9 minute read

Botanische rijkdom Wittebrink

Next Article
Mooi & nieuw

Mooi & nieuw

Landbouwtransitie

volgens visie van GLK

Advertisement

De komende jaren maakt GLK vaart met de verduurzaming van haar landbouwgronden, te beginnen met de akkers en weilanden in kwetsbare natuurgebieden. Het leidende principe achter de transitie is ‘landschapsinclusief’. Wat houdt dat in? Hoe pakt GLK dit aan en wat betekent het voor de boerenbedrijven? Tekst: René Bremer

Gelderland heeft met de Veluwe het grootste aaneengesloten natuurgebied van Noordwest-Europa maar ook een concentratie van intensieve agrarische bedrijven. Gezien de negatieve effecten van het stikstofoverschot is het dan ook niet gek dat het juist híer zo knelt tussen natuur en landbouw. Op de landgoederen van GLK is zo’n 2.700 hectare in een of andere vorm van agrarisch gebruik, waarvan ruim de helft in natuurgebieden binnen het Gelders Natuurnetwerk. Theo Meeuwissen, hoofd Landschap en Kastelen: “In Gelderland is GLK wat betreft landbouw een speler met een beperkte invloed op de agrarische keten, maar ook wij willen onze verantwoordelijkheid nemen. We willen verduurzamen op een manier die past binnen onze doelstelling en zo dat het voor onze pachters economisch aantrekkelijk blijft.”

Landschapsinclusief

De ligging van de landbouwgronden op monumentale landgoederen op de Veluwe, in de Achterhoek en het Rivierengebied maakt dat GLK de transitie vanuit een specifieke, eigen visie benadert. Meeuwissen: “Bij het beheer van een landgoed kijken wij altijd naar het totaal van een huis of kasteel, de natuurlijke en landschappelijke omgeving en cultuurhistorische aspecten. Een boerenbedrijf is onderdeel van dat geheel en staat nooit op zichzelf.” Bij de verduurzaming van haar landbouw gaat GLK daarom uit van het begrip ‘landschapsinclusief’, een verbijzondering van het bekendere concept ‘natuurinclusief’. Meeuwissen: “Zonder twijfel moet landbouw ook wat ons betreft bijdragen aan verbetering van de biodiversiteit. Maar een agrarisch bedrijf heeft daarnaast ook een rol in het behoud van de landschappelijke, cultuurhistorische en archeologische waarden van het landgoed.” Hij illustreert het met een voorbeeld: “Een boerenbedrijf op het Wekeromse Zand moet rekening houden met de aanwezige restanten van prehistorische landbouwactiviteiten (Celtic fields). En als een landbouwperceel een houtwal of oude hagen heeft, verwachten we dat de boer daar respectvol mee omgaat of ze zelf beheert. Uiteindelijk gaat het ons erom een landgoed veelomvattend en vitaal te houden.” hij namelijk drie jaar aan bepaalde eisen voldoen. In die periode ontvangt hij nog geen meerprijs voor zijn product. Wij zitten maar in een klein stukje van de landbouwketen. Maar dat weerhoudt ons er niet van verantwoordelijkheid te nemen waar dat kan.” Voor de gronden buiten het natuurnetwerk luidt de ambitie van GLK om de komende tien jaar het gebruik van bestrijdingsmiddelen, kunstmest en drijfmest af te bouwen in combinatie met meer extensief grondgebruik.

Twee sporen

Om de ambities te realiseren, kiest GLK voor een aanpak met twee elkaar versterkende sporen. Op specifieke landgoederen worden pilots gestart. Parallel werkt GLK aan ‘generieke’ maatregelen voor alle pachters. Meeuwissen: “De pilots zijn vooral

Reële ambitie

De ambitie is geformuleerd. Binnen vijf jaar moeten de pachters in beschermde natuurgebieden van GLK maatregelen nemen voor specifieke planten- of diersoorten, grotendeels biologische of helemaal geen bestrijdingsmiddelen gebruiken, aanwezige natuurwaarden handhaven en rekening houden met cultuurhistorische elementen. Meeuwissen: “Of vijf jaar realistisch is, zal moeten blijken. We kunnen bijvoorbeeld bij pachtonderhandelingen met een boer afspraken maken over te nemen maatregelen. Maar op veel andere zaken hebben we geen invloed. Het zou bijvoorbeeld helpen als coöperaties die biologische producten afnemen, vooraf een afnamegarantie aan de boeren zouden geven. Voordat een boer geclassificeerd wordt als biologisch, moet bedoeld om te leren welke factoren van invloed zijn op verduurzaming en op het tempo waarin deze kan plaatsvinden.” De eerste pilot is op Staverden, een landgoed met een rijke schakering aan natuurlijke en cultuurhistorische waarden. “In het kader van de nieuwe beheervisie hebben we hier de begroeiing van wallen en bosranden, de diersoorten, de historische verkaveling en de algehele biodiversiteit in kaart gebracht. Daarnaast voerden we gesprekken met de pachters. De volgende stap is nu dat we kijken wat er op individueel bedrijfsniveau mogelijk is. Door de grote diversiteit aan natuur, cultuur en bijbehorende belangen is Staverden een moeilijke locatie. Als we hier zaken voor elkaar kunnen krijgen, geeft dat goede moed en inspiratie voor de overige landgoederen.”

Landgoed Biljoen

Theo Meeuwissen

Foto: Rob Schouten

Samenwerkingsverband

Voor het generieke spoor draagt GLK actief bij aan het Actieplan Natuurinclusieve Landbouw Gelderland, een samenwerkingsverband van overheden, grondeigenaren, ketenpartijen en agrarisch onderwijs. Meeuwissen: “Dit leidt tot zichtbare resultaten, zoals ons project Natuurakkers, waarbij kruiden en andere bloeiende planten tussen de graansoorten voor meer biodiversiteit zorgen. We gaan ook keukentafelgesprekken met pachters organiseren over transitie op hun bedrijf in samenhang met aangrenzende gebieden. En onze collega’s bouwen veel kennis op, die ook weer gedeeld wordt met de pachters en samenwerkingspartners.”

Zelf oppakken

In het hele proces ziet GLK voor zichzelf vooral een ondersteunende rol weggelegd: het scheppen van de juiste voorwaarden zodat pachters kunnen verduurzamen. “In beginsel zijn we loyaal naar onze pachters; zij vervullen een belangrijke rol bij het beheer en de instandhouding van onze landgoederen. Maar het belangrijkste is dat zij erin geloven en zelf duurzame initiatieven nemen. Gelukkig gebeurt dat ook al. En dan zijn wij er om samen met hen afspraken vast te leggen in nieuwe pachtovereenkomsten en te bezien of GLK iets voor ze kan betekenen.” Volgens Meeuwissen is dat veelal een kwestie van maatwerk. “Ieder bedrijf is anders. We zijn al met veel individuele pachters in gesprek om te kijken hoe GLK kan ondersteunen, bijvoorbeeld met grond voor extensivering of het verkrijgen van subsidies. Want zeker in het begin kan de transitie tot extra kosten leiden.”

Duurzame toekomst

De transformatie naar een landschapsinclusieve landbouw is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen in de samenleving. Ook van consumenten, retailers en overheden. Voor GLK zal de transitie ook extra kosten en mogelijk de eerste jaren ook minder inkomsten met zich meebrengen. Maar GLK gelooft erin dat alleen een duurzame landbouw perspectief heeft. “We kiezen hier dus heel bewust voor”, zegt Meeuwissen. “Gelukkig kunnen we bogen op een grote achterban die ons steeds weer steunt bij de opgave ons bezit in goede staat te houden voor toekomstige generaties. Uiteindelijk heeft iedereen baat bij een duurzame landbouw, die een bijdrage levert aan een aantrekkelijk landschap en die helpt om de (bodem)biodiversiteit te herstellen.”

Foto: Christian Biemans

Petra en Henry van Engelen hebben een biologisch melkveebedrijf in Oldebroek

Biologische veehouderij

Henry van Engelen: “De keuze om biologisch te boeren, hebben we meteen in 2006 gemaakt. Onze melk gaat naar kaascoöperatie Rouveen. Kunstmest en bestrijdingsmiddelen gebruiken we niet. We bewerken het land extensief, hebben een aantal natuurlanden die we maar één keer per jaar maaien en werken grondgebonden: alle mest die we produceren, blijft op de biologische grond.” Samenwerking “Onze samenwerking met GLK gaat verder dan het pachten van 57 hectare grond. We onderhouden hun vakantiewoning Boslust. Op Zwaluwenburg, Schouwenburg en De Haere, waar onze koeien lopen, verrichten we beheerwerk zoals klepelen (maaien), bladblazen en het vrijhouden van de paden van takken. A.Vogel verbouwt regelmatig gewassen bij ons, op roulerende stukken grond. Wij leveren hen biologische mest.” Stikstofregels “Elke dag steken onze 110 melkkoeien de weg over om gemolken te worden. Wij wilden de stal verplaatsen, maar kregen vanwege de stikstofregels geen vergunning. GLK helpt ons een betere oversteek voor elkaar te krijgen, zodat de koeien zelf naar de stal kunnen. Dat is belangrijk, want we willen met melkrobots gaan werken.” Toekomst “Gemotiveerd door onze dochters kijken we positief naar de toekomst. We zijn boeren in hart en nieren, er is niks mooiers. Het landschapsinclusief boeren met een stuk natuurbeheer vind ik een meerwaarde. Doordat we altijd al biologisch werken, is de transitie voor ons niet zo ingrijpend. Natuurlijk zijn er uitdagingen, maar we nemen het zoals het komt. Samen komen we er wel uit.” Rini Bolk: “Na twintig jaar koeien en varkens was ik door schaalvergroting en wet- en regelgeving in 2000 wel aan iets anders toe. Toen GLK kort daarop winterstalling zocht voor zestien brandrode runderen, zag ik weer iets gloren. De eerste jaren verzorgde ik alleen de koeien. In 2014 nam ik er een aantal van GLK over en kregen we er een aantal in bruikleen bij. We sloten een pachtovereenkomst en samen met mijn dochter Annelies schakelde ik om naar een biologisch bedrijf.” Zeldzaam ras “Het brandrode rund is een robuust Oudhollands huisdierras. Bij ons lopen ze op 60 hectare grasland van GLK in Bergharen, bij kasteel Hernen en hier in Batenburg. Er zijn nog maar vijf of zes boeren die ze behalve voor vlees ook als melkkoeien houden. De melkproductie is minder dan bij andere rassen, maar het brandrode rund past erg goed bij een biologische veehouderij.” Kruidenrijke akkers “In het grasland dat we pachten, groeit ook klaver, weegbree en cichorei. In de hooilanden laten we steeds twee stroken staan zodat kieviten, grutto’s en vlinders er kunnen schuilen en eten. Verder hebben we 8,5 hectare kruidenrijke graanakkers. Daar groeien wel tien kruidensoorten zoals grote klaproos, korenbloem, akkerogentroost en smal streepzaad. Naast het pachten, help ik GLK bij het beheer van 25 hectare natuurgrond aan de Maas.” Strenge eisen “Of het lukt om als biologisch bedrijf overeind te blijven, hangt af van eventuele verdere regelgeving. Moeten we echt naar een circulaire landbouw? Dat lijkt me een moeilijke opgave voor mij en de andere pachters. Misschien moeten we het bedrijf wat afslanken. Want voor banken of de loonwerkers die je moet inhuren, maakt het niet uit of je biologisch bent of niet. Die kosten lopen door.”

Foto: Christian Biemans

Rien Joppe heeft in Garderen een biologisch akkerbouwbedrijf

Foto: Ton Rothengatter

Rentmeesterschap

Rien Joppe: “Sinds 1983 verleende ik al diensten aan GLK, zowel met productie als oogstwerk. Deze boerderij ben ik in 1988 begonnen. Ik verbouw haver, gerst en maïs op 58 hectare grond, waarvan 28 hectare op landgoed Bruggelen. De markt voor zaaigranen is niet wezenlijk veranderd. Wat wel is veranderd, zijn de eisen aan biologische en conserverende landbouw.” Niet ploegen “In de beginjaren speelden stikstof, koolstof en biodiversiteit geen grote rol, nu des te meer. Zelf heb ik al jaren een bloemenrand en groeien er bloeiende peulvruchten tussen de granen. Vier jaar geleden ben ik op Bruggelen met conserverende landbouw gestart: niet ploegen of spitten, permanente bodembedekking en optimale vruchtwisseling. Dat brengt wel hogere kosten en risico’s met zich mee. In samenspraak met GLK wil ik dit graag voortzetten.” Kleinere percelen “Er ligt een plan om op Bruggelen twee grote akkers op te delen in kleinere percelen, met randen en hagen voor meer biodiversiteit. In deze tijd hoor je als akkerbouwer hierin mee te gaan, maar er moet ook nog een boterham verdiend worden. Hopelijk komt er budget om dat te realiseren.” Rentmeesterschap “Mijn ouders waren akkerbouwers in Zeeland. Ik heb het rentmeesterschap met de paplepel binnengekregen: het goed achterlaten van de aarde voor de volgende generaties. Daar hoort ook een stukje natuur- en landschapsbeheer bij, dat geeft voldoening. Uiteindelijk moet het me wel gegund worden om het zo te doen en het bedrijf straks aan iemand anders over te kunnen dragen.”

Annelies Bolk heeft samen met haar vader een biologisch melk en vleesbedrijf met brandrode runderen in Batenburg

This article is from: