In de praktijk – 4de trimester 2019

Page 1

in de praktijk informatieblad van de Socialistische Mutualiteiten voor de arts nr. 4 – 4e trimester 2019

Dubbele editie In de praktijk van de adviserend-arts

Zit er nog vet op de soep? Over verspilling in de gezondheidszorg

4

5

8

Prestatiedruk raakt jongeren

Informed consent blijkt niet geĂŻnformeerd

Al wat ouder, maar niet afgeschreven als arts


Nieuws Kortere wachttijd zorgbudget bij palliatieve zorg

Ontvangt je patiënt een brief van het VAPH?

Bij de aanvraag van een zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden, moeten patiënten rekening houden met een wachttijd of carenzperiode van 4 maanden. Sinds 1 december 2019 wordt deze wachttijd ingekort voor wie in aanmerking komt voor een tegemoetkoming voor palliatieve verzorging (palliatief forfait). Het zorgbudget wordt vanaf nu toegekend vanaf de maand na de datum van de aanvraag of vanaf de maand na de datum van het attest of verblijf. Het palliatieve forfait is een tegemoetkoming in de kosten voor medicatie, verzorgings- en hulpmiddelen voor de thuisverzorging van een palliatieve patiënt. Meer informatie kan je terugvinden op de website van de Vlaamse sociale bescherming: www.vlaamsesocialebescherming.be.

Op 1 januari wijzigen de budgetten voor personen met een handicap. Momenteel krijgen niet alle personen met eenzelfde zorgnood eenzelfde budget. Dat wordt rechtgezet.

Het VAPH heeft hierover al een brief verstuurd in oktober, maar die roept mogelijk vragen op. Het is mogelijk dat patiënten met vragen hierover naar hun arts komen. Tip: verwijs je patiënt gerust door naar de Dienst Maatschappelijk Werk van zijn ziekenfonds. Wij helpen hem graag verder.

IMA-Atlas uitgebreid De atlas van het InterMutualistisch Agentschap is uitgebreid met data over psychotrope medicatie in de ambulante zorg. Dat betekent dat je als arts kan opzoeken waar welke volumes voorgeschreven antidepressiva, antipsychotica, stimulantia en antidementia worden terugbetaald, alsook het percentage gebruikers van die medicatie. En dat per kalenderjaar, tot op gemeentelijk niveau. Verken de data zelf op atlas.ima-aim.be/databanken.

Colofon

In de praktijk is een informatieblad van de Socialistische Mutualiteiten voor de arts, uitgegeven door het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. Redactieadres: In de praktijk • Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel T 02 515 04 61 • F 02 515 05 52 • E indepraktijk@socmut.be Hoofdredactie: Bart Demyttenaere Schreven mee aan dit nummer: Bart Demyttenaere, Tatiana De Puysseleyr, Marieken Engelen, Kim Isenborghs, Annelies Meeus, Véronique Mertens, Dimitri Neyt, Merel Ophoff, Marijke van Duyslaeger, Johan Vanoverloop, Didier Willaert Lay-out: artoos group Druk: Goekint Graphics Verantwoordelijke uitgever: Paul Callewaert, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Brussel X, driemaandelijks tijdschrift, 4e trimester 2019

2


Gratis ergotherapeu­ tische begeleiding via ziekenfonds Vanaf 1 januari 2020 kunnen patiënten gratis ergotherapeutische begeleiding krijgen via de Dienst Maatschappelijk Werk van ons ziekenfonds. Voor patiënten die gebaat zijn met woningaanpassingen en hulpmiddelen, kan DMW ingeschakeld worden met onder andere gratis huisbezoek. DMW doet ook aan bredere rechtenverkenning.

Adviserend-arts worden? Wist je dat ons ziekenfonds verschillende vacatures heeft voor artsen? Voltijdse, vaste betrekkingen met aantrekkelijke werkomstandigheden? Bekijk onze vacatures voor adviserend-artsen en artsen-coördinatoren bij de zorgkascommissie in jouw streek op jobs. devoorzorg-bondmoyson.be/arts. Of ontdek hoe de leefwereld van een adviserend-arts eruitziet in ons extra bijlage bij dit nummer!

Nieuw model geneesmiddelenvoorschrift In november ging een overgangsperiode in van 3 maanden om over te schakelen naar de nieuwe, in de tijd beperkte geneesmiddelenvoorschriften. Tot 31 januari 2020 kan je nog kiezen tussen het oude en het nieuwe model, vanaf februari dient iedereen dus het nieuwe te gebruiken. Nieuw is het veld ‘Einddatum van de uitvoerbaarheid’, waar je als arts de geldigheidsduur van het voorschrift kan moduleren, tot maximaal 1 jaar. De

terugbetaling voor de patiënt wordt mee verlengd in dat geval. Tegelijk wordt het elektronisch geneesmiddelenvoorschrift algemeen verplicht vanaf 1 januari, wat betekent dat de papieren voorschriften (behalve in uitzonderlijke situaties) uit roulatie gaan vanaf dan. De nieuwe modellen zijn terug te vinden op de website van het RIZIV.

3


Eigen onderzoek

Prestatiedruk raakt jongeren Iedereen kent weleens prestatiedruk. Voor jongvolwassenen hoort het zelfs tot op zekere hoogte bij de fase van hun leven. 70 % geeft echter aan het gevoel te hebben steeds meer te moeten presteren – en dat levert lichamelijke en psychische klachten op. Dat is de conclusie van een enquête van de Socialistische Mutualiteiten bij ongeveer 1000 jongeren. Wie perfectionistisch is, krijgt het meest te kampen met problematische prestatiedruk. De Socialistische Mutualiteiten bevroegen meer dan 1000 jongvolwassenen tussen de 18 en 25 jaar. Ervaren ze prestatiedruk? Waar komt die druk vandaan? Hoe gaan ze om met sociale media en keuzestress? Welke invloed hebben perfectionistische trekken? Hebben ze klachten? En hoe zien ze de toekomst in?

Prestatiedruk 30 % van de jongeren geeft aan veel prestatiedruk te ervaren. Jonge vrouwen meer dan mannen. 7 op 10 zegt dat de prestatiedruk almaar toeneemt. Vooral op school (91 %) en op het werk (58 %) voelen zij prestatiedruk. Minder verwacht is dat ze ook daarbuiten – thuis en in hun sociale leven – aanzienlijke prestatiedruk (respectievelijk 56 en 64 %) gewaarworden. Waar komt die druk om te presteren vandaan? Voor 35 % komt dat uit zichzelf, 30 % voelt prestatiedruk vanuit de maatschappij en 21 % vanuit de ouders.

Het online leven We leven in een tijd waarin jongeren altijd in verbinding kunnen staan met anderen via sociale media. Dat kan bijdragen aan de angst om iets te missen en de druk om sociale media te gebruiken. FOMO (‘fear of missing out’) is de nood om continu in verbinding te staan met anderen zodat je niks mist. 1 op 10 van de bevraagde jongeren scoort hoog op FOMO. Mannen hebben hier iets meer last van dan vrouwen. Wat betreft het gebruik van sociale media zien we dat bij 10 % van de respondenten sociale media een ongezond grote rol speelt in hun leven.

Perfect is gevaarlijk Hoge eisen aan jezelf stellen blijkt een risicofactor. 40 % is niet vaak tevreden met wat ze doen en bereiken. Wie per-

4

Een Instagram­soap helpt jongvolwassenen om perfectionisme en prestatiedruk in vraag te stellen en er gezond mee om te gaan.

fectionistische trekken vertoont, lijdt meer aan prestatiedruk, heeft vaker last van FOMO en vertoont een minder gezond gebruik van sociale media. Dat perfectionisme wreekt zich op lichaam en geest, blijkt. 75 % van de jongvolwassenen met perfectionistische kenmerken duidt 6 of meer klachten aan. Hetzelfde geldt voor wie een hoge prestatiedruk ervaart: 72 % van hen duidt minstens 6 lichamelijke of psychische klachten aan.

#gewoonmezelf Ons ziekenfonds vraagt meer aandacht voor het mentaal welzijn van jongeren en de drang naar perfectionisme en prestaties in onze samenleving. Met de campagne #gewoonmezelf maken we jongeren bewust van de gevaren én oplossingen om goed om te gaan met thema’s zoals prestatiedruk en keuzestress. Bekijk op www.gewoonmezelf.be onze interactieve soaptest. Na het oplossen van 9 dilemma’s krijgen jongeren persoonlijke tips om aan hun mentale fitheid te werken.

Zorg dragen voor jezelf Wat kunnen adolescenten doen aan prestatiedruk? 1. Stap uit de competitie Probeer je leeftijdsgenoten niet voorbij te streven. Stel jouw doelen en maak je eigen regels, niet op basis van wat anderen verwachten, maar op basis van wat jij zelf écht belangrijk vindt. 2. Druk op de pauzeknop Door je feed scrollen terwijl je ook een koffietje drinkt of zit te netflixen. Herkenbaar? Dat is helemaal niet zo ontspannend als je misschien denkt. Geef je hersenen ook eens rust en ontdek de kunst van verveling en echt eens even niks doen. 3. Wees mild voor jezelf Voor anderen ben je waarschijnlijk heel wat milder dan voor jezelf. Wees net zo aardig voor jezelf als je voor een vriend of vriendin zou zijn. Annelies Meeus, Merel Ophoff, Marijke van Duyslaeger en Didier Willaert


Ziekenhuizen vinken ‘informed consent’ automatisch aan Hoe geïnformeerd is een ‘informed consent’ tot elektronische gegevensdeling als de patiënt niet weet dat ziekenhuizen die toestemming in hun naam aan zichzelf verlenen? nen en worden ingeruild voor elektronische patiëntendossiers. Alles kan nu centraal bewaard worden en verdrijft daardoor de problematiek van de ‘spoorloze’ dossiers naar de verleden tijd. Communicatiestromen in ziekenhuizen verlopen vlotter en beter gestructureerd, wat de kwaliteit van de zorg onmiskenbaar verhoogt. De elektronische vorm laat ook toe dat zorgverleners het patiëntendossier eenvoudiger kunnen delen met andere actoren in de zorg. De voordelen zijn legio. Multidisciplinair werken wordt makkelijker, de patiënt moet minder dubbel onderzoek ondergaan, fouten uit onwetendheid worden vermeden … Deze efficiëntieverhoging staat uiteraard tegenover de beperkingen die de privacywetgeving oplegt aan het verwerken van gevoelige medische gegevens. Die mogen niet zomaar gedeeld worden. Ze vergen een afdoende beveiliging, zodat de patiënt ervan verzekerd wordt dat ze beschermd worden én dat hij inspraak heeft.

Waarover gaat het? Zoals er in interpersoonlijke relaties sprake moet zijn van consent, draait onze gezondheidszorg om het concept dat de patiënt goed geïnformeerd is en op basis daarvan kan instemmen met zijn of haar behandeling. De geïnformeerde toestemming, dus, een concept dat midden 20ste eeuw werd uitgewerkt in de Verenigde Staten. Informatiedeling is een ander domein in de gezondheidszorg waar we spreken van een geïnformeerde toestemming. De patiënt wordt verwacht te weten welke informatie er over hem wordt bijgehouden door zijn zorgverleners. En op basis daarvan kan – maar moet de patiënt niet – zijn zorgverleners toestemming geven om medische gegevens met elkaar te delen. In Vlaanderen kunnen patiënten hun geïnformeerde toestemming tot gege-

vensdeling geven via het online platform MyHealthViewer.

Ziekenhuizen vinken automatisch aan Toch is er maar zelden sprake van een geïnformeerde toestemming. Zo stellen we vast dat wanneer een patiënt zich aanmeldt in een ziekenhuis – aan de balie of in een kiosk – de toestemming tot gegevensdeling vaak automatisch wordt aangevinkt. Het spreekt voor zich dat, zonder de nodige toelichting én vraag tot instemming, de patiënt hier dus geen ‘informed consent’ verleent!

Digitalisering vs. privacy Het probleem ontstaat op het snijvlak van digitalisering en privacybescherming. De digitalisering enerzijds heeft een enorme impact op de medische wereld. De fiches van weleer verdwij-

Keuze van de patiënt In de praktijk zien we dat die wisselwerking tussen het streven naar vereenvoudiging en efficiëntie in de zorg door gegevensuitwisseling en de bescherming van de privacy soms maar licht aangeraakt wordt. Zo voorziet het e-Healthplatform wel dat er geen gegevensuitwisseling kan toegelaten worden zonder dat de patiënt hiervoor een geïnformeerde toestemming heeft gegeven, maar wanneer een patiënt zich dan aanmeldt in een ziekenhuis of bij een zorgverlener, deze wel quasi verondersteld wordt door het overhandigen van de eID en ook zo geregistreerd wordt. Ondanks de voordelen die gegevensuitwisseling kunnen hebben, blijft dit een keuze van de patiënt die gerespecteerd moet worden. Véronique Mertens

5


“Het geld halen waar het zit” … in de gezondheidszorg?

Klopt de begroting niet, dan gaat men op zoek naar besparingen. Dat is niet anders in de gezondheidszorg. Maar kan er nog wel bespaard worden in de zorg? Volgens VOKA valt er makkelijk 6 miljard euro te winnen. Wat is daarvan aan?

6


In tijden van ernstige begrotingstekorten en bescheiden groeivooruitzichten gaat een overheid op zoek naar geld en kijkt ze naar die sectoren waar nog wat vet op de soep is. De sociale zekerheid komt dan steevast in het vizier. Er wordt gewezen op uitgaven voor werkloosheid, ziekte-uitkeringen maar steeds vaker wordt er met de vinger gewezen naar de uitgaven voor gezondheidszorgen.

6 miljard voor het grijpen? De gezondheidszorg kan voor velen efficiënter en wordt geplaagd door verspilling en overconsumptie. Over het te recupereren bedrag lopen de meningen uiteen. Reeds in 2014 werd melding gemaakt van tot 15 % onnodige uitgaven (De Morgen 19.02.2014). Op een globaal budget van meer dan 25 miljard euro kan dat natuurlijk tellen. Voor wie besparingen in de eigen sector vreest, is het een perfect afleidingsmanoeuvre. Op het VOKA Health Community-congres van september 2019 werd het bedrag van 3,5 miljard euro naar voren geschoven. Dat riep veel reacties uit van zorgverleners, omdat er expliciet werd verwezen naar ‘ongepaste’ zorg onder vorm van overbodige röntgenfoto’s of echo’s, een overtal aan labowaarden, onnodige chirurgische ingrepen, therapeutische hardnekkigheid, overconsumptie van tal van geneesmiddelen die vaak ook schadelijk zijn (kalmeerpillen, antipsychotica, zware pijnstillers …) en daarnaast naar het feit dat het ‘eenvoudig’ zou zijn om dit geld vrij te maken. In zakenkrant De Tijd (30.10.2019) beweerde de hoofdeconoom van datzelfde VOKA recent zelfs dat er 6 miljard te vinden was in de gezondheidszorg. Is het echt zo erg gesteld met ons systeem?

“Overconsumptie is de kanker die ons systeem aanvreet” Wat zegt de wetenschap? Er ís overconsumptie, laat dat duidelijk zijn. Ook in andere landen werd dat aangetoond en wordt eraan gewerkt. Zo doet Nederland al een tijd onderzoek naar ongepaste zorg en hoe die aan te pakken (zie doenoflaten.nl).

Nog in oktober van dit jaar publiceerden onderzoekers een studie in JAMA (Shrank, Rogstad & Parekh 2019) waarin ze schatten dat de verspilling in de Verenigde Staten 20 tot 25 % van het globale budget bedraagt. Er worden bedragen genoemd van 760 miljard dollar en meer. In 2017 publiceerde de OESO het uitgebreide rapport ‘Tackling wasteful spending on health’ waarin de verspilling op verschillende niveaus werd geanalyseerd. Over de diagnose lijkt men het dus eens te zijn. Er ís verspilling en die is niet min. Maar dan rest ons nog die andere vraag: wat doen we eraan? Is het echt zo eenvoudig als VOKA doet uitschijnen? En bij wie ligt de schuld van dit probleem?

Soorten verspilling

“Onze zorgsysteem is gericht op doen, niet op niet-doen” Meestal deelt men verspilling in de zorg in in een aantal types: • Defecten in het systeem Fouten maken, fouten opsporen, fouten corrigeren. • Overproductie Meer doen dan wat nodig is, of zaken vroeger doen dan nodig is, zoals onnodige diagnostische procedure of onnodige herhaling van die procedures. • Transport Onnodig transporteren van patiënten, zorgverleners of stalen. • Wachten Onnodig wachten op zorg of op volgende activiteiten, inclusief wachtzalen, wachttijden … • Administratie Overbodige administratie en registratie van gegevens waarmee niets wordt gedaan; mogelijk 25 % van alle verspilling, volgens het Amerikaanse Institute of Medicine. • Low-value care Zorg zonder of met zeer weinig ‘voordeel’ voor de patiënt, zoals het routinematig scheren voor chirurgie, nuttige zorg die te lang wordt verstrekt, zorg die te snel wordt toegepast in plaats van af te wachten, zorg die niet beantwoordt aan de wensen en de wil van de patiënt …

• Te dure zorg met te hoge prijzen Door de technologische evolutie wordt dit aspect enkel belangrijker. Het zorgsysteem moet een antwoord vinden op de vaak exorbitante en voor velen niet te verantwoorden prijzen van geneesmiddelen en bepaalde technologische innovaties. • Gemiste kansen op preventie Betere preventie vermijdt een bepaald deel van de nu verstrekte zorg en zeker van low-value care. • Onvoldoende of verkeerde financiële incentives Velen wijzen graag naar het fee-forservice-systeem als de motor voor verspilling in de zorg. Toch maakt dit hooguit een klein deel uit van de verspilling. Hier moet men oppassen dat men het kind niet met het badwater weggooit.

Waar halen we het geld? Verschillende en complexe elementen spelen een rol in de inefficiëntie van ons systeem. Sommige zijn vrij duidelijk en relatief eenvoudig aan te pakken, andere vergen complexe hertekening van het systeem op alle niveaus.

“Het laaghangende fruit werd al lang geplukt” Iedereen in het systeem heeft een verantwoordelijkheid om door weldoordachte maatregelen en mentaliteitswijzigingen middelen vrij te maken voor de noden van morgen. En stop nu eens met goochelen met miljarden en miljarden, alsjeblieft? Om 1 miljard vrij te maken zal er al heel wat moeten gebeuren, en dit op termijn én met de betrokkenheid van veel mensen, organisaties en middelen. Het laaghangende, rijpe fruit werd immers (al lang) geplukt. Daarnaast groeit de lijst met onvervulde noden in de gezondheidszorg met de minuut. Ook die onvervulde noden, zoals psychologische zorg en tandzorg, zullen budget opeisen. De veranderingen zullen niet voor morgen of overmorgen zijn maar de nood eraan wordt met de dag sterker en sterker. Het zal samen moeten. Bart Demyttenaere

7


Afgeschreven? Is een arts ooit te oud om aan het werk te blijven? In oktober sprak de arbeidsrechtbank zich uit over een specifieke case. Wat met oudere artsen die aan de slag willen blijven? Aan artsen op leeftijd geen gebrek in ons land. We kampen met een nijpend tekort aan huisartsen, waardoor veel collega’s lang aan de slag blijven, maar ook in andere disciplines zijn veel medici aan het werk met flink wat jaren op de teller. Toch lijkt er een leeftijd te staan op artsen verbonden aan een ziekenhuis. Veel instellingen bepalen in hun overeenkomsten met zelfstandige artsen dat die automatisch ontbonden worden op het ogenblik dat de arts de leeftijd van 65 jaar bereikt.

Discriminatie op basis van leeftijd Nu heeft een arts een zaak aangespannen – en gewonnen – tegen het ziekenhuis waar hij tewerkgesteld was. Op 21 oktober 2019 besliste het Luikse Arbeids­hof dat er sprake is van discriminatie op basis van leeftijd. Meer bepaald omdat de man geen nieuwe overeenkomst werd aangeboden na de automatische beëindiging van zijn overeenkomst met het ziekenhuis. Discriminatie op basis van leeftijd is principieel verboden, maar kan in bepaalde gevallen gerechtvaardigd worden. Daarvoor dient er een legitiem doel te zijn én de middelen voor het bereiken van dat doel moeten passend en noodzakelijk zijn. Het Hof aanvaardde in deze zaak dat de bescherming van de volksgezondheid een legitieme doelstelling is. De arts in kwestie was anesthesist, een risicoprofiel. Toch is er sprake van discriminatie, oordeelt het Hof. De aanklager kreeg geen nieuwe contract aangeboden, terwijl veel andere artsen wél een nieuwe overeenkomst aangeboden krijgen. Het Hof oordeelt dat er daardoor sprake is van discriminatie. Het is niet voor het eerst dat een arts juridische stappen onderneemt tegen zijn ‘afdanking’. In 2013 sprak het Arbeids­

8

hof van Brussel zich al uit in een gelijkaardige zaak. Naar aanleiding van een wijziging in het beleid van het ziekenhuis dat alle samenwerkingen met artsen automatisch doet eindigen op de leeftijd van 75 jaar, werd besloten om de samenwerking met een 77-jarige arts stop te zetten. Het Hof gaf de arts gelijk en oordeelde dat de beëindiging van de overeenkomst louter gebaseerd was op de leeftijd een discriminatie inhoudt.

Beslissing motiveren Elke beëindiging van samenwerking of weigering van verlenging op basis van leeftijd moet dus gemotiveerd worden en concreet getoetst worden aan de rechtvaardigingsgronden. Véronique Mertens


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.