heel dienstbaar. Als ik eters heb, kijk ik het liefst vanuit de keuken toe hoe iedereen met elkaar praat. Ik hoef niet per se mee te doen. Tegelijkertijd vind ik het niet erg om wel aan het woord te zijn, een toespraak te geven voor veel mensen. Ik ben niet verlegen, al moet wat ik ver tel wel functioneel zijn. Ik vraag me altijd af waar mijn publiek naar op zoek is.’
‘Ik wist niet beter. Mijn moeder stond fulltime voor de klas, dat vond ze het leukste dat er was. Ze wilde directeur van de school worden, maar dat kon toen niet als vrouw. Voor mij is werken altijd vanzelfsprekend geweest, ik heb me nooit schuldig gevoeld. Mijn moeder was net gepensi oneerd toen ik in het onderwijs begon. “Je moet een fulltime baan accepteren”, zei ze, “anders zit je bij alle vergaderingen terwijl je maar de helft van het geld verdient.” Ik laat jongere vrouwen graag zien dat je een carrière kunt hebben en te gelijk een goede moeder kunt zijn. Het is niet het een of het ander.’
Gerardina Alida Verbeet (Amsterdam, 18 april 1951) was jarenlang werkzaam in het onderwijs toen ze in 1994 politiek adviseur werd van Tineke Netelenbos en later Ad Melkert. Van 2001 tot 2012 was ze voor de PvdA lid van de Tweede Kamer, van 2006 tot 2012 Kamervoorzitter. Verbeet bekleedt tegenwoordig talloze voorzitterschappen: naast het Nationaal Comité 4 & 5 mei, is ze ook voorzitter van de Raad van Toezicht van Paleis Het Loo, het Rathenau Instituut en van de Visitatiecommissie Defensie en Veiligheid. Ze is daarnaast voorzitter van de raad van Siemensraadvan NovamediacommissarissenenlidvandevancommissarissenvanNederland.
REIS / RICHTING
‘Ja, vooral in uiterlijk. De kinderen merkten soms niet eens dat ik er niet was als zij kwam oppas sen. Mijn moeder was heel modern, eigenlijk paste ze beter in deze tijd. Ze heeft ervoor ge zorgd dat economische zelfstandigheid een van mijn belangrijkste waarden is. Laatst had ik een gesprek met ROC-studenten over vrijheid, de avond ervoor had ik aan mijn man gevraagd wat dat begrip voor hem betekent. “Vrijheid van me ningsuiting”, zei hij. Ik concludeerde dat vrijheid voor mij vooral economische zelfstandigheid is. Toen ik net was gescheiden en alle rekeningen zelf kon betalen, voelde ik me intens voldaan.’
Lijkt u op uw moeder?
‘Nee, zij vond me geknipt voor het onderwijs, dat was voor haar het mooiste beroep van de we reld. Ik vond lesgeven óók geweldig: omgaan met kinderen die je iedere dag op de proef stellen, ze helpen om te leren communiceren, samenwer ken, zich te ontwikkelen. Het is nu niet meer voor te stellen, maar veertig jaar geleden waren er te veel leraren. Ik ben drie keer ontslagen, en werd daarna steeds weer op dezelfde school aan genomen voor een paar lesuren. Ik wilde meer werken, en vond een baan op het raakvlak van onderwijs en arbeid. Tien jaar later werd ik poli tiek assistent van Tineke Netelenbos, zij was toen woordvoerder onderwijs voor de PvdA.’
‘We doen allemaal ons best. Mensen zijn niet zozeer tegenjou, maar voor zichzelf’
‘Toen ik op de kandidatenlijst voor de Tweede Kamer van de PvdA kwam, zei mijn vader: “Laat de politiek je niet ongelukkig maken hè.” Als ik me maar even droevig dreigde te voelen, dacht ik aan zijn woorden. Gelukkig vergeet ik vervelende dingen vrij snel, ik vertrouw mensen en maak van mijn hart geen moordkuil. Als me iets dwars zit, zeg ik het en ben ik het kwijt. Dat ik de dingen niet snel op mezelf betrek, scheelt veel ener gie. Ik realiseer me dat ik met veel dingen geboft heb: mijn karakter, mijn ouders, mijn partner en ex-partners met wie ik alles heb kunnen bespre ken. Alle lichten stonden bij mij op groen.’ Maakt u wel eens ruzie? ‘Zelden. Ik ben een keer heel nijdig geweest op de andere leden van het presidium van de Twee de Kamer. Ik wist dat een van mijn voorgangers soms met knallende deuren wegliep. Dat doe ik ook een keer, dacht ik. Maar toen ik even later in mijn kamer stond, wist ik niet hoe het verder moest. Ik heb mijn hoofd om de hoek van de deur gestoken en heb gevraagd hoe ik nu terug moest komen. Iedereen lachte, mijn boosheid was over. We doen allemaal ons best, weet ik inmiddels. Mensen zijn niet zozeer tegen jou, maar voor zichzelf. Dat ben ik ook: als ik iets echt graag wil, ga ik ervoor.’
De politiek staat bekend als een hard vak. Heeft u daar last van gehad?
INTERVIEW DUCO DE VRIESMILOE VAN BEEK REISDAG 151
Motiveerde uw moeder u om de overstap te maken van onderwijs naar politiek?
REISDAG 152 U was zes jaar Kamervoorzitter. Hoe wist u dat het tijd was om te stoppen? ‘Ik zat om kwart over tien ’s ochtends een debat voor, er stond een goede collega op het spreek gestoelte, ze was verontwaardigd. “Mevrouw, het is pas kwart over tien en we moeten nog de hele dag”, hoorde ik mezelf zeggen. Toen wist ik: al die opwinding, ik wil het niet meer. Een Kamer voorzitter is een soort ventiel, je absorbeert alle boosheid en opwinding. Dus die ochtend besloot ik dat ik bij de volgende verkiezingen niet meer op de lijst wilde staan. Maar toen viel het kabi net en kwam dat moment twee jaar eerder dan ik had gehoopt. Na de verkiezingen nog vijf jaar Kamervoorzitter zijn vond ik te lang. Fysiek had ik het wel gekund, al was ik ook moe. In Den Haag maak je heel lange dagen en korte nachten. Ik was 61 toen ik stopte, nu heb ik nog kans om an der werk te vinden, dacht ik.’
Heeft u wel eens gedacht: stel dat ik nou geen nieuwe baan meer vind? ‘Ik heb nooit geld ontvangen waar ik niks voor heb gedaan en wilde geen wachtgeld. Als je nog in de Kamer zit, hoor je niet te solliciteren, je zit daar immers zonder last. Toen ik in september aftrad, ben ik eerst inkomstenbronnen gaan regelen en pas daarna op vakantie gegaan. ‘Oud-Kamer voorzitter ligt van onze centen op het strand in Bali’ – die krantenkoppen wilde ik voorkomen.’
‘Voor Wim Kok en Willem Drees had ik respect, en ik heb veel vrouwelijke rolmodellen. Toen wij thuis in 1963 een televisie kregen, zag ik beelden van VVD-politica Haya van Someren-Downer en PvdA’er Gerda Brautigam. Dat waren echt voor beelden voor mij. Ook voor Golda Meïr, de Israë lische minister-president, heb ik altijd grote be wondering gehad. Van Tineke Netelenbos leerde ik om niet te blijven hangen in mislukkingen en nooit anderen de schuld geven. Kon het niet op de manier die zij wilde, dan kwam ze de volgende dag met plan B.’
SEEDERDEBOER REIS / RICHTING #2 2020
Wie hebben u in uw werk geïnspireerd?
‘Als je jong bent, schiet jemet hagel omdat je nog nietprecies weet wat je wilt’
Wat zijn uw ambities voor de komende jaren? ‘Ik ben net als mijn moeder op mijn dertigste gaan werken, het moment dat de kinderen naar de kleuterschool gingen. Ik wil graag veertig jaar rondmaken, dus op mijn zeventigste is het tijd om het rustiger aan te gaan doen. Ik verlang naar meer vrije tijd, ik werk een tikje overdreven hard. Ik lees ontzettend graag, maar in een jogging broek op de bank zitten met een boek, dat schiet er bij in. De biografie van Wim Kok ligt al klaar om te lezen. Daar verheug ik me op, het is een stuk geschiedenis van mijn eigen leven.’
REISADVIES ANGELIQUE KEIJSERS Chief Compliance Officer Rabobank TOEVAL BESTAAT NIET. ALS JE ER VOOR OPENSTAAT, KAN ER IETS MOOIS GEBEUREN. HET IS AAN JOU WAT JE ERMEE DOET.
REISDAG 154 EVA SCHUURMANS & SANNE VORSTERMANS
Er waren natuurlijk al eerder mensen geweest die me hadden voorgehouden ‘dat het om de reis gaat en niet om de bestemming’, maar dat deden ze op een schijn diepzinnige manier die zoveel agressie in me opwekte dat ik ze ter plekke had kunnen wurgen. Ze wilden niet naar me luisteren, laat staan dat ze me wilden hel pen, realiseerde ik me pas veel later. Ze wilden zelf iets bezweren – waarschijnlijk hun vrees dat er uiteindelijk geen grip, richting of betekenis mogelijk is. Maar zo oppervlakkig en onoprecht was mijn vriendin niet. Haar opmerking klonk
Rond mijn achttiende drong het tot me door dat ik ergens onderweg de gebruiksaanwijzing van het leven was kwijtgeraakt. In die tijd werd ik gehinderd door een serie kleine existentiële crises – korte periodes van een dag of twee, waarin ik twijfelde aan de zin van alles en aan mijn plaats in de kosmos in het bijzonder. Eigenlijk kwam het er gewoon op neer dat ik geen flauw idee had over wat ik met mijn leven aan moest. Een iets oudere vriendin, die ik consulteerde omdat zij wél iets leek te we ten, vertelde me dat ze ook ‘het antwoord niet had’. ‘Ik zie mijn leven meer als een reis’, zei ze kalm maar bedachtzaam. ‘Ik ben gewoon altijd op weg en ik zie wel waar ik uitkom.’
I
REISDAG 155 MENNO DE BREEESSAY ESTHER AARTS
KRAAMKLINIEKTUSSENENKERKHOF
‘Als
REISDAG 156 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER doorleefd. Waarschijnlijk zat er meer achter haar uitspraak en terwijl ik terugliep naar huis bedacht ik wat dat zou kunnen zijn. Begin en eindpunt van het leven staan vast, zo wist ik, dus al te veel zorgen over de bestemming van mijn levensreis hoefde ik niet te maken. Maar wat te doen met de periode tussen kraamkliniek en kerkhof? Het leek me dat ik vooral in vergelijking met, zeg, acht tiende-eeuwers, religieuzen of genieën in het nadeel was. Vroeger had je eenvoudigweg meer tradities en andersoortige sociale verwachtingen die je levens loop inbedden en betekenis gaven. Ik kon me daar niet meer op beroepen, want die normen hadden hun geldigheid verloren. Hetzelfde gold voor religie. En als genie barstte je van zoveel talent dat je je nooit af hoefde te vragen wat je met je leven zou moeten doen. Helaas was ik geen genie, wist ik toen al, en het leek me dat ik als middelmatige op twee manieren werd gestraft. Ik zou nooit iets van werkelijke waarde voortbrengen. Dat was een. En ik zou me dus altijd af moeten vragen wat ik met dat leven moest doen. Maar misschien was dit niet-weten wel een blessing in disguise, daagde het me opeens. Niet vastgelegd zijn betekent immers ook: jezelf kunnen bepalen. Je eigen leven kunnen vormgeven. Je lot in eigen handen nemen. Al lopend zag ik dat meer en meer in en bijna thuis aangeko men bruiste ik van vitalistische energie.
‘Menno, durf te leven!’ schreeuwde ik mezelf in stilte toe. ‘Ga op reis! Neem je geluk in eigen hand!’ ik al eens door introspectie in mijn innerlijk ronddwaalde, kwam ik daar nooit een geduldig wachtend, glanzend zelf tegen’
Het verlangen naar het verre, Fernweh, is daar mee eigenlijk een Heim- of zelfs Selbstweh. De positieve reiziger zoekt ginds naar een zuiverder versie van datgene wat hij hier niet krijgen kan, omdat dat in de chaos van het alledaagse leven verborgen en onvolledig blijft. Intuïtief had ik direct een hekel aan dat beeld van die positieve reiziger, zo iemand die almaar naar houvast, orde en herkenning zoekt. Kenne lijk had ik niet door dat ik nogal veel van die po sitieve reiziger in mij had. Maar karakterologisch voelde ik meer voor zijn tegenpool: de negatieve reiziger. Die heeft geen positief verlangen om ergens anders te zijn, maar wil alleen maar weg. Zijn Fernweh is meer een stemming dan een verlangen, want het is niet op iets concreets ge richt. Hoe onbekender, opener en onbepaalder het doel, hoe beter. Daarbij stuit je als negatieve reiziger wel op een praktisch probleem, besefte ik meteen. Vroeger kon je als ontdekkingsreiziger of desnoods als kolonisator nog onbekende ruimtes exploreren, maar nu de gehele aardbol in kaart is gebracht, moet je als negatieve reiziger je heil elders zoe ken. Zelfs in de tijd waarover ik nu schrijf, begin
Hij heeft bepaalde voorkeuren, interesses en de onvermijdelijke bucketlist en boekt reizen die daar zoveel mogelijk aan tegemoetkomen. De meest extreme en karikaturale uitvoering van dit type reiziger leek me daarom een neuroot: de reiziger die van tevoren precies wil weten wat hij koopt en wat hij wil kopen is niet de ervaring, maar de bevestiging van zijn ideeën, en, uiteindelijk, zijn identiteit.
verwachtingen
MENNO DE BREEESSAY ESTHER AARTS
Dat klonk natuurlijk heel stoer, maar hoe moest ik dat doen? Er zijn twee soorten reizigers, bedacht ik me. De reizigers die er gens naartoe willen en de reizigers die alleen maar willen vertrekken. Het eerste type is positief: zij weten wat zij willen en wat ze van hun bestemming kunnen verwachten.
REISDAG 157 II
Het tweede type is negatief: het weet niet waar het heen wil, alleen dat het hier niet wil blijven. Beiden hebben een verlangen naar het verre en het andere. Maar het verschil in oriëntatie leek me fundamenteel. De positieve reiziger maakt plannen – niet al leen van zijn reis, maar ook van zijn eigen leven.
REISDAG 158 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
jaren negentig van de vorige eeuw, las ik af en toe al iets over mensen die zich voorbereiden op een leven op Mars. Dat leek me de bestem ming van de negatieve reiziger par excellence. Niemand weet immers hoe het leven op Mars zal uitpakken en het feit dat je, eenmaal daar aangekomen, niet meer terug kunt zal zeker iets toevoegen aan de woeste aantrekkings kracht van het plan. Voor sommigen althans. Zelf trok een dergelijk vergezicht me voor geen meter. Terwijl ik dacht aan een bestaan op Mars, schoot me Reve’s Gedicht voor dokter Trimbos te binnen: ‘Goedkope wijn, masturba tie, bioscoop’ schrijft Celine / De wijn is op, en bioscopen zijn hier niet / Het bestaan wordt wel eenzijdig'.
III
Ik had een keus te maken. Als ik mijn leven als reis zou moeten zien, en als er positieve en ne gatieve reizigers zouden bestaan, zou ik dan er gens naar toe moeten leven, of van iets vandaan? Zou ik volgens een vooropgezet plan mezelf gaan vormgeven, mijn leven als project zien, compleet met projectplan, een pakket van ontwerpeisen, tussentijdse evaluaties, bijstelmomenten en een tijdstip van oplevering? Of zou ik gewoon weg gaan, weg uit mijn geboortestreek, vrienden kring of taal, weg van mezelf? Hoe het ook zij – de huidige situatie was niet goed genoeg. Dat was Pasduidelijk.toen begreep ik dat Fernweh een vorm van Weh, lijden is. De Fernweher lijdt aan het feit dat hij niet daar is, maar hier. En het ‘Fern’, het verre, moest ik misschien niet alleen in ruimte lijke termen begrijpen, maar ook in relatie tot de tijd. Ik wilde immers niet alleen niet hier, maar ook niet ‘nu’ zijn. Sterker nog: ik wilde niet zijn wie ik hier en nu was. Daarmee was ik als Fern weher een ongelukkig en ontevreden wezen.
Misschien was ik wel een nihilist: primair een neezegger, een ontkenner van alle waarden. Het werd me direct koud om het hart. Nihilisten, wist ik toen al, dat is gevaarlijk volk. Het schuim der intellectuele natie, levend in de goot van de West-Europese cultuurgeschiedenis.
Van mijn aanvankelijk enthousiasme om op reis te gaan, was inmiddels weinig meer over. Het ongelukkige bewustzijn is niet bij zichzelf, had ik in Hegels Fenomenologie van de Geest gelezen. Cryptische woorden die ik nu opeens beter begreep. Want wat zeggen we als we elkaar aanraden om op reis te gaan? We zeggen dan dat we niet hier, maar daar willen zijn. Niet nu, maar toen of straks. We zijn op weg naar het Beloofde Land of komen er vandaan, het ligt aan de andere kant van de wereld of is diep in ons binnenste verborgen. Maar waar het ook is, het is in ieder geval niet waar we nu zijn. En als gevolg daarvan zijn we permanent uit balans, niet bij onszelf en dus ongelukkig. Volgens Hegel althans.
IV
‘Geeft niet!’, riep mijn in nerlijke positieve levens reiziger me toe. ‘Ik weet waar we heen moeten! Je moet de balans herstel len! Daar draait je hele levensreis juist om! Dat je jezelf leert kennen en daardoor bij jezelf komt! Dat is het eindpunt dat je zoekt!’ Maar ondanks mijn behoefte aan rich ting en houvast, klonken die woorden toch als de holle boodschap van een valse profeet. Om me heen zag ik niet zoveel mensen die in balans waren, ondanks de aanzienlijke hoeveelheid tijd die ze soms in het Oosten of thuis op een yo gamat hadden doorgebracht. En diegenen die claimden het te zijn, leken maar al te vaak een bedenkelijk laag niveau van zelfkennis te hebben. Kan de mens überhaupt wel in balans zijn, vroeg ik me af. God, kinderen en dieren, hebben filo sofen traditioneel beweerd, zijn de wezens voor wie zoiets wel is weggelegd. Dat God in balans is met zichzelf, snapte ik wel. God is immers perfect en wat perfect is verandert niet – want dan zou hij direct minder perfect worden. God is dus altijd in en met zichzelf, wat ik Hem zeker gunde, maar veel had ik er niet aan. Het was me volstrekt duidelijk dat ik, met al mijn imperfec ties, nooit op deze manier met mijzelf in balans kon komen. De kinderen dan? Kinderen hebben nog geen ontwikkeld idee van de uitgestrektheid van de tijd in verleden en toekomst – ze leven vooral in het nu (zij wel!). Ik had nog weet van de tijd dat de zomervakantie bijvoorbeeld eindeloos leek te duren. Maar zelfs dat paradijs lag alweer flink wat jaren achter me. Ook het kunnen opgaan in het spel, een ander belangrijk kenmerk van een kind, viel me steeds moeilijker. Met het ouder worden werd ik meer zelfbewust, en daarmee ook kritischer jegens anderen en mijzelf. Van die spelende onbevangenheid blijft dan weinig over, en die komt ook nooit meer terug. Blijft over: het dier. Ook het dier leeft alleen in het nu. Ook het dier heeft bewustzijn, maar geen zelfbewustzijn (dacht ik toen). Het dier
MENNO DE BREEESSAY ESTHER AARTS ‘
Fernweh is een vorm van Weh, van lijden. De Fernweher lijdt aan het feit dat hij niet daar is, maar hier’
REISDAG 159
Dus daar zat ik dan. Zelfs de advie zen om me uit een existentiële crisis te halen, bleken tot een verdieping van die crisis te leiden. Het was tijd voor een noodplan. Wat waren mijn mogelijkheden? Wat kun je doen als de wereld om je heen je niet geeft wat je nodig Dehebt?eerste twee opties die ik kon bedenken, vie len bij voorbaat al af. Allereerst kon ik natuur lijk de wereld aanpassen aan mijn behoeften.
V
Dat leek me nogal veel werk en ver boven mijn macht bovendien. Ik kon misschien ook mezelf aanpassen aan de wereld. Maar dat zou bete kenen dat ik kind, god of dier zou worden, en ik had net bedacht dat dat niet voor mensen is Hetweggelegd.derdealternatief was natuurlijk om het dan maar voor gezien te houden en zelfmoord te plegen. Maar dat trok me op de een of andere manier niet erg aan. Kennelijk vond ik mijn getob toch interessant of leuk genoeg om ermee door te gaan – en het probleem van de overgang van het leven naar de dood is ook wel dat je weet wat je hebt, maar niet weet wat je krijgt. Daar moest ik maar niet te lichtzinnig mee omgaan, besloot ik. Voor ik het wist zat ik aan een eeuwig zinloos leven vast, en dan was ik van de regen in de drup geraakt.
REISDAG 160 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER is vitaal, weet meteen na de geboorte wat het moet doen, kent geen twijfel over identiteit, bestemming of toekomst en is amoreel – het wisselt alleen tekens van pijn en genot uit, aldus Aristoteles. Dat doen wij natuurlijk ook, zag ik ook in mijzelf, maar dat betekent nog niet dat je je hele leven kunt doorbrengen met pijn ver minderen en genot vermeerderen. Ik begreep, net als nu, nog niet heel veel van het leven, maar zag al wel om me heen dat het genot van de een soms de pijn van de ander is. En als je al weet wat je gelukkig maakt, kan wat je doet later toch onverwacht als een dolkstoot op je terugslaan. Mijn innerlijke positieve levensreiziger had dus ongelijk. Het kan het doel van het leven niet zijn om door zelfkennis tot jezelf te komen. Ten eer ste leek me de mens bij uitstek het wezen dat niet in balans is, en, nog belangrijker, niet in ba lans te brengen valt. Ten tweede had ik sowieso al geen enkel idee wat ik me moest voorstellen bij zelfkennis. Want als ik bijvoorbeeld al eens door introspectie in mijn innerlijk ronddwaal de, kwam ik daar nooit een geduldig wachtend, glanzend zelf tegen, waar ik dan na wat oefening mee samen kon vallen. Ik begon te vermoeden dat die hele positie ve reis-metafoor, dat gelul over jezelf vinden en jezelf worden, op drijfzand was gebouwd. Commercieel was het een meesterzet om zin gevingsvraagstukken op deze manier te framen, dat moest ik toegeven. Want mensen die op weg zijn, zullen nooit iets vinden. Er is geen zelf dat ze kunnen ontdekken, laat staan dat ze ermee kunnen samenvallen. De reizigers zijn dus ein deloos onderweg. En als ze komen reclameren, dan zeg je gewoon dat ze nog niet hard genoeg hebben gezocht.
‘Alles wat uit balans is, zal eeuwig blijven bewegen. Het leven is één grote struikelpartij, één groot Ministry of Silly Walks’
Dat was het laatste dat ik ooit van Jane hoorde. Ik was onder de indruk van haar wijsheid, hoewel ik er later achterkwam dat ze het waarschijn lijk allemaal gewoon van Nietzsche had gejat. ‘De mens is een mislukt dier’, schreef hij in zijn Over waarheid en leugen. We hebben een zwak ge stel, zwakke spieren, zwakke instincten, een vel dat ons nauwelijks warm kan houden: biologisch gezien zijn we een lachertje. ‘Maar daarmee zijn we wel het meest interessant’, vervolgde hij. We moeten immers iets van onszelf maken, anders wordt het niets. Het feit dat bij ons, volwassen mensen, niets vastligt, zoals bij dieren, kinderen of goden, is de oorzaak van die existentiële crises, die mij in die tijd steeds plaagden. Maar die middag begreep ik dat ik die crises niet moest oplos sen door te zoeken naar al te veel zekerheid en houvast. Zodra ik dat zou doen, zou ik mezelf beroven van de levenskracht die ook in me zat. Een mislukte koorddanser zou ik daarom moe ten worden, doorgaan met tasten in het duister. Dat leek me beter dan veranderen in een opge zet dier, een dood kind of een versteende god.
Op dat moment liet eindelijk mijn innerlijke negatieve reiziger van zich horen. ‘Er is nog een vierde keuze!’, fluisterde ze me in (Ze! Ze bleek een vrouw te zijn!). ‘Je hoeft niets te bereiken, je hoeft nergens heen. Dit, dit tobben wat je doet, dat is het al. Dat heen en weer scharrelen, je kop stoten, domme dingen doen, weten dat je het eigenlijk ook niet weet, eindeloos proberen, eeuwig falen, kotsen van je eigen middelmatig heid – dát is het leven. Meer is er niet.’
MENNO DE BREEESSAY ESTHER AARTS
REISDAG 161
Dat was nu niet precies de boodschap die ik wilde horen, maar de stem van mijn innerlijke negatieve reiziger leek op die van Jane Birkin, dus als achttienjarige bleef ik vanzelf luisteren.
VI
‘Je kunt niet anders dan weggaan’, vervolgde ze. ‘Je kunt niet anders. Alles wat uit balans is, zal eeuwig blijven bewegen. Het leven is één grote struikelpartij, één groot Ministry of Silly Walks. Maar dat betekent niet dat je hoeft te eindigen als bloedeloze nihilist. Want wat je wel kunt doen, misschien wel het enige’, en toen zweeg Jane even, ‘Is proberen om van al je falen de schoonheid in te zien. Perfectie is namelijk erg saai, weet je. Spanning maakt creatief.’
‘Het duurt lang om te leren een niemand te zijn’, zingt de Duitse zanger Gisbert zu Knyphausen. Ergens weten we dat we uiteindelijk allemaal een niemand zijn en toch besteden we veel tijd en energie om iemand te worden. Zo ben ik al mijn hele leven al op zoek naar een succesrecept. Ik bezocht goeroes, interviewde wereldleiders en volgde talloze cursussen. Maar de heilige graal heb ik niet Doorgevonden.de aandoening epilepsie woon ik tegenwoordig op een klein eiland in NoordHolland. Er gebeurt niet veel. De mensen vragen er doorgaans niet waar je vandaan komt, wat voor werk je doet of wie je allemaal kent. Op het moment dat je van de pont stapt, voelt het alsof je een veel te zware jas uitdoet.
Hij hoefde de wereld niet rond. Hij was waar hij wilde zijn. Hij was iemand.
ZIJNDAAR BENTJEWAAR
‘Nee zeihoor’,hij. ‘Maak je zorgen.geenIk ben niemand’
De dorpskroeg biedt een bonte verzameling dorpsbewoners: van palingvisser tot partner van een adviesbureau. En één ankerpunt: de oudste bewoner van het eiland. Tot voor kort kwam hij elke dag naar het café. Soms liep hij zelf, moeizaam, soms ging dat niet en had hij ondersteuning nodig. Zijn vaste plek was links aan de bar, daar waar zijn naam is ingegraveerd. Als we elkaar troffen, kreeg ik een knipoog of af en toe een drankje. Het eiland kwam hij al jaren niet meer af. Dat hoefde ook niet; hij miste niets. Het was goed zo. Onlangs is hij overleden. Avondenlang stond er voor zijn huis een lange rij om de familie te condoleren. Elke dag werden er verse bloemen bezorgd, buren en vrienden zorgden voor koffie en eten. Een paar dagen na zijn dood ging hij alsnog van het eiland af. Bij de pont had de veerman de vlag gehesen. Alle dorpelingen vormden een lint langs de kant van de weg om zijn laatste uittocht te begeleiden. Ik stond ertussen, met gebogen hoofd. Hoeveel mensen zouden mijn laatste reis begeleiden, vroeg ik me af. Zouden ze het hebben over mijn prestaties? Mijn diploma’s? Mijn boeken?
Een leven van betekenis leiden is minder groots en meeslepend dan ik dacht. Onze oudste bewoner was gedurende zijn leven waarschijnlijk niet op zoek naar antwoorden.
Het was een van de hardste lessen die ik heb moeten leren. Nu ik al een tijd niet meer meedraai in de drukke mediawereld in Amsterdam, drogen de uitnodigingen voor feesten en borrels op. Mensen met wie ik jarenlang samenwerkte, laten niets meer van zich horen. De headhunter die mij belt voor een prestigieuze baan, weet niet hoe snel hij weer moet ophangen als ik vertel dat ik lijd aan een chronische ziekte. Mijn buurvrouw was vroeger actrice. Ze vertelde me over het acteurswereldje; hoe je er het ene moment belangrijk bent en er het volgende moment niet meer toe doet. Ze herinnerde zich een filmpremière waar iedereen elkaar enthousiast met luchtzoenen begroette. Haar man –beeldhouwer en geen bekende Nederlander – was deze keer met haar meegekomen en stond zich net af te vragen wat hij daar ook alweer te zoeken had, toen een vrouw op hem afstapte. Ze aarzelde en vroeg toen: ‘Ben jij ook iemand?’ ‘Nee, hoor’, antwoordde hij. ‘Maak je geen zorgen. Ik ben niemand.’
SEEDERDEBOER #1 2019REIS / HET VERTREKCOLUMN DOMINIQUE HAIJTEMA
Ik dacht aan iedereen van wie ik hou en of ik ze dat wel voldoende laat weten. Aan het eind van het leven is het glashelder wie of wat er werkelijk toe doet.
Dominique Haijtema is psycholoog, journalist en schrijver van onder meer Nooit meer zelfhulpboekeen
PORTRETTEN MILOE VAN BEEK PETER ARNO BROER
REISGENOTEN
Drie jongere en drie oudere consultants van SeederDeBoer vertellen over de projecten waar ze aan hebben gewerkt en de lessen die ze van elkaar hebben geleerd. ‘Pas als mensen goed in hun vel zitten kunnen zij zich ontwikkelen.’
GETALENTEERD EN EAGER IS'
Ik zag al snel dat Cees getalenteerd en ea ger was, een scherp denker en goed in het creëren van overzicht. Zijn resultaten wa ren beter dan wat ik op basis van zijn er varing had verwacht. Daarom gaf ik Cees snel vertrouwen en liet hem steeds meer zelf doen. Hij bleek ook ambitieus: na een paar jaar gaf hij aan dat hij een extra fi nanciële opleiding wilde volgen zodat hij zich inhoudelijk verder kon ontwikkelen. Cees zorgt dat hij ook bij weerstand in verbinding blijft met klanten en colle ga’s; zo brengt hij duurzame veranderin gen tot stand. Twee jaar geleden deelde hij tijdens een lunch mee dat hij tijd voor zichzelf nodig had, en tegelijkertijd wil de blijven werken aan vraagstukken voor SeederDeBoer. Ik heb hem duidelijk ge zegd dat ik dat geen goed idee vond, dat hij dan ook echt even de tijd moest ne men om een aantal vragen voor zichzelf te beantwoorden. Ik wilde Cees die ruim te geven omdat ik hem graag op het pad richting de maatschap wilde hebben. We werden het gelukkig eens, en inmiddels is hij eindverantwoordelijk voor de Financial Services markt binnen SeederDeBoer. Hij heeft mij niet meer nodig, maar we blijven elkaar opzoeken.’ ZAG AL SNEL DAT CEES
‘Cees was net begonnen met zijn trai neeship toen ik met hem een project bij de Rabobank besprak. ‘Hoe lang gaat deze klus duren?’ vroeg hij na afloop. ‘Waar schijnlijk een half jaar, misschien langer’, antwoordde ik. Langer dan zes maanden wilde hij niet blijven, zei hij stellig, tijdens zijn traineeship wilde hij meer organisa ties zien. ‘Ga eerst beginnen’, was mijn ad vies, ‘dan kijken we over een tijdje hoe het gaat.’ Uiteindelijk heb ik hem na drieënhalf jaar bij de Rabobank weg moeten slepen.
‘IK
REISDAG 164 #1 2019REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
Albert Visscher (54) is partner en veertienwerktjaar bij SeederdeBoer. Hij nam collega Cees onder zijn hoede.
‘Tijdens mijn studie werkte ik voor een bedrijf dat de logistiek deed voor de Formule 1. Dat vond ik zo leuk, dat ik pas op mijn negenentwintigste afstudeerde. Mijn sollicitatiegesprek bij SeederDeBoer vond ik spannend, ik was al wat ouder en gedij het beste als ik vrij kan denken en bewegen. Dat ik na een gesprek een traineeship aangeboden kreeg, gaf me veel vertrouwen. Op mijn tweede dag ontmoette ik Albert, hij was opdracht verantwoordelijk bij de Rabobank waar ik mijn eerste klus deed. Hij gaf me al snel vrijheid en ik kon met hem spiegelen. Bij lastige projecten is het prettig om samen onderzoek te doen en stil te staan bij de dynamiek. Zijn steun droeg bij aan de kwaliteit van mijn werk en aan mijn per soonlijke ontwikkeling. Albert vroeg ook regelmatig mijn mening over vraagstuk ken waar hij aan werkte. Dat maakte onze relatie snel gelijkwaardig. Twee jaar gele den hadden we voor het eerst een stevig gesprek over onze wederzijdse verwach tingen. Ik wilde niet in de hiërarchische lijn van partner-medewerker blijven zit ten, maar zelf eindverantwoordelijk wor den. Tegelijkertijd vroeg ik me af of ik in de financial services, het adviesvak en bij SeederDeBoer wilde blijven werken. Ik vertelde een van de andere partners dat ik twee maanden de tijd wilde nemen om deze vragen te onderzoeken. Albert was niet blij dat hij dat van een ander moest horen. Achteraf snap ik dat. Integer, open en eerlijk communiceren, dat heb ik van Albert geleerd. Uiteindelijk kreeg ik alle ruimte om tijd en energie in mezelf te ste ken en besloot ik dat SeederDeBoer het bedrijf is dat bij me past.’
REISDAG 165 JUNIOR VS SENIOR MILOE VAN BEEK PETER ARNO BROER
‘INTEGER, OPEN EN EERLIJK COMMUNICEREN, DAT HEB IK VAN ALBERT GELEERD’ Cees Schomper (39) is managing Consultant en werkt negen jaar bij SeederDeBoer. Albert was lang verantwoordelijk voor de projecten waar Cees aan werkte.
Atze Vonk (34) is senior consultant en werkt sinds 2017 bij SeederDeBoer.
Anke ter Horst (48) is managing consultant en werkt sinds maart 2016 bij SeederDeBoer. Met Atze klikte het meteen.
REISDAG 166 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
Hij ontmoette Anke bij zijn vorige werkgever.
BELANG
‘Ik houd van complexe vraagstukken, van dialogen voeren, verbinding maken en vertrouwen kweken. Tijdens de reorgani satie van het Erasmus MC moest er met veel partijen worden gewerkt aan een gemeenschappelijk doel. Toen ik binnen kwam zat het proces vast, er was een har de deadline en het projectteam maakte te weinig tempo. Ik wilde eerst vertrouwen kweken, weten waar het probleem zat, hoe het tot stand was gekomen en bepa len ‘wat nu?’ Daarom besloot ik, ondanks de hoge druk, om eerst te vertragen. Ge lukkig was er veel en gedegen voorwerk gedaan, onder andere door Atze. We hadden meteen een klik en respecteer den elkaars rol en kwaliteiten. Atze werkt snel en geordend, appte ik hem tijdens een vergadering of ’s avonds een verzoek, dan zat het kort daarna in mijn mailbox. Het was flink doorwerken, soms dachten we om zes uur klaar te zijn maar moes ten we tot elf uur ’s avonds door op een zak drop. Ik vond het mooi om te zien hoe charmant en persoonlijk Atze met men sen omgaat, en hoe hij tegelijkertijd altijd de inhoud in de gaten houdt. Het is, zeker in dit soort stressvolle trajecten, prettig en belangrijk om te weten wie de mens achter de collega is. Daarom maakten we beiden regelmatig tijd om bij te kletsen met een kop koffie. Atze’s zoontje zag ik al een dag na zijn geboorte in het Erasmus MC, dat zegt wel iets over onze relatie. Ik vind het super dat hij nu mijn collega is.’
IK
‘De nieuwbouw en reorganisatie van het Erasmus MC was een enorm project met veel stress en deadlines. Anke kwam van uit SeederDeBoer als vervangend pro jectleider om ons daarbij te ondersteu nen. Toen ze binnenkwam zei ze: ‘Ik neem nu geen besluiten waarvan ik niet weet wat de gevolgen zijn. We moeten eerst de tijd nemen zodat we weten waar we staan, met wie we te maken hebben en hoe we het tempo gaan realiseren.’ Dat ze in die hectische situatie koos voor vertraging, vond ik verrassend en gewaagd. Ik ben dat sindsdien ook gaan doen als ik ergens nieuw binnenkom: eerst de rust nemen om alles in kaart te brengen. Anke ging in overleg met de OR en de andere be trokkenen, zo kon ze beslissen waar het accent moest liggen. Ik bracht de acht tien reorganisatiegebieden in kaart en vormde een commissie van hr-adviseurs in. In het jaar dat ik met Anke samenwerk te, leerde ik het belang van openheid en dat je weerstand niet moet ontlopen. Anke betrok bijvoorbeeld de OR in een vroeg stadium bij het proces, en maak te hen deelgenoot van de complexiteit. Heel gedurfd en spannend, want er was veel wantrouwen. Haar initiatief haalde veel kou uit de lucht, haar vriendelijke, duidelijke begeleiding was cruciaal. Toen mijn contract bij het Erasmus MC bijna af liep, besprak ik mijn toekomst met haar. Ik wilde meer bedrijfskundige, complexe opdrachten uitvoeren in de zorg, Seeder DeBoer leek me een mooi bedrijf waar ik mezelf verder kon ontwikkelen. Ik doe nu gave projecten, zoals de fusie voor een grote divisie in het Amsterdam UMC.’
‘VAN ANKE LEERDE HET VAN OPENHEID EN DAT JE WEERSTAND NIET MOET ONTLOPEN’
REISDAG 167 JUNIOR VS SENIOR MILOE VAN BEEK PETER ARNO BROER ‘IK VIND HET MOOI OM TE ZIEN HOE CHARMANT EN PERSOONLIJK ATZE MET MENSEN OMGAAT’
Anna Dogan (24) werkt sinds kort als junior banking consultant bij SeederDeBoer. Robine is haar coach.
REISDAG 168 ‘ROBINE LAAT ME ZIEN WAAR MIJN STERKE KANTEN LIGGEN EN HELPT ME VERDER’
‘Na mijn afstuderen had ik het plan om een lange reis te gaan maken, maar toen zag ik de vacature bij SeederDeBoer. De consultancy trok me, ik houd ervan om verschillende dingen te doen, alleen was ik tijdens inhouse- en meeloopdagen bij grote kantoren vaak afgeknapt. Het ging er vooral over de omzet en de grote klanten. Bij SeederDeBoer voelde ik me geen nummer. Er was oprechte interes se, ze wilden weten wie ik was en waren op zoek naar een match in plaats van de kandidaat met de hoogste cijfers. Het eerste contact met Robine was vrijblij vend, openhartig en warm. Tijdens mijn sollicitatie kreeg ik de opdracht om een persoonlijke brief te schrijven waarin ik vertelde waarom dit bedrijf bij me pas te. Daardoor ging ik bewuster nadenken over mijn toekomst en wat ik belangrijk vind, bijvoorbeeld dat ik naast mijn werk maatschappelijk actief wil zijn. Met Ro bine bespreek ik elke maand mijn werk zaamheden. Ik denk graag hardop na, zij vertelt hoe zij dingen ervaart en dat biedt mij vaak een nieuw perspectief. Ze laat me zien waar mijn sterke kanten liggen en helpt me verder. In drukke periodes peilt ze hoe het met me gaat, dat vind ik prettig en bijzonder. Mijn ouders komen oorspronkelijk uit Turkije, bij andere or ganisaties kreeg ik wel eens het gevoel dat ze me vooral wilden aannemen zodat ze konden laten zien dat ze een divers be drijf waren. Hier ben ik Anna en word ik gewaardeerd om mijn persoonlijkheid en inhoudelijke kwaliteiten. Toen Robine mij laatst vroeg of ik mijn mening wilde ge ven over onder andere diversiteit, dacht ik daar voor het eerst echt over na. Ik zou vooral willen uitdragen dat het belangrijk is om oog te hebben voor verschillende soorten individuen.’
REISDAG 169 ‘ANNA PAKT HEEL BEWUST KANSEN EN VIND VANZELFSPREKEND’NIKS
‘Toen ik in 2007 bij SeederDeBoer be gon, werkten er tien mensen en was ik de jongste. Ik kreeg veel begeleiding van mijn collega’s tijdens mijn opdrachten, maar vroeg wel direct of we niet meer aandacht moesten besteden aan het aannemen van meer jonge medewerkers – zij zijn het ka pitaal van een organisatie. Toen een van de partners een jaar geleden vroeg of ik het consultancy traineeship verder wil de professionaliseren, zei ik meteen ja. Sindsdien ben ik talentmanager van de junior consultants, het geeft me energie als ik hen aan SeederDeBoer kan verbin den. Anna had online een vacature van ons geliked. Daarna hebben we een paar berichten over en weer gestuurd. “Ik ben nog bezig met mijn scriptie”, schreef ze. “Ik ben me aan het oriënteren op wat ik wil, maar jullie vacature houdt me be zig.” Ze solliciteerde op het nippertje, en begon zo ongeveer een week later. De manier waarop Anna in het leven staat, vind ik inspirerend. Ze pakt heel bewust kansen en vind niks vanzelfsprekend. Ze heeft een grote drive en veel verant woordelijkheidsgevoel, ze wil het graag goed doen voor iedereen. Ik laat haar de mogelijkheden zien en besteed aandacht aan het persoonlijke stuk. Ik vind het be langrijk dat mensen goed in hun vel zitten; dan pas kun je je ontwikkelen. Dat is niet altijd makkelijk, weet ik vanuit mijn eigen ervaring als junior. Het duurt even voor je geland bent. Ik geef Anna mee dat het niet alleen rozengeur en maneschijn is. Ik hoop dat haar dat steunt als het soms even lastig is.’
Robine van Veen (37) is talentmanager bij SeederDeBoer. Ze geeft leiding aan de junior (banking) waaronderconsultants,Anna.
REISDAG 170 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
Josette Oegema → Josette Oegema fotografeerde in de oude stad van Jeruzalem en deed daarbij onderzoek naar diverse perspectieven. Op een plek waar zoveel speelt, is duidelijkheid soms ver te zoeken. In een poging de alledaagse realiteit toch te begrijpen, nam ze de rol in van waarne mer. Met haar beelden probeert ze structuur aan te brengen in de chaos.
Artdirector Rob Stolte toog naar de HKU, de Utrechtse kunstacademie waar hij ooit studeerde. Daar vroeg hij vijf studenten Fotografie om het thema Richting in beeld te brengen. Dat deden ze ieder op geheel eigen wijze.
Keri Stoelinga → Keri Stoelinga is constant op zoek naar wat ze nou eigenlijk wil vertellen en hoe ze dit het best kan overbrengen. Dat proces voelt als een soort roadtrip, waarbij ze naar eigen zeggen uren over de weg kan racen om plotseling een onverharde weg op te rijden en te beseffen dat ze de vorige afslag had moeten nemen. Door steeds weer op haar eigen richtingsgevoel te vertrouwen, komt ze uiteindelijk op haar bestemming uit.
REISDAG 172 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER <-- Joeri Boelhouwer Voordat Joeri Boelhouwer naar Utrecht verhuisde, begon hij vast op Google Maps zijn nieuwe buurt te verkennen. Zijn eerste indruk was heel anders dan hoe hij het wonen er uiteindelijk zou ervaren. Na zes maanden in zijn nieuwe stad, probeerde hij die eerste indruk nog eens te herbeleven.
REISDAG 175 <-- Noa Ben David Zonder titel. ^-- Mandy Nijhof Mandy Nijhof maakte een serie foto's van haar kamer, die je zou kunnen beschouwen als een reis door haar hoofd. Met de foto's wil ze aandacht vragen voor de problematiek van mensen met een bipolaire stoornis. BEELDVERHAAL EVA SCHUURMANS FOTOGRAFIE-STUDENTEN HKU
SEEDERDEBOER REIS / RICHTING #2 2020 REISDAG 176
REISDAG 177 AUTOBAHNJORIS VAN CASTERENRECONSTRUCTIE
Even uit de haven van IJmuiden trof hij een vluchteling, dobberend op een provisorisch vlot. Schrijver Joris van Casteren maakte een reconstructie.
Op zaterdag 2 juni 2019 was Walter Schol, schip per bij de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM) in IJmuiden, vroeg uit de veren. Zijn zoontje moest om half negen een voetbalwedstrijd op Marken spelen, al om half zeven was hij door de vader van een teamgenoot Zelfopgehaald.konSchol niet mee, hij had die dag tot twaalf uur schippersdienst, wat betekent dat hij bij een melding binnen tien minuten op de boot moet kunnen zijn: de NH1816, een ultramodern gevaar te, gedoopt in april 2014 door koningin Máxima, dat ook in de zwaarste weersomstandigheden zeewaardig blijft. Schol was de kelder aan het opruimen. Dat deed hij stilletjes, om zijn slapende vrouw niet te wek ken. Ze waren de zolder aan het verbouwen tot ‘discokamer’ voor zijn oudere zoon, waardoor zich in de kelder een ongeordende hoeveelheid spullen ophoopte.
‘Zwemmer in problemen’, meldde de pieper van schipper Walter Schol.
Hij versleepte juist een zware doos en verbaasde zich over de niet of nauwelijks gebruikte voor werpen die ze in de loop der jaren kennelijk had den aangeschaft, toen hij om kwart voor zeven een doordringend gepiep hoorde. De pager, be vestigd aan zijn broekriem, ging af. ‘Zwemmer in problemen’, las hij op het display. Een minuut later zat hij in de auto, snel maar beheerst reed hij over de vele drempels in zijn nieuwbouwbuurt. Vijf minuten later hees hij zich op het reddingsstation aan de Haringkade in zijn overlevingspak: een geelrode uitdossing met geïntegreerd reddingsvest, flitslicht met reser vebatterijen, CO2-patronen, handschoenen van kevlar en een waxstift om de rits soepel en wa terdicht te houden.
Het was net zeven uur geweest toen hij met zes eveneens haastig gearriveerde ondergeschikten aan boord van de NH1816 stapte. Zijn collega’s gordden zich vast op speciale stoelen schuin ach ter hem in de kajuit, terwijl hij de boot het Noord zeekanaal opstuurde, langs de DFDS-veerboot naar Newcastle, in de richting van de sluizen.
Krab greep de marifoon en belde met schip per Schreuder van de YM36. Schreuder en zijn stuurman namen de melding van hun collega niet erg serieus. ‘Je hebt zeker te veel cola gedron ken’, kreeg Krab te horen. Toen ze daarop langs zij kwamen en het merkwaardige bouwsel in het licht van hun eigen lampen konden zien, kwam er ernst in hun stemmen en werd op hun gezag de kustwacht in Den Helder ingeschakeld. Die nam de vreemde melding juist uiterst serieus. Schreu der en Krab, die doorgaven dat het vlot afgezien van de man ook beladen was met een aantal tas sen, dienden afstand te houden. De positie van het vlot was uiterst ongelukkig: het lag in het ver lengde van de zuidpier en dreef rechtstreeks op de drukke vaargeul af. Het was licht toen Schol met de NH1816 de lo catie naderde. De man op het vlot zou foto’s aan het maken zijn, vertelde de kustwacht cen tralist, waardoor Schol nog even dacht dat het misschien om een hobbyfotograaf ging die in de problemen was geraakt.
#2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
Een derde bulk carrier, die van de aanlegplaats van Tata Steel de Noordzee opvoer, benam Schol het zicht. De centralist vertelde ondertussen dat dit honderdvijftig meter lange schip het vlot op minder dan vijftien meter passeerde; het was een wonder dat het bouwsel in de krachtige hek golf niet naar de bodem werd gezogen.
Toen het vaartuig voorbij was gevaren, legde Schol de NH1816 op vijftig meter afstand van het vlot stil. Hij constateerde dat de man, ‘een buitenlands type’, inderdaad foto’s maakte, met een mobiele telefoon die met een snoer aan een zonnepaneeltje vastzat.
REISDAG 178
Het scheepvaartverkeer, constateerde Schol, was al flink op gang aan het komen. Vanaf zee schoof een grote bulk carrier hun richting uit, terwijl achter hen vanuit Amsterdam een nog omvangrijker schip buitengaats wilde gaan. Schol riep de kustwacht op om naar de positie van de zwemmer te informeren. Het ging eigenlijk niet om een zwemmer, hoorde hij de centralist zeg gen, maar om een man op een vlot. Ze hadden er zwemmer van gemaakt om op P2000, het open bare meldsysteem, niet te veel de aandacht te Detrekken.kustwacht
centralist gaf aan dat de melding om zes uur van de YM36 was gekomen: een klei ne vissersboot met stuurman, die nog voor het ochtendgloren met vers gevangen zeebaars en tarbot terugvoer naar de haven. De YM36 was in gezelschap van de YM14, het bootje van Mike Krab. Al jaren vist Krab in de vroege uren op tong, zo ook deze ochtend. Hij had het vlot als eerste gezien. Aanvankelijk dacht hij dat er vuilnis op het water dreef. Maar toen hij zijn schijnwerpers aanzette, zag hij tot zijn verbijstering een man op een vlot zitten.
Hij greep een zelfgemaakte peddel – een stevige tak waar een aluminium dienblad aan bevestigd was – en begon bij de NH1816 vandaan te roei en. Dat lukte nauwelijks, omdat de stroming in de vaargeul veel te krachtig was. ‘Come aboard!’ riep Schol terwijl hij de kajuit uitliep. ‘No, no, no!’ luidde het antwoord. ‘Danger, big ships’, ripos teerde Schol, terwijl op zijn aanwijzingen een van de bemanningsleden een lijn uitwierp in de richting van het vlot. Pas toen Schol op een na derend containerschip wees, was de man bereid het touw uit het water te vissen en aan zijn vlot te bevestigen. Voorzichtig zette Schol zijn schip weer in beweging. Op traag tempo slaagde hij erin de opmerkelijke reiziger in noordwaartse richting uit de vaargeul te trekken. Terwijl Schol de laadklep van de NH1816 liet zak ken, grepen zijn zes bemanningsleden de voor kant van het vlot en trokken het met tegensput terende opvarende en al op de achterplecht. ‘Hij wilde niet, maar ik maakte hem duidelijk dat het avontuur over was’, vertelt Schol. Verslagen klom de man uit de hangmat op zijn vlot, griste een tas uit een emmer en maakte aanstalten de ka
De veronderstelde vluchteling droeg een korte broek en zwarte trui. Hij leek zich te bevinden in een soort hangmat, bevestigd tussen de boom stammen. Opeens verstarde de man. Nu het reddingsschip wendde en de driekleur op het achtersteven zichtbaar werd, realiseerde hij zich vermoedelijk dat hij niet de kust van Engeland had bereikt maar zich nog steeds in Nederlandse wateren bevond.
Niet alleen fotografeerde de man het passeren de schip; toen hij Schols hypermoderne red dingsschip opmerkte, begon hij ook dat te fo tograferen. ‘Hij was zich absoluut niet van enig gevaar bewust’, vertelt Schol. Het werd nog vreemder toen de man, vrolijk lachend, uitbundig naar Schol begon te zwaai en. In de kajuit richtte Schol het woord tot zijn bemanning. Hij zei te vermoeden, ook omdat de kustwacht over de marifoon die suggestie had geuit, dat ze met een vluchteling te maken had den. Eentje die, net als al die andere vluchtelin gen waar je zo vaak over hoorde in het nieuws, op desperate wijze het Verenigd Koninkrijk probeert te bereiken. ‘Doe voorzichtig’, waar schuwde Schol zijn collega’s. ‘Er is een kans dat hij niet van zijn vlot af wil. Denk aan jullie eigen veiligheid, we moeten erop bedacht zijn dat hij gewapend is.’
In opperste concentratie manoeuvreerde Schol zijn schip naast het vlot: een kruisvormige con structie die met touw bijeen werd gehouden en waarin gestripte boomstammen, plastic flessen en bloempotten vol purschuim waren verwerkt.
REISDAG 179 AUTOBAHNJORIS VAN CASTERENRECONSTRUCTIE
REISDAG 180 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
juit te betreden. ‘Jongens, die tas moet weg, uit zijn buurt ermee’, riep Schol, die vreesde dat het een wapen of misschien zelfs een explosief zou kunnen bevatten. Zonder tas ging de man op Schols aanwijzingen op een bankje zitten, pal onder een portret van Hare Majesteit de Koningin. ‘Als hij een onver wachte beweging maakt, spring je er bovenop’, instrueerde hij zijn mannen. Maar van onverwachte bewegingen was geen sprake; de man maakte een verslagen indruk. Hij leek onder de indruk van het geavanceer de schip. Schol vroeg om zijn paspoort, maar in plaats daarvan haalde de man een pasje van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) uit zijn broekzak. Daaruit kon Schol opmaken dat hij uit Eritrea afkomstig was en in Weert in een asielzoekerscentrum had gezeten.
Van de kustwacht centralist vernam Schol dat hij de man met vlot en al naar de Haringkade terug moest varen; bij het reddingstation stond de ma rechaussee al klaar. Schol keerde het schip en zette koers richting IJmuiden. De man staarde droevig voor zich uit en toen Schol hem vroeg of hij iets wilde eten of drinken, keek hij hem niet-begrijpend aan. De rest van de tocht was het doodstil aan boord. Eenmaal in IJmuiden werd de opvarende van boord gehaald; gedwee verdween hij in een busje. De marechaussee gaf aan dat ze beslag zouden leggen op het vlot, Schol en zijn man nen moesten het zolang achter linten op de kade achter het reddingstation bewaren. ‘Er mocht niemand bij in verband met sporen en dat soort dingen.’
Nu hij het vlot wat beter bekeek, constateerde Schol dat het redelijk vernuftig in elkaar was gezet; iemand moest de Eritreeër ermee gehol pen hebben. Maar Engeland, honderd mijl west waarts, zou hij er nooit mee hebben bereikt. Daarvoor is de stroming in de Noordzee veel te sterk. Bovendien was er slecht weer op komst: REISDAG 180 windkracht 7 werd voorspeld, in de golven van gemiddeld drie à vier meter hoog was het vlot gegarandeerd ten onder gegaan. Het lichaam van de man, die niet over een zwemvest beschik te, zou in dat geval bij Texel of voor de kust van Denemarken uit zee zijn gevist.
HAGELSLAGPUUR
Met twee bemanningsleden inspecteerde Schol het vlot, waar ook een provisorische mast met zeil op was bevestigd. In een plastic zak vond hij een trommel die een waterfles, een brood en een pak hagelslag bevatte. In een andere tas trof Schol flippers en een duikbril aan. ‘Op zijn ma nier was hij goed gefaciliteerd vertrokken.’
NaNaschrift:verhoor door de Marechaussee werd de Eritreeër overgedragen aan de Immigratie en Naturalisatiedienst (IND). Ze hebben hem op grond van de zogeheten Dublinclaim terug naar Italië gestuurd, omdat hij in dat land in eerste instantie asiel had aangevraagd. Het is niet bekend waar de man zich nu bevindt, of hij in Italië verblijft of een nieuwe oversteek poging heeft ondernomen. De marechaussee, die ondanks herhaalde verzoeken niet bereid was om voor dit verhaal meer informatie te verschaffen, heeft het vlot eind juni laten vernietigen. stroming, de wind en het getij, moest de man er gens tussen Noordwijk en Zandvoort rond drie uur ’s nachts zijn vertrokken. In het donker zou hij door anderen een eindje de zee in moeten zijn geduwd. ‘Als het licht wordt ben je er’, had den ze hem vast voorgehouden. ‘Wat je dan ziet is de kust van Engeland.’ Om twaalf uur zat Schols dienst erop. ’s Middags reed hij met zijn gezin naar hun caravan op een recreatiepark in Callantsoog; zijn zoon had de voetbalwedstrijd gewonnen. Het lukte Schol niet om dat weekend echt te ontspannen, hij bleef maar denken aan de man op het vlot. Later die week liet hij zijn oudste zoon het vlot zien, dat op last van de marechaussee nog altijd op de kade bij het reddingstation lag. Hij vertelde over Euro pa en over vluchtelingen. ‘Daar was mijn jongen toch wel van onder de indruk.’
REISDAG 181
AUTOBAHNJORIS VAN CASTERENRECONSTRUCTIE
REISDAG 181
Nadat Schol de NH1816 weer in gereedheid had den gebracht, dronk hij op het reddingstation met zijn bemanningsleden een kop koffie. ‘Mis schien was dit vlot zijn laatste redmiddel’, hield Schol zijn mannen voor. ‘Misschien zitten zijn vrouw en kinderen daar in Engeland te wachten op papa.’ Spijt van het opbrengen van de man had hij echter niet. ‘Ik wilde hem liever zo van het water afhalen dan in verre staat van ontbinding.’ Misschien had de man betaald voor het vlot, op perden Schols collega’s. Hadden anderen het voor zijn laatste spaargeld in elkaar gezet. Het touw en de bloempotten met purschuim waren nieuw, ze moesten ergens in een bouwmarkt zijn aangeschaft. De gestripte stammen leken gerooid in het duingebied. Ze waren het er al lemaal over eens dat de man het vlot niet in zijn eentje in het water kon hebben getild, daar was het veel te zwaar voor. Gelet op zijn positie, de ‘Ik wilde hem liever zo van het water afhalen dan in verre staat van ontbinding’
WELLESNIETES AUTOBAHNFACTSRUBRIEKREISDAG 182
REISDAG 183 DIVERSENDOMINIQUE HAIJTEMABOEKEN Duizenden boeken over persoonlijke en zakelijke ontwikkeling met evenzoveel titels die elkaar welbeschouwd tegenspreken. De waarheid? Die ligt waarschijnlijk in het midden.
REISDAG 184 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
REISDAG 185
naarOnderwegmorgen
REISDAG 186 SEEDERDEBOER REIS / RICHTING #2 2020
REISDAG 187 TOM JANSSENPAULIEN DE JONGREPORTAGE Vijfhonderd docenten, honderdtwintig opleidingen, zesduizend studenten met tachtig verschillende nationaliteiten: het MBO college Hilversum is een mini-samenleving. Dat vergt net wat meer dan orde houden en lesgeven alleen.
Kwart voor negen, vanaf het perron van station Hilversum Sportpark steken tientallen jongeren de straat over. Hun school, het MBO college in Hilversum – strakke lijnen, hout, wit stucwerk en staal – ligt er pal naast. Hier lopen op een door deweekse dag meer dan tweeduizend van de in totaal zesduizend studenten en vijfhonderd medewerkers rond. Ze zijn verbonden aan meer dan honderdtwintig verschillende vakopleidin gen. Hoewel je een menigte zou verwachten, is het in de hal met eigentijdse zitjes en gekleurde designlampen opmerkelijk rustig.
Komt door het ontwerp en de inrichting van het gebouw, vertelt directeur Kirstin van Loon op weg naar haar werkkamer op de eerste ver dieping. ‘Het zijn eigenlijk twaalf minischolen in één pand. Iedereen heeft zijn eigen afdeling en tegelijkertijd kun je met studenten van andere opleidingen in contact komen.’ Onderlinge ont moetingen, ook tussen studenten van andere niveaus en opleidingen, passen bij de visie op levensecht onderwijs, vertelt ze. Het benadert bovendien zo dicht mogelijk de praktijk. ‘Stu denten leren hier dingen die contextrijk zijn: uit het echte (bedrijfs-)leven gegrepen.’
REISDAG 188 #2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
Levensecht onderwijs begint in de gangen van de school waar studenten van divers pluima ge elkaar tegenkomen. Wie hier een halfuurtje rondloopt, merkt al snel dat ‘de’ mbo’er niet be staat. Directeur Van Loon, trots: ‘Hier vind je een afspiegeling van de samenleving in één gebouw.’
STRAATVECHTERS
Reizen gaf haar richting: Amanda trok door Europa en woonde anderhalf jaar in Aus tralië waar ze een dag meeliep bij de Flying Doctors. Dat maakte zoveel indruk dat ze besloot: ooit kom ik hier terug en vlieg ik het land over om zieke mensen te helpen. ‘Ik ben altijd onder de indruk van de zelfred zaamheid van onze studenten’, reageert van Loon. ‘Laatst sprak ik een jongen die speciaal voor ons had gekozen om weg te zijn uit Amster dam Zuidoost. “Al mijn vrienden zitten in een bende, als ik daar blijf, word ik meegezogen”, zei hij. Afschuwelijk om te horen, maar tegelijkertijd motiveert en inspireert zo’n verhaal. Als school directeur wil ik dan nog harder mijn best doen om het leven van straatvechters te laten slagen.
Zoals dat van de net afgestudeerde ICT’er Ryan Veira (19) die als kind gedragsproblemen had, naar het speciaal onderwijs ging en geen veilig thuis kende. Tijdens zijn studie verhuisde hij van zijn moeder naar zijn vader en uiteindelijk naar zijn oma. Hij had kunnen switchen naar een mbo dichter bij huis, maar hij wilde per se op deze school blijven. ‘Dit is een veilige bestemming’, legt hij uit. ‘Een plek waar ik mezelf kan zijn, ze ker in de tijd dat het thuis slecht ging.’ Ryans ervaring is een compliment aan het adres van de school. Kan Van Loon zo’n school bieden voor iedere student? ‘Nee, niet iedereen vindt hier zijn draai en niet elke student met problema tisch gedrag is te redden. Grensoverschrijdend gedrag, zoals stalken, slaan, vechten of pesten wordt niet geaccepteerd. “Slaan is gaan” was lan ge tijd het adagium, hoewel we daar steeds meer van terugkomen. Het hangt erg af van de bereid willigheid van de student zelf. Toont hij berouw, heeft hij reflectie? Is hij in staat om zijn gedrag te
Studenten verschillen in niveau (van praktijkon derwijs tot havo) en komen uit alle hoeken van het land (van Texel tot Sluis). Het zijn jongvol wassenen met meer dan tachtig verschillende nationaliteiten; waaronder studenten met een vluchtelingenachtergrond. Ook in leeftijd ver schillen ze: in het eerste jaar zitten overwegend zestienjarigen die net van de middelbare school komen, maar ook een paar twintig-plussers met werkervaring en soms al een gezin. Zoals Aman da Kruiswijk (27), tweedejaars student Verpleeg kunde en alleenstaand moeder van een zoon van acht. Amanda ging na haar vmbo-diploma op reis. ‘Ik was een instabiele puber, verslaafd en allergisch voor sleur. Of zoals mijn opa het zegt: “Je bent net als ik; een moderne gipsy. Zonder kind had je permanent in een camper gewoond.”’
TWINTIGPLUSSERS MET GEZIN
Amanda Kruiswijk Ryan Veira
#2 2020REIS / RICHTINGREISDAGSEEDERDEBOER 190
REISDAG 191 TOM JANSSENPAULIEN DE JONGREPORTAGE
‘Zonder mijn mentor had ik hier niet meer gezeten’
Zo’n mini-samenleving met adolescenten in allerlei soorten en maten, wat vraagt dat pedagogisch en didactisch van een mbo school? Heel veel, is Van Loons ervaring. ‘Het ouderwetse, frontale onderwijs met één docent voor de klas, dat past niet meer. We zijn niet alleen kennisinstituut en beroepsopleider; de nadruk ligt steeds meer op Bildung: de vorming tot zelfstan dige, vrije en goede mensen met gevoel voor geschiedenis en cultuur.’ Eigenschappen die nodig zijn om op school, later op je werk en in de maatschappij te kunnen functioneren. Vaardig heden die pure noodzaak zijn in een wereld die snel verandert.
veranderen? We doen in elk geval altijd onze stinkende best en zien dat onze visie op levensecht leren zijn vruchten afwerpt.
Ook Amanda prijst de begeleiding van haar mentor. ‘De ge sprekken gaan alle kanten op; over hoe het met me gaat, over mijn afwezigheid toen mijn zoontje ziek was, over opdrachten die niet op tijd af zijn en over mijn faalangst die begon op de basisschool.’ Samen zochten ze naar oplossingen. Zo mocht Amanda tijdens de toets rustgevende muziek luisteren, maakte ze opdrachten zonder dat ze wist dat ze er een cijfer voor kreeg en kreeg regelmatig oefentoetsen mee naar huis. ‘Tijdens de lessen geeft ze me vaak een schouderklopje. Dan zegt ze: “Je kán het hè?” Zonder haar had ik hier niet meer gezeten.’
Alles draait om de studenten, we vragen onze docenten oog te hebben voor het individu.’ Zo kende de mentor Ryans leer behoeften, maar wist hij ook van diens thuissituatie, omdat die twee niet los van elkaar staan. Dat was fijn, vult Ryan aan. ‘Mijn mentor informeerde vaak hoe ik ervoor stond of hij vroeg wat ik nodig had. Omdat mijn ouders niet in staat waren mij absent te melden, mocht ik dat bij problemen zelf doen. Dat is bijzonder, want ik was op dat moment nog geen achttien. Omdat school mij die verantwoordelijkheid gaf, ben ik nooit ongeoorloofd afwezig geweest en heb ik mijn opleiding kunnen afmaken.’
ZELFSTANDIGE, VRIJE MENSEN
Want van alle kinderen die nu naar school gaan, heeft straks 65 procent een baan die nog niet bestaat. ‘Onze opleiding tot bankmedewerker is bijvoorbeeld door digitalisering en robo tisering gesneuveld. Daarom leiden we studenten steeds bre der op, zodat ze wendbaar zijn’, zegt Van Loon terwijl ze een boekje met de titel Strategische koers 2015-2020 op tafel legt.
Op de eerste bladzijde een citaat van media-on dernemer Reinout Oerlemans, een icoon op de Hilversumse school, waar veel studenten wor den klaargestoomd voor de televisiewereld van morgen. De beste voorbereiding op je toekomst is om te leren hoe je jezelf steeds kunt aanpas sen. ‘We praten met elkaar over communiceren, samenwerken, collegiaal zijn. En over karakter ontwikkeling, een positieve houding aannemen en over persoonlijke zingeving. Wat is jouw plek in de wereld? Veel elementairder dus dan alleen leren hoe je een camera kunt bedienen.’
De Bildung-vaardigheden leren de studenten tij dens de burgerschapslessen. Die gaan over on derwerpen als oorlog, het functioneren van de samenleving, politiek, seksualiteit en de omgang tussen mensen met verschillende etnische ach tergronden. De leerstof hangt nauw samen met mentorlessen waarbij wordt ingezoomd op het dagelijks leven: hoe ga je met elkaar om in de klas? En hoe geef je aan dat je ontevreden bent, of iets niet wilt? Ook krijgen studenten meer inspraak in hun eigen onderwijs. Hoe geef je feedback als je het niet eens bent met de lesaanpak? Van Loon: ‘We zijn bezig met feedback-instrumenten waar studenten de les van de docent kunnen beoor delen en we werken aan een app Heb je genoeg geleerd vandaag? Het is een van de manieren om studenten kritisch na te laten denken over wat ze willen leren en hoe ze dat willen. Voor docen ten is het een manier om scherp te blijven. Geef ik te vaak frontaal les? Kan ik de aandacht van de student wel lang genoeg vasthouden? Het is spannend voor docenten, want hun les ligt in eens onder een vergrootglas.’ Richting geven gebeurt niet alleen in de school. Ook op de stageplekken bij bedrijven werken de studenten aan levensecht leren; tijdens de praktijkopleidingen komen ze zelfs nauwelijks op school. Zij worden begeleid door stagebegelei ders in het bedrijf en op afstand (via skype) door docenten en mentoren. Van belang is dat het le ren doorgaat in het bedrijf waar een student sta ge loopt. Hoe weet je of dat gebeurt? Van Loon: ‘Door gesprekken met bedrijven en studenten op locatie, maar we zijn ook begonnen met zo geheten leerwerkkaarten die studenten in het bedrijf kunnen gebruiken. Restaurants of hotels kunnen onze horeca-studenten begeleiden en focussen op het gedrag dat wij willen zien. Bij het onderdeel gastheerschap bijvoorbeeld kun je gradaties beschrijven, zoals: kijkt gasten wel/ niet aan, begint zelf wel/niet met praten. Zo gaat het leren op de werkplek door en voorkom je dat studenten als volwaardige kracht worden ingezet én beoordeeld.’
#2 2020REIS / RICHTINGSEEDERDEBOER
BURGERSCHAPSLESSEN
NIEUWE BESTEMMING Amanda denkt al concreet na over haar toe komst na het MBO College. Met een spran keling in haar ogen: ‘Er staat bij mij een dikke stip op de Australische horizon. In 2024 ga ik emigreren. Ik ben al met visa bezig en heb een huis op het oog in Cairns.’ Maar eerst nog even het mbo en daarna twee jaar hbo Verpleeg kunde afmaken. Dat is best een opgave, want met het schoolse en op hun telefoon tikkende klasgenoten is Amanda wel een beetje klaar. Ook voor Ryan is het tijd voor een nieuwe be stemming. Volgend schooljaar begint hij met de hbo-studie Office Management in Utrecht. Door in de ICT wil hij niet. ‘In het derde jaar kwam ik erachter dat ik mezelf daar niet in zag werken. Ik was secretaris en penningmeester in de stu dentenraad en ontdekte dat dat echt bij mij past. Denken, veranderen, mee besluiten, dát vind ik leuk. In overleg met mijn stagebegeleider besloot hij zijn opleiding af te maken en door te stromen naar het hbo. Ryans succesverhaal is enerzijds uniek, vindt Van Loon. ‘Alleen al omdat Ryan net als ieder een uniek is. Maar we kennen gelukkig nog veel meer succesverhalen hier op school. Leerlingen die van de mavo komen en op hun gemak door stromen naar het hbo, sommigen werden net als Ryan en Amanda al op jonge leeftijd in hokjes geduwd en beoordeeld op wat ze (nog) niet kon den. Hier komen ook andere talenten bovendrij ven, omdat studenten bij ons niet alleen hoeven uit te blinken in het cognitieve.’ 120 OPLEIDINGEN De ruim honderdtwintig opleidin gen van MBO College Hilversum zijn onderverdeeld in elf profielen: Business Studies, Gezondheids zorg, Haarverzorging, Horeca, ICT, Media, Mode, Smart Retail & Logistics, Sport & Bewegen, Tech niek & Welzijn. Naast opleidingen in richtingen heeft de school ook een aantal doelgroep-concepten die niet opleiden in één richting maar algemeen vormend zijn: zo is er beroepshavo voor niveau 4 studenten. Voor studenten op ni veau 1 en niveau 2 zijn er bredere, praktijkgerichte opleidingen.
6000 STUDENTEN
REISDAG 193 TOM JANSSENPAULIEN DE JONGREPORTAGE
11 RICHTINGEN
RICHTING/REISGEDICHTPOEALLANEDGARUNSPLASH#22020SEEDERDEBOER brow!theuponkissthisTake now,youfrompartinginAnd, —avowmeletmuchThus deemwhowrong,notareYou dream;abeenhavedaysmyThat awayflownhashopeifYet day,ainornight,aIn none,inorvision,aIn less thethereforeitIs gone? All seemorseewethat dream.awithindreamabutIs roartheamidstandI shore,surf-tormentedaOf handmywithinholdIAnd —sandgoldentheofGrains creeptheyhowYetfew!How deep,thetofingersmyThrough weep!Iwhile—weepIWhile graspnotICanGod!O clasp?tighterawithThem savenotIcanGod!O One wave?pitilessthe from Is all seemorseewe that dream?awithindreamaBut
194REISDAG195REISDAGdreamA dreamawithin PoeAllanEdgar
REISADVIES PIM VAN UCHELEN Lid Raad van Bestuur ‘Partners voor Jeugd’ FEEDBACK IS BELANGRIJK. HET LIEFST VAN IEMAND MET EEN GROTE MOND. DAN KRIJG JE DE EERLIJKE BOODSCHAPPEN TE HOREN.
Hoofdredactie Dominique Haijtema / Jurgen Schut Coördinatie & eindredactie Eva Schuurmans Ontwerp & artdirection Autobahn Tekst• Miloe van Beek / Maud Beucker Andreae Menno de Bree / Joris van Casteren Paulien de Jong / Thijs Launspach Jurgen Schut / Sanne Vorstermans • Fotografie Marwan Bassiouni / Joeri Boelhouwer / Erik Buis Malou van Breevoort / Noa Ben David Bente Hilkens / Tom Janssen / Mandy Nijhof Josette Oegema / Keri Stoelinga Duco de Vries / Unsplash Illustraties Esther Aarts / Autobahn • Lithografie Djeeks Jan Harm Lieftinck Drukwerk CEP Maarten de Graaf 1011DeSeederDeBoerRuijterkade125ACAMSTERDAM+31(0)208546556seederdeboer.nl• Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, opgeslagen en of openbaar gemaakt worden, hetzij elektronisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder overleg met SeederDeBoer.Colofon Colofon REISDAG 197
REISDAG 198 nummer:Volgend Hoe laat je los? #3 2021REISSEEDERDEBOER
REISDAG 199