Venster 2022-1

Page 1

Kwartaalblad, jaargang 20, 2022, nummer 1

De lotgevallen van Gelderse altaarstenen

Gids in de Librije Kerkenbouw in Apeldoorn


Van de redactie

Colofon

Beste lezer, Gelderse Kerken heeft begin vorig

en activerend is als prominent onder-

hogere status gekregen en is benoemd

onze organisatie krachtig en zelfverze-

jaar binnen de monumentenzorg een tot Professionele Organisatie voor

Monumentenbehoud, de zogenaamde POM-status. Daarnaast zijn we met de

stichting een nieuwe fase ingeslagen en willen we de toekomst van historische kerkgebouwen levendig houden voor

de lokale gemeenschap. Dat doen we door ze te behouden als waardevolle, bruisende ontmoetingsplekken.

We zijn als organisatie ambitieus en

volop in beweging. We gaan verder onder de naam Gelderse Kerken en

hebben onze huisstijl aangepast. Een huisstijl die past bij de opgave waar

Gelderse Kerken voor staat. Met een

logo dat zowel zelfbewust, herkenbaar

Groenlo

Wageningen

Hoog-Keppel

deel van de huisstijl. Hiermee zetten we kerd neer. De kleuren en het lettertype

passen bij het energieke en dynamische karakter en laten zien dat we in deze

tijd staan en vooruit kijken. Dit vooruit

kijken is juist nodig om het religieus erf-

goed dat we willen behouden van betekenis te laten zijn in andere tijden.

De transitie is een proces waarin de veranderingen – voor èn achter de scher-

men – geleidelijk worden doorgevoerd. In lijn hiermee is de website opgefrist en voor Venster hebben we nieuwe

plannen, waarover later meer. Wel ziet u het blad vanaf nu al in een nieuw jasje.

Ben Verheij

Bronkhorst

Zutphen

Aerdt

Inhoud 3 4 6 8

2

Werk aan de kerk Nieuws Gelderse Kerken

Berichten van het bestuur

Interview

Jan Frings, gids in de Librije

Hoofdartikel

Gelderse altaarstenen

15 16 21 22 23 24

Mijn kerk

Venster is het kwartaalblad van Gelderse Kerken en wordt toegestuurd aan donateurs, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ­colleges van burgemeester en wet­houders van Gelderse gemeenten, ­externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijk­ centra en dorpshuizen in Gelderland. Gelderse Kerken Postbus 7005, 6801 HA Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@geldersekerken.nl www.geldersekerken.nl Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; Ceciel Bremer, ­eindredacteur; drs. Jeroen Krijnen en dr. Herman Wesselink, weten­schappelijk ­redacteuren venster@geldersekerken.nl Vaste medewerker: dr. Ineke Pey Fotografen: Carel van Gestel, Ton Rothengatter, tenzij anders vermeld. Zo veel mogelijk is ­geprobeerd de eventuele rechthebbenden van overige ­gebruikte afbeeldingen te achter­halen. Zij die in dit verband niet konden ­worden achterhaald of benaderd, ­kunnen zich wenden tot de redactie. Grafisch ontwerp: Henk-Jan Panneman, Arnhem Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Venster wordt gedrukt op FSC-­ gecertificeerd papier en verpakt in composteer­bare folie. Oplage: 2.400 exemplaren.

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveel­voudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens­bestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door foto­ kopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de ­redactie. © Gelderse Kerken, 2022 Afbeelding voorzijde: Altaarsteen, werd in 1613 grafsteen, nu blad van de liturgische tafel Lochem. Foto: Roelof Heringa Zie pagina 8.

Kerkenbouw in Apeldoorn Actuele publicaties Rariteiten

Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud

Kerkje van Hall

Agenda Bruisende ontmoetingsplekken

Culturele ANBI-status


Werk aan de kerk

Tekst: Frans Kegels, foto’s: Theo Koele

Nieuwe klok op de kerktoren in Hoog-Keppel Sinds 1865 werd de tijd in Hoog-Keppel

een hoogwerker van de toren worden

ker de tijd goed verlicht weergeven.

Dorpskerk aangaven. Maar na 150

Kerken werd het naar de werkplaats van

dorpsbewoners hebben in die periode

bepaald door wat de wijzers op de

jaar werd het tijd om een van de grote wijzerplaten van een nieuwe laklaag

en wijzers te voorzien. Woensdag 17

november werd het vernieuwde uur-

werk teruggeplaatst. Om het uurwerk

op te kunnen knappen, moest het met

verwijderd. In opdracht van Gelderse

de firma Koninklijke Eijsbouts in Asten

gebracht. Na enkele weken daar te zijn behandeld, kon op 17 november jl.

de plaat met vernieuwde wijzers weer

worden teruggeplaatst, nu heel modern voorzien van led-lampjes die bij don-

Hoog-Keppel is weer bij de tijd, want de de klok gemist. Het herstel van de klok

was een kostbare kwestie, maar donaties en een subsidie maakten de financiering mogelijk.

3


Nieuws van Gelderse Kerken Erevoorzitter Johan Buitink overleden

van € 25.000 en een kunstwerk van de

overleden. Johan was voorzitter van

wordt toegekend aan organisaties of

Op 13 oktober 2021 is Johan Buitink

de SOGK van 2000 tot 2008. Acht jaar stond hij aan het stuur van de SOGK. Bij zijn vertrek is Johan benoemd tot

erevoorzitter van de Stichting. Twee res-

kunstenares Maria Roosen. Deze prijs

gangers en minder financiën. Het is aan

instellingen die zich op een bijzondere

alle vrijwilligers zich in te zetten voor dit

wijze ingezet hebben voor het cultuurof natuurbehoud in Gelderland. De

ken zijn religieuze bakens in ons land-

in Groenlo en van de Maartenskerk in

vinciaal en regionaal cultureel erfgoed,

Etten. Tijdens de ingebruikname van de Oude Calixtuskerk sprak de toenmalige commissaris van de Koningin de heer

C.G.A. Cornielje en hij memoreerde het verlenen van de Gelderse Pauwenveer (Cultuurprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds Gelderland) aan de

SOGK. Op 17 november 2006 ontving de SOGK uit handen van de toenmalige commissaris van de Koningin de

Gelderse Pauwenveer, een geldbedrag

Haarlo

Vorden

Kranenburg

• B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen

dat belangrijker wordt naarmate wij

anderszins meer opgaan in één wereld. De kerk is als gebouw en als instituut

een onlosmakelijk onderdeel van onze cultuur en beschaving.’ Johan Buitink heeft zich tijdens zijn voorzitterschap

hiervoor enorm ingezet. Ook nu is ons

religieus erfgoed van essentieel belang. Ook de kerkgebouwen vertellen het

verhaal van onze identiteit. Veel kerkgebouwen waaronder ook monumentale

Hummelo

Etten

• Conserduc-Renofors, Sliedrecht • Dijkman Bouw, Warnsveld

• Donatus Verzekeringen, Rosmalen

• Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Koninklijke Woudenberg, Ameide

4

Buren

Rijswijk

• Van Lierop, Boxtel

Bedrijven en organisaties kunnen

• Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem

Gelderse Kerken. Als tegenprestatie

• Orgelmakerij Reil, Heerde

• Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem • Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo

• Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk • Van Wely Loodgieters en

Leidekkersbedrijf, Groessen

• Lakerveld ingenieurs- en

• Schildersbedrijf Hagen, Arnhem

• Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede

• Hampshire Hotel ’s-Gravenhof, Zutphen

architectuurbureau, Noordeloos

Johan Buitink.

Ook businesspartner worden?

• Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Smederij Oldenhave, Vorden • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen

erfgoed.

schap. Zij maken deel uit van ons pro-

Businesspartners Gelderse Kerken • Acel, Doetinchem

Gelderse Kerken de uitdaging om met

heer Cornielje zei het volgende: ‘... ker-

tauraties zijn onder zijn leiding voltooid:

de restauratie van de Oude Calixtuskerk

moeten sluiten vanwege ­minder kerk-

• Oostveen meesterschilders, Velp

businesspartner worden van Oude

ontvangen ze informatie over onze activiteiten, kunnen ze onze kerk­

gebouwen huren en deelnemen aan onze jaarlijkse netwerkbijeenkomst.

Ook interesse om businesspartner te worden voor een jaarlijkse bijdrage van € 200? Neem dan contact op

met onze penningmeester Leo Uijl en stuur een mailtje naar

info@geldersekerken.nl onder

­vermelding van ‘businesspartner’.


Afscheid Marja Urbach, onze secretaris

uitvoering van de lesprogramma’s voor

in de Achterhoek waar schoolklassen

na 9 jaar afscheid genomen van

Groenlo, Kranenburg/Vorden en Buren.

bespeelbaar orgel te bouwen. Het doe-

Op 1 januari 2022 heeft Marja Urbach Gelderse Kerken. Marja was onze

secretaris en heel nauwgezet deed zij

verslag van de bestuursvergaderingen.

Geen gemakkelijke opgave want uit de discussie moest zij de juiste punten op papier zetten en daarna moest ook de

juiste conclusie worden geformuleerd.

de basisscholen rond Leur/Wijchen,

Zij dacht mee en vanuit haar onderwijs-

onderwijsprojecten. Naast het werk-

blad ‘Kijk een Kerk in Gelderland’, een werkblad voor jeugd dat te gebruiken is in alle Gelderse Kerken, was Marja

zeer betrokken bij de ontwikkeling en

Zutphen

Leur

Steenderen

groot orgel in een kerk. Mede dankzij

Marja opgevolgd door Jan de Lange,

ook een ­geldelijke bijdrage van de

sinds 2019 bestuurslid.

om jongeren bij (monumentale)

Kerken ook verantwoordelijk voor de

Daarna volgt een excursie naar een

betrokkenheid. In het bestuur wordt

zaken een volgende keer op de agenda secretariaat was Marja binnen Gelderse

zelf worden gebouwd en bespeeld.

danken Marja voor haar inzet en grote

Inzet doe-orgel op basisscholen

geplaatst moesten worden. Naast het

orgel kan door een klas in drie kwartier

achtergrond gaf zij haar inbreng. Wij

Als voorzitter voelde ik me gesteund want Marja hield ook goed bij welke

meer leren door ter plekke zelf een

Gelderse Kerken kon het doe-orgel ­worden aangeschaft.

Het doe-orgel is een andere manier kerk­gebouwen/kerkorgels te betrekken. Op 1 november 2021 is in de

Walburgiskerk in Zutphen het zoge-

naamde doe-orgel feestelijk gepresenteerd. Dit orgeltje wordt ingezet voor

de erfgoedlessen aan basisschoolleer-

Voorzitter Annelies van der Kolk bij de presen-

lingen in de Achterhoek. Het doe-orgel

tatie van het doe-orgel in de Walburgiskerk in

reist in twee kleine kisten naar orgels

Hengelo

Drempt

Zutphen. Foto: Jolien Visser

Kerk-Avezaath

Van de penningmeester

daarover aan derden. Zeker, dat kost

jaar was een bijzonder jaar. De ideeën

steunt ons dan ook daadwerkelijk gedu-

Het jaar 2021 is afgesloten. En ook dit

en plannen waren zo mooi. Toch moesten weer vele activiteiten vanwege

corona­maatregelen worden geannu-

leerd. Teleurstelling voor al die plaatselijke commissies. Als penningmeester

van Gelderse Kerken mag ik niet pessi-

mistisch zijn. De reden is gelegen in het

feit dat we dit jaar daadwerkelijk begon-

geld. De provincie Gelderland onder-

rende enkele jaren om deze overgang te verwezenlijken. Arjen Woudenberg

die zich uitsluitend bezighoudt met

Gelders religieus erfgoed en advisering

Leo Uijl, penningmeester

met begeleiding van bovengenoemde transitie.

hun jaarafsluiting opmaken en over­

méér profileren als enige organisatie

bare inzet in het afgelopen jaar.

dit jaar nog uitsluitend bezig houden

status), verdere ondersteuning bij en

méér eigen inkomsten genereren, ons

aan alle vrijwilligers voor jullie onmis-

genomen van Nico Peek. Nico zal zich

Ik hoop dat deze weken alle plaatselijke

stimulering van plaatselijke initiatieven,

Batenburg

heeft per 1 oktober jl. het stokje over-

nen zijn met ons transitiemodel. U weet

wel: méér expertise in eigen huis (POM-

Lochem

penningmeesters tijdig (vóór 1 maart)

tollige liquiditeiten afstorten. Want ook dat wordt met transitie bedoeld: méér inkomsten uit eigen exploitatie halen, zodat we naar de toekomst minder

afhankelijk worden van subsidies. Dank

5


Interview

Herman Wesselink

Jan Frings, gids in de Librije De Librije in de Walburgiskerk in Zutphen is een zeldzame,

vooral op het gebied van theologie en

deze zich nog op de oorspronkelijke plaats bevindt. Er liggen

in een klooster maar in huisjes rond de

overgebleven kettingbibliotheek uit 1561. Bijzonder is dat

750 boeken, waarvan een aanzienlijk deel vastgeketend zijn.

Wat was precies de functie en betekenis van de kettingbibliotheek en hoe heeft deze de tijd doorstaan? Jan Frings is er

inmiddels twintig jaar als gids werkzaam en vertelt ons erover. Hoe lang werkt u bij de Librije en hoe kwam u daar terecht?

wezige gidsen. Het was een tijd waarin

geweest zijn dat ik in de Zutphense

insijpelde.

Het moet zo’n jaar of twintig geleden Koerier een oproep zag. Er werden

allerlei kennis langzaam mijn hoofd

gidsen gezocht voor onder andere de

Wat was de aanleiding om in de zes-

en ga je gang’. Er werd me gevraagd

Zutphen op te richten en waarom daar?

Librije. Het bleek niet ‘even aanmelden een jaartje mee te lopen, ingeroosterd

als toezichthouder. Voor mij was dat een perfecte leerschool. Toezichthouder zijn betekent koffie of thee verzorgen voor de andere vrijwilligers, honden buiten

de deur houden en kijken of er bij sluiting niet nog iemand op het toilet zit.

Er lagen allerlei boekjes over de kerk,

er bleek een handleiding voor gidsen

6

te zijn, ik liep graag mee met de al aan-

Jan Frings, gids in de Librije. Foto: Paul Ploegman, 2022

tiende eeuw een kettingbibliotheek in Vanaf het begin waren in dit gebouw

twee kerken onder één dak gevestigd. De ene was de parochiekerk, de Lieve Vrouwe Kerk, en de andere was een

kapittelkerk, de Walburgiskerk. Bij een

kapittelkerk horen kanunniken. Dat is nu een vreemde term die je vaak moet uit-

leggen. Voor dit moment is het genoeg te weten dat het geleerden waren,

in mindere mate recht. Zij woonden niet kerk. Ze hebben een bibliotheek nodig; de Librije is als het ware een nakome-

ling van de kapittelbibliotheek. Dat is

één factor geweest. De tweede factor

was kerkmeester Conrad Slindewater, geen kanunnik, maar wel gestudeerd (in Keulen) en doctor in kerkelijk en

civiel recht. Hij had een ideaal: iedereen moest toegang kunnen hebben

tot boeken. In het Zutphens archief ligt een lijstje van hem met achttien argu-

menten. Het eerste is dat de kapelaan

en andere predikanten er gebruik van

kunnen maken. Het tweede dat rechtsgeleerden en zij die verstand hebben van medicijnen er historie en andere ‘eerlijke kunsten’ kunnen vinden die

voor hen van nut zijn. In de allereerste

catalogus staan niet alleen theologische en juridische boeken, maar ook een

werk van de geograaf Plinius. Andere argumenten van Slindewater zijn dat

Twee boeken met ketting (midden en links) in de Librije. Foto: Rein de Jong, 2018.


Overzicht interieur van de Librije. Foto: Paul Ploegman, 2017.

het goed is voor stad en kerk dat er

de eeuw een kettingbibliotheek. Ooit

ven kreeg in hoeverre die tijd goed was

hier kunt vinden hoe je het voorbeeld

In Hoorn bleek het in 1838 onmogelijk

van de negentiende eeuw. Toen heeft

vreemdelingen komen, en ook dat je kunt geven als mensen van het ware

geloof dreigen af te dwalen. En mijn favoriete argument luidt: wie gestu-

deerd heeft maar geen boeken heeft, die kan er terecht.

Tot wanneer werden boeken aan een ketting gelegd en waardoor raakte

dit fenomeen in onbruik? En bestonden er meer kettingbibliotheken in Nederland?

Er bestaat geen krantenkop als ‘Eerste kettingvrije bibliotheek geopend’.

waren kettingbibliotheken heel gewoon. bij een brand de boeken te redden,

omdat ze vast zaten. Dat was voor andere steden, zoals Enkhuizen, aanleiding om de boeken te ontketenen.

Hoe worden ze geconserveerd?

In Zutphen komt jaarlijks een boek-

restaurator alle ruim 800 exemplaren

controleren en zo nodig behandelen.

Verder lopen enkele bestuursleden van

de Stichting Librije ook jaarlijks de boeken na.

Het is zeer waarschijnlijk dat er in de

Is bekend hoe de Librije in Zutphen tot

theken waren. Bekend is dat men in

staan?

zeventiende eeuw nog kettingbiblioFraneker omstreeks 1680 overging op een kastensysteem achter een balustrade. Men kon een boek aanvragen

en dat werd dan overhandigd door de bibliothecaris. Zo’n systeem kost veel

minder ruimte. De Rotterdamse stadsbibliotheek was nog in de negentien-

of slecht. Een dieptepunt was het eind K.O. Meinsma de Librije gered door

publiceren en handelen. Hij verzamelde naar beste weten de boeken en maakte er een lijst van. Die heeft bijna honderd

jaar als catalogus gediend. In de oorlog zijn de boeken door de toenmalige

koster-conservator H.H. Kiezebrink en

zijn zoon verstopt in een speciale ruimte van de kerk. Dat weten we door een artikel van die zoon in het tijdschrift

ZUTPHEN. Sinds 1984 voert de Stichting Librije het beheer. Het is nu een museale bibliotheek.

op heden de tand des tijds heeft door-

Hoe weet u met name jongere genera-

De Librije heeft goede en slechte tijden

Ik probeer als gids mijn eigen enthou-

gekend. Na de opening in 1564 kwam in 1572 de inval van Willem van den

Bergh. Toen is veel vernield en gesto-

len. Na 1591 werd het een domineesbibliotheek. Het hing sterk af van degene die de zorg voor de Librije toegescho-

ties te bereiken?

siasme over te brengen op de bezoe-

kers. En ik hoop dat die dat doorgeven aan oud en jong. Want door jongeren te verplichten de Librije te bezoeken, bereiken we ze zeker niet.

7


De lotgevallen van

Gelderse altaarstenen Jean Gardeniers

Vanaf het begin van het Christendom vormt het altaar de centrale plek van de eredienst. Daar wordt het Laatste Avondmaal in herinnering gebracht door de liturgische handelingen van de priester. Waar in de katholieke theologie de werkelijke aanwezigheid van Christus in de vorm van brood en wijn de belangrijkste betekenis geeft, blijft ook na de Reformatie met de Avondmaalstafel de symboliek behouden. Alleen vervult die ook in letterlijke zin niet meer de oude centrale rol van het altaar. Deze wordt overgenomen door de kansel, vanwaar de Verkondiging van het Woord leidend wordt in de liturgie.

Voor de (her)inrichting van de kerken heeft dit grote conse-

creerd zijn. De wijdingsceremonie van het altaar laat merk-

worden afgebroken en in de stadskerken ook de tientallen

steensoort, als zodanig laat herkennen. Als herinnering aan

altaar zijn voorname functie. Het hoofdaltaar en de zijaltaren altaren van gilden en broederschappen. Dit betekent echter niet dat de grote, dure en gewijde stenen altaartafelbladen

zo maar op de vuilnishoop belanden. Nagegaan zal worden wat er dan allemaal wel mee gebeurt.1

Altaar en altaarsteen2

In de vroegchristelijke tijd is het altaar aanvankelijk een eenvoudige houten tafel. Na het Edict van Milaan in 313 komt

tekens achter, die later altaarstenen, naast hun formaat en

de vijf kruiswonden van Christus worden in het bovenvlak van de altaarsteen vijf kruisjes uitgehouwen, één in het midden

en één in ieder van de vier hoeken. Bij de wijding worden de kruisjes gezalfd en in ieder kruisje worden vijf wierookkorrels opgebrand. Hierna zal het gaan om de lotgevallen van deze

gewijde van kruisjes voorziene grote hardstenen altaarbladen uit één stuk.

het vaste stenen altaar in gebruik. Vanuit de gewoonte de

Reformatie

ste kerken gesticht boven die graven. Wanneer de aantallen

eur van (oude) kerken valt al snel het woord Beeldenstorm

mis te vieren op de graven van martelaren, worden de eer-

kerken en altaren toenemen, worden de relieken van heiligen in de altaarsteen (het altaarblad, de mensa) geborgen, in

een holte in de steen (het reliekengraf, het sepulcrum).3 De

8

Evenals het kerkgebouw, moet het altaar gewijd, geconsa-

quenties. Met de Reformatie verliest het (priester)koor met

altaarstenen moeten volgens voorschrift van natuursteen en uit één stuk zijn.

Wanneer gesproken wordt over veranderingen in het interien het jaartal 1566.4 Toch heeft op veel plaatsen de verandering van het interieur meer tijd gekost. Zo staat in 1642

in Loppersum in de sacristie noch in sijn geheel een altaer­

blauwsarck op pilaeren en in Siddeburen in 1618 nog dat aff­ godische altaer.5 Den Hartog6 wijst op een inventarisatie van


Liturgische tafel Lochem. Foto: Roelof Heringa

een commissie van de calvinistische kerkenraad van Utrecht

de oude prominente plek, maar toch ook bewaren en herge-

die in 1593 nog zevenentwintig kerken met altaren en andere

bruiken.

de kerk van Lopik, waarvan gezegd wordt datse noch niet van

Inventarisatie

Wesselink bespreekt een voorval in Eibergen, waarbij wordt

ge altaarstenen nauwelijks systematisch geïnventariseerd wor-

katholieke zaken aantreft op het Utrechtse platteland. Zoals in de outaeren t'eenemael gezuyvert en is.

aangetekend dat in 1617 nog een altaar en andere roomse zaken daer noch zyn ende evenwell mitter tyt geremoveert moeten

worden.7

De beschikbare documentatie9 overziend, blijkt dat voormali-

den, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld orgels en preekstoelen. Slechts af en toe wordt nader op altaarstenen ingegaan, zoals in Gouda10 en 's-Hertogenbosch.11 Een uitzondering

Een aardige kijk op de veranderingen geeft de aanbeste-

is Steensma die er in verschillende publicaties aandacht aan

Zeeuwse Hulsterambacht.8 In Pauluspolder luidt het eerste

slechts terloops genoemd. Een al oudere publicatie is die

ding in 1647 van verbouwings- en herstellingswerken in het artikel van het bestek als volgt: In den eersten sal den aen­

nemer alle de autaeren afbreecken ende de autaersteenen

aen een zijde op malkanderen legghen. Voor Ossenisse wordt bepaald dat de aannemer het altaar in de kerk zal afbreken

en de altaarsteen in de kerkvloer zal leggen. En verder dat hij op de plaats van het altaar een preekstoel moet plaatsen.

Dergelijke bepalingen geven al een indicatie van de richting waarin gedacht werd over altaarstenen: wel verwijderen van

besteedt.12 Vaak wordt de aanwezigheid van een altaarsteen van Belonje.13 Hij bespreekt, zoals de ondertitel luidt, oude grafsteenen, waaronder ook voormalige altaarstenen, die

later hergebruikt zijn als grafsteen. Een bijzonder type daarbij vormen de meestal rood zandstenen vroeg- of voorromaanse sarcofaagdeksels die, na wijding en voorzien van kruisjes,

altaarsteen worden. Zij volgen dus de omgekeerde route en blijven herkenbaar aan hun opmerkelijke decoratie en hun

trapeziumvorm.14 Een dergelijke altaarsteen is bijvoorbeeld

9


Altaarsteen in toreningang Kerkwijk. Foto: Jean Gardeniers, 2002

Altaarsteen in toreningang Kerkwijk. Foto: Jean Gardeniers, 2002

aangetroffen in Valburg.15 Ook in de toren van Ewijk ligt een

Lijst.27 De als vloersteen hergebruikte altaarsteen is bij een

op een voetstuk geplaatst rood zandstenen sarcofaagdeksel met latere wijdingskruisjes.16 In Hattem ligt in het koor een

Daar voegt Meta Prins-Schimmel enigszins cynisch aan toe:

vinden van de familie verwijderd, omdat de zerk voor een

tauratie het koor 'sierden'.

steen die begon als grafsteen. Van dat graf is hij met goed-

deel onder de voet van het nieuwe altaar kwam te liggen.

In 1478 is hij gewijd als altaarsteen.17 Later is de altaarsteen opnieuw grafsteen geworden.

Bij de inventarisatie zijn, verspreid over meer dan een eeuw,

ruim vijftig altaarstenen in bijna vijfenveertig Gelderse kerken gevonden. De lotgevallen ervan worden hieronder samenge-

vat aan de hand van de meest sprekende voorbeelden.

Verdwenen altaarstenen

Een inmiddels verdwenen altaarsteen is die van de

Nijmeegse Sint-Gertrudiskapel, rond 1450 gebouwd aan het Kelfkensbos en al in 1579 grotendeels

gesloopt.18

Delen van

de koorsluiting werden in 1885 teruggevonden bij de aanleg

wellicht ooit geruild voor de betontegels die tot aan de res­

Soms is nu juist de altaarsteen een van de weinige objecten

die van een vroeger gebouw resteren. Zo bezit het Provinciaal Depot een fragment van een altaarsteen uit kasteel Heumen en een fragment van een negentiende-eeuwse altaarsteen

van de in 1944 verwoeste Dominicanenkerk in de Broerstraat in Nijmegen.29

Als vloertegel en drempel

Op verschillende plaatsen eindigt de altaarsteen als een fors uitgevallen vloertegel ergens in de kerk. Zoals in de

noordbeuk in Voorst.30 Of in Borculo: den zerksteen van het altaar legde men op de plaats, waar dit gestaan had, in den vloer [...]. Nu ligt die [...] in de gang naar den preekstoel.31

van de brug naar de Belvédère. In 1943 is er bodemkundig

Verrassend is dat de eerste plek dezelfde is als die van

rijkste vondst was wel die van den altaarsteen, gekenmerkt

Zoelmond liggen in de noordbeuk twee rode zandstenen

onderzoek gedaan door prof. dr. F.J. de Waele.19 De belang­

door vijf kruisjes. Er is een foto van de vele malen gebroken,

het oude altaar, alleen een trapje lager, op vloerniveau. In (206x72 cm en 169x50 cm). Op de grootste zijn vijf wijdings­

maar voor de foto weer passend gelegde steen.20 Het object

kruisjes te zien, op de andere niet. Het is vermoedelijk een

In een artikel over de restauratie van de Valkhofkapel in 1907

lag.32 Deze voorbeelden illustreren ook hoe mobiel altaarste-

zelf is er niet meer.21

wordt gesproken over twee gebroken altaarstenen die zich in de koorapsis bevinden op twee verdiepingen.22 Ook Scheers noemt beide van wijdingskruisjes voorziene stenen.23 Eerder

verwees De Gelderlander nog naar een altaarsteen, maar dan

omgekeerde altaarsteen, die eerder onder de orgeltribune nen kunnen zijn.

In Kerkdriel lag in het dwarsschip een altaarsteen als vloertegel.33 Deze waarneming krijgt nadere betekenis door

de specificatie: als dorpel voor het ingebouwde portaal.34

buiten de kapel staande te zien, [...]. Merkwaardig duidelijk

Hiermee is een belangrijke nieuwe functie van voormalige

Navraag leerde dat de altaarstenen nu niet meer aanwezig

maken ze uitermate geschikt als drempelsteen. Ofschoon

zijn daarin ook nog twee hoekkruisjes bewaard gebleven.24 zijn.25

In een beschrijving uit 1858 wordt gezegd dat de kerk te 10

restauratie begin jaren 1980 niet meer teruggevonden.28

Vorchten eenen ouden merkwaardigen altaarsteen van rood­ en zandsteen bezit.26 Deze staat ook nog in de Voorloopige

altaarstenen benoemd. De grootte, de dikte en de stevigheid ook voormalige grafzerken om die redenen als drempel

worden gebruikt35, kan de symbolische waarde van het met de voeten treden van zo'n belangrijk voorwerp van vóór de Reformatie niet onderschat worden.


Altaarsteen Groenlo, werd grafsteen in 1619 en opnieuw in 1796. Foto:

Altaarsteen Groenlo werd grafsteen in 1780. Foto: Ruud Kaak

Ruud Kaak

In Leur lag meer dan drie eeuwen een altaarsteen als drempel voor de toreningang.36 Voor de zuidingang van de kerk van

Appeltern ligt een hardstenen stoepsteen (168x98 cm en 23

cm dik).37 De kerk van Buurmalsen bezit meerdere voormalige altaarstenen, waaronder één voor de toreningang, vermoe-

steen (210x75,5 cm) met vijf kruisjes.40 In de toreningang van

Kerkwijk ligt een rood zandstenen voormalige altaarsteen41

en in Herveld ligt op vloer ingang altaarsteen onbewerkt, slechts in het midden een wijdingskruisje.42

delijk een omgekeerde.38 Ook voor de ingang van de kerk

Van de vloer

(196x70 cm).39 Voor de ingang aan de westzijde te Kapel-

nieuwingen. Tevens wordt die gelegenheid aangegrepen

van Erichem ligt een vermoedelijk omgekeerde altaarsteen Avezaath ligt een rode zandsteen, vermoedelijk een altaar-

steen (160x80 cm) en voor de ingang in Ommeren ligt een

Vaak worden altaarstenen herontdekt bij restauraties en verom letterlijk de positie van de altaarsteen op te waarderen.

Lag hij eerst in de vloer, nu krijgt hij een meer bovengrondse

11


Altaarsteen als drempel voor toreningang Leur. Foto: Huurman, 1970

plek. Zo is in Bennekom bij eerdere restauraties een kleine

altaarsteen (57,5x50 cm) die als drempel diende, uit de vloer gehaald en opgeslagen. Na de recente restauratie hangt de

1943 (Glasnegatief GN1427-B)

steen in een van de spaarnissen in de noordbeuk.43 In Leur

In Lochem is bij de wijziging van de vloer voor de preekstoel

plaats in het torenportaal, opgemetseld op twee lage muur-

eerder een altaarsteen en was in de vloer van de zuidbeuk

kreeg de eerder als drempel fungerende altaarsteen een

tjes.44 De eerst vernederde altaarsteen zet zo een stap op

weg naar de oude functie van tafelblad. Ook in Buren is de

altaarsteen opgemetseld op twee bakstenen muurtjes in de zuidbeuk.45 Alleen vraagt de auteur zich wel af of die plaat­

sing van deze 'steen' wel juist is in een protestants kerkge­

in 1947 een grafzerk met jaartal 1613 gevonden. Deze was

gelegd.49 Bij de restauratie is de steen weer op een gemet-

selde onderbouw geplaatst en vormt de liturgische tafel op de oude plek van het altaar.50 Dit mag gelden als de maximale opwaardering, ook weer op de oude plek.51

De altaarsteen in Bergharen ligt nu op twee bakstenen muur-

Als grafzerk en fundament van de ­preekstoel

der als drempel voor de noordingang.47 Dit is de volgende

van grafsteen. Zowel formaat als dikte van beide komen over-

bouw. De steen is eerder als grafsteen hergebruikt.

tjes als avondmaalstafel in de noordbeuk.46 De steen lag eerstap op weg naar een functie, vergelijkbaar met die van het

oude altaar. Ook in Dreumel doet de bij de restauratie terug-

12

Altaarsteen Gertrudiskapel Nijmegen. Foto: Regionaal Archief Nijmegen

gevonden altaarsteen dienst als avondmaalstafel voor de kansel.48

Een aan veel altaarstenen toegekende nieuwe functie is die een. Musschart beschrijft voor Zaltbommel in de zuidelijke

zijbeuk een grote grafzerk met wapen, waarop, zoals hij ze noemt, vier schuinkruisjes in de hoeken. Tussen het orgel

en de banken ligt een grote zerk met in de beide beneden-


Altaarsteen hoogaltaar, nu grafzerk in koor Stevenskerk Nijmegen. Op de achtergrond de tombe van Catharina van Bourbon. Foto: Jean Gardeniers, 2021

hoeken een kruisje. Beide blijkbaar een altaarsteen.52 In de Walburgis te Zutphen is van de ruim dertig altaren slechts

één altaarsteen in de vloer teruggevonden, hergebruikt als grafsteen.53 In Groenlo worden liefst zeven altaarstenen genoemd.54 Daarvan zijn er zes grafzerk geworden, vier

zijn inmiddels verdwenen en twee nog bestaand. De ene is in 1619 als zerk gebruikt voor Anna Isham en haar kind en

opnieuw in 1796 voor de apotheker; de andere in 1780 voor

de burgemeester. De zevende altaarsteen is bij de restauratie

gevonden en ligt nu op het altaar in de noordoostelijke kapel. Tussen de zerken in Terwolde liggen er twee die eerder

altaarstenen waren.55 De ligging van de ene, met jaartal

1631, suggereert iets bijzonders. Hij vormt namelijk het

fundament van de preekstoel en symboliseert daarmee, al dan niet bedoeld de overwinning van het 'Woord' op het

'Sacrament'. Ook de vooroorlogse foto van de preekstoel

Detail altaarsteen Stevenskerk Nijmegen. Zichtbaar zijn een wijdingskruisje en het later aangebrachte grafnummer. Foto: Jean Gardeniers, 2021

van Nederhemert-Zuid doet een plaatsing op een altaarsteen vermoeden.56 Na de restauratie in de jaren 1950 bestaat de

vloer uit nieuwe tegels.57

In de Stevenskerk in Nijmegen wordt de in 1608 bij Xanten

13


gesneuvelde graaf Adolf van Nassau Siegen begraven. Voor

plaatselijke pastoor, die overging naar de Reformatie. Zijn

plek: in het koor van de kerk, daar waar het hoogaltaar stond.

aan Mars gewijde romeinse offersteen in Rindern (Kleef, Dld.)

dit familielid van de stadhouder kiest men een prominente

Als grafzerk wordt de altaarsteen ervan gebruikt. Bij de restauratie is de steen verplaatst, maar ligt nog wel midden in het koor.58

Zoals bleek, zijn de lotgevallen van altaarstenen divers. Haast

te mooi om waar te zijn, is de geschiedenis van de altaarsteen in Katwijk aan den Rijn. Deze werd de grafsteen van de in

1582 overleden eerste predikant daar. Hij was daarvóór de Het artikel is voorbereid in corona­

­voeten lopen over oude stenen,

tijd. Bezoeken aan archieven en

Gouda 2010

kerken waren niet mogelijk. Daarom is gebruik gemaakt van het Delpher

oude functie.

Nijmegen, Nijmegen ca 1915, p 25 24 De Gelderlander 13.04.1904 25 Telefoongesprek 05.02.21 met Valkhofgids Rob van Bruggen: de

12 R. Steensma, Protestantse dank­offers op middeleeuwse altaarstenen,

26 J.L. Terwen, Het Koninkrijk der Nederlanden voorgesteld in eene

reeks Langs de oude [...] kerken, de

94-103, in: Gratias agimus, Groningen

reeks van naar de natuur geteekende

oude en nieuwe series monumenten­

1975; idem, Verbeeld vertrouwen,

schilderachtige gezigten, Gouda,

boeken van de RDMZ/RCE, ­websites

Baarn 1975; idem, Desacralisatie bin­

van kerkenstichtingen en hun

nen het gereformeerd protestantisme,

publicaties en boeken, boekjes en

in: A.L Molendijk (red.), Materieel

voor nieuwe vondsten van lezers:

christendom, Hilversum 2003 13 J. Belonje, Steenen charters, Amsterdam 1943 (3de druk) 14 Zie voor sarcofagen bijvoorbeeld: Elizabeth den Hartog, De oudste

jean.gardeniers@planet.nl

kerken van Holland,Utrecht 2002, p

Hoewel op een aantal punten

176-177 en 235; W. Dolk, Grafstenen

verouderd, geeft het tweedelige

in en rond de oude Friese kerken,

boek van Joseph Braun S.J., Der

1858, p 581 27 Voorloopige Lijst der Nederlandsche Monumenten van geschiedenis en Kunst, Deel IV, Utrecht 1917, p 106 28 Meta Prins-Schimmel en E.M. van Tienen, De Hervormde kerk te Vorchten, Putten/Bussum, 1982, p 30 29 Telefoon met depot 18.01.21 30 Eigen waarneming 17.05.04 31 H.W. Heuvel, De Oude Hervormde

44 H.J. van Capelleveen en D.J.K. Zweers, De kerk te Leur, Leur 1991, p 86 45 Th. van Straalen, De Hervormde of St.-Lambertuskerk te Buren, SOGK Band II, 21-54, 1981, p 43 46 zie noot 37, p 405 47 Mondel. meded. Hugo van Capelleveen 13.10.21 48 Zie noot 37, p 230 en 231 (afb 300) 49 E.H. ter Kuile, Het kwartier van Zutfen, 's-Gravenhage 1958, p 139 50 Protestantse Gemeente Lochem, Een rondleiding, Lochem 2017, p 12 object 15 51 Met dank aan Martin Lamers en Roelof Heringa voor het sturen van fotomateriaal (05.10.21) 52 R.T. Muschart, De grafzerken in de St. Maartenskerk te Zaltbommel,

Kerk van Borculo, Lochem 1925, p18;

Bijdragen en Mededelingen Gelre,

Stichting Alde Fryske Tsjerken, Band

Aaldert van Weelden, In en om het

XLVI, 1943, p 183; idem XLVII, 1944 p

Christliche Altar, München 1924

1 okt 1973; S. Lammers, Graven naar

Hart, Borculo 2012 p 76

137; met dank aan Marjan Witteveen

nog altijd een brede basis; voor

­graven, idem, Band 3 nov 1985;

de meer theologisch­-historische

Christine Waslander, Dekselse Graven,

­achtergronden zie Arnold Angenendt, Offertorium. Das mittelalterliche Messopfer, Münster 2013. A.M. Heidt, Catholica, 's-Gravenhage 1966; Helmut Fussbroich, Sachlexikon zur liturgischen Kirchenausstattung, Stuttgart 2013 Een recent overzicht geeft Elizabeth den Hartog, Een spoor van vernieling. Het Noord-Nederlandse katholieke kerkinterieur voor, tijdens en na de Beeldenstorm, Hilversum 2019 Regn. Steensma, Eenige naegelaeten gedenckwaerdige overblijfselen, Publicatie 18 nov. 1977. SOGK, p 159 6

Zie noot 4, p 72

7

E.H. Wesselink, Geschiedenis van de

9

van op de letterlijke en figuurlijke weg omhoog naar hun

aanwezig.

ken. De auteur houdt zich aanbevolen

14

herinnering geworden. De laatste jaren lijkt een aantal daar-

altaarstenen zijn niet meer in kapel

beperkt mogelijk objecten te bezoe-

8

De grafzerken van de Sint Jan te

geschiedenis. Het zijn ware lieux de mémoire, plaatsen van

2010 (4 dln)

lijke kerken. Ook later was het slechts

5

11 J. van Oudheusden en H. Tummers,

getuigen altaarstenen van de grilligheden van de (kerk)­

's-Hertogenbosch, 's-Hertogenbosch

informatie­folders van en over plaatse-

4

'heidense' oudheid met het christelijk misoffer.60

tuur. Met name zijn op altaarstenen regionale kerkenstichtingen, de

3

Camulussteen verbindt letterlijk de offersymboliek van de

bestand en (thuis) beschikbare literanagezocht de publicaties van de

2

is nu een christelijk altaar, voorzien van wijdingskruisjes. Deze

Als behorend tot de oudste voorwerpen van een kerk,

Besluit

1

altaarsteen volgde hem tot in de dood.59 De oorspronkelijk

Meppel 1991. 15 G. Berends, De Hervormde kerk in Valburg, Bulletin KNOB 71 (5), 1974, p 212 16 A.G. Schulte, Het Rijk van Nijmegen. Westelijk gedeelte, 's-Gravenhage 1982, p 71 17 A. Pik, Historie der Ned. Herv. Kerk Hattem, Hattem 1979, object 23 18 Herman de Heiden, Met bekoorlijke luister, Nijmegen 1998, p 14-15 19 Provinciale Geldersche Courant 07 febr 1944 20 Regionaal Archief Nijmegen, 1943, Glasnegatief GN1427-B 21 Mail 19.01.21 Martijn Spinder, Archeologische Dienst Nijmegen:

oude St. Mattheus van Eibergen

'Helaas heeft de zoektocht naar

1500 - 2000, Eibergen 2000, p 20

de altaarsteen van de voormalige

Dagblad De Grondwet. Sancta Maria,

Gertrudiskapel geen resultaat opgele-

officieel kerkelijk weekblad voor het

verd. Vermoedelijk moet de steen als

Bisdom Breda 07.11.1935

verloren beschouwd worden.'

Zie noot 1

10 Hennie van Dolder-de Wit, Mijn

22 Bulletin (K)NOB, 8 (3), mrt 1907, p 29 23 J.H.A, Scheers, Het Valkhof te

32 R.F.P de Beaufort en Herma van den Berg, De Betuwe, 's-Gravenhage 1968, p 83 33 Algemeen Handelsblad, 02.09.1931 34 F.A.J. Vermeulen, De Monumenten in de Bommelerwaard, 's-Gravenhage, 1932, p 62 35 Rien Snijders, Oude (St. Alexander) kerk van Bennekom, Bennekom z.j. Een zerk van het graf van Arendt toe Boecop ligt ingekort voor de zuidelijke ingang. 36 Hugo van Capelleveen, De oude kerk te Leur, SOGK Band I, 23-40, 1975, p 40 37 A.G. Schulte, Het Land van Maas en Waal, 's-Gravenhage,1986, p 328 38 Zie noot 32, p 135-136 39 Zie noot 32, p 131 40 Zie noot 32, p 389 en 334 41 Eigen waarneming 17.05.02; zie ook noot 34 p 95 42 A.P. Frentz, De Hervormde kerk te Herveld, Herveld 1990, p 5 43 Jan R.F. Heine, Een baken in de tijd, Historische Cahiers Ede 2007, p 83

voor het sturen van documentatie. 53 Bert Firmin et al., God, geld en gebeente, Zutphense Archeologische Publicaties 134, Zutphen z.j. (na 2018), p 57, afb 90 54 Karel Emmens et al., De Oude Calixtuskerk te Groenlo, Utrecht 2005, p 116 en 127-128; met dank aan Ruud Kaak voor het sturen van documentatie en foto's 55 D.J.K. Zweers, De kerk van Terwolde, SOGK Band IV, 1995, 175-192, p 184185 en p 191 noot 35 56 Zie noot 34 p 109 afb 102 57 Met dank aan Trees Blom en Marjan Witteveen voor het sturen van informatie (mail 02.03.21) en een recente foto 58 Hettie Peterse et al., De Stevenskerk. 750 jaar spiegel van Nijmegen, Nijmegen 2017, p 229 59 Nieuwe Rotterdamsche Courant, 23.04.1926 60 Josef Fink, Der Mars Camulus-Stein in der Pfarrkirche zu Rindern, Kevelaer 1970


Mijn kerk

Tekst: Harry Krul

Toen mijn vrouw en ik in 1979 in

Gaanderen kwamen wonen, werd

het witte kerkje van de hervormde

gemeente aan de Hoofdstraat in die

plaats ‘ons’ kerkje. Later zijn onze zoons

er gedoopt en mede vanwege de nogal prominente ligging in het dorp heeft

het gebouw ons altijd aangesproken.

En er is nogal wat mee gebeurd. Toen ik na mijn werkzame leven ging schrijven in de Kronijck, het kwartaalblad van de

Oudheidkundige Vereniging Gander en Deutekom, heb ik me wat meer in het gebouw verdiept.

De kerk is op 6 februari 1913 in gebruik

genomen. Het ontwerp is gemaakt door architect Ovink uit Doetinchem. Aan de kerk is in 1922 een torentje met klok toegevoegd en wat later is ook een

zaaltje aan de achterzijde gebouwd met een consistoriekamer en een vergader-/ zondagschoolruimte.

Zoals bij vele kerken is de klok in de

Het Witte Kerkje in 2014 bij de verkoop. Foto: Frits Kruisselbrink

Tweede Wereldoorlog ‘verdwenen’,

Het huidige aanzicht is in 1968 ontstaan

gedenk de doden en ik roep de leven-

De financiën daarvoor zijn door allerlei

maar een nieuwe, met het opschrift ‘ik den’, is in 1948 geplaatst.

na een grote verbouwing van de kerk. acties bij elkaar geschraapt. Hierbij is het torentje gesloopt en vervangen

door een eenvoudige klokkenstoel, de

kerkzaal is verlengd en er is een balkon aangelegd. Toen is ook de hele kerk

witgepleisterd, sindsdien wordt het ‘Het witte kerkje’ genoemd.

In 2012 is het gebouw aan de kerkelijke gemeente onttrokken en na enige jaren

van onzekerheid gekocht door een paar ondernemende mensen. Zij hebben de kerk van binnen flink verbouwd, waar-

door er nu ruimte is voor 6 jongvolwassenen met 24-uurszorg. Er is met De Vlinder een thuis gevormd met voor

ieder een eigen appartement als basis

en een gemeenschappelijke huiskamer om elkaar te stimuleren en activiteiten

te ondernemen. Sinds 2015 kunnen we echt spreken van het tweede leven van ‘Het witte kerkje’. Maar het is nog wel De kerk in 1938 bij het 25-jarig bestaan. Foto: Archief OKV Gander

steeds ‘mijn kerk’.

15


Koning Lodewijk’s kerken bij Paleis Het Loo in een poging protestanten en katholieken te verzoenen! Een geheugensteuntje. In 1795 vond in ons land een omwenteling plaats waarbij de Bataafse Republiek werd uitgeroepen. Daarmee hield de Republiek der

Huub Ummels

Verenigde Nederlandse gewesten, die was ontstaan in 1588, op te bestaan. Zij

ging onder in de smeltkroes van de maatschappelijke tegenstellingen van het eind van de achttiende eeuw. De leuzen vrijheid, gelijkheid en broederschap waren ook tot ons land doorgedrongen.

Gesteund door een groot Frans leger onder generaal

Pichegru namen Patriotten of Bataven, zoals ze ook wel werden genoemd, de macht over en stadhouder prins Willem V vluchtte met zijn gezin naar Engeland. In 1806 zag de

Bataafse Republiek zich echter min of meer gedwongen aan Frankrijks keizer een koning te vragen en werd de kroon van Holland aan Napoleons broer Lodewijk toegewezen, onze eerste koning. Dit alles geschiedde echter zonder medeweten van betrokkene. Een paar dagen te voren had de

Hollandse deputatie die met de aanbieding van het koningschap was belast, prins Lodewijk van de ophanden zijnde

gebeurtenis kennis gegeven. Verontwaardigd over het besluit van zijn broer weigerde de prins in eerste instantie, met als motivatie de rechten van de laatste stadhouder te willen

eerbiedigen. Terwijl de prins naar nog meer redenen zocht om aan zijn aanstaande koningschap te ontkomen, maakte Napoleon aan de zaak een eind door mee te delen dat hij

zijn broer reeds aangenomen had en in dit geval niet eerst

had gehoord, omdat een goed onderdaan verplicht was te

gehoorzamen. Daarmee was de zaak af. Lodewijk vertrok naar Holland. Op 18 juni 1806 vond de plechtige intocht in de residentiestad ’s-Gravenhage plaats.

Al snel toonde koning Lodewijk, misschien wel de beste

koning die ons land heeft gekend, in alles een Hollander te

willen zijn. Hij wilde vooral regeren in overeenstemming met

de aard van zijn nieuwe onderdanen, iets wat hem al spoedig in conflict zou brengen met zijn broer, de keizer. Voor het eerst op Het Loo

Nog hetzelfde jaar liet Lodewijk Napoleon het Paleis Het Loo in bezit nemen, maar het zou nog tot 1807 duren eer hij er

langduriger zou verblijven. De aankomst van de ’de milddadige vorst’ op 29 juni 1807 werd opgeluisterd door een defilé. De trompetters van de Apeldoornse schutterij brachten bij 16

het passeren van de koning tot ontsteltenis van de Hollandse leden van de hofhouding het aloude ’Oranjegeuzenlied’,

Portret Koning Lodewijk Napoleon 1778 –1846, Koning van Holland (Nederland) 1806 - 1810

het Wilhelmus, ten gehore. ’Dezen de trompetters te doen

ophouden met het blazen van dit voor deze Fransman niet aangenaam klinkend lied, doch de muzikanten schenen of wilden de tekens niet begrijpen’. De consternatie ontging

Lodewijk niet. Toen hem de oorzaak duidelijk werd gemaakt, moest hij er hartelijk om lachen. Hij zou gezegd hebben dat

de trompetters in plaats van een berisping een beloning verdienden voor de trouw aan hun vroegere heren. De koning

zou in ons land al snel de bijnaam ’Lodewijk de goede’ ver-


werven. Hij was ook de eerste vorst die bij rampen of tegen-

daarvoor tot de koning gewend met het verzoek om op

de latere Oranjes hebben overgenomen.

koning erop dat ’zulks ook zeer nuttig zoude wezen voor

spoed echte compassie toonde met zijn onderdanen. Iets wat

Grootse plannen met twee afzonderlijke kerken

Op 25 augustus 1808 verhief koning Lodewijk Napoleon

bij decreet de nabij het paleis gelegen buurtschap Het Loo officieel tot dorp, waarbij hij tevens een naamsverandering doorvoerde van het schoutambt Apeldoorn in dat van Het

Loo. Lodewijk ging nog verder met zijn plannen. Hij wilde in

de nabijheid van zijn paleis een geheel nieuw dorpscentrum stichten. Ook verenigde hij nog dezelfde dag eveneens het dorp Vaassen met het nieuwe schoutambt van Het Loo. Het

staatskosten een statie voor hen op te richten. Zij wezen de de Roomsch-Catholyke ambtenaren, aan het lusthof het

Loo geattacheerd, of in het vervolg te attacheren’. Blijkbaar onderkende de koning de behoefte. Beide kerken werden

even groot ontworpen, terwijl toch de rooms-katholieken in Apeldoorn, inclusief het hofpersoneel, in die tijd niet meer

dan zo’n veertien procent van de totale bevolking uitmaakten. Er moest zorg voor worden gedragen dat beide bedehuizen, zo staat geschreven, ’op eene gelijke wijze te doen bouwen, ten einde alle jalousie voor te komen’, zodat niemand zou

kunnen zeggen dat de koning één van de betrokken geloofs-

plan voor het nieuwe dorp voorzag buiten tal van andere

genootschappen boven het andere voortrok. Uit diverse

horende pastorieën, één voor de hervormden en één voor

op de koninklijke architect Johan Philip Posth (1763-1831) om

gebouwen in de bouw van een tweetal kerken met bijbede rooms-katholieken, waarbij geheel in de geest van de

koning geen onderscheid werd gemaakt in de gezindten.

Bovendien hadden enkele plaatselijke katholieken zich kort

schrijvens blijkt dat er de nodige aandrang werd uitgeoefend haast te maken met de uitvoering van de plannen, maar deze zag er geen kans toe. Nog op 24 februari 1809 richtte Posth zich in een schrijven aan de intendant-generaal met het ver-

Schilderij van het Grote- of Koningslogement, later hotel De Valk op Het Loo, met links het onvoltooide kerkgebouw dat toen dienst deed als ­koetshuis en stalling voor het hotel. Beide zijn in 1863 voor afbraak verkocht. Collectie CODA, Apeldoorn.

17


zoek om geëxcuseerd te mogen worden vanwege zijn drukke

Het andere eveneens nog niet voltooide kerkgebouw krijgt

van de bestekken en het oppertoezicht belast zou worden.

ten behoeve van de paleiswacht. Daarna zal het gebouw nog

werkzaamheden. Tevens vroeg hij wie met de uitvoering

Niettemin blijkt Posth toch de globale bestekken vervaardigd te hebben, want op 7 april (grasmaand) 1809, richtte de

koninklijk architect zich opnieuw tot de intendant-generaal

met de mededeling dat hij bezig was met het plan voor het

nieuwe dorp. Daarbij werd hij terzijde gestaan door de architect Cornelis Hooiberg uit Harderwijk, door wie uiteindelijk de plannen voor de aanleg van de straten een marktplein en hoofdgebouwen, waaronder de beide kerken, werden

ontworpen. Tevens werd deze architect met de uitvoering

belast, waaronder het maken van de begrotingen. Onder het

toeziend oog van de minister van Eredienst, J.H. Mollerus, en

de baljuw van Nederveluwe, E.H. Daendels, kwam binnen een maand het bouwplan voor de twee eenvoudige zaalkerken tot stand.

na een verbouwing aanvankelijk de bestemming van kazerne jarenlang dienst doen als koetshuis en stalling voor het 63

kamers tellende Groote- of Koningslogement. Een kolossaal gebouw dat eveneens tot de plannen van koning Lodewijk

behoorde. Op 27 februari 1865 worden zowel het voormalige kerkgebouw als het hotel door de dienst der domeinen voor afbraak verkocht. De toen geheven raambelasting maakte dat exploitatie in de negentiende eeuw van een dermate

groot hotel op Het Loo uiteindelijk niet haalbaar bleek. Met de afbraak van het hotel, de voormalige kerk en nog een

tiental andere gereedgekomen huizen, mede als gevolg van

brandschade aan een aantal woningen, verdwenen de laatste restanten van Lodewijks ideeën die hij voor de nieuwe plaats voor ogen had.

De publieke aanbesteding van de beide kerkgebouwen

Een kolossale dubbelkerk

25 februari 1809. De bouw werd aangenomen door Gerrit

in 1809 op Het Loo verblijft en daarbij ook het in aanbouw

met de bijbehorende pastorieën vond plaats op zaterdag

Jan Beekman voor een bedrag van fl. 52.950. Als ons land in 1810 bij het Franse keizerrijk wordt ingelijfd en koning

Lodewijk gedesillusioneerd vertrekt, na onder grote druk

van zijn broer afstand te hebben gedaan van de troon, zijn

de beide kerkgebouwen nog onvoltooid. Al op 13 augustus

1810 wordt gesproken over de verkoop voor afbraak van een van de twee gebouwen. Toch wordt de verkoop steeds uit-

gesteld. Op 19 september 1811 geeft de intendant-generaal

opdracht aan de landrentmeester van de Veluwe, J.H. Cremer,

Toch is hiermee het verhaal niet ten einde. Als de koning

zijnde dorp bezoekt, merkt hij op dat de beide in aanbouw

zijnde kerkgebouwen toch wel erg eenvoudig ogen en van

weinig allure getuigen. Iets wat ook de inspecteur-generaal van ’s Rijksgebouwen al bij het indienen van het plan had

geconstateerd, maar omdat het plan al door de koning was

goedgekeurd, had hij zich slechts tot de beoordeling van het

bestek beperkt. In een persoonlijk briefje van een paar dagen later uit hij wel degelijk bedenkingen tegen het bouwplan.

om een van de twee kerkgebouwen, het kerkgebouw nr.2,

aan de gemeente Apeldoorn voor de som van fl. 1.700 af te staan. Waarschijnlijk is dit gebouw al kort daarop gesloopt.

Ontwerp voor twee aparte kerken op Het Loo, één voor hervorm-

18

den (destijds gereformeerden geheten) en een voor gebruik bij de

Kaartfragment uit ca.1850 met de situering van het nieuwe dorp Het

rooms-katholieken. Het ontwerp is onder supervisie van de architect

Loo, als een initiatief van koning Lodewijk Napoleon. Rood omcirkeld het

F.L. Gunckel vervaardigd door de architect Cornelis Hooiberg.

onvoltooide kerkgebouw. Kaart collectie Paleis Het Loo


Tekening door Arie Lieman van het onvoltooide kerkgebouw op Het Loo.

’De ingangspartij kan fraaier en ook het torentje overtuigt niet echt. En wat voorts de ramen betreft, deze zijn te zeer ”in den gothischen smaak”. Hij zou de geplande stenen middenstijl kwartcirkelbogen gaarne vervangen zien door een houten

staketsel. Kortom, het werk wordt stilgelegd en het bouwplan totaal gewijzigd. Mede gelet op het gegeven dat de koning

een speciale interesse koesterde voor de bouwkunst, besloot hij twee geheel nieuwe ontwerpen te laten vervaardigen. Nu men toch weer opnieuw moest worden beginnen, besloot

de koning in plaats van twee afzonderlijke kerkgebouwen, te kiezen voor één grote enkele kerk, een dubbelkerk als een groots concept voor gebruik door zowel hervormden als

katholieken. Het valt daarom des te meer te betreuren dat het nieuwe project door zijn overhaaste vertrek in 1810 niet meer voor Het Loo tot stand kwam, maar in de ontwerpfase is blij-

ven steken. Ontwerpen die tot op de dag van vandaag in het archief op Paleis Het Loo worden bewaard. Twee ontwerpvarianten A en B

Door de voormalige stadhouderlijke architect van Willem V

Advertentie met de aankondiging van voorgenomen afbraak van de dan nog bestaande gebouwen 1863. CODA archief, Apeldoorn

in Berlijn. Of om dichter bij huis te blijven, rijker en zuiver-

der dan de ronde Lutherse kerk te Amsterdam. Het ontwerp had zeker internationale allure en het zou een unicum in de Nederlandse bouwkunst zijn geweest als het daadwerkelijk tot uitvoering was gekomen.

en bouwmeester van enige faam Friedrich Ludwig Gunkel

Bijzondere kenmerken betreffende plan B

ontwerpen voorgelegd. Een neoclassicistisch tamelijk traditio-

rondom tussen pilasters aangebrachte dubbele rij vensters.

(1743-1835) werden in het voorjaar van 1810 een tweetal

neel ontwerp met een gemeenschappelijke toren in het midden en rug aan rug twee in rechthoekige vorm gesitueerde

kerkzalen, een voor protestants en een voor rooms-katholiek gebruik. Met in de ene kerkzaal de preekstoel centraal en in de ander het altaar. Dit bouwplan werd aangeduid met de

letter A. Van een geheel ander orde is het tweede ontwerp

(B). Het bouwplan voorzag erin dat onder een enorme koepel voor beide gezindten een vrijwel identieke, ruggelings tegen elkaar gelegen, ovale kerkzaal werd gesitueerd, als ware

het een eeneiige tweeling. Een gebouw in de beste traditie van bijvoorbeeld het Pantheon te Rome of de Dôme des

Invalides te Parijs en zelfs rijker qua detaillering en zuiverder van verhoudingen dan de bekende St.-Hedwichs kathedraal

Tot de bijzondere kenmerken van het ontwerp behoorden de De onderramen langwerpig en daarboven vierkante vensters. De pilasters zijn voorzien van ionische kapitelen. Het meest

in het oog springende element wordt echter gevormd door de portico’s voor de beide hoofdingangen. Dit was in 1810

voor een Nederlands kerkgebouw absoluut nieuw. Wel was dit al een aantal keren toegepast bij een paar burgerlijke

overheidsgebouwen, zoals bijvoorbeeld het stadhuis van

Groningen, maar nog niet eerder voor kerkgebouwen. Ook

de rondom lopende zware kroonlijst met daarboven aange-

brachte en van blindnissen voorziene attiek waarbij de gevel als het ware in tweeën wordt verdeeld, draagt bij aan de

levendigheid van het gevelbeeld. Maar het meest kenmerkend is toch de enorme koepel met als bekroning een rijk

19


Frontaanzicht van de in 1810 door F.L. Gunckel ontworpen dubbelkerk.

Plattegrond van het kerkgebouw voor rooms-katholiek en protestants gebruik op Het Loo, plan B

gedetailleerd klokkentorentje. De diameter van de koepel boven de beide kerkzalen zou ongeveer 38 meter bedragen.

Eén ding is zo goed als zeker: als de plannen van koning

Lodewijk Napoleon geheel tot uitvoering waren gekomen, zouden zowel de huidige Grote Kerk (PKN) als de neo­

gotische Onze Lieve Vrouwekerk (RK) nimmer op de plekken zijn gebouwd waar deze thans staan. Bovendien zou het

­centrum van Apeldoorn stedenbouwkundig waarschijnlijk een stuk zijn opgeschoven in de richting van Het Loo.

Over de auteur Huub Ummels (1945) is oud-beleidsambtenaar cultureel erfgoed (monumentenzorg) van de gemeente Apeldoorn. Hij was onder andere medeauteur van het standaardwerk over de Gelderse kastelen. Ook heeft hij als documentalist deel uitgemaakt van de wetenschappelijke staf van Nationaal Museum Paleis Het Loo. Daarnaast was hij enkele jaren voorzitter van de excursiecommissie van de Stichting Oude Gelderse Kerken.

Geraadpleegde bronnen en literatuur Nationaal Archief, Archief Domeinraad, Kroondomein Kon. Lodewijk

koning Lodewijk Napoleon tot koningin

div. stukken, o.a. Korte Notulen 1809-

Wilhelmina 1806 – 1962, Rijksmuseum

1811, directeur der publieke domeinen,

Paleis Het Loo, Apeldoorn 1992.

’t Loo. Nass. Domeinarchief nr.301 en Kroondomein 116. CODA-archief, collectie R. Hardonk, collectie G.A. Evers div. stukken.

20

Doorsnede van plan B.

Th.H. von der Dunk, Een Pantheon voor Apeldoorn, in: Het Witte Loo, van

Th.H. von der Dunk, Een Pantheon voor Apeldoorn, Zutphen 2001

H.A.M. Ummels, Ten dienste van het Hof, in: Het Witte Loo, van koning Lodewijk Napoleon tot koningin Wilhelmina 1806 – 1962, Rijksmuseum Paleis Het Loo, Apeldoorn 1992. Dr. C.J.C.W.H. Arnold, Apeldoorn in opkomst, Zutphen 1973.


Actuele publicaties

Ineke Pey Een kraagsteen in het schip (zijbeuk noordzijde) doet de hedendaagse

beschouwer in verbazing de wenkbrau-

wen fronsen. Het stelt een mannetje

voor dat omkijkt en tegelijk zijn blote

achterste naar de toeschouwer keert.

Dit is niet ‘gewoon’ een grapje van de

beeldhouwer. Het zogenaamde kakkertje stond in de middeleeuwen symbool voor de gedachte dat het lichaam drek was, des duivels, terwijl de geest, het

hoofd, voor God was. Deze voorstelling is nooit helemaal verdwenen. Sinds de

achttiende eeuw maakt in Catalonië een Kraagsteen met monsterkop in de sluiting van

Kakkertje afgebeeld op een kraagsteen in de

de sacristie.

zijbeuk (N) van het schip.

Grols verleden

In deel I over het bouwbeeldhouwwerk

bouwsculptuur en wandschilderingen

afgebeeld, die in de tekst ter vergelij-

‘De oude Calixtuskerk te Groenlo: de

nader bekeken’, Grols Verleden. De his­ torie van Groenlo en omgeving’, E. den Hartog, 20 (2021), nr 23, p. 57-94, 60

afb. overwegend full color, met noten en literatuurlijst.

Inlichtingen: mstammers@planet.nl Zowel Groenlo als de middeleeuwse Calixtuskerk ter plaatse kennen een

veelbewogen geschiedenis. Weliswaar ging de Beeldenstorm aan Groenlo

voorbij, maar plunderingen in de kerk

in 1572 en de verwijdering van alles wat herinnerde aan de katholieke eredienst in 1597, hadden een vergelijkbaar

resultaat. Ook in de eerste helft van de zeventiende eeuw werd de kerk heen

en weer geslingerd tussen de verschillende gezindten, met nadelige gevolgen voor het interieur.

Dankzij digitale ontsluiting is thans veel nieuw materiaal voor onderzoeken als deze beschikbaar. In dit artikel wor-

den daarmee verschillende vragen en conclusies uit vorige kunsthistorische

studies beantwoord, dan wel weerlegd.

De uitgebreide tekst is rijk geïllustreerd.

zijn tevens sculpturen uit andere kerken king aangehaald worden. Het geeft de

lezer de mogelijkheid om de argumen-

kakkertje (el caganer) standaard deel uit van de beeldengroep in de kerststal. In deel II van het artikel beschrijft de

onderzoekster de schilderingen in het

koor, waarvan verschillende slechts fragmentarisch zijn overgeleverd. Ook de

muurschilderingen worden nauwkeurig beschreven, gedateerd en geduid.

ten en redenering van de schrijfster op de voet te volgen en zelf te beschouwen.

De auteur gaat in op de datering en

iconografie van de wat primitief vormgegeven middeleeuwse kapitelen,

kraagstenen en sluitstenen. Bijzondere aandacht krijgt het bouwbeeldhouwwerk in de sacristie (gerfkamer na de

reformatie). Een moeilijkheid voor de

Grolse kerk was dat er ‘…blijkbaar nogal aan de sacristie is gerommeld en dat

de sculpturen niet allemaal uit dezelfde tijd dateren’, aldus de schrijfster. Het

is het gevolg van verschillende bouwstadia, herbouw in de middeleeuwen

en oorlogsschade. Door onderzoekers in Nederland en daarbuiten is aan de iconografie in sacristieën nog slechts

weinig aandacht besteed. Elizabeth den Hartog concludeert dat in de sacris-

tie van de Calixtus sprake is van een

didactisch-­moralistisch thema, dat vooral in de tweede helft van de vijftiende

eeuw populair werd in literaire bronnen.

Wandschildering van St. Johannes Evangelist met kelk en boek in het koor (N).

21


Rariteiten in onze kerkgebouwen

Herman Wesselink

Laatmiddeleeuwse gewelfschilderingen in kerkje van Hall Het kerkje van Hall – dat geen eigendom is van Gelderse Kerken – bevat

een uniek interieur vanwege de aan-

wezigheid van een typisch protestantse negentiende-eeuwse inrichting en

uit de late middeleeuwen daterende

gewelfschilderingen. De schilderingen dateren uit de periode 1505-1515 en beelden diverse planten- en vogel­

soorten uit. Zo zijn er onder andere een ­ooievaar en een merel te zien. In het

koorgewelf staat Christus afgebeeld die uit een bloemkelk verschijnt, hetgeen

zijn geboorte symboliseert. De gewel-

ven in het schip tonen de vier evangelisten van het Nieuwe Testament: Marcus, Matteüs, Lucas en Johannes, gesymboliseerd door respectievelijk een leeuw, een engel, een os en een adelaar.

Haast nog meer bijzonder zijn de twaalf afgebeelde wapenschilden, waarvan

Interieur koor met gewelfschilderingen. Foto's: Herman Wesselink, 2018

vier op het koorgewelf en acht op de

triomfboog. Ze verwijzen naar de diverse adellijke families in de streek die

bij de bouw en inrichting van de kerk

betrokken waren, zoals de familie Van

Bronckhorst. De heer Van Bronckhorst

had zelfs het privilege om de pastoor te benoemen en schonk de schilderingen op het gewelf.

Nadat de kerk in 1598 in handen van

de gereformeerden kwam, verdwenen

pas in 1624 op last van Gelderse Staten de schilderingen onder de witkwast.

De ‘paapse’ uitmonstering moest weg.

Bijna driehonderd jaar later kwamen de schilderingen bij de restauratie onder leiding van architect Wolter te Riele

weer tevoorschijn, hetgeen niet zonder slag of stoot ging. Sommige kerkleden wilden de geschilderde familiewapens

Detail gewelfschildering schip met een ­afbeelding van de evangelist Marcus.

hanteerden de slogan ‘in Hall begon

deringen schitteren sindsdien weer als

hun zin: de wapens én overige schil-

een tripje naar Hall waard.

niet zien terugkeren. De bezwaarmakers

22

het verval’, maar kregen uiteindelijk niet

vanouds. Ze zijn beslist de moeite van


Agenda In verband met de maatregelen rond corona zijn alle genoemde activiteiten in deze agenda onder voorbehoud. Kijk op geldersekerken.nl/agenda/ voor de meest actuele informatie over openingstijden, aanmelden/reserveren en eventuele ­veiligheidsregels. Buren: concerten

• Virtuoze muziek uit de zeventiende eeuw in de Sint-Lambertuskerk

door het Sweelinck Barokorkest.

Het orkest bestaat uit studenten uit alle delen van de wereld die aan

het Conservatorium van Amsterdam

komen studeren om zich te ontwikke­ len als de barokspecialisten van de toekomst.

12 februari 2022, 20.15 uur

• Songs of Life and Exile, muziek van Channa Malkin (sopraan)

en Izhar Elias (gitaar) in de Sint-

Lambertuskerk. Malkin en Elias hebben elkaar gevonden in hun liefde voor volksmuziek, barokmuziek en

verhalen waarin hun eigen familie-

geschiedenis verweven zit. Het duo was o.a. te horen in de Spiegelzaal van het Concertgebouw en bij de

Nationale Opera en was meerdere

keren te gast bij Radio 4 en Podium Witteman.

2 april 2022, 20.15 uur Wageningen: concert

Nederlands Studenten Kamerkoor met Doodnormaal. Dit 47e project van het

NSK belooft een gaaf project te worden, met een verrassende mix van klassieke muziek, elektronica en muziektheater,

en kunstenaars waren opgenomen.

25 februari 2022 (onder voorbehoud)

in de Credokapel in de Walburgiskerk

onder leiding van dirigent Béni Csillag. Meer informatie op nskk.nl Zutphen: tentoonstelling

De tentoonstelling Reuzenarbeid voor

de koningin toont foto’s van openbare werken in het Vaderlandsch album

Deze tentoonstelling staat opgesteld

in Zutphen. Het is een project van de historicus-­geograaf Willem van der

Ham, die de negentiende-eeuwse bouw van grote infrastructurele bouwwerken heeft beschreven en met veel oude

foto’s heeft geïllustreerd. De tentoon-

aangeboden ter gelegenheid van het

stelling is gratis te bezichtigen bij een

tien portefeuilles waarin werken van

t/m 31 maart 2022

huwelijk van koningin Emma. Zij kreeg Nederlandse geleerden, letterkundigen

entreekaart voor de Walburgiskerk.

Excursies

• Op zaterdag 21 mei staat onze voorjaarsexcursie gepland. De

excursie gaat deze keer naar NoordBrabant waar we kerken bezoeken in Waalwijk, Waspik, Sprang en Heusden.

• Op zaterdag 24 september staat

onze najaarsexcursie gepland. De bestemming daarvan is nog niet bekend.

Kijk voor meer informatie op:

geldersekerken.nl/activiteiten/excursies

23


Het kerkgebouw als waardevolle, bruisende ontmoetingsplek Gelderse Kerken zet zich heel graag in om de toekomst van historische kerkgebouwen levendig te houden voor de lokale gemeenschap. Dat willen we doen door ze te behouden als waardevolle, bruisende ont-

moetingsplekken.

Als professionele organisatie voor monumentenbehoud kijken we

­vooruit. Alleen door onze blik vooruit te richten, kunnen we ons religieus erfgoed behouden en van betekenis laten zijn in een nieuwe tijd. 24


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.