In de praktijk - 2e trimester 2022

Page 1

in de praktijk informatieblad van de Socialistische Mutualiteiten voor de arts nr. 2 – 2e trimester 2022 Solidaris Een nieuwe naam, dezelfde dienstverlening Ons ziekenfondswordt

2

Op 1 juli worden we Solidaris Solidaris staat voor solidariteit, de basis van onze sociale zekerheid

Daarom koesteren en verdedigen we de sociale zekerheid, maar willen we er ook aan blijven werken. Haar blijven uitda gen. Haar verder uitbouwen. Die rol neemt ons ziekenfonds graag op.

Colofon

T 02 515 04 61 • F 02 515 05 52 • E indepraktijk@solidaris.be Hoofdredactie: Bart Demyttenaere Schreven mee aan dit nummer: Joeri Bouwens, Florence Cicchelero, Mireille De Bruyn, Bart Demyttenaere, Silke Hoefkens, Karolien Mermans, Véronique Mertens, Stephanie Mesens, Gwen Muylaert, Dimitri Neyt, Merel Ophoff, Renée Potters, Lieve Van Den Bossche, Johan Vanoverloop Lay-out: artoos group Druk: Bredero Graphics Verantwoordelijke uitgever: Paul Callewaert, Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel Afgiftekantoor: Brussel X, driemaandelijks tijdschrift, 2de trimester 2022

• Ons ziekenfonds blijft bereikbaar via de vertrouwde kanalen.

Onze droom? Goede en betaalbare gezondheidszorg voor iedereen. Dat is solidariteit, en daar gaan we voor. Al meer dan 100 jaar, en vanaf nu onder onze nieuwe naam: Solidaris.

In de praktijk is een informatieblad voor de arts, uitgegeven door het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten. Vanaf 1 juli 2022 worden we Solidaris. Redactieadres: In de praktijk • Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel

De sociale zekerheid is niet op één dag gebouwd. Ze is ge leidelijk ontstaan en is ook vandaag nog in volle ontwikkeling. Gelukkig maar. Want als onze samenleving verandert, moet de sociale zekerheid ons allemaal blijven beschermen.

Goed om weten: voor jou verandert er niets.

De federale sociale zekerheid viert dit jaar haar 78ste verjaar dag. Maar wist je dat tandzorg voor kinderen pas de laatste 15 jaar volledig terugbetaald is? En dat het verbod op ereloon supplementen in tweepersoonskamers in het ziekenhuis maar 11 jaar oud is?

• Documenten met onze oude naam en logo blijven geldig.

Gwen Muylaert

Aan de basis van de sociale zekerheid ligt solidariteit. Wie werkt, betaalt mee voor wie met pensioen is. Wie gezond is, betaalt mee voor wie ziek is. En wie een hoger inkomen heeft, betaalt mee voor wie een lager inkomen heeft. Omdat we al lemaal iets bijdragen, kunnen we ook allemaal op een sociaal en financieel vangnet rekenen in geval van nood.

In België kunnen we vandaag rekenen op de sociale zekerheid. Iedereen draagt eraan bij. Via RSZ-bijdragen staan we allemaal een stukje van ons inkomen af. En dat is goed nieuws. Want wanneer jij het nodig hebt, dan krijg je ook iets van de sociale zekerheid terug.

Adviezen

• Zo helpt de gespreksmethodiek Rookvrije Start je om stapsgewijs rookstop te bespreken.

Daarnaast is het belangrijk dat je de autonomie van de rokende vrouw (en haar partner) respecteert, wat je eigen bedenkingen over roken ook zijn. Als professional kan je de rokende vrouw en haar partner stimuleren om te stop pen, hun motivatie verhogen en een ondersteunende context creëren, maar uiteindelijk kiezen ze zelf om te stop pen (of niet).

Alles start met een goede basishouding

• De factsheets en praktijkadviezen zijn ideaal als je je wil inlezen in het thema.

• Wil je meer weten over de risico’s van roken vóór, tijdens en na de zwangerschap? Of wil je motiveren de gesprekstechnieken eigen maken? In de e-learning leer je er alles over. Je vindt alles terug Brittwww.rookvrijestart.beopVanOost

3. Minderen met roken, buiten roken, of uit de buurt van anderen is nooit een alternatief voor een volledige rook

Onthoud dat roken maar deels een in dividuele keuze en verantwoordelijk heid is. De context speelt namelijk een grote rol. Mensen in een maatschappe lijk kwetsbare situatie hebben vaak niet de steun en hulpbronnen om met suc ces te stoppen met roken.

Of een zwangere of pas bevallen vrouw en haar partner nu bij de gynaecoloog of huisarts langsgaan: het is belangrijk dat ze overal hetzelfde advies over rookstop krijgen. Hiervoor ontwikkelde het Vlaams Instituut Gezond Leven in samenwerking met de Taskforce Rookvrije Start enkele handige tools.

Mama’s die roken voor, tijdens of na de zwangerschap stellen hun baby bloot aan grote risico’s. Maar ook partners die in de buurt van het (ongeboren) kind roken, kunnen de baby schade toebrengen. Toch rookt 1 vrouw op de 10 tijdens het 1ste trimester van haar zwangerschap. 80 % van de vrou wen die roken tijdens het 1ste trimes ter blijven dat de hele zwangerschap door doen. Vaak zijn dat mensen in een maatschappelijk kwetsbare situatie

stop. Want het houdt nog altijd ge zondheidsrisico’s in voor de roker zelf, de partner en het (on)geboren kind.

1. Adviseer beide partners zowel voor, tijdens als na de zwangerschap om volledig te stoppen met roken.

3

2. Roken beide partners? Stimuleer hen om samen te stoppen

De Taskforce Rookvrije Start is een samenwerkingsverband tussen Vlaams Instituut Gezond Leven vzw, de leden van het consortium tabak en 14 organi saties die werken rond de zorg van het (ongeboren) kind, waar onder Solidaris. Samen willen ze betrokken professionals beter in formeren, hen aanmoedigen om de problematiek aan te pakken en hen daarbij ondersteunen, onder andere met vormingen, materialen en methodieken. De Taskforce streeft naar een inter disciplinaire samenwerking tus sen professionals en wil ook het Vlaamse beleid bewust maken van de problematiek.

De nadruk te sterk leggen op de indi viduele verantwoordelijkheid werkt daarom contraproductief. Het wordt als stigmatiserend ervaren. Heb als zorgprofessional oog voor de brede re context die rookstop faciliteert of verhindert.

• Met de infographics over (mee)ro ken kan je dat gesprek visueel onder steunen.

Rookstopgesprek met (toekomstige) mama’s en papa’s De tools van Rookvrije Start breken het ijs

Om rookstop te bespreken met roken de mama’s en papa’s (in spe) werden er enkele handige tools ontwikkeld.

Ondersteuningsmaterialen

Ingevoerd door het KB van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989. Berekend op basis van het indexcijfer, minus 4 ‘schadelijke’ producten: tabak, alcohol, benzine en diesel.

100€ 104€ +4%

Zorgverleners willen andere index voor hun honoraria

4

Gezondheidsindex

Dé index bestaat niet. Wel worden er tientallen indexcijfers gebruikt om tarieven, lonen en uitkeringen aan te passen in ons land. Dit zijn de belangrijkste:

Als we zeggen indexeren, dan bedoelen we de waarde aan passen aan een index. In België passen we onze sociale toe lagen en lonen aan aan de inflatie. Daarin zijn we behoorlijk uniek; enkel in Malta en Luxemburg bestaat er ook zo’n auto matische index. De index zorgt ervoor dat de inkomsten van onze burgers mee evolueren met de kosten van levensonder houd. Als economische indicator meet de index de evolutie van de prijzen van een mand van goederen en diensten die representatief zijn voor het consumptiepatroon van onze ge zinnen. Kost een korf goederen 100 euro in 2020 en 104 euro in 2021, dan is de index gestegen met 4 % en spreken we van 4 % inflatie.

Om de maandelijkse variatie te beperken, wordt deze index afgevlakt. Berekend op basis van de gemiddelde gezond heidsindex van de laatste 4 maanden. In 2015 met 2 % ver laagd door de indexsprong.

Heeft de huidige index afgedaan voor zorgverleners? De torenhoge inflatie laat zich ook voelen in ziekenhuizen en praktijken. Behalve energie en brandstof wordt ook personeel duurder. Terwijl de inkomsten niet verhoudingsgewijs stijgen en de kloof met de dag groter wordt. En dus rijzen er stemmen om een ander indexeringsmechanisme in te voeren in de gezondheidszorg.

Indexmechanisme

gezondheidsindexAfgevlakte

Hoeveel duurder wordt het leven voor Belgische huishou dens? Berekend op basis van een representatieve korf van producten en diensten.

Spilindex

Bereikt de inflatie een drempelwaarde, dan stijgt de index met 2 %. De spilindex treedt niet overal op hetzelfde ogen blik in werking: in de 1ste maand na de overschrijding worden bijvoorbeeld sociale toelagen, pensioenen en grensbedragen voor verhoogde tegemoetkoming aangepast, in de 2de maand de lonen in de openbare sector.

Welke index?

Indexcijfer van consumptieprijzende (de klassieke index)

Het Planbureau publiceert op regelmatige basis voorspellingen rond economische groei en verwachte inflatie, zodat indexevolu ties en overschrijdingen van de spilindex enigszins voorspelbaar zijn.

de gebruikelijke spilindex. Personeels kosten, verwarming, materialen … al die zaken zijn het afgelopen jaar be duidend duurder geworden, ook in de zorg. Dit verklaart dan ook waarom de spanningen toenemen.

In de budgettering van de ziektever zekering wordt er gewerkt met jaar lijkse begrotingsopmaak. Dat is wet telijk vastgelegd in artikel 40 van de GVU-wet. De begrotingsdoelstelling van het jaar T is gelijk aan die van het voorafgaande jaar, waaraan onder meer “het bedrag dat overeenstemt met de meerkosten in het begrotingsjaar van de indexering van de lonen, verzeke ringstegemoetkomingen, tarieven en prijzen” wordt toegevoegd. Het is van belang dat er met een jaarbegroting kan gewerkt worden en dat dus ook

Ook de spilindex is gebaseerd op de gezondheidsindex en houdt dus weinig of geen rekening met bijvoorbeeld de brandstofkosten.

de indexering (de indexmassa) voor een volledig jaar bepaald kan worden.

Bartaannemen.Demyttenaere 25,00%November2012 Vergelijking methoden juni/juli en spilindex 20,00%15,00%10,00%5,00%0,00% Januari2013Januari2014Januari2015Juni2015Januari2016Mei2016Januari2017Mei2017Januari2018Augustus2018Januari2019Januari2020Februari2020Januari2021Augustus2021Januari2022Augustus2022Januari2023Janvier2023JUNI/JUNISPILINDEX

Dit vergt echter een grondige hervor ming van de begrotingsopmaak en aanpassing van diverse regelgevingen. Dat kan niet van vandaag op morgen. We kunnen enkel hopen dat de infla tie onder controle blijft en geleidelijk aan weer meer normale proporties zal

Moeten we echt naar een ander systeem?

Er bestaat geen mirakeloplossing op de korte termijn, maar door bijvoorbeeld de kosten af te splitsen van intellec tuele verstrekkingen en te overwegen of beide onderdelen niet verschillend geïndexeerd kunnen worden, zou hier toch al enigszins aan tegemoet geko men worden.

De vrijheid van de sectoren om de in dexmassa gedifferentieerd te kunnen gebruiken zou hiermee ook niet meer mogelijk zijn. En in jaren met lage in flatie bestaat de kans dat er helemaal geen index zou zijn, wat door zorgver leners ook als onrechtvaardig zou wor den aangevoeld, zeker in vergelijking met andere sectoren.

Het verschil werkt zichzelf weg

Hier en daar pleit men voor een ander indexeringsmechanisme in de gezond heidszorg, maar daar schuilen een aan tal risico’s in. Zo zou het gebruik van de spilindex beter aansluiten bij stijgende personeelskosten en meer gelijke tred houden met de inflatie, maar zouden heel wat verstrekkingen op verschillen de ogenblikken in het jaar automatisch geïndexeerd worden, wat voor de be grotingsopmaak en voor tarificatiesy stemen tot grote moeilijkheden zou kunnen leiden.

Dat terwijl de kosten die zorgverleners moeten maken wél onderhevig zijn aan

Voor de verstrekkingen die via de afgevlakte gezondheidsindex worden geïn dexeerd, is de indexmassa voor 2022 duidelijk lager dan de geraamde prijsstijging. Die problematiek zal vanzelf verdwijnen op 1 januari 2023, wanneer de sterke stij ging volledig zal zijn opgegaan in de nieuwe indexmassa. Maar dat zal door de ver schillende zorgverleners van de sectoren die de index juni/juni gedurende het hele jaar 2022 hebben gebruikt, worden aangevoeld als kosten.

Uiteindelijk genieten de sectoren die aan die gezondheidsindex gekoppeld zijn, een indexmassa van amper 0,79 %, terwijl de toename van de gezond heidsindex in januari 2022 al 5,10 % be droeg, en die van juni 2022 (gebruikt voor de indexering in 2023) nog hoger zal uitvallen.

Hiervoor wordt gebruikgemaakt van de afgevlakte gezondheidsindex (gemid delde over 4 maanden) van juni in het jaar T-1 (de ‘index juni/juni’). Zo wordt de index voor het jaar 2022 berekend op de afgevlakte gezondheidsindex van juni 2021 (0,79 %). Dat betekent dat de begroting van onze sector altijd wat achterloopt op de inflatie.

5

Indexering voor zorgverleners vandaag

In 2023 zal de begroting in onze sector berekend worden op basis van de index dit jaar, en zal de index dus hoger uitvallen dan de inflatie daadwerkelijk zal zijn in De2023.verschillende indexmechanismen lopen op de langere termijn gelijk:

“Ik voelde me een vergiet”

Prostaatkanker

“Het goede nieuws? De kanker was nog niet uitgezaaid. Chemo- of radiothera pie had ik niet nodig, een operatie zou volstaan. Mijn prostaat werd weggeno men. Ik was snel weer thuis en voelde me goed. Alleen, ik verloor de hele tijd urine. De 1ste dagen of weken na een operatie is dat normaal, wist ik.”

Dokter Rudy Van Giel is 40 jaar lang huisarts geweest in Gent. Hij was nog maar pas met pensioen of hij werd zelf patiënt. “Bij een controleonder zoek ontdekte een collega dat mijn PSA-waarden verhoogd waren. Bij elke raadpleging zag het er slechter en slech ter uit. Ik bleek een agressieve pros taatkanker te hebben. Hoewel ik me kerngezond voelde, had ik zonder be handeling nog maar een jaar te leven.”

6

Urineverlies of incontinentie komt veel voor. Geschat wordt dat 1 op de 20 mensen er last van heeft. Er zijn veel

soorten incontinentie. Soms kan je blaas de druk niet aan als je moet hoes ten of niezen. Soms voel je niet dat je moet plassen als je blaas vol is. Soms kan de blaas helemaal niets ophouden. Dr. Van Giel kreeg te maken met die laatste soort: continu urineverlies. En het hield niet op. “Ik voelde me net een vergiet. Iedere slok die ik dronk, liep er onderaan gewoon weer uit, zonder dat ik er controle over had. Liters! Een kraantje dat bleef openstaan.”

Het taboe incontinentie

De hele tijd een beetje in je broek doen. Of veel. Incontinentie is een gênant probleem. Het kan je hele leven op zijn kop zetten. Gepensioneerd huisarts Rudy Van Giel (70) kreeg ermee te maken na de behandeling van prostaatkanker. “Iedere slok die ik dronk, liep er onderaan weer uit.”

Dimitri Neyt

• een ‘klein forfait’ van 173,76 euro per jaar voor wie geen recht heeft op het groot forfait, maar wel aan onbehandelbare incontinentie lijdt.

Voor leden van Solidaris West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen is er een extra korting op incontinentiemateriaal in de hulpmiddelenwinkels van het ziekenfonds. Daarnaast komen sommige steden en gemeenten tegemoet in de kostprijs van bijvoorbeeld extra vuilniszakken.

Solidaris wil een betere terugbetaling van incontinentiemateriaal voor méér patiënten. We onderzoeken volop wat we zelf kunnen doen en hoe we de wettelijke terugbetalingen kunnen uitbreiden.

“Vrouwen praten makkelijker over in tieme zaken. Als een vrouw een borst verliest, raakt dat haar diep, maar zij praat daar wel over. Als een man incon tinent of impotent wordt, is het alsof zijn wereld instort. Het mannelijke ego staat hier in de weg.”

Teken de petitie om deze oproep te steunen: www.solidaris.be/petitie

Teken de petitie

pampers

“Sinds ik mijn boek heb uitgebracht, heb ik veel telefoons en mails ge kregen van lotgenoten. Patiën ten van vroeger spreken me nu aan over wat zij hebben meegemaakt.”

423 incontinentdagen 885 kilogramafval

7

Wie last heeft van urineverlies krijgt er vaak een stevige factuur bovenop. Ook dr. Van Giel gaf meer dan 3000 euro uit aan incontinentiemateriaal. Patiënten kunnen aanspraak maken op een van 2 wettelijke terugbetalingen:

Over zijn ervaringen met prostaatkan ker en incontinentie schreef dr. Van Giel een boek. Vooraltoenaarbaar.onbespreekonderwerpenwareninhuisartshij.taboe,blijftincontinentieeengrootvindt“Toenikalsbegondejaren80erveelMaarheteindekenden

Kostprijs?

• een ‘groot forfait’ van 532,37 euro per jaar voor wie thuis woont en zwaar zorgbehoevend is

Persoonlijke lockdown

3266

Toen de uroloog 6 weken later de sfincter in gang zette, werkte hij gelukkig metéén. “‘Sta maar recht’, zei de prof. Ik durfde niet goed. ‘Ik ga het hier nat maken’, zei ik. Maar nee, het lukte! Geen druppels, geen lekken, “Mijnniets!”man en ik huilden van geluk. Thuis mochten alle luiers, dweilen en doeken weg. Ik was na meer dan 400 dagen nog eens proper en droog. Ik mocht weer zorgeloos naar buiten. Die dag, 2 november 2020, vergeet ik nooit.”

“Ik kon niet zitten, niet knuffelen, niet naar buiten gaan. Eén keer zijn we met de trein naar een tentoonstelling gegaan. Ik had 3 pampers over elkaar aangetrokken. En toch ben ik nat aan gekomen. Dan zak je door de vloer van schaamte. Ik verloor alle moed. Is dit nu mijn “Mijnleven?”incontinentie was uitzonderlijk”, zegt Dr. Van Giel. Bovendien was er meer dan een jaar lang geen oplossing in zicht. Hij noemt het zijn persoonlijke Uiteindelijklockdown. kozen de dokters voor een kunstsfincter. Dat is een kunstmatige sluitspier die de plasbuis afsluit, zodat je geen urine meer verliest. In de balzak plaatst de chirurg een pompje. Wil je plassen, dan open je de plasbuis door in het pompje te knijpen.

“Zelf praat ik er open over. Ik moést wel. Ik voelde me veiliger als iedereen het wist. Als je omgeving weet dat je incontinent bent, dat je een lek kan hebben, kijkt niemand je scheef aan als je je even moet verontschuldigen.”

“Als patiënt heb ik ook gemerkt dat expertise over incontinentie moeilijk bij de patiënten geraakt. Geen kwaad woord over de fantastische zorg die ik gekregen heb. Maar dat er een zelf hulpgroep en hulpmiddelen zijn, heb ik zelf moeten ontdekken. Het is moeilijk om de juiste info te vinden.”

Taboe onder mannen

mijn patiënten me als een heel open dokter. Ze wisten dat ik homo was, dat

was geen taboe. En tóch werd er over incontinentie niet gesproken.”

“De kans dat de operatie zou slagen was 80 % volgens de artsen, maar slechts 56 % volgens Google. Maar ik had geen andere optie.”

Huilen van geluk

8

De InterRAI is trouwens niet één be oordelingsinstrument maar een ver zameling (‘suite’) van instrumenten die de zorgbehoefte en het functioneren van personen op fysiek, cognitief, psy chisch en sociaal vlak in kaart brengt. De ondertussen meer dan 20 beoor delingsinstrumenten bestaan uit een gemeenschappelijke set van gestan daardiseerde en gevalideerde items die bruikbaar zijn voor de diverse zorgset tings of doelgroepen, aangevuld met

BelRAI: een gemeenschappelijke taal voor betere zorgplanning

“Hoe ruimer gemeenschappelijkegeïmplementeerdBelRAIwordt,hoemeerwemeteenBelRAI-taalkunnenspreken.”

Voor de fundamenten van de BelRAI moeten we terug naar eind de jaren 1980. Om de zorgbehoeften van ouderen in woonzorgcentra op een gestandaardiseerde en uniforme wijze in kaart te brengen en tot een optima le zorgplanning te kunnen komen, werd in de Verenigde Staten het ‘Resident Assessment Instrument’ (RAI) ontwikkeld. Ondertussen is de scope van de RAI uitgebreid naar diverse doelgroepen en zorgsectoren, zoals de thuiszorg, de acute gezondheidszorg, de geestelijke

gezondheidszorg … en werd het instru ment wereldwijd geïmplementeerd. Om die reden werd de RAI omgedoopt tot ‘interRAI’ en richtte men een inter nationale non-profit op met een we

Resident InstrumentAssessment

BelRAI, hoorde je de term al waaien? Wat is die BelRAI nu juist? Waarvoor dient het of waarvoor kan het dienen?

tenschappelijke onderzoeksgroep. De voornaamste doelstelling van interRAI is de kwaliteit en continuïteit van zorg verbeteren

• Ditgedragsproblemen.nieuweinstrument vervangt de BEL-profielschaal die gebruikt werd voor het bepalen van de zorgbehoevendheid bij volwassenen. De BelRAI Screener ge bruikt in functie van de zorgplanning in de thuiszorg en voor de inschaling met het oog op het toekennen van het zorg budget voor zwaar zorgbehoevenden in het kader van de Vlaamse sociale bescherming. Momenteel onderzoekt Vlaanderen ook het gebruik van de BelRAI Screener voor de bepaling van het zorgbudget voor ouderen met een zorgnood. Het BelRAI Platform zorgt voor de digitale ondersteuning. Naast de uitrol van de BelRAI Screener wor den ook het Sociaal Supplement, het BelRAI Home Care instrument en voor de residentiële ouderenzorg het BelRAI LTCF-isntrument (Long Term Care Faci lities) verder onderzocht en uitgewerkt.

‘De BelRAI’ bestaat dus ook bij ons uit verschillende instrumenten, die ingezet (zullen) kunnen worden in verschillende zorgsettings. Belangrijk om te weten is dat er een grote gemeenschappelijke sokkel is tussen de instrumenten onder ling. Ze delen dus voor een groot deel dezelfde items.

De BelRAI Screener is een verkort in strument dat peilt naar het niveau van functioneren van een volwassen per soon op 5 domeinen:

specifieke items afgestemd op speci fieke zorgnoden of doelgroepen.

9

• psychische problemen

In 2018 keurden onze federale regering en de deelstaatregeringen een protoco lakkoord goed waarin de stapsgewijze invoering van de BelRAI in de zorgsecto ren werd afgesproken. Dit houdt in dat alle niveaus en overheden in België een akkoord hebben om werk te maken van gefaseerde transitie naar BelRAI. Er zijn in de feiten wel regionale verschillen op vlak van aanpak, focus en timing. Vlaan

Hoe ruimer de BelRAI geïmplementeerd wordt, hoe meer er in de zorg met een gemeenschappelijke ‘BelRAI-taal’ kan gesproken worden. Informatie en data kunnen beter met elkaar vergeleken worden, zowel op individueel, organi satie- als beleidsniveau, wat ook leidt tot tijds- en kostenefficiëntie. Wat ons toelaat om beter voor elkaar te zorgen.

micro-meso-macroMeerwaarde

Op het niveau van de zorgbehoeven de biedt de BelRAI informatie over ie mands zorgnoden. Het invullen gebeurt op basis van gesprekken met cliënt, fa milie, zorgteam en observatie. De BelRAI is dan een van de bouwstenen om bij complexe zorgnoden een zorgplan op maat, met specifieke zorgdoelen, op te maken en uit te voeren. Daarvoor kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van zogenaamde ‘CAPS’ (Client Asses ment Protocols). Dit zijn alarmbelletjes die aanklikken wanneer de toestand van een patiënt in een bepaald domein ex tra aandacht nodig heeft, bijvoorbeeld cognitie, pijn, continentie. De BelRAI is dus niet gewoon een droge, ‘administra tieve’ vragenlijst, er kunnen algoritmes ingebouwd worden die bijkomende info aanleveren afhankelijk van wat er op verschillende items werd ingevuld.

De BelRAI laat ook toe beoordelingen uit het verleden, vandaag en morgen te vergelijken waardoor de verandering van iemands zorgnoden kunnen gemonitord

“BelRAI is geen vragenlijst.”administratievedroge,

• cognitieve problemen

De BelRAI is de Belgische versie van de interRAI-suite. Deze verschilt inhoude lijk weinig van de internationale versie. De instrumenten werden vertaald in de drie landstalen en waar nodig aan gepast aan de lokale context. De in terRAI-instrumenten worden continu geactualiseerd op basis van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Ook in de BelRAI worden deze verbeteringen doorgevoerd.

En ook op macro-niveau kan de geano nimiseerde data van de BelRAI-beoor delingen gebruikt worden voor bijstu ring van het beleid, het opvolgen van evoluties in de zorgnoden of voor we tenschappelijk onderzoek.

Uitrol in België en Vlaanderen

Zoals reeds gezegd, de BelRAI-instru menten dienen in se om de kwaliteit en continuïteit van zorg verbeteren. Deze beoordelingsinstrumenten geven een goed beeld over hoe zorgbehoe vend iemand is in functie van het op stellen van een kwaliteitsvol zorgplan.

• activiteiten van het dagelijks leven (ADL)

• instrumentele activiteiten van het da gelijks leven (IADL)

deren koos ervoor de BelRAI geleidelijk te implementeren als uniek inschalings instrument in functie van de kwaliteit van de zorg maar waaraan ook financie ring wordt gekoppeld.

Op 1 juni 2021 werd de BelRAI Screener in heel Vlaanderen uitgerold voor de dien sten voor gezinszorg, de Diensten Maat schappelijk Werk van het ziekenfonds en de OCMW’s en welzijnsverenigingen.

Opworden.niveau van een organisatie kunnen de verschillende BelRAI-beoordelingen van patiënten, cliënten of bewoners inzicht geven op de zorgnoden in de organisatiepopulatie. Dit kan ook ge bruikt worden in kader van het bepa len van kwaliteitsindicatoren en aan wijzingen geven over de kwaliteit van zorg. Of de nood aan een beter afge stemd zorgaanbod.

Lieve Van Den Bossche

samenwerking tussen adviserend-arts, MSA-team, patiënt en behandelend arts

Terug naar werk-trajecten:

In de vorige editie lichtten we het doel en de mogelijkheden van de terug naar werk-trajecten toe, en de rol van de TNW-coördinatoren. Ondertussen zijn in bijna al onze ziekenfondsen terug naar werk-coördinatoren aan de slag of is dit binnenkort

10

Het medisch-sociaal-administratief kernteam werkt in al onze ziekenfondsen samen met de adviserend-artsen en bestaat uit adviserend psychologen, verpleegkundigen en kinesitherapeu ten, en terug naar werk-coördinatoren. Samen met medisch gedelegeerde ad ministratieve medewerkers zorgen zij voor het informeren, evalueren en begeleiden van arbeidsongeschikte personen. De adviserend kinesithera peuten hebben vooral een rol in het behandelen van aanvragen voor terug betaling van gezondheidszorgen.

TNW-trajecten

Met die extra informatie kan ons team inschatten wanneer we het best star ten met een TNW-traject.

Hoe start je een TNW-traject voor een van je patiënten? Daarvoor kan je het getuigschrift van arbeidsongeschikt heid aangrijpen. Je kan hierop de pro fessionele en sociale moeilijkheden die je patiënt ervaart vermelden; daarvoor is een plaats voorzien op het attest.

stratiefMedisch-sociaal-adminivoorzien.team

Wie nog arbeidsongeschiktheid is na 10 weken ontvangt een vragenlijst ‘re-integratie’ van de adviserend-arts. Het is belangrijk dat deze vragenlijst volledig is ingevuld. Het medisch-so ciaal-administratief team zorgt ervoor dat alle leden voldoende begeleiding krijgen om de vragenlijsten in te vul len. Mogelijk zal jouw patiënt aan jou als behandelend arts vragen om deze vragenlijst samen in te vullen. Ook aan patiënten met een heel ernstige aan doening zal worden gevraagd de vra genlijst in te vullen. De adviserend-arts kan dan met betere kennis inschatten wat de vooruitzichten en de noden zijn van deze personen en zal er eventueel worden nagegaan via een huisbezoek of jouw patiënt in aanmerking komt voor een erkenning ‘behoefte aan an dermans hulp’ en een aanvullende uit Allekering.andere personen die arbeidsonge schikt blijven op 12 weken nodigen we uit bij de adviserend psycholoog en de adviserend verpleegkundigen. Indien nodig zal de re-integratie-vragenlijst worden ingevuld of aangevuld, worden de medische en psychosociale proble men besproken en in kaart gebracht, en kan er al informatie worden gegeven over de mogelijkheden om terug naar werk te gaan. Indien nodig wordt je pa

Een afspraak bij de adviserend-arts of TNW-coördinator kan vanaf de aangif te van arbeidsongeschiktheid op vraag worden georganiseerd. De 1ste weken van arbeidsongeschiktheid wordt er meestal gefocust op behandeling. Een aantal patiënten zal het werk kunnen hervatten na enkele weken.

Ook de collega’s van de Dienst Maatschappelijk Werk en van de frontof fice van het ziekenfonds staan in voor het informeren, begeleiden en doorver wijzen van iedereen met vragen over ar beidsongeschiktheid, TNW-trajecten en terugbetaling van gezondheidszorgen.

• doorverwijzen naar GTB of VDAB als er geen lopend arbeidscontract is of als er geen stappen meer kunnen

Zijn er mogelijkheden om stapsgewijs terug naar werk te gaan? Dan nodigt onze adviserend-arts je patiënt zo snel mogelijk uit. Wordt er tijdens de raad pleging bevestigd dat een terug naar werk-traject mogelijk is, dan wordt de patiënt doorverwezen naar de terug naar werk-coördinator. Samen met jouw patiënt bekijkt hij of zij welke ac ties kunnen worden genomen.

• verwijzing naar de arbeidsarts voor het opstarten van een re-integratie traject

Contact

IMA-studies kort

E-mail

Teleconsultaties tijdens de pandemie

van de proxyvariabelen kunnen we een laagrisicopopulatie identificeren waarvoor de overlevingskans na de TAVI-ingreep in lijn ligt met die van de algemene bevolking. Voor deze groep lijkt TAVI een optimale behandeling. Uit deze analyse blijkt verder dat centra die gemiddeld meer dan een bepaald aantal ingrepen per jaar plaatsen, een hogere overleving Johanhttps://aim-ima.be/Overlevingsanalyse-na-percutane-313bieden.Vanoverloop

Antwerpen tnw.ant@solidaris.be Limburg tnw.lim@solidaris.be Oost-Vlaanderen tnw.ovl@solidaris.be Vlaams-Brabant en Brussel tnw.vlb@solidaris.be West-Vlaanderen tnw.wvl@solidaris.be

Leden en zorgverleners kunnen contact opnemen via het contactformulier op www.solidaris.be/terug-naar-werk

worden gezet via de huidige werkge ver. Deze diensten kunnen een waai er aan diensten aanbieden: sollicita tietraining, stage, opleiding …

• een klassieke herscholing (recht streekse aanvraag voor terugbetaling bij het RIZIV)

Voor een aantal aandoeningen zoals hoge bloeddruk of diabetes zijn in 2020 minder nieuwe patiënten met medicatie gestart zijn dan het jaar voordien. Dit betekent dat deze aandoeningen, die normaal tijdens routineonderzoeken aan het licht komen, bij een deel van de patiënten niet werden vastgesteld en er geen behandeling met geneesmiddelen werd https://aim-ima.be/Persbericht-Minder-chronischeopgestart.

Rechtstreekse telefoonlijn

Binnenkort komt er een rechtstreeks telefoonnummer voor terug naar werk.

Impact van de pandemie op het geneesmiddelengebruik

• verwijzing naar de arbeidsarts voor een gesprek

De mogelijkheden zijn legio:

De Bruyn

Overlevingsanalyse na percutane aortaklepimplantatie (TAVI)

In deze studie werd de mortaliteit onderzocht van patiënten met aortaklepstenose (vernauwing van de aortaklep) waarbij een percutaan aortaklepimplantaat (transcatheter aortic valve implant, TAVI) geplaatst werd. Daarbij werd het verband tussen de overlevingskans en een aantal risicofactoren op vroegtijdig overlijden Dooronderzocht.middel

Als arts kan je altijd zelf overleg vragen met de adviserend-arts

• enzovoort.

Zowel de adviserend-arts, verpleeg kundige en psycholoog als de TNW-co ordinator volgen je patiënt verder op. Gaat je patiënt begeleiding volgen via VDAB of GTB, dan wordt je daar als behandeld arts van op de hoogte ge Mireillebracht.

tiënt doorverwezen naar onze Dienst Maatschappelijk Werk om belemme rende factoren voor werkhervatting te helpen oplossen.

In het jaar 2020 zijn ongeveer 11 miljoen teleconsultaties uitgevoerd, voornamelijk door huisartsen (85 %) en in mindere mate door specialisten (12,5 %). Er werd intensiever gebruik van gemaakt tijdens de pieken van de pandemie in maart en november, maar ze verdwenen niet tijdens de versoepelingen. Bijna de helft van de patiënten heeft in 2020 minstens een keer een teleconsultatie gehad met de huisarts. Bij de personen met minimaal 1 teleconsultatie was 39 % van alle huisartscontacten een raadpleging op https://aim-ima.be/Teleconsultaties-tijdens-de-COVIDafstand.

Op 16 weken kijkt de adviserend-arts het dossier met informatie in en be paalt hij of zij welk traject er wordt gestart en wanneer de patiënt op raad pleging wordt uitgenodigd.

Vanaf 1 juli 2022 kan je ons bereiken via deze kanalen:

Contactformulier

11

Ik pleit dan ook samen met dr. Ver meulen voor administratieve vereen voudiging enerzijds én voor een brede digitalisering en betere omkadering en ondersteuning voor huisartsen ander zijds, zodat een groot deel van ons ad ministratieve monster weggewerkt of gedelegeerd kan worden.

12

Ook benieuwd naar De huisarts 2.0? Stuur vóór 31 juli 2022 een e-mail naar indepraktijk@solidaris.be en win een exemplaar.

Onderliggend schuilt ook de bood schap dat we naar meer georganiseerde groepspraktijken zullen gaan of zullen moeten gaan, zonder hierbij de solo-arts te vergeten. Ook de solo-arts verdient de nodige ondersteuning binnen een netwerk of eventueel op afstand.

Ik zou dan ook zijn pleidooi willen vol gen, maar liever niet van een reboot willen spreken maar van een majeure update en upgrade. Meer aandacht voor de huisarts als spilfiguur in onze gezondheidszorg is zeker ook een belangrijk punt.

Bart Demyttenaere

vergen tijd, soms veel tijd.

Als prille huisarts heeft Sébastien Vermeulen het aangedurfd een boek te schrijven met zijn visie op de huisartsgeneeskunde van de toekomst. In dat boek, De huisarts 2.0, heb ik me de laatste dagen verdiept.

Misschien moeten we hier nog een stapje verder durven te gaan en kijken naar een betere organisatie en financie ring van de huisartsen en hun praktijken, om hier toch de nodige ruimte voor te creëren? Op EBM-gestoelde delegatie en taakverdeling en een aangepaste fi nanciering kunnen ruimte creëren voor deze langduriger raadplegingen die voor mij een meerwaarde bezorgen aan het werk van de huisarts.

We moeten meer aan preventie doen, daar kan niemand tegen zijn. Dat de ge zondheidstoestand van onze bevolking er niet zo goed aan toe is, kan ik enkel maar beamen. Over preventie en pre ventie in de zorg zijn al bibliotheken vol geschreven, maar op het terrein blijft een moeilijke en grote uitdaging. Dr. Vermeulen biedt een aantal handvaten aan obesitas, hoge bloedruk en diabetes maar geeft ook aan dat we de patiënt meer verantwoordelijkheid moeten ge ven in dit verhaal. Het concept ‘patient empowerment’ is hot op dit moment.

Zijn hoofdstukje over ‘deprescribing’ moeten we absoluut onthouden en meenemen in het verdere verhaal. Hier door kunnen we polyfarmacie terug dringen waar opportuun.

Waar dr. Vermeulen wel op wijst, en terecht, is dat voor deze meer thema tische raadplegingen vaak de tijd ont breekt om dit te doen binnen drukke en volgeladen raadplegingsmomenten.

Als directeur van een mutualistische studiedienst die zich vooral met be leidsvoering binnen de ziekteverzeke ring bezighoudt, was ik onmiddellijk geïnteresseerd en heb ik het boek dan ook ter hand genomen om te lezen in de schaarse vrije momenten. Ik kan dr. Vermeulen in veel volgen, maar wil hier bij toch enkele kanttekeningen maken.

Dat de huisarts vanuit het beleid onvol doende werd gewaardeerd is ten dele waar. Beste collega Vermeulen, iedereen op beleidsniveau is zich terdege bewust van de cruciale rol van de huisarts en de eerste lijn op vandaag. Én in de nabije toekomst. Dat dat te weinig in de verf wordt gezet, is een terechte kritiek. Er is gelukkig al veel gebeurd en er staat nog meer op stapel. Maar die veranderingen

Dat de huisarts gedegradeerd werd tot telefonist en enkel nog goed was om attesten af te leveren en dan nog via telefonische weg, is een wat karikatu raal beeld van de werkelijkheid. Ik heb alle begrip voor de ‘administratitis’ die door huisartsen wordt ervaren, maar huisartsen moeten ook beseffen dat ze een maatschappelijke verantwoordelijk heid dragen en hierin een belangrijke rol moeten spelen.

Dr. Vermeulen is nogal rabiaat tegen tele geneeskunde. Daar vergist hij zich mijns inziens. We moeten telegeneeskunde omarmen evenals de digitale ontwik kelingen want ook patiënten zullen hier steeds meer gebruik van maken. Wat wel correct is, is dat dit de huidige meer fysieke geneeskunde met face-to-face contacten niet zal vervangen, maar er zeker een vaak welgekomen aanvulling op kan zijn. Een goed kader en de juiste triggers zullen hier belangrijk zijn.

wordt gehanteerd, nog wel de meest optimale bron van financiering? Moeten we naar andere modellen, al dan niet gemengd? Dit aspect heb ik toch wel ergens gemist in het boek.

Boek in de kijker De huisarts 2.0 (Sébastien Vermeulen)

Het is gewaagd maar geslaagd. Het boek leest vlot, is duidelijk gestructureerd en haalt terechte bedenkingen en verzuch tingen aan. De verwijzingen naar onze rijke geschiedenis geven het net dat tik keltje meer en geven het boek kleur.

We evolueren naar een ecosysteem van groepspraktijken waar een goed ma nagement en coördinatie van essentieel belang zijn. Een praktijkmanager, zoals Dr. Vermeulen vooropstelt, lijkt me een aanvaardbaar concept, naast een prak tijkverpleegkundige en multidisciplinai re samenwerking die de kritische suc cesfactoren zijn voor de huisarts en zijn praktijk in de toekomst.

De vraag die zich dan steeds weer stelt: is prestatiefinanciering zoals ze vandaag

In de inleiding geeft hij terecht een pluim aan de huisartsen die zich tijdens de covidpandemie van hun beste kant getoond hebben en een grote graad van flexibi liteit getoond hebben. De maatschap pelijke dankbaarheid was dan ook groot.

Door je patiënt door te verwijzen naar een geconventioneerde zorgverlener, geef je hem of haar tariefzekerheid. En ben je zeker dat er geen supplementen betaald moe ten worden. Op www.niksteveel.be kan je gemakkelijk opzoeken of een zorgverlener geconventioneerd is of niet.

Betaalbare zorg Zo help je jouw patiënten besparen

1. Doorverwijzing? Kies voor een geconventioneerde zorgverlener

2. Pas de derdebetalersregeling toe Sommige raadplegingen zijn duur, ondanks een goede terugbetaling achteraf. Voor veel mensen is de drempel te hoog om grotere bedragen voor te schieten, met uit stel tot gevolg. De derdebetalersregeling biedt hier een oplossing voor.

3. Schrijf medicatie voor op stofnaam

Het prijsverschil tussen het goedkoopste en duurste medicijn met dezelfde actieve stof kan serieus oplopen. Als je consequent medicatie voorschrijft op stofnaam, kan je patiënt besparen zonder in te boeten op de kwaliteit van zijn of haar zorg. Ontdek zelf hoe het prijsverschil kan oplopen via onze app Goedkoopste Geneesmiddel.

Als zorgverlener ben je elke dag bezig met de gezondheid van je patiënten. Je wil immers de beste medische zorg bieden. Maar sta je ook stil bij het kostenplaatje van die medische zorg voor de patiënt? Voor veel men sen is het jammer genoeg de harde realiteit dat ze soms doktersafspraken of ingrepen uitstellen door de kostprijs. Toegang tot de beste zorg is echter een recht voor iedereen. Als arts kan je mee het verschil maken.

Cetirizine Teva: 1,67 euro Zyrtec: 7,88 euro +6,21(+372euro%)

Sildenafil Sandoz: 29,99 euro Viagra: 127,73 euro +97,74(326euro%)

Enkele sprekende voorbeelden Gemiddelde ziekenhuiskamerkostprijs 2­persoonskamer 1­persoonskamer Verschil

Middel tegen allergie (20 tabletten)

Erectiepil (12 tabletten)

je hoeveel een ingreep hen ongeveer zal kosten? Laat hen dan zeker weten dat het altijd mogelijk is om een offerte op te vragen in het ziekenhuis voor een kostenraming. En uiteraard is een tweepersoonskamer goedkoper dan een een persoonskamer, met een garantie op dezelfde zorg.

Op 1 juli 2022 veranderen de Socialistische Mutualiteiten, De Voorzorg en Bond Moyson van naam. Samen worden we Solidaris.

Knieprothese 912 euro 3665 euro 75,1%

Pijnstiller (20 tabletten)

Verwijderen wijsheidstanden in dagziekenhuis 58 euro 1237 euro 95,3%

Enkele sprekende voorbeelden Medicatie geneesmiddelGoedkoopste geneesmiddelMerk­ Verschil

Bevalling 235 euro 1779 euro 86,8%

Paracetamol: 1,85 euro Dafalgan: 3,55 euro +1,7(+92euro%)

Een nieuwe naam, maar met dezelfde vertrouwde werking. Onze dienstverlening en contactpunten veranderen niet.

5. Informeer patiënten over kostprijs

Onzekerheid over de prijs kan leiden tot onaangename verrassingen. Als zorgverlener kan je hier proactief op inspelen door een indicatieve prijslijst of kostenraming aan je patiënt te bezorgen voor de consultatie.

4. Hou rekening met prijsverschillen tussen ziekenhuizen Wist je dat je voor dezelfde behandeling in het ene ziekenhuis meer betaalt dan in het andere? Ontdek zelf wat het verschil kan zijn dankzij onze tool waar je ge makkelijk de gemiddelde kostprijs per ziekenhuis opzoekt voor 19 veelvoorkomende ingrepen. Deze tool laat je dus toe om de verschillen in kostprijs tussen ziekenhuizen te Vragenbekijken.patiënten

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.