Venster2015 3

Page 1

Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 13, 2015, nummer 3

Het tempel- en kerkmuseum in Elst Najaarsexcursie naar de Veluwezoom

De klokkenmaker van de Notre-Dame


Van de redactie

Colofon

Beste lezer, Hoofdartikelen in Venster die gaan over de historie van kerkgebouwen, kunnen vaak verwijzen naar een middel­eeuwse oorsprong. De voor­ geschiedenis van de kerk in Elst reikt echter veel verder. De Romeinen bouw­ den daar omstreeks 50 na Chr. al hun eerste tempel, die ongeveer een halve eeuw later vervangen werd door een uitzonderlijk grote Gallo-Romeinse tempel. En in de nabije omgeving heeft toentertijd zelfs nog een tweede tempel gestaan die óók voorgangers had! Met het verdwijnen van de Romeinen in de vierde eeuw raakten beide tempels in verval. Dan begint in de achtste eeuw met de christelijke prediker Werenfried

de kerkenbouw waarbij Romeins bouwmateriaal en fundamenten (her-) gebruikt worden. Via een romaanse vorm komt er uiteindelijk eind vijf­ tiende eeuw een gotische kerk te staan. Ook de grote middeleeuwse crypte en het raadselachtige graf van een dertien­ jarig meisje leveren veel interessante gegevens. En de resterende geschiede­ nis tot nu toe is eveneens zeer lezens­ waardig. Al met al dus een religieuze continuïteit van meer dan tweeduizend jaar en dat is toch wel heel bijzonder in onze contreien!

Ben Verheij

Inhoud

3 4

Locaties van de SOGK

Sint-Victorkerk in Batenburg Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken

10

Hoofdartikel

17

PC stelt zich voor

18

Actuele publicaties

Venster, 2015, nummer 3 — 2

Berichten van het bestuur

6

Najaarsexcursie

8

Interview

Naar de Veluwezoom De klokkenmaker van de Notre-Dame

19 20

Het tempel- en kerk­ museum in Elst Plaatselijke Commissie van Buren Onze Oude Jan en meer Agenda

Activiteiten in onze kerken Sluitsteen

Terugblik excursie

Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belang­ stelling wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar (februari, mei, september, en novem­ ber). Venster wordt toegestuurd aan donateurs van de SOGK, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethou­ ders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, nota­ rissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland. Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Vaste donatie met tijdschrift Venster: minimaal € 25,– per jaar Bank: NL53 INGB 0003 3246 14 Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, ­eind­redacteur; drs. Marjan Witteveen, ­wetenschappelijk redacteur venster@oudegeldersekerken.nl Medewerkers: dr. Henk Demoed, dr. Verena Demoed, Carel van Gestel Grafisch ontwerp en opmaak: Henk-Jan Panneman, Arnhem Fotografie: ©sogk en auteurs, tenzij anders vermeld Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Niets uit deze uitgave mag verveel­ voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar nodig is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden bena­ derd, kunnen zich met de redactie in verbinding stellen. Afbeelding voorzijde: Vitrines in de ­zijbeuk van het tempel- en ­kerk­museum in Elst. Foto: Fotoclub Elst, 2014. Zie artikel op pagina 10.


Locaties van de SOGK

Verena Demoed

Oerolgevoel op muziekfestival in Batenburg

‘Muziek op Streek’ heeft wel iets weg van Oerol. Net als Oerolgangers fietsen de bezoekers van dit muziekfestival van de ene naar de andere unieke loca­ tie, bijvoorbeeld de Sint-Victorkerk in

Batenburg of de Maalderij tegenover het kerkje van Leur. Hier luisteren ze naar klassieke muziek en folk gespeeld door amateurs én professionele musici uit de omgeving.

Aankondiging van ‘Muziek op Streek’ in mei van dit jaar; op 16 mei 2016 vindt de derde editie plaats.

Optreden van een klein ensemble in de Sint-Victorkerk.

Wonderschone liederen In de Sint-Victorkerk van Batenburg bijt ‘Puur met noten’ het spits af met negentiende- en twintigsteeeuwse ­liederen. Het is nog vroeg en een handvol bezoekers kijkt elkaar afwachtend aan voordat ze het op een applausje wagen. De vijf vrouwen ­zingen onder andere a capella een paar liederen van de Nederlandse compo­ nist Catharina van Renes. Die zijn inderdaad ‘wonder­schoon’, zoals een van de zangeressen ze introduceert, maar ook verrassend swingend en bijna cabaretesk. Tegelijkertijd klinkt vanuit de katho­lieke kerk op de dijk de Notenkrakersuite. In de monumentale stadshoeve van Galerie Deeltijd luis­ tert het publiek vanuit comfortabele fauteuils naar een intiem panfluit- en gitaarconcert. Derde editie in 2016 ‘Muziek op Streek’ is het initiatief van eventmanager Karlijn de Leeuw. Zij heeft gewerkt bij het bezoekers­ centrum Land van de Heerlijkheden in Leur. ‘De mooie monumenten in Leur zijn uitgelezen locaties voor sfeervolle ­concerten Er is veel te doen in deze streek, maar klassieke muziek is er nog maar weinig. En laten veel klas­ sieke muziek­liefhebbers nu ook graag ­fietsen!’ De eerste editie van het festi­ val in 2014 was meteen al een succes met meer dan vijfhonderd bezoekers. Het duurt nog even, maar op 16 mei 2016 (Tweede Pinksterdag) is alweer de derde editie van het festival. In de tussentijd kunt u de borrel­concerten bezoeken, die in de zomer­maanden iedere laatste zondag van de maand plaatsvinden in de kerkjes van Batenburg, Bergharen en Hernen. Kijk voor meer informatie op muziekopstreek.nl.

Venster, 2015, nummer 3 — 3

In elke uitgave van Venster zetten we een van de locaties van de SOGK in de spotlight. Door middel van een markant verhaal of een bijzonder evenement staan we even stil bij onze eigen monumenten. Dit keer bij de Sint-Victorkerk in Batenburg.


Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken Geslaagde Jaarbijeenkomst en Publiekslezing 2015 Wij kunnen terugkijken op een zeer geslaagde Jaarbijeenkomst en Publiekslezing op zaterdag 20 juni jl. in Buren. De lezing van Karel Emmens, getiteld ‘Een andere kijk op de oude Gelderse kerken’, waarin hij een toelichting gaf op constructie en bouw van kerkgebouwen (in het bij­ zonder daken en torens), en de lezing van Marisa Melchers over de ontwikke­ ling van architectuur en inrichting van kerkgebouwen in de twintigste eeuw, waren zeer interessant en werden door de vijftig aanwezigen gewaardeerd. Onderhoudsplan in uitvoering In februari jl. heeft het bestuur het onderhoudsplan vastgesteld. Dit onder­ houdsplan is inmiddels volop in uit­ voering. De Hervormde Martinuskerk

Groenlo

Hoog-Keppel

in Rijswijk is geschilderd en ziet er prachtig uit. Ook de onderhouds­ werkzaamheden aan de Hervormde Maartenskerk in Etten zijn afgerond. De onderhoudswerkzaamheden aan

Karel Emmens bood tijdens de Jaarbijeenkomst in Buren een andere kijk op oude Gelderse kerken.

Bronkhorst

Kranenburg

Vorden

Venster, 2015, nummer 3 — 4

Businesspartners SOGK • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Burgers van der Wal, Doetinchem • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • Elbertse Orgelmakers, Soest • GlasBewerkingsbedrijf Brabant, Tilburg • GlasPro glasstudio, Doetinchem (nieuw) • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Installatiebureau Wiltink, Vorden • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en

de toren van de hervormde kerk in Vorden en aan de toren van de Remigiuskerk in Hengelo zijn ook gereed.

• • • • • • • • • • • • •

architectuurbureau, Noordeloos Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede Van Lierop, Liempde MAS Architectuur, Hengelo Orgelmakerij Reil, Heerde Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem Smederij Oldenhave, Vorden Steenfabriek Biezeveld, Kerkdriel Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo Van der Vegt Smeed- en ­constructiebedrijf, Meerkerk Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen

Hummelo

Etten

Buren

Ambachtelijk smeedwerk ‘Vroeger was de smid, na de koning, een van de belangrijkste personen in het dorp. Hij maakte de wapens, de hoefijzers voor de paarden en het gereedschap voor onder ­anderen de timmerman, wagenmaker en schoenmaker. De mensen konden niet ­zonder. Tegenwoordig is dat anders, maar ook in deze tijden blijft er behoefte aan ambachtelijk, ­specialistisch restauratiesmeedwerk. Fraaie voorbeelden hiervan zijn de ­restauratie van de Oude Calixtuskerk in Groenlo, de synagoge in Zutphen en de Sint-Joriskerk in Drempt – alles in opdracht van de SOGK.’ Erik Oldenhave, Smederij Oldenhave


Financiën en jaarverslag 2014 De verzoeken voor geldelijke steun in 2015 zijn verzonden naar onze donateurs. Inmiddels hebben al velen hun financiële bijdrage naar ons overgeboekt, waarvoor onze hartelijke

Zutphen

Drempt

Leur

Restauratie in Kranenburg voltooid De restauratie van de St.-Antonius-vanPaduakerk te Kranenburg is voltooid. De restauratie heeft zich vooral gecon­ centreerd op het casco (de buitenkant van dit monumentale gebouw). Maar ook binnen in de kerk is werk verricht. Na restauratie van de glas-in-lood­ramen is een deel van de poly­chromie (veel­ kleurige beschildering) teruggebracht. In de toren was daarvan nog een deel aanwezig. Voor bezoekers van de kerk was dit echter moeilijk te zien. Tijdens deze restauratie is veldwerk en onder­ zoek verricht en is op een goed zicht­ bare plaats in het kerkgebouw een klein deel van de poly­chromie teruggebracht. Ook zijn kruisbloemen naar oorspron­ kelijke teke­ningen gereconstrueerd.

Scan deze code met SOGK-voorzitter Annelies van der Kolk bij het terugplaatsen van de haan

smartphone of tablet

op de Kapel van Bronkhorst. Foto: Theo Kock

voor ons jaarverslag.

dank. De financiële resultaten 2014 en accountantsverklaring zijn onlangs op onze website geplaatst. We konden ook 2014 positief afsluiten mede door ontvangen giften, legaten en koers­ resultaten op onze obligatieportefeuille. Ons jaarverslag over 2014 is ­inmiddels

Steenderen

Rijswijk

verschenen en naar onze relaties ­verstuurd. Het verslag staat op onze website. Wilt u graag een papieren versie ontvangen, neem dan contact op met ons secretariaat via T (026) 355 25 55 of info@oudegeldersekerken.nl.

Hengelo

Kerk-Avezaath

Batenburg

In het kader van het festival ‘Gemaakt in Gelderland’ is over deze restauratie een klankbeeld samengesteld, getiteld ‘Meesterschap in Vakmanschap’, te zien in de Kranenburgse kerk (tot 30 oktober). De kerk van architect Cuypers ziet er weer prachtig uit en is zeker het bezoeken waard. Vrijwilliger voor beeldbank?! De SOGK beschikt inmiddels over veel fotomateriaal. Al die foto’s moeten in onze nieuwe digitale beeldbank ­worden gezet. Dit kan van huis uit gedaan worden. Hebt u interesse in foto’s en/of enige cultuur­historische interesse? Bel of mail Nico Peek, T (06) 485 326 64 of nicopeek@gmail.com.

Tijdens de restauratie van de St.-Antonius-vanPaduakerk is een klein deel van de polychromie teruggebracht.

Venster, 2015, nummer 3 — 5

Haan teruggeplaatst in Bronkhorst Op vrijdag 22 mei jl. is de vergulde haan teruggeplaatst op de Kapel van Bronkhorst door wethouder Jan Engels van de gemeente Bronckhorst en Annelies van der Kolk, voorzitter van de SOGK. De haan is in de afgelopen periode geheel gerestaureerd door de leerlingen van de Schilder^sCOOL in Zutphen. Dat was nodig, want er zaten kogelgaten en heel veel luchtbuks­ deukjes in. Na de succesvolle restau­ ratie staat de haan weer te schitteren op de Kapel.


Najaarsexcursie Kerken van de zuidelijke Veluwezoom De najaarsexcursie op zaterdag 26 september voert ons naar enkele van de vele kerken aan de zuidelijke rand van de Veluwe. Uit het ruime aanbod is gekozen voor voorbeelden die in tijd reiken van pre-romaans tot wederopbouw. We bezoeken in Oosterbeek de oeroude Oude Kerk en de moderne naoorlogse Vredebergkerk, en in Renkum en Wageningen twee kerken die karakteristiek zijn voor de gereformeerde kerkenbouw in het interbellum. Bijzonder zijn ook de kruiswegstaties van Jan Toorop in de Bernulphuskerk in Oosterbeek.

Venster, 2015, nummer 3 — 6

Oude Kerk in Oosterbeek De uit de tiende eeuw daterende Oude Kerk in Oosterbeek is schilder­ achtig gelegen aan de rand van de uiterwaarden. Van het pre-romaanse gebouw is het schip, gebouwd uit grote tufsteenblokken, bewaard gebleven. In de twaalfde eeuw is een romaans koor aangebouwd, dat drie eeuwen later vervangen is door een gotisch koor. Aan de noordkant van het schip bevindt zich een uitbundige romaanse ingang. De toren is gebouwd in de veertiende eeuw. In het midden van de negentiende eeuw is de kerk nog vergroot met een dwarsschip. In de Slag om Arnhem in 1944 is de kerk een van de laatste steunpunten van

de Britse Airborne-divisie en wordt de kerk zwaar beschadigd. Tijdens de restauratie in 1949 is gekozen voor het verwijderen van de negentiendeeeuwse bouwdelen en het optrekken van een bakstenen koor in romaanse vormen. Aan de zuidkant is een consis­ torie toegevoegd. De fundamenten van de pre-romaanse koorsluiting met drie absiden (halfronde nissen) zijn terug­ gevonden en in de kerkvloer zichtbaar gemaakt. Vredebergkerk in Oosterbeek De Vredebergkerk uit 1950-1951 staat in het centrum van Oosterbeek, dat in de oorlog veel schade heeft opgelopen. In het wederopbouwplan uit 1945-

Jean Gardeniers

1948 past ook een markante nieuwe kerk. De architecten van de kerk, W. en W.H. Verschoor uit Rijswijk (ZH), ontwerpen een kerkgebouw in traditionalistische stijl, waarbij allerlei oude motieven in een vrije en verras­ sende combinatie worden toegepast. De betonnen traceringen in de vensters bijvoorbeeld herinneren aan de renais­ sance. Liturgisch vernieuwend is de zijbeuk, bedoeld als avondmaalsruimte, maar inmiddels niet meer als zodanig in gebruik. In 2007 na de totstand­ koming van de PKN, is de kerkruimte onder leiding van architect Cees Tak opnieuw ingericht, onder andere met een nieuw liturgisch centrum in de zuidwesthoek met stoelen in kring­ vorm daaromheen. Bernulphuskerk in Oosterbeek De Bernulphuskerk is ontworpen door architect Tepe, lid van het gelijkna­ mige Utrechtse Gilde. Hij laat zich aanvanke­lijk vooral inspireren door de gotische kerken uit het Nederrijn-

Renkum, Gereformeerde Kerk. Foto: André van Oude Kerk (PKN) Oosterbeek.

Dijk


reren door het expressionisme, beter bekend als de Amsterdamse school, die vooral gekenmerkt wordt door het expressieve metselwerk in allerlei hoekige vormen. Het effect hiervan wordt nog versterkt doordat Reitsma geen gladde baksteen gebruikt, maar zogenaamde mondklinkers: stenen die in de oven dicht bij de vuurmond heb­ ben gelegen en eigenlijk half-verbrande en kromgetrokken misbaksels zijn. De hoofdvorm is die van een traditionele zaalkerk met een toren waarin zich de ingang bevindt. Door allerlei uit­ springende bouwvolumes en schuin­ geplaatste steunberen ontstaat een zeer levendig geheel. Inwendig levert dit een centraliserende waaiervormige ruimte op, die overkapt is door een paraboolgewelf. Bijzonder is de kleu­ rige geometrische beschildering van het dakbeschot.

Gereformeerde kerk in Renkum De Gereformeerde (PKN) kerk van Renkum uit 1927-1928 is ontworpen door de Groningse architect Reitsma (1892-1976). Hij laat zich sterk inspi­

Bevrijdingskerk in Wageningen Ook de Bevrijdingskerk (Gereformeerd PKN) in Wageningen uit 1936 van B.T. Boeyinga heeft expressionistische kenmerken. Hij kiest voor een afwisse­

ling van driehoekige en rechthoekige vormen. De kerk wordt gekenmerkt door een hoogoprijzend zadeldak, dat gesteund wordt door paraboolvormige spanten. Binnen zijn deze in de centra­ liserende ruimte van de Wageningse kerk prominent aanwezig, nog extra geaccentueerd door een blauwe kleur. De kerk is ruim voorzien van hoge glas-in-loodramen, waardoor het licht gespreid in zachte kleuren binnen­ valt. Tot het complex hoort ook een vergader­zaal met kosterswoning. In 1980 is aan de oostkant een uitbrei­ ding met zaalruimte gebouwd naar ontwerp van architect H. Jorissen uit Rijssen. Deze lagere uitbreiding volgt de ritmiek van de hoge steek­ kappen van de ‘zijbeuken’ van het oude gebouw. Verder lezen? Op onze website (Activiteiten > Excursies) geeft Jean Gardeniers een lijst van boeken die hij gebruikte bij het schrijven van dit ­artikel en die kunnen dienen ter ­verdere oriëntatie/verdieping.

Wageningen, Bevrijdingskerk. Foto: André van Vredebergkerk, Oosterbeek.

Dijk

Venster, 2015, nummer 3 — 7

gebied, en later door de Westfaalse hallenkerken. De Oosterbeekse kerk uit 1884-1885 is een hallenkerk. Kenmerkend voor de kerken van Tepe is dat ze sober zijn en geheel in bak­ steen uitgevoerd. De kapitelen heb­ ben geen gebeeldhouwde decoraties. De koorruimte is in 1922-1923 door W. te Riele in de breedte uitgebreid. Het koor met het hoogaltaar van F.W. Mengelberg uit 1889 is daarbij behou­ den gebleven, getuige de daar nog steeds aanwezige muurschildering van Jan Toorop van vóór de verbou­ wing. De kerk is in 1944 beschadigd. Het weggeschoten bovendeel van de toren is niet herbouwd. In het HeiligHartbeeld (1931) van August Falise op het voorplein zijn nog kogelgaten te zien. Het topstuk in de kerk is de reeks kruiswegstaties die Toorop in 19161918 speciaal voor deze kerk maakt.


Interview De klokkenmaker van de Notre-Dame Wat hebben de Notre-Dame in Parijs, de universiteit van Denver en het Amsterdamse Concertgebouw met elkaar gemeen? Daar hangen klokken van Koninklijke Eijsbouts uit Asten, een van de businesspartners van de SOGK. Een familiebedrijf met 55 medewerkers in een klein Brabants dorp maar met een wereldwijde reputatie. Hoe is dat zo gekomen? ‘In 1872 startte Bonaventura Eijsbouts, opgeleid tot horlogemaker, in Asten een fabriek van torenuurwerken’, vertelt Joep van Brussel, adjunctdirecteur. ‘Onder leiding van zijn zoon Johan werd het productenpakket van het bedrijf uitgebreid met slag- en luidklokken. Die goot hij in die tijd nog niet zelf, maar hij kocht ze bij gerenommeerde gieterijen in het bui­ tenland. Het was Tuur Eijsbouts, de oudste zoon van Johan, die, toen hij in 1924 in het bedrijf kwam, de stap zette naar het zelf gieten van klokken. Maar het duurde tot 1947, na jaren van expe­ rimenteren, voordat hij definitief een eigen klokkengieterij inrichtte.’

Nieuwe technologieën Daarmee legde hij de basis voor een gestage groei van de onderneming. Zeker in de eerste jaren na de oorlog waren veel nieuwe klokken nodig. Tuur werd in 1962 opgevolgd door zijn broer Max. En sinds 1996 is de alge­ hele leiding van het bedrijf in handen van Joost Eijsbouts, zoon van Max. Eén aspect staat bij Eijsbouts sinds jaar en dag centraal, vertelt Van Brussel, namelijk het gebruikmaken van de nieuwste materialen en inzichten. ‘Het bijzondere van Eijsbouts is dat we op een ambachtelijke manier klokken maken, maar de computer gebruiken bij het ontwerpen ervan. Ook bij het

Karlijn van Onzenoort

stemmen zetten we computerappara­ tuur in. Post-masterstudenten van de Technische Universiteit Eindhoven zorgen tegenwoordig voor inbreng van de nieuwste wetenschappelijke techno­ logieën.’ Nauwkeurig stemmen De klank van een klok wordt vooral bepaald door de grootte. Vóór de digi­ tale revolutie kostte het weken om de juiste afmetingen van een kerkklok te bepalen. Veelal door trial and error. ‘Tegenwoordig voeren we de gewenste klank en klankkleureigenschappen in en rolt een nauwkeurig ontwerp voor een kerkklok uit de computer’, aldus Van Brussel. Daarna volgen het vormproces, dat vier tot vijf weken duurt, en het gietproces, waarna de klok ongeveer een week moet afkoe­ len en harden. Tot slot wordt de klok gestemd. Hoe groter de klok, hoe lager

Venster, 2015, nummer 3 — 8

Eijsbouts’ werk voor de SOGK Het is niet alleen nieuw werk dat de klok slaat: Eijsbouts is ook thuis in de restauratiewereld. Voor de SOGK restaureerde Eijsbouts onlangs de twee luidklokken van de H.-Antoniusvan-Paduakerk in Kranenburg. Ook werd daar de tijdaanwijzing opnieuw verguld. Bij de hervormde kerk in Vorden bracht Eijsbouts nieuwe (led-)verlichting aan op het torenuurwerk. En de beiaard van de Oude Calixtus in Groenlo werd door het bedrijf uit Asten in 2000 uitgebreid tot 37 klokken. Meer lezen? Kijk op www.eijsbouts.com. Ook staan op YouTube bijzondere filmpjes over het productieproces bij Eijsbouts (­zoeken op: klokken Eijsbouts). Joep van Brussel is adjunct-directeur van Koninklijke Eijsbouts in Asten, ‘het mooiste bedrijf dat er bestaat’. Foto’s: Koninklijke Eijsbouts


Naast klokken fabriceert Eijsbouts ook nog altijd (toren)uurwerken, onder andere voor

Eijsbouts leverde de Mariaklok voor de Notre-Dame, het grootste exemplaar in het carillon van

NS-stations.

negen klokken.

de toon. Maar ook: hoe dunner de klok, hoe lager de toon. ‘De klok wordt met opzet dikker gegoten, zodat aan de bin­ nenzijde eventueel overbodig materiaal kan worden weggehaald. De computer geeft hiervoor de exacte instructies, maar onze klokkenstemmer heeft uit­ eindelijk het laatste woord, want een klok die op éénhonderdste van een halve toon nauwkeurig is gestemd, geeft niet altijd een mooie klank.’

Notre-Dame, het grootste exemplaar in het carillon van negen klokken. Maar de spannendste opdracht aller tijden vond Van Brussel toch wel de klok voor de Olympische Spelen in Londen in 2012. ‘Normaal wordt een klok op vijf boventonen gestemd. Maar de regis­ seur van de openingsceremonie wilde

Toekomst van klokken De ontkerkelijking lijkt geen weerklank te hebben in de klokken­industrie, als je het verhaal van Joep van Brussel beluistert. Maar schijn bedriegt. ‘In de laatste jaren zijn veel klokkengieterijen ter ziele gegaan of overgenomen’, stelt Van Brussel. ‘Zo namen wij vorig jaar de gieterij Petit en Fritsen over,

eveneens een familiebedrijf maar twee eeuwen ouder dan Eijsbouts. Ook in Duitsland sluit elk jaar zeker één gieterij haar deuren. Wij kunnen alleen standhouden doordat wij ons niet op de lokale markt richten, maar ver daarbuiten. Maar vooral doordat wij voortdurend ontwikkelen en vernieuwen.’

Venster, 2015, nummer 3 — 9

Grootste klok ter wereld Inmiddels weet heel de wereld Asten te vinden. Zo’n 98 procent van de nieuwe klokken gaat over de grens. Zo maakte Eijsbouts in 2006 de grootste klok ter wereld (36 ton), die nu in een park aan de voet van de berg Fuji hangt. In 2011 leverden ze de Mariaklok voor de

een klok die op elf boventonen zuiver gestemd moest worden. Dat hadden we nog niet eerder gedaan! Wat het nog spannender maakte, was natuurlijk de strakke deadline. Gelukkig is alles goed gekomen en was ons klinkende resultaat tijdens de ceremonie luid en duidelijk te horen.’


De Grote Kerk als 2000 jaar oude cultusplaats

Het tempel- en kerkmuseum in Elst

Harrie Vens

Door de verwoesting van de Grote Kerk in Elst (Gld.) in 1944 was het na de oorlog moge­ lijk ter plaatse een archeologisch onderzoek te doen. Dat wees uit dat de kerk op Romeinse heiligdommen en op een oude kerk was gebouwd. Het was zo spectaculair dat de nieuwe kerkvloer in gewapend beton werd uitgevoerd en de ruimte daaronder toegankelijk bleef. Sindsdien is het mogelijk rond te lopen tussen de ondergrondse fundamenten van twee

Venster, 2015, nummer 3 — 10

Romeinse tempels, een stenen zaalkerk en een middeleeuwse crypte.

Een bijzondere plaats

Tempels

Het komt vaker voor dat kerken gebouwd zijn op plaatsen die voorheen als niet-christelijke cultusplaats in gebruik waren. Dat kon zijn oorzaak vinden in gevoeligheid voor een bijzondere plek in het landschap, maar het kon ook zijn om de praktische reden dat nog materiaal van een vorig gebouw voorhanden was, klaar voor hergebruik. Voor de locatie van de Grote Kerk in Elst (Gld.) is sprake van een verwevenheid van beide argumenten. Bovendien lag de plek gunstig, relatief hoog in het onbedijkte rivierenlandschap zodat het bij wisselende waterstanden droog bleef. Prehistorische bewoning liet botten van offerdieren achter en de Romeinen, ook gevoelig voor gewijde plaatsen, com­ bineerden hier zoals elders het religieuze en het praktische en bouwden op deze plek hun tempels. De christenen gebruikten in de achtste en in de tiende eeuw dezelfde plaats en Romeins bouwmateriaal van de vervallen tempels voor hun stenen kerkgebouwen. De laatgotische kerk ten slotte overkoepelt als het ware de cultusplaats en maakt er tegelijkertijd deel van uit. Onder de huidige vloer kan men kennis nemen van deze constellatie die in meerdere opzich­ ten voor Nederland uniek is.

Omstreeks de jaren 50 na Chr. bouwden de Romeinen hun tempel zeer waarschijnlijk op een dergelijke plaats, mis­ schien niet voor zichzelf maar voor de Bataven en andere inheemse bewoners die al zo ver geromaniseerd waren, dat zij voor hun goden stenen gebouwen wensten. De eerste tempel werd omstreeks het jaar 100 vervangen door een uitzonderlijk grote Gallo-Romeinse tempel. De fundamenten van de cella, de gesloten kern van de tempel waar het godenbeeld stond, zijn indrukwekkend door hun omvang en stevigheid. Op deze bijna tweeduizend jaar oude fundamenten rusten zelfs nu nog enkele pijlers van de huidige kerk. De tempel was wellicht een afspiegeling van het grote belang dat de Romeinen hechtten aan deze grensstreek en aan de Bataven die in Romeinse legioenen dienst deden. De bijzondere afmetingen (30,9 x 23,1 m.) en rijk uitgevoerde opbouw kunnen uitgelegd worden als een wederdienst aan de Bataven, een gezamenlijke inspanning van geromaniseerde Bataafse adel en Romeinen of als een teken van absolute Romeinse overmacht. In verband met de Bataafse Opstand in 69-70 na Chr. zou het laatste argument zwaarder kunnen wegen. De tempels in het centrum van


Elst stonden in een tempelterrein waar ook andere gebou­ wen (waar we nauwelijks iets over weten) een plaats hadden. Het terrein was ommuurd. Hoe dan ook, de periode van 100 tot omstreeks 235 was min of meer een periode van vrede en ook daarna zal de tempel in de luwte van het legerkamp in Nijmegen nog wel incidenteel gebruikt zijn en al dan niet onderhouden. In de loop van de vierde eeuw verdwenen de Romeinen, ook uit Nijmegen, en raakte het tempelterrein verder in verval. Datzelfde geldt voor een tempel die elders in Elst, in de woonwijk Westeraam, is gevonden. Hiervan was nog nau­ welijks meer aanwezig dan de sporen van het bouwafval, gruis en puin, dat overblijft als het feitelijke bouwmateriaal (de stenen dus) zijn verdwenen. Deze tempel van Hercules Magusanus uit ongeveer 100 na Chr. stond buiten het cen­ trum en ook hier zijn meerdere bouwfasen te onderschei­ den, waaronder die van houten voorgangers.

De oudste kerk In de achtste eeuw horen we weer van Elst omdat de christelijke prediker Werenfried vanuit Utrecht naar de

Overbetuwe werd gestuurd om ‘het ware geloof’ te brengen. Dat deed hij met succes en vervolgens zette hij zijn werk voort in Westervoort waar hij in 760 overleed. Uiteraard wilde Westervoort het lichaam zelf houden, maar Elst pro­ testeerde: zij had immers de oudste rechten. Men beriep zich volgens de legende uiteindelijk op een godsoordeel. Daartoe werd het lijk op een stuurloos bootje gelegd, ver­ volgens dreef het tegen de stroom in naar Elst waar een ossenkar klaar stond om Werenfried naar het kerkterrein te brengen. In het wapen van de gemeente Overbetuwe, waar Elst bij hoort, staat nog steeds het bootje met de doodskist van Werenfried. Hijzelf of zijn opvolgers bouwden een stenen kerk en maak­ ten daarbij gebruik van aanwezig Romeins bouwmateriaal. Door de resten van fundamenten van een zijmuur, het koor en de plaats van het altaar konden de afmetingen bepaald worden en door vergelijking met andere kerkgebouwen uit deze vroege christelijke periode is vast te stellen dat het een eenvoudige stenen zaalkerk was, waarschijnlijk uit de acht­ ste eeuw en gebouwd met Romeins materiaal. In de noordelijke muur van het huidige koor is een opmer­ kelijk muurdeel te zien dat dateert uit de tiende eeuw, toen

Venster, 2015, nummer 3 — 11

De kerk uit de vijftiende eeuw. Foto: Fotoclub Elst, 2014


Het hoekfundament van de cella in de tempel; daarop rusten de ­bak­stenen fundamenten van de pijlers in de latere kerk. Foto: Fotoclub Maquette van de tweede tempel. Foto: Fotoclub Elst, 2014

Elst, 2014

Computertekening van de derde Romeinse tempel van Elst in de woon-

Muurwerk uit de achtste eeuw. Foto uit het museumarchief

Venster, 2015, nummer 3 — 12

wijk Westeraam. Foto: Fotoclub Elst, 2014

weer op deze plaats werd gebouwd. Bisschop Balderik, bisschop van Utrecht (918-975), vond het gebeente van Werenfried terug en plaatste het in een schrijn. Blijkens een inscriptie had de crypte een altaar waarin de schrijn met het gebeente van Werenfried geplaatst werd. Hoewel een sarcofaag is gevonden en het niet onmoge­ lijk is dat deze voor Werenfried bestemd was, is dat niet zeker. Wel zeker is dat hier een van de grootste crypten in Nederland gebouwd werd met een unieke architectuur: de behouden gebleven noordelijke muur telde negen of twaalf spleetramen. Omwille van de symmetrie zal dit ook bij de verdwenen zuidelijke muur het geval geweest zijn. Bovendien is nog zichtbaar hoe deze spleetraampjes later zijn dichtgezet en werden vervangen door moderne half­ ronde boogramen. Door deze aanpassingen kreeg de kerk een romaans uiterlijk. De crypte, ook toegankelijk voor de bezoeker, was even breed als het huidige koor (ca. 9 x 9 m.). Hier zijn nog de lage muurtjes te zien waarop pijlers heb­ ben gestaan die de houten balken steunden om de overspan­ ning mogelijk te maken, evenals de twee trapjes die vanuit het schip afdaalden naar de crypte. Dat enige pelgrimage ontstond naar de populaire Werenfried, beschermheilige

tegen jicht en reuma, kunnen we afleiden uit de uitbreiding van de crypte in twee versmalde gedeelten in oostelijke rich­ ting. Misschien niet toevallig dat Werenfried een heilzame invloed zou hebben bij juist deze kwalen. In de waterige streek zonder dijken kwamen jicht en reumatische aandoe­ ningen waarschijnlijk veel voor.

Het meisje van Elst Aan de zuidzijde van de uitgebouwde crypte bevindt zich een stolpgraf met de skeletdelen van een dertienjarig meisje. Zij werd in de tiende of elfde eeuw begraven buiten de kerk, dicht bij het koor, in een kostbaar graf. Doordat de huidige koormuur de crypte omsluit, ligt zij nu binnen de kerk. Botonderzoek wees uit dat ze zwanger was en dat haar vroegtijdig overlijden door complicaties tijdens de zwanger­ schap of de geboorte was veroorzaakt. Ze ligt er netjes bij, in een keurig graf dat eigenlijk te groot voor haar is. Het kan zijn dat dit graf niet voor haar bestemd was, maar voor een belangrijk persoon in de dorpsgemeenschap en dat haar vroegtijdige dood haar deze plaats heeft bezorgd. Ze ligt met haar hoofd naar het westen zodat zij, als ze zich opricht op de Jongste Dag, het hemels Jeruzalem zal zien, een christe­


Reconstructie van de kerk in de achtste eeuw.

Reconstructie van de kerk in de tiende eeuw. Foto’s uit ­museumarchief

Plattegrond met de fundamenten van tempels en kerken, met in blauw: de Romeinse tempels; in bruin: de zaalkerken uit de achtste tot en met tiende eeuw; in groen: de gotische kerk uit de vijftiende en zestiende eeuw. Tekening: Royal Haskoning, Nijmegen geven toegang tot de crypte onder het huidige koor. Foto: Fotoclub Elst, 2014

lijke wijze van begraven. Haar aanwezigheid en het besef van haar lot, ruim duizend jaar geleden, brengen menige bezoeker, niet in de laatste plaats schoolklassen in dezelfde leeftijdsgroep, in een meditatieve sfeer en geven de stenen crypte een diepmenselijk accent.

Huidige kerk In de vijftiende eeuw werd de romaanse kerk afgebroken (behalve het bovenvermelde muurdeel) en werd de huidige kerk in laatgotische stijl gebouwd. Tegen de pijlers zijn schalken geplaatst met een unieke driehoekige vorm, die verder alleen in Ede voorkomt. Het interieur zag er destijds wel anders uit. Er zijn aanwijzingen van beschilderingen in het interieur, zoals een kraagsteen met kleursporen en de traptoren naast het koor, die zorgvuldig afgesmeerd was met rode specie waarop met kalkbrij witte voegen waren geschilderd. De toren en de kerk waren rijk bedeeld met altaarstukken en beelden. De oostelijke koormuur door­ sneed de voormalige crypte wat erop wijst dat er enerzijds

minder pelgrimages waren, en anderzijds dat een crypte niet meer paste bij de opvattingen over ruimte en licht in de gotische architectuur. Het jaartal 1484 in de zuidelijke ingang wordt als datum van voltooiing aangenomen. Welbeschouwd is het een enorme kerk in wat destijds het boerengehucht Elst was en we kun­ nen ons dezelfde vraag stellen als bij de tweede Romeinse tempel: waarom zo groot? Het schip is echter net zo groot als het eerdere schip van de romaanse kerk en het koor is niet echt veel groter dan de oppervlakte van de uitgebouwde crypte. Toegevoegd is de noordelijke zijbeuk, waarbij waarschijnlijk vooraf al vaststond dat slechts één zijbeuk gebouwd zou worden. Toegevoegd is ook de toren. Of de romaanse kerk ook een toren had zoals gebruikelijk bij kerkgebouwen in romaanse stijl, is niet bewezen. De toren heeft, ondanks zijn wat plompe uiterlijk, een bijzondere opbouw en een rijke afwerking met pinakels, spitsboognissen en balustrades. Deze opbouw van twee vier­ kanten en een achtkant komt overeen met de opbouw van de Domtoren in Utrecht en bevestigt in haar architectuur de historische band met Utrecht.

Venster, 2015, nummer 3 — 13

Muurwerk van de crypte uit de tiende eeuw; de luiken op de voorgrond


Het interieur van de kerk naar het oosten gezien met het koor uit de vijftiende eeuw. Foto: Fotoclub Elst, 2014

Venster, 2015, nummer 3 — 14

Het graf van een jonge vrouw. Foto uit het museumarchief

De uitbreiding van de crypte uit de tiende eeuw; op de achtergrond de

Het schip van de kerk naar het westen gezien. Foto: Carel van Gestel,

muur van het huidige koor die dwars door de romaanse crypte loopt.

2015

Foto uit het museumarchief

Rampen De Beeldenstorm in 1566 ging aan Elst voorbij, echter niet de strijd tussen Spaanse troepen in Nijmegen en Staatse troepen in de Betuwe. Omstreeks 1588 is ook de kerk in Elst geplunderd. Alle pracht en praal werd buiten op het kerkplein verbrand en de kerk is sindsdien overgegaan

naar de gereformeerden. Hierbij schijnt ook het gebeente van Werenfried uit de crypte verwijderd en vrijwel geheel verbrand te zijn. Een enkel bot zou nog via een omweg in Emmerich (Dld.) terecht zijn gekomen maar werd alsnog in de Tweede Wereldoorlog vernietigd. Desondanks is Werenfried niet vergeten door de Elstenaren. Een tweede ramp werd veroorzaakt door een blikseminslag


De verfsporen op het beschadigde kopje tonen aan dat de oorspronkelijke kraagstenen beschilderd waren. Op de achtergrond zijn schalken

Luchtfoto van de kerk in 1946. Foto uit het museumarchief, afkomstig

zichtbaar met gerenoveerde kopjes en kapiteeltjes. Foto: Fotoclub Elst,

van ROB/RCE

2014

In de zijbeuk staan drie vitrines opgesteld die een aantal bijzondere voorwerpen bevatten. Om enkele te noemen: het suovetaurilia-offer bestaat uit drie bij elkaar gevonden schedels van een varken, schaap en rund die tegelijk werden geofferd bij waarschijnlijk het Romeinse reinigingsritueel van de bouwgrond vóór de bouw van de tweede tempel. Het militair diploma werd uitgereikt aan een Bataafse soldaat die in 98 na Chr. afzwaaide na ongeveer 25 dienstjaren. Hoewel gehavend biedt de overgebleven tekst een duidelijk beeld van legerkampen waar deze legionair gediend heeft. Het vermeldt ook zijn Bataafse vrouw en zijn twee dochters. De dodecaëder is een ruimtelijke figuur die bestaat uit twaalf vijfhoekige vlakken, in dit geval met ronde openingen, waar­ van de (landbouwkundige?) functie onduidelijk is. De hou­ ten schijf uit een funderingspaal verwijst naar de fundering van eikenhouten palen onder de muren van de cella van de tweede tempel en illustreert de toepassing van de daterings­ methode door middel van jaarringen in het hout.

Venster, 2015, nummer 3 — 15

Vitrines in de toren in 1701. De toren brandde uit en het dak van de kerk viel brandend in het interieur, dat geheel verwoest werd. De klokken waren gesmolten en het orgel verwoest. Er was geen geld voor een spoedig herstel en de kerk kreeg een opgelapt uiterlijk. De beelden aan het achtkant van de toren waren zwaar beschadigd en bij een restauratie in 1857 zijn ze verwijderd. De grootste ramp waren de vernielingen in het dorp en aan de kerk in september 1944, bij de bevrijding van het dorp. De toren brandde uit en van de kerk gingen de daken, gewelven en het interieur verloren. Na het archeologisch onderzoek in de jaren veertig werd het hele gebouw degelijk gerestaureerd. In 1951 verkreeg de kerk een preekstoel uit 1795 uit de Lutherse kerk in Amsterdam en die vormt een centraal en beeldbepalend element in de sober ingerichte ruimte. In de lege beeldnissen van de toren zijn omstreeks 1995 acht moderne beelden geplaatst. Een daarvan is Werenfried, herkenbaar aan het bootje in zijn handen. Hij kijkt uit over ‘zijn’ Elst.


De acht beelden die in 1995 van de toren zijn aangebracht in een montage van acht foto’s; de tweede van links is Werenfried. Foto uit het museum­ archief

PowerPoint-presentatie op de begane grond voelt toch een beetje als surrogaat want die doet geen recht aan de beleving als je echt tussen de fundamenten loopt. Door deze zaken is de toegang tot het museum helaas enigszins exclusief. Het blijft een zoeken naar laagdrempelige toegang en ruime openstelling.

Over de auteur

De kansel uit 1795, uit de voormalige Hersteld Evangelisch-Lutherse kerk in Amsterdam; met beelden van (van links naar rechts) Mattheus, Marcus, Lucas en Johannes. Foto: Fotoclub Elst, 2014

Venster, 2015, nummer 3 — 16

Kerk en museum De combinatie van een in gebruik zijnde protestantse kerk en een museum in situ (onder dezelfde kerk) is uniek maar heeft ook praktische beperkingen. De openstelling van het museum is aan afspraken gebonden en kerkdiensten heb­ ben altijd voorrang op rondleidingen. Overigens hebben beide dominees een open en zeer positieve houding wat kerk en samenleving betreft en daarin passen de museale activiteiten heel goed. Ook het kerkbestuur ondersteunt het museum. Het museum wordt verzorgd door zestien vrijwilligers. Door de ingewikkelde en veelzijdige geschiedenis van de plek wordt van een gids nogal wat gevraagd aan inhoude­ lijke kennis. Afgezien van bijzondere evenementen wor­ den rondleidingen op afspraak gegeven. De afdaling via wenteltrapjes is voor mindervaliden een lastige klus. Een

Kunsthistoricus Harrie Vens is voorzitter van de Stichting Ceuclum in Cuijk, die o.a. een museum in een kerktoren uit de vijftiende eeuw beheert en een Romeinse tuin met objecten uit de Romeinse brug bij Cuijk. Hij geeft rondleidingen in het Limburgs Museum in Venlo en is op diverse wijzen betrokken bij het Tempel- en Kerkmuseum in Elst. Hij heeft zich gaandeweg gespecialiseerd in Romeinse provinciale archeologie en middeleeuwse architectuur.

Literatuur J. Bogaers, De Gallo-Romeinse tempels te Elst in de Over-Betuwe, ’s-Gra­ venhage 1955. R.F.P. de Beaufort en Herma M. van den Berg, De Betuwe, ’s-Gravenha­ ge 1968, 2011. T. Derks, J. van Kerckhove, P. Hoff, Nieuw archeologisch onderzoek rond de Grote Kerk van Elst, Amsterdam 2008. H. van Enckevort, J. Thijssen, In de schaduw van het noorderlicht, Abcoude/ Nijmegen 2005. Informatieblad gemeente Nijmegen, Gallo-Romeinse tempel in Elst, 2005. F. Laarman, R. Meyers, De restauratie van een vermoedelijk tiende-eeuws

graf uit de Grote Kerk in Elst (Gld.) BRAM nr 8 (2007) Amersfoort. A. J. Maris, ‘Over de Sint Werenfriedskerk te Elst en de daarmee verbonden stichtingen’ in Bijdragen en Mededelingen Gelre 54, 1954. C.H. Mentink-Zuiderweg en G.J. Mentink (red.), Cultusplaats Elst, Oosterbeek 2008. N. Roymans, T. Derks, De tempel van Empel, ’s-Hertogenbosch 1994. J.L.L. Taminiau, Geschiedenis van Elst in de Over/Betuwe en zijn r.k. parochie vanaf het jaar O.H. 690 tot in onze dagen, Utrecht-Nijmegen 1946. E.H. Ter Kuile, ‘De bouwgeschie­ denis van de Ned. Hervormde kerk te Elst in de Overbetuwe’ in Nederlands Kunsthistorisch jaarboek 1952-53.


PC stelt zich voor

Verena Demoed

Meer dan muziek in de stad Buren Er kunnen zo’n 350 mensen in de Sint Lambertuskerk in Buren. En vaak zitten die er ook. Bij de Rotary-concerten bijvoorbeeld. Of tijdens ‘Buren bij kaarslicht’, wanneer alle straatverlichting een avondje uit gaat en de kerstsamenzang veel mensen naar de kerk trekt. ‘Dan kan de brandweer maar beter niet komen controleren’, grapt Idzerd Lautenbach.

Muzikale evenementen Tot nog toe zijn dat voornamelijk muzikale evenementen. Zo is de Sint Lambertuskerk een van de historische locaties tijdens het muziekfestival ‘Muzikale Monumenten’. Op 18 okto­ ber is er een Open Podium in samen­ werking met het vrouwenkoor Boost. Daarnaast organiseert de Rotaryclub Tiel-Waalstreek jaarlijks een drukbe­ zochte muziekuitvoering. Ook is de kerk al meer dan 25 jaar het decor voor de sfeervolle ‘Concerten bij kaarslicht’ die georganiseerd worden door de

De Plaatselijke Commissie (PC) van Buren met v.l.n.r.: Douwe de Boer (faciliteiten), Fanny Ruighaver (lid en secretaris van de Stichting Muziek in Buren), Ans Achterkamp (secretaris en kerk­verhuur), Christiaan Waterlander (penningmeester), Ina Bettink (lid en koster van de kerk), Idzerd Lautenbach (voorzitter). Foto: Carel van Gestel

Stichting Muziek in Buren. De twee orgels maken de kerk tot een geliefde oefenplek voor organisten. Meer dan muziek Maar er staan ook andere activiteiten op de agenda. De Sint Lambertuskerk is een van de rustpunten tijdens de Torentocht, een wandelevenement tus­ sen een aantal kerktorens. En ‘Chateau voor Buren’, een wijnproeverij waarbij de nationale wijnprijs wordt uitge­ reikt, maakt dit jaar voor het eerst ook gebruik van de kerk. De PC wil het palet graag nog verder uitbreiden met lezingen en congressen. Ook moet de Sint Lambertuskerk een trouwlocatie worden met de mogelijkheid voor een bescheiden receptie. ‘En omdat de

ruimte doordeweeks vrijwel elke dag open is, zouden exposities een mooie aanvulling zijn’, voegt Waterlander toe. ‘Van april tot oktober zorgen vrijwil­ ligers vanuit de kerkelijke gemeente ervoor dat de kerk van dinsdag tot zaterdag toegankelijk is voor publiek.’

In deze rubriek halen we een Plaatselijke Commissie (PC) voor het voetlicht, dit keer de PC in Buren. Een PC beheert het kerkgebouw, zorgt voor het dagelijks onderhoud en regelt goed gebruik en verhuur. Daarnaast treedt de PC lokaal en regionaal op als vertegenwoordiger van de SOGK.

Venster, 2015, nummer 3 — 17

Idzerd Lautenbach is de voorzitter van de PC van Buren die in december 2014 aantrad. ‘De overname van de Sint Lambertuskerk door de Stichting Oude Gelderse Kerken is erg snel gegaan’, vertelt hij. ‘Begin oktober was de SOGK in de kerk aanwezig om de kerkgangers te informeren over toekomstig gebruik en beheer. Twee maanden daarna was de officiële overdracht! We dachten een beetje rustig te kunnen beginnen, maar er kwamen meteen een hoop activiteiten op ons af.’ Penningmeester Christiaan Waterlander weet wel hoe dat komt: ‘Alle publiciteit rondom de overname heeft bijgedragen aan de toestroom van reserveringen. We hebben zelf nog niet eens zo heel veel inspanning hoeven te doen om evenementen binnen te halen.’


Actuele publicaties

Henk Demoed

Venster, 2015, nummer 3 — 18

Kleefs gebied met godsdienstvrijheid was. In de negentiende eeuw keerde men terug naar Gendt en in 1844 werd daar een waterstaatskerk gebouwd, die in 1908 vervangen werd door een neo­ gotische kerk. De waterstaatskerk werd toen verenigings­gebouw. Beide kerken gingen in 1944 verloren. In de herbouwperiode werd in 1947 eerst een noodkerk gebouwd met 520 zitplaatsen, al aangepast om later als verenigingsgebouw te dienen. Dat is hij inderdaad geworden. In 1952 werd dan de Martinuskerk gebouwd in de stijl van de Delftse school. Het ver­ haal eindigt in mineur: op 18 ­januari 2015 was de laatste dienst in de Martinuskerk. In de tegenwoordige parochie De Levensbron blijven twee kerken open, die van Huissen-stad en die van Haalderen.

Velp Onze Oude Jan. Midden in de samen­ leving, samengesteld door Martin Idema. Uitgegeven door de Stichting Vrienden van de Oude Jan, Velp, 2014 (112 blz.; afb.; lit. opg.; ISBN 978-9490716-00-4). Het boek is uitgegeven ter gelegen­ heid van het dertigjarig bestaan van de Stichting Vrienden van de Oude Jan. Het hoofdaccent van het boek is niet de geschiedenis van de kerk, maar het feit dat de Oude Jan een functioneel levend monument is voor veel inwoners van Velp. Er is wel een hoofdstuk over de geschiedenis van de Mattheüskerk of Oude Jan in Velp, die van ca. 1100 dateert. Sinds 1580 zijn er protestantse diensten. De kerk raakte in 1841 buiten gebruik en in verval. Na een uitgebreid gedocumenteerde res­ tauratie door J.G.A. Heineman kwam de kerk in 1959 weer in gebruik voor zondagavonddiensten en voor rouw- en trouwdiensten. De kerk als sociaal middelpunt wordt

geïllustreerd met tal van verhalen van bij de kerk betrokkenen en omwonen­ den: verhalen die niet eerder zijn opge­ tekend en voorzien van foto’s en docu­ menten die niet eerder waren gepu­ bliceerd. Een afzonderlijk hoofdstuk belicht de Stichting Vrienden en haar activiteiten na de oprichting in 1984. Gendt ‘Twaalfhonderd jaar kerken in Gendt’, door Geert Visser, in Ganita Mare, een uitgave van de Historische Kring Gente, jg. 22 (2015), nummer 1, blz. 26 – 34, met lit. opg. De twaalfhonderd jaar is voor een groot deel het verhaal van kerken die verloren gingen, ofwel door over­ stromingen van de Waal ofwel door oorlogs­handelingen. In de negende eeuw werden hier in codices al kerken genoemd, nu is de enige oude kerk die van ca. 1200, gebouwd op oudere fun­ damenten, die in 1600 naar de protes­ tanten overging. De katholieken waren toen aangewezen op Hulhuizen dat

Wageningen ‘Kerk van vrijheidsoptimisme. De doopsgezinden in Wageningen’, door Gerke van Hiele, in Oud-Wageningen, Contactblad van de Historische Vereniging Oud-Wageningen, jg. 43 nr. 2, april 2015, blz. 8 – 11, met lit. opg. De doopsgezinde gemeente in Wageningen, gevormd in 1896, bezat een kerk aan de Walstraat, in 1901 gebouwd onder architect C. Honigh uit Velp in neorenaissancestijl. Deze ging in mei 1940 door oorlogshan­ delingen verloren. Voor een nieuwe kerk werd het bureau W. Gerritsen en C.J. Cramer uit Arnhem in de arm genomen. De in 1951 voltooide kerk aan de Arboretumlaan werd gebouwd in de stijl van de Delftse school. De architecten hebben zich laten inspi­ reren door de kerkbouwkunst uit de vroegchristelijke periode en Italiaanse middeleeuwen, met transeptkoor en zaalschip. Ongebruikelijk voor een doopsgezinde kerk is de toren, hier op typisch Italiaanse wijze geplaatst tegen het zaalschip.


Agenda

Maartenskerk, Etten: concerten • Op zaterdag 3 oktober om 20.00 uur een gitaarconcert met luisterliedjes door Jacqueline Snel en Paul W.J. • Op zondag 8 november om 15.00 uur een concert van de Saloonboyz’ en popkoor Unique. Info via www.oudekerketten.nl Groenlo: Slag om Grolle Vanuit de hele wereld komen meer dan 1300 re-enactors (mensen die de levende geschiedenis naspelen) naar Groenlo om op 23, 24 en 25 oktober de Slag om Grolle na te spelen op histo­ rische grond. De Oude Calixtuskerk is drie dagen lang het culinaire en organi­ satorische centrum van deze Slag om Grolle. Info via www.slagomgrolle.nl Hoog Keppel: concerten en lezing In de Dorpskerk van Hoog-Keppel

100.000ste bezoeker Heiligenbeeldenmuseum In de middag van 5 mei ­passeerde, begeleid door een hevige regenbui, mevrouw Van Gerven uit Nuenen als 100.000ste betalende bezoekster de kassa van het Heiligenbeeldenmuseum. De krasse 90-jarige was met haar kleindochter en vriend naar Vorden afgereisd om het museum te bezoeken. Ze werd verwelkomd door een dele­gatie van het bestuur en kreeg enkele museum­presentjes overhandigd.

staan de volgende evenementen op het programma: • Op 27 september: Spaans muzikaal onthaal door Flor de Luna met een Spaans hapje en drankje. • Op 24 oktober: Nacht van de Nacht, een lezing voor jongeren over de sterren­hemel • Op 8 november: Try-outconcert door Capella ad Fluvium. Info via www.dorpskerkhoogkeppel.nl Kerk-Avezaath: Torentocht Zaterdag 26 september a.s. start de tweede editie van het eendaags wandel­ evenement Torentocht. De tocht verbindt de vijf torens van Buren,

Bij het naspelen van de Slag om Grolle komt de geschiedenis van 1627 weer tot leven. Foto: Phil Thomason

Erichem, Kapel-Avezaath, KerkAvezaath en Zoelen. Kosten €5 p.p., €2 p/kind. Info via Facebookpagina Wandelevenement Torentocht of T (0344) 68 16 63 of (06) 18 44 12 65 Heiligenbeeldenmuseum Kranenburg Thematentoonstelling van voorwerpen uit de bijzondere particuliere collectie van Henk Ensink, bestaande uit hei­ ligenbeelden, relikwiehouders, huis-, reis- en kinderaltaren, kruisbeelden, wijwaterbakjes en religieus vaatwerk. Info via www.heiligenbeeldenmuseum.nl Martinuskerk, Rijswijk: meezingdag Op 1 november is er een meezingdag onder leiding van Jurriaan Grootes. Info via www.martinuskerk-rijswijk.nl Vorden: concerten • Op 13 september een afsluitend concert Open Monumentendagen, aanvang 16.00 uur: Jachthoornblazers van Kasteel ’t Medler. Vrije toegang • Op 11 oktober het ‘Barlheze Consort’, aanvang 15.30 uur: muziek van Bach, Frescobaldi, Scarlatti, Purcell en Vivaldi. Toegang €10, tot 16 jaar gratis Info via www.vriendenvandedorpskerkvorden.nl

Venster, 2015, nummer 3 — 19

Open Monumentendagen 2015 In het weekend van 12 en 13 september is het weer Open Monumentendag. Het thema is dit keer: kunst & ambacht. Ook kerken van de SOGK zijn opengesteld. Zo is de Dorpskerk van Leur op zondag van 12.00 tot 17.00 uur te bezichtigen. Ook de Martinuskerk in Rijswijk is te bezoe­ ken, op zowel zaterdag als zondag.


Sluitsteen Terugblik voorjaarsexcursie De voorjaarsexcursie voerde in de overwegend katholieke Liemers langs drie grote katholieke kerken met een bedreigd bestaan: de indruk­wekkende kerk in Megchelen van J. Sluijmer uit het interbellum, de kleine kerk in

Foto’s: Marjan Witteveen

Netterden verbouwd door P. Cuypers waarvan onlangs de decoratieve beschil­ dering van de muren en het gewelf zijn gerestaureerd, en de grote kerk in ’s-Heerenberg die eveneens aan het eind van de negentiende eeuw is ontworpen

Marjan Witteveen

door A. Tepe. In Megchelen wachtte het gezelschap ook een zeer klein, mooi ver­ zorgd protestantse kerkje. In ’s-Heeren­ berg ontving de dominee de SOGK met klokgelui, orgelspel en een toelichting op de aardige, vaak verbouwde kerk.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.