In de praktijk - 1ste trimester 2021

Page 1

in de praktijk informatieblad van de Socialistische Mutualiteiten voor de arts nr. 1 – 1ste trimester 2021

Van

DODELIJK tot perfect

BEHANDELBAAR Historiek van hiv/aids

3

7

Vaccin zonder grenzen

Pilootproject telemonitoring

Vaccintwijfel? Check de bijlage!


eGMD verplicht sinds 1 januari Sinds 1 januari 2021 moet elke huisarts een erkend elektronisch medisch dossier gebruiken voor het beheer van het GMD en ingeschreven zijn voor de MyCareNetdienst ‘Beheer van het GMD’ (eGMD). De papieren facturatie van het GMD verdwijnt hiermee. We zien in de 1ste weken van 2021 nog te veel huisartsen die nog de oude, geschrapte nomenclatuurcodes gebruiken. Die worden geweigerd door de verzekeringsinstellingen, wat administratieve rompslomp met zich meebrengt.

Schrijf je als huisarts daarom zeker in voor de dienst eGMD, zodat je je honorarium doorlopend kan blijven ontvangen

Hoe verloopt de betaling? Opening voor een patiënt die nog geen GMD heeft Als aan de voorwaarden is voldaan, ontvang je het honorarium binnen 30 dagen na ontvangst van de notificatie. (Je ontvangt geen honorarium als je gedurende het jaar een GMD overneemt van een andere huisarts. Het honorarium wordt tegelijk met de verlengingen voor het volgende jaar betaald.) Verlenging Je ontvangt het honorarium tijdens het verlengingsjaar (in februari), op voorwaarde dat er ten minste 1 contact met de patiënt is geweest in 1 van de 2 jaren voorafgaand aan het verlengingsjaar. Om van ‘contact’ (raadpleging of huisbezoek) te kunnen spreken moet het getuigschrift voor verstrekte hulp, met daarop het nomenclatuurcodenummer voor raadpleging of huisbezoek, bij de verzekeringsinstelling ingediend zijn voor terugbetaling. Meer info op www.mycarenet.be. Bart Demyttenaere

Colofon

In de praktijk is een informatieblad voor de arts, uitgegeven door het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. Redactieadres: In de praktijk • Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel T 02 515 04 61 • F 02 515 05 52 • E indepraktijk@socmut.be Hoofdredactie: Bart Demyttenaere Schreven mee aan dit nummer: Bart Demyttenaere, Silke Hoefkens, Kim Isenborghs, Joyce Loridan, Véronique Mertens, Gwen Muylaert, Dimitri Neyt en HeadOffice Lay-out: artoos group Druk: Goekint Graphics Verantwoordelijke uitgever: Paul Callewaert, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Brussel X, driemaandelijks tijdschrift, 1ste trimester 2021

2


Europees burgerinitiatief

Een vaccin voor de hele wereld COVID-19 stopt niet aan de grenzen, maar vaccinatiestrategieën – en dito voorraden – wel. Verschillende organisaties gooien zich daarom in de strijd om de coronavaccins vrij beschikbaar te maken voor iedereen, waar ook ter wereld. De wereld kan alleen maar gezonder worden als iedereen zo snel mogelijk toegang heeft tot een vaccin. Vaccin zonder grenzen Artsen Zonder Grenzen (AZG) vragen om het toekennen van patenten op coronavaccins, en in de toekomst ook coronageneesmiddelen, tijdelijk op te schorten. Ze schrijven: “Enkel wanneer die bedrijven een patent (tijdelijk, zolang de pandemie nog woedt) wordt ontzegd, kunnen zij de prijszetting en dus de toegang tot de vaccins niet eenzijdig vastleggen. En kunnen andere bedrijven helpen met de productie van vaccins zodat er sneller en meer vaccins beschikbaar worden. Enkel zo krijgen álle mensen wereldwijd de kans zich ook te laten vaccineren, en niet enkel de happy few.” AZG geeft 5 redenen om dit voorstel – dat door India en Zuid-Afrika werd ingediend bij de Wereldhandelsorganisatie – te steunen: 1. Er kunnen sneller betaalbare versies van vaccins en medische hulpmiddelen op de markt komen. Zonder monopolies kunnen ze betaalbaar gemaakt worden voor iedereen. 2. We hebben wereldwijde groepsimmuniteit nodig, dus ook in de lage-inkomenslanden. 3. Het is belangrijk dat de overheid, en niet privébedrijven, de controle houden in tijden van crisis. 4. Door de monopolies op te heffen, vervallen heel wat beperkingen op wie wat waar kan verkopen en aan wie. Een snellere respons en meer samenwerking kunnen levens redden. 5. We kunnen niet vertrouwen op de goede wil van farmabedrijven. Zo rekent Gilead, de ontwikkelaar van Remdesivir, 2340 dollar voor een kuur van 5 dagen, terwijl het geneesmiddel grotendeels met publieke middelen is ontwikkeld en geproduceerd kan worden voor slechts 9 dollar per kuur.

Een vaccin zonder patent, daar is ook een precedent voor. Het poliovaccin ontwikkeld door Jonas Salk werd niet gepatenteerd, precies omdat er zoveel publieke middelen waren in gekropen en omdat men de ernstige kinderziekte zo snel mogelijk de wereld wilde uithelpen.

Geen winst op de pandemie Om diezelfde redenen steunen tientallen middenveldorganisaties het Europees burgerinitiatief ‘No Profit on Pandemic’. Het idee van zo’n initiatief is dat er in heel Europa 1 miljoen hand-

tekeningen worden opgehaald en dat de Europese Commissie dan verplicht is het voorstel te beoordelen. De tekst vraagt onder andere om transparantie over de kosten, kwaliteit en veiligheid en publieke controle over vaccins ontwikkeld met publieke middelen. De Socialistische Mutualiteiten steunen het burgerinitiatief. Zet je handtekening eronder op www.noprofitonpandemic.eu. Lees de argumenten van AZG op www.msf-azg.be. Joyce Loridan en Dimitri Neyt

3


Een perfect normaal leven mét hiv?

Humaan immunodeficiëntievirus, kortweg hiv. Het virus dat aids veroorzaakt. Of is dat verleden tijd en zeggen we ‘veroorzaakte’? Dankzij medische innovaties leiden mensen met hiv vandaag een perfect normaal én lang leven. Sensoa-experte Ria Koeck blikt terug en vooruit.

4


Begin jaren 80:

hiv en aids ‘veroveren’ de wereld Een dokter in San Fransisco merkt hoe fitte jongemannen ten prooi vallen aan een reeks aandoeningen. 1 ding hebben ze gemeen: hun immuniteit daalt zienderogen. De ziekte krijgt de naam aids (acquired immune deficiency syndrome). Opvallend: alle mannen zijn homoseksueel. Het gevolg? De homogemeenschap wordt scheef bekeken. Pas na enkele jaren vinden wetenschappers de oorzaak van aids: het hiv-virus. Dan is ook duidelijk dat het virus niet enkel homomannen treft. AZT of Zidovudine Het allereerste medicijn tegen aids en hiv vertraagt het ziekteproces. De resultaten zijn goed, maar later blijkt dat AZT alleen niet volstaat om hiv te remmen.

In 1996:

levensreddende combinatietherapie Al in 1994 wil onderzoeker Joep Lange hiv aanpakken met meerdere medicijnen tegelijk. Velen verklaren hem voor gek, maar 2 jaar later is zijn combinatietherapie dé grote doorbraak. Een mix van hiv-remmende middelen onderdrukt het virus zodanig dat aids niet doorbreekt. In het begin geven dokters de medicijnen niet direct bij een hiv-diagnose, wel pas wanneer iemands weerstand zo laag is dat hij in een aids-fase zit. Doodzieke mensen komen er opeens bovenop. Het is wel zware medicatie die in hoge dosissen, meermaals per dag, wordt toegediend. Combinatietherapie Er wordt een combinatie van hiv-remmers gegeven. Zo wordt hiv een chronische aandoening met een normale levensverwachting.

Eind jaren 90 tot 2012:

hiv-medicatie fijnstellen Dokters zien in dat ze de combinatietherapie veel vroeger moeten opstarten. ‘Hit early, hit hard’ klinkt het. De volgende jaren evolueert hiv-medicatie enorm. Combinaties worden verfijnd, het type medicatie wordt individueel bepaald. In de beginjaren werkten dokters met 4 tot 5 producten, vandaag zijn er bijna 30 klasses van hiv-medicatie. Mensen met hiv hoeven ook geen tientallen pillen per dag meer te slikken. Alles zit in 1 tot 3 tabletten.

“Mensen met hiv slikken vandaag geen tientallen pillen per dag meer” In 2011 is medicatie is zo effectief dat ze het virus in het bloed ondetecteerbaar maakt. En dat betekent niet overdraagbaar! Is de virale lading zo laag dat je ze niet ziet in het bloed, dan geef je het virus niet door (bij seks zonder een condoom bijvoorbeeld).

Sinds 2012:

preventieve medicatie Sinds 2012 bestaat er niet enkel een onderdrukkende, maar ook een preventieve behandeling: PrEP-medicatie. Die is bedoeld voor wie (regelmatig) in een risicosituatie zit. Dankzij PrEP raak je niet besmet met hiv. In België staan beide hiv-behandelingen helemaal op punt. Vergis je niet, dat is niet overal ter wereld zo. De strijd tegen hiv en aids – bij uitbreiding alle soa’s – is niet voorbij. Leven met hiv is géén kleinigheid. Het vraagt een strikte behandeling, levenslang. Therapie stoppen? Geen optie. Je moet je sekspartner(s) inlichten. En van hiv genees je niet. PrEP (Pre-Expositie Profylaxe) PrEP is een behandeling in pilvorm voor wie een grote kans loopt op een hiv-besmetting. Maar het vervangt geen condoom en beschermt niet tegen andere soa’s!

Verfijnde combinatietherapie Dankzij verfijnde combinatietherapie kan iemand met hiv leven met een normale immuniteit. Mét de dagelijkse antivirale middelen. 1 dag zonder medicatie kan niét.

In de toekomst: taboe én hiv wegwerken Het doel? Nóg preventiever werken en de hiv-epidemie de wereld uit helpen. Want dat is mogelijk! Even belangrijk: het taboe rond hiv uitroeien. Films die het beeld schetsen van járen geleden komen niet overeen met de realiteit van de 21ste eeuw. Wat is hiv wel? Een chronische, maar beheersbare en perfect leefbare infectie. Het sociaal stigma moet weg. Hiv is bemettelijk en gevaarlijk, klopt. Maar énkel zonder behandeling kan het leiden tot de dood.

5


Dylan (25) heeft hiv, maar geeft het virus niet door Op zijn 17de raakte Dylan besmet met hiv via zijn toenmalige vriend. “Plots hoorde ik roddels dat ik hivb had. Later zei mijn vriend dat hij al lang wist dat hij hiv-positief was …”, vertelt hij. “De wereld viel op mijn hoofd. Wie zou me steunen, wie zou het begrijpen?” “Ik neem elke dag 2 hiv-remmers, telkens op hetzelfde tijdstip. Een dag overslaan kan niet! Ziek ben ik niet hé. Alleen als de medicatie wordt aangepast, heb ik last van bijwerkingen, zoals slapeloosheid, buikklachten … Maar ik hoef niet banger te zijn voor een griep dan een ander.” Bij Dylan is het virus ondetecteerbaar. Hij kan het niet doorgeven. “Toch vrij ik mét een condoom. Ik wil het niet op mijn geweten hebben dat ik iemand besmet. Mijn hiv-status staat ook op mijn datingprofiel. Wil iemand daardoor geen contact met mij, dan is dat zo. Geen ongemakkelijk gesprek op de 1ste date.”

Meer weten over hiv? Op allesoverseks.be, een website van Sensoa, staat alles uitgelegd in zeer begrijpelijke termen. Of kijk op de website van ons ziekenfonds voor terugbetalingen voor hiv-patiënten.

Belangrijk voor nko-artsen

Medisch voorschrift hoorapparaten wijzigt Het medisch voorschrift voor hoorapparaten staat op het punt te veranderen. Wanneer het KB in voege treedt, weten we nog niet. Wat we wel weten, is wat er in het ontwerp van verordening staat en wat er dus zal veranderen. Samen met het nieuwe voorschrift zullen er nieuwe pseudocodes geïntroduceerd worden in de nomenclatuur en komt er een nieuw afleverattest. Dit verandert er Bijlage 17 (medisch voorschrift) • In onderdeel 1 ‘voorschrift van de testen’ wordt de volgorde van de uitzonderingsregels in overeenstemming gebracht met de volgorde in de nomenclatuurswijziging waarin pseudocodes geïntroduceerd worden. • In onderdeel 3 ‘voorschrift van toerusting’ worden extra invulvakken voorzien waar de pseudocode kan geattesteerd worden.

Bijlage 12 (getuigschrift van aflevering) • In het onderdeel in te vullen door de verstrekker wordt een bijkomend invulvak voorzien waar de pseudocode kan geattesteerd worden. • In het onderdeel in te vullen door de patiënt worden vakjes voorzien waar de patiënt expliciet kan aangeven al dan niet geïnformeerd te zijn door de audicien over de kostprijs en de eventuele supplementen van de verstrekking.

Wat met voorschriften van vóór de inwerkingtreding? De medische voorschriften die, gedeeltelijk of volledig, zijn opgesteld vóór de inwerkingtreding van deze verordening (de datum van handtekening geldt als bewijs) blijven geldig tot het einde van de aanvraagprocedure. Dit zorgt ervoor dat wanneer een rechthebbende start met een voorschrift vóór de nieuwe nomenclatuur met pseudocodes in voege treedt, hij zijn volledige traject kan vervolledigen met dit voorschrift. Bart Demyttenaere

6


Telemonitoring: COVID-19 als proefproject De coronacrisis gaf een plotse boost aan teleconsultaties, maar hoe zit het met telemonitoring? De monitoring van parameters bij patiënten thuis of daarbuiten is nog niet ingeburgerd, maar draagt nochtans de belangstelling weg van heel wat zorgverleners en zorginstellingen. In diverse settings werden reeds aantal experimenten opgezet. De regelgever heeft zich altijd een bee tje huiverachtig getoond tegen deze vorm van afstands- of telegeneeskunde. En er blijft aarzeling en argwaan bestaan over de meerwaarde, maar ook over de vergoedingswijze en de privacy. Telemonitoring op zich is nochtans niet nieuw. Denk maar aan je oma die 2 maal per dag nauwgezet zelf haar bloeddruk neemt en deze dan bespreekt met haar huisarts. Of nonkel Jos die dagelijks zijn suikerwaarde bepaalt en dit in een dagboek bijhoudt. Dankzij het internet kunnen dat soort gegevens digitaal uitgewisseld worden. Biologische parameters zoals bloeddruk, pols, temperatuur … kunnen in real time 24/7 gemeten worden.

om hiermee om te gaan, de lagere betrouwbaarheid van bepaalde metingen, toenemende onrust en ongerustheid, en zowel het risico dat bepaalde symptomen onopgemerkt blijven als het risico op onnodige onderzoeken en behandelingen.

Het enthousiasme van veel zorgverleners staat soms haaks op de argwaan van patiënten of regelgevers. Het wordt zaak het juiste evenwicht te vinden tussen beiden om de echte meerwaarde van telemonitoring te vatten.

Voor- en nadelen De voordelen zijn legio voor zowel de patiënt als de zorgverlener. Voor de zorgverlener is telemonitoring een efficiënte manier om de nodige informatie te verzamelen zonder dat het veel tijd kost. Het is ook relevant voor ziektegebaseerd onderzoek, omdat een grote hoeveelheid informatie kan worden verzameld en geregistreerd met weinig inspanning. Telemonitoring is nuttig voor patiënten omdat ze veel vaker dan anders feedback kunnen krijgen van hun zorgverlener over hun vitale statistieken. De patiënt zal zich meer bewust zijn van zijn of haar vitale statistieken, wat een beter gevoel kan geven. Deze wisselwerking kan een positief effect hebben en de patiënt kan zich steeds meer betrokken voelen bij de eigen behandeling. De nadelen zijn het verlies aan persoonlijk contact, het feit dat een deel (relatief groot) van de populatie onvoldoende digitale vaardigheden heeft lees verder

7


COVID-19 Naar aanleiding van de coronapandemie werd in heel wat ziekenhuizen gestart met de thuismonitoring van COVID-patiënten na hun ontslag. Hierdoor was het mogelijk om patiënten die vrij stabiel waren vroeger te ontslaan uit het ziekenhuis, wat in tijden van grote druk op de ziekenhuisbezetting zeker welkom was. Ook aan de andere kant van het spectrum, vóór de opname in een ziekenhuis, werd geopperd dat telemonitoring mogelijk was bij een deel van de besmette patiënten. Door de meting van pols, bloeddruk, temperatuur en bij COVID-19 vooral de zuurstofsaturatie kon afgemeten worden wanneer een opname al dan niet noodzakelijk was en of patiënten op stabiele wijze thuis verder konden opgevolgd worden. Onder grote druk is het RIZIV nu ingegaan op de vraag om hier een terugbetaling voor te voorzien. Er werd een overeenkomst uitgewerkt waarbij zowel ziekenhuizen als eerstelijnszorgverleners betrokken zijn. De kandidaturen lopen momenteel binnen. Het COVID-19-pilootproject (zie kader) kan waardevolle inzichten geven over het gebruik van de telemonitoring in de Belgische context en de mogelijkheden en beperkingen voor toekomstig gebruik, ook voor andere doelgroepen. De voornaamste doelstellingen zijn dat er kwaliteitsvolle zorg wordt aangeboden binnen een kostenefficiënt en veilig

zorgmodel met tevredenheid van de gebruikers en respect voor de privacy van de patiënt. Via de verkregen facturatiegegevens en kwalitatieve bevragingen bij alle betrokken partijen wordt een evaluatierapport opgesteld door een externe, onafhankelijke onderzoeksinstelling. Dit is en blijft een pilootproject – waarvan de verlenging in vraag kan gesteld worden als we COVID-19 onder de knoet

kunnen houden en de grote meerderheid van de bevolking gevaccineerd zal zijn – maar ook een project dat ons enkele ervaringen rond telemonitoring zal leren. De pro’s en contra’s van dergelijk systeem en de potentiele meerwaarde voor andere toekomstige analoge projecten. Wordt zeker vervolgd. Bart Demyttenaere

Telemonitoring van coronapatiënten Met telemetrie en digitale toepassingen worden een aantal parameters, en een systematische bevraging van de symptomen, verzameld. Die worden doorgestuurd en opgevolgd door een medisch team dat kan bestaan uit artsen en/of verpleegkundigen. Het team krijgt een gepaste opleiding, staat onder verantwoordelijkheid van de betrokken artsen van het telemonitoringteam en heeft de nodige expertise in de opvolging en behandeling van COVID-19- patiënten. Er worden gevalideerde medische protocollen gehanteerd Bij achteruitgang of afwijkende waarden wordt de patiënt gecontacteerd door het telemonitoringteam om de situatie op te volgen en om de patiënt te informeren en gerust te stellen indien mogelijk. De

patiënt kan ook altijd zelf contact opnemen met het telemonitoringteam. Bij belangrijke nieuwe symptomen, verslechtering van de situatie of wanneer een nieuwe medische evaluatie nodig is, wordt de behandelende huisarts gecontacteerd door het telemonitoringteam om indien nodig het medische beleid aan te passen. Zo nodig, en in overleg met de behandelende huisarts, kan ook een behandelende arts-specialist worden gecontacteerd. Dit medisch team staat dus in contact met de patiënt en de mantelzorger, de behandelende huisartsen, thuisverpleegkundigen en arts-specialisten met expertise in behandeling van COVID-19. De overeenkomst loopt voorlopig tot eind 2021, maar kan verlengd worden.

Webinars preventie voor huisartsen Domus Medica en het Vlaams Instituut Gezond Leven willen huisartsen graag ondersteunen om rond preventie te werken. Want dat preventie belangrijk is, daar is iedereen het over eens. Maar het in de praktijk toepassen is niet altijd even eenvoudig. Sommige patiënten staan niet open voor een gesprek, maar ook huisartsen hebben er niet altijd tijd voor.

8

Via een reeks korte webinars worden verschillende onderwerpen besproken. Je krijgt als huisarts concrete tips en een overzicht van verschillende organisaties die rond preventie werken. In het kort? • 9 verschillende onderwerpen zoals beweging, diabetes, praten over gewicht, geluk, seksuele gezondheid, stoppen met roken …

• Korte filmpjes die je kan bekijken wanneer het jou past. • Praktische tools en tips om het gesprek met je patiënten aan te gaan. • Als huisarts sta je niet alleen, je kan rekenen op de hulp van verschillende partnerorganisaties. Filmpjes te bekijken via www.domusmedica.be.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.