Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 14, 2016, nummer 1
Albert Reinstra: ‘Kerken zijn emoties’ De dorpskerk van Wilp
De Aaltense kruiswegstaties
Van de redactie
Colofon
Beste lezer, In de tweede helft van de zestiende eeuw was er in veel steden en dorpen een transitie van het katholicisme naar het protestantisme. In deze tijd van ’s levens felheid had dit ook gevolgen voor de kerkgebouwen, hun interieur en exterieur. De veranderingen hadden regionaal zelfs een beeldenstorm tot gevolg. Er werd echter niet alleen vernield, ook hergebruik kwam regelmatig voor. Zo werden altaarstenen tot grafstenen omgewerkt, en beelden met een enigszins vlakke achterkant kregen een functie als vloertegel. De toenmalige schaarste en duurte van bouwmateriaal was daar natuurlijk tevens debet aan.
Het hoofdartikel in dit nummer van Venster is gewijd aan dertien kruiswegstaties die tot het midden van de negentiende eeuw als vloertegels zijn gebruikt in een huis in Aalten en die waarschijnlijk afkomstig zijn uit de Helenakerk aldaar of uit de omgeving van deze kerk. De werken zijn mogelijk vervaardigd in het atelier van de beeldhouwersfamilie Brabender uit Münster. Dat geeft aan dat er vanuit de Achterhoek niet alleen qua taal, het Nederduits, maar ook artistiek een sterke binding met Duitsland was.
Ben Verheij
Inhoud
3 4
Locaties van de SOGK
Sint Lambertuskerk in Buren Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken
Venster, 2016, nummer 1 — 2
Berichten van het bestuur
6
Interview Albert Reinstra (RCE)
8
Achtergrondartikel
10
Hoofdartikel
17
Kerk&werk
18
Actuele publicaties
‘Kerken zijn emoties’ De dorpskerk van Wilp
19 20
De Aaltense kruiswegstaties Koster in Kerk-Avezaath Culemborg, Ellecom en Varik Agenda
Activiteiten in onze kerken Sluitsteen
Kerkje van Veessen
Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belangstelling wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar (februari, mei, september, en november). Venster wordt toegestuurd aan donateurs van de SOGK, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethouders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland. Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Vaste donatie met tijdschrift Venster: minimaal € 25,– per jaar Bank: NL53 INGB 0003 3246 14 Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, eindredacteur; drs. Marjan Witteveen, wetenschappelijk redacteur venster@oudegeldersekerken.nl Medewerkers: dr. Henk Demoed, dr. Verena Demoed, Carel van Gestel Grafisch ontwerp en opmaak: Henk-Jan Panneman, Arnhem Fotografie: ©sogk en auteurs, tenzij anders vermeld Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar nodig is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden benaderd, kunnen zich met de redactie in verbinding stellen. Afbeelding voorzijde: Tweede statie; Christus voor Pilatus, die zijn handen wast. Zie artikel op pagina 10.
Locaties van de SOGK
Verena Demoed
‘Hoogstaand zonder voetstuk’ De Sint Lambertuskerk in Buren is dé plek in de regio om klassieke concerten te beluisteren: een mooie locatie, topmusici en een ongedwongen sfeer. Geen wonder dat het de Stichting Muziek in Buren elk jaar weer lukt om – onder het motto ‘hoogstaand zonder voetstuk’ – vier succesvolle concerten te organiseren.
Fanny Ruighaver
Van achter uit de kerk klinken diepe paukenslagen. De musici van het gezelschap Música Temprana die voor in de kerk zitten, vallen in. In twee tallen lopen de jonge zangers van het Nationaal Vrouwen Jeugdkoor en het Nationaal Gemengd Jeugdkoor naar voren. Meerstemmig zingen ze in het Quechua, een Indiaanse taal, een ode aan Maria: Hanacpachap cussicuinin (Duizendmaal zullen wij u prijzen). Het kerstconcert staat in het teken van de Zuid-Amerikaanse barok- en volksmuziek. Swingend, speels, soms overdonderend en majestueus. Alle 250 zitplaatsen zijn verkocht.
Muziek in Buren Stichting Muziek in Buren organiseert al meer dan 25 jaar klassieke concerten in de Sint Lambertuskerk. Meestal trekken ze zo’n 80 tot 170 bezoekers. De meeste concertgangers komen uit de omgeving, sommige zelfs uit Groningen of Rotterdam. De stichting huurt de kerk van de Plaatselijke Commissie (PC) van de SOGK, maar staat er verder los van. De PC gebruikt de huuropbrengsten en de inkomsten van de koffie in de pauze voor klein onderhoud en bijvoorbeeld ook om de cateringfaciliteiten te verbeteren, want die zijn nog niet berekend op zo veel bezoekers.
In elke uitgave van Venster zetten we een van de locaties van de SOGK in de spotlight. Door middel van een markant verhaal of bijzonder evenement staan we even stil bij onze eigen monumenten. Dit keer bij de Sint Lambertuskerk in Buren.
Venster, 2016, nummer 1 — 3
De Sint Lambertuskerk in Buren tijdens het (uitverkochte) kerstconcert op 13 december jl. Foto:
Goed klassiek concert in de buurt Het kerstconcert was een hele investering. ‘Maar ook al spelen we net quitte, dan nog zijn we tevreden, want deze combinatie was zo bijzonder: het ensemble en de koren treden maar drie keer samen op’, vertelt Fanny Ruighaver, PC-lid en secretaris van de Stichting Muziek in Buren. ‘Ook hebben we met deze musici van topniveau veel nieuwe mensen getrokken. En daar is de PC weer erg blij mee: hoe meer mensen de kerk leren kennen, hoe beter. Een toegangsprijs van twintig euro lijkt misschien veel geld, maar hier hoor je muziek waarvoor je anders naar het Concertgebouw in Amsterdam moet. En het is eigenlijk nooit de prijs die de doorslag geeft om wel of niet te gaan. Mensen willen gewoon naar een goed klassiek concert.’ En het liefst een beetje in de buurt.
Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken Gesprekken over Gelderse religieuze monumenten In 2015 is de SOGK door verschillende vertegenwoordigers van Gelderse religieuze monumenten benaderd voor een oriënterend gesprek. Vaak is dat een eerste stap in een traject. Tijdens deze kennismakingsgesprekken vertellen we als SOGK wie we zijn en hoe er gewerkt wordt. De vragende partij vertelt over het monumentale gebouw en welke problemen zij op dit moment ervaren. De problemen zijn o.a. minder kerkbezoekers met als gevolg minder inkomsten, gebrek aan deskundigheid, zich willen focussen op de kerntaak (te weten in geestelijke zin leiding geven aan de gemeente), etc. Met deze gesprekken komt de SOGK niet naar buiten omdat het vertrouwelijke gesprekken zijn en de kerkelijke
Groenlo
Hoog-Keppel
gemeenschap nog niet weet welke kant het zal opgaan. De SOGK heeft in haar missie staan dat zij zich inzet voor het materiële en functionele behoud van het gebouwd monumentaal religieus erfgoed in de provincie Gelderland. Deze missie houdt in dat het niet alleen hoeft te gaan over de overname van het reli gieus erfgoed door de SOGK, maar
Gezicht op Steenderen met de Remigiuskerk. Foto: Carel van Gestel
Bronkhorst
Kranenburg
Vorden
Venster, 2016, nummer 1 — 4
Businesspartners SOGK • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Burgers van der Wal, Doetinchem • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • Elbertse Orgelmakers, Soest • GlasBewerkingsbedrijf Brabant, Tilburg • GlasPro glasstudio, Doetinchem • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Installatiebureau Wiltink, Vorden • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau, Noordeloos
dat er ook andere vormen van ondersteuning mogelijk zijn. Een aantal kerkgebouwen ondersteunen wij op dit moment door middel van het geven van adviezen. De SOGK zal in 2016 bekijken of er ook andere mogelijk heden van ondersteuning zijn, bijvoorbeeld wanneer een andere stichting een plaatselijke kerkgebouw heeft overgenomen.
• • • • • • • • • • • •
Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede Van Lierop, Boxtel MAS Architectuur, Hengelo Orgelmakerij Reil, Heerde Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem Smederij Oldenhave, Vorden Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo Van der Vegt Smeed- en constructiebedrijf, Meerkerk Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen
Hummelo
Etten
Buren
Uitermate boeiend werkveld ‘In 2015 vierde MAS architectuur haar 150-jarig jubileum. Je zou kunnen zeggen dat het architecten bureau ook een vorm van erfgoed is... Bij de restauratie van de Kerk op de Kranenburg hebben wij voor bereidende werkzaamheden verricht. Het is gelukt om de kruisbloemen te herplaatsen en een gedeelte van de originele wandschildering terug te brengen. Monumentenzorg, vooral het behoud van het religieus erfgoed, is een uitermate boeiend werkveld. Zonder de vele vrijwilligers en de ondersteuning van de SOGK wordt het haast onmogelijk een restauratieopgave kundig voor te bereiden.’ Richard Brok, MAS architectuur
Zutphen
Drempt
Leur
Huur ‘ns een kerk! Het bestuur van de SOGK benut alle mogelijkheden om de kosten van onze eigendommen en organisatie gefinancierd te krijgen. Daarbij maken we dankbaar gebruik van donateursbijdragen, giften, erfenissen en legaten, overheidssubsidies en natuurlijk de verhuur van onze eigendommen. Dat laatste zou nog meer kunnen opbrengen in onze ogen. Niet alleen kerkelijke gemeentes, koren e.d. kunnen huren, maar natuurlijk ook particulieren en bedrijven voor hun familie- of bedrijfsevenementen. Denk daarbij aan een familieconcert met catering ter gelegenheid van een jubileum of verjaardag. Of aan een bedrijfspresentatie of expositie in een van onze mooie
Netwerkbijeenkomst businesspartners Op 6 november 2015 vond de vijfde netwerkbijeenkomst van onze businesspartners plaats. We waren te gast in de St.-Joriskerk in Drempt. Thema van deze bijeenkomst was ‘Energiebesparing in monumentale kerken’. Het is een uitdaging om een goede verwarming te installeren in een monumentaal gebouw. Daarnaast vraagt het kennis en deskundigheid om de geïnstalleerde verwarmings elementen goed te gebruiken. Daarbij is het zogenoemde lekken van de warmte ook een aandachtspunt, anders gezegd: hoe kunnen we het gebouw optimaal isoleren. Energiekosten zijn veelal een groot deel van exploitatiekosten van een kerk. Besparen en efficiënt gebruik dragen bij aan een beter beheer.
Steenderen
Rijswijk
Hengelo
In de St-Joriskerk in Drempt vond de vijfde netwerkbijeenkomst van onze businesspartners plaats. Foto: Seebe Jansen
Haarlo
Kerk-Avezaath
Batenburg
Ook de Remigiuskerk in Steenderen is te huur. Foto: Jan Adelaar
kerken. Verder staan onze kerken open voor heel veel activiteiten, mits ze de waardigheid van het gebouw maar niet aantasten. De Plaatselijke Commissies willen u graag te woord staan en ondersteunen bij uw plannen. De kerken staan ter uwer beschikking tegen
een prijs die u zal verrassen. Met het huren van een kerk geeft u een mooi voorbeeld, brengt u anderen op ideeën en ondersteunt u de SOGK opdat wij in staat blijven de kerken in stand te houden.
Venster, 2016, nummer 1 — 5
Schilderwerk Sint-Lambertuskerk Binnenkort zal het binnenschilderwerk aan de Hervormde Sint-Lambertuskerk in Kerk-Avezaath van start gaan. Door een legaat van ruim € 9.000 is de SOGK in staat om het werk te laten uitvoeren. Ook nu zal het werk gedaan worden door leerlingen van de Schilder^sCOOL in Geldermalsen. Het is van groot belang dat deze leerlingen in de praktijk aan het werk zijn en dat zij ook vaardigheden opdoen in het restauratiewerk. Vanaf de eerste vraag worden de leerlingen betrokken bij de werkzaamheden, die bestaan uit schilderwerk aan het plafond, wanden, pilaren en boog van de kerk, en schilderwerk aan de ramen. Een grote variatie en voor de leerlingen een hele uitdaging!
Interview
Karlijn van Onzenoort
RCE-specialist kerkelijke bouwkunst Albert Reinstra:
‘Kerken zijn emoties’ Hij is er niet alleen voor de inhoud, maar ook ‘voor de lastige gevallen’. Albert Reinstra, specialist bouwkunst bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, wordt door zijn collega’s erbij gehaald als zij vastlopen met een aanvraag voor de herinrichting of herbestemming van een kerk. ‘Maar meestal komen ze er gelukkig met de aanvragers wel uit’, aldus Reinstra.
Venster, 2016, nummer 1 — 6
Aanvragen voor een ingrijpende herinrichting of herbestemming komen – als de kerk een rijksmonument is – terecht op de bureaus van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. De RCE adviseert gemeenten over vergunningaanvragen. ‘Dat gebeurt in een van de drie regio’s met teams waarin professionals zitten met kennis van kunstgeschiedenis, bouwkunde, archeologie en stedenbouw. Met kerkinhoudelijke of bouwhistorische vragen komen ze bij mij, bijvoorbeeld over hoe specifiek het doophek voor het gebouw is. Of wat het voor de cultuurhistorische waarde van de kerk betekent als de banken eruit gehaald
zouden worden. Ik kijk met een landelijke blik, kan voorbeelden aandragen van andere kerken en kan beoordelen hoe bijzonder een interieur is.’ Mooie oplossing Reinstra is in het verleden betrokken geweest bij aanvragen van diverse Gelderse kerken. Bijvoorbeeld toen de kerkelijke gemeente van Hummelo en die van Hengelo hun karakteristieke, halfronde bankenplan wilden veranderen om het bredere gebruik mogelijk te maken. ‘In beide gevallen kwamen we tot een mooie oplossing door niet alle, maar een deel van de banken te verwijderen, waardoor de hoofdstructuur
van de negentiende-eeuwse inrichting intact bleef.’ Erfgoed doorgeven De buitenwereld heeft nogal eens het beeld dat niets mag van de RCE, weet Reinstra. ‘Maar dat is niet juist. Onze taak is immers om het erfgoed door te geven, het liefst met behoud van zo veel mogelijk cultuurhistorische waarden. In gesprekken met kerkleden probeer ik daarom dóór te vragen, zodat helder wordt wat de onderliggende reden voor de aanvraag is. En of het daarvoor nodig is dat een groot deel van het interieur op de schop moet. Vaak denkt men met een forse investering een kerk exploitabel te maken, maar dat is lang niet altijd het geval.’ Comfortabel zitten In gesprekken met kerkbesturen bevinden Reinstra en zijn collega’s zich
Interieur van de Nederlands hervormde kerk in Hummelo met het oude bankenplan. Foto: RCE/Henry van der Wal, 2005
soms in een lastige positie. ‘Kerken zijn emoties. Zodra buitenstaanders zich daarmee bemoeien, krijg je al snel als reactie: “Dit is onze kerk, wie zijn jullie om daarover te oordelen?” Maar wij oordelen niet over iemands wensen, wij wegen de verschillende factoren af. De wens voor comfortabel zitten is een begrijpelijke. Dat vraagstuk is soms elders in het land al opgelost en die oplossing kan ik inbrengen in het gesprek. Dan kunnen we tot de slotsom komen om een paar banken ertussenuit te halen, de hellingshoek van de banken te laten aanpassen en een verwarmd kussentje te proberen.’ Keuzes maken Reinstra roemt het werk van de provinciale stichtingen die zich bekommeren om de oude kerken, zoals de SOGK. ‘Deze stichtingen zijn naar mijn idee de beste oplossing voor het behoud wanneer de gebouwen buiten kerkelijk gebruik raken. Dat moet je niet op landelijk niveau willen doen, want op provinciaal en regionaal niveau zit
je draagvlak. Niet alleen je donateurs, maar ook je vrijwilligers. Die laatsten zorgen ervoor dat er iets gebeurt in de kerk. Of nemen maatregelen als het ergens lekt.’ Tegelijkertijd beseft hij ook dat dergelijke stichtingen steeds meer op hun bordje krijgen en keuzes moeten maken. ‘En waar kies je dan voor? Voor de kerk die de grootste bruidsschat meebrengt? Of voor de kerk met unieke cultuurhistorische waarden? Of voor de kerk met de beste herbestemmingsmogelijkheden en een actieve kring van vrijwilligers?’ Educatie en openstelling Bijdragen aan bewustwording van de waarde van religieus erfgoed – dat noemt Reinstra een van de belangrijkste taken van de SOGK. ‘Bewustwording kan door educatie. Zorg ervoor dat jongere generaties meekrijgen dat kerken belangrijk erfgoed zijn, waarin het stads- en dorpsverleden zichtbaar is. Maar bewustwording betekent ook openstelling. We gaan naar het buitenland om prachtige
Albert Reinstra is specialist bouwkunst bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Foto: RCE/Ruben Schipper
kerken te bezoeken, maar in eigen land lopen we de vele bijzondere kerk interieurs voorbij. Laten we bedenken hoe we daarvan meer mensen kunnen laten genieten!’
Interieur van de Hummelose kerk, waarin een deel van de banken is weggehaald om multifunctioneel gebruik mogelijk te maken. Foto: RCE/Henry van der Wal, 2013
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) voert het beleid uit van de rijksoverheid voor archeologie, beschermde monumenten, historisch landschap en roerend erfgoed. Met specialistische kennis over de zorg voor ons erfgoed brengt de RCE een verbinding tot stand tussen beleid en praktijk. Eigenaren, beheerders, particuliere organisaties en overheden zijn de partners van de RCE. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed is onderdeel van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het hoofdkantoor staat in Amersfoort, vlakbij de Koppelpoort langs het spoor.
Venster, 2016, nummer 1 — 7
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Achtergrond De dorpskerk van Wilp
Lidy Klein Holkenborg,
Wilp, een dorp waarvan de plaatsnaam al op de oudste kaarten van de Veluwe voorkomt, nam in 2015 de tijd om zijn 1250 jaar bestaan te vieren. De Ierse monnik Lebuïnus kwam hier naar verluidt rond 765 om Saksische heidenen te kerstenen. Rondom een waterbron (huilpa, later wilpa, Wilpe en nu Wilp) was een heidens heiligdom ontstaan. Voor een missionaris de aangewezen plek! In Wilp werd daar voor aanhangers van het nieuwe geloof een kapel opgericht. Waarschijnlijk was dat een houten oratorium dat door de Noormannen is verwoest, want er zijn geen resten van gevonden.
Venster, 2016, nummer 1 — 8
Romaanse kerk Wie via de toreningang de huidige dorpskerk binnengaat, stapt in het oudste deel van de kerk, met de sfeer van een sobere kloosterzaal. Dit deel van de kerk is vermoedelijk gebouwd in de elfde eeuw en behoort daarmee tot de oudste kerkruimten van Nederland. De kerk bestond oorspronkelijk uit een rechthoekige zaal, opgetrokken in tufsteen uit de Eifel. Aan de oostkant had de ruimte een halfronde uitbouw (apsis) met een altaar. Door de eeuwen heen is de romaanse zaal veelvuldig verbouwd en heeft hij uiteenlopende functies gehad. Bij de grondige restau ratie van 1949-1952 is de zaal in de oorspronkelijke vorm hersteld met kleine rondboogvensters boven in de dikke muren en met een houten zoldering met zware balken. Wilp heeft de tijd De romaanse toren is in de twaalfde eeuw aan de westkant tegen de oudere kerk aangebouwd. Het grootste deel is van tufsteen, de bovenste geleding van baksteen. De hoge gotische torenspits is waarschijnlijk in de zestiende eeuw aangebracht. Naar alle waarschijnlijk-
De Romaanse ontvangstzaal van de kerk. Foto: Evert van de Worp
heid heeft in de middeleeuwen een zonnewijzer op de zuidzijde van de toren het dagritme van de bewoners bepaald. Ter ere van het 1250-jarig bestaan is daar in het najaar van 2015 een exemplaar geplaatst van eigentijds materiaal, met een knipoog naar de zonnewijzer van toen. Overgang naar de gotiek Aan de oostzijde van de vrij donkere romaanse zaal is een hoge kerkruimte gebouwd. De gotische ramen in het koor geven een zee van licht. Deze laatgotische kerkruimte is aan het einde van de vijftiende eeuw in baksteen gebouwd. Daarna moeten nog andere verbouwingen hebben plaatsgevonden. In de kerk staan twee herenbanken uit de zeventiende eeuw en onder de kansel liggen drie oude grafzerken uit die tijd. Oorlogsschade en Naber-orgel Buiten, aan de dijkzijde van de kerk, is een gedenkplaat aangebracht voor de negentien Canadese militairen die in
april 1945 bij de oversteek van de IJssel zijn gesneuveld. Het gotische koor werd door oorlogsgeweld zwaar beschadigd. Het Naber-orgel uit 1849 ging daarbij verloren. In 2010 is op een nieuw orgelbalkon een ander Naberorgel geplaatst. Wilp gaat mee met de tijd De romaanse zaal doet nu dienst als ontvangst- en ontmoetingsruimte. Op de plaats van een oude zijingang is in 2015 een glazen sluis gemaakt naar een nieuwe aanbouw. Die staat los van het monumentale bouwwerk en is opgetrokken uit cortenstaal. Daar bevinden zich eigentijdse toiletvoorzieningen en een pantry met basisvoorzieningen voor catering. In de romaanse zaal is voorzien in een representatief uitgiftebuffet voor dranken. Met steun van de provincie Gelderland kon een deel van deze aanbouw worden gefinancierd, alsmede de vervanging van het leien dak op de romaanse en gotische kerkdelen.
Stichting Behoud Dorpskerk Wilp De Protestantse Gemeente Wilp, eigenaar van de dorpskerk, vroeg zich een aantal jaren geleden af hoe ze bij verder teruglopende inkomsten dit cultureel erfgoed op den duur nog in stand zou kunnen houden. Dat leidde in maart 2013 tot de oprichting van een culturele Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), de Stichting Behoud Dorpskerk Wilp. De stichting zet zich volgens de statuten in voor drie doelen. Het verkrijgt nieuwe bronnen van inkomsten door verhuur van de ruimte en het werven van subsidies, fondsen
en donateurs. De opbrengsten dienen voor de instandhouding van het monument en worden besteed aan nieuwe voorzieningen waardoor het gebouw multifunctioneel kan worden ingezet. Verder is de dorpskerk beschikbaar als podium voor kunst en cultuur, vooral voor jonge mensen die hun talenten ontdekken en podiumervaring willen opdoen. Ook is de dorpskerk weer vaker de ontmoetingsplek in het dorp. Samen met het dorpshuis, de school en verenigingen laat de stichting het hart van Wilp kloppen. Nu, drie jaar na de oprichting, lijkt het erop dat het
voor de dorpskerk van Wilp een wijze keuze was om tijdig de bakens te verzetten. In 2015 vonden veel musici, koren en orkesten uit het oosten van het land de weg naar Wilp: een dijk van een podium! En de cultuuragenda 2016 ziet er veelbelovend uit. Benieuwd naar ervaringen of meer informatie? Kijk op dorpskerkwilp.nl of neem contact op via 06 – 212 168 46 of welkom@dorpskerkwilp.nl. Lidy Klein Holkenborg is voorzitter van de Stichting Behoud Dorpskerk Wilp.
De laatromaanse toren van de kerk in Wilp. Het gotische deel van de kerk. Foto: Evert van de Worp
Foto: Herman van de Vijver
Venster, 2016, nummer 1 — 9
De nieuwe zonnewijzer. Fotograaf onbekend
De Aaltense kruiswegstaties
Ellen Vehoff
In 1870 zijn in Aalten bij toeval dertien kruiswegstaties gevonden, weergaven van dertien momenten uit de lijdensweg van Christus. Ze hoorden vermoedelijk bij de Sint-Helenakerk in Aalten, maar bevinden zich nu in het Museum Catharijneconvent in Utrecht. In dit artikel zal worden ingegaan op de diverse bijzondere aspecten waaronder de herontdekking in de negentiende eeuw en diverse discussiepunten zoals de mogelijke opdrachtgever en maker(s) van de dertien werken.
In de kerk wordt op Goede Vrijdag, de vrijdag voor Pasen, stilgestaan bij de lijdensweg en kruisdood van Christus. Katholieke gelovigen worden daarbij geholpen door een reeks van afbeeldingen, de kruiswegstaties. In hun kerken bevinden zich aan de wand nog steeds deze afbeeldingen. Een gebeeldhouwde, volledige reeks uit de zestiende eeuw, zoals in Aalten is gevonden, is zeldzaam.1
Venster, 2016, nummer 1 — 10
De staties uit Aalten De reeks gebeeldhouwde kruiswegstaties uit Aalten, die vermoedelijk tot deze kerk hebben behoord, bestaat uit in totaal dertien Baumberger zandstenen reliëfs, die nagenoeg allemaal vierkant van vorm zijn, gemiddeld zestig bij zestig centimeter. Bij elke statie is de voorstelling in een nis geplaatst waarvan de hoeken aan de bovenzijden zijn afgerond. Op basis van stijlkenmerken worden de staties rond 1530 gedateerd.2 De staties waren oorspronkelijk veelkleurig beschilderd. Dit is het duidelijkst te zien op de eerste statie waarop de meeste resten polychromie zijn teruggevonden.3 Of de kruisweg met deze dertien staties compleet is, valt niet te zeggen. Van de oorspronkelijke opdracht zijn geen documenten bewaard gebleven. Daarnaast werd pas in
1731 het aantal staties vastgesteld in een decreet van paus Clemens XII (1652-1740). Voortaan moest een kruiswegstatie bestaan uit veertien staties met vastgestelde voorstellingen, voorheen wisselde het aantal staties.4 Vermoedelijk is het de vroegst bekende gebeeldhouwde statiereeks met zo veel staties.
Beschrijving van de voorstellingen De eerste statie toont de Ecce-Homovoorstelling, het moment uit de lijdensweg van Christus in het evangelie van Johannes: Jezus kwam naar buiten, met zijn doornenkrans en purperrode mantel. ‘Hier is Hij dan - de mens’, zei Pilatus.5 Helemaal links staan Christus en Pilatus op een trap van drie treden. Christus staat in een licht gebogen houding met zijn blik naar beneden, zijn handen heeft hij voor zijn lichaam gekruist om zijn naaktheid te bedekken. Helemaal rechts is de menigte, aan wie Pilatus Christus toont, door middel van vier staande figuren aangeduid. In de nis zelf is midden bovenaan het opschrift .ecce.homo. te lezen. De tweede statie laat zien dat Pilatus zijn handen in onschuld wast, een tekst van Mattheüs. Pilatus deed diverse
pogingen om de menigte ervan te overtuigen Jezus vrij te laten. Toen Pilatus zag dat het niets hielp, maar dat de onrust steeds groter werd, nam hij water en waste zijn handen voor de ogen van het volk. Hij zei: ‘Ik ben onschuldig aan dit bloed. U moet zelf maar zien.’ 6 Links wordt Christus, zijn handen gebonden, door een aantal bewapende soldaten naar Pilatus gebracht. Rechts zit Pilatus op een zetel met een baldakijn. Hij steekt zijn beide handen uit om deze te laten wassen door een dienaar die naast zijn zetel staat met een kan water en een bekken. Links achter de dienaar is wellicht het hoofd van de vrouw van Pilatus te zien.7
Op de derde statie krijgt Christus zijn kruis opgelegd in een heuvelachtig landschap. Vooraan in het midden is Christus weergegeven. Hij heeft zijn beide armen uitgestrekt om het grote T-vormige kruis in ontvangst te nemen dat door drie mannen wordt gedragen. Het moment waarop Christus het kruis op zijn rug krijgt, wordt niet in de Bijbel beschreven en alleen Johannes vermeldt dat Christus daadwerkelijk zelf zijn kruis zou hebben gedragen Hij droeg zelf het kruis en ging de stad uit, naar het zogeheten Schedelveld, in het Hebreeuws Golgotha.8
1 Zie voor de artikelen betreffende de schilderingen van de St.-Helenakerk P. le Blanc, ‘Unieke voorstelling van de heilige Helena en keizer Constantijn ontdekt in de oude Sint-Helenakerk te Aalten’, in: Venster, 1 (2003), januarinummer, 8-12, en P. le Blanc, ‘De muur- en gewelfschilderingen in de oude kerk te Aalten´, in: Publicatieband I, I-V (najaar
ken van de Oude St. Helenakerk in Aalten’, in: Venster, 6 (2008), aprilnummer, 10-16). 2 Voor de datering zie M. van Vlierden, Hout- en steensculptuur van Museum Catharijneconvent; ca. 1200-1600, Zwolle/ Utrecht 2004, 375. 3 Voor een volledige beschrijving van de resten polychromie die bewaard zijn gebleven, zie Van Vlierden
1975-voorjaar 1980), 51-64. Zie voor de bouwhistorie A. Reinstra, ‘De Sint-Helenakerk te Aalten. Bouwhistorisch onderzocht en dendrochronologisch gedateerd.’ in: Bulletin Stichting Oude Gelderse Kerken, 25 (voorjaar 1999), 3-19. Zie voor het orgel en de klokken G. Oldenbeuving, ‘Klinkende schatten in de Achterhoek. Orgel en klok-
2004, 369, 373. 4 J. van Cauteren, Kruiswegen; de geschiedenis van de kruisweg, tent. cat. Gemeentemuseum Weert, Weert 2009, 5-7, 12. 5 Willibrordvertaling, Joh. 19:4-6. 6 Matt. 27:24. 7 Zie Van Vlierden 2004, 369. Matt. 27:19. 8 Joh. 19: 17.
Venster, 2016, nummer 1 — 11
Eerste statie: Ecce Homo, Baumberger zandsteen en verf, 60.0 x 58.5 x 8.5 cm. Foto’s: Museum Catharijneconvent, Utrecht
Tweede statie: Christus voor Pilatus, die zijn handen wast, Baumberger zandsteen, 60.0 x 60.5 x 11.5 cm.
De hooggelegen oude Sint-Helenakerk in Aalten (zuidzijde). Foto:
Venster, 2016, nummer 1 — 12
Marjan Witteveen, 2013
Op de vierde, achtste en negende statie zien we tot drie keer toe het vallen van Christus tijdens zijn kruisweg. Deze gebeurtenissen berusten niet op de evangelische teksten maar komen voort uit latere legenden. Op de vierde statie zien we zijn eerste val die zou hebben plaatsgevonden bij het huis van Pilatus. Op een grote trap in de linker benedenhoek is de vallende Christus weergegeven. Met zijn rechterhand grijpt hij nog naar de een na onderste trede, met zijn linkerhand houdt hij één arm van het kruis vast. Op de achtste statie valt Christus buiten de stadspoort van Jeruzalem. Links zien we de stadspoort van Jeruzalem afgebeeld met daar vlak voor Christus op beide knieën. Met zijn linkerhand steunt hij op de grond, met zijn rechterhand houdt hij de dwarsbalk van het kruis vast. Op de negende statie zien we de derde val aan de voet van de Calvarieberg. Het reliëf bestaat voor het grootste gedeelte uit de berghelling. Christus ligt met uitgestrekte armen op de berg met het kruis op zijn rug en linkerschouder.9
De vijfde en zevende statie tonen ontmoetingen van Christus met twee bijzondere vrouwen. Op de vijfde statie zien we het inmiddels vertrouwde beeld van Christus die het kruis draagt, omgeven door soldaten. Geheel rechts staat Maria, die op dit moeilijke moment waarin zij haar veroordeelde zoon ontmoet, wordt ondersteund door Johannes. In de Bijbel lezen we wel over een ontmoeting tussen Jezus en zijn moeder en Johannes, maar die vindt pas plaats na de kruisiging.10 De zevende statie illustreert de ontmoeting van Christus met Veronica. Christus gaat gebukt onder het kruis. Een soldaat drijft hem op. Rechts onderin knielt een vrouw, Veronica. Volgens de legende heeft zij met een doek het gezicht van Jezus afgedroogd waarna het gelaat van Christus op de doek verscheen. Rechtsboven staat een hoornblazer. De zesde statie toont hoe Jezus wordt geholpen bij het dragen van zijn kruis door Simon van Cyrene. Bij Mattheüs en Marcus lezen we expliciet dat de soldaten Simon dwongen om het kruis te dragen. Bij Lucas lijkt dat minder dwingend.11 Op de tiende en elfde statie is Christus afgebeeld aan het kruis. Op de tiende statie is aan de linkerzijde een soldaat bijna frontaal weergegeven. Met zijn beide handen houdt hij een lans vast waarmee hij Christus’ rechterzijde doorboort. Wel doorstak een van de soldaten met een lans zijn zijde, en meteen kwam er bloed uit en water.12 De naam Longinus die vaak aan deze soldaat wordt gegeven, wordt niet in de
Derde statie: Christus krijgt het kruis opgelegd, Baumberger zand-
Vierde statie: Christus valt van de trap van het huis van Pilatus,
steen, 63.0 x 60.0 x 11.5 cm.
Baumberger zandsteen, 62.5 x 59.0 x 9.0 cm.
Op de twaalfde statie is vervolgens te zien dat Christus van het kruis is gehaald en in de schoot van Maria is gelegd. Op het reliëf zijn zes figuren afgebeeld met op de achtergrond het inmiddels lege kruis. Helemaal links staat Johannes, met zijn beide handen Christus’ hoofd ondersteunend. Tussen Maria en Johannes en aan Maria’s linkerzijde zien we drie vrouwen. In de Bijbel lezen we over meerdere vrouwen die Jezus zouden hebben gevolgd vanuit Galilea. Maria van Magdala is van hen de meest bekende.13 Ten slotte is op de dertiende statie de graflegging afgebeeld. Het levenloze lichaam van Jezus wordt door twee mannen in een sarcofaag gelegd. Bij Johannes lezen we dat het om Jozef van Arimatea en Nikodemus gaat.14 Maria buigt zich over het lichaam van haar zoon, zij wordt ondersteund door Johannes. Naast Maria zijn nog drie vrouwen weergegeven.
Mogelijke maker en opdrachtgever De meest recente toeschrijving van de staties is aan het atelier van de familie Brabender in Munster, omdat zij daar stilistisch gezien veel overeenkomsten mee vertonen.15 Een groot aantal beeldhouwwerken wordt aan dat atelier toegeschreven, maar slechts enkele toeschrijvingen worden door
archivalische documenten ondersteund. Drie generaties hebben in de werkplaats van Brabender als beeldhouwer gewerkt. De leden van de beeldhouwersfamilie Brabender, ook wel ‘Beldensnider’ genoemd, behoorden in hun tijd tot de belangrijkste kunstenaars in Westfalen. Heinrich Brabender is het eerste familielid dat opduikt in het archief in Münster in 1491. Over de herkomst van Heinrich Brabender bestaan alleen vermoedens. Vermoedelijk stierf Heinrich vóór 29 september 1537. Johann Brabender nam als erfgenaam de woning en werkplaats van Heinrich over. In 1567 nam zijn zoon, Jasper het geheel over. Uiteindelijk verkocht deze Jasper in 1579 de werkplaats. Johann overleed al vóór juli 1562. Het atelier werd tijdelijk door zijn weduwe geleid totdat hun zoon Jasper de werkplaats in 1566/1567 kon overnemen.16 De opdrachtgever van de Aaltense staties moet wellicht gezocht worden binnen de familie Van Lintelo die vol9 Zie voor de locaties Van Vlierden 2004, 370-371. 10 Joh. 19: 25-26. 11 Matt. 27: 32; Mar. 15: 21; Luc. 23: 26. 12 Joh. 19:34. 13 Onder de vrouwen bevonden zich bij Mattheüs (Matt. 27:5556) Maria van Magdala, Maria de moeder van Jakobus en Jozef, en Maria de moeder van de zonen van Zebedeüs. Bij Marcus (Marc. 15:40) Maria van Magdala, Maria de moeder van Jakobus de jongere
en Joses en Salome. Bij Johannes (Joh. 19:25) lezen we van drie Maria’s die bij het kruis stonden toen Jezus nog in leven was. 14 Joh. 19:38-40. 15 Zie voor vergelijking met andere werken F. Scholten, ‘De Aaltense kruiswegstaties’, in: Nederlandsch kunsthistorisch jaarboek, 45, 1994, 219-22. 16 H. Arnhold, Die Brabender; Skulptur am Übergang von Spätmittelalter zur Renaissance, Münster 2005, 25-28.
Venster, 2016, nummer 1 — 13
Bijbel genoemd maar komt uit latere legenden. Rechts staat Maria, ondersteund door Johannes die achter haar staat en haar met zijn linkerhand vasthoudt. Op de elfde statie is de soldaat inmiddels verdwenen en wordt de dode, gekruisigde Christus geflankeerd door Maria en Johannes.
Venster, 2016, nummer 1 — 14
Vijfde statie: Christus ontmoet zijn moeder, Baumberger zand-
Zesde statie: Christus geholpen door Simon van Cyrene,
steen, 59.5 x 60.5 x 11.0 cm.
Baumberger zandsteen, 59.5 x 61.0 x 10.5 cm.
Zevende statie: Christus ontmoet Veronica, Baumberger zand-
Achtste statie: Christus valt buiten de stadspoort van Jeruzalem,
steen, 62.5 x 59.0 x 9.5 cm.
Baumberger zandsteen, 59.0 x 60.0 x 13.0 cm.
doende middelen en aanzien bezat en connecties had met zowel Aalten als Munster. Het overlijden van Evert van Lintelo senior in 1529 zou de aanleiding geweest kunnen zijn.17 Maar ook Bernhard van Lintelo (ca. 1445-1511) wordt genoemd als mogelijke opdrachtgever. De staties
worden rond 1530 gedateerd, dus wanneer deze Bernhard de opdrachtgever was, zijn de werken pas ver na zijn dood gerealiseerd. Aanleiding voor de opdracht zou dan de pelgrimsÂtocht zijn die Bernhard van Lintelo had ondernomen.
Negende statie: Christus valt aan de voet van de Calvarieberg,
Tiende statie: Longinus doorsteekt de zijde van de gestorven
Baumberger zandsteen, 62.0 x 60.0 x 11.0 cm.
Christus, Baumberger zandsteen, 63.0 x 60.0 x 11.0 cm.
Over de stichting en de oorspronkelijke situering van de Aaltense kruiswegstaties is niets bekend. In de buiten- en binnenmuur van de Helenakerk te Aalten zijn geen sporen zichtbaar die doen vermoeden dat zich daar oorspronkelijk kruiswegstaties hebben bevonden. Het is meer waarschijnlijk dat de kruiswegstaties zich ofwel rond de hof van de kerk hebben bevonden ofwel dat de staties waren opgesteld langs een van de wegen die door het dorp naar de kerk liepen.18 Deze locaties voor kruiswegstaties kwamen vaker voor in deze tijd. Een voorbeeld van een reeks waarbij de staties in de buitenmuur van de kerk zijn gemetseld, wordt gevormd door zeven zandstenen reliëfs die zich in de buitenmuur van het laatgotische koor van de Lambertuskerk in Vught bevinden.19 Op een nog onbekende datum werden de staties van hun plaats gehaald en kregen ze een nieuwe functie als keukenvloertegels in het pand Kerkstraat 15 in Aalten. Een reden voor het verwijderen van de staties van hun oorspronkelijke locatie was mogelijk bescherming tegen het geweld 17 Scholten 1994, 225-226, 234 (noot 27). 18 Scholten 1994, 221-222. 19 J. Engelbregt, ‘Zeven reliëfs aan de Hervormde kerk te Vught’, in: Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, 70 (1971), 142-143.
20 Scholten 1994, 218. 21 Van Vlierden 2004, 369. 22 A. ten Hompel, ‘Ein wieder entdeckter Kreuzweg des 16. Jahrhunderts’, in: Westfalen, Hefte für Geschichte, Kunst und Volkskunde, 19 (1934) nr. 4, 361364 en Scholten 1994, 219-220.
van de reformatie. Veel kerkelijke sculptuur werd tijdens de reformatie in veiligheid gebracht door de beelden te begraven.20 De Aaltense staties raakten als vloertegels in de vergetelheid om pas na 1859 ontdekt te worden, toen het pand aan de fabrikant Eduard Driessen werd verkocht. De nieuwe eigenaar liet het pand slopen waarbij de reliëfs aan het daglicht kwamen. Hij droeg ze in 1870 over aan het Aartsbisschoppelijk Museum Utrecht, het huidige Museum Catharijneconvent.21 De Aaltense staties zijn niet uniek in hun lot. In 1934 werd bij de afbraak van een koetshuis van het slot Havixbeck bij Munster een reeks van zes kruiswegstaties gevonden. Deze staties werden eveneens als vloertegels herontdekt. Overige overeenkomsten met de Aaltens staties zijn te vinden in het materiaalgebruik, de afmetingen en de stijl van de objecten. Er bestaat dan ook een sterk vermoeden dat beide reeksen uit hetzelfde atelier of van dezelfde hand stammen.22
Samenvatting De Aaltense kruisweg bestaat uit dertien Baumberger zandstenen en oorspronkelijk gepolychromeerde reliëfs met voorstellingen van de lijdensweg van Christus. Van een aantal staties is de voorstelling direct terug te voeren naar verzen in de Bijbel, aan andere voorstellingen liggen latere legenden ten grondslag. Rondom de dertien staties bestaan veel discussies en onduidelijkheden. Er zijn geen documenten bewaard gebleven rondom de opdracht waardoor het niet met zekerheid is te zeggen wie de oorspronkelijke
Venster, 2016, nummer 1 — 15
Een bijzondere geschiedenis
Elfde statie: de gestorven Christus aan het kruis tussen Maria en
Twaalfde statie: Maria beweent haar dode zoon, Baumberger
Johannes, Baumberger zandsteen, 63.0x 60.0 10.5 cm.
zandsteen, 62.5 x 59.0 x 12.5 cm.
Dertiende statie: graflegging van Christus, Baumberger zand-
De kruisiging, een reliĂŤf uit Aalten door Johann Brabender, is iets
steen, 60.0 x 61.5 x 11.5 cm.
jonger dan de staties en wijkt af in maat; de steen is ingemetseld
Venster, 2016, nummer 1 — 16
in een straalkapel van de Dom in Utrecht, ca. 1550, 66,5 x 59,5 cm.
opdrachtgever is geweest en wanneer en door wie de objecten zijn vervaardigd. Op basis van stijl worden de werken rond 1530 gedateerd en in combinatie met het materiaalgebruik geplaatst in het Munsterse atelier van de familie Brabender. De mogelijke opdrachtgever is wellicht afkomstig uit de familie Van Lintelo.
Over de auteur Ellen Vehoff studeerde in 2011 af als kunsthistoricus in Nijmegen en in 2012 in Utrecht als leraar VHO voor CKV (culturele en kunstzinnige vorming), kunstgeschiedenis en kunst in het algemeen. Zij is bestuurslid van de Oudheidkundige Vereniging Groenlo en werkt als projectleider bij de Nedap.
Kerk&werk
Tekst en foto’s: Carel van Gestel
Achter de schermen 80-jarige Anton van Mourik. In de tijd dat zijn vader ouderling was, kon hij als timmerman al de nodige klusjes opknappen. Later, nu inmiddels zo’n 35 jaar geleden, werd hij op vrijwillige basis een van de kosters. En toen in 1999 de kerk in eigendom overging naar de SOGK, stapelde het werk zich al snel verder op. Of het nu voor de protestantse gemeente is of voor de SOGK, het moet allemaal gebeuren: stoelen klaarzetten, stoelen weer terugzetten, de kerstboom versieren, het
grind rond de kerk aanharken, kaarsen aansteken, de achttiende-eeuwse kanselbijbel op z’n plek leggen, een slot repareren, de verwarming op tijd aanzetten, de klok luiden. Door al dit – meestal onopgemerkte – voorbereidende werk kan alles soepel en vlotjes verlopen. Met dank aan Anton. Een trouwe werker achter de schermen... In deze rubriek brengen we de werkzaamheden van een vrijwilligersfunctie binnen de SOGK in beeld. Venster, 2016, nummer 1 — 17
Van Kerk-Avezaath is achter de geluidsschermen langs de Betuweroute slechts het puntje van de kerktoren zichtbaar. Wat zich in en rond de Sint-Lambertuskerk afspeelt, mag evenwel best gezien en gehoord worden! Behalve de zondagse erediensten zijn er de evenementen die door de Plaatselijke Commissie georganiseerd worden, zoals concerten en exposities. Daarbij zijn het de vrijwilligers die ervoor zorgen dat alles gaat volgens planning. Een van hen is de inmiddels
Actuele publicaties
Venster, 2016, nummer 1 — 18
Culemborg De Kapel – van godshuis naar residentie. Bouw, verbouw en gebruik 1857-2015, door Bram van Schaik. Uitgegeven door Ontwikkeling Combinatie Culemborg VOF/Bram van Schaik Producties, Culemborg, 2015 (95 blz.; afb.; lit. opg.; ISBN 978-90-8149200-3). De kapel maakte tot 1935 deel uit van een klein seminarie in Culemborg en was daarna onder meer filmhuis. Tegen sloopplannen in 2003 kwam verzet uit de burgerij. In 2010 kreeg de kapel een nieuwe bestemming: er kwamen tien woonappartementen en vier commerciële ruimtes in. Een afzonderlijk hoofdstuk behandelt de geschiedenis van het seminarie en de erbij behorende gebouwen.
Henk Demoed
Ellecom De Nicolaas- of Dorpskerk van Ellecom. 1100 jaar kerkgeschiedenis, redactie Jan Jansen en Frank Keverling Buisman. Uitgegeven door de Stichting Behoud Dorpskerk Ellecom, Ellecom, 2015 (164 blz.; afb.; lit. opg.; bijln.; ISBN 978-909029020-1). Een grondige en overzichtelijke beschrijving van alle aspecten van de kerk, doeltreffend geïllustreerd. Het boek begint met ‘de vroegste sporen van de plaats Ellecom’. Het behandelt voorts de bouwgeschiedenis van de kerk, die begint met de sporen van een kapel uit omstreeks het jaar 900. Ook aan de ontwikkeling van de kerkelijke gemeente is aandacht besteed: de pastoors, de inkomstenbronnen, de reformatie rond 1580 en de predikanten. Bijzonder zijn de grafkelder en de vele nog aanwezige rouwborden van de families op Middachten; deze families speelden steeds een vooraanstaande rol bij de kerk.
Varik De Dikke Toren van Varik. Een geschiedenis, door Hans Tevel. Uitgegeven door de Stichting Vrienden van de Oude Toren, Varik, 2015 (64 blz.; afb.; ISBN 978-94-320-16-7). Het boek bevat veel afbeeldingen van de kenmerkende kerktoren uit ca. 1250 op kaarten en afbeeldingen. In 1911 werd achter de toren een klein nieuw schip gebouwd, dat in 1972 woning werd. De toren ging in 1975 over naar de burgerlijke gemeente. Pogingen tot financiering van een noodzakelijke restauratie mislukten lange tijd, sloop dreigde, maar na acties kon de restauratie in 1997 – 1998 plaatsvinden. In de toren bevinden zich twee grafzerken, een tekening van een oude grafzerk uit omstreeks 1550 en de grafsteen van de heer van Varick uit 1636. Nu is de toren opengesteld en sinds 2014 toont een webcam op de toren het uitzicht op het rivierenlandschap.
Agenda • Zondag 13 maart: ‘Bach in Bach uit’. Literair Bachconcert door het Orion Ensemble met medewerking van Sanne Terlouw. • Zondag 10 april: Liederencyclus. Irma ten Brinke, sopraan en Wilbert Berendsen, piano brengen liederen van o.a. Richard Strauss. Voor alle concerten geldt: aanvang 15.30 uur. Toegang € 12,00; t/m16 jaar gratis Dorpskerk in Vorden, www.vriendenvandedorpskerkvorden.nl
verzorgt een optreden in de Dorpskerk in Vorden.
Concerten in Vorden • Zondag 14 februari: Pianorecital door Matthieu Idmtal (Brussel). Met projectie op een scherm van de handen van de pianist tijdens het recital.
Vrijwilligers gevraagd! De SOGK is op zoek naar iemand die haar website wil beheren. Verena Demoed, die dit een aantal jaren trouw heeft gedaan, gaat ermee stoppen. Wij zoeken een vrijwilliger die het leuk vindt om samen met ons de website actueel te houden, dat wil zeggen: wijzigingen verwerken, nieuws en agendaonderdelen erop zetten, etc. Tijdsindicatie ca. 2 uur per week. In de toekomst willen we de website overzetten naar WordPress, waardoor het beheer makkelijker zal zijn.
Tentoonstelling én Kranenburgs arrangement In 2016 vormen iconen het onderwerp van de jaarlijkse thematentoon
Ook zoeken we iemand die handig is met tekstopmaak/DTP, iemand die een Word-tekst (brief, uitnodiging) net even meer uitstraling kan geven. Komt gemiddeld eens per maand voor. Misschien spreekt dit u aan, of kent u iemand die dit zou willen doen. Interesse? Bel of mail Nico Peek, T (06) 485 326 64 of nicopeek@ oudegeldersekerken.nl. Na uw reactie nemen wij graag contact op voor een kennismaking.
Iconen staan dit jaar centraal in het Heiligenbeeldenmuseum, vooral tijdens het speciale Iconenmenu.
stelling. Bij wijze van aftrap biedt het Heiligenbeeldenmuseum, voorafgaand aan de opening (Tweede Paasdag), een speciaal arrangement aan: het Iconenmenu, bestaande uit een maaltijd in het Klooster van Kranenburg, een preview van de iconententoonstelling in het museum, een lezing over iconen in de Cuyperspastorie, en een wijnproeverij van Wijngoed Kranenburg. Heiligenbeeldenmuseum, Vorden. Keuze uit het middagprogramma (11.30 tot 16.30 uur) of het avondprogramma (17.30 tot 21.30 uur). Kosten: € 47,50. Meer informatie via www.heiligenbeeldenmuseum.nl > Iconenmenu
SOGK-jaarbijeenkomst Noteert u alvast in de agenda: dit jaar vindt de jaarbijeenkomst voor donateurs, vrienden en relaties plaats op zaterdag 25 juni in de Koepelkerk in Arnhem. Meer informatie in het volgende nummer van Venster!
Venster, 2016, nummer 1 — 19
Het Orion Ensemble met Sanne Terlouw (links)
Gitaarconcert in Etten De wereldberoemde Argentijnse meestergitarist Roberto Aussel geeft op 20 maart een concert in Etten. Astor Piazolla componeerde zijn eerste gitaarcomposities voor deze uitzonderlijke concertgitarist. Oude Ettense Kerk, zondag 20 maart, 11.00 uur, toegang: € 15,00 incl. consumptie; t/m 18 jaar € 10,00. Informatie/reserveringen: www.oudekerketten.nl en www.gitaristenpodium.nl
Sluitsteen Kerk in Veessen In het vorige nummer van Venster stond dat in Gelderland in de negentiende eeuw alleen de Koepelkerk in Arnhem en de kleine kerk in Haarlo
Tekst: Marjan Witteveen
(de Kluntjespot) gebouwd waren op een veelzijdige, symmetrische plattegrond. Dat was niet juist. Ook in Veessen staat zo’n zeldzame achthoekige kerk,
gebouwd omstreeks 1843. Dak en torentje dateren van 1881. Archivaris Gerard van Kouwenhoven meldde het ons en Rein de Jong maakte de foto’s.