Venster 2023-2

Page 1

Kwartaalblad, jaargang 21, 2023, nummer 2

Het fenomeen westwerk

Herbestemming

kerk Laag-Keppel

Jacobskerk Winterswijk

Van de redactie

Beste lezer,

Colofon

Kerken verschijnen regelmatig in het reguliere nieuws. Meestal betreft het dan problemen rond het in stand houden van de religieuze activiteiten, problemen rond het afsluiten van de religieuze activiteiten of er worden al of niet succesvolle pogingen ondernomen tot multifunctionele invulling. Maar in bepaalde gebieden en vanuit bepaalde kerkelijke genootschappen komt het ook nog voor dat er grote nieuwe kerken worden gebouwd. Van oudsher was de kerk het hart van het dorp. Daar zijn ook de meeste oude monumentale kerken te vinden. Nieuwe kerken verrijzen echter steeds meer 12

aan de rand van het dorp. Sommigen zien dit als symbolisch voor het aanzien en de plaats die kerken hebben in de tegenwoordige ruimtelijke ordening. De verplaatsing naar de rand van een dorp heeft echter een puur technische reden, namelijk verkeersen parkeerproblematiek. Een huidige nieuwe kerk heeft vaak een regionale functie en dat betekent dat veel gemeenteleden met de auto komen. En dan moet er een groot aantal parkeerplekken beschikbaar zijn en dat lukt alleen aan de rand van het dorp.

Ben Verheij

Inhoud

9 Interview

23 Agenda

24 Werk aan de kerk

Venster is het kwartaalblad van Gelderse Kerken en wordt toegestuurd aan donateurs, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethouders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland.

Gelderse Kerken Burg. Van Panhuysbrink 11 6997 AA Hoog-Keppel (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@geldersekerken.nl www.geldersekerken.nl

Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; Ceciel Bremer, eindredacteur; drs. Jeroen Krijnen en dr. Herman Wesselink, Niels van der Giessen, wetenschappelijk redacteuren; Suze de Zwart Redactieadres: venster@geldersekerken.nl Vaste medewerker: dr. Ineke Pey Zo veel mogelijk is geprobeerd de eventuele rechthebbenden van overige gebruikte afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden achterhaald of benaderd, kunnen zich wenden tot de redactie.

Grafisch ontwerp:

Henk-Jan Panneman, Arnhem

Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Venster wordt gedrukt op FSCgecertificeerd papier en verpakt in composteerbare folie.

Oplage: 2.400 exemplaren. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie.

© Gelderse Kerken, 2023

Afbeelding voorzijde: Het fenomeen westwerk in de kerk van Vorchten. Foto: Jaap van der Veen, zie pag. 12.

Professionele Organisatie voor Monumentenbehoud

Culturele ANBI-status

2 3 Rariteiten Kaarsenkroon in Zutphen
Berichten van het bestuur
Voorjaarsexcursie Bezoek aan vijf kerken bij Wijchen
4 Nieuws Gelderse Kerken
6
Lilian
Grootswagers
Het fenomeen westwerk
Jacobskerk Winterswijk
Hoofdartikel
19 Mijn kerk
Kerk
Laag-Keppel is nu een galerie
20 Herbestemming
in
Zutphen Aerdt Bronkhorst Groenlo Hoog-Keppel Wageningen

Rariteiten in onze kerkgebouwen

De kaarsenkroon in de Walburgiskerk in Zutphen

De smeedijzeren kaarsenkroon in de Walburgiskerk in Zutphen is een knap staaltje middeleeuws vakmanschap. Hij dateert uit het laatste decennium van de veertiende eeuw en is één van de zes middeleeuwse kaarsenkronen die nog bestaan in Europa. Met een hoogte van 2,70 meter en een diameter van 2,64 meter is hij reusachtig. Het centrale thema in de symboliek ervan is het Hemels Jeruzalem, de uiteindelijke bestemming van iedere gelovige. In de onderste band staan in gouden letters de namen van Jezus, Maria en tien van de twaalf apostelen. Daarboven vinden we een aantal bijzondere taferelen, waarin de eenhoorn een hoofdrol speelt. Het verhaal gaat dat de eenhoorn werd gevangen in de schoot van de maagd. Christus werd met een eenhoorn vereenzelvigd omdat hij dankzij de maagd Maria ter wereld kwam. De vrome kerkbezoeker werd op deze wijze aan de menswording van Christus herinnerd en vervolgens aan zijn lijdensweg en opstanding, het paasfeest.

Wie zijn ogen goed de kost geeft, ontdekt dat de symboliek van de kaarsenkroon complexer is. Er staan ook dansende mannen en vrouwen op, waarmee de zuivere liefde tussen de man en de vrouw is te zien. De vrouw is in staat om de man te beschaven en om een heilzaam leven te leiden. Saillant is de stilistische overeenkomst tussen de dansende figuren op de Zutphense kaarsenkroon met die op een fresco uit dezelfde periode in

Rectificatie

In de eerste uitgave van Venster 2023 stond bij het artikel Rariteiten een fout vermeld.

Zuid-Tirol. Er is echter geen directe aanwijzing voor invloed vanuit daar. Graaf Willem I van Gelre zou er tijdens één van zijn vele reizen kunnen zijn geweest, maar dat levert onvoldoende bewijs voor navolging. Ook is niet

bekend wie precies de opdrachtgever in Zutphen is geweest en uit welk jaar de kaarsenkroon dateert. Hiermee is het geheim van de kaarsenkroon haast even groot als de zeldzaamheid ervan.

Daarin geeft Herman Wesselink een beschrijving van het bevrijdingsraam in de Grote Kerk in Wageningen. In dat bevrijdingsraam staat de Latijnse tekst

Lucem Tuam da nobis Deus. Per abuis is daar de verkeerde vertaling bij vermeld. De juiste vertaling moet zijn: God, geef ons uw licht.

3
De kaarsenkroon, gezien vanuit het koor. Foto: Tim Wengelaar, 2020

Nieuws van Gelderse Kerken

Even voorstellen: Marijn Dekker Sinds kort is er een nieuw gezicht bij Gelderse Kerken. Marijn Dekker (29) werkt sinds kort bij ons als trainee fondsenwerver. Om kennis met hem te maken stellen wij hem drie vragen over hemzelf en zijn werk als fondsenwerver.

Waarom besloot je om als fondsenwerver aan de slag te gaan bij Gelderse Kerken?

“Als voormalig student cultuurwetenschappen en bestuurskunde hecht ik grote waarde aan het behoud van ons cultureel erfgoed. Monumentale kerken zijn ons collectief geheugen en ook nu vormen deze kerken het kloppend hart van hele gemeenschappen. Dat is in mijn optiek de meerwaarde van een stichting als Gelderse Kerken. Pas zodra je

de krachten bundelt kan je echt iets betekenen voor structureel behoud van ons erfgoed.”

Wat is je grootste uitdaging?

“Dat heeft met de perceptie van fondsenwerving te maken. Het gevaar is dat iedereen nu denkt dat ik al het geld ga binnenhalen. Mijn werk als fondsenwerver is net zozeer gericht op mensen leren kennen, zodat wij samen hun kerk een mooie bestemming kunnen geven. Samen kunnen we echt heel veel bereiken voor het werven van extra middelen.”

Waarom moeten wij jou leren kennen?

“Dat is belangrijk omdat fondsenwerving samenwerking is. Je wil mensen als fondsenwerver zo persoonlijk mogelijk bij de projecten

Businesspartners

Gelderse Kerken

• Acel, Doetinchem

• B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen

• Boerman Kreek Architecten, Steenderen

• Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen

• Buro Stiel, Elburg

• Conserduc-Renofors, Sliedrecht

• Dijkman Bouw, Warnsveld

• Donatus Verzekeringen, Rosmalen

• Van Hoogevest Architecten, Amersfoort

• Koninklijke Woudenberg, Ameide

• Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau, Noordeloos

• Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede

• Van Lierop, Boxtel

• Orgelmakerij Reil, Heerde

• Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem

• Smederij Oldenhave, Vorden

• Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem

• Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo

• Tjepkema Medical Products, Lochem

• Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk

• Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen

• Schildersbedrijf Hagen, Arnhem

• Oostveen meesterschilders, Velp

• Hampshire Hotel ’s-Gravenhof, Zutphen

Ook businesspartner worden?

Bedrijven en organisaties kunnen businesspartner worden van Gelderse Kerken. Als tegenprestatie ontvangen ze informatie over onze activiteiten, kunnen ze onze kerkgebouwen huren en deelnemen aan onze jaarlijkse netwerkbijeenkomst. Ook interesse om businesspartner te worden voor een jaarlijkse bijdrage van € 200? Neem dan contact op met onze penningmeester Leo Uijl via info@geldersekerken.nl onder vermelding van ‘businesspartner’.

4
Buren Etten Kranenburg Rijswijk Vorden Hummelo Haarlo Marijn Dekker is trainee fondsenwerver bij Gelderse Kerken. Foto: pr

betrekken zodat je samen op zoek kunt gaan naar de gedeelde waarde. Dan kunnen we samen bepalen op welke manier iemand kan bijdragen. Straks kun je bij mij bijvoorbeeld informatie krijgen als je een specifiek project wil adopteren, of als je op zoek bent naar een bestemming voor een gift. Ook kun je mij benaderen als je informatie wil over nalaten aan een specifieke kerk of Gelderse Kerken als organisatie. Plannen of ideeën zijn ook zeer welkom. Als je iets wil doen voor een specifieke kerk in het dorp, bijvoorbeeld een actie organiseren, help ik je graag mee.”

Wil je Marijn een vraag stellen, dan kun je hem het beste bereiken via zijn e-mailadres

marijndekker@geldersekerken.nl

In memoriam: Wim de Valk (1935-2023) Hij was de eerste voorzitter van de Plaatselijke Commissie (PC) van de Sint-Victorkerk in Batenburg die door de toenmalige kerkenraad van de Hervormde Gemeente eind jaren zeventig werd overgedragen aan de Stichting Oude Gelderse Kerken. Een wijs besluit want de noodzakelijke restauratie kostte toen al bijna twee miljoen gulden. Wim heeft tot vorig jaar met hart en ziel het monument bewaakt, beschermd en mee onderhouden. Hij was graficus van beroep en kunstenaar in zijn vak. Wezenlijk voor hem was het woord van Augustinus: “Schoonheid is de kracht van ordening.” Dat over smaak niet valt te twisten, kon hij nog wel beamen, maar over slechte smaak kon je zijns inziens zinvol ruzie maken. Een heel klein spijkertje in de

muur tijdens een expositie was hem als een doorn in zijn eigen vlees. De letter was voor hem een heilige zaak. Daar is gelukkig een goed voorbeeld van bewaard gebleven in de gezandstraalde letters op de glazen deuren voor in de kerk. Het ontwerp is van zijn hand; de hand van de meester.

Als PC van Batenburg zijn we hem veel dank verschuldigd.

Namens de PC Batenburg, voorzitter Jan van de Bovenkamp

Nationaal Museum Tachtigjarige

Oorlog in Groenlo ontvangt 489.000 euro van de Vriendenloterij

De Stichting Oude Calixtus in Groenlo en Stichting Stadsmuseum Groenlo

hebben de handen ineen geslagen voor de ontwikkeling van een eigentijds museum over de Tachtigjarige Oorlog:

Nationaal Museum Tachtigjarige Oorlog in de Oude Calixtus in Groenlo. Koen Klein Tuente, projectleider

Nationaal Museum Tachtigjarige

Oorlog: “Met hulp van vele vrijwilligers en maatschappelijke organisaties hebben we de afgelopen periode keihard gewerkt om dit geweldige initiatief van de grond te krijgen. Deze fantastische bijdrage van de Vriendenloterij is de laatste steun

die nodig was om het plan ook daadwerkelijk te realiseren. Het museum wordt hiermee dan ook een beleving voor het gezin én erfgoedliefhebbers en vormt een verbinding en uitvalsbasis naar de hotspots in Groenlo, in de omgeving en daarbuiten.” Voor de tentoonstelling worden, naast bruiklenen onder andere uit de collectie van het Nationaal Militair Museum, ook stukken van inwoners uit Groenlo zelf getoond. Veel inwoners hebben voorwerpen uit de Tachtigjarige Oorlog in hun tuin of directe omgeving van Groenlo gevonden die zij ter beschikking stellen voor het nieuwe museum. Stichting Hart voor Vesting Grolle, de VVV en Achterhoek Toerisme werken nauw samen om het Nationaal

5
Batenburg Kerk-Avezaath Lochem Leur Steenderen Zutphen Drempt Hengelo Museum Tachtigjarige Oorlog onder de aandacht te brengen. Irene Moors reikt namens de VriendenLoterij de cheque uit aan projectleider Koen Klein Tuente. Foto: Amy van Leiden Fotografie, 2023

Voorjaarsexcursie naar vijf kerken in de gemeente Wijchen

De voorjaarsexcursie op 3 juni 2023 gaat naar een vijftal kerken in verschillende kernen van de gemeente Wijchen. In hun huidige vorm zijn deze gebouwen het zichtbare resultaat van de gang der geschiedenis, met verwoesting, herbouw, sloop en nieuwbouw. Hun interieurs vertonen een verrassende rijkdom aan elementen en stijlen. Zowel de kerk in Leur als de oude kerk in Batenburg vormen vanaf respectievelijk 1976 en 1978 het oudste bezit van Gelderse Kerken.

Bergharen (PKN)

Van de eerste romaanse kerk rest enkel nog de westmuur. Nadat in de veertiende eeuw oostelijk een gotisch koor was aangebouwd en westelijk een toren, krijgt het gebouw daarna een driebeukig schip met kruisribgewelf dat de toren omsluit. De vroegere aanwezigheid van de in 1826 afgebroken koorpartij is nog goed herkenbaar.

Bij een restauratie rond 1970 krijgt het interieur na afbraak van het negentiende-eeuwse bankenplan het huidige karakter. Behouden gebleven zijn wel de dooptuin en de ouderlingenen diakenbanken uit de late achttiende eeuw.

De kraagstenen hebben laatmiddeleeuwse gebeeldhouwde kopjes. De houten gewelfschotels zijn gemaakt bij de restauratie. Toen is ook een nu in de noordbeuk opgestelde oude altaarsteen gevonden. De preekstoel dateert van 1730-1740. Enkele grafzerken dateren uit de zeventiende eeuw.

Bergharen (r.-k.)

De St. Annakerk wordt in 1894 het derde kerkgebouw op deze plek, als opvolger van een schuurkerk uit 1797 en een neoclassicistische kerk uit 1830.

en foto’s: Jean Gardeniers, Jan Dekkers en Frits van Lochem

Tekst

Het ontwerp is van de Roermondse architect C.J.H. Franssen. Het is een mooi voorbeeld van een neogotische kruisbasiliek, waarbij vooral de forse en landschappelijk prominente vieringtoren opvalt. De westgevel met groot roosvenster doet denken aan die van de Ridderzaal in Den Haag. Franssen laat zich inspireren door de vroege Franse gotiek met een afwisseling van rechthoekige pijlers en ronde zuilen. In de bovenbouw van het schip kiest hij echter voor een eigen invulling met ronde vensters. De gebrandschilderde ramen zijn van

6
De Protestantse Kerk in Bergharen. De St. Annakerk in Bergharen.

atelier F. Nicolas & Zn. De kerk bezit altaren met neogotische retabels, een beeld van St.-Anna-te-Drieën van rond 1500 en een kuip van een middeleeuwse doopvont.

Hernen (r.-k.)

De aan de H. Judocus gewijde kerk vervangt een in 1892 gesloopte middeleeuwse voorganger. De kerk dateert daarmee uit dezelfde periode als de rooms-katholieke kerk van Bergharen, maar is ook een stilistische tegenhanger daarvan. De uit Wijchen afkomstige architect P. Stornebrink ontwierp een heel eigen door en door (neo-)romaanse kerk. Niet alleen herkenbaar aan de vele rondbogen bij ramen, lisenen en friezen, maar ook aan de overdadige hoeveelheid apsiden, tot en met een apsis aan de toren, als hoofdingang van de kerk. Ook de meeste inventarisstukken zijn uit het atelier van Stornebrink en uitgevoerd in neo-romaanse stijl. De polychromie is uit 1919 van atelier Cuypers. Dat deze kerk een franciscaanse kerk is valt af te lezen aan de gebrandschilderde ramen uit 1923

van atelier F. Nicolas & Zn. met heiligen van die orde, zoals Clara en Nicolaas Pieck (martelaar van Gorcum).

Batenburg (PKN)

De aan St. Victor gewijde oude kerk van dit kasteelstadje stamt uit de vijftiende eeuw. Van dit gebouw is door beschietingen in 1600 tijdens de tachtigjarige oorlog nog maar weinig over. De kerk werd daarna van 1608 tot 1634 zonder koor herbouwd, waardoor een vierkante vorm ontstond. Resten van de eerdere kerk zijn nog te vinden aan de westgevel. Wel is een zuiderzijkapel gebouwd en in 1714 een portaal aan de zuidzijde. In 1832 is het balkenplafond vervangen door een stucgewelf.

De kerk heeft een zeer rijke inventaris.

Preekstoel en doophek dateren uit 1660-1665. Het oude bankenblok is nog intact. Bijzonder zijn de rouwborden uit de zeventiende en achttiende eeuw, die betrekking hebben op de kasteelbewoners. Verder bezit de kerk enkele spectaculaire grafmonumenten uit die tijd. Het oudste inventarisstuk is de kuip van een romaanse doopvont. Vermeldenswaardig is het Craneorgel met beeldsnijwerk van Petrus Verhoeven uit 1770.

Leur (PKN)

Het silhouet van de kerk heeft een vorm die zoveel middeleeuwse dorpskerken in het oosten van het land hebben, een toren een laag schip en een hoger koor. De toren dateert uit de eerste helft van de veertiende eeuw, de

7
De St. Judocuskerk in Hernen. Een grafmonument in de St. Victorkerk in Batenburg.

scheve spits uit de zestiende. Het schip ontstond daarna, met een zijbeuk aan de zuidkant. Deze is in de zeventiende eeuw gesloopt en de boogopeningen naar het schip zijn dichtgezet. Deze ingreep is nog steeds goed zichtbaar. Het hogere koor met netgewelf stamt uit het begin van de zestiende eeuw. Tegen de zuidkant van het koor is in 1752 op de fundamenten van de middeleeuwse sacristie een grafkapel gebouwd voor de plaatselijke adellijke familie.

en de schildering rond het gotische sacramentskastje. Bijzonder zijn ook de gotische briefpanelen die nu verwerkt

zijn in nieuw meubilair. De doopvont dateert uit de eerste helft van de dertiende eeuw.

Literatuur

Capelleveen, H.J. van, & Zweers, D.J.K., De kerk te Leur, Leur, 1991

Haans, F.A.C. en Frank, C.J.B.P, Monumentenboek Gemeente Wychen, Nijmegen/Wychen, 1991

Kolks, H.L.J., Rondom St. Judocus, Hernen, 1993 Rosenberg, H.P.R., De 19de­eeuwse kerkelijke bouwkunst in Nederland, ’s-Gravenhage, 1972

Schulte, A.G., Het land van Maas en Waal, ’s-Gravenhage, 1986

In het interieur vallen de gewelf- en muurschilderingen van het koor op De Dorpskerk in Leur.

Meer informatie en aanmelden

Bent u na het lezen van de achtergrondinformatie over de kerken in Wijchen enthousiast geworden over deze excursie? Lees dan de praktische informatie hieronder en meld u aan om mee te gaan op zaterdag 3 juni 2023.

Programma

We reizen per touringcar vanaf het NS-station Wijchen, mede vanwege de mogelijkheid om gratis te parkeren in de parkeergarage bij het station. Aan de rechterkant van het station staat de bus voor ons klaar. We vertrekken uiterlijk om 10.30 uur. Gezien het tijdschema, gebaseerd op de diverse afspraken met de kerken en het restaurant vertrekken we stipt op tijd. Houd dus vooraf rekening met eventuele treinvertragingen en/of files.

We rijden eerst naar Hernen waar we de fraaie St.-Judocuskerk bezoeken. Vervolgens rijden we naar Leur waar we de bus parkeren achter restaurant De Leurse Hof en lopen dan circa 250 meter naar de prachtige eeuwenoude kerk van Leur. Na dit bezoek lopen we terug naar restaurant De Leurse Hof voor een heerlijke lunch.

Na de lunch stappen we weer in de bus op weg naar Bergharen waar we eerst de protestantse kerk bezoeken. Na dit bezoek vervolgen we onze excursie naar de St.-Annakerk met haar indrukwekkende vieringtoren. Bij mooi weer brengen we aansluitend een bezoek aan de Kapelberg, een oude hoger gelegen bedevaartsplaats.

Tot slot zetten we koers naar het oude stadje Batenburg waar we de oude St.-Victorkerk bezoeken.

Daarna is het tijd om terug te keren naar het NS-station in Wijchen.

Kosten

De kosten van deelname zijn €50,50 per persoon, inclusief de organisatiekosten, vervoer per touringcar en de lunch met koffie/thee.

Aanmelden

Wilt u deze mooie excursie op zaterdag 3 juni niet missen? Geef u dan vóór vrijdag 12 mei op. Dat kan op 3 verschillende manieren:

1. U kunt zich aanmelden via onze webshop op www.geldersekerken.nl bij Uitgelicht > Excursie 3 juni en vervolgens direct betalen via Ideal.

Schulte, A.G., Kerken in Gelderland, Zutphen, 2000 Ringband SOGK 1, 23-40; 1, 161-204; 3, 95-100 en 4, 80-84.

2. U kunt zich ook aanmelden via het inschrijfformulier op geldersekerken.nl bij Uitgelicht > Excursie 3 juni U betaalt vervolgens door het bedrag aan ons over te maken.

3. Tenslotte is het ook mogelijk om u aan te melden door een e-mail te sturen naar info@geldersekerken.nl. Vermeld uw naam, het aantal personen, uw adres, postcode en woonplaats, telefoonnummer en eventuele dieetwensen. Vergeet vooral niet uw telefoonnummer te vermelden, zodat wij u kunnen bereiken als er plotseling iets verandert qua tijd of opstapplaats.

Lukt het niet met aanmelden? Stuur dan een e-mail naar info@geldersekerken.nl of bel naar 06-810 811 21.

Betalen kan dus bij aanmelden via de webshop of door het verschuldigde bedrag over te maken naar bankrekeningnummer NL19 RABO 0165 8211 16 ten name van Gelderse Kerken, onder vermelding van ‘Voorjaarsexcursie 2023’.

Bij noodgevallen kunt u op de excursiedag bellen met 06-391 974 80 (Frits van Lochem).

Graag tot ziens op zaterdag 3 juni.

8

Lilian Grootswagers, verbinder bij herbestemming kerken

Wie regelmatig de krant leest, kan er niet omheen; de leegkomende kerken, onderdeel van ons erfgoed en onze identiteit, is een onderwerp dat de gemoederen bezighoudt. Want nu steeds meer kerken aan de eredienst worden onttrokken, rijst de vraag: wat doen we straks met het gebouw? Een gesprek met Lilian Grootswagers; zelfstandig adviseur, bruggenbouwer, gids en initiator op het specifieke terrein van historisch erfgoed.

Ze ziet het behoud van kerken als een groot maatschappelijk vraagstuk waar ze zich vol enthousiasme voor inzet, al weet ze dat het geen makkelijke opgave is. ‘De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed meldt dat op basis van de huidige cijfers er tot 2030 circa 4.000 kerken in Nederland hun religieuze functie zullen behouden. Zeker 1.000 kerken zullen worden afgestoten, maar waarschijnlijk zelfs meer. Dat zijn enorme aantallen. Gelukkig wordt er in 240 gemeenten inmiddels gewerkt aan een ‘kerkenvisie’. Het idee is daarbij dat gemeente, kerkeigenaren en burgers samen nadenken en samen afspraken maken op weg naar een duurzame toekomst. Steeds meer mensen zijn zich gelukkig bewust van het belang om het onderwerp op de agenda te zetten. Want qua architectuur, bouwstijl en kwaliteit bouw je die kerken niet zo maar terug. Eens verloren is altijd verloren, dus we moeten waar we kunnen inzetten op behoud’, zegt ze vastberaden.

Natuurlijk begrijpt Grootswagers ook dat niet alle kerken kunnen worden behouden. Maar er is volgens haar een belangrijke reden om ervoor te zorgen dat we er zoveel mogelijk behouden voor toekomstige generaties. ‘De staat van het onderhoud in de Nederlandse kerken is nu goed, zeker in verhouding Lilian

Interview Ceciel Bremer 9
Grootswagers voor de Sint-Josephkerk in Kaatsheuvel. Foto: Heemschut/Henk Snaterse
‘Je vindt alleen een oplossing als je het samen doet’

tot het buitenland. Als we nu niets doen, dan hebben we over vijftien jaar nog een veel groter probleem. Je moet echt kennis delen met elkaar. Gelderse Kerken doet dat heel goed; de stichting weet hoe die processen lopen en kan daarin een begeleidende rol spelen.’

Begrip voor elkaar

Affiniteit met erfgoed had de Brabantse Grootswagers altijd al, maar de kennis over dit maatschappelijk vraagstuk ontbrak. Dat veranderde toen bijna 20 jaar geleden de Sint-Josephkerk in haar woonplaats Kaatsheuvel dreigde te worden gesloopt. Via haar man die lid was van de heemkundekring kwam ze in contact met een dorpsgenoot die graag een museum in de kerk wilde beginnen. De bevolking werd bevraagd via een enquête in de krant; 3.200 mensen gaven aan dat ze graag een alternatief voor sloop onderzocht wilden hebben. Er werd een stichting opgericht, een website gebouwd en verschillende commissies ingericht waarin 32 dorpsgenoten met ieder hun eigen expertise zitting namen. Ook werd de hulp van Taskforce Toekomst Kerkgebouwen ingeschakeld en als voorzitter verdiepte Grootswagers zich in de standpunten van alle betrokken partijen. ‘Daar leer je zoveel van. Sindsdien heb ik begrip voor alle

stakeholders rondom zo’n kerk. Je hebt te maken met wet- en regelgeving vanuit de overheid, maar ook vanuit de kerk, welstand, monumentenzorg, ruimtelijke ontwikkeling en ga zo maar door. Er komt zoveel bij kijken. Er is veel vooringenomenheid en beeldvorming. De waarheid is vaak genuanceerder dan je in eerste instantie verwacht. Samenwerking is de enige manier om tot gedragen oplossingen te komen.’

Internationaal

De situatie in haar woonplaats - waar de kerk uiteindelijk onderdak bood aan een gezondheidscentrum - leverde haar veel praktische kennis op die ze graag wilde delen. Op verzoek schoof ze daarom regelmatig vrijwillig aan bij provinciebesturen waar ze haar ervaring en netwerk aanbood. Dat leidde geheel onverwacht tot een concrete opdracht vanuit de provincie Gelderland om onderzoek te doen naar de status van het onderhoud van het religieus erfgoed; samen met Herman Westerbeek schreef ze in 2010 Religieus Erfgoedwijzer Gelderland Het betekende het begin van haar professionele loopbaan als oplosser en

RELIGIEUS S ERFGOED

verbinder bij herbestemmingsopgaven. Grootswagers zette haar kennis vervolgens ook internationaal in en was betrokken bij de oprichting van een Europese stichting om de krachten te bundelen voor het behoud van religieus erfgoed. Ze werkte als projectleider namens Erfgoedvereniging Heemschut mee aan het programma Toekomst Religieus Erfgoed (2018 -2021) waarbij acht partners zich samen inzetten voor een duurzame toekomst voor alle kerkgebouwen in Nederland.

Inspiratiefilmpjes

De verbinding zoeken is in dit complexe vraagstuk volgens haar het sleutelwoord. Dat doet ze als projectleider Erfgoedvereniging Heemschut met het project De Verbinding. Dit richt zich speciaal op erfgoedvrijwilligers en burgers. Daarvoor zijn praktische handvatten ontwikkeld. Zo verscheen er een folder Heemschut Religieus erfgoed over wat je zelf kunt doen, met daarin onder andere de oproep om religieus erfgoed onderdeel te maken van de omgevingsvisie. De folder wordt ondersteund met

De brochure

Religieus erfgoed van Heemschut over wat je zelf kunt doen, met daarin onder andere de oproep om religieus erfgoed onderdeel te maken van de omgevingsvisie.

10
Lilian Grootswagers in haar rol als voorzitter van een panel voor de EU. Foto: pr

zeven inspirerende korte filmpjes met voorbeelden hoe burgers zich inzetten voor het behoud van hun religieus erfgoed. Grootswagers: ‘We zijn heel pragmatisch; de filmpjes gaan over herbestemming, behoud en inspanningen door burgers. Overal moet steeds opnieuw het wiel worden uitgevonden, mensen krijgen vaak maar een keer in hun leven met een dergelijk vraagstuk te maken en dan is kennis delen en leren van de ervaringen van anderen heel fijn.’

Beweging

Het aantal kerken waar Grootswagers betrokken was bij de herbestemming groeit nog steeds. Hoe krijgt ze het elke keer weer voor elkaar dat alle betrokkenen tot een gezamenlijk en gedragen besluit komen? ‘Creatief zijn, kijken naar wat wel kan. Verdiep je in elkaars standpunten en zoek samen naar een oplossing. Dat geldt voor elke stakeholders aan tafel. Vaak vindt zo’n gesprek over keuzes rondom behoud, herbestemming of sloop alleen plaats tussen de eigenaren van de kerk en de kerkgemeenschap en worden burgers er niet bij betrokken omdat het al complex genoeg is. Toch heeft dat echt toegevoegde waarde, want als je ze er niet bij betrekt, kunnen ze je tegenstanders worden in plaats van je medestanders. Als je met elkaar in gesprek gaat, is er beweging en waar beweging is, is er kans op een mogelijke oplossing. Mooie voorbeelden genoeg in het land waar samenwerking en het benutten van de potentie van burgers hebben geleid tot gedragen oplossingen. In Gelderland is de theaterkerk in Bemmel bijvoorbeeld een mooi voorbeeld.’

Grote opgave

Om haar missie kracht bij te zetten, roept Grootswagers als voorzitter van Stichting Open Kerken op om zoveel mogelijk kerken open te stellen tijdens de landelijke open Kerkendag

Aanmelden kan via: info@openkerkendag.nl www.openkerkendag.nl

Landelijke Open Kerkendag

Maandag 29 mei 2023 - tweede pinksterdag

De derde editie van de Open Kerkendag staat in het teken van het kerkinterieur. Het Nederlandse landschap staat bekend om de torenspitsen en kerken, maar wat schuilt er nu precies achter deze stenen façades? In de Nederlandse kerken is zóveel kunst en erfgoed te zien, dat je zonder overdrijving van musea kunt spreken. Om daar iets van mee te krijgen, om dat te zien en te ervaren, moet je wel een keer naar binnen gaan. Dat is de uitnodiging van Open Kerkendag. Kom binnen en verbaas je over al dat moois van eeuwen en geniet van diverse activiteiten.

De voorgaande edities hebben wij op grote deelname kunnen rekenen uit de provincies Noord-Brabant en Zeeland, maar dit jaar hopen wij dat kerken uit het hele land de kerkdeuren openen op tweede pinksterdag.

Voor meer informatie of het aanmelden van een kerkgebouw kunt u onze website raadplegen: www.openkerkendag.nl

op Tweede Pinksterdag, maandag 29 mei. Het enthousiasme waarmee de Brabantse over haar werk praat, is aanstekelijk. Met veel positiviteit, doorzettingsvermogen en de mentaliteit om samen de schouders eronder te zetten, benadrukt ze waarom het zo belangrijk is om zoveel mogelijk kerken te behouden. ‘Vooral op het platteland bepalen kerken het dorpsbeeld. Ooit zijn kerken door burgers samen gebouwd en de toekomst ervan wordt ook door ons samen bepaald. Weet je, er zitten kerken bij die eeuwen oud zijn. Daar moet je toch wel heel goed over nadenken voordat je die gaat slopen. Eens gesloopt, is voor altijd verloren. Vroeger was het een grote opgave om een kerk te bouwen, nu is het een grote opgave

om hem te behouden en door te geven aan de volgende generatie. Dat redden we alleen als we het samen doen.’

Meer informatie

• De inspirerende filmpjes van Heemschut vindt u op YouTube via http://bitly.ws/AUaw

• De brochure Religieus Erfgoed kunt u downloaden op www.heemschut.nl

• De publicatie over Religieus Erfgoed, een visie op een veranderend kerklandschap, kunt u voor € 14,95 bestellen op www.heemschut.nl

11
Mede mogelijk gemaakt door onze partners: /openkerken /openkerkendag /openkerkendag Volg ons op social media:

Het fenomeen westwerk

Jaap van der Veen

Nederland kent een tiental kerken met een zogenaamd gereduceerd westwerk.

De meeste van deze kerken zijn te vinden in de provincies Groningen en Friesland.

Gelderland kent er twee, te weten de kerken van Oene en Vorchten.1 Beide kerken

werden in de vorige editie van Venster al beschreven door Huub Ummels. In deze

bijdrage wordt meer ingegaan op het fenomeen westwerk.

Het gaat hierbij om kerken waarbij het schip ter weerszijden van de toren doorloopt tot de westgevel van de toren. In deze zogenaamde westwerken zijn de ruimtes op de begane grond en de eerste verdieping verbonden door boogvormige openingen. De functie van zo’n westwerk roept nog steeds vragen op. Was de functie werelds, een plaats voor de troon van de heerser of hadden de ruimten een liturgische functie? Haslinghuis beschreef dit fenomeen indertijd als ‘een merkwaardig torentype’ daarmee zijn verlegenheid met dit fenomeen demonstrerend.2

Het westwerk van Corvey

Kerken met een westwerk dateren in meerderheid uit de twaalfde eeuw waarbij de toren geheel of gedeeltelijk uit tufsteen is opgetrokken. De oorsprong van het westwerk moet gezocht worden in het Frankische Rijk, in de landen waarover de macht van Karel de Grote zich in de Middeleeuwen uitstrekte. Als voorbeelden dienen daarbij de kerken van Aken, Corvey en Werden in Duitsland en van Centula3 in Frankrijk. Deze abdijen zijn omstreeks 800 na Chr. gebouwd met een westwerk.

De abdij van Corvey aan de Weser verrees vanaf 815, ongeveer 25 jaar na de bouw van de abdij van Centula.4 Aan de westzijde van de westgevel was oorspronkelijk een atrium aanwezig die qua vormgeving verwant was aan het atrium van Centula. Deze abdijkerk is vele malen verwoest door oorlogshandelingen en brand waardoor er van de

oorspronkelijke negende-eeuwse toestand weinig meer resteert. Tussen 873 en 885 is het atrium verdwenen en werd deze ontmoetingsruimte verplaatst naar de oostzijde van de westgevel. Daarbij werd het atrium als het ware binnen de kerk getrokken waarmee het westwerk was geboren. Oorspronkelijk kende de kerk drie torens; een centrale toren en twee traptorens. De middelste toren is wegens bouwvalligheid gesloopt toen Wibalt von Stablo (1146-1158) abt was.5

De beide traptorens werden verhoogd waarna men twee klokken tussen de beide torens hing. Het westwerk kende drie verdiepingen die onderling door boogopeningen waren verbonden en aan de oostzijde via boogopeningen met de kerkzaal waren verbonden. De verdiepingen hadden gedeeltelijk kruisgewelven en gedeeltelijk balkenplafonds. Opvallend aan dit westwerk is het feit dat ze geheel gepolychromeerd was. De kolommen waren groen geschilderd met gele verticale biezen. Dit deed men om de structuur van het gebouw met behulp van kleur te versterken.6 Bijzonder is de vondst daarbij van een schildering voorstellende Odysseus in gevecht met Skylla.7 Das Meer ist die Welt was een steeds weerkerend zinnebeeld waarbij de gevaren van de zee, die ieder zeevaarder bedreigde, met zijn duivelse machten en demonen stond voor de bedreigingen van de christen in die tijd. Daarbij werd de tocht van Odysseus opgevoerd als een voorbeeld van een man die alle (wereldse) bedreigingen weet te pareren.8

12

De abdijkerk van Werden9

De abdijkerk van Werden werd tussen 799 en 809 gesticht door de missionaris en latere bisschop van Münster, Liudger.10 Het was in feite na Aken de oudste Karolingische kerk in Duitsland. Van de oorspronkelijke kerk resteert slechts weinig. Pas in de tiende eeuw werd de kerk uitgebreid met een westwerk ook Paradies genaamd. In de twaalfde eeuw werd deze voltooid. Buiten, aan de westkant, is hier nog duidelijk het atrium aanwezig. Een bordje met de tekst ‘Paradies’ duidt hierop. In de achttiende en negentiende eeuw werd het Paradies op één juk na afgebroken. De

resterende ruimte is overwelfd maar open aan de westkant. Onder de westtoren zijn binnen nog de restanten van het westwerk zichtbaar. Daar ter plekke heeft het middenschip over twee verdiepingslagen open verbindingen met de beide zijschepen. Gezien de vroeg-gotische spitsbogen zal dit niet oorspronkelijk zijn. Op een koperdruk uit 1581 is te zien dat de westelijke toren en het bouwdeel westelijk daarvan versmallen. Hierin zal zich het westwerk hebben bevonden. De kerk van Werden bezat in het westwerk een Michaëlskapel waarmee de strijd tegen de kwade machten uit het westen tevens een liturgische verbinding kreeg.11

13
Corvey, westgevel van de abdijkerk. Foto: Jaap van der Veen, 2022

Omdat de abdij van Werden uitgebreide bezittingen had in het noorden en oosten van het huidige Nederland tot het einde van de dertiende eeuw12 zal zij haar invloed hebben doen gelden bij de bouw van kerken in dit deel van Nederland. Daarbij kan ook het fenomeen westwerk zijdelings geïntroduceerd zijn in ons land. Juist deze kerk van Werden kreeg na de brand van 1256 een westwerk dat bij de kerken van Vorchten en Oene duidelijk herkenbaar is; een toren met doorlopende zijbeuken. Opvallend is dat bij alle kerken die in haar grondboeken worden genoemd nergens een Nederlandse plaats voorkomt met een kerk voorzien van een westwerk.

Gereduceerde westwerken

Een gereduceerd westwerk in Nederland betreft meestal een éénbeukige dorpskerk13 waarbij het schip van de kerk ter weerszijden van de toren doorloopt tot de westgevel van de toren. Binnen ontstaan hierdoor drie ruimten die op de begane grond en de eerste verdieping als het ware één blok vormen. Op beide verdiepingen zijn door boogvormige openingen de drie ruimtes met elkaar verbonden en soms overwelfd. Het uiterlijk van het torenlichaam en zijbeuken aan de westzijde maakt hierdoor een massieve indruk. Vergeleken met de grote ontvangstruimte (atrium) in het westen van de abdijkerk in Corvey kan men bij de Nederlandse kerken

slechts spreken van gereduceerde bouwwerken vanwege hun beperkte omvang. Daardoor zal ook de functie zijn gereduceerd. Beneden nog slechts een ontvangstruimte met op de verdieping een altaar.

Daarbij dient onderscheid te worden gemaakt tussen torens uit de Karolingische periode zoals Aken, Corvey, en Centula (Saint Riquier) en de kerken met gereduceerde westwerken in Nederland. Deze torens zijn niet ingebouwd tussen twee doorlopende zijbeuken maar vormen één bouwwerk over de volle breedte van de kerk. Alleen Werden kreeg bij latere verbouwingen wel diezelfde vorm waarbij de beide zijbeuken doorlopen langs de westtoren. De torens in Nederland uit de vroeg-romaanse periode liggen grotendeels in het noorden: Anjum, Wierum, Foudgum, Hijum en Britsum in Friesland, Doezum, Bierum en Bedum in Groningen en Vorchten en Oene in Gelderland.

Functie van het westwerk

In de middeleeuwse symboliek verbeeldde het westwerk het bolwerk, dat de kerk beschermde tegen de machten van de duisternis. Deze zienswijze vond haar oorsprong in het eeuwenoude volksgeloof, dat meende dat het boze geestendom in de lucht huisde en zijn wijkplaats had in het westen.14 Het was daarom niet ongebruikelijk dat in het westwerk Sint Michaël kon worden geëerd, de aartsengel

14
Saint Requier, doorsnede over de lengte van de kerk en het atrium. W. Effmann, Eine Untersuching zur Geschichte der kirchlichen Baukunst in der Karolingerzeit, Münster, 1912

die beschermde tegen de duistere machten. Vanwege zijn relatie met de aarde vermoedde men dat hij de zielen van de overledenen het eeuwige leven binnenleidde. Daarnaast is hij de overwinnaar van de duivel en zijn aanhang. Met een Michaëlsaltaar in een kapel in het westwerk kreeg de strijd tegen de duisternis een liturgische connotatie. Om de hoge ligging van het op verlangen van de aartsengel zelf gestichte heiligdom van Monte Gargano (Italië) wordt hij bij voorkeur vereerd op bergtoppen of in torenkapellen.15 De meest aannemelijke plaats voor een Michaëlskapel was daarom de ruimte op de eerste verdieping in het westwerk. Het had een opening naar het schip en hier kon op gezette tijden een mis voor de heilige worden opgedragen. Met andere woorden, het westwerk had een liturgische functie. Vermeulen onderschrijft deze visie. Hij dacht dat het westwerk plaats bood aan andere heiligen dan de patroonheilige. Dit wordt versterkt door de aanname dat de kerken van Centula en Sankt Gallen in het westwerk een doopvont hadden. In Centula werd in het westwerk ook de paascommunie aan de leken uitgereikt. In de kerk van Werden vonden in het westwerk de doop, paascommunie, lijkdiensten en rechtspraak plaats.16 Ter Kuile schrijft daarentegen: evenals bij eenvoudige torenkapellen is de bestaansreden van de “gereduceerde Westerblokken“ raadselachtig. 17 Toch lijkt de liturgische functie de meest aannemelijke.

Het westwerk kon ook de plek zijn waar het knapenkoor stond te zingen gedurende de mis, op de zogenaamde zangerstribune. Van de kerk van Centula was bekend dat de oprichter Angilbert wilde starten met 300 monniken waaronder 100 jonge jongens. Omdat zij de baard nog niet in de keel hadden, zongen zij als engelen, vandaar de benaming engelenkoor. De 300 monniken waren verdeeld in drie groepen. De eerste honderd had de westwerkkerk, San Salvator, als standplaats. De tweede groep van honderd, Sint Richarius, stond in het oostkoor van de basiliek en de derde groep stond voor het kruisaltaar in het middenschip.18 Zij zongen 24 uur per dag God lof. Een hardnekkige opvatting is dat het westwerk de plek was waar de wereldlijke heerser zijn zetel had.19 Dit is twijfelachtig, zeker in Nederland. In al die elf dorpjes zal in de middeleeuwen waarschijnlijk nooit een wereldlijk heerser de mis hebben bijgewoond. Daar komt bij dat een heerser liever op een plek zit waarbij hij door alle aanwezigen goed gezien kon worden. Vermoedelijk is de zetel van Karel de Grote in de Dom van Aken debet aan deze veronderstelling. Deze kerk was echter octogonaal waardoor de afstand tot het liturgisch centrum minimaal was. Wel zijn er aanwijzingen dat in Centula en Corvey het westwerk wellicht werd gebruikt voor een mis als de keizer op bezoek kwam.20 In de kloosterkerk zelf werd het gezang van de monniken voor de komst van

15
Corvey, interieur westwerk met in het midden het altaar; zicht naar het oosten. Foto: Jaap van der Veen, 2022

de keizer niet onderbroken. Van de keizer is bekend dat hij gemiddeld ongeveer een keer per decennium de beide kerken (Centula en Corvey) bezocht.21 In het westwerk van Corvey stond een altaar waarbij mogelijkerwijs aan de keizer de communie werd uitgereikt. Logisch dat het westwerk ook voor andere liturgische doeleinden werd gebruikt. Karel de Grote was er zeer op gebrand om de roomse liturgie in zijn rijk in te voeren. Vandaar zijn directe bemoeienis.

Het gereduceerde westwerk van Oene

Het gereduceerde westwerk van de kerk van Oene is bijzonder. Het torenlichaam bestaat uit tufsteen, behalve de bovenste twee meter, die net als de beide doorlopende zijbeuken naast het westwerk in baksteen is opgetrokken. De toren is vermoedelijk in het begin van de twaalfde eeuw gebouwd.22 In tegenstelling tot de huidige situatie was toen het middendeel van het westwerk op de begane grond met een romaans gewelf gedekt. Helaas is dit gewelf in de vijftiende eeuw bij een ingrijpende verbouwing uitgebroken en is in de westgevel een hoog gotisch venster aangebracht waardoor het gesloten karakter van het westwerk veranderde. Door deze ingreep werd het oorspronkelijke gebruik definitief onmogelijk gemaakt. Vanwege het feit dat de verdiepingsvloer van de middenbeuk werd afgebroken binnen een eeuw na de bouw van de beide zijbeuken, kan worden geconstateerd dat de zijbeuken naast de toren waarschijnlijk niet meer voor de liturgische functie van een westwerk zijn gebouwd maar voor het uitdijend aantal kerkgangers.

Vóór de bouw van de zijbeuken werd het westwerk in Oene bepaald door een kleine middenruimte met ter weerszijden diepe nissen in de dikte van de torenmuur. Daarboven op de eerste verdieping was dezelfde ruimte waar vermoedelijk de Michaëlskapel was gesitueerd met een opening naar het schip van de kerk. Een credensnisje, waarin de ampullen met ongewijde wijn en water werden bewaard, herinnerde aan deze liturgische functie.23

Bij de meeste dorpskerken in Nederland met een gereduceerd westwerk ontstond de toren min of meer gelijktijdig met het schip. Vaak betrof het een éénbeukig schip dat breder was dan de toren en in één vlak stond met de westgevel van de toren.

In Oene was dat ook het geval. In de romaanse periode kende de kerk een éénbeukig schip dat ter weerszijden van de toren doorliep. Het schip was binnen aan de noord- en zuidzijde 80 centimeter breder dan de toren. Omstreeks

16
Werden, noordwestzijde met rechts het Paradies. Foto: Jaap van der Veen, 2022 Saint Requier, Louis de Silvestre, de heilige Michaël in gevecht met de duivel, 1712. Foto: Jaap van der Veen, 2022 Werden, Kopersnede 1581, noordwestzijde met doorlopende noordbeuk. Bron: wikimedia.org

1400 werden de bestaande zijbeuken gebouwd waardoor er een driebeukig gebouw ontstond waarbij ook de nieuwe zijbeuken doorliepen langs de toren. De middenruimte van het westwerk werd in het vierde kwart van de veertiende eeuw gedekt met een gewelf met fraai geprofileerde ribben. De noordelijke en de zuidelijke

ruimten werden op de begane grond gedekt met gewelven waarbij het gewelf van de noordelijke beuk figuratief werd beschilderd.24

De kerk van Vorchten

De kerk van Vorchten is éénbeukig en gebouwd in de dertiende eeuw. Het gereduceerde westwerk bestaat uit het torenlichaam en de beide delen van het schip die doorlopen langs de toren. Deze langs de toren doorlopende delen van het schip dateren uit het midden van de dertiende eeuw. Gezien hun geringe omvang - het schip is inwendig slechts 110 centimeter breder dan de toren - is het de vraag of zij een functionele bijdrage aan de liturgische betekenis van het westwerk hebben geleverd. De toren en de zijgevels van het gereduceerde westwerk bestaan grotendeels uit tufsteen. Deze zijgevels hebben een spaarveld gedekt met een boogfries met daarboven een bakstenen verhoging. Deze verhoging hoort bij een latere ophoging van de kap.25 Het westwerk van Vorchten vertoont enige overeenkomst met het westwerk van Oene. Ook hier is naderhand het gewelf van de onderste ruimte in het middendeel onder de toren verwijderd waardoor nu een rechtstreeks zicht

17
Aken, de troon van Karel de Grote. Foto: Pit Siebigs, overgenomen uit: Walter Maas, Der Aachener Dom, Aachen 2020, 70 Oene, westgevel. Foto: Jaap van der Veen, 2022 Aken, situering van de troon. Tekening Kreusch 1958, overgenomen uit: Maas 2020, 71

wordt geboden op het gewelf van de eerste verdieping. Dit gewelf vertoont in het midden een grote zeskantige opening waardoorheen de klok in de klokkenstoel kon worden gehesen. De zijbeuken worden grotendeels gevormd door twee nissen met spitsboog die zijn gespaard in de dikte van de torenmuur. Daarachter is slechts een beperkte ruimte zichtbaar.

Bijzonder aan dit westwerk is de romaanse westingang die is versierd met een rondgaand colonnet dat waarschijnlijk uit de ontstaansperiode van de toren dateert.

1 Regelmatig worden in dit verband ook de Onze-Lieve-Vrouwekerk en de Sint Servaas in Maastricht genoemd. Het betreft hier geen gereduceerde westwerken en vallen daarom buiten dit kader.

2 E.J. Haslinghuis, “De FrieschWestsaksische uitlopers van de “Westbouw” voor kerken van de XIIe en XIIIe eeuw”, Kunst, 1932, p. 339

3 Sinds de Middeleeuwen heet deze plaats Saint Riquier

4 H. Claussen, A. Skriver, Die Klosterkirche Corvey, Mainz 2007, 2

5 G. Tiggesbäumker, Corvey, Welterbe an der Weser, Berlin 2015, 18

6 Claussen, 132

7 Claussen, 172, 260-261

8 Claussen, 156

9 Werden is sinds de samenvoeging met Essen in 1929 een stadsdeel van de stad Essen.

10 KuLaDig, Cultuur.Landschap. Dogital, Katholische Pfarrkirche Sankt Ludgerus in Essen­Werden, 2022

11 J.J.F.W. van Agt, “Gereduceerde westwerken in het oude Friesland”, Nederlandsch Kunsthistorisch

Jaarboek 1950-1951, 79

12 Van Agt, 75

13 J.J.M. Timmers, Christelijke symboliek en iconografie, Bussum, 1974, 286287

14 F.A.J. Vermeulen, Handboek tot de geschiedenis der Nederlandsche Bouwkunst, ’s-Gravenhage 1928, 120

15 E.H. ter Kuile, Duizend jaar bouwen in Nederland, Amsterdam 1948, 184

16 A. Fuchs, Das Westwerk in Corveykeine Kaiserkirche?, Westfalen, 1965, 158

17 F. Mobius, Westwerkstudien, Jena 1968, 3

18 Fuchs, 153-160

19 Fuchs, 157

20 Z. Kolks, Langs de Oude Gelderse kerken, De Veluwe, Baarn 1978, 84

21 Voorlopige lijst der Nederlandsche Monumenten van geschiedenis en Kunst Deel IV. De provincie Gelderland, Utrecht 1917, 78

22 Voorlopige lijst, 78

23 Voorlopige lijst 106

18
Oene, zicht naar het noorden op de begane grond. Foto: Jaap van der Veen, 2022 Het gewelf in de kerktoren van Oene dateert uit de veertiende eeuw. Foto: J. Krijnen, 2008 Toren met gereduceerd westwerk van Vorchten. Foto K. Emmens, 2008

Mijn kerk

Jacobskerk in Winterswijk

Toen wij in 1973 als gezin in Winterswijk kwamen wonen, zochten we aansluiting bij de Gereformeerde kerk die toen nog bestond uit twee gebouwen: de Zonnebrinkkerk en de kerkzaal Fides et Concordia, aan de Stationsstraat op de plek waar nu het gemeentekantoor staat. In 1981 werd de kerk aan de Zonnebrink verbouwd tot een geheel nieuw kerkelijk centrum. In 2005 kwam er een fusie tot stand tussen de Hervormde Gemeente Winterswijk en de Gereformeerde Kerk van Winterswijk. Het resultaat van deze fusie is de Protestantse Gemeente Winterswijk waar ik nog steeds lid van ben. De kerk als instituut en als gemeenschap van mensen waar je bij mag horen, is voor zover ik me kan herinneren voor mij altijd een min of meer vanzelfsprekend gebeuren geweest.

In de Jacobskerk ben ik bewust van de lange ontstaansgeschiedenis van dit gebouw. Al eeuwen lang komen mensen hier bijeen. Hier is de kerstening van Winterswijk en omgeving begonnen. Dit kerkgebouw heeft voor mij als het ware een ziel. Het kan een spirituele plaats zijn, het is niet uitsluitend een gebouw van steen. De teksten op de pilaren, in het Latijn en het Nederduits getuigen van een lange kerkgeschiedenis, net als de prachtige fresco’s en secco’s in de gewelven en op de muren.

Het stiltecentrum is niet meer weg te denken in de Jacobskerk. Het heeft een duidelijke functie, ook tijdens de openstellingen van de kerk. Inwoners van Winterswijk en andere bezoekers, ook uit het buitenland, lopen even binnen en komen daar voor stilte, gebed, bezinning, om een kaarsje op te steken, te luisteren naar muziek of om zo maar even een praatje te maken.

Ontmoeting, vrolijkheid, verdriet, geloof en hoop delen. Bezoekers komen er op adem, ervaren rust, doen inspiratie op en voelen zich even zen. En wat te denken van de vele concerten die er worden gegeven gedurende het gehele jaar, ook in de zomermaanden; marktconcerten waarbij je zo maar even binnen kunt lopen. Verder biedt de kerk uiteenlopende tentoonstellingen en de mogelijkheid om de toren te

beklimmen. Kortom, ik hoop dat de Jacobskerk als monument van religieus erfgoed in het centrum van ons dorp behouden blijft ook voor toekomstige generaties, en dat het een plek mag zijn waar we met mensen van andere religies en culturen op een liefdevolle en respectvolle manier met elkaar blijven communiceren. Samen met alle andere vrijwilligers hoop ik het komende seizoen weer veel gasten te ontmoeten tijdens de openstellingsuren.

19
Annie Esseveld-Onnink
Foto: Roel Kleinpenning, 2023

Een kunstgalerie in het negentiende-eeuwse kerkje van Laag-Keppel

Schuin tegenover het kasteel van LaagKeppel staat het pittoreske voormalige hervormde kerkje dat omstreeks 1880 werd gebouwd en een historische verwantschap heeft met het kasteel. Decennia geleden verloor het zijn functie voor de eredienst. Daarmee behoort het tot de eerste kerkgebouwen in de Achterhoek, die ten gevolge van de ontkerkelijking werden gesloten. De broers Rick en Mike Hulshof en hun partners hebben het neogotische kerkje in 2018 en 2019 laten restaureren tot kunstgalerie. Een immense klus, waarmee het kerkgebouw is klaargemaakt voor de toekomst en weer straalt als ooit tevoren. Het gemeentelijke monument gaat nu verder als galerie & kunstuitleen Kunst of Art.

Even terug in de tijd: Laag-Keppel kreeg in 1404 stadsrechten. Daardoor is het nu een van de kleinste stadjes van ons land. Het ontleent haar naam aan de lage ligging ten opzichte van het naburige Hoog-Keppel. Keppel verwijst naar ‘keppele’, wat ‘kapel’ betekent. De heren van Keppel hebben in de middeleeuwen een privé-kapel laten bouwen op het terrein van het kasteel. Zij gunden de bevolking van Laag-Keppel de mogelijkheid om alhier ter kerke te gaan. Bij de Reformatie ging het kerkje over naar de protestanten. In 1880 ontstond het huidige neogotische kerkje aan het begin van de Hummeloseweg.

Wie zijn ogen beter de kost geeft, ontdekt dat er echter sprake is van een mengvorm van neogotische elementen met andere stijlkenmerken, zoals het romaans, te zien aan de rondboog-

friezen aan de toren, en het classicisme, herkenbaar aan de daklijsten en pilasters. Daarmee is de kerk van LaagKeppel typerend voor de protestantse kerkbouw uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Merkwaardig is de plattegrond: de kerkzaal heeft de vorm van een omgekeerde T, waardoor de dwarsbeuk zich aan de voorzijde bij de toren bevindt in plaats van achteraan. Een T-vormige plattegrond kwam bij negentiende-eeuwse hervormde kerkgebouwen evenwel geregeld voor. Waarom de hervormde gemeente van Laag-Keppel de kerk in een omgekeerde T-vorm liet bouwen, is niet bekend.

Voordat de heren Hulshof in LaagKeppel neerstreken, heeft het kerkje diverse andere functies gehuisvest, waaronder een jeugdsoos en een fotostudio. Gaandeweg was het in verval geraakt. In 1988 opende Henk Hulshof, vader van Rick en Mike, er een kunstgalerie die de opmaat vormde naar de huidige bestemming. Nadat Hulshof sr. het kerkje eerst huurde, kochten zijn zonen Rick en Mike en hun partners het van de gemeente Bronckhorst en kon het familiebedrijf Kunst of Art het in gebruik nemen. Maar er was nog een lange weg te gaan naar de uiteindelijke galerie.

20
Het kerkje in Laag-Keppel vanuit het zuiden. Foto's: Kunst of Art Herman Wesselink Herbestemming

De voorbereidingen namen in totaal zo’n zes jaar in beslag. Eerst moest een haalbaarheidsonderzoek worden uitgevoerd. Een galerie in het kerkje bleek haalbaar, maar dat ging niet zonder concessies omdat de bouwkosten ondertussen flink waren gestegen. Er is bijvoorbeeld voor een gevlinderd betonnen vloer gekozen in plaats van een gietvloer. Een echte tegenvaller bleek de torenspits waarvan het totaal verrotte dakbeschot moest worden vervangen. Oorzaak was de boktor. Latje voor latje werd het hout vervangen door restauratiebedrijf Schotman. Niet alleen de torenspits, ook het gehele kerkdak moest worden vernieuwd. Onder het plein bleek een boomwortel in de weg te zitten. Ook het metselwerk dat onder andere tijdens de Tweede Wereldoorlog schade had opgelopen, heeft men hersteld. Dankzij een onafhankelijk bouwbegeleider

konden de twee stellen deze lange en complexe herbestemmingsopgave in goede banen leiden.

Daarmee is het Laag-Keppelse kerkje niet alleen weer zoveel mogelijk in de oude staat teruggebracht. Het is ook geheel verduurzaamd, waardoor het nu zelfs energielabel A heeft. Dat leek eerst nog niet vanzelfsprekend, omdat er veel aangepast moest worden. De eigenaren wilden voor het hoogst haalbare gaan maar ook de historische details behouden. Interieurarchitect Ynske Breukelaar kwam met een mooie oplossing waardoor het voormalige kerkinterieur rust uitstraalt door middel van fraai lijnenspel. Een in de loop der jaren geplaatste tussenwand heeft men verwijderd, waardoor de oorspronkelijke ruimtewerking in de kerk weer is hersteld. Ook is het stucplafond met lijsten en rozetten weer

zichtbaar gemaakt. De neogotische spitsboogvensters laten als vanouds weer veel licht naar binnen schijnen.

Inzetramen in spitsboogvorm zorgen voor voldoende isolatie van de vensters. Aan de binnenzijde van de kerkmuren zijn voorzetwanden geplaatst met isolatiemateriaal die niet helemaal tot aan de daklijst doorlopen, waardoor het stucplafond mooi tot zijn recht komt. De vijf centimeter dikke isolatieplaten aan de bovenkant van de wand zijn keurig weggewerkt. Ook boven het plafond en onder de vloer is isolatie aangebracht. Er is een energiezuinige LED-verlichting en de expositieruimte wordt verwarmd door middel van een hybride luchtwarmtepomp. Een warmteterugwin-installatie houdt de warmte bovendien langer vast.

21
Het interieur oogt nu weer als één ruimte.

Mede dankzij subsidies én eigen inbreng heeft het familiebedrijf deze bijzondere herbestemming kunnen financieren. Architectenbureau Boerman Kreek Architecten maakte de tekeningen. Leerlingen van het Graafschap College in Doetinchem werden door Schotman Restauraties B.V. betrokken bij de uitvoering van het werk

en deden daarmee praktijkervaring op. In deze tijd, waarin steeds meer monumentale kerkgebouwen moeten worden herbestemd, zijn dergelijke jonge vakmensen hard nodig.

Het resultaat is niet alleen een sfeervolle en niet-alledaagse expositieruimte in het negentiende-eeuwse kerkinterieur,

maar er is ook een atelier gecreëerd. Het publiek kan er zoveel mogelijk naar binnen lopen. Een inspirerende herbestemming die een voorbeeld kan zijn voor menig ander kerkgebouw dat leeg komt te staan en een verrijking is voor de omgeving. Het project van de broers Hulshof en hun partners is in 2019 bekroond met de Pieter van Vollenhovenprijs.

22
De galerie in het vroegere dwarsschip van de kerk.. Werkatelier voor de kunstenaars. De plaquette die herinnert aan de Pieter van Vollenhovenprijs.

Agenda

Haarlo

Carel Kraayenhof en Leoni Jansen

komen naar de Kluntjespot in Haarlo met hun programma Melancholie in de Polder. Ze hebben ze in de loop der jaren een gemeenschappelijk repertoire opgebouwd, dat varieert van Ierse en Schotse muziek tot nummers van Randy Newman en Sting. Uiteraard ontbreken de Latijns-Amerikaanse folkmuziek en de tango niet!

Zaterdag 13 mei 2023

Wageningen

Herdenkingsexpositie ‘Oorlog in mijn buurt’, georganiseerd door de Wageningse 4Meiwerkgroep.

Meer informatie:

https://wageningen45.nl/herdenken/ herdenkingsexpositie

Donderdag 4 mei 2023

Lustrumconcert kamerkoor Musica

Vocale: Bruckner, E­moll mis in bewerking voor orgel, met Wim Roelfsema.

Meer informatie en kaartverkoop:

https://www.musicavocale.nl/

Zaterdag 13 mei 2023, 20.00 uur

Voorjaarsconcert Wageningse

Studenten Koor en Orkest Vereniging

Meer informatie en kaartverkoop:

https://wskov.nl/

Vrijdag 2 juni 2023, 20.00 uur

Concert Symfonieorkest Sonante, met mezzosopraan Esther Kuiper. Muziek van Joachim (Elegiac Overture In memoriam Heinrich von Kleist, opus 13) Berlioz (Les nuits d’été, opus 7) en Brahms (Serenade nr. 1, opus 11).

Zaterdag 17 juni 2023, 20.00 uur

23
Kijk op www.geldersekerken.nl/agenda/ voor de meest actuele informatie over openingstijden, reserveren en dergelijke. Esther Kuiper. Foto: Sarah Wijzenbeek Foto: Kraayenhof en Jansen.

Werk aan de kerk Frans Kegels

Uitbreiding Heiligenbeeldenmuseum in Kranenburg

De H.-Antonius-van-Paduakerk is ontworpen in 1855, gebouwd in 1856. Het is de oudst bewaard gebleven kerk van architect Pierre Cuypers. De kerk heeft in 2000 een toepasselijke herbestemming gekregen als Heiligenbeeldenmuseum.

Omdat de collectie van het museum zich uitbreidde, was een depotruimte

voor de beelden noodzakelijk. De plaatselijke commissie van de Kranenburgse kerk nam daarom zelf het initiatief om deze depotruimte te bouwen. Dankzij een bijdrage van de provincie Gelderland en diverse andere fondsen werd dit mogelijk gemaakt. Afgelopen januari is de bouw begonnen en naar verwachting is dat

dit voorjaar afgerond. Vanwege de museale status dient de depotruimte aan hoge bouwkundige en klimaattechnische eisen te voldoen. De aangrenzende corridor naar de voormalige pastorie wordt tevens gerestaureerd en verduurzaamd.

24

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.