Agri & Food Special LC

Page 1

Agri & Food special LTO NOORD FRYSLAN

Voorwoord 'Ook een boer staat Om trots op te zijn De agri & food sector is een belangrijke pijler onder de Nederlandse economie. Ze zorgt voor ongeveer 10% van ons nationaal inkomen, 10% van de werkgelegenheid, 25% van de export en meer dan 50% van ons exportoverschot. Zonder de sector zou Nederland een importerend land zijn. Babymelkpoeder is zelfs het grootste exportproduct van alles wat Nederland exporteert. Wereldwijd onderzoek noemt ons het beste voedselland ter wereld, met het meest gevarieerde, betaalbare en voedselrijke dieet. Gewel-

midden in de maatschappij' Geart Kooistra

"Er is waarschijnlijk geen andere beroepsgroep te noemen, waar iedereen wel een mening over heeft", meent Geart Kooistra, voorzitter van LTO Noord Fryslân. Dat die mening vaak historisch is bepaald en niet meer strookt met de huidige realiteit, is een van de zaken waarin LTO Noord duidelijkheid wil creëren.

Dankzij een hoge productie per hectare en per dier en een zeer efficiënte toeleverende en verwerkende industrie, produceert Nederland het voedsel ook nog eens met de kleinste footprint, dat wil zeggen met de minste grond en grondstoffen per kg product en met de minste uitstoot aan broeikasgassen. En dit alles tegen de internationaal hoogste standaarden voor kwaliteit, voedselveiligheid en dierenwelzijn Een prestatie van formaat, waarvoor de hele wereld naar ons komt kijken, van ons wil kopen en van ons wil leren.

Tekst: Fred Ootjers

Als Topsector Agri & Food is het onze ambitie deze mondiale toppositie verder uit te bouwen en te versterken. Want het kan altijd beter. Denk alleen al aan wat het digitale tijdperk ons nog allemaal zal gaan brengen. Slimme technologie waarmee we ziekten in planten en dieren eerder kunnen ontdekken, machines waarmee we nog nauwkeuriger het land kunnen bewerken en de gewassen kunnen oogsten en e-commerce platforms waarmee de consument rechtstreeks en wereldwijd in contact kan komen met de producent en zo op maat kan worden bediend. Een fantastisch perspectief voor een wereld, waarin de komende decennia de vraag naar voedsel nog gaat verdubbelen. Als Topsector hebben we samen met de regio’s het initiatief genomen, om mooie voorbeelden en nieuwe ontwikkelingen eenmaal per jaar in de etalage te zetten, en wel tijdens de Dutch Agri Food Week. Dit initiatief is vorig jaar opgestart en vindt dit jaar plaats van 12 – 25 oktober. Voor iedereen en in het hele land. Doe

"Maar we mogen als Friese landbouwers -veehouders zowel als akkerbouwers- de hand ook voor een deel in eigen boezem steken. Als beroepsgroep profileren we ons nog onvoldoende en zouden we meer nog dan we nu al doen, ons belang moeten tonen als speler op het Friese platteland. Niet alleen in de rol van producent van voedsel, maar ook als energieproducent en stoffeerder van het landschap. Onder die laatste vallen bijvoorbeeld ook aspecten als agrarisch natuur- en weidevogelbeheer. Een uitnodigende houding naar burgers moet een vanzelfsprekendheid zijn, maar eerst en vooral zijn wij producent van gezond voedsel. Over de hele wereld worden we zeer gewaardeerd worden voor de kwaliteit van wat de landbouw voortbrengt. Of het nu om zuivel, vlees, groente of bloemen gaat: 'Made in Holland' en het verkoopt als vanzelf. Een imago waarvoor de boer keihard heeft gewerkt en waaraan hij dag in dag uit nog steeds het beste van zijn kunnen en kennen geeft." Dat hij die inspanningen niet verricht op een 'eiland' dat zijn boerderij en percelen omvat, is hij zich steeds meer bewust. "Ook een boer staat midden in de maatschappij en maakt daar onderdeel van uit. Zijn kinderen gaan naar dezelfde school als zijn buren die geen boer zijn en zitten op dezelfde sportvereniging, om maar iets te noemen.

Verbinden en inspireren Samen sta je sterk. Samen bereik je meer. Het verband van foodbedrijven in NoordNederland 'Innexus' werkt samen met hogescholen en overheid aan de ontwikkeling van nieuwe voedingsconcepten en diensten. De bedrijven nemen daar actief in deel en geven hieraan richting vanuit de marktvraag. Daarbij is het totaal méér dan de som van de afzonderlijke delen, juist door de focus op innovatie en onderwijs. Zo nemen bedrijven samen met scholen verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van gezonde en duurzame voeding

dig. Iets om oprecht trots op te zijn! Er was een tijd -amper één generatie geleden- dat boeren, burgers en buitenlui, met begrip voor elkaars belangen, naast en door elkaar leefden. Vandaag de dag lijkt die die tijd een eeuwigheid geleden en heeft het er vaker de schijn van dat de verschillende groepen alleen nog naast elkaar leven en voortdurend met elkaar op gespannen voet staan. "Dat is natuurlijk wat gechargeerd, maar er zit zeker een kern van waarheid in", aldus Geart. "Het beeld van de boer is bij veel mensen gebaseerd op nostalgie. Ze hebben vaak geen idee hoe het er op bijvoorbeeld een moderne veehouderij aan toe gaat. Doet er zich echter een incident voor, dan speelt de media een belangrijke rol bij de beeldvorming richting maatschappij en dus naar de consument."

INNEXUS

Tekst: Fred Ootjers

Beslissingen die hij moet nemen om zijn bedrijf draaiende te houden, moeten passen binnen een brede maatschappelijke afweging. Als LTO Noord behartigen wij de belangen van de landbouwer en zijn wij voortdurend in gesprek met allerlei betrokken partijen. Met gemeentes en provincies, maar ook met bijvoorbeeld waterschappen, natuur- en milieuorganisaties en bewonersorganisaties. Met maar één doel: komen tot een besluit waarin iedereen zich zo goed mogelijk kan vinden." Voor de eigen leden heeft LTO Noord onder andere als missie het belang van de belangenbehartiging te verklaren. "Als LTO Noord Fryslân vertegenwoordigen wij zo'n 70 procent van het provinciale grondoppervlak. Een terechte vraag van onze leden is: 'Wat krijg ik terug voor het betalen van mijn contributie?' Dat is vooral dat wij de collectieve belangen behartigen. Alleen bereik je niets, met elkaar niet alles, maar aanzienlijk meer. Er wordt bij leden en niet-leden dikwijls gedacht dat onze invloed als vanzelfsprekend is. Was het maar waar. Meer nog dan belangenbehartiger, komen wij in de rol van belangenverdediger. Juist omdat boeren midden in de maatschappij staan, moeten we als LTO Noord vaak knokken voor onze belangen. En juist daarom is het zinvol om als landbouwer lid te zijn én te blijven van LTO Noord. Het gaat om betrokkenheid met je bedrijf, met je collega's, met je buren, met elkaar." www.ltonoord.nl

De foodbedrijven die zich in Noord-Nederland hebben aangesloten bij Innexus, behoren tot het MKB. "Krap tien jaar geleden is het initiatief genomen tot oprichting van het samenwerkingsverband", weet Paul Visschedijk, directeur Innexus. "Voor de meeste MKB bedrijven gold -en geldt nog- dat ze zelf onvoldoende toekomen aan belangrijke zaken als onderzoek, ontwikkeling, opleiding en onderwijs. Ze zijn zich, om concurrerend te zijn én te blijven, echter terdege bewust van het belang van deze aspecten. Innexus is van en voor ambitieuze foodbedrijven en vervult de rol van hét platform waar leden met elkaar in gesprek komen, aan de hand van thema's kennis uitwisselen en new business projecten genereren. Daarnaast hebben deze bedrijven ook gezamenlijke doelen. Niet ieder bedrijf kan feed back geven aan overheden over het innovatiebeleid of aan het onderwijs over de leerplannen. Daarvoor is Innexus een prima aanspreekpunt en kan mee richting geven aan die ondersteuning." Lag de focus in aanvang vooral op innovatie, al snel kwam daar ook het aspect van onderwijs bij. "We hebben het dan over kennisoverdracht. De overheid verwijst dan als snel naar scholen als kennisinstel-

Vergadering met Jan Buining, bestuursvoorzitter Innexus, over 'Bedrijven praten samen over innovatie'

Lees verder op pagina 12

mee en kijk voor meer informatie op www.dafw.nl. Aalt Dijkhuizen Voorzitter Topsector Agri & Food

Een innovatieve sector De Agri & Food sector is bijzonder belangrijk voor Noord Nederland. Het is ongeveer de enige regio in Nederland waar op grotere schaal kan worden geteeld. Nederland is te klein om veel van de echte basis producten te produceren zoals granen, mais, koolzaad, zonnebloemen of soja. De landbouw richt zich op speciale teelten met een hogere toegevoegde waarde. Graszaad, zaaizaden, bloembollen en pootaardappelen zijn daar mooie voorbeelden van. Producten die door andere telers in de wereld weer worden gebruikt als uitgangsmateriaal voor hun teelt. Het zijn echte export producten. Dit maakt ook dat er niet alleen landbouwbedrijven zijn die deze producten produceren, of handelaren die deze producten exporteren, maar ook veredelingsbedrijven die nieuwe rassen kweken. Dat laatste is bijzonder innovatief werk waar veel research voor is vereist. Nederland is een toonaangevend land als het gaat om de plantenveredeling en de export van uitgangsmaterialen

zoals zaden, bollen, knollen en stekken. Research in deze sector is, gemeten in % van de omzet, hoger dan in bijvoorbeeld de farmaceutische industrie en veel hoger dan in de technische sector. HZPC is zo een bedrijf. In Metslawier werken 75 mensen, velen zijn hoog geschoold, aan de verbetering van aardappelrassen. Dat is 25% van alle medewerkers van HZPC wereldwijd. Om de juiste specifieke kennis bij elkaar te halen, werken hier mensen met diverse nationaliteiten. Het is heel mooi dat die naar Noord Nederland willen komen. De samenwerkingen met de Universiteiten van bijvoorbeeld Groningen en Wageningen zijn van groot belang. Deze twee universiteiten dragen veel bij aan het wereldwijde onderzoek aan voedselkwaliteit, -kwantiteit en -veiligheid. Het is prachtig om te zien wat voor initiatieven er ontstaan in de combinaties van deze universiteiten met de diverse bedrijven in de Agri & Food sector. Noord Nederland mag best wat trotser zijn op deze positie. Gerard Backx CEO HZPC

Colofon Een uitgave gemaakt door Multiplus BV, i.o.v. NDC Mediagroep Multiplus BV Stationsweg 21 9201 GG Drachten T 0512- 20 41 00 E info@multiplusdrachten.nl Uitgavemanagement: Siebrand Osinga Alexander Zijlstra Redactie + Fotografie: Miriam Nooi Fred Ootjers Bureau Peer Henk Poker Deelnemers zelf Opmaak: Maurice de Jong


Agri & Food special

2

GREYDANUS

Aardappelgroothandel & Transport BV De gebroeders Cor en Klaas Greydanus zijn de eigenaren van het Friese familiebedrijf dat in 1930 werd opgericht door hun grootvader en vervolgens door hun vader werd uitgebreid tot exportbedrijf én leverancier van de legendarische grootgrutter De Gruyter. “Totdat ze daar het verpakken zelf hadden uitgevonden”, merkt Klaas Greydanus droog op. Het heeft de groei van Greydanus Aardappelgroothandel & Transport niet in de weg gestaan, want vanuit Heerenveen belevert het bedrijf een fors aantal supermarkten in de regio en wordt ook het buitenland nog steeds bediend. De vader van Cor en Klaas Greydanus is, ondanks zijn leeftijd (79), nog dagelijks te vinden op het bedrijf, waar inmiddels meer familieleden onder de zestien werknemers te vinden zijn. “We zijn een compact, hecht team. We verpakken en leveren het hele jaar door aardappelen en zijn als traditioneel Fries bedrijf gericht op de regio. Maar we leveren bij-

voorbeeld ook aan Kroatië en Roemenië,” vat Klaas Greydanus de core business van het bedrijf samen. “Daarnaast leveren we nu ook verse streekgroente en -fruit. Onze vrachtwagens rijden toch, dus waarom zouden we die service dan ook niet verlenen?”

van diverse regionale supermarkten. De maaltijden worden door topkoks vervaardigd in een hagelnieuwe, professionele keuken en bestaan uit vlees van een ambachtelijke slager, groente uit de regio en natuurlijk de onmisbare ‘Greydanus-aardappelen’. Het is opnieuw een voorbeeld van de manier waarop Greydanus en collega’s kwaliteit en flexibiliteit combineren.

Flexibel De aardappelgroothandel levert en vervoert haar producten vooral aan supermarkten (franchisers) in het Noorden van het land. Greydanus: “Naast kwaliteit is flexibiliteit van groot belang. We hebben hele korte lijnen met leveranciers en afnemers. Wanneer afnemers meer aardappelen willen hebben dan aanvankelijk besteld, omdat het bijvoorbeeld typisch stampottenweer is, kunnen we de benodigde aardappelen vaak nog dezelfde dag leveren. De aardappelen worden gesorteerd, gewassen, verpakt en bezorgd elke gewenste verpakking. “We gaan binnenkort experimenteren met een speciale papieren verpakking voor onze biologische aardappelen,” kondigt Greydanus aan. “Daarnaast wordt er gekeken naar andere aardappelen die op de markt komen, zoals de rode en paarse soorten die wellicht een nieuwe groep consumenten aanspreekt.” Earlik Ite Een ander nieuw initiatief is het vervaardigen van complete maaltijden op basis van Friese streekproducten. ‘Earlik Ite’ is inmiddels te vinden in de schappen

Duurzaam En duurzaamheid… Want ook op gebied van energie en milieu is het bedrijf vooruitstrevend. In het bedrijfsgebouw is naast opslagruimte en machines voor het indrukwekkende sorteer-, was- en verpakkingsproces ook plaats voor een waterzuiveringsinstallatie, waarmee het ‘aardappelwaswater’ vrijwel in zijn geheel wordt hergebruikt. Daarnaast wordt energie gewonnen uit zonnepanelen en een windmolen. Greydanus: “We zijn nog niet klimaatneutraal, maar willen, net als in ons producten- en dienstenaanbod, ook op gebied van duurzaamheid blijven innoveren.”

www.aardappelgroothandel.eu

COWHOUSE INTERNATIONAL

Denken vanuit de koe De melkproductie per koe verhogen en tegelijk het comfort van het dier significant verbeteren. Het hoeft elkaar niet uit te sluiten. Sterker nog: het één is zelfs wetenschappelijk aantoonbaar het gevolg van het ander. Rinse Andringa van Cowhouse International ging bij het ontwerpen van zijn unieke ligboxconcept uit van de leefwereld van de koe, met een verbluffend resultaat.

Tekst: Fred Ootjers

Aan de basis van het concept van de ligbox van Cowhouse International -de zogenaamde Comfort Zone- ligt het gedrag van de koe in de vrije natuur. "In het weiland dus", aldus Rinse. "We hebben de koe nauwkeurig geobserveerd in al haar bewegingen. Wat je dan ziet is dat koeien altijd in groepsverband gaan liggen, op de ruimte. Elke koe heeft voor het proces van liggen en opstaan een lengte -wat wij de 'Comfort Zone' noemen- van drie meter nodig. Het liggen en opstaan voltrekt zich in een soort harmonicabeweging, waarvoor ze die drie meter nodig heeft. Feit is dat de melkproductie bij de koe het hoogst is wanneer ze ligt. Dus hoe eerder en hoe langer ze ligt, hoe hoger het rendement. Ideaal is dat ze van de 24 uur er gemiddeld 14 ligt."

De situatie in de meeste ligboxstallen staat echter mijlenver verwijderd van de praktijk in het open weiland. Rinse: "De conventionele ligboxstallen bieden niet die drie meter ruimte Comfort Zone. Bovendien fungeren allerlei stangen en beugels van het hekwerk als obstakels voor de koe. We hebben cameraobservaties gedaan naar het gedrag van koeien zodra ze uit de melkstal komen. De beelden laten zien dat het vaak anderhalf tot twee uur duurt voordat de eerste koeien eindelijk gaan liggen. Veel veehouders zijn zich dat niet bewust, omdat ze gedragingen van de koeien niet volgen." Bij ligboxstallen met het Cowhouse systeem blijken de koeien, nadat ze zijn gemolken en gevreten hebben, vaak al binnen een kwartier op hun gemak in een ligbox aan het herkauwen te zijn. "Berekend is dat elk uur dat een koe langer ligt, gemiddeld 1,5 liter meer mek oplevert. Een rekensommetje bij 200 koeien leert dat dat per dag bij twee melkmomenten 400 uur extra oplevert. Per dag dus. Vermenigvuldigen we dat met 305 melkdagen, dan zijn dat 122.000 uren. Vermenigvuldig je dat met die 1,5 liter extra opbrengst melk, dan kom je op 183.000 liter melk uit. Tegen een prijs

van 28 cent per liter praat je dan over een hogere opbrengst per jaar op 200 koeien van maar liefst 51.000 euro." Cijfers die er niet om liegen en die onwillekeurig de vraag oproept waarom niet alle veehouders een Cowhouse Comfort Zone inrichting hebben. "De inrichting is vaak sluitpost bij de bouw van een nieuwe stal. De eerste aandacht gaat vooral uit naar de melkstal. Dat is ook zeker belangrijk. Je moet echter niet vergeten dat melk in de ligboxen wordt gemaakt. Dat corrigeer je niet met welk type melkstal dan ook. Stalinrichting wordt vaak als aanvulling op de melkstal bij dezelfde leverancier gekocht. Veehouders zouden dit los moeten koppelen. Prijzen worden daarmee transparant, zonder dat veehouders con-

cessies doen aan de voorkeur voor een inrichting." De ligboxsystemen van Cowhouse International vinden al jaren hun weg naar landen als Duitsland, Frankrijk en Zweden, maar ook Rusland. Rinse: "Ze worden daar toegepast in megastallen met duizenden koeien. Ook in andere landen in West-Europa wordt ons concept toegepast in de bouw of de renovatie van stallen. Tegelijk is het verrassend dat er nog altijd veehouders zijn in bijvoorbeeld Friesland, die nog nooit van ons hebben gehoord. Om die reden gaan we vaak letterlijk de boer op en maken we de problematiek rond de huisvesting van de koe inzichtelijk met feiten, cijfers en filmbeelden. Vrijwel zonder uitzondering zijn die presentaties echte eye-openers voor de vee-

houders. Een vorm van bedrijfsblindheid maakt vaak dat ze geen idee hebben van wat een koe eigenlijk doet overdag." Behalve de Comfort Zone biedt Cowhouse een compleet programma voor het inrichten van een stal. Zie voor een totaal overzicht de website.

Cowhouse International Nobelweg 1, Leeuwarden +31 (0) 88 1012 900 www.cowhouse.com


Agri & Food special

3

DAIRY CAMpUS

Dairy Campus: het zuivelkennis en innovatiecentrum van de wereld Dit voorjaar opent in Leeuwarden de Dairy Campus haar deuren; hét innovatie-, onderzoeks- en expertisecentrum op gebied van melkveehouderij en zuivelproductie. De Dairy Campus, die zowel door ondernemers, onderzoeks- en onderwijsinstituten als de overheid is geïnitieerd, geeft niet alleen onderzoek en onderwijs een enorme boost, maar staat ook model voor het ambitieniveau van de melkveehouderij en zuivelproductie in NoordNederland. “Wij willen kampioenen maken…” “Vijf jaar geleden zijn we begonnen met de samenwerking tussen een aantal opleidings- en onderzoeksinstituten”, trapt Kees de Koning, managing director van de Dairy Campus, af. “We wilden de diverse regionale initiatieven die zich richtten op het primaire deel van de zuivelketen concentreren en opwaarderen. Verspreid over Nederland werd door bedrijfsleven, het onderzoek – Wageningen Universiteit, bijvoorbeeld - en het onderwijs al van alles gedaan op dit gebied, maar het streven was al deze locaties, de mensen én de kennis zoveel mogelijk te centreren en bijeen te brengen in een nationaal centrum; de Dairy Campus. Leeuwarden is een logische keuze; Friesland is dé zuivelprovincie en er is veel zuivelbedrijvigheid. Daarnaast zijn er onderwijsinstellingen als Van Hall Larenstein, Nordwin College en het Dairy Training Centre in Oenkerk. Actueel en praktijkgericht Nordwin is een MBO opleidingsinstituut voor de agrarische sector in Friesland. De opleiding voor melkveehouderij is met circa driehonderd leerlingen de grootste van Nederland en volgens Aad van der Burg, locatiedirecteur van Nordwin, is het niet vreemd dat ‘zijn’ instelling participeert in de Dairy Campus. “Nordwin wil de

Kees de Koning, manager Dairy Campus; Aad van der Burg, locatiedirecteur Nordwin College; Wendy Zuidema-Haans, directeur Hogeschool Van Hall Larenstein en LS&T Leeuwarden; Han Tellegen, managing director Dairy Training Centre. mogelijkheid bieden om dichtbij huis het vak in de praktijk te leren. Als onderdeel van de Dairy Campus profiteren de leerlingen van de wereldwijde positie op het gebied van educatie en innovatie die de Campus biedt.” Er zijn - in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven - inmiddels twintig verschillende leerprogramma’s opgesteld; actueel en praktijkgericht. “Het is van groot belang dat onze studenten al vroeg in hun opleiding kennis maken met de bedrijven actief in de zuivelsector”, aldus Van der Burg. “Daarnaast leren ze, via diverse innovatieprojecten op de Dairy Campus, ook andere aspecten van de melkveehouderij kennen. Ze worden dus heel allround opgeleid.” Globalisering “De Dairy Campus is dé plek waar

het gebeurt”, vult Wendy Zuidema-Haans namens de Hogeschool Van Hall Larenstein aan: “De hele matrix rondom de melkveehouderij is inmiddels ingevuld. Door de intensieve samenwerking tussen onderzoek, educatie en het bedrijfsleven worden er op alle niveaus belangrijke synergievoordelen bereikt. Alles draait om innovatie en de wetenschap dat de moderne boer meer moet kunnen dan vroeger. Hij of zij moet naast het weerbericht en het blad de Boerderij ook het Financieel Dagblad kunnen lezen. Flexibiliteit en Life Long Learning zijn noodzakelijk om de steeds verdergaande globalisering het hoofd te bieden.” Volgens ZuidemaHaans worden de ontwikkelingen rondom de Dairy Campus in het buitenland nauwlettend gevolgd en na een staatsbezoek van

Koeien in de stal voor voedingsonderzoek

Koning Willem-Alexander en Koningin Maxima aan China zijn ook de eerste Chinese wetenschappers aan de Dairy Campus ‘gekoppeld’. “Zuidema-Haans: “Het betekent dat we ook in staat zijn om de in Leeuwarden gebundelde kennis en ervaring te ‘vermarkten’ in de rest van de wereld.” Kampioenen “Wij willen kampioenen maken.” Han Tellegen van het Dairy Training Centre (DTC) uit Oenkerk steekt zijn ambitie niet onder

stoelen of banken. Het DTC zal ook naar de Dairy Campus verhuizen en daar beschikken over moderne trainingsfaciliteiten. Hier kunnen de leerlingen die na hun opleiding bij Nordwin niet kiezen voor een vervolgopleiding aan VHL, het vak in de praktijk leren met gecertificeerde, vakbekwame trainers. En kennis maken met bedrijfsleven en partijen op gebied van research en development. Het DTC positioneert zich daarmee als het nationale en internationale trainingscentrum voor de melkveehouderij en melk-

verwerking. ”Als je in Friesland goed kan samenwerken, kan je in Nederland samenwerken en kun je de hele wereld aan”, volgens Tellegen, die ook samenwerking zoekt met partijen in het buitenland. “De Dairy Campus staat voor een hecht, steeds groeiend expertisenetwerk en dat wordt internationaal herkend. Ik verwacht dat het de positie van Nederland in het algemeen en Noord-Nederland in het bijzonder enorm zal versterken.” www.dairycampus.nl

De Dairy Campus is een samenwerkingsverband tussen Wageningen UR Livestock Research, hogeschool Van Hall Larenstein, Nordwin College, Dairy Training Centre, LTO Nederland, Friesland Campina, RUG Campus Friesland, gemeente Leeuwarden en provincie Friesland. Ondertussen groeit het netwerk van deelnemende bedrijven en organisaties nog steeds, ook internationaal. Van donderdag 26 mei tot en met zaterdag 28 mei 2016 wordt de nieuwbouw van de Dairy Campus feestelijk geopend. Het programma is over drie dagen verdeeld en heeft als thema ‘Dairy is the future’.

Eerste keer melken in de 40-stands melkcarrousel


Agri & Food special

4

GEMEENTE LEEUWARDEN

Leeuwarden geeft ruimte aan de toekomst Naast een fraaie historische (hof)stad is Leeuwarden ook een stad met een bijzonder ondernemersklimaat. De provinciehoofdstad wil dat ondernemersklimaat voortdurend verbeteren en werkt daarbij zoveel mogelijk samen met de provincie, onderwijs- en onderzoeksin-

stellingen en – uiteraard – de ondernemers zelf. “Het besef groeit dat de provincie Friesland en provinciehoofdstad Leeuwarden voor ondernemers in de agrarische sector een aantal grote voordelen hebben”, zegt Gina Tromp, senior adviseur Economische Zaken van de gemeente

Leeuwarden. “De provincie kent een rijke agrarische historie, het arbeidsethos is sterk, de bereikbaarheid is goed en op gebied van agrarisch onderwijs zijn we op alle niveaus vertegenwoordigd. Met tal van nieuwe, en ook crosssectorale initiatieven en samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers wordt daar

een nieuwe dimensie aan toegevoegd en positioneert de provincie zich ook internationaal als agrarisch kennis- en innovatiecentrum van de wereld. Innovatief, duurzaam en efficiënt. Als hoofdstad wil Leeuwarden daar uiteraard een voortrekkersrol in vervullen.” Dat zijn geen loze woorden, want naast ruimte die de stad biedt aan het technologisch topinstituut Wetsus (watertechnologie leunt steeds dichter tegen de zuivelsector aan), drie zuivelfabrieken,

honderdtwintig melkveehouders en zestienhonderd directe banen, verrijst aan de zuidwestkant van de stad de Dairy Campus. Een uitstekend bereikbare toplocatie, waar de binnenkort te openen onderzoek- en demolocatie van de Universiteit Wageningen een recent staaltje Friese slagkracht is. Tromp: “De Dairy Campus is een mooi voorbeeld van samenwerking tussen ondernemers en onderwijsinstellingen. Het is een broedplek voor innovatie en ondernemerschap, waar niet alleen gevestigde dairy-bedrijven uit

www.ondernemendleeuwarden.nl Meer informatie? Neem contact op met: Gina Tromp Gemeente Leeuwarden, Economische Zaken gina.tromp@leeuwarden.nl

binnen- en buitenland op af komen, maar waar ook ruimte is voor start ups. We zien jonge, innovatieve ondernemers aanhaken en daarmee groeit het netwerk voortdurend.” In dat netwerk wil de gemeente Leeuwarden – in samenspraak met de provincie, de andere Friese gemeenten en Den Haag – een faciliterende rol vervullen. Tromp: “We geven ruimte aan de toekomst en het succes is afhankelijk van samenwerking. Als overheid hebben we een faciliterende taak; ruimte bieden aan ondernemerschap door partijen te verbinden en op gebied van vestigingsruimte, onderwijs, wonen en recreatie een plezierige plek te creëren voor bedrijven en medewerkers. Dat hebben we allemaal volop te bieden!”

COLUMN

Waarom? Met enige regelmaat sta ik voor een zaaltje met melkveehouders. Zij vormen de basis voor de zuivelindustrie, wier producten wereldwijd een premium imago hebben. Vaak komen we dan te spreken over lastige thema’s als kalveren of weidegang en krijg ik de vraag waar al die maatregelen voor nodig zijn die zij op hun bedrijf moeten doorvoeren?

De markt zal niet meteen al deze elementen belonen, maar uiteindelijk zijn het allemaal onderdelen van ons premium imago. Een premium product, productieproces en imago komen niet uit de lucht vallen. Daar is moed en ondernemerschap voor nodig, zeker in deze slechtere tijden. Laten we met elkaar die kracht bundelen en zo ons gezamenlijk blijven onderscheiden!

Mijn antwoord is dat Nederland niet alleen heel geschikt voor de productie van melk, maar ook een van de duurste landen ter wereld. Kijk alleen als eens naar de prijs van een hectare land. Laten we eens doen of we met elkaar één bedrijf zijn. Hoe zouden we onze hogere productiekosten willen terugverdienen in de markt? We zouden met dat ene bedrijf ons willen onderscheiden door de beste, gegarandeerde kwaliteit te bieden met het meest duurzame productieproces ter wereld. Ook maatschappelijk zouden we ons willen onderscheiden: we staan gezamenlijk voor het familiebedrijf, grondgebondenheid en weidegang.

Tjeerd de Groot Directeur Nederlandse Zuivel Organisatie

ZUIVELSTAD HEERENVEEN

Heerenveen biedt ruimte voor ontwikkeling Met vijf grote zuivelproductielokaties speelt Heerenveen een voorname rol in de Friese zuivelketen. Wethouder Coby van der Laan is daar gepast trots op, maar weet ook dat het succes van meerdere factoren afhangt. “We hebben de ruimte, voldoende geschoold personeel en de wil om onze provincie en onze gemeente als vestigingsplaats voor zuivelbedrijven op de kaart te zetten. Samenwerking met ondernemers en overheden is van cruciaal belang.” Wie langs de A7 bij Heerenveen rijdt kan het niet missen; de Friese plaats profileert zich niet alleen als Sportstad, maar ook als centrum van zuivelbedrijvigheid. De vestigingen van The Royal A-Ware Food Group (kaas), kaasmakerij Henri Willig, Fonterra (weiproducten) en de nieuwe fabriek van Ausnutria Hyproca (baby- en kindervoeding en zuivel-ingrediënten) zijn al zichtbaar, maar met de komst van het van oorsprong Chinese bedrijf Oranje Nutrition B.V. wordt de status van Heerenveen als zuivelstad nog eens onderstreept. “De ontwikkelingen in Heerenveen passen bij de ontwikkelingen die in de hele provincie plaatsvinden”, zegt wethouder Coby van der Laan, die – onder meer sociaal-economisch beleid in haar portefeuille heeft. “Heerenveen is een vaste waarde in de Friese zuivelketen, die zich – met allerlei innovaties en initiatieven in de hele provincie – sterk aan het

ontwikkelen is. Die ontwikkeling brengt bovendien spin-off met zich mee, want plaatselijke bouwbedrijven en toeleveranciers profiteren daar ook weer van. De cijfers wijzen uit dat de gemeente het afgelopen jaar een stevige economische boost heeft gekregen. Dat is uiterst hoopgevend.” Faciliteren en verbinden Volgens Van der Laan speelt de overheid, zowel op provinciaal als gemeentelijk niveau, daarbij een wezenlijke rol. “We hebben een rijke geschiedenis als ‘zuivelprovincie’, we bieden de ruimte, er is voldoende geschoold personeel en de mentaliteit – het arbeidsethos – van de beroepsbevolking wordt hoog gewaardeerd. Als overheid brengen we die sterke punten nationaal en internationaal onder de aandacht. Daarnaast zijn we een faciliterende en verbindende partij, die ondernemers bij elkaar brengt en hen ondersteunt bij vraagstukken, bijvoorbeeld op gebied van weten regelgeving. We bieden ze letterlijk en figuurlijk de ruimte.” Meer informatie? Kijk op http://www.heerenveen.nl/gemeente-ondernemen of neem contact op met Elsemarie Oosterveen, accountmanager Bedrijven | Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling. Telefoon: 06 5074 2315. E-mail: e.oosterveen@heerenveen.nl


Agri & Food special

5

GEDEpUTEERDE JOHANNES KRAMER EN FDDN-VOORZITTER DIANE KEIZER:

‘Samenwerking moet de Friese Landbouw en Agrofood-sector toekomstbestendig maken: aantrekkelijk, duurzaam, innovatief en internationaal’ Johannes Kramer is gedeputeerde van de provincie Fryslân en heeft, onder andere, ‘Natuur en landelijk gebied’ en ‘Landbouw en Agrofood’ in zijn portefeuille. Diane Keizer is voorzitter van het Frisian Dutch Dairy Network (FDDN). Beiden maken zich hard voor de agrarische sector in ‘hun’ provincie en daarbij trekken ze vaak samen op. “Samenwerking tussen ondernemers, onderwijs en overheid is de succesfactor voor landbouw en agrofood in Fryslân.” “Het is een spannende tijd voor de landbouw en met name de melkveehouderij”, weet Kramer. “De wereld lonkt, maar de boer is gehouden aan veel regels uit Nederland en Brussel. Daarnaast stelt

ook de (wereld)markt zijn eisen en zijn er forse schommelingen in vraag en aanbod. Fryslân wil dé beste boerenprovincie en dé mooiste provincie van Nederland zijn. Dit lijkt een tegenstelling, maar dat is het niet.” Volgens de gedeputeerde zijn er twee pijlers te onderkennen in de agrarische sector in Fryslân; de gangbare landbouw en een landbouw waarbij boeren aan agrarisch natuurbeheer doen. Kramer: “We zijn actief bezig met natuurbeheer en willen de boeren bewegen naar steeds meer duurzame oplossingen en naar een ‘natuur inclusieve landbouw’ Hiermee bedoel ik een landbouw waarbij de negatieve effecten van het boerenbedrijf op de natuur minimaal zijn en de positieve effecten van de natuur op de bedrijfsvoering maximaal zijn.” “Mijn droom is dat er straks een derde pijler bijkomt; boerenbedrijven die renderen omdat ze ook werken aan verbetering van landschap en biodiversiteit. En dat ze daarbij zelf met verdienmodellen komen waarmee ze bij een bedrijfsvoering met aandacht voor de natuur, zoals weidevogels, ook

extra kunnen verdienen. Bijvoorbeeld door producten te ontwikkelen - melk geproduceerd met oog voor de weidevogel - waar de consument meer voor wil betalen.”

Johannes Kramer

Activiteiten als de ‘Molkeborrel’ (een initiatief van FDDN) en ‘Koffie bij de Boer’, waarbij de ‘mienskip’ welkom is op de boerderij, moeten ondertussen het imago en de kennis van de consument van het boerenbedrijf verbeteren. Dat past volgens Kramer bij de boer Anno Nu, want die is hoogopgeleid en staat open naar de samenleving. Wereldspeler Om alle kansen die er momenteel binnen de landbouwsector liggen te benutten stimuleert de provincie samenwerkingsverbanden als Potato Valley en de Frisian Dutch Dairy Network (FDDN). “Door samenwerking kunnen we met de beperkte ruimte in Fryslân concurreren met Europa en de wereld”, zegt Kramer. Met name in de zuivel en in het pootgoed zijn er volgens de gedeputeerde goede kansen. De provincie speelt hier-

Diane Keizer

bij de rol van de participerende overheid; een partij die nadrukkelijk naast de boer en de ondernemer staat. Kramer: “Er is zeker perspectief, want Fryslân bundelt kennis, capaciteit en ‘drive’. Maar alles moet gericht zijn op kwaliteit en duurzaamheid. De komende jaren zijn cruciaal, er doen veel partijen mee en zo kan Fryslân wereldspeler blijven .” Meer samenwerken Dat is ook het doel van Diane Keizer, lid van de Raad van Bestuur van Hogeschool Van Hall Larenstein (VHL) én voorzitter van de eerdergenoemde Frisian Dutch Dairy Network (FDDN). Zij blikt naar het begin van de 20e eeuw, toen er al intensieve samenwerking bestond tussen de zogenaamde drie O’s: Overheden, Onderwijs en Ondernemingen. “Later zijn met name de primaire sector (de veehouderij) en de secundaire sector (bedrijven die producten voortkomend uit de veehouderij vermarkten) uit elkaar gegroeid. Het FDNN wil deze twee belangrijke sectoren voor Fryslân weer samenbrengen. Het

onderwijs, de overheid en het bedrijfsleven moeten weer meer samenwerken op het gebied van innovatie, kennisontwikkeling en co-creatie.”

Kramer: “We zijn actief bezig met natuurbeheer en willen de boeren bewegen naar steeds meer duurzame oplossingen en naar een ‘natuur inclusieve landbouw’ Agenda “Binnen het FDDN hebben zich inmiddels tachtig bedrijven uit de hele keten - ‘van feed tot food’ – aangesloten”, meldt de voorzitter. Om die samenwerking te intensiveren zijn er twee belangrijke netwerkgroepen gevormd; de Dairy Campus en de Dairy Chain. Daar overheen is een netwerk ontstaan van organisaties en belanghebbenden. Een bindende rol is weg-

gelegd voor de partners die actief zijn in het FDDN. Ze vinden elkaar tijdens bedrijfsbezoeken, handelsmissies (naar China, bijvoorbeeld) en het ontwikkelen van laboratoriumruimte voor start ups in de Dairy Chain. Er is een koers uitgezet, met als doel om alle economische en innovatieve initiatieven in Fryslân voor de komende jaren te verbinden en te ondersteunen. Daarbij is het van groot belang dat er voor het opleiden en training van mensen voldoende capaciteit en ervaring is en blijft. Keizer: “Zo kan de sector als geheel sterker worden. Fryslân is te klein om alleen de grootste zuivelproducent te zijn, maar op alle andere gebieden rondom Dairy moeten we nummer één kunnen en willen zijn.”


Agri & Food special

6

ALFA ACCOUNTANTS EN ADVISEURS

NOORD-NEDERLANDSE LANDBOUWBEURS

Sparring partner zijn voor de Voedingsstof ondernemer voor een rijke oogst Met achtentwintig vestigingen (‘overal dichtbij’), verdeeld over het hele land, is Alfa Accountants en Adviseurs een van de grotere financiële dienstverleners in Nederland. Volgens relatiemanager Rick Hoksbergen van het kantoor in Leeuwarden is de bundeling van achthonderd specialisten en de geografische spreiding de kracht van het bedrijf. “We beschikken landelijk over enorm veel expertise, maar kennen ook de regionale markt op ons duimpje.”

grond en begrijpen daarom de problemen en uitdagingen die de boer tegenkomt.”

tonen innovatiekracht. Faillissementen zien we gelukkig weinig. Voor de melkveehouder is het momenteel wel een zware tijd. De melkprijs is laag en de fosfaatrechten vormen een nieuw beperking. Veel melkveehouders kunnen nog wel een salaris uit hun activiteiten halen maar misschien niet genoeg om het boerengezin te onderhouden. Dat heeft ook gevolgen voor de toeleverende bedrijven. Er wordt minder geïnvesteerd en strakker over de prijs onderhandeld. Voor de langere termijn blijft het echter een sector die vol in beweging is, met vele kansen.”

Solide “Alfa Accountants en Adviseurs wil een sparring partner zijn voor de ondernemer. Uiteraard op basis van de cijfers open en eerlijk advies geven en in gesprek blijven over de ontwikkelingen waar onze opdrachtgevers mee te maken hebben,” aldus de relatiemanager. “Maar ook, samen met de ondernemer vooruitdenken. De consequenties van trends inschatten en daarop anticiperen.” Over de toekomst van de bedrijfstak is Rick Hoksbergen positief. “De agrarische markt is solide. De grondprijs blijft onverminderd hoog en veel agrarische bedrijven

Trends ‘Intensivering’ en ‘schaalvergroting’. Dat zijn de trends die Alfa Accountants en Adviseurs zien.

Hoksbergen: “Intensivering betekent – kort samengevat – méér halen uit de beschikbare productiemiddelen. Zuinig met grondstoffen omgaan. Door de noodzakelijke schaalvergroting wordt de boer steeds minder boer en meer ondernemer. Hij moet van allerlei zaken verstand hebben en dat vergt nogal een mentaliteitsverandering. Bij veel bedrijven zie je dat het bedrijf eigenlijk harder groeit en complexer wordt dan dat de agrariër of melkveehouder aankan. Hij of zij moet zich afvragen wat zijn core business is; wat hij nog zelf in de hand houdt en wat hij uit handen geeft. Voor dit soort vraagstukken staat Alfa Accountants en Adviseurs naast de ondernemer.“ www.alfa.nl

“Hoewel het hoofkantoor in Wageningen staat zijn alle regio’s verantwoordelijk voor hun eigen winst en verlies,” schetst Hoksbergen de structuur van Alfa Accountants en Adviseurs. “Dit maakt dat we lokaal kunnen opereren; als ondernemer onder de ondernemers.”

Douwina Yntema (l) en Tjettje Miedema

Noord-Nederland kleurt de komende maanden boerenbontrood. In de aanloop naar de 21e editie van de Noord-Nederlandse Landbouwbeurs in december dit jaar, zal de iconische boerenbontrode zakdoek als een voorbode van de beurs op de meest onverwachte plaatsen opduiken.

Het accountants- en adviesbureau richt zich van oudsher op de agrarische sector. “Landelijk is de verhouding zestig procent middenen kleinbedrijf en veertig procent agrarische sector. In Friesland is die verhouding fiftyfifty,” zegt Hoksbergen, die zelf uit een boerenfamilie uit Overijssel stamt. Hij is geen uitzondering. “Veel van onze adviseurs en accountants hebben een agrarische achter-

Tekst: Fred Ootjers

LELY CENTER NOORD

Toegewijde en betrokken medewerkers succesfactor Lely Center Noord maakt onderdeel uit van de wereldwijd opererende Lely groep. Het bedrijf is vanuit Heerenveen verantwoordelijk voor de verkoop van- en de service aan de Lely Dairy machines in Friesland, Groningen en NO Drenthe. De Lely Astronaut melkrobot is daarin de belangrijkste en grootste factor.

enthousiasmeren, en dat is prachtig om te zien”.

Anne Meestringa

De afgelopen jaren zijn de aantallen Lely melkrobotsystemen en andere Lely robotsystemen flink gegroeid. Het investeringsklimaat is een flinke periode goed geweest. Er zijn veel stallen vernieuwd en veel melkveehouders hebben hun bedrijf laten groeien. Deze groei gaat veelal gepaard met de wens naar optimalisatie van melkproductie en voer efficiëntie. De Lely Astronaut melkrobot en de Lely Vector passen vaak in het plaatje om deze doelen te bereiken. Naast de investeringsdrift van de melkveehouders is het voor centermanager Anne Meestringa duidelijk dat de toegewijde en betrokken medewerkers van Lely Center Noord een flinke rol spelen in het succes. “In deze business is 24/7 beschikbaarheid van flexibele en gedreven medewerkers een must. Binnen ons team zie ik dat mensen elkaar versterken en

ket ontwikkeld zich binnen het bedrijf als een factor van belang. Dat de omstandigheden veranderen door de momenteel lage melkprijs en de regelgeving omtrent fosfaatrechten is duidelijk. De huidige markt is stabiel en vergelijkbaar met een gemiddeld jaar. Bij Lely overheerst de overtuiging dat melkveehouders veerkracht hebben en hun bedrijfsvoering weten aan te passen aan de nieuwe regelgeving. Het is vooral belangrijk dat er duidelijkheid is, waardoor weer plannen

Inmiddels is de mijlpaal van de 1000ste operationele Lely Astronaut melkrobot in de regio van Lely Center Noord binnen handbereik. De markt voor de Lely Discovery en Lely Juno zit al jaren in de lift. De after mar-

kunnen worden gemaakt. Lely Center Noord wil daarin graag een gesprekspartner zijn.

36

%

M IA

/7

5%

VA M IL

BYD VORKHEFTRUCKS Lithum-IJzer-Fosfaat batterij met zeer lange garantie

Geschikt om tussendoor op te laden

40% minder energieverbruik 100% onderhoudsvrij

Geen wisselbatterij nodig

"Iedereen gaat de zakdoek tegenkomen", lacht Tjettje Miedema, beursmanager van WTC Expo in Leeuwarden. "En niet alleen in Friesland, maar in alle drie noordelijke provincies, inclusief de kop van Noord-Holland, Flevoland en Overijssel. We hebben recent al een eerste informatiebijeenkomst gehad voor potentiële deelnemers aan de beurs van december, en die hebben na afloop allemaal een rode zakdoek meegekregen. Mét natuurlijk een knoop erin, zodat ze de datum van de beurs -14 tot en met 17 december- niet vergeten." De editie van de Noord-Nederlandse Landbouwbeurs van 2014 in de vier beurshallen van WTC Expo trok maar liefst 25.000 bezoekers en kende 248 standhouders. "Het gaat goed met de agrarische sector, dus we verwachten voor 2016 een nóg beter resultaat", aldus Douwina Yntema, projectmanager WTC Expo. "Er

Een enkele koe loopt vanwege het relatief zachte weer nu al in de wei, maar de échte weidegang is traditioneel in de maand april gepland. Bij veel boeren zullen de koeien dan -wanneer de staldeuren open gaan- hun malle sprongen naar buiten maken, met om hun nek de boerenbontrode zakdoek geknoopt. Maar ook allerlei markante objecten in het straatbeeld -zoals Us Mem in Leeuwarden- krijgen de zakdoek omgebonden.

Heftruckcentrum Post bv Haatlander derdijk 16 | 8263 AR Kampen T 038-3315303 info@heftruckcentrum.nl

WWW.HEFTRUCKCENTRUMPOST.NL

zijn al een flink aantal aanmeldingen binnen en bedrijven kunnen zich via de website aanmelden. De beurs wordt ook nu weer logisch en overzichtelijk ingedeeld in een viertal segmenten, waarin alle disciplines van de landbouw worden ondergebracht." Thema van de beurs dit jaar is 'Voedingsstoffen voor een rijke oogst'. Tjettje: "Dat kun je letterlijk nemen, maar ook figuurlijk: een bezoek aan de beurs is óók een rijke voedingsstof. Het is dé gelegenheid om op een ongedwongen en gezellige wijze in één keer weer up to date te komen met de nieuwste ontwikkelingen in de sector. En net als in 2014 kunnen de standhouders meedingen naar de Gouden Hef, een prijs voor de meeste originele en innovatieve vinding. Een sportieve competitie, waarvoor kandidaten zelfs wachten met het naar buiten brengen van een vinding tot het moment van de beurs!"

De Noord-Nederlandse Landbouwbeurs is op afstand de grootste beurs in haar soort van het noorden. Douwina: "Er wordt al jaren een vergelijkbare beurs gehouden in Assen, maar we hebben de afspraak dat we ze om en om organiseren. Niet tegelijk of kort op elkaar. Dat maakt het voor de bezoeker des te interessanter, omdat ze dan zeker weten dat er ook écht iets nieuws te zien is. Over de volle breedte van de sector, van een nieuw concept voor een ligbox tot duurzaam ondernemen." Noord-Nederlandse Landbouwbeurs 14 t/m 17 december 2016 WTC Expo Leeuwarden www.wtclandbouw.nl


Agri & Food special LEMSTRA QUALITY ASSURANCE

'Mijn missie is om bedrijven in beweging te brengen' De bijna wekelijks terugkerende incidenten met het voedsel dat wij tot ons nemen, toont eens te meer aan dat de regels bij het produceren van dat voedsel niet streng genoeg kunnen zijn. Geen producent die nog zonder de benodigde certificeringen kan, maar hoe die te krijgen? Annejan Lemstra van Lemstra Quality Assurance begeleidt de mkb'er tot en met het moment dat die met trots het certificaat aan de muur kan hangen. Tekst: Fred Ootjers De wet- en regelgeving met betrekking tot de voedselveiligheid is in Nederland, aldus Annejan, bijzonder goed geregeld. "Het is begonnen met de HACCP, maar inmiddels zijn de normen alweer aanzienlijk aangescherpt. Maar er bestaat ook al jaren een certificeringssysteem tussen voedselproducenten en retailers, zoals BRC, IFS en FSSC 22000. Retailers eisen van producenten in de foodsector dat die over de benodigde certificeringen beschikken, anders lopen ze grote kans als leverancier te worden uitgesloten."

De certificeringsplicht is vooral relevant bij de zogenaamde 'private labels'. "Neem als voorbeeld het huismerk zuivel van Albert Heijn. Alleen de producent die de juiste certificaten in huis heeft, mag die zuivel leveren. Een retailer als Albert Heijn -maar eigenlijke elke retailer- kan en wil absoluut niet het risico van een incident lopen. Dat kost niet alleen een hoop geld bij terugroepacties, maar brengt vooral een enorme imagoschade met zich mee." Lemstra Quality Assurance heeft haar klanten door het hele land zitten, met de nadruk op bakkerijen in het mkb. "Dat maakt zo'n tachtig procent van mijn opdrachtgevers uit. Mijn missie is om bedrijven in beweging te brengen. Ze te doordringen van de noodzaak om te komen tot veranderingen bij het productieproces. Veranderingen die ze hoe dan ook moeten doorvoeren, willen ze leverancier kunnen blijven. Natuurlijk brengt dat een hoop papierwerk met zich mee -alle processen moeten beschreven worden-, maar je sluit daarmee wél risico's uit die je anders als bedrijf de kop kunnen kosten. Als Lemstra Quality Assurance zijn wij als geen ander in staat die risicoanalyse snel op te stellen en -belangrijker nog- te elimineren." www.lemstraqa.nl

Nicolay Grooff van bakkerij Dunselman (rechts) en Annejan Lemstra. (Foto: Druktemaker Media Den Helder)

7

GROENHORST EMMELOORD

Beroepsauthentiek leren Groenhorst Emmeloord is de aangewezen school voor jongeren die een opleiding in het groen willen volgen. De onderwijsinstelling staat midden in het meest agrarische deel van Nederland: een ideale locatie waar het onderwijs de beste aansluiting vindt met de beroepspraktijk. Tekst: Miriam Nooi "Ik noem dat graag 'beroepsauthentiek leren'", zegt Anne Dijk, directeur van Groenhorst Emmeloord. "Als Groenhorst hebben wij drie stromingen: het praktijkonderwijs, het VMBO en het MBO. Die laatste kent weer zes stromingen waar de leerlingen uit kunnen kiezen, waarvan Open Teelt (akkerbouw), Veehouderij en Groen Grond Infra de grootste zijn. Wij zijn in de eerst genoemde opleidingen zelfs de grootste aanbieder van Nederland." Die status en het feit dat Groenhorst voor de zesde keer op rij tot de beste AOC van Nederland is gekozen en het certificaat 'Topopleiding' mag voeren, betekent echter wel dat de verwachtingen van studenten hooggespannen zijn. "Dat is beslist niet altijd even makkelijk, maar absoluut een uitdaging." Een uitdaging die het hoofd geboden wordt met een bijzondere koppeling. "Die van het onderwijs met de beroepspraktijk", legt Dijk uit. "Want hoe kun je theorie beter toetsen, dan door te doen? Vanuit de praktijk hoorden we steeds vaker de roep om vakbekwame mensen. Niet, zoals in het verleden het geval was, studenten de hele dag met de neus in de boeken drukken, maar afgestudeerden die de kleivlekken al diep in de kleren hebben zitten."

wij als school graag aannemen als uitgangspunt voor leerlijnen. Zo ontstaat er een win-win situatie. Innovaties en kennis komen van beide kanten, studenten hebben het gevoel écht ergens mee bezig te zijn en bedrijven profiteren van het enthousiasme en de frisse blik van de studenten. Verder beschikken we in het Aeres Praktijkcentrum Dronten over een uitgebreid mechanisatiepark. Leveranciers willen graag bij ons apparatuur op de landbouwmachines plaatsen voor bijvoorbeeld precisielandbouw. We kie-

"Vanuit de stichting Agrofoodcluster, waar wij bij zijn aangesloten, komen onderzoeks- en kennisvragen, die

zen heel bewust voor diverse merken, om de studenten de kans te geven zelf te ontdekken waar de verschillen zitten, en om ze te laten ervaren waar hun voorkeur ligt. Onze docenten worden opgeleid door de leverancier, zodat zij de actuele kennis kunnen doorgeven aan de studenten." Maar Groenhorst biedt de studenten nog meer. "Wij zijn als Groenhorst Emmeloord en Dronten in het bezit van 330 hectares landbouwgrond en twee stallen met in totaal 220 stuks melkvee. Een prachtige proeftuin voor onze studenten. Om een voorbeeld te noemen: drie studenten krijgen een jaar lang de beschikking over 20 hectare akkerbouwgrond. Die dienen zij van begin tot eind te exploiteren. Ze moeten de grond bewerken, inzaaien, oogsten, maar ook het eindproduct verkopen. Dat doen zij naast hun gewone lessen, waar ze niets van mogen missen. Als er werkzaamheden op de kavel zijn, zullen de studenten bij toerbeurt de lessen volgen, terwijl de anderen op hun beurt zorgen dat die ene student op de hoogte is van wat er op het land is gebeurd. Een

grote verantwoordelijkheid en heel leerzaam.", juist voor excellente studenten. "In de stallen krijgt een aantal leerlingen de kans om drie weken een melkveebedrijf te runnen. In de eerste week lopen ze mee met studenten die daar al werken, de tweede week werken ze zelfstandig en de derde week dragen ze het over aan een andere groep studenten. Ook hier komt weer veel eigen verantwoordelijkheid om de hoek kijken. Ze vinden het geweldig! Was het een paar jaar geleden zo dat de studenten bij het geringste geluid van de schoolbel hun tassen al hadden gepakt en binnen vijf seconden op de gang stonden, nu moet de docent ze soms vragen om te stoppen met de werkzaamheden op de bedrijven. De studenten zijn enthousiast over de verantwoordelijkheid die ze krijgen en ze voelen zich betrokken bij elkaar en met de dingen waar ze mee bezig zijn. Ze groeien en wij als opleidingsinstelling groeien met ze mee. Want niet alleen zij leren, ook wij blijven ons ontwikkelen. Een gezamenlijk groeiproces waarin leerlingen telkens opnieuw de kans krijgen kennis op te doen in een boeiende beroepsomgeving." www.groenhorst.nl

VERS 24/7

Het streekverhaal achter de pieper en het speklapje Weten wat je eet. Maar vooral: weten waar het vandaan komt. Weten van het verhaal achter de aardappel op je bord, het stukje vlees, de groente en de yoghurt met aardbeien ná. We worden ons steeds bewuster van wat we eten, ook in het restaurant. Een gegeven waar

Bidvest Deli XL met het unieke concept Vers 24/7 alert en creatief op inspeelt.

Klaverweide, Damwoude

Tekst: Fred Ootjers

De voortgaande globalisering maakt van de hele wereld letterlijk één markt. We kunnen ons voor wat betreft voedingsmiddelen oriënteren op de meest uitheemse producten, afkomstig uit de meest ver weg gelegen landen. Een goede en positieve ontwikkeling, maar het Natuurtuin Hummelhus, Oudehorne maakt ook dat we steeds meer vervreemden van dat 'vreemde' eten. Gaven we er ons eerder zonder voorbehoud aan over, de trend is nu dat we willen weten wat we eten, waar het vandaan komt en onder welke condities het is gegroeid of samengesteld.

Een en ander maakt dat de consument steeds vaker en intensiever op zoek is naar eerlijke en gezonde producten uit de streek. Peter Terwindt, manager Vers 24/7: "Bidvest Deli XL is leverancier voor de horeca en catering. Om in te spelen op de vraag van de consumenten en daaraan gekoppeld die van de restauranthouders, hebben we het markt-

platform Vers 24/7 ontwikkeld. Een online markt waar aanbieders van streekproducten en de afnemers -lees: horeca- elkaar treffen. Vergelijkbaar met een traditionele markt, van oudsher dé ontmoetingsplek voor verkopers en kopers."

achter elk product." "Hoe werkt het in de praktijk? Stel je bent chef-kok in een restaurant in de provincie Groningen en je wilt graag gaan koken met streekproducten. Maar a. je weet niet wie bij jou in de buurt streekproducten levert, b. je weet niet hoe je ze geleverd kunt krijgen en c. je hebt eigenlijk helemaal geen tijd om je met de rompslomp van het uitzoeken bezig te houden. Dan biedt Vers 24/7 de uitkomst,

want het is dé plek voor vraag en aanbod. Zodoende is de chef-kok ontzorgd en snijdt het mes aan twee kanten: hij kan zeggen dat hij kookt met streekproducten en de gast krijgt waar hij of zij om vraagt: producten direct van de bron."

Die aanbieders bestaan bijvoorbeeld uit boeren, telers, slagers en kaasmakers die op een eerlijke en authentieke manier met hun bedrijf bezig zijn. "Dat kan bioloOp dit moment richt Vers 24/7 gisch zijn, maar dat is geen verzich met haar streekproducten eiste. Om in aanmerking te op vlees, vis, groente, kaas, wijn komen als leverancier, en bier. Binnenkort dienen ze echter wel wordt het aanbod Buffelfarm Kelder (mozzerela kaas), Coevorden over de vereiste certifiuitgebreid met levecaten te beschikken, geranciers van delicaricht op duurzaam tessen, zoals ondernemen. We hebchutney's, jams, choben Nederland opgecolade, koek en deeld in tien regio's, gebak en cruesli. Gewaarbinnen zo'n 120 noeg redenen om vers-specialisten actief deze online markt in zijn. Die bieden hun de gaten te houden. waren online aan, aanwww.vers247.nl gevuld met het verhaal


Agri & Food special

8

Uw aardappel verdient een LAPACK A-BOX! www.a-box.nl 200 keer steviger dan een gebruikelijke aardappelkist* Geen lekluchtverlies Model agrarische bewaarkist LAPACK B.V. is gedeponeerd bij O.H.I.M.

Living Foods staat voor Innovaties in Food en Agro De ondernemer achter Living Foods is Timo ter Voort. Hij noemt zichzelf ondernemer, pionier en innovator. Hij is betrokken bij een aantal bijzondere projecten, die ondanks hun verscheidenheid toch passen in zijn focus en heldere visie: ”voeding van de hoogste kwaliteit geteeld en geproduceerd op de meest duurzame wijze". Bijvoorbeeld: op het gebied van Urban Farming wordt samengewerkt met diverse buitenlandse bedrijven om een “State of the Art” project op te zetten in hartje Brussel bovenop de foodhal. Nog een voorbeeld is het project BioSubstraat. Dit is een grensverleggend en ambitieus project waarin de ontwikkeling van een duurzaam alternatief voor steenwol t.bv. de glastuinbouw centraal staat. Daarnaast is op het gebied van de mini-knollenteelt voor de pootgoedsector onlangs een project gerealiseerd in Noorwegen. Maar het meest in het oog springende is de lancering van een nieuw merk: Zalige Zee. Een fris en nieuw concept waarin zeewier centraal staat. “zeewier is het superfood van de natuur zelf, bevat veel mineralen, eiwitten en vitamines, zeewier gaat een steeds belangrijker onderdeel worden van onze dagelijkse voeding” aldus ter Voort. “mijn visie is om een aantal producten te ontwikkelen waarin zeewier een bijzonder en onderscheidend ingrediënt is”. Op zeer korte termijn komt het eerste product op de markt: een verse tagliatelle met vers zeewier. Een zilte pasta, heerlijk van smaak, rijk aan mineralen; een prachtige basis om allerlei mooie gerechten mee te maken. Er zullen naar verwachting een aantal producten volgen waarin herkenbaar zeewier van eigen waddenbodem te vinden is. Living Foods staat open voor samenwerking en uitwisseling van duurzame ideeën binnen de food en agro sector en daagt andere ondernemers uit datzelfde te doen.

Energiezuiniger Optimale bescherming door nieuw ontwikkelde hoekstijlen *) Berekening volgens FEM analyse.

LAPACK B.V. Open Einde 3 9581 AM Musselkanaal T: (+31) (0)599 41 24 37 F: (+31) (0)599 41 35 00 E: info@lapack.nl

EISENGA KAAS

De kaassmaakmakers Terwijl we wachten op het gesprek met Ruud en Henk Eisenga van de gelijknamige kaasgroothandel in Oosterwolde, zien we zojuist een van de marktwagens met daarop het typerende beeldmerk van het Hollandse kaasvrouwtje, vol geladen worden met kaas en specialiteiten. "Zo kennen de meeste mensen Eisenga inderdaad het best", lacht Ruud even later. "We zijn op alle markten in Noord-Nederland inmiddels wereldberoemd." Tekst: Fred Ootjers Maar Eisenga Kaas is veel meer dan alleen maar de ambulante handel op markten. "Wij zijn inmiddels de vijfde generatie die in de zuivelhandel zit, toegespitst op kaas. We betrekken die van verschillende leveranciers en slaan ze op in Oosterwolde, waarna wij er de naam Eisenga of een van onze andere merknamen aan verbinden. We kunnen hier een capaciteit aan van 1000 ton kaas, die automatisch wordt gekeerd en dankzij het rijpingsproces op de juiste smaak komt."

markten, maar ook naar de tien Kaasvoordeelshops van Eisenga. Ruud: "De liefhebber vindt daar alle soorten kaas tegen een vaste prijs. Dat kan omdat we alle overheadkosten laag houden en uit een een constant aanbod van grote partijen kunnen putten. Dezelfde uitstekende kwaliteit, maar voor een vaste lage prijs." En dan is er de Kaasbus, waarvan er een legertje in het Noorden rondrijdt en die de kaas huis aan huis bezorgt. Een nieuw initiatief is de Kaaskoperij. Juist deze maand openden er twee hun deuren, in Smilde en Leeuwarden. Henk: "De Kaaskoperij is een echte kaasspeciaalzaak. Met niet alleen een breed aanbod aan kazen, maar ook noten, wijnen, gedroogde vruchten en dergelijke. Een winkel kortom voor de echte fijnproevers." En natuurlijk weten ze bij Eisenga Kaas ook de Duitsers lekker te maken voor de beste kazen. "Duitsland is inderdaad een belangrijk exportland voor ons", aldus Ruud. "Ze importeren onze kazen, waardoor we in Duitsland ook al jaren een vertrouwde verschijning zijn!" Eisenga Kaas Ploeggang 16, Oosterwolde (0516) 431 672 www.eisengakaas.nl

Daarna vinden de kazen hun weg onder andere naar de noordelijke

COLUMN

MOLKWAR

Dat smaakt naar meer!

De geur van verse ambacht Het begon allemaal een kleine honderd jaar geleden met oude Molkwarder koekrecepturen, opgedoken door boerenzoon Cornelis de Boer. Hij had kort daarvoor de bakkerij in Molkwar van zijn tante overgenomen en niet veel later kwamen de eerste Molkwarder Koeke uit de oven. Tekst: Miriam Nooi Anno 2016 komen ze niet meer uit de heetwateroven die destijds gebruikt werd en worden de koeken ook niet meer alleen verkocht aan de toonbank van de plaatselijke bakker. De zeventien varianten van de Molkwarder Koeke vinden hun weg naar ongeveer 150 supermarkten. Voornamelijk in Friesland, een enkele keer ook net over de provinciegrens. En de bakkerij staat ook niet meer in Molkwerum, maar in Joure. Maar nog altijd zijn er overeenkomsten met die kleine bakkerij in Molkwar van destijds. De heerlijke geur bijvoorbeeld. "Een mengsel van de unieke kruiden die wij gebruiken voor onze koeken," zegt Folkert Reitsema,

sinds zeven jaar eigenaar en directeur van Bakkerij Molkwar BV en met een achtergrond als bakker en verkoper. "Tegenwoordig zijn mensen niet meer zo trouw aan een bepaald merk of een winkel. Maar de Molkwarder Koeke heeft een trouwe schare afnemers. Niet omdat we de goedkoopste zijn of de meeste producten hebben, maar omdat we de lekkerste koeken van Friesland maken. Van de beste kwaliteit en met de geur van verse ambacht." De bakkerij is relatief bescheiden van omvang en daardoor heel overzichtelijk."Drie bakkers, twee inpaksters, twee chauffeurs en ikzelf. Waarbij ik de administratie, verkoop en productontwikkeling doe en op elke plek inval als er bijvoorbeeld iemand op vakantie is. Dat maakt ons tot een sterk en goed op elkaar ingespeeld team. Verder werken we met bakkers die een eigen recept hebben en dat op kleinere schaal willen laten maken. En hoe relatief klein het hier misschien ook lijkt: gemiddeld gaan hier per week een vijftien- tot twintigduizend koeken de deur uit!" Bakkerij Molkwar BV Transportwei 11, Joure T (0513) 436 474 www.molkwarderkoeke.nl

Creatief ondernemerschap, authentieke merken. Wist u dat de Noordelijke MKBbedrijven in de levensmiddelenindustrie opvallend innovatief en internationaal gericht zijn? En wist u dat deze bedrijven het minst gebruik maken van subsidies? Althans, dat zijn enkele conclusies uit het LEI-rapport ‘Dat smaakt naar meer’ dat vorig jaar is gepubliceerd. Voor beleidsmakers is deze constatering uitermate interessant. Immers, de conclusies suggereren dat de vele subsidieregelingen niet nodig zijn voor het stimuleren van innovatie bij het MKB. In dit geval kan de overheid simpelweg besluiten om het aantal subsidies te verminderen. Intrigerend is de vraagstelling of het MKB überhaupt subsidies nodig heeft? Wat hebben de oprichters van de Noordelijke familiebedrijven zoals Koopmans Meel, Borgesius, Smilde Foods, Steensma Ingredients, Van der Meulen en Hooghoudt bewogen om jaren geleden een bedrijf in levensmiddelen te starten? Het antwoord hierop moet gezocht worden in het contact met de consument en het besef ‘iets beters en anders te kunnen doen’. De oprichters waren oprecht in hun beweegreden en de klant gunde hen hierdoor de business. Authenticiteit en creativiteit als leidmotief voor ondernemerschap! Vroeger, nu maar ook in de toekomst? Een duurzaam marktperspectief in food Na decennia waarin voedsel iets vanzelfsprekends was, krijgt de consument weer waardering voor het product en - minstens zo belangrijk - de producent. En stelt daarbij de vraag 1. hoe wordt mijn voedsel gemaakt? en 2. waar komt mijn voedsel vandaan? Authenticiteit van het merk en creativiteit van de ondernemer worden weer beloond! Zo ook in Noord-Nederland. Koopmans Meel in Leeuwarden heeft in samenwerking met de stichting Veldleeuwerik een lokale en unieke keten ontwikkeld van graan, bloem en ambachtelijk brood. Sinds haar oprichting in 2011 bedient de bierbrouwerij Maallust in Veenhuizen met 25 aandeelhouders ‘De Zware Jongens’ succesvol de Noordelijke horeca met speciaal bieren. De Kleinste Soepfabriek in Leek levert onder haar authentieke merk nu ook de grote supermarkten. Ook Huls in Vlagtwedde weet het ambachtelijke karakter van droge worst op een authentieke wijze onder de aandacht van de Nederlandse consument te krijgen. Zelfs Hooghoudt maakt gebruik van het zuivere water van de Drentsche Aa om hierdoor extra waarde aan het merk Hooghoudt en het product jenever toe te voegen. Om terug te komen op de vraag of het Noordelijke MKB in de levensmiddelenindustrie subsidies nodig heeft? Niet om creatief ondernemerschap of een authentiek merk te ondersteunen. Wel om gezamenlijk te investeren in een foodrelevante infrastructuur. Dat smaakt naar meer!

Timo ter Voort, duurzame ondernemer.

Halbe Vogel

Living Foods www.livingfoods.nl www.zaligezee.nl

Henk (links) en Ruud Eisenga, de kaassmaakmakers


Agri & Food special

9

SpEERSTRA FEED INGREDIENTS

Verantwoord verbeteren van diervoeders Vrijwel onzichtbaar voor melkveehouders, varkensboeren en pluimvee-eigenaren spelen Jan en Tineke Speerstra, samen met acht collega’s – een steeds belangrijker rol in de verantwoorde verrijking van diervoeder. Hun bedrijf Speerstra Feed Ingredients BV is exclusief distribiteur van een aantal hoogwaardige, wetenschappelijk geteste additieven, waarmee vee, varkens en pluimvee meer uit hun voer halen. “De dieren zijn gezonder, de opbrengst is hoger.”

te behalen was; additieven. In alle bescheidenheid durf ik te zeggen dat ik gelijk heb gekregen.” Scepsis Het bleek inderdaad een schot in de roos. Al snel verwierf Speerstra Feed Ingredients het exclusieve distribiteurschap voor Dia-

mond V Mills, een Amerikaanse onderneming die wetenschappelijk geteste gefermenteerde gisten ontwikkeld voor verrijking van ruwvoer voor melkvee. Daarop volgden andere producten, zoals de pensbestendige choline chloride Reashure (waarmee leververvetting wordt onderdrukt)en

BergaFat (dat het vetgehalte in de melk verhoogt). Ondertussen beseft Speerstra dat additieven nog steeds met de nodige scepsis worden bekeken. “De diervoederindustrie heeft z’n schandalen gehad en daar willen wij niet mee worden geassocieerd. Daarom hebben wij er vanaf de start voor

gekozen om alleen bewezen kwaliteitsproducten te verhandelen. Daarnaast testen we zelf ook, want we willen voor honderd procent achter onze producten kunnen staan. Vanuit het besef dat het om dieren en een biologisch systeem gaat.” Kennis delen De additieven die Speerstra Feed Ingredients aan verschillende voederbedrijven levert hebben hun werking wereldwijd bewezen en ook in de Benelux wordt – zij het langzaam – de meerwaarde van additieven gezien. “Mits goed toegediend leveren additieven een betere benutting van het voer op. Het houdt dieren gezonder en levert een hogere opbrengst; zowel voor het dier, de boer als het milieu. Het heeft ervoor gezorgd dat Speerstra Feed Ingredients is uitgegroeid tot een goed lopende, slagvaardige en zichzelf voortdurend vernieuwende organisatie. Naast een uitgelezen assortiment additieven voor verschillende doeleinden, makelt het bedrijf ook kennis., onder andere door consultancy en themamiddagen en studiebijeenkomsten rondom diervoerderverbetering te organiseren. “Omdat er zoveel winst te behalen is, is het belangrijk om kennis te delen”, zegt Speerstra. “Daarom gaan we actief ‘de boer op’ en staan we open voor iedereen die meer over de toepassing van goede additieven wil weten.”

De carrière van Jan Speerstra kent een bijzonder verloop. Want hoewel hij aanvankelijk veearts wilde worden, duwden uitloting en een biologie-opleiding hem van theorie naar praktijk en ontwikkelde hij zich tot specialist op het gebied van veevoer. Zijn loopbaan voerde hem langs ‘instituten’ als Koopmans (toen nog volop actief in feed) en Avebe, waarvoor hij bijproducten verkocht. “Ik heb de feed-industrie – nationaal en internationaal - van binnen en van buiten leren kennen en beschikte over een behoorlijk netwerk. De bedrijven waarvoor ik heb gewerkt waren fantastisch en ik heb er veel geleerd, maar in 1996 besefte ik ineens dat ik voor mezelf wilde beginnen; niet langer onderdeel zijn van een grote organisatie, maar mijn kennis en ervaring inzetten voor een onderdeel van de feedbranche waar naar mijn idee voor alle partijen winst

www.speerstra.com

De wereldbevolking groeit. Van 7 miljard nu naar 9 miljard in 20150. Al deze mensen moeten gevoed worden. Terwijl er nu al honger is. Het voeden van de toekomstige wereldbevolking is dus is een enorme uitdaging. Er wordt heel veel onderzoek gedaan naar betere en efficiëntere productietechnieken die een grotere opbrengst per hectare opleveren. Tegelijkertijd gaat een groot deel van onze voedselproductie verloren. Volgens de FAO gaat wereldwijd gemiddeld 35% van ons voedsel na het oogsten ervan, verloren. In totaal 1,3 miljard ton per jaar. In het westen verspillen we voedsel vooral bij onszelf, als consument. In Nederland gooiden we in 2013 meer dan 100 kilo per persoon. Ongelofelijk veel eten dat ook nog heel veel geld waard is. In ontwikkelende landen ontstaat voedselverspilling voornamelijk in de logistieke keten na de oogst. Dus bij het verpakken, transport, koelen, vervoer van de producten die van het land komen. Het gaat dan soms om heel eenvoudige oplossingen. Nederland staat wereldwijd bekend om zijn kennis en expertise

Melkveehouder Jantinus Echten on the MOOV Een kleine ingreep, groot gemak. Zo kun je de installatie van de Moov voeraanschuifrobot gerust samenvatten. De Moov schuift op ieder gewenst tijdstip de voergang in melkveestallen schoon. Melkveehouder Jantinus Echten uit Koekange beschikt sinds enkele weken over de Moov en ziet –net als zijn koeien, overigens – met genoegen hoe de robot z’n werk feilloos doet.

Help voedselverspilling de wereld uit

in de stal kom is het voer allemaal netjes aangeschoven. Doordat we

“Ik run een éénmansbedrijf. Dat betekende dat ik vroeger voor het aanschuiven van het voer overdag terug moest komen van het land om het ruwvoer te verdelen. Dat hoeft nu niet meer”, zegt Jantinus Echten. “Als ik nu s ’morgens

eigenlijk te weinig vreetplaatsen hebben is het belangrijk dat er al-

tijd voer voor ligt. Belangrijker nog is het welzijn van de circa 115 koeien op stal. Echten: Doordat de Moov vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week zorgt voor constante aanvoer van ruwvoer, kunnen alle dieren eten wanneer ze maar willen. Dat voorkomt klachten als pensverzuring en daardoor minder klauwproblemen. Bovendien wordt het voer ook veel beter benut en loont het om meer ruwvoer in de koe te krijgen in plaats van het duurdere krachtvoer te geven. Dat is een kostenbesparing die ook nog eens leidt tot meer melk met hogere gehaltes.”

jes Mechanisatie uit het nabijgelegen Rogat – geruisloos z’n rondjes. De koeien zijn nieuwsgierig en vinden het een leuk speeltje. Echten: Naast de eerdergenoemde voordelen zie ik ook dat de Moov rust in de veestapel brengt. Door de constante aanvoer van het voer komen alle koeien aan vers eten toe en is de hiërarchie tussen de koeien niet langer een negatieve invloed op de benutting van het voer. Bovendien verdient de Moov in mijn situatie zichzelf al terug binnen twee jaar tijd.”

op het gebied van agrologistiek. Bij de ambassades wordt regelmatig gevraagd om hulp om de lokale agrologistieke ketens efficiënter te maken. Het PostharvestNetwork.com (geïnitieerd door de ministeries van EZ en Buitenlandse Zaken) verbindt Nederlandse bedrijven, NGO’s en kennisinstellingen om die hulpvragen zo concreet mogelijk te beantwoorden. En daarmee de voedselverspilling tegen te gaan. Michael Jurriaans

www.joz.nl/moov

In de stal van Jantinus Echten draait de Moov – die werd geïnstalleerd door JOZ A-dealer Huis-

pOMMEQ

Maatwerk van de hoogste kwaliteit Op de grens van Friesland en Groningen – daar waar aardappelen uienvelden rijk vertegenwoordigd zijn – is pommeq gevestigd. Het bedrijf is gespecialiseerd in de levering-opmaat van landbouwmachines voor de aardappel- en uienteelt en bedient vanuit het Munnekezijl de hele wereld. Efficiency, kwaliteit en innovatie zijn de waarden waar pommeq op stuurt. Tot 1998 werkte Beeno Oldenhuis voor diverse landbouwmachine-

fabrikanten en –leveranciers in het binnen- en buitenland. Net als veel anderen zag hij de enorme dichtheid van mechanisatiebedrijven en het overschot aan landbouwmachines. “Terwijl in Nederland een overschot ontstond, was in het buitenland veel vraag naar machines”, herinnert Oldenhuis zich de start van zijn eigen onderneming. “Nederland is op gebied van landbouwmechanisatie koploper, terwijl Noord-Nederland ook nog eens het centrum is van de aardappelen uienteelt. Zo ontstond het idee om nieuwe en gebruikte machines voor het zaaien, poten, oogsten en verpakken van aardappelen en uien te gaan exporteren.”

Maatwerk Onder de vlag van Oldenhuis Export namen de activiteiten een behoorlijke vlucht. Maar ook in Nederland ontstond vraag naar de machines en de kennis van Oldenhuis en zijn zes collega’s. Vanaf 2014 heet het bedrijf Pommeq en worden ook Nederlandse boeren in de regio bediend. “We zijn innovatief, servicegericht en hebben over de volle breedte en diepte expertise in huis”, zegt Oldenhuis. “Zo leveren we materiaal en onderdelen van gerenommeerde fabrikanten als onder andere Dewulf-Miedema Areco, Struik, Schouten en Holaras. Het betekent dat we voor iedere opdrachtgever maatwerk van de hoogste kwaliteit leveren. Daarnaast doen we onderhoud en

reparatie zowel in onze werkplaats, of bij de klant op het erf.” Stuwadoor Pommeq is inmiddels ook gespecialiseerd is in het verladen van landbouwmachines voor vervoer overzee, inclusief ‘containeriseren’ en alle administratie. Oldenhuis: “Dat doen we natuurlijk allang voor onszelf, maar we worden ook ‘ontdekt’ door collega-bedrijven en andere partijen die grote goederen naar het buitenland willen vervoeren. Boven Rotterdam zijn er nauwelijks bedrijven die dat doen. Wij weten hoe het moet, dus waarom zouden we dat specialisme niet voor anderen inzetten?” www.pommeq.nl


Agri & Food special COLUMN

Welkom! Sinds 1993 ben ik als ondernemer als actief in Letland en ben daarnaast voorzitter van de Kamer van Koophandel/FryslânHouse. Nederland heeft van oudsher een uitmuntende reputatie in het “Baltikum”. Nederland exporteert, naast de spreekwoordelijke bloemen, veelal specifieke technologische producten in alle sectoren van de economie. Door de “oostzeehandel” zijn we historisch nauw met elkaar verbonden. Sinds de Hanzetijd, de Gouden eeuw en ook de “Veenkoloniale oostzeevaart” verdienen Nederlanders uitstekend aan de handel in metaal, olie, chemie, machines, kunstmest, hout, graan en turf. Estland, Letland en Litouwen zijn met 6 miljoen inwoners tegenover 28 miljoen in de Benelux relatief dun bevolkt. Dat biedt “natuurlijke” perspectieven voor agrarische produktie als biomassa, zuivel en bosbouw. Ik verwacht succesvolle samenwerking met bedrijven actief in de “biobased economy”.

10

CApARIS FOODpACK

Bewust en betrokken Verpakking is overal. Van een miniem zakje voor vanilledraadjes tot een een zak voor twintig kilo hondenvoer. Het is een vanzelfsprekendheid, maar die wél ergens vandaan komt. De verpakkers zelf noemen het echter méér dan alleen een 'vanzelfsprekendheid'. Tekst: Miriam Nooi Sterke punten "Ik zou het een verantwoordelijkheid willen noemen," zegt Harm Zwier, manager van Caparis FoodPack in Heerenveen. "Bij het verpakken van, in ons geval vooral levensmiddelen, komt veel meer kijken dan alleen even een zakje er om heen, sluitertje er op en klaar. Veel processen bij ons zijn in hoge mate geautomatiseerd en er gaan enorme aantallen producten van bedrijven uit binnen- en buitenland door onze verpakkingshallen. We zijn vooral sterk op het gebied van verpakken van snoep, koek, chocolade, koffie en suiker."

Bedrijven kiezen dikwijls bewust voor Caparis FoodPack, vanwege het werken vanuit een sterk gevoel voor maatschappelijke verantwoordelijkheid. Maar ook de FSSC- en SKAL-certificering dragen bij in het toekennen van opdrachten. Tony Chocolonely bijvoorbeeld, een merk dat een maatschappelijk statement wil uitdragen, maar ook veel Friese bedrijven. "Caparis FoodPack is van oudsher een sociale werkvoorziening en een initiatief van acht Friese gemeentes", vervolgt

Harm. "Op dit moment hebben we een kleine 2.500 mensen in dienst in diverse disciplines, zoals detachering, montage, schoonmaak, groenvoorziening en rijwielen. We werken met mensen die, om wat voor reden dan ook, wat verder van de arbeidsmarkt staan. Deze mensen bieden wij een werkplek en een gedegen en professionele begeleiding." Super gemotiveerd "Zo krijgen ze trainingen verzorgd door MBO Lifesciences in Leeuwarden, erkende jobcoaches en een leidinggevende vanuit Caparis FoodPack. De mensen leren om te gaan met hygiëneregels, wet- en regelgeving, maar ook met het werkklimaat, om zich voor te bereiden op een doorstroming naar andere bedrijven. Het resultaat: super gemotiveerde mensen met een scherp oog voor detail, die trots zijn op wat ze doen. Het werk dat ze bij Caparis FoodPack doen, van het verpakken of ompakken van producten tot het bedienen of repareren van machines, geeft iedereen heel veel voldoening!" Caparis FoodPack, met een oppervlakte van 15.000 vierkante meter en 600 tot 700 palletbewegingen per dag en waar een aangenaam aroma hangt van ondefinieerbare geuren, wil ook wat betekenen voor de regio. "We werken veel samen met bedrijven in de buurt, en andersom. Voor het transport van en naar een grote speculoosfabriek in België vragen we bijvoorbeeld Portena, praktisch onze buurman. In een van onze hallen worden bijbels verpakt, van onze andere buurman en grootste bijbeldrukker Drukkerij Jongbloed. Bijbels, 'voedsel voor de geest' noemen we die dan maar, wat maakt dat het binnen Caparis FoodPack past. En wat hier zo lekker ruikt, komt van bakkerij Van der Leur uit Bolsward. Die hebben bij ons een ruimte gehuurd voor het maken

Letland ligt centraal in NoordEuropa en is de deur tot midden Azie. Nederlandse bedrijven gebruiken Letten om zaken te doen in Centraal-Azië, maar ook in Scandinavië. De Letten willen vooruit! Velen werken en studeren nu in Nederland, maar men wil graag de eigen industrie ontwikkelen. Men wil investeringen met toegevoegde waarde. Door de kennis van vreemde talen en culturen, de werklustige flexibele arbeidsmarkt en de ruimte is de regio populair bij investeerders. Een bedrijf als IKEA heeft naast productie van meubels ook investeringen in bossen en business centra.

De Nederlands Letse Kamer van Koophandel (NLCC) en Fryslân House heet u daarom van Harte Welkom!

Ebbing Osinga Riga, 29 maart 2016

Verpakkers staan altijd achter aan in de keten van productie. Harm: "Traditioneel vormen we binnen de keten inderdaad het sluitstuk. Tegenwoordig staan we steeds vaker vooraan in de keten. Die plek claimen we bewust bij de producenten, door te participeren in de ontwikkeling van een product. Dat voorkomt onnodige investeringen in tijd en geld en in nieuwe machines of materialen, omdat de ene producent het nét weer even anders wil dan de andere. Ook daarin tonen we ons bewust en betrokken. We gaan graag in gesprek met bedrijven en andere geïnteresseerden over de verschillende verpakkingsmogelijkheden die wij kunnen bieden!" Caparis Foodpack Industrieweg 13, Heerenveen www.caparis.nl

Voeding op maat - Werken in ketens broodnodig Een op maat gesneden voedingspatroon en/of op maat gemaakte voedingsproducten/supplementen, waardoor je gericht bepaalde ziektes kunt vermijden. Het is momenteel nog een utopie. Er zijn echter aanwijzingen dat het kan werken. Wel zijn er nog de nodige hordes te nemen.

Letland werd onlangs uitgeroepen als “groenste land”. Riga is een schitterende hanzestad en een rijke cultuur verbronden met de rijke natuur. Midzomernachtfeest en het traditionele zing- en dansfestival worden authentiek gevierd.

van petit-fours met amandel. Zij bakken de petit-fours, wij zorgen voor de decoratie en de verpakking. Verder heeft Caparis FoodPack voor opslag de beschikking over koel- en diepvriescellen tot 18 graden."

personalised Food – kansen voor de sector Op 18 februari jl. vond in Thialf een bijeenkomst plaats over dit thema, georganiseerd door Innexus, Food Circle en Avebe in samenwerking met o.a. Hogeschool Van Hall Larenstein en de Hanzehogeschool. Dit event was de eerste in een serie bijeenkomsten over prangende issues in de sector. Voeding op maat ofwel personalised food is niet gelijk iets wat hier en nu speelt,

maar wat op termijn wel aanzienlijke gevolgen voor de sector kan hebben. Ongeveer 70 deelnemers vanuit bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid waren aanwezig om gezamenlijk de kansen voor personalised food te verkennen. De film laat een impressie zien van de dag met de kernboodschap van de sprekers. Systeembioloog Hans Westerhoff (Universiteit van Amsterdam en Vrije Universiteit) stelde dat het mogelijk is, met het in kaart brengen van het menselijk genoom en het opstellen van een metabole kaart, om per individu te onderzoeken wat hij of zij nodig heeft aan voedingsstoffen om problemen wat genen of omgeving betreft te omzeilen. 'De me-

tabole kaart is een soort routekaart waarin circa 5000 metabolieten en ruim 7500 enzymreacties zijn opgenomen. De metabolieten zijn de steden en enzymreacties de verbindingswegen tussen deze steden. ’ Gezien het hoge aantal metabolieten en enzymreacties en de verschillen in hun genen en levensstijl is het voorspelbaar dat mensen anders kunnen reageren op verscheidene voedingsstoffen. Het verklaart waarom sommige mensen lactose-intolerant zijn of dat een identieke calorie-inname bij de een leidt tot gewichtstoename en bij de ander niet. De crux is nu om per individu te bepalen, op basis van een DNApaspoort en een metabole 'routekaart', welke wegen eventueel versperd zijn zodat bepaalde metabolieten niet of onvoldoende worden aangemaakt. Deze 'diagnose' moet vervolgens leiden tot een gepersonaliseerd advies.

stel. 'Wat je ziet, is dat iedereen het wiel uit probeert te vinden. Individuele patiënten experimenteren met combinaties van verschillende voedingsmiddelen, maar jammer genoeg blijven hun ervaringen - en mogelijke resultaten - uit het zicht. Hun bevindingen zouden ook meegenomen moeten worden in de ontwikkeling van nieuwe producten.

Daarvoor is wel degelijk een markt, zo stelde Gaston Remmers, procesarchitect bij zijn bureau Habitus, en mede-oprichter van Platform Patiënt en Voeding. Remmers stelde dat in Nederland zo’n driekwart van de kankerpatiënten bezig is om voedselroutines te ontwikkelen waar ze zich beter door voelen en die wellicht bijdragen aan her-

Het concept van een voedingspatroon en/of supplementen (cocktail) voor een bepaalde populatie is interessant, zowel vanuit het perspectief van publieke gezondheid als in bedrijfseconomisch opzicht. Dit gaat alleen werken als partijen zoals life sciences, plantwetenschappen, patiëntenverenigingen, tuinbouw en voedingsmiddelenindustrie

nauw met elkaar gaan samenwerken om concrete resultaten te boeken. Vervolgsessies Tijdens de bijeenkomst van 18 februari jl. zijn vele ideeën naar voren gekomen, waarop we meer in detail tijdens vervolgsessies kunnen ingaan. De volgende sessie op 20 april gaat over Differentiatie van voedsel: kansen voor bedrijven. De andere sessie staat gepland op 18 mei. Heeft u interesse in het onderwerp, heeft u ideeën of wilt u op de hoogte gehouden worden van de vervolgsessies, neem dan contact op met Saskia van Gend, projectmanager TCNN, via saskiavangend@tcnn.nl of 0647438324.


Agri & Food special

11

HOCHWALD FOODS NEDERLAND b.v.

VAN DER MEULEN

Topspeler in SCM en .... blik

Zuivere chips

Het is dit jaar tien jaar geleden dat de melkverwerkende fabriek die al vanaf haar oprichting in 1893 bij de bevolking van Bolsward onder de naam 'Hollandia' bekend is, werd overgenomen door het Duitse Hochwald. Sindsdien hebben de zaken een grote vlucht genomen en vinden er voortdurend verbouwingen en uitbreidingen plaats. Ten behoeve van de melkafdeling van de fabriek, maar -en dat is bij veel mensen veel minder bekend- ook en juist in de afdeling waar ze.... blik maken. Tekst: Fred Ootjers Het hoofdproduct dat in Bolsward wordt vervaardigd is gesuikerde gecondenseerde melk, sweetened condensed milk (SCM). “Dat was in 1893 het eerste lang houdbare melkproduct en hoofdzakelijk bedoeld voor de export", weet Koos Elzinga, sinds 2014 directeur van Hochwald Foods Nederland. "Een product ook dat niet of nauwelijks bekend is in Nederland. In ons land is de

Koos Elzinga, directeur van Hochwald Foods Nederland afstand naar melk nooit ver geweest en is de noodzaak voor langere houdbaarheid dus minder groot. Voor heel veel landen in de wereld geldt dat niet en vaak is melk daar meer een luxe product.” Naast de gesuikerde gecondenseerde melk wordt er in de fabriek in Bolsward gesteriliseerde room gemaakt en verschillende ready to drinks. In hoofdzaak onder eigen Hochwald merken, maar ook voor andere grote internationale melkverwerkende bedrijven. "De fabriek in Bolsward is altijd sterk gericht geweest op de export en het is juist daarmee dat we voor

het internationaal gerichte Hochwald een belangrijke toegevoegde waarde hebben. Daar past Hochwald Foods Nederland perfect in met onze export naar 87 landen. Sinds de overname door Hochwald in 2006 zijn er, zoals gezegd, voortdurend verbouwingen, vernieuwingen en uitbreidingen geweest. "Het productieproces in de melkafdeling is aanzienlijk efficiënter geworden door modernisering en automatisering van de apparatuur. Datzelfde geldt voor de blikfabriek. De blikfabriek heeft altijd onderdeel uitgemaakt van de melkfabriek. Naast verpakkingsmiddel voor onze eigen producten, maken we ook blikverpakking voor het moederbedrijf in Duitsland en produceren we in toenemende mate lege blikken, die bij onze afnemers worden afgevuld. Een belangrijke

Hochwald Foods GmbH Hochwald Foods GmbH, gevestigd in Thalfang, noteerde in 2014 een melkverwerkingsvolume van meer dan 2,2 miljard kg en telde rond de 5200 melkproducenten, waarbij een omzet van 1,6 miljard euro werd geboekt. Met productielocaties in Duitsland en Nederland beslaat Hochwald het totale spectrum aan verse en houdbare melkproducten, die naar meer dan 100 landen van de wereld worden gedistribueerd. Het exportpercentage van de onderneming bedroeg in 2014 circa 42 %. Bij Hochwald Foods Nederland wordt jaarlijks ongeveer 110 miljoen liter melk verwerkt en zo'n 25 miljoen kilo suiker. Het bedrijf kent 175 medewerkers in vaste dienst en behoort tot de top tien van werkgevers in Z.W.-Friesland.

groeimarkt zijn de poederbussen voor babyvoeding. Daar maken we zo'n één miljard componenten per jaar van, bestaande uit bodems, bussen en deksels. Die vinden hun weg naar afnemers over de hele wereld, maar merkwaardig genoeg nog onvoldoende naar klanten in de regio Friesland, met haar accent op dairy. De blikken worden in alle gewenste diameters gemaakt en zijn behalve voor babyvoeding, ook geschikt voor het verpakken van allerlei droge producten."

Hochwald Foods Nederland b.v. Harlingerstraat 65, Bolsward (0515) 57 88 88 www.hochwald.de

Broodchips. Of op z'n Engels: breadchips. Wie heeft er ooit van gehoord? Bestaat het eigenlijk wel? En óf het bestaat. En het is nog lekker ook. Heel lekker. En gezond. Bedacht en gemaakt in Friesland. Bij Van der Meulen in Hallum. De Meesterbakkers. Inderdaad, die van het beschuit, het roggebrood en de Melba Toast. En nu dus ook: van de breadchips. Tekst: Fred Ootjers De roots van het familiebedrijf gaan ruim honderd jaar terug. Het is Hessel van der Meulen die in Ferwerd een bescheiden beschuitbakkerij begint, die binnen de kortste keren uit haar jasje groeit. Het bedrijf wordt verplaatst naar Hallum, er wordt een heuse fabriek gebouwd, die er anno 2016 nog steeds staat en onderdeel uitmaakt van het inmiddels imposante bedrijfscomplex. Nog altijd is de onderneming eigendom van inmiddels de vierde generatie Van der Meulen, een gegeven dat met trots in de slogan 'Al vier generaties lang meesterlijk lekker!' wordt gevoerd.

knappe prestatie voor wat feitelijk een mkb-bedrijf is. In omvang zijn we relatief bescheiden, maar we denken en werken als een multinational. Dat moet ook wel als je exporteert naar veertig landen." Anticiperend op de veranderende eetgewoontes van de consument en vooral op diens vraag naar gezond én lekker, ontwikkelde Van der Meulen de breadchips. Johan: "Onderzoek toont aan dat we steeds meer tussen de traditionele eetmomenten van ontbijt, lunch en avondeten gaan snacken. Dat willen we zonder gewetensbezwaren kunnen doen en daarom zoeken we naar een gezonder alternatief. Liever geen chips, hoe verleidelijk en lekker ook. Wat ons als Van der Meulen op het idee bracht om datgene wat chips zo lekker maakt én het gegeven dat wij als Meesterbakkers nooit anders dan verantwoorde en eerlijke producten hebben gemaakt, samen te voegen." Het resultaat is Bread Chips, the perfect match in taste. Johan: "En niet alleen de match in smaak is perfect, maar ook de hele beleving er omheen. Het zakje van écht papier, de grafische vormgeving en het feit dat er in vergelijking met gefrituurde chips de helft minder vet in zit." www.demeesterbakkers.nl

"Hoe het bedrijf al die jaren zelfstandig heeft kunnen overleven? Door te innoveren", aldus Johan Bruinsma, commercial director van Van der Meulen. "Het begon met beschuit, daar kwam later het roggebrood bij en nóg weer later de Melba Toast. In die laatste zijn we zelfs wereldmarktleider. Een

CLOETTA HOLLAND BV

“Er is niets mooier dan werken in een snoepfabriek” Een bezoek aan Cloetta is echt een feest. In deze fabriek in Sneek, vroeger bekend als Tonnema, worden snoepjes en kauwgum geproduceerd van merken als Sportlife, Xylifresh, Red Band, Venco en het in Nederland overbekende King. Al in de wachtruimte is prominent ruimte gemaakt voor de inspirerende kernwaardes van de international: passion, Focus, Teamplay en pride. En trots zijn manufacturing director Frans de Ruyter en lean manager Marieke de Boer. Op de producten, op de fabriek én op de mensen die er werken.

groeien in een professionele, maar prettige cultuur.” “De kernwaardes van het internationaal opererende Cloetta zijn geen loze kreten”, verzekert De Ruyter. Zijn collega De Boer is als lean manager medeverantwoordelijk voor voortdurende verbetering van werkprocessen. “Door een groot deel van de verantwoordelijkheid voor de verbetering en - niet te vergeten - de veiligheid bij de mensen op de

“Cloetta is geen typische lopende band-fabriek,” haalt De Boer maar meteen een misverstand uit de weg, want ze weet dat het niet altijd duidelijk is voor mensen hoe uitdagend het is om te werken in een fabriek. Cloetta wil vooral een ‘Great place to work’ zijn, waar naast veiligheid, kwaliteit, klanttevredenheid en (kosten)efficiëntie ook de ontwikkeling van medewerkers

hoog op de agenda staat. Een plek waar de medewerkerstevredenheid hoog en het ziekteverzuim laag is, vult De Ruyter aan. “Er is niet alleen ontzettend weinig verloop onder de medewerkers van de fabriek, er wordt ook erg veel geïnvesteerd in het personeel door middel van trainingen en opleidingen, waaronder trainingen in het buitenland. We bieden medewerkers de kans om te

Johan Bruinsma: 'In omvang zijn we relatief bescheiden, maar we denken en werken als een multinational'

werkvloer te leggen, betrek je medewerkers en maak je een gezamenlijke positieve ontwikkeling door”, stelt De Boer. “De operators kennen autonoom onderhoud; ze zijn eigenaar van hún deel van de productielijn. Daartoe mogen ze hun werkplek, waar het kan, naar eigen expertise en in-

zicht zo efficiënt mogelijk inrichten. “Het klinkt raar, maar het liefst zien wij operators die rustig rond kunnen lopen. Dit geeft namelijk aan dat we het proces beheersen. Daarin is meegenomen dat we op een veilige manier kwalitatieve producten produceren,” zegt de bevlogen lean manager, die dagelijks meemaakt hoe ruim honderd medewerkers met plezier werken aan meer dan vijftig kauwgumrecepten en verschillende soorten snoep. “Wat is er nou mooier dan een kind dat op school kan vertellen dat zijn moeder of vader werkt in de snoepfabriek,” besluit Frans de Ruyter het gesprek. www.cloetta.nl


Agri & Food special

12

KOOpMANS KONINKLIJKE MEELFABRIEKEN B.V.

Duurzaam, puur natuur en van hoge kwaliteit De geschiedenis van Koopmans Koninklijke Meelfabrieken voert terug naar het jaar 1846. En net als oprichter Uilke Klazes Koopmans destijds, heeft het bedrijf kwaliteit nog steeds hoog in het vaandel. In Leeuwarden, waar de molens van Koopmans nog steeds een landmark zijn, worden daar anno 2016 ook de ingrediënten ‘duurzaamheid’ en ‘innovatie’ aan toegevoegd. Daarnaast stelt Koopmans de drie ‘g’s van ‘genieten’, ‘gezondheid’ en ‘geweten’ centraal in haar klant en ontwikkelstrategie. Koopmans Koninklijke Meelfabrieken b.v. (KKM) kent een rijke historie en een indrukwekkend trackrecord, maar algemeen directeur ir. Dirk Lodewijk blikt ook graag vooruit. Hij is de tweede externe algemeen directeur op rij van een onderneming die van familiebedrijf is uitgegroeid tot een onafhankelijk zelfstandig bedrijf met meer dan 170 aandeelhouders, ruim 110 enthousiaste medewerkers en de focus op drie markten; bloem- en meelproducten voor de professionele bakker, foodcoatings (onder de vlag van LaCo Crumbs) voor de internationale voedingsmiddelenindustrie en Koopmans Ingredients. “Met dat laatste bedrijfsonderdeel proberen we nog meer uit de graankorrel te halen, zoals specifieke vezelfracties die aan brood, maar ook aan andere voedingsmiddelen kunnen worden toegevoegd als natuurlijk in-

grediënt”, legt Lodewijk uit. “Dat is een voorbeeld van innovatief en duurzaam denken en handelen, waarbij het mogelijk blijkt om uit restproducten nóg meer te halen.”

investeren in de modernisering van de organisatie en HRM beleid. Daarnaast werken we aan duurzame relaties met al onze stakeholders; van leverancier tot en met afnemer. En zijn we transparant over de herkomst en productie van onze ingrediënten. Hiervoor hebben we voor Koopmans Meel Natuurkracht ontwikkeld. Een assortiment met classificaties voor herkomst, duurzaamheid, lokale teelt, natuurlijk, biologisch en non-GMO; allemaal van hoge kwaliteit. Onze klanten kunnen zo kiezen hoeveel natuurkracht ze willen hebben. Binnen het segment snacks en appetizers hebben we voor LaCo klanten natuurlijke paneercoatings ontwikkeld voor ovenproducten als aardappelkroketten, kaassoufflés en kipschnitzels. Dit zonder E-nummers en passend op de productielijnen voor de klant; nog een voorbeeld van innovatie die onze klanten in staat stellen in te spelen op consumententrends.”

Dirk Lodewijk

Duurzame relaties Innovatie en duurzaamheid zijn groeipijlers binnen KKM en dat is opvallend voor een bedrijf dat niet de grootste is in een van oudsher tamelijk traditionele markt. “Je kunt proberen je te onderscheiden op de laagste kostprijs door de grootste te worden, maar KKM heeft besloten dat niet te doen,” zegt Lodewijk. “Het bedrijf heeft vakmanschap, passie en kwaliteitsbesef in de genen en dat is precies onze kracht. We hebben onze focus opnieuw scherp gesteld op duurzame waardecreatie uit graan, we zijn ons gaan concentreren op marktgebieden waarin we samen met klanten het verschil kunnen maken, we hebben onze missie en visie herzien en zijn nog meer gaan

Broedplaats Om de band met leveranciers en afnemers aan te halen én innova-

MEINDERTS MECHANISATIE

Vervolg van de voorpagina INNExuS

Maatwerk in mechanisatie Aan een rustige, doorgaande weg dwars door de Friese landerijen, midden tussen de boeren, zit Meinderts Wergea. Imponerende machines op het bedrijfsterrein maken direct duidelijk dat ze hier alles voor landbouwmechanisatie verkopen. En niet alleen machines. Tekst: Miriam Nooi "Ik ben de vierde generatie Meinderts in het bedrijf," vertelt Johan Meinderts, mede-eigenaar van Meinderts Wergea. "Mijn overgrootvader begon als schaatsenmaker, mijn grootvader aanvankelijk ook, maar hij had een

vindingrijke geest en een grote nieuwsgierigheid naar het nieuwe. Hij begon met het ontwikkelen van landbouwmachines, zoals weideslepen en greppelfrezen, wat al snel uitmondde in een werkplaats waar een breed assortiment machines werden gemaakt, die in heel NoordNederland werden verkocht. Vanaf de jaren zestig namen de zaken een vlucht in de landbouwmechanisatie en toen in 1986 de Schuitemaker Rapide op de markt kwam, een concept waar mijn vader zeer enthousiast over was, werd hij dealer. 'Geboren in Rijssen, opgegroeid in Wergea', was altijd het gezegde

tie aan te jagen heeft KKM het innovatiecentrum KIEM ingericht, waarmee het bedrijf niet alleen eigen medewerkers, maar ook toeleveranciers en klanten in staat stelt om via demo’s, het delen van nieuwe technologieën en trendanalyses kennis uit te wisselen en productverbeteringen te doen. De KIEM-sessies – de afkorting staat voor Koopmans, Innovatie, Expertise en Molenaarschap – zijn volgens Lodewijk een ‘broedplaats’ van kennis, ervaring en nieuwe inzichten en daarmee ook de basis voor cocreatie. “Door samen te werken met andere ketenpartijen leer je elkaar beter begrijpen en ben je sneller in staat om te innoveren. Dat betekent ook nieuwe, betere producten en sneller inspelen op een flexibele, zeer volatiele markt. Door samenwerking te zoeken en goede, eerlijke producten te maken waar consumenten naar vragen, hebben we over honderd jaar nog steeds bestaansrecht.”

over de Rapide. De Schuitemaker is nog altijd de trendsetter qua uitvoering en is tot op de dag van vandaag marktleider in Nederland. "Daarnaast zijn we al twintig jaar Fendt dealer voor Midden Fryslân en sinds 2013 dealer voor de Kuhn ronde- en vierkante balenpers. Het assortiment wordt aangevuld met onder eigen merknaam geproduceerde landbouwmachines. De bekende Mezo weidesleep type Terrabuster en de combi-weidesleep type Ecobuster, zijn daar voorbeelden van.” Meinderts Wergea kent twee disciplines. "De verkoop van landbouwmachines en tractoren, en

de snelle service die we bieden. "Ons verkoopteam bestaat uit Jan Meinderts, Johan Meinderts, Dries Gerbens en Frans Schregardus. De hoofdvestiging staat aan de Wartensterdyk, maar we hebben sinds 2002 ook een deel van de Fricohallen in Wergea in gebruik. De tweede tak is onze service. In de werkplaats voeren we reparaties uit en maken we machines voor een nieuwe eigenaar precies op maat. Maatwerk is ons visitekaartje. Net zoals onze vierentwintig uur service. Tijd is geld, en al helemaal voor boeren of loonwerkers in de oogsttijd. Storingen, waar dan ook in Nederland, worden op een snelle en professionele manier aangepakt. Drie volledig geoutilleerde servicebussen en twee serviceauto's voor noodreparaties staan altijd in de startblokken, klaar om te vertrekken."

lingen, maar daar ligt de kennis niet alleen. Die zit voor een groot deel bij de bedrijven. Een school is een onderwijsinstelling, dat is wezenlijk iets anders. Als Innexus slaan wij een brug tussen bedrijfsleven en onderwijs, ook om jongeren enthousiast te maken voor de foodbedrijven. Dat kunnen ondernemingen zijn die voedingsmiddelen en/of voedingsingrediënten en halffabricaten produceren, maar ook bedrijven die diensten of producten leveren aan de voedingsindustrie of daarvan afnemer zijn. Bedrijven openen op gezette tijden letterlijk hun deuren voor bijna-schoolverlaters, een mogelijkheid waarvan in 2015 maar liefst duizend scholieren gebruik hebben gemaakt."

De samenwerking tussen de foodbedrijven vertaalt zich onder andere in een proeftuinproject dat wordt uitgevoerd in nauwe samenwerking met HANNN. "We hebben het dan over Healthy Ageing, over gezond ouder worden. Voedsel speelt een belangrijke rol voor gezondheid en als Innexus starten we een proeftuin, waarmee we een gevarieerd pakket aan gezonde voeding willen neerzetten. Foodbedrijven hebben de lead binnen de ontwikkeling en samenstelling van dat pakket, dat nieuwe kansen biedt voor de toekomst. Voor de ouder wordende mens én voor de ondernemers!" www.innexus.eu

Meinderts Wergea bestaat uit méér dan alleen maar de familie Meinderts. "We werken met een ijzersterk en zeer gemotiveerd team. Wil je werken aan de toekomst, ook voor de komende generatie, dan heb je mensen nodig die achter je staan. Die willen méé ontwikkelen en die samen het bedrijf gezond en sterk maken en houden." Meinderts Wergea Wartensterdyk 4, Wergea T (058) 255 15 65 www.meinderts.nl

Jan Meinderts (links) en Johan Meinderts

Innexusleden bezoeken de 'Supermarkt van de toekomst' in Keulen.


Agri & Food special

13

EUROFINS FOOD TESTING

SEMEX

From farm to fork

Voor een blijvend sterke en gezonde koe

Het schandaal rond de aanwezigheid van bestrijdingsmiddelen in diverse Duitse bieren toont nog maar weer eens aan hoe belangrijk de rol is van testlaboratoria. Eurofins Food Testing is, als onderdeel van de Eurofins groep, een van de grootste testlaboratoria in Europa en heeft haar ontstaan zelfs te danken aan een schandaal rond voedingsmiddelen.

De koe is een niet weg te denken element in het Nederlandse landschap. Voor de toeristen een mooi en karakteristiek beeld, voor de boer daarnaast een bron van zijn bestaan. Iets waar je zuinig op moet zijn. Tekst: Miriam Nooi "En waar we eigenlijk nóg veel zuiniger op zouden moeten zijn", aldus Jurjen Boerrigter, Business Development manager voor Semex. "De koe zoals wij die in Nederland kennen loopt het risico nadelen te ondervinden van de eenzijdige focus op het gegeven dat ze veel melk moet produceren. Het gevolg kan zijn dat de koe ziek wordt en dat is wel het laatste dat een veehouder wil. Een zieke koe kost tijd en geld en het is dus zaak ziekte te voorkomen. Een universiteit in Canada doet al ruim vijfentwintig jaar onderzoek naar immuniteit bij koeien, met als resultaat, vier jaar geleden nu,

Tekst: Fred Ootjers "Dat was het antivriesschandaal rond Oostenrijkse wijnen", weet Arjen Kuneman, managing director Eurofins Food Testing Nederland. "Een handjevol malafide producenten bleek wijnen kunstmatig te hebben gezoet met een stof die ook in antivries werd toegepast. Het schandaal werd breed uitgemeten in de internationale pers en de export viel vrijwel volledig stil. Bij het onderzoek waren een paar jonge Franse analisten betrokken, die later Eurofins hebben opgericht." Het schandaal liet zien hoe enorm groot de impact kan zijn wanneer er -bewust of onbewust- geknoeid wordt met levensmiddelen. Kuneman: "Er zijn sindsdien een hele reeks van vergelijkbare incidenten geweest, met meest recent dus die rond de Duitse bieren. In de meeste gevallen echter treft de producenten geen blaam. Die zijn er vóór alles op gericht om het consumentenvertrouwen op te bouwen. Om calamiteiten preventief te voorkomen schakelen ze ons in om het hele productieproces analytisch te bewaken." "Daar wordt wel de term 'From farm to fork' voor gebezigd", aldus Erik Bulten, product manager Eurofins Food Testing Neder-

land, "Of ook wel 'Van zaadje tot karbonaadje'. Het wil zoveel zeggen dat wij de hele keten bewaken. Het gewas op de akker, maar ook de samenstelling van de bodem en kuilvoer via onze zuster-Eurofins locaties. Vervolgens alle stadia van het transport en het productieproces tot en met het moment dat het artikel in de winkelschappen ligt. Op verzoek van de opdrachtgever gaan we in een betreffend filiaal 'boodschappen doen', waarna we elke aankoop op tal van aspecten onderzoeken. Op de kwaliteit van het product zelf, maar ook of de

Semex is een fokkerij-organisatie die met haar producten en diensten de Nederlandse veestapel een boost weet te geven in de genetische ontwikkeling. Het inzetten op een lange termijnrelatie met de veehouder is daarnaast een belangrijke factor in het succes van Semex. Met als intentie samen te werken aan een duurzame veestapel, weten beide partijen elkaar al decennialang te vinden.

het op de markt brengen van Immunity+. Luc Libberecht, sales director voor Semex: "Waarom wordt de ene koe ziek en de andere niet? Omdat die ene koe veel weerbaarder is dan de andere. Immuniteit is voor dertig procent erfelijk. Dit is vergelijkbaar met de overerfbaarheid van melkproductie- en exterieurkenmerken en dus vele malen hoger dan de erfelijkheidsgraad van de meeste gezondheidskenmerken. Door een speciaal voor Semex ontwikkelde HIR-test (High Immune Response) kan worden onderzocht of stieren over het HIR-gen voor hogere weerstand beschikken en hierdoor de Immunity+ status krijgen. Immunity+ stieren geven hun natuurlijke hogere weerstand door aan hun dochters en aan de volgende generaties. Consequent

gebruik van Immunity+ stieren op een veestapel zorgt voor sterkere koeien die, in combinatie met een beter koecomfort, minder vaak ziek zijn, betere biest produceren, vruchtbaarder zijn, een hogere levensverwachting hebben en een grotere productie en vruchtbaarheid genereren. Een win-win situatie dus. Niet in de laatste plaats voor de koe." Semex heeft de exclusiviteit op de vermarkting van Immunity+ stieren. www.semex.net

informatie op het etiket klopt met wat er werkelijk in zit." Eurofins heeft verschillende laboratoria in Europa, waarvan vier in Nederland gericht op voeding die elk hun specifieke onderzoeksgebied kennen. Met Heerenveen als hoofdlocatie vindt er tussen de diverse laboratoria een uitstekende samenwerking plaats, met name op het gebied van IT-techniek en logistiek. "Tijd is een enorm belangrijke factor", aldus Kuneman. "Een opdrachtgever wil zo snel mogelijk de resultaten weten van een onderzoek. Een schip dat met een lading noten ligt afgemeerd in de haven Rotterdam, betaalt duizenden euro's per dag aan liggeld. Dan kunnen we als Eurofins op vrijdag niet laconiek mededelen dat we maandag met de uitkomsten van het onderzoek komen..." Bulten: "Maar eerst en vooral gaat het de producent om dat consumentenvertrouwen. Wordt dat vertrouwen geschaad, dan kunnen de gevolgen desastreus zijn. Het zal niet de eerste keer zijn dat een bedrijf als gevolg van een schandaal failliet gaat. Met Eurofins weet een opdrachtgever zich niet alleen verzekerd van een gedegen onderzoek door de best opgeleide mensen, volgens gestandaardiseerde methoden en bijbehorende certificering, maar ook en vooral dat dat onderzoek snel en efficiënt plaats vindt."

Eurofins Food Testing Netherlands www.eurofins.nl

Luc Libberecht (links) en Jurjen Boerrigter

Nieuwbouw, renovatie, onderhoud, reparaties en keuringen van

mestopslagsystemen Pas Mestopslagsystemen is al meer dan 30 jaar dé specialist. Van bouwaanvraag tot eindproduct. Wij leveren: • Emaille silo’s • Betonnen silo’s: prefab elementen, en ter plaatse gestort • Thermoplast silo’s • Kunststof silo’s • Mestbassins • Mestzakken • PVC spankappen • Drijfdekken en linings • Keuringen alle soorten mestopslag

De Giek 31, 9206 AS Drachten Tel. (0512) 582058 Internet: www.pastanks.nl E-mail: info@pastanks.nl


Agri & Food special

14 COLUMN

BUMA HANDEL

Alles in huis voor groen, grond en infra Het bedrijf is nog maar amper een goede twintig jaar geleden opgericht, maar heeft sindsdien een gestage groei doorgemaakt. Recent is de kantoorruimte uitgebreid om de administratieve verwerking van de expeditie letterlijk meer ruimte te gunnen. De producten van BUMA Handel in het Friese Nijemirdum vinden hun afnemers namelijk in geheel Nederland. Tekst: Fred Ootjers BUMA Handel is een handelsonderneming in artikelen voor grond, groen en infra. Voor de

land- en tuinbouw zijn dat onder andere loonbedrijven, voor de weg- en waterbouw de aannemers en voor het groen de hoveniers. Het artikelbestand is inmiddels uitgebreid tot zo'n 10.000 artikelen, waarvan een groot deel direct vanuit voorraad geleverd wordt. Veel van deze artikelen zijn te vinden en te bestellen in de BUMA webshop. Jan Willem Strampel, directeur BUMA Handel: "Dat veel artikelen via de webshop bekeken en besteld kunnen worden, betekent echter niet dat er niet ook gewoon gebeld kan worden. Onze binnendienst staat de klanten graag te woord om een prijs of advies te geven en ook een offerte op maat is snel gemaakt."

Maar met alleen een groot aanbod aan artikelen ben je er niet. "Om te beginnen moeten de artikelen van topkwaliteit zijn. Het mag nooit gebeuren dat onze klanten op karwei vertraging oplopen omdat de producten van inferieure kwaliteit zijn. Dat gebeurt dus ook niet. Verder is ook een snelle levering heel belangrijk. Tijd is geld en we zorgen ervoor dat de bestelde artikelen stipt op tijd op de werkplek zijn."

CAH Vilentum laat studenten buiten hun kaders denken (accreditatie) die de NVAO heeft afgegeven in 2015. Lectoren en docentonderzoekers hebben vanuit diverse rollen nauw contact met studenten. Zowel in de rol van docent, onderzoeker en ook als begeleider. Het onderzoeksteam van CAH Vilentum bestaat uit zo’n 30 mensen die samen een totale omzet van circa 6 miljoen euro per jaar realiseren. Het grootste deel van deze omzet komt voor rekening van de onderzoeksprojecten die sterk gericht zijn op agrofood & ondernemen. De focus ligt daarbij op de primaire productie, ondernemerschap en duurzame bedrijfsvoering. Binnen duurzame bedrijfsvoering wordt onder meer gekeken naar nieuwe verdienmodellen en circulaire economie. Een groot deel van de

tijen het best zijn gediend."

veebedrijven, een intensief-, akkerbouw- en paardenbedrijf zijn gevestigd die ook door studenten gerund worden. Veel onderzoeksopdrachten zijn bedrijfsopdrachten. Studenten van de opleiding Dier- en veehouderij (momenteel de grootste opleiding in zijn soort van Nederland) voeren tijdens hun studie veel bedrijfsopdrachten uit. Dit geldt ook voor de nieuwe studie Varkens- en pluimveehouderij.

ga je met de onderzoeksvraag aan de slag. We moesten bijvoorbeeld voor een Friese graanhandel de bedrijfsprocessen optimaliseren. Behalve de inhoud doe je tijdens je studie enorm veel contacten op die straks ook handig kunnen zijn op de arbeidsmarkt.’’

BUMA Handel Hoitebuorren 31a, Nijemirdum T (0514) 571 826 I www.buma.com

Een derde factor waarin BUMA Handel zich onderscheidt, is de grote kennis van zaken. Jan Willem: "Er werken hier vijftien medewerkers, waarvan de meeste al tien jaar of langer bij ons in dienst zijn. Verloop is er nauwelijks. Dat

CAH Vilentum

Veel bedrijven weten de lectoren, onderzoekers, docenten of studenten van hogeschool CAH Vilentum in Dronten te vinden voor diverse opdrachten. Ondernemerschap, onderwijs en onderzoek zijn aspecten die de hogeschool goed voor elkaar heeft. Studenten waarderen het ondernemende karakter van de hogeschool en kiezen vanwege het nauwe contact met het bedrijfsleven vaak voor een studie in Almere of Dronten. Ondernemerschap van de hogeschool is erkend in de bijzondere waardering

maakt dat er een grote expertise is opgebouwd. Kennis die we graag delen met onze afnemers, zodat ze er hun voordeel mee kunnen doen. Op die manier bouw je aan duurzame relaties, waarmee uiteindelijk beide par-

lectoraten gaat met deze thema’s aan de slag al dan niet samen binnen het onderwijs. ,,Studenten komen heel snel in aanraking met het nieuwe ondernemen en kunnen hier enorm veel ervaring mee opdoen’’, zegt Rieke de Vlieger, directeur CAH Vilentum. Diverse lectoren en docentonderzoekers voeren onderzoek uit bij het Aeres Praktijkcentrum Dronten waar onder meer twee melk-

VANDINTER SEMO

Uitzonderlijk goed in zaaigoed Recent haalde het bedrijf de regionale en landelijke media met de introductie van een 100% glutenvrij haver. Maar het veredelen en verhandelen van zaaizaad voor haver is maar een van de activiteiten van Vandinter Semo in Scheemda. Tekst: Fred Ootjers Vandinter Semo werd in 1914 opgericht door de families Zwaan en De Wiljes als een bedrijf in zaadteelt en handel. "En eigenlijk doen we dat ruim honderd jaar later nog steeds", aldus de huidige eigenaar Bert-Jan van Dinter. "Door de jaren heen zijn de activiteiten echter uitgebreid met zaadschoning, zaadcoating en zaadverpakking en zijn we ook een kweekbedrijf voor cruciferen, dat zijn kruisbloemige gewassen, zoals bladrammenas, gele mosterd en Japanse haver. We hebben in Nederland 350 akker-

Echte praktijkopdracht De positieve ervaring om jezelf te kunnen ontwikkelen heeft ook Foppe Sinnema. Hij is tweedejaars student Bedrijfskunde & agrifoodbusiness en erg enthousiast over het ondernemende karakter van de hogeschool en het nauwe contact met het bedrijfsleven. ,,Een assessment is bij deze hogeschool altijd een échte praktijkopdracht en niet een casus die achter het bureau is bedacht. Je moet zelf op zoek naar een bedrijf of er is een bedrijf met een specifieke vraag. Vervolgens

bouwers die de zaden voor ons telen op een totaaloppervlak van 3000 hectare en we exporteren naar ruim dertig landen." In nauwe samenwerking met nationale en internationale onderzoeksinstituten initieert Vandinter Semo programma’s die leiden tot kennistoename over zaadveredeling en effectieve groenbemesting, maar ook over ‘renewable crops’ als vezelhennep en olifantsgras, eiwithoudende gewassen zoals gras en lupine en het eerder genoemde glutenvrije haver. "De consument wil steeds meer weten over wat hij nu precies eet en drinkt. De producent speelt

CAH en Dronten zijn twee begrippen die bij elkaar horen. Sinds 2010 heeft CAH ook een vestiging in Almere. En in 2013 zijn CAH en Stoas Hogeschool in Wageningen samen verdergegaan als Vilentum Hogeschool. Per september aanstaande draagt Vilentum Hogeschool de naam Aeres Hogeschool. De Vlieger: ,,Een nieuw logo, andere kleuren en een nieuwe naam. De verpakking wijzigt en dus hijsen we straks een andere vlag. Belangrijker is dat onze identiteit en de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek ongewijzigd en gegarandeerd blijft’’

De meerwaarde van de biologische landbouw Vorige eeuw heeft zich een landbouw ontwikkeld die afhankelijk is van ondermeer kunstmest en bestrijdingsmiddellen. Steeds meer mensen komen tot in keer en begrijpen dat deze vorm van controle landbouw niet duurzaam is. Onze aardbodemschatten raken op en het veroorzaakt allerlei maatschappelijke problemen. Om de groeiende wereld bevolking te voeden moeten we kijken naar wat onze aardbol maximaal aan biomassa kan produceren. Niet door meer kunstmest te gaan strooien maar door slim gebruik te maken van de natuur en zijn natuurlijke hulpbronnen waaronder bodem en bodemleven. Biologische landbouw is meer dan alleen voedsel produceren, ze draagt bij aan ondermeer biodiversieteit, milieu, klimaat, werkgelegenheid, regionale economie en gezondheid Voor de beeldvorming en discussies rond foodprint per kg product is het echt noodzakelijk om te kijken naar wat het produceren van een product werkelijk kost, true cost of food,. Hiermee wordt bedoelt alle verborgen sociale en maatschappelijke kosten die nu worden afgewentelt op de maatschappij. Biologische landbouw onderscheid zich door haar holistische visie!. Gelukkig herkennen consumenten deze waarde van het geheel en gaan steeds meer biologische producten kopen. Foppe Nijboer

Kennismaken met de opleidingen die de hogeschool in Dronten biedt? Donderdag 21 april CAH Vilentum De Drieslag 4 8251 JZ Dronten www.cahvilentum.nl

daarop in door de kwaliteitsnormen van zijn producten voortdurend op te schalen. Voor de akkerbouwer geldt dat het verhaal begint met de grond, maar direct daarna met het zaaigoed. En je kunt als boer nog zulke beste grond hebben, als het zaad niet superieur is krijg je nooit het gewenste resultaat." "Wij helpen de akkerbouwer bij het zoeken naar het voor zijn grond beste zaaigewassen, met de hoogst haalbare opbrengst in kwantiteit én kwaliteit. Door voortdurend te onderzoeken en te innoveren wordt niet alleen tegemoet gekomen aan de wensen van de producent, maar vooral aan die van de kritische consu-

ment. Het is immers de eindgebruiker die -zoals altijd- het laatste woord heeft." Vandinter Semo Stationsstraat 124, Scheemda T (0597) 591 233 I www.vandintersemo.nl

Uw aardappel verdient een LAPACK A-BOX! www.a-box.nl 200 keer steviger dan een gebruikelijke aardappelkist* Geen lekluchtverlies Model agrarische bewaarkist LAPACK B.V. is gedeponeerd bij O.H.I.M.

Energiezuiniger Optimale bescherming door nieuw ontwikkelde hoekstijlen *) Berekening volgens FEM analyse.

LAPACK B.V. Open Einde 3 9581 AM Musselkanaal T: (+31) (0)599 41 24 37 F: (+31) (0)599 41 35 00 E: info@lapack.nl


Agri & Food special

15

NUTRIËNTEN MANAGEMENT INSTITUUT

KORNET BETON BALK

Kennis tot op de De beste silo voor het bodem van de bodem beste kuilgras Het is een stelling waar weinig tegen in valt brengen: alles begint met de bodem. Of het nu om akkerbouw, veeteelt, tuinbouw, natuur en landschap of recreatief groen gaat: als de samenstelling van de bodem in disbalans is, gaat dat ten koste van de groene functies..

Tekst: Fred Ootjers Het Nutriënten Management Instituut (NMI) in Wageningen is een onderzoeks- en adviesbureau dat onderzoek doet naar bodemkwaliteit en de resultaten daarvan vertaalt naar toepassingen voor de zogenaamde 'groene ruimte'. "Praten we over de bodem, dan praten we -zeker in Nederlandook al snel over bemesting", aldus Romke Postma, senior project manager bij NMI. "In een dicht bevolkt land als het onze is er rond die bemesting een voortdurende aandacht. Actueel in dit verband zijn de fosfaatrechten die een te hoge mestproductie ook in het noorden tegen moeten gaan. Na het wegvallen van het melkquotum hebben veel boeren hun veestapel uitgebreid. Echter: méér koeien betekent méér mest. En daar biedt de bodem in Nederland geen plaats meer voor." "De grondgebondenheid van veeboeren in het noorden is relatief groot ten opzichte van andere gebieden in Nederland. Dat wil zeggen dat veel van het benodigde ruwvoer in de vorm van gras en mais van het eigen bedrijf komt en dat ook een groot deel van de mest binnen het eigen bedrijf blijft. Dat is een sterk punt en er is nog veel winst te behalen bij een verdere optimalisatie van die

voer-mestkringloop op de bedrijven. We zien nu echter dat er op veel melkveebedrijven teveel mest komt en die moet dus van de bedrijven worden afgevoerd. Gelukkig is die mest prima bruikbaar in de akkerbouw, bijvoorbeeld in de Veenkoloniën, maar ook op de klei. Een betere samenwerking tussen melkveehouderij en akkerbouw in NoordNederland, zal er toe leiden dat er in het noorden minder behoefte is aan varkensmest uit Zuid- en Oost-Nederland. Als NMI willen we graag onze bijdrage leveren aan die betere samenwerking tussen de sectoren en een efficiënt (her)gebruik van mineralen in de hele regio." NMI heeft ruim zeventig jaar ervaring op het gebied van bodemkwaliteit, nutriëntenkringlopen, meststoffen en gerelateerde wetgeving. Postma: "We beschikken over een grote expertise inzake goed bodembeheer. En die kennis is ook in deze tijd nog hoogst actueel. Door de aangescherpte mestregels van de afgelopen jaren is er in de landbouwsector grote bezorgdheid over het teruglopen van de bodemvruchtbaarheid, waaronder het organische stofgehalte.. Dit is iets om goed in de gaten te houden en als NMI leveren we tools die helpen om de achteruitgang van de bodemkwaliteit tegen te gaan. Daarnaast ontwikkelen we ook tools die gericht zijn op het verhogen van de efficiëntie van de bemesting en die voorkomen dat de voedingsstoffen in grond- en oppervlaktewater terecht komen."

Met een brede scope naar alle in het landelijk gebied actieve partijen ontwikkelt NMI op pro-actieve wijze innovatieve oplossingen voor bodem gerelateerde vraagstukken. Deskundig, onafhankelijk, betrouwbaar en integer zijn de kernwaarden van NMI, gedragen door een creatieve houding, flexibele opstelling en klantgerichtheid. NMI streeft ernaar een bijdrage te leveren aan de kwaliteit en duurzaamheid van onze leefomgeving. www.nmi-agro.nl

De adviezen van het NMI strekken zich vaak uit over een langere termijn, maar ook zaken op korte termijn vallen onder hun expertise. "We hebben het dan over het effect van één seizoen, van voorjaar tot najaar, en waarin de boer direct profijt wil zien van onze adviezen. Precisiebemesting is daar een goed voorbeeld van, waarbij het gaat om de juiste gift met de juiste meststof op de juiste plaats en het juiste tijdstip. Zo kan met inzet van GPS en sensoren heel precies worden bepaald welke meststof, wanneer, waar en met welke techniek wordt toegepast. Niet te veel bemesten, maar ook zeker niet te weinig. Met behulp van sensoren worden tijdens de groei van het gewas metingen gedaan, waarbij naast het volume vooral de kleur van belang is. Techniek dus als hulpmiddel, maar ook: hoe interpreteer ik als boer de resultaten van die metingen? Wat moet ik ondernemen? Als NMI zetten we in op deze ontwikkeling om in de toekomst nog preciezer te kunnen bemesten."

Een veehouder wordt steeds meer manager op zijn eigen erf. Efficiency is bij zijn werkzaamheden hét sleutelwoord: daar valt een eerste besparing te halen. Een volgende winstfactor is natuurlijk de melkproductie. Een productie die hij het hele jaar door het liefst constant houdt. Goed ruwvoer van een constante kwaliteit voor zijn dieren is daarbij een absolute voorwaarde. Met het het unieke door Kornet Beton ontwikkelde sleufsilo- én afdeksyteem komen alle factoren samen en ziet de veehouder niet alleen zijn omzet stijgen, maar bespaart hij ook nog eens tijd en worden de werkzaamheden minder zwaar arbeidbelast. Tekst: Fred Ootjers Het is bij veel boerderijen nog altijd het vertrouwde beeld: het ruwvoer van het land, dat in verschillende kuilgrasbulten onder zwart plastic ligt te conserveren. Opgeworpen zwarte grond en afgedankte autobanden moeten het ongewenste binnendringen van zuurstof voorkomen, op risico van rot -en dus verlies- van het ingekuilde gras. Wordt de eerste kuilgrasbult in het najaar open gemaakt, dat is dat voor de veehouder elke keer weer een heel gedoe met het openmaken en sluiten van het landbouwplastic. Met het risico op binnendringen van lucht en vocht, wat ten koste gaat van de kwaliteit van het ruwvoer eten. "Bij het maaien spreek je van een eerste snee, een tweede snee enzovoort", aldus Hendrik Kornet van Kornet Beton. "Bij de traditionele manier van inkuilen gaat de complete eerste snee onder plastic en wordt voor de tweede snee

Het team van NMI (op de foto ontbreeken Laura van Schöll en Job de Pater)

een volgende kuilgrasbult gemaakt, enzovoort. Met als gevolg dat elke bult anders van samenstelling en dus van kwaliteit is. Wat je terugziet in de melkopbrengst: een koe wil het liefst het hele jaar door dezelfde kwaliteit eten, dan levert ze ook het hele jaar door een constante optimale hoeveelheid én kwaliteit melk. Schommelt die eerste, dan schommelt die laatste mee. Bij de sleufsilo's worden de verschillende 'sneeën' op elkaar gelegd in één en dezelfde silo. De lasagnemethode. Krijgen de koeien in het najaar het voer voorgezet, dan bestaat dat uit een gemengd rantsoen. Ideaal voer voor elke melkkoe." De door Kornet ontwikkelde en in eigen beheer vervaardigde silo's kunnen op elke gewenste maat worden geleverd en zijn vervaardigd van de zwaarste kwaliteit beton: milieuklasse XA3. Bovendien kunnen bestaande silo's eenvoudig worden aangepast. Het is dus niet nodig direct al een silo op maat te laten plaatsen: het is systeem is dermate flexibel, dat verlengen of verhogen om met de groei mee te gaan geen probleem is. De kwaliteit van het ingekuilde ruwvoer staat of valt natuurlijk met de manier van afdekken. De

innovatie van Kornet bestaat uit een elastisch kleed dat zich door de toepassing van zogenaamde 'waterslurven' strak over het ruwvoer spant. Zó strak dat het er een vacuüm wordt gezogen, de ideale conditie voor een optimale conservering. Water en lucht worden buitengesloten en ook kraaien lukt het niet door het doek te prikken: die is gemaakt van een 'kraaiensnavelproof' materiaal. De fysieke inspanning bij het dagelijks voeren wordt voor de veehouder aanzienlijk verminderd dankzij de Kornet Cover Solutions afdekmachine: met een verreiker, tractor of shovel wordt het afdekkleed eenvoudig af- en weer opgerold. De boer kan het in zijn eentje af. Het Kornet inkuilsysteem is een bijzonder milieuvriendelijk systeem. Het regenwater word 100% gescheiden gehouden van het ruwvoer, wat geen vervuilde watersloten bij de veehouder meer oplevert. Het kuilsysteem komt dan ook in aanmerking voor Vamil/MIA subsidieregeling. Het inkuilsysteem van Kornet wordt behalve in Nederland, onder andere toegepast door veehouders in Denemarken, Zwitserland en Duitsland. Kornet Beton Balk B.V. Eigen Haard 32, Balk (0514) 60 19 90 www.kornetbeton.nl

Lekdijk 136 • 2957 CJ Nieuw-Lekkerland M +31 615 043 031 DDerksen@vrijenban.nl • www.denboerbeton.nl


Agri & Food special

16

Kansen voor Zuid-Oost Fryslân in Biobased Economy ‘Makke troch de natuer’, dat is kort samengevat wat Biobased Economy volgens de deelnemende ondernemers aan het project Mooi Zo Fryslân is. De regio Zuidoost Friesland blijkt bij uitstek geschikt voor het gebruik van biomassa, zoals hout, keuken-, groente- en tuinafval, rioolslib en mest. Daardoor ontstaan allerlei initiatieven die bijdragen aan de overgang naar een economie die draait op biomassa als grondstof. En dat zorgt voor economische kansen en innovaties, zo werd in een ronde tafelgesprek met deelnemende ondernemers duidelijk. Binnen Mooi Zo Fryslân werken 5 gemeenten samen, te weten Opsterland, Smallingerland, Heerenveen, Weststellingwerf en Ooststellingwerf, daarnaast zijn de provincie Fryslân en Wetterskip Fryslân partners in dit project. “Initiatieven moeten in eerste instantie van de ondernemers komen”, zegt Sjouke van der Meulen, adviseur economische zaken in de gemeente Opsterland. COLUMN

Wij zijn dé Agri & Foodregio Het Noorden. Daar moet je zijn als je echt iets wil met agri of food. Zoek je een omgeving om nieuwe technologie in praktijk te brengen? Kom naar het Noorden. Wil je innoveren ergens in de keten van grondstof tot eindproduct? Kom naar het Noorden. De rest van de wereld weet dat nog onvoldoende. Dat zou te maken kunnen hebben met onze noordelijke doe-maar-gewoonhouding. Maar het is ook een gebrek aan inzicht: dat samen optrekken iedereen sterker maakt. En dat is doodzonde. Van aardappel tot frietfabriek, van koe tot melkindustrie. En daaromheen kennisinstellingen, onderwijs, chemische industrie. We hebben ruimte, we hebben stimuleringsmaatregelen. Dat hebben we als we met zijn allen optrekken als één Noord-Nederland. En dat doen we nog niet genoeg. We moeten niet blijven hangen in het oude provinciale denken. Melk is niet Fries, aardappelen zijn niet Gronings, biochemie is niet Drents. Het is allemaal Noord-Nederlands. Het wordt hoog tijd dat we dat met zijn allen harder gaan roepen. Hier hebben we bijna alles! Zo maken we het geheel meer dan de som der delen en komen hier echt nieuwe, kansrijke projecten van de grond. Joep de Vries NOM Foreign Direct Investment Manager Agri & Food

“De deelnemende overheidsorganisaties treden vooral dienstverlenend en faciliterend op, door bijvoorbeeld ketensessies te organiseren voor concrete Biobased plannen van MKB-bedrijven uit de regio Zuidoost Friesland.” Moerasdak Aan de initiatieven vanuit het bedrijfsleven ontbreekt het vooralsnog niet, integendeel. Neem Bouwgroep Riemersma van der Molen en de ontwikkelaar EarthGo! in Drachten, waar Riemer Riemersma creatief directeur is. “Mijn hart ligt bij innovaties en dan met name toekomstbestendige ontwikkelingen, met een ecologische inslag.” De bedrijven hebben een tweetal concrete projecten in de markt gezet, waaronder een moerasdak. Geschikt als isolatie, maar ook voor zuivering van water en lucht. “Een ander project is het gebruik van hennephout voor isolatie”, zegt Riemer. “Op dit moment is dat nog een afvalproduct, maar de kans dat hennephout in de toekomst als isolatiemateriaal kan worden gebruikt, is groot. Voordeel is dat je een veel prettiger binnenklimaat krijgt, zo wordt door gebruikers inmiddels ervaren.” Bokashi Ook bij Agriton in Noordwolde, waar Jan Feersma Hoekstra directeur is, staat Biobased Economy hoog op de agenda. “Agriton staat voor duurzame land- en tuinbouw”, geeft hij aan. “Als ik zie hoe we met onze grond omgaan, dan moeten we constateren dat de balans helemaal zoek

is. We halen de grond leeg en vergeten deze te voorzien van nieuwe voedingsstoffen, terwijl de oplossing eenvoudig is, namelijk het maken van bokashi. Bokashi is niet het composteren van materiaal, want dan gaat er veel humuswaarde, dus voedingswaarde, verloren. Bokashi is het fermenteren van organisch materiaal, wat vervolgens over landbouwgrond kan worden verspreid, waardoor de voedingswaarde van de bodem enorm toeneemt.” En bij bokashi komt geen CO2 vrij, in tegenstelling tot composteren. “Bovendien leidt het maken van bokashi tot een kostenbesparing voor boer, overheid en waterschappen, omdat veel materiaal waarvan bokashi wordt gemaakt van nature aanwezig is. Denk aan mest en stro, maar bijvoorbeeld ook gras van bermen en slootveegsel en zelfs stedelijk afval is geschikt voor dit proces. Bijna elke afvalstroom kan voor bokashi gebruikt worden. Dit systeem kent alleen maar winnaars, waarbij de bodem er uit springt. Het is in ieders belang dat de balans in de grond terug komt.” Isoleren Bij Panelen Holland in Oosterwolde zoeken ze weer naar hele andere oplossingen die bijdragen aan de Biobased Economy. “Wij ontwikkelen sandwichpanelen voor gevelbouw, die veel beter isoleren dan wat tot nu toe gangbaar is”, zegt controller Tammo Munting. “Dit doen we door het product vacuüm te zuigen, waardoor je minder materiaal nodig hebt en de isolatiewaarde sterk

AGRARISCHE SCHOUW De agrarische schouw is een eendaagse openlucht beurs waar een scala aan toeleverende bedrijven aan de agrarische wereld hun handel aanprijzen aan potentiële klanten. Jaarlijks wordt deze beurs gehouden op de 4e donderdag van september. Door zijn historie is deze beurs uitgegroeid tot een evenement, waar veelal boeren tot ver over de provinciale grens elkaar treffen. Het feit dat de beurs in het park Herema

State te Joure wordt gehouden geeft een extra dimensie aan dit gebeuren, vooral qua sfeer. De standhouders stellen hun stands op langs de hier en daar krommende looppaden en diverse terreinen. Variërend van dienstverlenende bedrijven tot mechanisatiebedrijven en van bouwbedrijven tot fouragebedrijven is de belangstelling voor een plekje op deze beurs erg groot. Een bezoekersaantal van

toeneemt. En dat is vanzelfsprekend weer gunstig voor het gasgebruik, waarmee een ruimte wordt verwarmd.’ Daarnaast onderzoekt Panelen Holland het gebruik van hennep in de sandwichpanelen, maar die ontwikkeling is nog gaande. Mest Kees Gorter, agrariër in Makkinga, is een warm pleitbezorger van de Biobased Economy, “omdat het allemaal zoveel beter kan, mits we ons wat bewuster worden van de kansen en moge-

5000 , ca 150 stands en de bijzondere ambiance van dit gebeuren verklaren deze populariteit. Voorafgaand aan de beursdag is

lijkheden.” Wet- en regelgeving staan innovaties nog wel eens in de weg, vindt hij, “maar met idealisme kom je een eind.” Met bijna 200 koeien heeft Gorter een behoorlijke mestproductie. “Ik wil mest tot waarde brengen. Mest wordt namelijk een schaars product. Het is dan ook geen probleem, maar juist een oplossing. Vroeger gingen boeren koeien houden om de grond te kunnen bemesten, dat evenwicht is volledig zoek. We moeten daarom op zoek naar een betere benutting en daar liggen heel veel kansen. Wat

op de woensdag de openingsavond in ‘T Haske in Joure. Het van tevoren bepaalde thema op de beurs komt dan aan de orde. De organisatie streeft ernaar één of meerdere aansprekende spreker(s) voor deze avond aan te trekken. Zowel standhouders als agrariërs worden hiervoor uitgenodigd. Zoals eerder aangegeven, de agrarische schouw is niet meer weg te denken, niet

dat betreft is er een mooie, uitdagende weg te gaan.” De conclusie van dit verhaal: het begint allemaal met het idealisme, de bewustwording en de bevlogenheid van de ondernemer. “Biobased Economy vergt een andere manier van denken, maar je ziet overal initiatieven en samenwerking ontstaan. Wat dat betreft bevinden we ons in een transitieperiode, op weg naar een betere wereld.” Meer informatie vindt u op: www.mooizofryslan.nl

op zichzelf en ook niet als onderdeel van “Jouster Merke”. U bent van harte welkom op donderdag 22 september 2016 vanaf 8.30 uur.

Friese aardappelen in de woestijn van Soedan… Terwijl de mensen in Nederland nog autoruiten krabben, oogst Doeke Oosterbaan van Ostra International projects BV, aardappelen bij 45 gr C.

In samenwerking met de Nederlandse overheid, ambassade, Wageningen University en enkele Noord Nederlandse bedrijven wordt een voedselzekerheid pilotproject gerealiseerd in Soedan. Nabij Kassala aan de grens met Eritrea werd afgelopen november Fries pootgoed geplant in de uitleg over ruggenfrees; Soedan maart 2016. Foto; Doeke

woestijn van Soedan. Op dit moment wordt er ca. 25 ton per hectare aardappelen geoogst wat een goede opbrengst is bij de heersende hoge temperaturen.

Aardappelpoten; Soedan november 2015. Foto; Doeke

Ostra International maakt deel uit van een consortium bedrijven om ervoor te zorgen dat men in de toekomst zelfstandig aardappelen kan telen. Het hele proces van telen, bewerken en oogsten zal worden uitgelegd en diverse trainingen worden gegeven. Tijdens de duur van het project zijn er Nederlandse studenten aanwezig voor begeleiding. Het project wordt zeer positief ontvangen door de bevolking van Soedan. Een interessante uitdaging voor Doeke Oosterbaan die goed rekening zal moeten houden met de specifieke eisen en wensen van deze regio als ook met de Arabi-

sche culturele omgangsnormen en gebruiken. ‘’ Het mooiste werk wat er is ’’ aldus Oosterbaan. Ostra International is actief in de agri-food sector voornamelijk in Latijns Amerika en het Midden Oosten. In deze gebieden geeft

Ostra advies, is verantwoordelijk voor de realisatie van agro-projecten en geeft supervisie bij het installeren en opstarten van machines, aardappel sorteer- en verwerkingslijnen alsmede krachtvoerfabrieken.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.