Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 15, 2017, nummer 4
Een Âomstreden verbouwing van de kerk van Ellecom
Kapel van Bronkhorst van binnen bekeken
Skate-clinic in de kerk
Van de redactie
Colofon
Beste lezer, Kerken binnen de katholieke denomi natie die al gegroepeerd waren om dreigende sluiting te voorkomen, fuse ren soms tot nóg grotere groeperingen. Helaas een veel voorkomende trend. Vermeldenswaard is een kleine tegen trend van nieuwe kerken met soms wel meer dan 1.500 zitplaatsen! Maar dat laat onverlet de steeds meer doorzettende grote trend van sluitingen, waarbij naast pogingen tot (succesvol) multifunctioneel gebruik ook steeds vaker afstoten als (enige) reële optie gezien moet worden. Dit alles betekent dat kerken zich in steeds grotere aantallen melden bij de SOGK. Alle kerkgebouwen behouden die buiten gebruik raken, zal (financieel)
niet mogelijk zijn. Op enig moment zal de SOGK zich de vraag moeten stellen: welke kerkgebouwen moeten we nog wel behouden en welke niet meer? De daarvoor benodigde criteria moeten provinciale en lokale compo nenten omvatten. Een beslissende rol is natuurlijk weggelegd voor de plaatse lijke gemeenschap. Aan hen is het om te bepalen of er voldoende financiële draagkracht, menskracht en toereiken de gemeenschappelijke wil en inzet is om het leegstaande religieuze gebouw een voor de plaatselijke gemeenschap passende invulling te geven.
Ben Verheij
Inhoud
Groenlo
Wageningen
3 4
Hoog-Keppel
Bronkhorst
Locaties van de SOGK
Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken
Berichten van het bestuur
Venster, 2017, nummer 4 — 2
6 8
Martinuskerk in Rijswijk
Interview
Wies van Leeuwen Hoofdartikel
Een omstreden verbouwing van de kerk van Ellecom
17 18
23
Zutphen
Aerdt
Actuele publicaties
Nijmegen en Olburgen
Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Vaste donatie met tijdschrift Venster: minimaal € 25,– per jaar Bank: NL53 INGB 0003 3246 14 Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, eindredacteur; drs. Marjan Witteveen, wetenschappelijk redacteur venster@oudegeldersekerken.nl Medewerkers: dr. Verena Demoed, Carel van Gestel, Rein de Jong, dr. Ineke Pey Grafisch ontwerp en opmaak: Henk-Jan Panneman, Arnhem Fotografie: ©sogk en auteurs, tenzij anders vermeld Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957
Van binnen bekeken
Kapel van Bronkhorst Agenda
Activiteiten in onze kerken
24
Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belang stelling wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar (februari, mei, september, en novem ber). Venster wordt toegestuurd aan donateurs van de SOGK, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethou ders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, nota rissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland.
Sluitsteen
Terugblik najaarsexcursie
Niets uit deze uitgave mag verveel voudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar nodig is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden bena derd, kunnen zich met de redactie in verbinding stellen. Afbeelding voorzijde: De zijingang aan de noordzijde van de kerk. Foto: Rein de Jong, 2017
De SOGK heeft de culturele ANBI-status.
Nieuwjaarsconcert en meer in Rijswijkse kerk
Verena Demoed
Het was een tijdje stil in de Rijswijkse kerk, maar sinds een paar jaar timmeren Loes, Liesbeth en Jolanda van Martinus Producties weer flink aan de weg. De concerten met na afloop een goed glas wijn zijn terug van weggeweest. Alhoewel, tijdens het nieuwjaars concert voor één keer geen wijn, maar bubbels.
Blazers en bubbels Niet alleen de bubbels maken het nieuwjaarsconcert uitzonderlijk. Vanwege de stookkosten zijn de meeste concerten in de Martinuskerk ’s zomers. Of op zondagmiddagen, als de kachel toch al brandt voor de kerkdienst. Maar op vrijdagavond 29 december gaat bij hoge uitzonde ring de verwarming aan voor de jonge blazers van het TenToon Ensemble. En terecht volgens Jolanda: ‘Ik had wat beelden gezien op internet van hun nieuwjaarsconcerten in Haarlem. Wat een energie! Er zit leven in, er zit een beetje theater in, het is echt heel spectaculair wat ze doen.’ De concerten in Rijswijk zijn erg gevarieerd. En dat is ook meteen een probleem. Mensen die naar het Requiem van Fauré gaan, zie je niet terug bij Ashton Brother Joost Spijkers. De zangworkshops van dirigent Jurriaan Grootes met onder werpen als ‘Mozarts laatste jaar’ trek ken wéér een ander publiek.
In de Martinuskerk in Rijswijk klinken elk jaar minstens twee concerten. Eind december treden de jonge blazers van het Ten Toon Ensemble (foto boven) er op.
Rijswijkse activiteiten De echte Rijswijkse activiteiten vinden plaats tijdens Open Monumentendag en de drukbezochte jaarmarkt die de Oranjevereniging rondom de kerk organiseert. Tijdens Open Monumentendag zijn er bijvoorbeeld exposities. In 2017 ging er een over de vier keer dat Rijswijk ondergelopen is. De zelfgemaakte film waarin een oude Rijswijkse vrouw over de over stromingen vertelt, gaf aanleiding tot veel gesprekken. In 2016 werden de archeologische bodemvondsten langs
de Rijnbanddijk tentoongesteld. Loes: ‘Daar kwamen ook veel Rijswijkers op af, want in de tuin van ieders opa of tante lag wel wat.’
In elke uitgave van Venster zetten we een van de locaties van de SOGK in de spotlight. Door middel van een markant verhaal of bijzonder evenement staan we even stil bij onze eigen monumenten. Dit keer bij de Martinuskerk in Rijswijk.
Venster, 2017, nummer 4 — 3
Na een ‘time-out’ ging kerkrentmeester Dik Smits op zoek naar ‘vers bloed’ om de concerten en exposities in de kerk nieuw leven in te blazen. Hij kwam terecht bij Loes Wolf en Jolanda van de Vathorst, beiden vaste bezoekers van de Rijswijkse zondagmiddagconcerten. Onder de naam Martinus Producties organiseren zij nu samen met Liesbeth van Seumeren en een trouwe vrijwilligerspoule elk jaar minstens twee concerten en twee ‘Rijswijkse activiteiten’.
Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken Tour langs oude Gelderse kerken Afgelopen oktober heeft Wim Wensink afscheid genomen van het bestuur van de SOGK. De weken ervoor heeft hij, samen met zijn opvolger Wim Rohaan, alle SOGK-kerken bezocht bij wijze van afscheidstour. Toen Wim Wensink 25 jaar geleden begon met zijn bestuurs werk, was de SOGK in het bezit van vier kerkgebouwen en één synagoge. Die locaties waren in een dag wel te bezoeken. Maar door het huidige bezit heeft deze tour vier dagen in beslag genomen. Bij elke kerk werd kennis gemaakt met een delegatie van de Plaatselijke Commissie (PC). Ook werd een rondje om de kerk gemaakt voor een onderhoudsinspectie. Op deze manier heeft het nieuwe bestuurslid Wim Rohaan een goed beeld gekregen van het trotse bezit van SOGK en van
Haarlo
Vorden
Bestuurslid Wim Wensink maakte een afscheidstour langs de SOGK-locaties. Foto: Wim Rohaan
de huidige toestand van onderhoud van de kerken. Daarnaast was de uitwisse
Kranenburg
Hummelo
Etten
Venster, 2017, nummer 4 — 4
Businesspartners SOGK • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Burgers van der Wal, Doetinchem • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • Elbertse Orgelmakers, Soest • GlasBewerkingsbedrijf Brabant, Tilburg • GlasPro glasstudio, Doetinchem • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en
• • • • • • • • • • • •
architectuurbureau, Noordeloos Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede Van Lierop, Boxtel MAS Architectuur, Hengelo Orgelmakerij Reil, Heerde Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem Smederij Oldenhave, Vorden Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen Wiltink Installatietechniek, Vorden
ling van gedachten met de leden van de PC’s een belangrijk moment.
Buren
Rijswijk
Ook businesspartner worden? Bedrijven en instellingen kunnen businesspartner worden van de Stichting Oude Gelderse Kerken (SOGK). Als tegenprestatie ontvangen deze bedrijven informatie over onze activiteiten, kunnen ze onze kerkgebouwen huren en kunnen ze deelnemen aan onze jaarlijkse netwerk/lunchbijeenkomst. Ook interesse om voor een jaarlijkse bijdrage van € 200 SOGKbusinesspartner te worden? Neem contact met op met onze penning meester Geert Beltman, T (026) 442 09 01 of stuur een mailtje naar info@oudegeldersekerken.nl onder vermelding van ‘businesspartner’.
Zutphen
Leur
Steenderen
Onderhoud en restauratie De restauratie- en herinrichtings voorstellen voor de Walburgiskerk in Zutphen en de Grote Kerk in Wageningen zijn momenteel onder werpen die veel vragen van het bestuur. Voor de financiering van deze grote projecten hebben we hulp nodig van landelijke fondsen en de provincie Gelderland. Enkele lande lijke fondsen hebben inmiddels al een financiële bijdrage toegezegd, waar we zeer dankbaar voor zijn. We wachten nu nog op de beslissing van de provin cie. Binnenkort hopen we definitieve beslissingen te kunnen nemen voor deze grote projecten met, naar we hopen, een sluitend financieel plaatje. De Plaatselijke Commissie van Buren
eigen identiteit en omgeving. Op een eerder moment zijn de verschillende opdrachten al uitgepro beerd door kinderen en leerkrachten van de basisscholen. Hiervan zijn foto’s gemaakt. Tijdens de presentatie werden deze foto’s vertoond. Het was mooi om op de foto’s te zien hoe de kinderen met hun werkblad verwach tingsvol het monumentale en indruk wekkende kerkgebouw betreden en enthousiast met de opdrachten bezig zijn. In de afgelopen tijd is veel werk verzet door Bernadine Beenackers en door leerkrachten van basisscholen en leden van Plaatselijke Commissies. De uitda ging was om de uniciteit van het kerk gebouw voor het voetlicht te brengen op een voor kinderen aansprekende wijze. Onze complimenten voor dit
Hengelo
Drempt
heeft zich de laatste tijd geweldig inge zet om de kerk in Buren te voorzien van moderne, duurzame ledlampen. Door lokale acties hebben ze tot op heden al meer dan E 8.000 bijeen weten te brengen. Een mooi initiatief dat door het bestuur van harte wordt ondersteund.
resultaat! Wij hopen dat veel kinderen met de school, maar ook later met ouders en grootouders, de weg naar het kerkgebouw in hun stad of dorp kunnen vinden.
Basisschoolkinderen tijdens hun bezoek aan de St.-Lambertuskerk in Kerk-Avezaath. Foto: Bernardine Beenackers
Kerk-Avezaath
Batenburg
In Groenlo is de renovatie van het oude kerkhof rondom de Oude Calixtuskerk afgerond. Lokale acties brachten voor deze renovatie meer dan E 25.000 op. Dit initiatief van de Plaatselijke Commissie heeft vele positieve reacties opgeleverd.
De renovatie van het kerkhof rondom de Oude Calixtuskerk in Groenlo is afgerond. Foto: Ruud Kaak
Venster, 2017, nummer 4 — 5
Kinderen op ontdekkingstocht Eind september is de nieuwe lessen reeks over de oude Gelderse kerken in Rijswijk, Kerk-Avezaath en Buren gepresenteerd. De lessenreeks bevat aantrekkelijke werkbladen, waarmee de leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen. Dit doen ze op school, maar ook brengen ze een bezoek aan het kerkgebouw, onder begeleiding van leerkrachten en vrijwilligers van de Plaatselijke Commissies van de kerken. In de kerk zoeken de leer lingen de antwoorden op de vragen van de werkbladen en zo leren ze wat er te zien is in de kerk en wat daarvan de functie is. Het bijzondere van dit educatieve project is dat het aansluit bij het provinciale project ‘Reizen in de Tijd’. Met het verhaal worden kinderen geholpen bij hun zoektocht naar hun
Interview
Karlijn van Onzenoort
Wies van Leeuwen over de toekomst van kerkgebouwen
Skate-clinic in de kerk
Venster, 2017, nummer 4 — 6
Zoals vaker gebeurt, werd de kiem gelegd tijdens de middelbareschooltijd. ‘Ik had een heel inspirerende aardrijkskundedocent’, herinnert Wies van Leeuwen zich. ‘Die was actief in de heemkundekring en via hem raakte ik geïnteresseerd in de plaatselijke archeologie en bouwkundige monumenten. En die werden in mijn jeugd in mijn geboortedorp Luyksgestel juist op grote schaal gesloopt’, voegt hij daaraan toe.
Wies van Leeuwen ziet een rol voor de plaatselijke gemeenschap bij de
Sluitsteen met het portret van de architect Pierre Cuypers,
instandhouding van kerkgebouwen. Foto: Marc Bolsius
Museum Cuypershuis Roermond
Afgelopen maart hield Wies van Leeuwen de SOGK Publiekslezing 2017 in de Koepelkerk in Arnhem. De titel luidde: Gelderse kerken of kerken in Gelderland? ‘Ik wierp de vraag op of er sprake is van een Gelderse bouwstijl. Zo zie je bijvoorbeeld overeenkomsten in de torens van Zaltbommel, Arnhem en Zutphen, maar bij nadere beschou wing blijkt dat je deze Nederrijnse torens ook elders in het rivierengebied terugvindt. Je kunt daarom niet zeggen dat er één bepaalde bouwstijl is. Beter is om te stellen dat er een grote en boeiende variatie is in Gelderland.’
Toekomst van kerken Hoe ziet hij de toekomst van de Gelderse (en andere) kerken? ‘In de jaren zestig van de vorige eeuw heb ben vooral de katholieken grote kerken laten neerzetten. Op de groei gebouwd, alleen was die groei er snel uit. We hebben nu te maken met een sterke terugloop van kerkgangers en met kerken die de deuren moeten sluiten. Wat gaan we met die gebouwen doen? Ik zou het mooi vinden als de mensen uit de omgeving van een kerk zeggen: “Wij willen dat dit gebouw in gebruik blijft.” Dat ze het gebouw voor een
gering bedrag kopen en een stichting oprichten die het gebouw openhoudt voor bijvoorbeeld concerten en bijeen komsten. Zo krijgt de kerk een nieuwe functie midden in de gemeenschap.’ Midden in gemeenschap In Brabant kent hij mooie voorbeelden daarvan. Zoals in Biest-Houtakker, een dorp bij Tilburg. ‘Na een fusie van twee parochies stond een van beide kerkgebouwen leeg. De toekomst voor deze Antoniuskerk was lange tijd onge wis. Vanuit het dorp kwam toen het voorstel om als gemeenschap de voor
malige kerk te kopen en zo te behou den. Niet alleen als een bijzonder en beeldbepalend gebouw, maar ook om gebruikt te worden voor culturele en/ of maatschappelijke activiteiten. Een coöperatie zorgt nu voor het onder houd en beheer van de kerk. Zo werd er onlangs een skate-clinic voor basis schoolleerlingen gegeven, die vanwege het slechte weer niet buiten kon plaats vinden.’ Actie voeren Van Leeuwen is ook oprichter van het Cuypersgenootschap. ‘Dit genoot schap is ontstaan als juridisch middel om actie te kunnen voeren tegen de voorgenomen restauratie van de SintServaaskerk in Maastricht in 1984. Het kerkbestuur vond het interieur van Cuypers toen te somber en wilde wat lichters. We hebben deze strijd overigens glansrijk verloren, maar zijn ons daarna blijven inzetten voor andere gebouwen. En nog steeds roeren we ons wanneer het bouwkundig erfgoed uit de negentiende en twintigste eeuw in gevaar komt.’
Volgens Van Leeuwen bestaat er geen Gelderse bouwstijl, maar vertonen de torens van Zaltbommel, Arnhem en Zutphen (foto) overeenkomsten. Foto: René Amaya, 2008
Wie is Wies? Na de HBS volgde Wies van Leeuwen (1950) eerst de pedagogische academie. Hij stond twee jaar voor de klas en ging daarna kunstgeschiedenis studeren in Nijmegen. In 1979 trad hij in dienst van de provincie Brabant. Daar werkte hij, tot zijn pensioen in 2015, als beleidsambtenaar op het gebied van monumentenzorg en cultureel erfgoed. In 1995 promo-
veerde hij op het werk van restauratiearchitect Pierre Cuypers. Van Leeuwen heeft meer dan 280 publicaties op zijn naam staan, waaronder ‘Langs de oude Brabantse kerken’, met een oostelijke en een westelijke versie. Ook is hij bijna 25 jaar redacteur geweest van het Bulletin van de SOGK, de voorganger van Venster. Daarnaast heeft hij jarenlang deel uitgemaakt van de excursiecommissie van onze stichting.
Venster, 2017, nummer 4 — 7
Cuypers verveelt nooit Overbodig te zeggen dat Van Leeuwen een groot fan is van de Roermondse architect. ‘”Cuypers verveelt nooit”, zeg ik altijd. Hij is altijd heel gevarieerd te werk gegaan. Steeds een andere opzet of een nieuwe variant. Kijk maar naar de Antoniuskerk in Kranenburg. Daar heeft hij in de toren bakstenen orna menten gemaakt, met verschillende lagen en verspringingen. Een beetje jammer is dat van het interieur van de kerk weinig bewaard gebleven is. Cuypers had de muren dun gepleis terd en daarop bakstenen geschilderd, maar die afwerking is helaas verdwe nen onder een dikke witte kalklaag. Hopelijk worden de muren in de toekomst nog eens in oorspronkelijke staat teruggebracht.’
Een omstreden verbouwing van de kerk van Ellecom in de negentiende eeuw Frank Keverling Buisman en Jan W.M. Jansen
De aan Sint-Nicolaas gewijde kerk van Ellecom (gemeente Rheden) heeft een lange geschiedenis, in 2015 vastgelegd in een boek. In dit artikel volgt een korte kennismaking met die geschiedenis, gevolgd door het verhaal van de verbouwing in de negentiende eeuw. De kerk was nauw verbonden met de eigenaren en
Venster, 2017, nummer 4 — 8
bewoners van het huis Middachten. Dat speelde een grote rol bij die verbouwing.
De kerk staat op een opvallende plaats op de Veluwse stuw wal, op een hoge plek vlak bij de steil naar beneden aflo pende zuidhelling in de richting van de uiterwaarden. De oudste sporen van een kerkgebouw op deze plaats, een klei ne houten kapel, dateren van omstreeks 900. Na een brand werd in de elfde eeuw op exact dezelfde locatie een stenen kapel met een klein koor gebouwd, waar in het midden van de twaalfde eeuw een tufstenen toren tegenaan werd gezet. Kort daarvoor, omstreeks 1130, heeft de Gelderse graaf Gerard II, samen met zijn zoon Hendrik en met instem ming van zijn echtgenote Ermgard, gravin van Zutphen, de capella in Ellenchem overgedragen aan het Sint-Walburgiskapittel in Zutphen. In het begin van de zestiende eeuw kreeg de kerk een nieuw gotisch koor, gebouwd in opdracht van de bewo ners van het nabijgelegen huis Middachten. De familie Van Middachten en de opvolgende eigenaren van dat huis speelden in de navolgende eeuwen een prominente rol bij de Ellecomse kerk. Zij verwierven het collatierecht: het recht om een voordracht te doen voor de benoeming van de pastoor, later de predikant. Ook namen zij tal van aanpassingen van het kerkgebouw voor hun rekening. Zo betaalden zij in 1644 de eerste luidklok, een product uit het atelier van de gebroeders Hemony. Ook financierden zij de bouw van een nieuwe torenspits in 1685 en een uurwerk in de toren in 1702-1703. Daarnaast bezat de familie enkele herenbanken in de kerk.
Het aanzicht van de kerk in de achttiende eeuw was mis schien niet uitzonderlijk te noemen. Zoals in meer plaatsen (bijvoorbeeld Wilp, Rheden en Aalten) was het koor immers hoger dan het schip. Maar bij Ellecom zou de noklijn van het koor zelfs hoger hebben gelegen dan de onderkant van de torenspits. De afbeeldingen die uit die periode van de kerk bekend zijn, zoals de schets van Derk Jan van Elten uit 1776, laten dat zien. Door de dakhelling te veranderen is de noklijn in de negentiende eeuw lager komen te liggen.
De voorgeschiedenis van de verbouwing in 1858 In de eerste helft van de negentiende eeuw groeide de bevol king in Ellecom flink: van 506 in 1809 tot 880 in 1849. Aangezien twee derde deel daarvan hervormd was, dreigde het kerkgebouw te klein te worden. In de periode dat ds. P.W van Rossum predikant was (1835-1863), werd dat wel ingezien, maar gebeurde er voorlopig niets. In die fase was graaf Willem Gustaaf Frederik van Reede (1780-1844), vanaf 1814 eigenaar van Middachten, als opperkerkmeester ook voorzitter van de kerkvoogdij. Na zijn kinderloos overlijden in 1844 als laatste Van Reede kon niet direct in opvolging op Middachten worden voorzien door een geschil tussen de erfgenamen. Aan die onenigheid kwam pas in 1854 een eind. Het huis Middachten kwam toen formeel in handen van graaf Carel A. F. Bentinck (1792-1864). Hij was in 1846 getrouwd met Caroline, gravin zu Waldeck und Pyrmont (1826-1899) en had sindsdien al zijn intrek genomen op
Venster, 2017, nummer 4 — 9
Op de voorgrond het koor aan de oostzijde van de kerk. Foto: Rein de Jong, 2017
Ellecom in 1776, getekend door Derk Jan Elten. Links de kerk van Ellecom,in het midden de kerktoren van Doesburg. Collectie John Striker
Op de tekening van F. Berkhuys uit 1720 heeft de kerk nog een hoog koor en een veel lager schip. Collectie John Striker
Venster, 2017, nummer 4 — 10
De zuidzijde van de kerk met op de voorgrond de keermuur voor de Jan de Bijer tekende Ellecom in 1743. Collectie Gelders Archief
overgang naar de uiterwaarden. Foto: Jan Jansen
Middachten. Mede daardoor was de douairière Van Reede, Wendela Eleonora Boreel van Hogelanden (1792-1868), gedwongen geweest het huis te verlaten en had ze intrek moeten nemen op het nabijgelegen landgoed Avegoor. Alle rechten en plichten van het huis Middachten kwamen nu aan graaf Bentinck toe. Vanuit zijn functie als opperkerk meester bestuurde hij de kerkvoogdij, maar betaalde hij ook de onderhoudskosten van kerk, pastorie en kosterswoning evenals de traktementen – bijna het vijfvoudige van het voor geschreven bedrag – van de predikant en de koster. Hij zou een van de hoofdrolspelers zijn in de omstreden verbouwing van de kerk in de jaren 1858/59.
kerkvoogdij openingen in de zolder van de kerkzaal maken. Daarmee verbeterde de ventilatie. Die maatregel voldeed weliswaar, maar had tot onbedoeld gevolg dat allerlei ongedierte (insecten of wandluizen) dat kennelijk in gro ten getale op zolder zat, beneden in de kerk terechtkwam, tot grote schrik van vele kerkgangers. Er ontstond paniek met als gevolg dat de kerk door de predikant Van Rossum onbruikbaar werd verklaard, zonder voorafgaande instem ming van de kerkvoogdij, in feite van graaf Bentinck. De dominee wilde geen diensten meer verzorgen in de kerk en maakte vervolgens kenbaar voortaan uit te wijken naar de oranjerie op het landgoed Avegoor van de douairière Van Reede-Boreel, met wie hij op zeer goede voet stond. Dan zou men volgens hem ook kunnen bezien of elders een nieuwe kerk gebouwd zou kunnen worden. Dat viel bij graaf Bentinck niet in goede aarde. Hij was gehecht aan het oude
De directe aanleiding voor de verbouwing Begin 1858 klaagde een aantal kerkgangers over gebrek aan lucht in de kerk. Om dat probleem op te lossen liet de
De noordzijde van de kerk. Foto: Rein de Jong, 2017
De westelijke toegang tot de toren en de kerk.
De tufstenen toren uit de 12de eeuw is het oud-
Aan de zuidzijde van de kerk ligt de consis
Foto: Rein de Jong, 2017
ste deel van de kerk. Foto: Rein de Jong, 2017
torie. Foto: Rein de Jong, 2017
kerkje. Bovendien zou naast een nieuwe kerk de oude kerk niet meer levensvatbaar zijn, zodat Bentincks positie als col lator nog weinig voorstelde. De oude kerk zou in zijn ogen wel gemoderniseerd moeten worden, om de geconstateerde problemen het hoofd te bieden en het toegenomen aantal gemeenteleden te huisvesten.
De plannen Op Benticks initiatief werd nu een aantal mogelijke scena rio’s onderzocht, waarbij Jan Brink Evers, de lokale aan nemer en architect te Ellecom, een cruciale rol zou gaan spelen. Brink Evers onderzocht de bouwkundige toestand van het kerkgebouw. Hij constateerde dat de tufstenen muren van het schip er door het vocht slecht aan toe waren en dat de kap van het schip vernieuwd zou moeten worden. Hij vond dat met spoed afdoende maatregelen nodig waren.
Daarnaast maakte hij een begroting voor de werkzaamheden ter bestrijding van het ongedierte, verbetering van de venti latie én uitbreiding van het aantal zitplaatsen in de kerk zon der een ingrijpende verbouwing. Die kosten beliepen een bedrag van ƒ 2.196, -, maar het plan kreeg geen steun van Bentinck, die kennelijk een meer structurele oplossing voor stond en snel met een plan kwam om de kerk flink te ver groten en de indeling efficiënter te maken. Dit kon bereikt worden door het schip van de kerk te verbreden en koor en schip van de kerk van één, geheel doorlopende, nieuwe kap te voorzien. Voor de kosten hiervan maakte Brink Evers een globale raming, die uitkwam op een bedrag van maar liefst ƒ 16.250, -. Of Bentinck van dat bedrag geschrokken is, is niet bekend, maar wel is zeker dat Brink Evers nog in die zelfde periode (juli 1858) opdracht kreeg eerst de kerk met chloorgas te ontsmetten en vervolgens het oude romaanse
Venster, 2017, nummer 4 — 11
De zuidzijde van de kerk in 1952.
Het schip van de kerk naar het
De kansel, op de grens van schip
koor gezien. Foto: Regine Mateman
en koor. Foto: Rein de Jong, 2017
Venster, 2017, nummer 4 — 12
Plattegrond en zijaanzicht van de kerk in bestaande toestand en naar
De zuidwestelijke hoek van het
ontwerp van Jan Brink Evers uit 1858. Collectie E. Duringhof, N. Dekker
Plattegrond van de huidige kerk.
schip. Foto: Rein de Jong, 2017
schip af te breken en geheel nieuwe buitenmuren te bou wen, op ongeveer 2,5 meter naar buiten. Dit zou geschie den op basis van het door hemzelf opgesteld ‘Bestek en Voorwaarden’. Ook maakte hij een nauwkeurige plattegrond van het oude kerkgebouw, met de opstelling van de banken. Daarnaast tekende hij een plattegrond van de vernieuwde, verbrede en verder aangepaste kerk, met een nieuwe plaat sing van de banken. De situatie vóór en ná is daardoor goed te zien. Volgens het ontwerp van Brink Evers werd het schip circa vijf meter verbreed door de nieuwe buitenmuren. Het schip, maar ook het koor, werd afgedekt met een kap die werd voorzien van vlakke pannen. De noklijn van het koor werd iets verlaagd om aan te sluiten op de nieuwe noklijn van het
schip, dat vlak onder de dakrand van de torenspits moest eindigen. Door die ingreep werd ook de dakhelling van het koor lager. De muren van het schip kregen in het midden een steunbeer, en vier trekstangen zorgden dat de muren de zijwaartse druk van de kap konden opvangen. Stenen gewelven zoals die door P.J.H. Cuypers (1827-1921) later in de tweede helft van de negentiende eeuw werden gebruikt, waren toen nog niet van toepassing. De binnenruimte van het schip zou voorzien worden van een op riet gestuct gebo gen plafond. Vier nieuwe ramen – twee aan de noord- en twee aan de zuidzijde – in gotische vorm zorgden voor licht, terwijl de kerk zelf twee nieuwe ingangsportalen kreeg. Er was een kleiner toegangsportaal ontworpen bij de aanslui ting van het schip aan het koor voor de gewone gemeente
De orgeltribune gezien vanaf de kansel; de lezenaar is in 1699 door de kerk aangeschaft. Foto: Rein de Jong, 2017
Het koor met het eenvoudige kruisribgewelf is tussen 1505 en 1533 gebouwd. Foto: Rein de Jong, 2017
Verzet tegen de plannen De voortvarendheid van de kerkvoogdij en het eigenmachtig optreden daarbij van graaf Carel A.F. Bentinck, en mogelijk ook het ontworpen plan, waren echter een doorn in het oog van een aantal notabelen, onder wie dominee Van Rossum en douairière Van Reede-Boreel. In eerste instantie werd de opperkerkmeester er fijntjes op gewezen dat op basis van artikel 3 van het Koninklijk Besluit van 16 augustus 1824 voor een belangrijke verandering van een kerkgebouw de toestemming van de koning noodzakelijk was. Er was hier door sprake van een onwettig besluit van de kerkvoogdij. Hoewel de aannemer in augustus 1858 al begonnen was, werd de koning alsnog om goedkeuring gevraagd, met excuses voor het feit dat men niet op de hoogte was geweest
De orgeltribune gezien vanaf de kansel. Foto: Rein de Jong, 2017
van het betreffende besluit. De minister voor de Zaken der Hervormde Eredienst berustte in de situatie en verleende per brief van januari 1859 namens de koning goedkeuring onder de voorwaarde dat een grondplan en een afbeelding van de bestaande kerk aan de minister werd toegezonden. Nu dit strijdpunt was beslist, werd door de tegenstanders de positie van Carel A.F. Bentinck als opperkerkmeester in twijfel getrokken. De minister verwees de tegenstanders naar de erkenning door de koning van de oude rechten die waren verleend aan Middachten bij het Koninklijk Besluit van 19 juni 1823. Wel gaf de minister in zijn reactie aan dat de koning graaf Bentinck alleen tot lid van de kerkvoogdij kon benoemen, niet tot opperkerkmeester. Op die functie zou hij alleen op grond van oude rechten aanspraak kunnen maken, en dat was hier het geval.
Venster, 2017, nummer 4 — 13
leden en een wat groter, naast de toren, voor de meer vooraanstaande leden, onder wie in ieder geval de bewoners van Middachten. Die konden dan ook direct vooraan in daar geplaatste herenbanken plaatsnemen.
De graven- of Middachterbank uit 1860. Foto: Rein de Jong, 2017
Een kapiteeltje op een colonnet in het koor; het
De onderkant van de kap boven het schip; op
De kap boven het stenen gewelf van het koor.
wapen is van Anna van Arnhem. Foto: Marjan
de voorgrond de bovenkant van gewelf met de
Foto: Caspar Jansen
Witteveen, 2012
ondergrond van riet. Foto: Caspar Jansen
De uitvoering
Venster, 2017, nummer 4 — 14
Het gewelf in het koor. Foto: Marjan Witteveen, 2012
Alvorens tot de daadwerkelijke verbouwing overgegaan kon worden, moest eerst het ongedierte nog bestreden wor den door ontsmetting van het kerkgebouw. Dat gebeurde met behulp van chloorgas, in forse hoeveelheden. Vanuit Doesburg werd daarvoor 200.000 kubieke voet (circa 700 m3) chloorgas geleverd. Ook de toren werd ontsmet, waarvoor nog eens circa 55.000 kubieke voet chloorgas nodig was. Brink Evers kreeg eind juli 1858 de opdracht voor de ver bouwing en begin augustus voor de sloopwerkzaamheden. Daarvoor had hij nog een meer specifieke begroting van zijn werkzaamheden moeten maken, die nu uitkwam op ƒ 6536,– of ƒ 5636,–, als men voor een kap met vlakke pannen koos in plaats van leien. De keus viel op die goedkopere variant. De werkzaamheden begonnen in augustus 1858, nadat toe
stemming was verkregen voor het ruimen van de graven op het kerkhof, vlak naast de oude af te breken kerkmuren. Hierna kon het slopen van de muren beginnen. Een deel van de oude stenen werd hergebruikt voor de fundering. Nadat de nieuwe muren opgetrokken waren en de oude hoge scheidingsmuur tussen koor en schip iets verlaagd was, kon een nieuwe kapconstructie worden aangebracht evenals het gestucte plafond voor het nieuwe schip. Er moet met grote voortvarendheid gewerkt zijn, want al na vier maanden, in november-december 1858, werd de kerk afgebouwd en ingericht. Het meest opmerkelijke element van het hele uitbreidingsplan was de radicale omkering van de inrichting van de kerk. Er kwamen nieuwe kerkbanken met ruimte voor 279 personen, die niet naar het oosten, maar nu op het westen gericht stonden. De kansel met een geheel nieuwe en hogere preekstoel werd daarom ook van
C.A.F. Bentinck (1792-1864), de initiator van de verbouwing van de kerk; portret geschilderd door James Northcote in 1826. Portret van Wendela Eleonora van Reede-Boreel, op jonge leeftijd (tussen 1800 en 1824) geschilderd door Charles Howard Hodges. Zij ging als
de oostzijde (in het koor) naar de westzijde verplaatst en kreeg daar een plaats tegen de torenmuur. Het ligt voor de hand dat deze hele omdraaiing tot de nodige discussies heeft geleid. Na deze verbouwing en herinrichting zou de kerk op 21 januari 1859 in gebruik genomen worden. Aanvankelijk wilde dominee Van Rossum, die zich al eerder als tegen stander had laten gelden, hieraan geen medewerking ver lenen, maar hij kwam hier in tweede instantie op terug en zo kon op 6 februari 1859 de kerk weer in gebruik worden gesteld. Dat nam niet weg dat er nog steeds kritische gelui den gehoord werden, vooral over het eigengereide en feo dale gedrag van de graaf van Middachten.
weduwe op Avegoor wonen en stond bekend als Mylady.
Medio 1860 kreeg de kerk een nieuw doopvont met een gietijzeren achtkantige voet. In Nederland komt dit type doopvont heel weinig voor. Alleen in de hervormde kerk in Voorschoten heeft ook een gietijzeren doopvont gestaan, in 1867 vervaardigd door de firma Enthoven & Co uit Den Haag. Waar het Ellecomse doopvont vandaan komt, is nog niet bekend. Hierna was de eerstvolgende echte aanpassing van de inrichting van de kerk de plaatsing van een rouwbord aan de zuidmuur van het nieuwe schip voor de in 1864 plot seling overleden graaf Carel A.F. Bentinck, de man die zijn stempel zo op dit gebouw gezet had.
Het huidige doopvont uit omstreeks 1860. Foto: Caspar Jansen
Venster, 2017, nummer 4 — 15
Verdere ontwikkelingen
Venster, 2017, nummer 4 — 16
Het stenen rouwbord van Carel Anton Ferdinand van Aldenburg
Detail van het stenen rouwbord van Caroline M.E.C.C.L. van Waldeck
Bentinck, overleden in 1864.
Limpurg uit 1899, de echtgenote van Carel A.F. van Aldenburg Bentinck.
Na de Eerste Wereldoorlog veranderden ook in Ellecom de maatschappelijke verhoudingen met een toenemend zelfbewustzijn van de burgerbevolking. Dat leidde vanaf 1930 tot een discussie over de rechten van de kerkgemeen schap tegenover de rechten en plichten van de eigenaar van Middachten, grotendeels de eigenaar en financier van de kerk en zijn bedienaren. Die kwestie leidde tot een langdurige juridische strijd. Toen de kerk in de Tweede Wereldoorlog werd beschadigd door een V1-inslag in de nabijheid, moest men het snel eens worden over de vraag wie verantwoordelijk was voor de restauratie. Met een acte van dading werden in 1948 de eeuwenoude banden tussen de kerk van Ellecom en Middachten beëindigd. Nadat het Rijk had toegezegd ook een deel van de kosten te vergoeden, kon de kerkenraad overgaan tot actie. Bij de daaropvolgende restauratie (1948-1949) werd op advies van de toenmalige Rijksdienst voor de Monumentenzorg de oorspronkelijke oriëntatie van de kerkbanken op het oosten hersteld. De preekstoel kwam op de overgang van het schip
en het koor te staan. Sindsdien worden de kerk, het koor en de toren door toedoen van het Rijk, de gemeente Rheden en de kerkelijke gemeente zelf goed onderhouden. Meer over deze kerk staat in het boek van Frank Keverling Buisman en Jan Jansen, De Nicolaas- of Dorpskerk van Ellecom, uitgave Stichting Behoud Dorpskerk Ellecom, 2015 ISBN/EAN: 978-90-9029020-1. Het boek is te bestellen bij de boekhandel (ISBN 978-90-9029020) en bij de heer Jansen, telefoon (0313) 41 68 84 of e-mail: jan.jansen46@planet.nl.
Over de auteurs Jan W.M. Jansen (Wijhe, 1946) was werkzaam in het middelbaar beroepsonderwijs en wethouder van de gemeente Rheden en is nu onder andere voorzitter van de Stichting Behoud Dorpskerk Ellecom. Prof. dr. Frank Keverling Buisman (Arnhem, 1945) was rijksarchivaris in Drenthe en Gelderland en directeur van het Gelders Archief. Hij was onder andere betrokken bij de Canon van Rheden.
Actuele publicaties
Ineke Pey
Olburgen De kerk van Sint Willibrordus op Olburgen. Waarlijk eene ‘trouvaille’, zoals het was, door Jan Gosselink m.m.v. Anton Metz, uitgave Historische vereni ging Steenderen/ Parochie Olburgen (124 blz., ca 135 afb. full colour, geb., ISBN 978-90-79864-37-9), € 23,50. Verkrijgbaar via hvs.1992@hotmail.com Directe aanleiding voor het boek was het einde van de St.-Willibrordus op Olburgen als zelfstandige parochie kerk. Sinds 2010 zijn twaalf parochies, waaronder Olburgen, in een ruime Gelderse regio gefuseerd. De nieuwe parochie kreeg de toepasselijke naam HH Twaalf Apostelen. In 1869 verrees de huidige St.Willibrordus naar ontwerp van archi tect/ beeldhouwer Friedrich Wilhelm Mengelberg (1837-1919). Het werd een pseudobasiliek met gedrongen proporties en overhuifd met kruis ribgewelven. Een breed westwerk wordt bekroond door een overhoeks geplaatste toren met ingesnoerde naaldspits. De uitgave is ruim geïllustreerd met mooie, vaak paginagrote foto’s. In het boek komen aan de orde: de bouw van de schuurkerk en de hui dige kerk, voormalige pastoors, de ter plaatse begraven Dorothea Visser
Nijmegen De Stevenskerk. 750 jaar spiegel van Nijmegen, H. Peterse e.a. (red.), Uitg. Vantilt Nijmegen, 2017, 320 blz.; ca. 480 afb. meest full colour, noten, lit. opg., geb., ISBN 978-94-6004345-1 Tussen 1254 en 1272 werd op de Hundisburg binnen de muren van de oude stad (op de huidige locatie) de eerste, basilicale Stevenskerk gebouwd. Vervolgens kwam de toren tot stand. Na een uitbreiding tot kruisbasiliek werd de kerk vergroot tot hallenkerk (ca. 1390 - ca. 1410). Niet alle ambi tieuze bouwplannen werden uitge voerd. De lichtbeuk van koor en tran sept bleven achterwege, terwijl ‘het schip bleef staan zoals het was’, zon der de gewenste dubbele zijbeuken. In achttien chronologische hoofd stukken en drie intermezzo’s wordt de ontwikkeling beschreven van het kleine parochiekerkje op het Valkhof uit de zesde eeuw tot de imposante laatgotische parochiekerk op de hui dige plek, alsmede de restauraties en herbouw (vooral de naoorlogse), de inrichting, muurschilderingen en de bouwsculptuur. Ook ver anderende kerkelijke en politieke omstandigheden worden belicht, waarvan tot vijfmaal toe touwtrekken om het bezit van de kerk het gevolg
was. Belangrijke objecten in de kerk als de orgels en het monument voor Catharina van Bourbon worden in aparte bijdragen beschreven. Het boek sluit af met de recente restauratie (2014/15) van kerk en toren. Het fraai vormgegeven boek is zeer rijk en gevarieerd geïllustreerd met schilderijen, prenten, oude en (veel) nieuwe foto’s, impressies, opmetings tekeningen, constructietekeningen enz. Elf op hun vakgebied deskun dige auteurs schreven de teksten; Karel Emmens en Jan Kuys namen het leeuwendeel voor hun rekening. Door archief- en literatuuronderzoek en dendrochronologisch onderzoek kwamen veel nieuwe feiten aan het licht. Het in situ onderzoek op de stei gers betrof o.a. muurschilderingen, bouwbeeldhouwwerk en bouwsporen. Dat ondanks de vele desastreuze gebeurtenissen in het verleden in de Stevenskerk nog veel bijzondere en unieke middeleeuwse details zijn te bewonderen, wordt in dit ultieme boek over de Stevenskerk aangetoond. Jammer is dat een register ontbreekt; het zou van deze wetenschappelijke publicatie bovendien een handig naslagwerk hebben gemaakt.
Venster, 2017, nummer 4 — 17
(1819-1876) die tijdens haar leven de stigmata droeg, de recente fusie van twaalf parochies en persoonlijke herinneringen van parochianen. Van Mengelberg en architect Wolter te Riele (1867-1937) worden biografische schetsen gegeven. De laatste wordt door de schrijver onterecht als uitvoe rend architect aangemerkt. Bij de bouw van de St.-Willibrordus was niet deze leerling van Cuypers de uitvoerende architect (zijn geboortejaar maakt dit al onmogelijk), maar diens vader architect/aannemer Gerard te Riele Wzn (1833-1911).
De kapel van Bronkhorst van binnen bekeken Marco Blokhuis De kapel van Bronkhorst ligt erbij alsof de tijd heeft stilgestaan. Het is niet voor te stellen dat het gebouw ruim vijftig jaar geleden nog zeer vervallen was en zowel van binnen als van buiten weinig weg had van een kapel. Dit veranderde nadat in de jaren 1960-1962 een grote restauratie plaatsvond naar plannen van architect W.A. Heineman in Velp die werden uitgevoerd door aannemersbedrijf Hulshof in Steenderen. Restauratie betekent voor veel kerken herstel en herplaatsing van reeds aanwezig monumentaal meubilair. In het geval van de kapel was er maar weinig over en betrof het een compleet nieuwe inrichting. Wat was het geval?
Venster, 2017, nummer 4 — 18
Multifunctionele ruïne In een publicatie uit 1841 wordt over Bronkhorst vermeld dat in het kleine en zeer vervallen kerkje in die tijd maar één keer per jaar werd gepreekt en wel als er kermis was. Voor de rest van het jaar bezochten de inwoners de kerk in Steenderen. Die slechte
staat gold ook voor het schoolgebouw ter plaatse, dat bovendien nog eens te klein was voor de ongeveer hon derd leerlingen die er toen waren. Dit aanzienlijke leerlingenaantal en het weinig frequente gebruik van de kerk zullen in 1841 tot het besluit geleid hebben om de kerk tot school te ver
bouwen. Bijna honderd jaar later, in 1932, werd de school in de kapel weer opgeheven, maar toch behield het ver laten pand een functie in Bronkhorst voor tal van activiteiten van de inwo ners. Daarnaast werd het nog enkele jaren gebruikt als kleuterschool, werd er ‘zondagsschool’ gehouden en von
Het interieur van de kapel gezien naar het koor met een tentoonstelling van schilderijen. Foto: Carel van Gestel, 2013
stichter en de stichting van de kapel in 1344.
Wapenborden (17de eeuw) met de wapens van Joost, graaf van Limburg Stirum en zijn vrouw
Foto: Carel van Gestel, 2013
Maria gravin van Holstein Schauenburg en Sternberg. Foto’s: Carel van Gestel, 2013
den er Bijbellezingen plaats. Nadat er stemmen opgingen om het school gebouwtje weer als kerk in gebruik te nemen, werd in 1954 besloten om één dienst per maand te organiseren. Vanaf dat moment was het streven om de kapel te restaureren. Uitgangspunt daarbij was een tekening van Jan de Beyer uit 1742. Met de restauratie werd de driezijdige koorsluiting weer hersteld die vanwege de schoolfunctie was rechtgetrokken, en werden weer spitsboogramen aangebracht. Na de restauratie kreeg de kapel opnieuw een kerkelijke functie.
zijn naam, maar ook het familiewapen is aangebracht op de mantel. Deze luidklok functioneerde natuurlijk ook als alarmklok en heeft mogelijk daar door de eeuwen doorstaan. Juist door de tekst en het familiewapen heeft de luidklok grote cultuurhistorische waar de. Helaas heeft de gieter van de klok zijn eigen naam niet vermeld. Nazaten van de familie hebben zich niet onbetuigd gelaten na de restau ratie van de kapel. Een geschilderd wapenbord uit 1962 op de achtermuur herinnert aan de stichting van de kapel in 1344 door Gijsbert van Bronkhorst. Twee fraaie gesneden zeventiendeeeuwse wapenborden (ca. 1600-1625) werden in bruikleen gegeven door een ander familielid. Zij tonen de wapens van Joost, graaf van Limburg Stirum (1560-1621) en zijn vrouw Maria gravin van Holstein Schauenburg en Sternberg (1559-1616). Door deze schenkingen zien we het adellijke ele ment in het interieur zoals we dat in zo veel kerken aantreffen.
Adellijke kapel uit 1962 De geschiedenis van de kapel maakt duidelijk dat er van het oorspronkelijke meubilair weinig over is. Alleen de luidklok uit 1658 op het dak is bewaard gebleven. Deze klok, die voor de bezoe ker niet zichtbaar is, voert ons terug naar de tijd van landheer ‘otto graef tot limborch en / bronchorst, here toe stirum / wisch borculoe en ghemen. erf: / bannerheer des furstendoms / gelre en graefschap zutphen, gouverneur tot groenloe ao 1658’ zoals op de klok is te lezen. Hij gaf opdracht om de kapel te her bouwen nadat deze was afgebrand na de stadsbrand van 1633. Niet alleen
Liturgisch verantwoord gebouw Een aantal interieuronderdelen is opnieuw gemaakt of van elders ver kregen voor het gebruik als kapel. De inrichting die anno 2017 nog in grote lijnen dezelfde is als bij de opening in
1962, is typisch voor de jaren zestig en sluit nauw aan bij het gedachtegoed van de Liturgische Beweging, een vernieuwingsbeweging in de kerk met gedeelde aandacht voor het Woord en het sacrament. Om die reden kreeg de avondmaalstafel een centrale plek en werd de preekstoel iets opzij geplaatst. De stoelen kwamen in twee vakken te staan met een middenpad. Daarmee benaderde Heineman de ideale inrich ting van een kerk die wel beschreven werd als een middeleeuwse processie weg waarlangs kerkgangers uitkomen bij de avondmaalstafel. Daarop hoorde ook nog eens een kruis te staan. Het kruis werd hier echter achter de tafel op de muur bevestigd zoals oude interieurfoto’s laten zien. De tafel was hiermee beschikbaar voor een staten bijbel die bij de opening werd geschon ken. Architect Heineman volgde de inrichting van de kapel van dichtbij. Zowel de tafel als de kleine preekstoel kwamen van zijn tekentafel, evenals de knopstoelen. Beeldbepalend en toch niet opval lend is beschildering van de balken. De opdracht hiervoor ging naar de Bronkhorster schilder Evert Knaake. Ongetwijfeld in overleg met de architect kreeg elke balk een andere versiering waardoor de blik van de
Venster, 2017, nummer 4 — 19
Het wapenbord (1962) dat herinnert aan de
Venster, 2017, nummer 4 — 20
Het plafond met beschilderde balken. Foto: Carel van Gestel, 2013
De achttiende-eeuwse tinnen doopschaal
De statenbijbel, uitgegeven door Jacob en
De geelkoperen lezenaar op de preekstoel, een
met het opschrift uit 1986. Foto: Museum
Hendrik Keur te Dordrecht, 1741-1748. Foto:
kopie naar een achttiende-eeuws model. Foto:
Catharijneconvent, 2015
Museum Catharijneconvent, 2015
Museum Catharijneconvent, 2015
bezoeker steeds verder de ruimte wordt ingetrokken, iets wat ook bijdraagt aan de beweging naar voren.
firma Brink en Van Keulen die dit model ook aan andere kerken leverde. De kopie verraadt zich door de minder uitgewerkte en hoekiger vormgeving dan de achttiende-eeuwse exemplaren. Architect Heineman sloot hiermee aan bij de restauratieopvatting van die tijd om de kapel in stijl in te richten, daarbij rekening houdend met de heersende ideeën over de liturgische inrichting. Een kerkorgel is daarbij
onmisbaar en hierin werd voorzien door een fraai kabinetorgel, mogelijk uit 1739 en destijds toegeschreven aan de befaamde orgelmaker A.A. Hinsz. In ieder geval is zeker dat het orgel een Duitse herkomst heeft. Na een lange zoektocht met landelijke adver tenties kocht de Hervormde Gemeente Steenderen het orgel op aanwijzing van een relatie, vlakbij, bij een parti culier in het naburige Zelhem. Het
Een ‘klassiek’ kerkinterieur Op de preekstoel kwam, zoals dat hoort in oude protestantse kerkgebouwen, een koperen lezenaar. Het is een nieuw exemplaar naar een achttiendeeeuws model. De lezenaar is waar schijnlijk gegoten door de Haarlemse
Gehavende kaart uit 1748 in de Keurbijbel met weergave van de veertigjarige reis van het volk Israël door de woestijn. Foto: Museum
werd gerestaureerd door orgelmaker K.B. Blank die het terugbracht in de oorspronkelijke toestand. Daarna kreeg het een plaats in de kapel. Schenkingen Bij de opening van de kapel werd een oude statenbijbel geschonken. Het titelblad suggereert een uitgave uit 1741, maar de bijbel bevat katernen uit 1744 en kaarten uit 1748 en is dus duidelijk samengesteld. Verkregen uit privébezit is de bijbel met de handge schreven tekst voorin al meer dan vijf tig jaar verbonden met de kapel. Ook de grote tinnen doopschaal is een schenking en dateert uit de achttiende eeuw. De schaal werd tussen 1750 en 1775 gegoten door Johan Melchior
Dassau uit Wezel. De remonstrantse predikant ds. Jan Breukink schonk de schaal in 1986 bij de doop van een familielid en liet dit op de rand gra veren. Van de tinnegieter Dassau is in Nederlandse kerken alleen een set van drie avondmaalsborden bekend. Dit maakt de doopschaal met de toe gevoegde inscriptie een kostbaar bezit voor de kapel. Kapel voor iedereen Het klassieke, protestantse kerk interieur kenmerkt zich door de aanwezigheid van voorwerpen die verwijzen naar vrijwel alle lagen van de maatschappij. Dat blijkt vaak al uit de grafstenen in een kerk. Ook in de kapel werd vroeger begraven
maar na het gebruik als school zijn alle sporen daarvan verdwenen. Het aspect van het kapelinterieur als spie gel van de maatschappij kwam in de bovenstaande tekst al naar voren in het plaatsen van de familiewapens van de vroegere landheren. Maar er zijn meer voorwerpen die daarnaar verwijzen. Het vaandel van de schutterij uit 1909 kreeg een plaats in de kapel en toont duidelijk de band met de gemeenschap van Bronkhorst. Ook een groot wapen schild dat in 1982 werd gemaakt ter gelegenheid van vijfhonderd jaar stads rechten Bronkhorst, werd in de kapel opgehangen. En vandaag de dag zijn het de kunstexposities die duidelijk maken dat de kapel voor iedereen is.
Venster, 2017, nummer 4 — 21
Catharijneconvent, 2015
Het Duitse kabinetorgel. Foto: Carel van Gestel, 2013
Tot slot De kapel van Bronkhorst met de nog steeds bestaande inrichting van 1962 kan gezien worden als een samen gestelde weerspiegeling van een klas siek, protestants kerkinterieur uit de zeventiende en achttiende eeuw waarin verschillende lagen van de maatschap pij zijn vertegenwoordigd. Het toont ook de restauratieopvattingen van
de jaren zestig waarbij rekening is gehouden met de vernieuwingen in de liturgie die in die tijd meer en meer voet aan de grond kregen. Met de hui dige beschikbaarheid als unieke locatie voor tentoonstellingen, huwelijken en andere activiteiten sluit de kapel aan bij het publieke gebouw dat het ook vroeger moet zijn geweest voor deze kleine stad.
Over de auteur
programma ‘Kerkcollectie digitaal’. Het doel van het registreren van de voorwerpen in de kerken is om de beheerders van het kerkgebouw te ondersteunen bij het behoud en beheer van de collectie die in de loop van eeuwen in het kerkgebouw is gekomen. Met elkaar vertellen al deze zaken het verhaal van het gebouw. Het gaat in dit verband om alle objecten van kunst en cultuur. Niet alleen de grote inventaris
stukken zoals preekstoelen en orgels worden nauwkeurig bekeken, maar ook beeldhouwwerk, gedenkstenen, prenten, schilderijen, wapenborden, avondmaalsstellen en doopgerei.
Marco Blokhuis (1956) is werkzaam als erfgoedspecialist bij Museum Catharijneconvent, Erfgoed in Kerken en Kloosters te Utrecht. Hij adviseert beheerders van kerkgebouwen over behoud en beheer van het erfgoed. Daarnaast inventariseert en publiceert hij over kerkelijke collecties.
Venster, 2017, nummer 4 — 22
Registratie van inventaris Medewerkers van de afdeling Erfgoed in Kerken en Kloosters van Museum Catharijneconvent te Utrecht werken al jaren aan registratie van voorwerpen in Nederlandse kerkgebouwen. Onlangs is de inventaris van de kapel van Bronkhorst in kaart gebracht. Dit artikel geeft daarvan een impressie. Voor de registratie werd gebruik gemaakt van het
Plaatselijke commissies die het erfgoed in hun kerken ook digitaal willen beheren, kunnen contact opnemen met de schrijver: m.blokhuis@catharijneconvent.nl.
Agenda
Hoog-Keppel: concert Concert door jeugdkoor De Ulftse Nachtegalen, samen met vrouwenkoor Lucinia. Zondag 10 december, 15.30 uur, toegang € 12,50, info via dorpskerkhoogkeppel.nl/agenda.html
De Ulftse Nachtegalen en Lucinia zingen in de Dorpskerk in Hoog-Keppel.
Kerk-Avezaath: Kerstconcert Kerstconcert door Betuws Mannen Vocaal en organist Ben Middeldorp Vrijdag 15 december, 20.00 uur, toegang € 5,00 incl. consumptie Kranenburg: expositie en optredens Vanaf 8 december is het Heiligenbeeldenmuseum weer in kerstsfeer! Met dit jaar opnieuw een kerstgroepententoonstelling, dit keer met kerststallen van Bert Hilhorst uit Amsterdam, een verzamelaar met meer dan 500 groepen op de teller. Ook een collectie mini-kerstgroepen van Nanny de Beer uit Zutphen. En natuurlijk de eigen Cuypersgroep. Vrijdagavond 15 december een bijzon dere avondopenstelling met een sfeer vol kerstconcert van zangkoor Reborn. Op 2de kerstdag treedt vanaf 13.00 uur harpiste Chantal Dohmen op. Vrijdag 8 december t/m zondag 7 januari, van 11.00 tot 17.00 uur, behalve 1ste kerstdag en Nieuwjaarsdag, info via www.heiligenbeeldenmuseum.nl
Het TenToon Ensemble treedt op in de Martinuskerk in Rijswijk.
Mini-kerstgroep (6 centimeter) van Nanny de Beer, te zien in Kranenburg.
Rijswijk: nieuwjaarsconcert Een sprankelend nieuwjaarsconcert (try-out) door het TenToon Ensemble. Werk van Ludwig van Beethoven, Erik Satie en Jaques Brel en muziek stukken die geïnspireerd zijn op Piet Mondriaans onvoltooide meesterwerk de Victory Boogie-Woogie. Vrijdag 29 december, 20.00 uur, toegang € 15,00, info via martinuskerk-rijswijk.nl/evenementen
Venster, 2017, nummer 4 — 23
Groenlo: Nieuwjaarsbal De Oude Calixtuskerk vormt weer het decor voor het Groenlose Nieuwjaarsbal. Met artiesten, specta culaire acts, prosecco en Achterhoekse gezelligheid! Maandag 1 januari, vanaf 19.00 uur, info en kaarten via www.nieuwjaarsbal.nl
Sluitsteen Terugblik najaarsexcursie Kerken en kapellen gingen in Nijmegen schuil achter de kermis kramen, maar de deelnemers aan de najaarsexcursie van de Stichting Oude Gelderse Kerken vonden hun weg wel: van de Valkhofkapel naar de Glaskapel
en van de lunch in de Commanderie naar de Molenstraatkerk, de Mariënburgkapel en de Stevenskerk. Buiten viel de regen zonder ophouden, binnen werden ze onthaald op koffie, koek en cake en enthousiaste verhalen.
Tekst en foto’s: Marjan Witteveen
De toelichting op de Stevenskerk (Karel Emmens) en het korte orgelconcert (Gert Oldenbeuving) vormden een mooie afsluiting van een gezellige en leerzame dag.