4 minute read
S-INFO
by Solidaris
IN DE BAN VAN DWANG
Ook jij kent wel iemand met gewoontes die een tikkeltje bizar zijn. Steevast meermaals checken of de deur op slot is. Of pas kunnen vertrekken na een vaste controleronde door het huis. Of meer dan gemiddeld je handen wassen per dag. Onschuldig, tot blijkt dat die ‘gewoontes’ je leven beheersen en er sprake is van dwanghandelingen.
In het centrum voor Obsessieve Compulsieve Stoornissen (OCS) van het UZ Gent spraken we met psychiater Hannelore Tandt en ex-patiënt Annelies Deswarte, vandaag aan de slag als ervaringswerker op de afdeling. We vragen hen wat OCS – vroeger ook bekend als dwangneurose – precies is.
VAST IN EEN SPIRAAL
“Natuurlijk hebben veel mensen vaste gewoontes of bepaalde routines. We hebben allemaal weleens rare gedachten zoals ‘stel dat ik nu op de sporen stap’ of ‘stel dat ik nu mijn stuur omsla’. Dat is volstrekt normaal”, legt dokter Tandt uit.
“Het wordt pas problematisch als je geen plezier meer beleeft aan je gewoontes, als ze stress veroorzaken en ze je leven overheersen. Of als je blijft doormalen op zo’n ‘vreemde’ gedachte, in plaats van ze luchtig te laten passeren.”
Mensen met OCS zitten vast in een spiraal van opdringerige gedachten of obsessies, die ze proberen op te vangen met bepaalde dwanghandelingen. “Wanneer dwanggedachten en -handelingen meer dan 1 uur per dag in beslag nemen, is er een probleem”, verduidelijkt dokter Tandt. “Bij een gemiddelde persoon met OCS nemen de gedachten 6 uur en de handelingen 4,6 uur per dag in beslag. Dat heeft een enorme impact op je levenskwaliteit.”
Ervaringswerker Annelies Deswarte (links) en psychiater Hannelore Tandt (rechts)
GEEN LEVEN MEER
Annelies Deswarte (32) meldde zich 8 jaar geleden aan voor een opname in het OCS-centrum van het UZ Gent. Haar smetvrees had zulke proporties aangenomen dat het niet meer leefbaar was. “Op het eind kon ik niet meer naar buiten en niks meer aanraken zonder dat ik uren moest douchen”, getuigt ze.
“Liet ik mijn washandje vallen in de douche, dan moest mijn moeder het oprapen. Want ik mocht niets van de grond oppakken. Mijn handen waren helemaal rauw van het vele wassen en toch overgoot ik ze tientallen keren per dag met pure alcohol. De gedachte om vuil te zijn, was sterker dan de pijn die ik voelde.”
“Mijn leven bestond enkel nog uit mijn obsessieve gedachten. Ik besefte dat ik me moest laten
4 GEDAANTEN VAN OCS
Er zijn 4 types OCS. Vaak hebben mensen doorheen de tijd last van meer dan 1 type.
1. Smetvrees: angst om vuil te zijn en besmet te worden, of om anderen ziek te maken. Daarom maak je jezelf, je kleding en je woning constant schoon.
2. Orde en symmetrie: je onbehaaglijk of gespannen voelen als voorwerpen niet symmetrisch of in een bepaalde volgorde staan. Daarom streef je er voortdurend naar om alles netjes recht en symmetrisch te leggen.
3. Controle: angst dat door jouw nalatigheid een groot onheil gebeurt, zoals inbraak of brand. Daarom controleer je constant alles in je woning.
4. Verboden of taboegedachten: gewelddadige of verboden gedachten ervaren. Daarom voer je bepaalde rituelen uit om dit ongedaan te maken of om geruststelling te vragen.
ALS DE DIAGNOSE LAAT GESTELD WORDT, HEEFT JE BREIN JÁREN TRAINING GEKREGEN IN HET ‘DWANGEN’
HANNELORE TANDT, PSYCHIATER UZ GENT
© James Arthur helpen en ik ben zeer blij dat ik toen hier ben terechtgekomen.”
VERKEERDE DIAGNOSE
OCS is een vrij onbekende aandoening, ook in de hulpverlening. Mensen zoeken niet snel hulp, omdat ze veronderstellen dat ze gewoon zo zijn. Anderzijds ondergaan patiënten soms verkeerde onderzoeken of krijgen ze foute diagnoses door onwetendheid in de medische wereld.
“Dat OCS vaak laat ontdekt wordt, zorgt ervoor dat je brein járen training heeft gekregen in het ‘dwangen’. En dat de omgeving van de persoon al flink ‘mee dwangt’ in een poging om het leefbaar te houden. Dat maakt de therapie natuurlijk erg zwaar. Vroege opsporing is dus cruciaal”, legt dokter Tandt uit.
Annelies bevestigt: “Ik herinner me mijn allereerste dwanghandelingen, toen ik 8 jaar was. Nooit stelden hulpverleners de diagnose OCS. Pas op mijn 24ste, toen je er echt niet meer naast kon kijken, kwam ik hier terecht.”
“De therapie was heftig, maar ik heb me erdoor gesparteld. Vandaag kan ik zeggen: ik leef weer. Ik doe alles wat ik tof vind: ik reis, ik zwem in zee, ik zie vrienden. Alles wat vroeger ondenkbaar was. Ja, het blijft lastig. Ik moet elke dag opnieuw vechten tegen een stroom aan dwanggedachten. Maar dankzij therapie kan ik er nu voor kiezen om te leven.”