![](https://assets.isu.pub/document-structure/200911103044-0eb4e1cdaa4abf3113f787442b58dec6/v1/b79b7f1c5c0409ec0b03b67a34941132.jpg?width=720&quality=85%2C50)
5 minute read
De natuur een handje helpen
Natuurbeheer is keuzes maken. Kies je voor niet-ingrijpen, wat leidt tot ongerepte natuur zoals in bosreservaten? Beheer je juist intensief, zoals in een park of tuin? Of doe je iets wat daartussenin ligt? Op de meeste van haar terreinen kiest GLK ervoor om Moeder Natuur waar nodig een handje te helpen. Theo Meeuwissen, hoofd landschap en kastelen, legt uit waarom. Tekst: Karlijn van Onzenoort
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200911103044-0eb4e1cdaa4abf3113f787442b58dec6/v1/d23b6ee0ba5d9b6d7334a1a6421d1f7a.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Advertisement
Foto: Paul van Gaalen
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200911103044-0eb4e1cdaa4abf3113f787442b58dec6/v1/7ce182bfd3b8bff33914943392adc2fa.jpg?width=720&quality=85%2C50)
In het toekomstige ooibos vinden broedvogels een beschutte plek
een handje
Foto: Niels de Nijs
Voordat hij ingaat op de visie van GLK op natuurbeheer, wijst Meeuwissen erop dat discussies over dit onderwerp soms moeizaam verlopen, omdat zelden vooraf wordt gecontroleerd of beide gesprekspartners hetzelfde beeld hebben van wat natuur is. “Over een uitspraak als ‘De natuur moet beschermd worden’ zijn de meeste mensen het wel met elkaar eens,” legt hij uit, “maar wanneer je gaat doorvragen welke natuur dan beschermd moet worden, dan lopen de meningen al snel uiteen. Voor de een is een mooie plant al natuur, voor de ander het rivierenlandschap en weer een ander vindt een tropisch regenwoud pas een goed voorbeeld van natuur.”
Alles wat groeit en bloeit
Daarom is het volgens hem verstandig om eerst af te bakenen wat GLK onder natuur verstaat en waarom bepaalde natuur voor haar waardevoller is dan andere. “Wij zeggen: natuur is alles wat groeit en bloeit op het totale spectrum van ‘bijna geheel spontaan en ongestoord’ tot ‘door de mens gepland, aangelegd, ontwaterd en onderhouden’. Als ik enkele natuurgebieden van GLK op dit spectrum rangschik, zit bosreservaat Majuba aan het ene uiteinde en de aangeharkte rozentuin van park Rosendael aan het andere. Daartussenin vind je van links naar rechts de Liendense Waard, het Wisselse Veen, het Wekeromse Zand en de Heerlijkheid Beek.”
Maximale biodiversiteit
Bosreservaat Majuba (68 hectare) op de Noord-Veluwe is een van de terreinen waar geen tot nauwelijks beheer plaatsvindt, oftewel: laat maar waaien. In totaal bezit GLK ongeveer 430 hectare bosreservaten, verdeeld over twaalf terreinen. “Dat is historisch zo gegroeid”, vertelt Meeuwissen. “Vergeleken met ons hebben andere organisaties meer gebieden waar ze niet beheren.” Onbeheerde natuur is niet per definitie waardevoller dan beheerde natuur, volgens Meeuwissen. “Voor een maximale biodiversiteit zou je het hele spectrum van volledig ongestoorde tot volledig beheerde natuur moeten behouden. Maar GLK neemt ook andere criteria mee in haar beheervisies.”
Rol van de mens
Volgens Meeuwissen vindt GLK het belangrijk dat de natuurgebieden ook iets vertellen over het verhaal van Gelderland. “In dit Nieuw ooibos in de Rijswaard Ze zien er nu nog wat schraal uit: de 1700 wilgenstekken en 75 zwarte populieren die GLK, in samenwerking met het waterschap, afgelopen november in de Rijswaard bij Waardenburg-Neerijnen heeft geplant. “Maar over pakweg twintig jaar vormen deze staken met elkaar een weelderig zachthout-ooibos”, garandeert seniorbeheerder Gerard van Griensven. De aanplant is ook een mooi voorbeeld van hoe GLK beheert. “Wij zorgen voor een goede start. Daarna doen we voorlopig niets en neemt de rivier het beheer over. De boompjes staan in een overstromingsgebied. De rivier voert talloze zaden aan en zo vindt natuurontwikkeling plaats. Er ontstaat een ondergroei van natte soorten zoals vogelkers en bittere veldkers. In dit nieuwe ooibos zullen wielewaal, nachtegaal en andere broedvogels makkelijk een beschutte plek vinden.”
verhaal heeft de mens altijd een grote rol gespeeld en zal de mens ook een rol blijven spelen. Die keuze is ook in onze statuten verankerd. Daarin staat dat onze stichting streeft naar het behoud van terreinen die in
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200911103044-0eb4e1cdaa4abf3113f787442b58dec6/v1/a30a1cc2d0c0c98eef95fd256a28dfc6.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Majuba, een van de weinige bosreservaten van GLK
landschappelijk, natuurwetenschappelijk en/ of cultuurhistorisch opzicht belangrijk zijn in de provincie Gelderland, en naar het behoud van de zich daarop bevindende monumenten van geschiedenis en kunst. Dit verklaart waarom we in de meeste van onze gebieden aan actief beheer doen.”
Actief beheer
En hoe ziet ‘actief beheer’ er dan uit? Als voorbeeld geeft Meeuwissen het stuifzandgebied van het Wekeromse Zand. “Dit lijkt misschien een ongerept gebied, maar vergis je niet. Stuifzand moet kunnen stuiven. Dat betekent dat je regelmatig open plekken moet creëren door bos te verwijderen. Hetzelfde geldt voor heideterreinen. Doe je daar niets, dan is het binnen een paar jaar bos. Vandaar dat we opslag van bomen – opkomende uitlopers van de moederplant – verwijderen en schapen inzetten voor de begrazing. En onze natuurlijke graslanden worden op verschillende momenten in het jaar gemaaid. Door zo specifiek te beheren houdt GLK in haar terreinen ongeveer 75 procent van alle in Nederland voorkomende natuurtypen in stand.”
Laatste toevluchtsoorden
Een tastbaar gevolg van goed beheer is dat flora- en faunasoorten zich op bepaalde plekken kunnen handhaven of vestigen, aldus Meeuwissen. “We helpen de natuur een handje. Neem bijvoorbeeld de zilveren maan, een vlindersoort die in 2018 voor het eerst weer opdook in het Wisselse Veen, nadat we daar het waterhuishoudingssysteem hadden hersteld. Of kijk naar de Europese rivierkreeft, die in ons land alleen nog voorkomt op Warnsborn. Maar ook andere soorten, zoals de beekprik, zijn dankzij ons actieve beheer nog aanwezig. Gebieden van GLK zijn soms de laatste toevluchtsoorden voor zeldzame soorten.”
Foto: Marcel Molenaar
Duurzame aanpak
Voorwaarde is wel dat de onderliggende natuurlijke systemen op orde zijn, haast hij nog toe te voegen aan zijn verhaal. “Of je nu kiest voor weinig of veel ingrijpen: in alle gevallen moet de kwaliteit van water, lucht en bodem goed zijn. Stikstof en verdroging kunnen zorgvuldig beheer zomaar teniet doen. Daarom moeten we over onze terreingrenzen heen kijken en het behoud van natuur als onderdeel van onze leefomgeving duurzaam aanpakken, samen met alle andere betrokkenen. Als we dat niet doen, raken we de biodiversiteit gegarandeerd kwijt en daarmee
de grondslag van ons bestaan.”
Heidekikker
![](https://assets.isu.pub/document-structure/200911103044-0eb4e1cdaa4abf3113f787442b58dec6/v1/5178b337f18f7d6f668af4d841e70f1e.jpg?width=720&quality=85%2C50)
Soorten teruggekeerd in Korte Broek Korte Broek in Vaassen was eeuwenlang een nat en drassig natuurgebied. In de twintigste eeuw werd echter een belangrijk deel ervan drooggelegd voor agrarisch gebruik. Recentelijk besloot GLK in te grijpen met als doel het gebied zijn vroegere karakter terug te geven. Mestrijke grond is afgegraven en sloten zijn gedempt of minder diep gemaakt. De Egelbeek heeft weer natuurlijke oevers. Door deze vernatting en verschraling komen veel bijzondere planten- en diersoorten zoals rietorchis, moeraskartelblad, bleekstaartjesmos, allerlei zeggesoorten, heidekikker en beekoeverlibel hier weer voor. Met intensief beheer, zoals jaarlijks maaien en afvoeren van het maaisel in kletsnat terrein, zorgt GLK ervoor dat de natuur zich blijft ontwikkelen.