Venster2015 4

Page 1

Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 13, 2015, nummer 4

Een Hollandse doopboog in Steenderen

De Kluntjespot in Haarlo

Erik Hoffman over 足restauratiewerk


Van de redactie

Colofon

Beste lezer, De SOGK-familie is weer uitgebreid en wel met de kerk van Haarlo. De SOGK-familie omvat inmiddels zestien religieuze gebouwen. En de SOGK is al weer in onderhandeling met potentiële kandidaten. Dit alles ligt in lijn met de gestage uitbreiding die de SOGKfamilie de laatste jaren heeft ondergaan. Hartverwarmend is het ook om telkens weer te constateren dat er rondom zo’n religieus gebouw dat eigendom gaat worden van de SOGK, altijd een heel grote groep van mensen is die niet alleen pleiten voor het behoud van dit gebouw maar die zich daar ook voor willen inzetten.

De echte uitdaging begint echter pas na de overname door de SOGK. Dan moet namelijk invulling gegeven worden aan de multifunctionele invulling van het gebouw. En dat is voorwaar geen eenvoudige taak in een tijd dat er al zo veel gemeenschapshuizen, culturele centra en cultuurhuizen zijn die óók geëxploiteerd moeten worden. Het is verheugend te constateren dat een groep mensen in de gemeenschap van Haarlo bereid is om met voortvarendheid de schouders eronder te zetten!

Ben Verheij

Inhoud

3 4

Locaties van de SOGK

Antonius-van-Paduakerk in Kranenburg Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken

Berichten van het bestuur

Venster, 2015, nummer 4 — 2

6 8

Interview

Eric Hoffman over ­restauratiewerk Hoofdartikel

De Kluntjespot in Haarlo

15 16

Kerk&werk

Orgel in de Remigiuskerk

Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belangstelling wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar (februari, mei, september, en november). Venster wordt toegestuurd aan donateurs van de SOGK, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethouders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland. Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Vaste donatie met tijdschrift Venster: minimaal € 25,– per jaar Bank: NL53 INGB 0003 3246 14 Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, ­eind­redacteur; drs. Marjan Witteveen, ­wetenschappelijk redacteur venster@oudegeldersekerken.nl Medewerkers: dr. Henk Demoed, dr. Verena Demoed, Carel van Gestel Grafisch ontwerp en opmaak: Henk-Jan Panneman, Arnhem Fotografie: ©sogk en auteurs, tenzij anders vermeld Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957

Achtergrondartikel

Een Hollandse doopboog in Steenderen

19

Agenda

20

Sluitsteen

Activiteiten in onze kerken Terugblik op ­najaarsexcursie

Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar nodig is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden benaderd, kunnen zich met de redactie in verbinding stellen. Afbeelding voorzijde: Klavier van het kabinetorgel in de kerk van Haarlo. Foto Hans Hendriksen, 2013. Zie ­artikel op pagina 8.


Locaties van de SOGK

Verena Demoed

Heiligenbeeldenmuseum op naar de 125.000 bezoekers

Mensen weten hun weg naar het Heiligenbeeldenmuseum in Kranen­ burg nu wel te vinden. Sinds de opening in 2000 lopen de bezoekersaantallen gestaag op. Ze schom-

Reislustige beelden komen aan in Kranenburg.

melen momenteel rond de zeven- à acht­duizend per jaar. De opkomst verschilt per expositie. De jaarlijkse kerstgroepententoonstelling is een echte publiekstrekker. Ook de naamheiligen trokken een breed publiek. De nalatenschap van Henk Ensink liep iets minder goed vanwege het puur katholieke karakter. De volgende thematentoonstelling moet dus weer iets worden wat veel mensen aanspreekt, beroeps­ patroonheiligen bijvoorbeeld. Lange adem Het succes van het Heiligenbeelden­ museum was wel een kwestie van een lange adem. Dat niet iedereen zich realiseert hoeveel werk het is, bleek toen de stichting Vrienden van de Mauritiuskerk het

Heiligenbeeldenmuseum vroeg om tips en tricks. De Mauritiuskerk in Silvolde moet binnenkort sluiten vanwege de verwachte verdere ontkerkelijking. Tijdens het gesprek werd al snel duidelijk dat een multifunctionele herbestemming met een klein heiligenbeeldenmuseum niet zo gemakkelijk is als het lijkt. Denk alleen maar aan de beveiliging, een toilettenblok en een grote poule vrijwilligers. Kerststal achter in de Landrover Tijdens de eerstvolgende kerstgroepententoonstelling is onder meer een kerstgroep te zien die de hele wereld over geweest is. De oude beelden van zo’n halve meter hoog komen oorspronkelijk uit een Venlose beeldenmakerij. Ze emigreerden met de familie Jakobsen mee naar NieuwZeeland. Ook toen zij in Schotland gingen wonen, werden de beelden op sleeptouw genomen. Omdat er weer een verhuizing gepland staat, besloot de familie om de kerststal aan het Heiligenbeeldenmuseum te schenken. Achter in de Landrover kwamen de reislustige beelden in Kranenburg aan. De beelden hebben een grondige restauratie ondergaan en worden tijdens de komende kerstexpositie opgesteld in het toegangsportaal van de H.-Antonius-van-Paduakerk, een kleine sfeervolle ruimte onder de toren.

In elke uitgave van Venster zetten we een van de locaties van de SOGK in de spotlight. Door middel van een markant verhaal of bijzonder evenement staan we even stil bij onze eigen monumenten. Dit keer bij de H.-Antonius-van-Paduakerk in Kranenburg. Restauratie van de beelden. Foto’s Heiligenbeeldenmuseum

Venster, 2015, nummer 4 — 3

Met het nieuwe entreegebouw en de pas voltooide restauratie is het Heiligenbeeldenmuseum helemaal klaar voor de toekomst. Op naar de 125.000 bezoekers! Nog een paar exposities die een breed publiek aanspreken, en dan is ook die mijlpaal bereikt.


Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken Restauratie voltooid! Onder grote belangstelling is de omvangrijke restauratie van de Antonius-van-Paduakerk in Kranenburg, de oudste nog bestaande Cuypers’ kerk (1856), op 25 september jongstleden voltooid. Met het luiden van de klok bij het altaar, als start voor het luiden van de klokken in de kerktoren, markeerde prof. mr. Pieter van Vollenhoven de officiële voltooiing van de restauratie. In zijn toespraak benadrukte Van Vollenhoven dat het particulier initiatief voor het behoud van monumenten van essentieel belang is. De commissaris van de Koning, de heer Clemens Cornielje, en loco­ burgemeester Arno Spekschoor waren bij de bijeenkomst aanwezig. De restauratie in Kranenburg is een bijzonder project geweest, omdat de

Groenlo

Hoog-Keppel

locatie een leerlingbouwplaats was, die opleidingskansen voor een aantal leerlingen bood. Er is ook een klankbeeld gemaakt, getiteld ‘Meesterschap is vakmanschap’, waarin verschillende

Pieter van Vollenhoven luidt de altaarbel in Kranenburg ter voltooiing van de restauratie. Foto Jan Holtrigter

Bronkhorst

Kranenburg

Vorden

Venster, 2015, nummer 4 — 4

Businesspartners SOGK • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Burgers van der Wal, Doetinchem • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • Elbertse Orgelmakers, Soest • GlasBewerkingsbedrijf Brabant, Tilburg • GlasPro glasstudio, Doetinchem • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Installatiebureau Wiltink, Vorden • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau, Noordeloos

aspecten van de restauratie zijn belicht. In de Antonius-van-Paduakerk is het Heiligenbeeldenmuseum gevestigd. Eind 2008 is aan het museum de officiële museumregistratie verleend.

• • • • • • • • • • • • •

Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede Van Lierop, Liempde MAS Architectuur, Hengelo Orgelmakerij Reil, Heerde Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem Smederij Oldenhave, Vorden Steenfabriek Biezeveld, Kerkdriel Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo Van der Vegt Smeed- en ­constructiebedrijf, Meerkerk Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen

Hummelo

Etten

Buren

Elkaar versterken ‘Ik heb mij aangesloten bij het netwerk van businesspartners van de SOGK, omdat ik kerkgebouwen een warm hart toedraag en daarom wil bijdragen aan het behoud ervan. Maar ook omdat het businesspartnerschap mij in contact brengt met bijvoorbeeld aannemers en schilders. Mijn ervaring is dat de communicatie makkelijker verloopt, als je elkaar een keer in de ogen hebt gekeken. Bij intensiever contact krijg je meer begrip en respect voor elkaars werk. Als ik van een schilder hoor hoe hij de orgelkas wil gaan schilderen, weet ik hoe de gerestaureerde orgelkas daartoe moet zijn voorbereid. Zo versterken we elkaar.’ Hans Reil, Orgelmakerij Reil


Zutphen

Drempt

Leur

Orgelrestauratie in Batenburg De restauratie van het De Crane-orgel in de Sint-Victorkerk in Batenburg is afgelopen september gestart en begin november afgerond. Dit eenklaviersorgel, dat in 1770 werd gebouwd door

Bezoekers bij de overdracht van de kerk in Haarlo. Foto Jan Freriks

genieten van de Kluntjespot in Haarlo. Het kerkgebouw is in de afgelopen jaren geheel gerestaureerd en verkeert in goede staat van onderhoud. In het

Steenderen

Rijswijk

Mattheus de Crane, was dringend aan restauratie toe. Het totale restauratie­ budget van € 35.000 is dankzij ­finan­ciële bijdragen van verschillende stichtingen en organi­saties geheel met externe middelen gedekt.

Restauratie van het De Crane-orgel in Batenburg. Foto Ton Rothengatter

hoofdartikel van dit nummer van Venster, dat op pagina 8 begint, kunt u meer lezen over dit mooie en bijzondere kerkje.

Hengelo

Kerk-Avezaath

Batenburg

Uw steun is onmisbaar Om ons werk goed te kunnen blijven doen, zijn we constant op zoek naar personen en instellingen die ons financieel willen ondersteunen, ook voor bepaalde projecten van onze stichting. Als u eens van gedachten wilt wisselen wat uw rol hierin zou kunnen zijn, dan is onze penningmeester hiervoor van harte beschikbaar. Zonder steun van particulieren, bedrijven, instellingen en overheden is ons mooie werk niet uit te voeren. We rekenen ook in de toekomst graag op deze ondersteuning.

Venster, 2015, nummer 4 — 5

Overdracht Kluntjespot in Haarlo Op 10 oktober jongstleden is de Hervormde Kerk in Haarlo (bijgenaamd de Kluntjespot) aan de Stichting Oude Gelderse Kerken overgedragen. Namens de burgerlijke gemeente Berkelland was burgemeester Van Oostrum aanwezig. Hij benadrukte in zijn toespraak het belang van het monumentale kerkgebouw voor de lokale samenleving. Elke keer is het overdragen van een kerkgebouw een indrukwekkend en voor de kerkgangers een emotioneel moment. Het kerkgebouw krijgt een andere eigenaar, maar de zondag na de overdracht wordt in hetzelfde kerk­ gebouw weer de eredienst gehouden. De zorgen voor het in stand houden van het kerkgebouw zijn er niet meer. De hele dorpsgemeenschap mag blijven


Interview ‘Restauratiemedewerker ben je je hele leven lang’ Jongens zijn het – maar aardige jongens; daarvan is Eric Hoffman overtuigd. ‘Wij hebben continu zes of zeven leerlingen aan het werk in de leeftijd van zestien tot twintig jaar. De moeilijke leeftijd zou je zeggen, maar op het gebied van orde en discipline hebben we weinig problemen. Nu het werkaanbod minder is dan vroeger, zijn er minder leerlingen en krijgen we uiterst gemotiveerde jongens binnen.’ Hoffman is directeur van het gelijknamige bouwbedrijf, dat onlangs de restauratie van de H.-Antonius-van-Paduakerk in Kranenburg voltooide. De restauratie op de Kranenburg was een leerlingbouwplaats, vertelt Hoffman in zijn kantoor in het Achterhoekse Beltrum. ‘Dat wil zeggen een bouwproject waar, dankzij speciale provinciale subsidie, leerlingen werken en het vak kunnen leren van leermeesters. Overigens is het bij ons altijd al zo dat leerlingen meelopen met vakvolwassenen. Het is voor ons een manier om het vakmanschap binnen het bedrijf te behouden.”

liseren. Meestal gaan ze één dag in de week naar school. Vanuit Bouwmensen worden de leerlingen bij bouwbedrijven geplaatst, waar ze de overige vier dagen werken. ‘Tijdens het eerste jaar snuffelen ze bij de diverse bedrijven om te bepalen waar hun voorkeur naar uitgaat’, vervolgt Hoffman. ‘Dat kan zijn de utiliteitsbouw, nieuwbouw, onderhoud of restauratiewerk. Daarna kiezen ze hun eigen richting.’

Eerst snuffelen, dan kiezen De leerlingen zijn (nog) niet in dienst van Bouwbedrijf Hoffman, maar worden ingeleend van Bouwmensen: het opleidingsbedrijf voor scholing in de bouw, gestart als een samenwerkingsverband van aannemers. Daar leren ze in eerste instantie voor timmerman of metselaar, en kunnen zich later specia-

Werken aan uniek gebouw Hoffman wil het werk van een restauratiemedewerker absoluut niet romantiseren. ‘Er moet ook gewoon gewerkt worden, en geloof me, het is geen lolletje om in de winter buiten op een steiger te staan. Ook betekent het vaak in lastige houdingen op moeilijke plekken werken. Maar sommigen vinden het prachtig om aan een uniek gebouw te werken en willen niets liever dan restauratiewerk. Ik zeg altijd maar zo: “Restauratiemedewerker ben je óf maar één dag óf je hele leven lang.”’

Eric Hoffman (links) met architect Brok. Foto’s

Metselaar Niels Meekes hakt de oude topgevel

Leerling-timmerman Sjoerd Lichtenbarg is

Arjan Harbers

weg om ruimte te maken voor de nieuwe kruis-

bezig met timmerwerk van de nieuwe dakkapel-

bloemen.

len van de torenspits.

Vak leren bij bouwbedrijf ‘Vroeger gingen leerlingen naar de ambachtsschool om het vak te leren’, herinnert Hoffman zich, ‘tegenwoordig leren ze het vak bij bouwbedrijven. Niet meer op school… Maar wat doen ze nu dan eigenlijk op school?’, vraagt hij aan Arjan Harbers, een van zijn medewerkers. ‘Daar krijgen ze vooral theorielessen’, weet Harbers, ‘bijvoorbeeld constructieleer, materialenkennis, wet- en regelgeving, tekeningen

Venster, 2015, nummer 4 — 6

lezen en dergelijke.’ Destijds kwam hijzelf als zestienjarige leerling bij Hoffman. Inmiddels is hij projectleider, onder andere van het project op de Kranenburg. ‘Het voordeel is dat ik precies weet wat er van leerlingen verwacht wordt, zowel op school als binnen ons bedrijf.’

Karlijn van Onzenoort


Metselaar Niels Meekes voegt de verlode glas-

De metselaars Erik te Woerd (foto links) en Niels Meekes zijn bezig met aanmetselen en voegen

in-loodpanelen aan van het grote ronde venster

van de ezelsrug na plaatsing van de kruisbloem.

aan de straatzijde.

Tachtig jaar vakmanschap Bouwbedrijf Hoffman werd in 1937 door de grootvader van Eric Hoffman opgericht. Die was timmer­man en verrichtte voornamelijk onderhoud aan boerenbedrijven in de regio. Zijn zoon Jan nam de zaak in 1970 over en breidde de werkzaamheden uit tot woningbouw en utiliteitsbouw. Maar zijn hart lag in de restauratie – en daarmee maakte hij een begin in 1978 met een restauratieproject in

Zutphen. Eric Hoffman staat sinds 1999 aan het roer. Het bedrijf telt op dit moment 45 medewerkers en 60 procent van het werk zijn restauratie­ opdrachten in de (ruime) regio. Van Ede (de Enka-fabriek) tot Zwolle (de Peperbus) en van Rhenen (Cuneratoren) tot Deventer (Zwarte silo). Bouwbedrijf Hoffman is een van de 38 landelijk erkende restauratie­ bouwbedrijven.

Een loodgieter/leidekker van Van Wely bekleedt de stijlen van de nieuwe dakkapelkozijnen van de torenspits met lood.

De restauratieopdracht op de Kranenburg was volgens Eric Hoffman een complexe klus waarbij diverse disciplines betrokken waren: metsel- en voegwerk, kapwerk, vervanging van loodwerk, restauratie van leibedekking, van glas-in-lood en van natuursteen. Op basis van oude foto’s heeft de steenhouwer, in overleg met de architect, nieuwe kruis-

bloemen van natuursteen gemaakt. Ook hebben timmerlieden pinakels van duurzaam hout uitgesneden; deze zijn door de loodgieter met lood omgeven en vervolgens op de vieringtoren geplaatst. De restauratie van de H.-Antonius-van-Paduakerk werd op vrijdag 25 oktober jongst­ leden feestelijk afgerond in aanwezigheid van Pieter van Vollenhoven.

Venster, 2015, nummer 4 — 7

De klus op de Kranenburg


Een bijzonder monument verscholen tussen het groen in de Achterhoek

De Kluntjespot, kerk van de Hervormde Gemeente Haarlo en Waterhoek

Carla van Welzenis

In het kleine dorp Haarlo, in het oosten van de provincie Gelderland, staat aan de rand van het dorp op een natuurlijke verhoging tussen statige eikenbomen een klein achtkantig kerkje, bijgenaamd de Kluntjespot. Deze naam is ontleend aan de eveneens achtkantige klontjesbus of suikerpot, zoals die vroeger in gebruik was in veel gezinnen. Het kerkje is in 1858 gebouwd. De ligging, de mooie sierbestrating rondom en de ronde opstelling van de banken

Venster, 2015, nummer 4 — 8

maken dit kerkje tot een bijzonder monument.

In 1383 werd al gesproken over een kapel in de omgeving van Haarlo. Nadat hij voor zijn parochie in Eibergen drie akkers cadeau had gekregen van het dorp Haarlo, beloofde de pastoor dat hij de kapel in Haarlo zou bedienen. Haarlo hoorde kerkelijk onder Eibergen, dat weer onderdeel van het bisdom Munster was. Als een van de eerste dorpen in de streek ging Haarlo dankzij de pastoor al in 1558 over naar de reformatie, maar omdat het gebouw eigendom was van de gedeeltelijk katholiek gebleven markegenoten, werd de kapel voornamelijk nog als school en vergaderruimte gebruikt. De markegenoten moesten als eigenaren voor de instandhouding van het gebouw zorgen. Tussen 1659 en 1679, vond een grondige restauratie plaats. De wanden bestonden toen uit steen en leem, en het dak was aanvankelijk van riet of stro. Later kwamen daar dakpannen voor in de plaats. De kapel was ongeveer zestig vierkante meter groot en had de vorm van een klein zaalkerkje met twee rijen zitplaatsen, de ene kant voor de vrouwen en de andere kant voor de mannen. Ook was er al een haard of kachel aanwezig, waarmee het wat verwarming betreft zijn tijd ver vooruit was. Op de school, die in het begin van de negentiende eeuw nog steeds in de kapel werd gehouden, zaten

toen ongeveer zestig kinderen. In die tijd kwam slechts twee keer per jaar een dominee naar de kapel in Haarlo: in de tijd voor Pasen en met de zomerkermis. Op 5 mei 1823 werd de kapel in drie dagen afgebroken, waaruit men kan concluderen, dat het gebouw toen niet meer in goede conditie was. Hij werd meteen weer opgebouwd in de drie zomermaanden, omdat de kinderen in de zomer toch niet naar school gingen. Op 10 augustus 1823 gingen, onder het luiden van een nieuwe klok, de mensen van Haarlo weer naar hun kapel ter kerke.

Een eigen kerk De invoering van grondbelasting en de Markewet van 1848 voor het opheffen van de markegenootschappen brachten een grote verandering mee. De markegenoten moesten het gezamenlijk bezit verdelen. Voor de kapel hadden de afzonderlijke markegenoten geen belangstelling. Ze deden afstand van het gebouw. Het was nog even de vraag of ze de kapel aan de burgerlijke overheid zouden overdragen voor schoolgebruik, of aan de kerk voor kerkelijk gebruik. Het werd de kerk, de Nederlandse Hervormde Gemeente in Eibergen. In 1855 ontstond onder de bewoners van de buurtschappen


Voorzijde van de kerk in Haarlo in de zomer. Foto Gerrit Luggenhorst

De nieuwe kerk De kerk is gebouwd met financiële steun van de landelijke overheid. Om die subsidie te verkrijgen waren het ontwerp en de bouw van de kerk onderhevig aan de goedkeuring van en controle door het Rijk, uitgevoerd door ingenieurs van het ministerie van Waterstaat. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is het begrip Waterstaatskerk niet verbonden aan een bepaalde bouwstijl. De kerk kreeg een vorm die in de negentiende eeuw bijna niet voorkomt, want het is een achtkantig kerkje. Protestantse kerken werden in de zeventiende en achttiende eeuw vaak gebouwd op een veelzijdig symmetrische plattegrond, maar in de negentiende eeuw kwam dat bijna niet meer voor. In Gelderland is de grote Koepelkerk in Arnhem uit 1837-1839 nog een voorbeeld en verder is voor zover bekend alleen het kerkje in Veenhuizen (1825-1826) in een achthoek gebouwd. Haarlo is dus het laatste voorbeeld.

Ligging van de kerk De kerk in Haarlo is op een heuvel gebouwd. Uit archeologisch onderzoek in 2012 bleek dat het hier om een natuurlijke heuvel gaat. In de sierbestrating voor de kerk zijn in de klinkers kruis, anker en hart aangebracht als symbolen van geloof, hoop en liefde. Op het grasveldje voor de kerk, ingeklemd door een halfcirkelvormige oprijlaan van twee kanten, staat het een beeld van een Haarloos ‘boertje’, vervaardigd en geschonken aan de Haarlose gemeenschap door de beeldhouwer Renes. Op een steenworp afstand ligt het kerkhof, dat in 1831 is aangelegd op het Pausveld. Dit kerkhof is eigendom van de gemeente Berkelland.

De buitenzijde van de kerk De kerk is opgetrokken in baksteen, gemetseld in kruisverband en heeft een eveneens achthoekig, met gesmoorde Hollandse pannen belegd tentdak. Dat wordt bekroond door een klein met zink en lood bekleed torentje, met daarop kruis en haan. In het torentje hangt een monumentale klok die zondags en bij sterfgevallen wordt geluid. Deze monumentale klok is vervaardigd door G.T. van Heuvel in 1857. De kerk heeft neoclassicistische kenmerken, zoals de acht-

Venster, 2015, nummer 4 — 9

Haarlo en Waterhoek de wens dat de kapel tot kerk werd verheven, met een vaste dominee. Ze slaagden erin het geld bij elkaar te krijgen en ze bouwden de kerk op de plaats van de kapel. In 1858 kon dominee Ledeboer de kerk inwijden.


De dakruiter op de kerk in Haarlo. Foto auteur, 2010

Achterzijde van de kerk. Foto auteur, 2011

hoekig gevormde plattegrond met pilasters op de hoeken. In vier van de acht gevels bevindt zich een groot spitsboogvenster met een gietijzeren raamwerk met vorktraceringen, een neogotisch motief. Drie gevels zijn blind uitgevoerd: de twee aan de voorzijde waarin de deuren zijn opgenomen en de gevel achter het liturgisch centrum. De gevel tussen de twee toegangsdeuren is, behalve van een groot venster in het midden, ook voorzien van twee laag geplaatste vensters, om licht te brengen in de toegangsruimten en de consistorie.

Venster, 2015, nummer 4 — 10

Inrichting van de kerk In het geheel van de achtkant is ook de consistoriekamer verwerkt, evenals twee halletjes en een trap naar de orgel­ galerij. De oorspronkelijke inrichting is bewaard. De banken hebben de vorm van een cirkelsegment en staan opgesteld in drie rijen, op de preekstoel gericht. Zo benadrukken ze het centraliserende effect van de vorm van het kerkgebouw. Voor de restauratie in 2012-2013 waren de achterwand waaraan de preekstoel is bevestigd en het plafond licht blauw geschilderd. Na de restauratie zijn zij neutraal van kleur. Vanaf de preekstoel loopt de vloer op naar achteren. Sommige banken hebben gesloten rugleuningen wat het

Achterzijde van de kerk. Foto Hans Hendriksen, 2007


Het bankenplan en het liturgisch centrum. Foto Hans Hendriksen, 2013

liturgisch centrum. Op de tafel liggen een statenbijbel en een kleinere bijbel met in het leer het opschrift ‘kerk van Haarlo en Waterhoek’. Ook op de preekstoel ligt een oude statenbijbel.

Orgels In de kerk staat een monumentaal kabinetorgel, gebouwd in 1765 door H.H. Hess uit Gouda. Het is in 1994 als monument aangewezen. Kabinetorgeltjes werden voor deftige families gebouwd, die beschikten over grote huizen, waarin zo’n instrument tot zijn recht kwam. In 1866 is dit orgel aangekocht door de kerk van Haarlo. Het werd toen op de galerij geplaatst. In 1972 is het orgel gerestaureerd door de firma Verschueren uit Heythuizen. In 1987 hebben vrijwilligers uit de gemeente het orgel naar beneden gebracht en in het liturgisch centrum geplaatst. De laatste restauratie vond plaats in 20122013. Toen is het orgel opgeschilderd in de authentieke kleuren. Het unieke aan dit kabinetorgel is dat het bijna compleet bewaard is gebleven. Alleen de deurtjes, die op de buitenstijlen van de grote deuren scharnieren en de pijp­ velden blinderen, ontbreken helaas. Het klavier is belegd

Venster, 2015, nummer 4 — 11

verschil in status laat zien dat rijke boeren zich destijds aanmaten. Deze banken hebben ook meer zitruimte. De meeste banken zijn voorzien van afsluitbare deurtjes. Ter plaatse van de zijmuren worden deze deurtjes door schilderingen gesuggereerd. Vroeger betaalden kerkgangers voor een eigen zitplaats. Hieraan herinneren nog de letters A, B en C en de cijfers op de rijen. De preekstoel is geplaatst tegen de achterwand van het liturgisch centrum en vervaardigd door L. te Molder, een timmermansknecht die destijds deze klus klaarde voor 89,75 gulden. Aan de preekstoel hangt een koperen bakje. In de zeventiende en achttiende eeuw was het gebruikelijk een doopbekken aan de preekstoel te bevestigen. Mogelijk was dit bakje het oude doopbekken. Na het in gebruik nemen van een apart doopvont werd daarin lange tijd het doopgeld gelegd. Het huidige doopvont bestaat uit een houten zuil met een zilveren schaal. De oorspronkelijke collectezakken aan een lange stok met een bel om de mensen te laten weten dat de collecte eraan komt, zijn nog aanwezig, evenals de oude liedborden. Een paar decennia geleden heeft de familie Brinkerink de avondmaalstafel met drie hoge rieten stoelen geschonken aan de kerk. Die sieren nu het


Venster, 2015, nummer 4 — 12

De kansel. Foto Hans Hendriksen, 2013

Het klavier van het kabinetorgel. Foto Hans Hendriksen, 2013

Het kabinetorgel. Foto Hans Hendriksen, 2013


De consistoriekamer. Foto auteur, 2010

met paarlemoer en schildpad en op de kap zijn twee zittende engeltjes te vinden. De kast is gefineerd met notenhout. Doordat het binnen de Hervormde Gemeente in 1926 tot een breuk kwam, kreeg de Vereniging van de Rechtzinnigen elders een eigen gebouw, het kleine evangelisatiegebouw waarover eerder is geschreven in Venster (zie literatuuropgave). Daar kwam een orgel te staan dat omstreeks 1930 is gebouwd door de firma Dekker uit Goes. In 1983 gingen de Hervormde Gemeente en de Vereniging van de Rechtzinnig Hervormden samen verder in één gebouw, de Kluntjespot. Het orgel uit het evangelisatiegebouw kwam in 1987 naar de kerk en werd op de galerij geplaatst. G. Grooters, J. Wunnekink, B. Kluvers, ds. D. Brinkerink en organist H. Koier waren hier vele uren druk mee en H. Teunissen heeft ten slotte in het front van het orgel houtsnijwerk aangebracht in de vorm van twee bazuinen. Het geluid had niet geleden onder de verplaatsing en ook na de laatste restauratie in 2012-2013 klinkt het instrument goed, mede dankzij de inzet van B. Hulshof. Zondags worden de beide orgels door H. Koier bespeeld om ze alle twee in goede conditie te houden.

Restauratie De Kluntjespot is al een aantal keren gerestaureerd. In 1987 is het liturgisch centrum van de kerk vergroot en van plavui­ zen voorzien. De ingangen werden opnieuw ingericht en de consistoriekamer gerenoveerd. De burgerlijke gemeente, Borculo, heeft toen de straatversiering voor haar rekening genomen. De laatste grote restauratie is in twee fasen uitgevoerd. In 2007 zijn het schilderwerk, het torentje en het voegwerk aangepakt. Binnen zijn een keukentje en een ­toilet aangebracht. De tweede en meest ingrijpende fase betrof in 2012-2013 de binnenkant van het gebouw, waarbij het gehele stucwerk is vervangen, de vloer van de consistorie­ kamer is aangepast en in de kerkruimte een nieuwe vloer met vloerverwarming is aangebracht. De vloer bestaat nu uit geschuurd hardsteen, maar de vloer onder de oorspronkelijke banken is van eikenhout. Langs de achterwand van de kerk zijn convectoren geplaatst achter eikenhouten lambriseringen. Opzij van de kansel is de verwarming aangebracht in een convectorput. Het klankbord van de preekstoel is weer in ere hersteld, met een fraaie opengewerkte opstaande rand, vervaardigd door

Venster, 2015, nummer 4 — 13

Het kleine doopbekken aan de kansel. Foto Hans Hendriksen, 2013


De bijbel. Foto Hans Hendriksen, 2013

De collectezakken. Foto Hans Hendriksen, 2013

G. Maatman, een plaatselijke timmerman. Over de rechte banken werd al jarenlang geklaagd en daarom zijn ze tijdens de restauratie verbreed. Ook de zitvalling is aangepast waardoor het comfort is verbeterd. Tevens zijn er een paar rijen banken uit gehaald waardoor meer ruimte ontstond in het liturgisch centrum. De banken zijn bovendien door vakmensen weer opgeschilderd in het oorspronkelijke imitatiehout. Achter de laatste bank in het midden is een rij stoelen geplaatst. Door de jaren heen is het steeds weer bewonderingswaardig dat vele vrijwilligers een hoop werk konden realiseren.

Venster, 2015, nummer 4 — 14

Tot slot Op 7 mei 2001 is het kerkje aangewezen als rijksmonument omdat het van architectuurhistorische waarde is en een goed en gaaf bewaard voorbeeld van een eenvoudig kerkgebouw. Vooral het interieur is bijzonder met zijn ronde opstelling van de banken en de vanaf de preekstoel naar achteren oplopende vloer. De kerk is van stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging op een terp even buiten de dorpskern, nabij het kerkhof en te midden van oude eikenbomen. De kerk is van cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling van de Nederlandse hervormde kerkgemeente. Op 10 oktober 2015 is de Kluntjespot overgedragen aan de Stichting Oude Gelderse Kerken.

Over de auteur Carla van Welzenis is sinds 2003 lid van de kerkenraad van Haarlo, sinds 2007 als voorzitter en vanaf het begin betrokken bij de onderhandelingen met de SOGK.

Het doopbekken. Foto Hans Hendriksen, 2013 Literatuur Hendrik Odink, Uit kroniek en volksmond van de Gelderse Achterhoek, Enschede, 1976; Historische en volkskundige artikelen uit Tubantia en G.O.C. 1965-1980 Zo was Haorle, samengesteld door verschillende leden van de historische

commissie Haarlo-600, 1983 http://rijksmonumenten.nl/monument/516436 Wikipedia Ronald Olthof, ‘Woongenot in het huis van God’ in Venster, mei 2013


Kerk&werk

Tekst en foto’s: Carel van Gestel

Het orgel is er voor iedereen In deze rubriek brengen we de werkzaamheden van een vrijwilligersfunctie binnen de SOGK in beeld. Het orgelvirus, zoals hij het zelf noemt, had hem al snel te pakken en hij is er nooit meer van genezen. Het begon toen hij als klein jongetje op zondag naast zijn vader op de orgelbank mocht zitten en af en toe letterlijk een handje mocht meehelpen. Pieter Haverkamp, want over hem gaat het,

kon er ook zijn beroep van maken: orgeldocent aan de muziekschool in Kampen. Maar toen hij dit vak noodgedwongen moest opgeven, koos hij voor het werk in de antiekhandel. Sinds 1994 is hij als cantor-organist verbonden aan de Remigiuskerk in Steenderen. Hij zorgt er ook voor dat het instrument, rond 1780 gebouwd door orgelmaker J.J. Mitterreither, in optimale conditie blijft. Het stemmen van met name de tongwerken is een

geregeld terug­kerende klus, maar ook eventuele manke­menten worden door hem ­verholpen. Het meest recente ­probleem: een door tinpest aangetaste pijp. Vrijwel dagelijks is Pieter in de kerk te vinden, en als er iemand is die het orgel wel eens zou willen bespelen, dan kan dat. Graag zelfs. Want zijn motto is: Het orgel is er voor iedereen. Een betere gastheer kun je je niet wensen!


Achtergrond Een Hollandse doopboog in Steenderen Terwijl in Steenderen in de periode 1966-1969 hard gewerkt werd aan de restau­ ratie van de Remigiuskerk, speelde in het Noord-Hollandse Bovenkarspel de discussie of het oude kerkgebouw uit 1828, dat in slechte staat verkeerde, gehandhaafd moest blijven. Voor de eigen gemeenteleden waren de vaak te grote ruimte, het onderhoud, de verwarming en het vaststaande oude meubilair een reden om afstand te doen van het gebouw.

Venster, 2015, nummer 4 — 16

Men besloot de kerk te slopen en een multi­functioneel centrum te bouwen met een flexibel interieur. Het betekende dat al het oude vaste meubilair uit de zeventiende en achttiende eeuw werd vervangen door nieuw, verplaatsbaar materiaal. Alles, behalve de lezenaar van de preekstoel. Deze kreeg een plek in de nieuwe kerk, De Driesprong. Voor de kerkelijke gemeente van Steenderen, die op zoek was naar passend meubilair, was dit een buitenkans. Het hele liturgische centrum van Bovenkarspel met preekstoel, doophek, doopboog en lezenaar, doopbekken en -houder en een armluchter werd dankzij bemiddeling van de

Bouw- en restauratie­commissie van de Nederlandse Hervormde Kerk over­ genomen. Zo bleef het fraaie meubilair van Bovenkarspel bewaard dat daar meer dan 250 jaar had gefunctioneerd. Herplaatsing preekstoel en doophek De preekstoel en het doophek werden herplaatst in Steenderen, maar in een wat gewijzigde vorm en opstelling. De gemarmerde voet van de preekstoel werd grijs geverfd. Het klankbord werd veranderd in een achthoek vanwege de plaatsing van de zeventiende-eeuwse preekstoel op de noordoosthoek van de overgang van het schip naar het koor. Het doophek met de doopboog vond

Interieur van de Remigiuskerk in Steenderen, met de doopboog rechts op de achtergrond. Foto Carel van Gestel, 2010

Marco Blokhuis

een plaats tussen de bogen aan de zuidzijde van het koor; een klein deel kreeg een plek schuin achter de preekstoel in de noordbeuk. Op de preekstoel bevindt zich een lezenaar met het jaartal 1742. Deze komt niet uit Bovenkarspel. Het is de lezenaar die de vorige preekstoel van Steenderen sierde. Toen met de restauratie al het meubilair vanwege de slechte staat, maar waarschijnlijk ook vanuit het oogpunt van liturgische vernieuwing, uit de kerk van Steenderen werd verwijderd, heeft de toenmalige koster Wentink de lezenaar van de preekstoel gehaald en deze opgeslagen totdat de restauratie voorbij was.1 En aangezien de ‘nieuwe’ preekstoel zonder lezenaar werd geleverd, kon de oude van 1742 herplaatst worden. Toegangspoort naar de dooptuin Een oude foto van het interieur van Bovenkarspel laat de doopboog zien: een voorname toegangspoort naar de dooptuin waar de preekstoel als plaats van het Woord bovenuit torent en waar zich ook de zitplaatsen van de kerkenraad bevonden. De naam maakt al duidelijk dat in de dooptuin de doop bediend werd. Het protestantisme kent geen gewijde kerkruimte, de hele kerk is vrij toegankelijk voor de kerkganger, maar de dooptuin betreedt men over het algemeen toch met enige schroom. In Steenderen werd het doophek niet als afscheiding van een dooptuin om de preekstoel herplaatst, wat ongetwijfeld heeft te maken met de behoefte aan ruimte voor de liturgie. De doopboog is in Steenderen slechts de markering van de doorgang naar de zijruimte van het koor die sinds de restauratie bedoeld was als aparte ruimte voor huwelijkssluitingen en heeft daardoor een geheel andere uitstraling dan in Bovenkarspel.


De doopboog in zijn geheel. Foto Carel van Gestel, 2015

Vier wapenschilden Op de onderkant van de doopboog staat een signatuur en datering: ‘Johan Hendrik Koning Enchusae Ao 1738’. Mogelijk is dit Johan Henrik Koning, die op 3 juni 1729 vanuit Osnabrück werd ingeschreven als lidmaat van de Lutherse gemeente in Enkhuizen.3 In de kerkrekeningen van 1739 wordt vermeld dat hij werd betaald voor zijn gietwerk.4 Verder is van deze geelgieter helaas niets bekend uit de archieven. Welke personen de doopboog hebben geschonken, is ook niet bekend. Waarschijnlijk gaan hun namen schuil achter de monogrammen op de achterzijde van de boog. Op de open-

gewerkte armen van de boog zien we vier wapenschilden die aan linten zijn opgehangen. Als wapens zie we: 1) een gevierendeeld schild met een hamer, passer, driehoek en aambeeld; 2) een man met een hoed in de hand; 3) een man met een staaf en een touw; 4) een gevleugelde zandloper. De wapens op de voorzijde zijn niet geïdentificeerd

1 Mededeling van oud-koster de heer Wentink, ­september 2015. 2 Mededeling van oud-koster de heer Wentink, ­september 2015. 3 Westfries Archief te Hoorn, Doop-, trouw- en begraafboeken Enkhuizen, 1729. 4 Thijs Postma, Geschut- en Klokgieters te Enkhuizen, www.thijspostma.nl/Klokgieters.pdf, 2014.

Venster, 2015, nummer 4 — 17

De aparte trouwruimte was geen succes en voortaan wordt weer gewoon getrouwd in de kerkruimte.2 Hoewel het doophek niet meer als zodanig functioneert, vormt het met de doopboog wel een bijzonder fraai geheel. De boog en het hek sluiten qua stijl goed bij elkaar aan en zijn destijds waarschijnlijk tegelijkertijd voor de kerk van Bovenkarspel gemaakt. Het doophek heeft typisch Louis XIV-ornament met schelpmotieven op de vierkante balusters en de panelen. De gebroken voluten van de armen van de boog met het acanthusbladwerk horen ook bij deze vormentaal.


Achtergrond (vervolg)

Details van de doopboog. Foto Carel van Gestel, 2015

Venster, 2015, nummer 4 — 18

als familiewapens.5 Mogelijk is er een verband met de beroepen van de personen van wie de monogrammen staan op de achterzijde van de wapenschilden. Of zijn het gemeenteleden, kerkmeesters of andere bestuurders in Bovenkarspel. Op de voetstukken van de boog staan aan voor- en achterzijde ook monogrammen waarvan de initialen niet eenduidig leesbaar zijn.6 Geloof, hoop en liefde De top van de boog wordt gevormd door twee tegen elkaar geplaatste voluutkrullen geflankeerd door twee vrouwenfiguren. Deze stellen het geloof en de hoop voor.7 De attributen – een kruis resp. een anker – ontbreken echter. De bevallige vrouwen­figuren houden een zich in de staart bijtende slang vast, ook wel een ouroboros genoemd: symbool van de eeuwigheid of van het kwaad dat zichzelf vernietigt. In de cirkel van de slang, op het voetstuk, zou volgens oudere beschrijvingen een pelikaan met jongen gestaan hebben als symbool van de liefde, waarmee de drie goddelijke deugden compleet zijn. De

pelikaan staat bekend als symbool van de opofferende liefde van Christus omdat het dier zijn jongen met zijn eigen bloed voedt. Verschillende protes­tantse gemeenten kozen al vroeg voor de pelikaan als beeldmerk op het kerkzegel.8 Een doopboog waar de pelikaan nog wel aanwezig is, bevindt zich in het naburige Zwaag.9 De vorm­geving van deze bogen vertoont verwant­schap. Erfgoed bewaard In combinatie met de preekstoel die dateert uit het midden van de zeventiende eeuw, kreeg de oude Remigiuskerk van Steenderen weer meubilair dat past bij een historisch kerkgebouw. Het is typerend voor het protestantse kerkinterieur dat de interieurs in de loop van de tijd steeds werden aangepast en dat daarbij veel van het oude bewaard bleef. Door diverse rampen was in Steenderen maar weinig overgebleven. Met de herbestemming van het meubilair uit Bovenkarspel is hierin op passende wijze voorzien en bleef belangrijk erfgoed bewaard. De onbekende opdracht-

gevers van de doopboog kozen voor de uitbeelding van geloof, hoop en liefde: eigenschappen die ook vandaag de dag nog veel mensen aanspreken. Wanneer we ons bewust zijn van die betekenis, heeft de doopboog voor ons niet alleen cultuurhistorische, maar ook actuele waarde. Marco Blokhuis is werkzaam als erfgoedspecialist voor het protestantisme bij Museum Catharijneconvent in Utrecht. 5 Herma M. van den Berg, Westfriesland, Tessel en Wieringen, De Nederlandse monumenten van geschiedenis en kunst, 1955, 16. In de Voorloopige lijst (1921) worden deze wapens uitgelegd als gilde­tekens. 6 Van den Berg, op.cit., 16, noemt als mogelijke interpretatie van de letters KM de functie van kerk­rentmeester, maar de letters kunnen ook gelezen worden als MK. 7 Van den Berg, op.cit., 16; zie ook ‘Op uw stoel door West-Friesland’ van V.B.B. [G.C. van Balen Blanken] in West-Friesland’s Oud en Nieuw 3 (1929). Met dank aan P. Boon van het Westfries Archief die mij hierop wees. 8 Het betreffen de kerken van Appingedam, Sittard, Vlissingen en Hattem. Zie: T.L. Korporaal, Als een lelie onder de doornen. Beschrijving van de kerkzegels van de Nederlandse Hervormde Kerk, Zoetermeer 1996. 9 De doopboog in Zwaag wordt gezien als de ­mooiste in Nederland.


Agenda Poppenspel in Bronkhorst De Christmas Carol van Charles Dickens als poppenspel, uitgevoerd door de familie Noort uit Nijverdal. Met rondom de kapel een kleine kerstmarkt, straattheater en een koor dat kerstliederen op straat zingt. Kaarten à € 8,00 (t/m 12 jaar € 5,00) via Peter Noort, T (0548) 61 56 74, via www.scrooge-marley.nl en bij de ingang. Kapel van Bronkhorst, zaterdag 19 december om 13.00, 15.00 en 17.00 uur, zondag 20 december om 12.00, 14.00 en 16.00 uur

Lenny Kuhr in Drempt Valentijnsconcert: ‘Wie ben je’ van Lenny Kuhr. Kaarten à € 15,00 te bestellen via (06) 224 697 00, stjoriskerkdrempt@gmail.com, in de kerk (als geopend) en ‘s middags aan de kassa. St.-Joriskerk in Drempt, zondag 14 ­februari, 15.00 uur Gitaarconcerten in Etten • Zondag 29 november, 11.00 uur: Gitaarsalon Roadshow bestaat uit zes gerenommeerde gitaristen, die tijdens dit concert ook in duo-, trio-

Zes topgitaristen, onder de naam Gitaarsalon Roadshow, doen eind november de kerk in Etten aan. Foto: Claudia Kamergorodski

en kwartetformatie optreden, en een indrukwekkende verzameling gitaren meebrengen. • Zondag 17 januari, 11.00 uur: eerste optreden in Nederland van de Griekse topgitariste Elena Papandreou, die wordt geroemd om haar muzikale interpretaties met poëtische perfectie. Voor beide concerten geldt: Oude Kerk in Etten, toegang: € 15, incl. consumptie; t/m 18 jaar € 10. Informatie/reserveringen: www.gitaristenpodium.nl Kerstconcert in Kerk-Avezaath Gemengd koor Incanto Tiel verzorgt een kerstconcert. St.-Lambertuskerk in Kerk-Avezaath, vrijdag 18 december, 20.00 uur. Toegang: € 5 Concerten in Vorden • Zondag 22 november: Il Canto di Rame met The Fairy Queen. Muziek van Henry Purcell en tijdgenoten, teksten van William Shakespeare. • Zondag 13 december: Kerstconcert ‘Het Speelhuys’. Sint-Nicolaas-, Kersten Nieuwjaarsliedjes van rond 1700. Voor beide concerten geldt: aanvang

15.30 uur. Toegang € 10; t/m 16 jaar gratis • Zondag 10 januari: het A.C.W. Staring Blazersensemble brengt een luchtig Nieuwjaars- en Vriend(inn)en­concert. • Zondag 14 februari: Pianorecital door Matthieu Idmtal. Voor beide concerten geldt: aanvang 15.30 uur. Toegang € 12; t/m16 jaar gratis Dorpskerk in Vorden, www.vriendenvandedorpskerkvorden.nl

Een sopraan, celliste, organiste en trompettiste vormen samen Il Canto di Rame, binnenkort te zien en horen in Vorden.

Venster, 2015, nummer 4 — 19

Concerten in Buren • Barok kerstfeest in de Amazonas: Op zondag 13 december, 15.00 uur brengen het Nationaal Jeugdkoor en Música Temprana o.l.v. dirigent Adrián Rodriguez van der Spoel een bijzonder programma met LatijnsAmerikaanse kerstmuziek uit de barokperiode. • Aan de Donau: Op zaterdag 6 februa­ ri, 20.15 uur treedt het Prisma Strijktrio op, met werken van o.a. Haydn, Strauss, Von Dohnányi en Beethoven. St. Lambertuskerk in Buren. Toegang (incl. koffie en thee): € 20; kinderen t/m 16 jaar gratis


Sluitsteen Terugblik najaarsexcursie De najaarsexcursie van de SOGK bezocht een hervormde, een katholieke en drie gereformeerde kerken in Oosterbeek, Renkum en Wageningen. Overal in deze streek waren nog sporen van de gevechten in september

1944 terug te vinden. De Oude Kerk in Oosterbeek was in zeer oude vorm hersteld na zware oorlogsschade, de toren van de katholieke Bernulphuskerk ­raakte definitief zijn opbouw kwijt en in het Heilig-Hartbeeld zaten nog kogel­

Tekst en foto’s: Marjan Witteveen

gaten. In de oudere kerken was ook schade aan het metselwerk in het zicht gelaten. De Vredebergkerk was onderdeel van het wederopbouwplan van Oosterbeek.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.