Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 16, 2018, nummer 2
De Librije van de Walburgiskerk Maartenskerk in Etten van binnen bekeken Voorjaarsexcursie naar Duitsland
Van de redactie
Colofon
Beste lezer, In het regeerakkoord van het kabinetRutte III was al aangekondigd dat er binnen het beleidsterrein cultuur meer speciale aandacht zou komen voor monumentale kerken. In een 27 pagina’s tellende beleidsbrief aan de Tweede Kamer van 13 maart jl. getiteld Cultuur in een open samenleving heeft minister Ingrid van Engelshoven meegedeeld dat er in totaal 325 miljoen euro extra besteed zal worden aan cultuur. Zij stelt daarin: Mensen hechten aan een herkenbare leefomgeving. De mogelijke sloop van historische boerde rijen, de leegstand van kerken en ook de vernieuwende architectuur in binnen steden raken ons. Het is van belang om op
een goede manier met onze monumenten, ons cultuurlandschap, onze dorpen en steden om te gaan. Wat betreft religieus erfgoed komt dit tot uiting in de volgende bedragen. Voor ’Restauratie monumenten, waaronder kerken’ wordt in deze kabinetsperiode 95 miljoen extra beschikbaar gesteld. En voor de post ‘Bestrijding leegstand religieus erfgoed’ komt in totaal 13,5 miljoen extra beschikbaar. Dit zijn forse bedragen die een mooie aanzet kunnen zijn voor het verdere behoud van onze religieuze monu menten.
Ben Verheij
Inhoud
Groenlo
Wageningen
3 4
Hoog-Keppel
Bronkhorst
Locaties van de SOGK
Cursus over Jodendom Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken
Berichten van het bestuur
Venster, 2018, nummer 2 — 2
6 8
Voorjaarsexcursie
Naar kerken aan de Niederrhein Interview met Marc Wingens
Over Erfgoed Gelderland
Zutphen
10
Hoofdartikel
17
PC stelt zich voor
18
Mijn kerk
19
Van binnen bekeken
23
Agenda
24
Aerdt
Librije van Walburgiskerk Grote Kerk Wageningen Hervormde kerk Gameren Maartenskerk in Etten Activiteiten in onze kerken Kerk&werk
Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belangstelling wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar (februari, mei, september, en november). Venster wordt toegestuurd aan donateurs van de SOGK, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethouders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland. Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Vaste donatie met tijdschrift Venster: minimaal € 25,– per jaar Bank: NL53 INGB 0003 3246 14 Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, eindredacteur; drs. Marjan Witteveen, wetenschappelijk redacteur venster@oudegeldersekerken.nl Medewerkers: dr. Verena Demoed, Carel van Gestel, Rein de Jong, dr. Ineke Pey Grafisch ontwerp en opmaak: Henk-Jan Panneman, Arnhem Fotografie: ©sogk en auteurs, tenzij anders vermeld Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar nodig is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden benaderd, kunnen zich met de redactie in verbinding stellen. Afbeelding voorzijde: Boek in de Librije. Zie pagina 10. Foto: Carel van Gestel, 2106
Vrijwilliger in Etten De SOGK heeft de culturele ANBI-status.
Cursus over het Jodendom
Verena Demoed
Achter in de synagoge zitten zo’n vijftien mensen aandachtig te luisteren of driftig te pennen. Ze dragen de zwarte leenkeppeltjes die bij de ingang liggen. Vóór hen staat rabbijn Shimon Evers, een prettig spreker die veel voorbeelden geeft uit zijn eigen leven en praktijk. Van oorsprong zijn de cursusavonden ‘Jodendom van geboorte tot graf’ bedoeld voor leden van de joodse gemeente. Maar die werd steeds kleiner, dus zijn ze nu al vier jaar voor iedereen toegankelijk. Er staat veel op het programma vanavond. Van de tefilien of gebedsriemen tot de ketoeba, de huwelijksakte.
In ballingschap Evers moedigt vragen stellen aan en gaat er uitgebreid op in. Iemand haakt in op een losse opmerking over galoet of ballingschap: ‘Hoe ervaart u dat in uw eigen leven op deze plek, in deze tijd?’ Een lastige vraag, vindt Evers. ‘Galoet is niet geografisch bepaald. Zolang de tempel niet herbouwd is, leven alle joden in ballingschap, ook
Rabbijn Shimon Evers en cursisten in de synagoge van Zutphen. Foto’s: Rein de Jong
als ze in Israël wonen. Maar is er een bruisend joods leven, zoals in Antwerpen, dan ervaar je in je privéleven geen galoet. Dat is voor mij in Amersfoort wel anders, maar ik voel me in Nederland niet belemmerd in mijn joods-zijn.’ Koosjer keukentje De volgende cursusavond is op dinsdag 8 mei. Dan staat de choepa, het joodse huwelijk, op de agenda. Het eerste punt dat Evers zal bespreken, is: Hoe ‘ontmoeten’ een jongen en een meisje elkaar in orthodoxe kringen? De cursus kost E 7,50 per avond, inclusief koffie
of thee met zelfgemaakte boterkoek uit het koosjere keukentje achter in de sjoel. De opbrengst is voor de restauratie van de joodse begraafplaats in Zutphen.
In elke uitgave van Venster zetten we een van de locaties van de SOGK in de spotlight. Door middel van een markant verhaal of bijzonder evenement staan we even stil bij onze eigen monumenten. Dit keer bij de Zutphense synagoge.
Venster, 2018, nummer 2 — 3
Denken, voelen en doen Vlak voordat een jongen bar mitswa doet, leert hij hoe hij de gebeds riemen moet omdoen. Aan de gebeds riemen zitten drie doosjes met daarin Thorateksten die op het hoofd, de bovenarm – dicht bij het hart – en de hand vastgemaakt moeten worden. Zij staan voor denken, voelen en doen. Rabbijn Evers vertelt hoe de Thora ingedeeld is en waarom tijdens de dienst niet alleen uit de Thora, maar ook uit de Profeten gelezen wordt. Die gewoonte is ontstaan toen het joden verboden werd om de Thora – de kern en basis van hun geloof – te lezen. Sindsdien lezen ze (ook) gedeeltes uit latere oudtestamentische boeken die nauw verband houden met de Thorapassages.
Nieuws van Stichting Oude Gelderse Kerken Archeologische vondsten in Walburgiskerk In de eerste maanden van dit jaar is vloerverwarming in de Walburgiskerk aangebracht. Hiertoe moest de vloer verwijderd worden, en dit gaf Michel Groothedde, stadsarcheoloog van Zutphen, de gelegenheid om onderzoek te doen in de bodem van dit schitterende kerkgebouw. Eerst heeft hij ruim 250 munten aangetroffen uit de periode 1400-1830. Ook vond hij de tufstenen muren van de crypte, de ruimte onder het hoogkoor. En tijdens de laatste dag van het archeologisch onderzoek ontdekte hij een bijzonder beeld. De gebeeldhouwde sculptuur stelt God voor, tronend op een wolk met de rijksappel en keizerskroon. Het unieke van de vondst is dat het beeld zeer rijk en gedetailleerd is uitgevoerd
Haarlo
Vorden
Beeld dat onlangs werd gevonden tijdens archeologisch onderzoek in de Walburgiskerk. Foto: Hans Gorter
en dat er nog resten van beschilderingen (polychromie) op zitten. Het beeld zal voorzichtig worden gereinigd en geconserveerd en zal na de renovatie
Kranenburg
Hummelo
Etten
in de kerk te zien zijn. Later dit jaar verschijnt in Venster een artikel van Michel Groothedde waarin hij verslag doet van zijn vondsten.
Buren
Rijswijk
Venster, 2018, nummer 2 — 4
Businesspartners SOGK • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Burgers van der Wal, Doetinchem • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • Elbertse Orgelmakers, Soest • GlasBewerkingsbedrijf Brabant, Tilburg • GlasPro glasstudio, Doetinchem • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau, Noordeloos
• • • • • • • • • • • • • •
Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede Van Lierop, Boxtel MAS Architectuur, Hengelo Orgelmakerij Reil, Heerde Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem Smederij Oldenhave, Vorden Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen Wiltink Installatietechniek, Vorden Schildersbedrijf Hagen, Arnhem Oostveen meesterschilders, Velp
• Hampshire Hotel ’s-Gravenhof, Zutphen
Ook businesspartner worden? Bedrijven en instellingen kunnen businesspartner worden van de Stichting Oude Gelderse Kerken (SOGK). Als tegenprestatie ontvangen ze informatie over onze activiteiten, kunnen ze onze kerkgebouwen huren en kunnen ze deelnemen aan onze jaarlijkse netwerkbijeenkomst. Interesse? Stuur een mailtje naar info@oudegeldersekerken.nl onder vermelding van ‘businesspartner’.
Zutphen
Leur
Steenderen
Financiën In de afgelopen maanden mochten we in dank enkele extra giften ontvangen van onze donateurs. Ook kregen wij uit de nalatenschap van wijlen Carl Denig uit Hilversum een legaat van maar liefst E 40.000. De heer Denig was altijd zeer betrokken bij onze stichting. Het legaat zal besteed worden aan de ledverlichting in de Sint Lambertuskerk in Buren, de geluidsinstallatie in de Walburgiskerk te Zutphen en aan de herinrichtingskosten van de Grote Kerk te Wageningen. Momenteel werken we aan de jaar rekening 2017. Deze zal in mei worden gepubliceerd op onze website, voorzien van een accountantsverklaring. Wij hopen het jaar 2017 financieel
zorgen ze ervoor dat het kerkgebouw behouden blijft voor de toekomst. U kunt deze vrijwilligers steunen door een concert of een expositie te bezoeken. Houd de website van de SOGK in de gaten, want daarop worden de activi teiten aangekondigd. Ook een extra
bijdrage voor het kerkgebouw steunt hen! Zoals u weet, kunt u een kerkgebouw huren voor bijvoorbeeld een jubileumfeest. Schroom niet om contact op te nemen met een Plaatselijke Commissie. Zij vertellen u graag welke mogelijkheden er zijn.
Er is van alles te doen in onze kerkgebouwen! Foto: Seebe Janssens
Hengelo
Drempt
egelijk af te sluiten. Ook zijn we bezig d met de uitvoering en voorbereiding van enkele grote renovatie- en her inrichtingswerkzaamheden in Zutphen (Walburgiskerk) en Wageningen (Grote Kerk). Verder wordt bestuurslid Leo Uijl momenteel ingewerkt om de taken van onze huidige penningmeester Geert Beltman in mei over te nemen. Geert Beltman stopt na twee zittings termijnen van vier jaar. Hij dankt iedereen Geert Beltman
Kerk-Avezaath
Batenburg
voor het in hem gestelde vertrouwen de afgelopen jaren.
Nieuwe naam en payoff Onlangs heeft het bestuur in het kader van betere communicatie besloten om voortaan de naam ‘Oude Gelderse Kerken’ te voeren (zonder ‘Stichting’) en als motto (pay-off): in het hart van de samenleving. De nieuwe naam en de pay-off worden geleidelijk ingevoerd.
Oude Gelderse Kerken – in het hart van de samenleving
Venster, 2018, nummer 2 — 5
Bruisende kerkgebouwen Ook in de loop van dit jaar vinden er met verschillende commissies gesprekken plaats over eventuele overname van hun kerkgebouw. Tijdens deze gesprekken blijkt dat de betrokkenheid van de commissies groot is en dat zij hun kerkgebouw willen behouden voor de toekomst. Voor de SOGK is het van belang dat, indien mogelijk, in het kerkgebouw erediensten plaatsvinden. Daarnaast moet het kerkgebouw ook midden in de samenleving staan. Met andere woorden: het kerkgebouw moet exploitabel zijn. Dit is nodig om het kerkgebouw ook voor de toekomst te behouden. Veel vrijwilligers zetten zich in om activiteiten in hun kerkgebouw te organiseren. Ze doen dat met veel enthousiasme en deskundigheid. Zo
Excursie
Jean Gardeniers, Frits van Lochem en Jan Dekkers
Excursie naar kerken aan de Niederrhein De excursie op 26 mei 2018 voert naar onze directe buren en NederRijnse streekgenoten. We bezoeken de kerken van Hoog-Elten, Elten, Griethausen, Schenkenschanz en Emmerik. In de middeleeuwen viel het dekenaat Emmerik onder het bisdom Utrecht. Verschillende kerken hebben de Frankische patroonsnaam Martinus. In Emmerik bevinden zich relieken van Willibrord en Martinus.
Venster, 2018, nummer 2 — 6
St.-Vitus in Hoog-Elten. Foto: Romke Hoekstra, 2014
Oorlogsschade hersteld De streek is in de oorlog zwaar getroffen, de kerken zijn echter met historisch inzicht en goede smaak gerestaureerd en soms gereconstrueerd. Van het interieur, met name beelden en altaarstukken, is veel behouden gebleven. De ramen zijn weer gevuld met smaakvol modern glas-in-lood. In vier van de vijf kerken treffen we zo ramen aan van de Neder-Rijnse glazenier Joachim Klos.
Martinuskerk in Elten. Foto: Frits van Lochem, 2018
St.-Vitus in Hoog-Elten Onder de St.-Vitus in Hoog-Elten liggen de fundamenten van enkele voorgangers uit de tiende eeuw. In 967 wordt er een stift (samenwonings verband) voor adellijke dames gesticht. De kerk wordt dan uitgebreid en nogmaals in de eerste helft van de twaalfde eeuw. Zo ontstaat een romaanse basiliek. In de Tachtigjarige Oorlog worden stift en kerk geplunderd. De oostelijke delen van de kerk worden afgebroken. Rond 1670 wordt het westelijk
deel heropgebouwd. In 1811 wordt het stift door Napoleon opgeheven. Na de oorlogsschade in maart 1945 is bij de heropbouw gekozen voor de twaalfdeeeuwse basiliek. De binnenmuren zijn niet (meer) bepleisterd. Martinuskerk in Elten De Martinuskerk van Elten is een pseudobasiliek uit het midden van de vijftiende eeuw met inpandige toren. In 1865 is aan de zuidoost kant een veelhoekige sacristie aangebouwd. De
Martinuskerk in Emmerik. Foto: Frits van
Kerkje van Schenkenschanz. Foto: Frits van
Verbeek, 2011
Lochem, 2018
Lochem, 2018
sfeer van het interieur wordt bepaald door de vereenvoudigde semi-negentiende-eeuwse beschildering. De kerk heeft beelden en kleurrijke ramen uit diverse perioden en enkele interessante retabels.
Martinuskerk in Emmerik Aan de Martinuskerk van Emmerik laat zich een lange en roerige geschiedenis aflezen die bepaald is door natuurgeweld, verbouwingen, oorlogsgeweld en wederopbouw. In de eerste helft van de twaalfde eeuw, onder het bewind van de Utrechtse bisschop Bernold, is een driebeukige romaanse tufstenen basiliek gebouwd met een verhoogd koor boven een crypte, vergelijkbaar met de St.-Pieter in Utrecht. Rond 1237 zijn de westkant en delen van het schip door het water van de Rijn meegesleurd. Ook in 1370 sloeg de Rijn toe, waardoor alleen het oostelijk deel van de kerk nog overeind stond. In de vijftiende eeuw kwam er aan de noordkant een grote tweebeukige aanbouw met toren. Begin negentiende eeuw is het doksaal van de romaanse basiliek verwijderd. Ook werd de zijbeuk van de aanbouw afgebroken. Deze is in 1874 weer aangebracht. In 1944 heeft de kerk veel schade geleden en is vereenvoudigd heropgebouwd. Het interieur is rijk aan oude en nieuwe beelden. De schatkamer bezit Neder-Rijnse kerkelijke kostbaarheden.
Kerkje van Schenkenschanz De enige evangelische kerk tijdens de excursie ligt in Schenkenschanz, een geïsoleerd liggend kerkdorp van Kleef. De vesting is in 1586 aangelegd door Maarten Schenk van Nydeggen en in 1599 door Maurits van Oranje versterkt. Het was een strategisch punt bij de splitsing van Rijn en Waal en speelde zo een rol in de Tachtigjarige Oorlog. Na de aanleg van de vesting is een kleine kerk gebouwd en in 1634 een grote re. De huidige vorm is tot stand gekomen na verbouwingen in 1844. Alleen het onderste deel van de toren stamt nog uit de begintijd. Schip en koor werden in neogotische stijl herbouwd en ingericht. De glas-in-loodramen van Erich John uit Krefeld dragen bij aan de serene sfeer in de kerk.
Martinuskerk in Griethausen De bakstenen Martinuskerk van het stadje Griethausen stamt uit het tweede kwart van de vijftiende eeuw en is gebouwd als zaalkerk. Rond 1500 is aan de noordkant een zijbeuk toegevoegd en aan de westkant een toren. In 1850 is een zuidelijke zijbeuk aangebouwd. De oorspronkelijke zaalkerk is nog te herkennen aan de dikke pilaren, de resten van de doorbroken buitenmuren. De ramen zijn ingekort, waardoor de kerk een basiliekvorm heeft gekregen. Zeldzaam is het imposante tot het gewelf reikende laatgotische zandstenen sacramentshuis uit het begin van de zestiende eeuw. Daarnaast bezit de kerk verschillende laatgotische houten beelden van bekende beeldsnijders als Douverman en Van Holt.
Literatuur Dehio, G., Handbuch der Deutschen Kunstdenkmäler. Nordrhein-Westfalen I Rheinland, München/Berlin 2005 Flintrop, H., De St. Martinuskerk te Emmerik, Zutphen 1992 Seesing, P., St. Maarten Emmerik, Schnell kunstgids nr. 2112, Regensburg 2010 Willemsen, E-M & Hagemann, W., Joachim Klos (1931-2007): Grafiker und Glasgestalter, Mönchengladbach 2017
Venster, 2018, nummer 2 — 7
Martinuskerk in Griethausen. Foto: Michiel
Interview
Karlijn van Onzenoort
Nieuwe betekenis geven aan kerkgebouwen Samen het verleden toekomst geven – dat is het motto van Erfgoed Gelderland, een koepelorganisatie voor musea en andere erfgoed organisaties. Maar wat doen ze nou eigenlijk concreet? En hoe werkt de Stichting Oude Gelderse Kerken (SOGK) met hen samen? Een gesprek met directeur Marc Wingens.
Dit epitaaf verdween tijdens de Beeldenstorm uit de Grote Kerk in Wageningen en is nu te zien in de Canon van Nederland in het Openluchtmuseum in Arnhem. Daar vertelt het volgens Wingens
Venster, 2018, nummer 2 — 8
het verhaal van de Wageningse kerk en plaatst het de kerk in de bredere context van de reformatie.
‘Wij zijn er voor iedereen die het belangrijk vindt dat erfgoed, collecties en verhalen zichtbaar worden en behouden blijven’, steekt Marc Wingens van wal. ‘Onze organisatie is een coöperatie met 175 leden. Musea, monumenten, historische verenigingen, dialectenclubs, landgoederen – al deze erfgoedinstellingen helpen wij met de zorg voor en de presentatie van
hun collectie. En de term collectie is hier een ruim begrip: dat kan zijn een museum, monument, kerk of kasteel, alles wat erin staat, de verhalen die je erover kunt vertellen, het educatieve programma dat je erbij kunt bedenken enzovoort.’ Gezamenlijke promotie In de coöperatie werken de leden,
waaronder de SOGK, met elkaar samen, aldus Wingens. ‘Zo is er binnen de coöperatie een werkgroep van directeuren van kleine musea. Zij zoeken elkaar op als ze bijvoorbeeld hun jaarrekening moeten opstellen of hun collectie- en tentoonstellingsbeleid op elkaar willen afstemmen. Ook bundelen leden hun krachten om gezamenlijk promotie te voeren. Bijvoorbeeld op de website MijnGelderland.nl. Deze site laat de Gelderse geschiedenis zien aan de hand van routes, verhalen, pronkstukken en interviews. Elk coöperatielid kan zijn organisatie en enkele verhalen gratis op MijnGelderland plaatsen.’ Samenwerkingspartners Erfgoed Gelderland zoekt zelf eveneens de samenwerking op, ook met organisaties die niet met erfgoed te maken hebben, waardoor interessante crossovers ontstaan. ‘Zo hebben we met het Regionale Bureau voor Toerisme Arnhem-Nijmegen gewerkt aan het cultuur-toeristische project Spannende Geschiedenis’, vervolgt Wingens. ‘Dit is een website die de bezoeker laat kennismaken met 250 historische locaties in Gelderland. Ook werken we samen met de Reinwardt Academie en de Hogeschool Arnhem-Nijmegen. We maken dankbaar gebruik van hun stagiaires, die bijvoorbeeld een demo van een app voor een erfgoedinstelling ontwikkelen om te laten zien wat er mogelijk is.’ Individueel advies Een belangrijke taak van Erfgoed Gelderland ligt ook in het ondersteunen van erfgoedinstellingen op het gebied van onder andere erfgoedbeleid, collectiebeheer en publieksbegeleiding. ‘Dit gebeurt in de vorm van workshops
Samenwerking met SOGK De afgelopen maanden heeft Erfgoed Gelderland actief met de SOGK meegedacht over hoe ze haar kerkgebouwen beter op de kaart kan zetten, zodat die meer bezoekers trekken. Deze adviesgesprekken hebben uiteindelijk uitgemond in een communicatieplan, dat voorstellen bevat voor betere (marketing)communicatie. ‘Zo hebben we geopperd om verhalen van SOGK-kerken op de website MijnGelderland te zetten’, vertelt adviseur Jette Janssen. ‘Die site wordt jaarlijks door zo’n 150.000 mensen bezocht, dus daarmee ver-
groot je je bekendheid.’ Daarnaast staan in het plan ideeën voor themacampagnes die de kerken met elkaar verbinden en een brede en jongere doelgroep bereiken. ‘Een voorbeeld hiervan is de concertreeks “Er zit muziek in de kerk”, die binnenkort op alle SOGK-locaties uitgewerkt gaat worden. Hierbij worden de Plaatselijke Commissies door een communicatiedeskundige begeleid bij de organisatie, communicatie en uitvoering ervan. Op zo’n manier krijgen ze tools aangereikt die ze in de toekomst zelfstandig kunnen gebruiken.’
‘Elk kerkgebouw vormt de kern van een verzameling objecten, verhalen en gebeurtenissen. De uitdaging is om die allemaal zichtbaar te maken en kerkgebouwen zo een nieuwe betekenis te geven.’ Foto: Rein de Jong
interne en externe communicatie kan verbeteren.’ [zie kader] Betekenis geven Kerken hebben een bijzondere positie in de wereld van het erfgoed, vindt Wingens. ‘Van oudsher vormde een kerkgebouw niet alleen het religieuze, maar ook het sociale centrum van
een gemeenschap. Vaak zijn andere vormen van erfgoed eraan verbonden, zoals een kerkenpad of beelden die erin stonden, maar nu in het lokale museum te vinden zijn. Bovendien bestaan er talloze verhalen over het kerkgebouw die passen in de bredere context van de geschiedenis. Zo vormt elk kerkgebouw de kern van een verzameling objecten, verhalen en gebeurtenissen. De uitdaging is om die allemaal zichtbaar te maken en kerkgebouwen zo een nieuwe betekenis te geven. Alleen op die manier kan reli gieus erfgoed bij mensen gaan leven.’
Kerken vormen van oudsher ook het sociale centrum van een gemeenschap. Vaak zijn andere
Op de site MijnGelderland.nl staan verhalen
vormen van erfgoed eraan verbonden, zoals een kerkenpad, bijvoorbeeld dat van Voorst naar
over Gelderse kerken, zoals over onze Sint-
Zutphen. Foto: Bierwandeltochten.nl
Victorkerk in Batenburg.
Venster, 2018, nummer 2 — 9
of cursussen die we aanbieden, bijvoorbeeld over vrijwilligersmanagement. Of workshops op het gebied van behoud en beheer waar je bijvoorbeeld leert hoe je koperen kroonluchters op een verantwoorde manier poetst. Maar het gebeurt ook op individuele basis. Zo heeft een van onze medewerkers de SOGK onlangs geadviseerd hoe ze haar
De Librije van de Walburgiskerk Jos Hartman
In 2016 is de Walburgiskerk overgedragen aan Oude Gelderse Kerken. In Venster 2016-3 gaf Jos Hartman een beschrijving van de kerk. De Librije, die bij de kerk hoort, was daarin niet opgenomen. Nu volgt het verhaal van deze leeszaal uit de zestiende eeuw, die nagenoeg geheel in haar oorspronkelijke staat bewaard is gebleven.
Het gebouw en de ruimte van de Librije dateren nog van de zestiende eeuw evenals het meubilair. Ook een groot deel van de boeken is in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Bovendien is uit de archiefstukken op te maken dat aan het eind van de vijftiende eeuw al een aanzienlijke collectie boeken in de kerk aanwezig geweest moet zijn; de kerkmeesters van toen zouden de Librije en veel van de boeken onmiddellijk herkennen. Dat is niet alleen in Nederland maar ook in heel Europa uniek.
Venster, 2018, nummer 2 — 10
Herkomst Vanaf de vroege elfde eeuw was aan de Sint-Walburgiskerk een kapittel verbonden, een college van geestelijken, die dagelijks de getijden moesten zingen en de mis opdragen. Daarnaast was de kerk ook de parochiekerk van de oude stad van Zutphen. De heren kanunniken waren niet alleen geestelijken, zij waren ook juridisch adviseurs van hun landsheer, de hertog van Gelre, of van het stadsbestuur. Zij hadden dan ook juridische boeken tot hun beschikking. In 1495 vermaakte burgemeester Henrick Kreynck zijn boeken aan de Librije op voorwaarde dat ze daar op een behoorlijke manier (geketend) werden bewaard. In 1521 deed kanunnik Johan van Herwarden hetzelfde, gevolgd door deken Peter van Suchtelen in 1552. Alles bij elkaar omvatten deze legaten rond de twintig boeken. Toen waren er, inclusief de handschriften, veertig werken aanwezig.
Kapittelbibliotheek Deze eerste bibliotheek was gevestigd in de ruimte die tegenwoordig nog bekend staat als de Oude Librije of de Bovenlibrije. Deze ruimte bevindt zich in een aanbouw aan de zuiderdwarskapel van de kerk, boven de toenmalige sacristie. Aan deze kapel werd gebouwd van circa 1480 tot 1500. Er was dus zeker in 1495 al een bibliotheek waar boeken aan kettingen werden bewaard. Blijkens de legaten zagen de heren kanunniken deze bibliotheek als hún bibliotheek. Het was dus een kapittelbibliotheek, voor een beperkte groep van gebruikers: de geestelijken van de kerk en mogelijk stadsbestuurders.
Uitbreiding Rond 1550 vatte de toenmalige kerkmeester Conrad Slindewater het idee op dat er een meer toegankelijke bibliotheek moest komen bij de kerk.1 Waarom hij dat wilde, heeft Slindewater opgeschreven in een boekje dat in het archief van de kerk bewaard is gebleven. Hij hoopte dat door het lezen van ‘goede boeken’ de mensen van hun dwalingen genezen zouden worden en gesterkt zouden worden in het ware christelijke geloof. Voor Slindewater was de Librije een contrareformatorische onderneming. Hij maakte zelf een ontwerptekening voor de Librije en uit zijn aantekeningen blijkt dat hij de boekenzalen van twee Zutphense kloosters (van de predikheren en van de franciscanen) als voorbeeld
heeft genomen. Dit verklaart het nog totaal middeleeuwse karakter van het gebouw uit de tweede helft van de zestiende eeuw. Hij heeft de Librije niet zelf meer gezien. Hij stierf in 1559.
Een nieuwe ruimte Zijn collega Herman Berner pakte het idee echter op en heeft het uitgevoerd. Van 1561 tot 1564 werd de Nieuwe Librije of Benedenlibrije gebouwd. Herman Berner liet de leeszaal inrichten met de lectrijnen (lezenaars) die er nu nog zijn. Op de pilaren zijn kleine beeldjes aangebracht van heiligen maar ook wereldse voorstellingen en symbolen. Berner kocht ook boeken, geheel in lijn met de ideeën van Slindewater. Welke boeken dat waren, weten we uit de kerk-
rekeningen van de jaren zestig en zeventig van de zestiende eeuw en uit de oudste catalogus van de Librije die bewaard is. Uit deze catalogus, gemaakt van 1566-15702 door heer Henrick Cantzen, en uit het onderzoek dat is verricht voor de jongste catalogus (2008)3 kunnen we opmaken dat in 1566 in de vernieuwde Librije al een aanzienlijke voorraad boeken aanwezig was. 1 Het verhaal van de totstandkoming van de Librije is in detail te lezen in K.O. Meinsma, Middeleeuwsche Bibliotheken, Zutphen, 1903 (MMB) 210-227. 2 MMB 293-311, en J.D. Renting, en J.T.C. Renting-Kuijpers, Catalogus van de Librije in de
St. Walburgiskerk te Zutphen (CLZ), Groningen, 2008, bijlage 6.1, 665696. 3 De historische inleiding van de CLZ p. 13-42 vormt de basis voor het historisch gedeelte van deze bijdrage.
Venster, 2018, nummer 2 — 11
De Librije is tegen zuidzijde van de Sint-Walburgiskerk gebouwd. Alle foto’s van Carel van Gestel, 2016
De benedenruimte van de Librije, met de gebeeldhouwde kraagsteentjes en reliëfs op de pijlers.
Openbaar
Venster, 2018, nummer 2 — 12
De Librije was eigendom van de parochie van Zutphen. Zij werd gebruikt als openbare leeszaal in de letterlijke betekenis van het woord. Van de lauden tot en met de completen (van vroeg tot laat) kon men er komen lezen. De boeken werden niet uitgeleend en lagen als regel aan de ketting. Van de deur van de Librije waren zestig sleutels in omloop. Dit gebruik als openbare leeszaal duurde echter niet lang. Al spoedig na de opening in 1564 braken roerige tijden aan. Tussen 1572 en 1591 wisselde vijf keer het gezag over de stad. Elke keer dat de stad bezet werd, brachten de veroveraars een bezoek aan de Librije en haalden ze eruit wat hen niet aanstond. Zo verdween bijna alle literatuur over het traditionele katholieke geloof in de volkstaal.
Na de reformatie Nadat de stad definitief in handen van de Republiek was gekomen, besloot de raad van Zutphen alle kloosters te visiteren en alle boeken die er werden aangetroffen, in de Librije onder te brengen. Zo kwam de collectie boeken van het convent Adamanshuis in de Librije (tien boeken) evenals de boeken van Pater Bernard Bouwhuis, vicaris van het
altaar van Sint-Catharina in de Walburgiskerk, een geleerd man die drie oude talen beheerste. Drieëndertig boeken dragen zijn naam.4
Besloten Het gebruik van de Librije als openbare leeszaal werd in de zeventiende eeuw beëindigd. Voortaan konden alleen de leden van de raad en de predikanten gebruik maken van de Librije. Die werd dus een stadsbibliotheek, te gebruiken door een beperkte groep. Het beheer werd met wisselend succes toevertrouwd aan de rectors van de Latijnse school. Er zijn enkele sporen van aankopen van boeken in de zeventiende eeuw; waarschijnlijk is toen de collectie reformatorische theologie in de Librije gekomen. In 1731 kreeg de Librije uit de nalatenschap van Winold Valck, kerkmeester en doctor ‘utriusque juris’ (van kerkelijk en wereldlijk recht), een omvangrijke verzameling juridische werken van wel 75 titels.
Achttiende en negentiende eeuw In de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag bevindt zich een catalogus van de Librije uit 1732-1735, geschreven door
Een bank met boeken in de benedenzaal van de Librije.
4 V.d. Aa, Biographisch Woordenboek, B, 332.
Het gebouw van de Librije vervuilde en was een speelplaats voor kinderen geworden.
K.O. Meinsma In 1896 kwam een man naar Zutphen wiens activiteiten voor de Librije van groot belang waren, dr. K.O. Meinsma, leraar Nederlands en moderne geschiedenis aan het Stedelijk Gymnasium in Zutphen. Spoedig ontdekte hij de Librije en begon hij met het bestuderen van de archieven. Hij was al snel doordrongen van het cultuurhistorisch belang en in 1902 publiceerde hij zijn proefschrift Middeleeuwsche Bibliotheken, in 1903 gevolgd door zijn Catalogus van de Librije. Die bevat 741 titels, zonder uitgebreide bibliografische beschrijvingen. Meinsma wilde alleen inzicht bieden in wat er zich aan boeken in de Librije bevond. Na de dood van Meinsma in 1929 werd de bibliotheek lange tijd beheerd door H. Kiezebrink, de koster van de kerk, die ook de titel van conservator voerde. Na diens overlijden in 1962 raakte de Librije opnieuw in verval. In de jaren vijftig, zestig en zeventig werd herhaaldelijk de noodklok geluid over de slechte toestand waarin de Librije zich bevond.
Venster, 2018, nummer 2 — 13
Huybert Sluyter, bibliothecaris van 1720 tot 1725. Het bezit dat daar beschreven werd, omvat de kern van het huidige bezit. Duidelijk zijn de veranderingen ten opzichte van de catalogus van Cantzen van 1570 te zien. Veel roomskatholieke werken zijn verdwenen, veel handschriften ook. Erbij gekomen zijn werken van reformatorische theologie, vaderlandse geschiedenis, klassieke en moderne rechtsgeleerdheid. In de rest van de achttiende eeuw gebeurt er niet veel met de Librije. Ook de periode van de Bataafse Republiek en de Franse bezetting lijkt onopgemerkt aan de Librije voorbij te zijn gegaan. Vanaf 1818 werd de post van bibliothecaris van de Grote Kerk opgedragen aan de oudste predikant van de kerk. De eerste van hen was ds. Dirck van Wullen, die de post waarnam van 1816 tot aan zijn dood in 1832. Hij maakte een nieuwe catalogus (488 titels) en liet enkele van zijn boeken na aan de Librije. Na Van Wullen brak voor de Librije een periode van verwaarlozing en zelfs vergetelheid aan. In 1859 werd de collectie boeken uit de Librije zelfs overgebracht naar het stedelijk archief, formeel in bruikleen.
Een kanunnik, een hardlopertje, een kanunnik met boek en Maria met kind: beeldhouwwerk uit de zestiende eeuw op de kraagstenen en de pijlers.
Stichting Librije Walburgskerk Zutphen In toenemende mate vond de kerkvoogdij dat de kerk de verantwoording niet langer kon dragen voor een dergelijk waardevol en veeleisend bezit. Daarom besloot de kerkvoogdij in 1984 tot de oprichting van de Stichting Librije Walburgskerk Zutphen en droeg ze de collectie en de ruimten waarin de boekencollectie zich bevond, in bruikleen over. De nieuwe stichting nam haar werk energiek ter hand door donateurs te werven en plannen te maken voor klimaatbeheersing en conservering van de lectrijnen en de boeken zelf. Ook stelde ze richtlijnen op voor de expositie van de boeken en de toegang tot de Librije en leidde ze rondleiders op.
Venster, 2018, nummer 2 — 14
Conservering Naast deze werkzaamheden werd de conservering van de boeken die in 1978 voorzichtig was begonnen, met kracht voortgezet. Dit proces duurde tot rond 2000, met bijdragen van het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk, het Prins Bernhardfonds, de provincie Gelderland, en een reeks van particuliere fondsen, zoals het Marten van Sevenhoven Fonds, Graaf van Byland, Hic
Jacet Robur, en Anthonie Groote Broederschap. Bijdragen kwamen ook van bedrijven en particulieren. Het conserveringsproject werd uitgevoerd volgens moderne restauratieethische principes onder toezicht van de Koninklijke Bibliotheek. Vanaf 1989 was de boekhistoricus J.A. Szirmai uit Oosterbeek ook lid van de conserveringscommissie. Van elke conservering werd een uitgebreid verslag gemaakt, rijk geïllustreerd met foto’s. Alle bij de conservering vrijkomende materialen werden bewaard en opgeslagen.
Tentoonstelling en catalogus Na de voltooiing van de restauratie van het interieur van de kerk in 1998 ontstond de mogelijkheid om in de kerk aandacht te besteden aan de religieuze en historische achtergronden van de Librije door een tentoonstelling in de raadskapel aan het oostelijke einde van de kerk. Deze tentoonstelling werd in 2003 geopend. Sluitstuk van de conservering van de boeken was de uitgifte van een nieuwe catalogus die voldoet aan de modernste wetenschappelijke eisen van bibliografie. Deze catalogus kwam in 2009 gereed, na acht jaar noeste arbeid.
Tegenwoordig omvat de collectie van de Librije 821 titels. Het oudste boek dateert uit 1469. Er zijn zes handschriften en een handschriftfragment en 84 incunabelen, 420 boeken met een datum uit de zestiende eeuw, 273 boeken uit de zeventiende eeuw, 28 boeken uit de achttiende eeuw en twee uit de negentiende eeuw. Van de zeven overige boeken kan de datum van uitgave of druk niet vastgesteld worden. Al sinds de stichting gaan de boeken over dezelfde onderwerpen. Dat zijn theologie, zowel de katholieke als de reformatorische, wereldlijk en kerkelijk recht, klassieke letterkunde, zowel klassieke als moderne geschiedenis en kerkgeschiedenis. Ook staan er schoolboekjes van de voormalige Latijnse School.
De boeken Het aandeel van de juridische werken is relatief groot. Dat is het resultaat van de interesse van de heren kanunniken en van het legaat van kerkmeester Winold van der Valck (1731) dat ook geheel uit juridische werken bestond. De boeken zijn vooral gedrukt in de Duitstalige steden Basel, Keulen, Neurenberg, Straatsburg, Mainz, Frankfort.
Veel incunabelen komen uit Venetië. Uit de Nederlanden zijn de drukkerssteden Deventer, Antwerpen en Amsterdam goed vertegenwoordigd. Slechts twee boeken komen uit Zutphen zelf. Enkele interessante boeken uit de collectie zijn onder meer twee liturgische handschriften die voor gebruik in de SintWalburgis zijn gemaakt.5 Samen met het zomerdeel van het grote antiphonarium van de kerk dat zich in het stedelijk archief bevindt, en een feestgetijdenboek dat zich in Brussel bevindt bij de paters bollandisten, geven zij een goed beeld van de bijzonderheden van de Zutphense liturgie van vóór de reformatie. De Librije bezit ook een eerste druk van De Revolutionibus Orbium Coelestium van Nicolaus Copernicus, gedrukt in Neurenberg in 1543.6 De collectie schoolboekjes omvat enkele boeken die als unica worden bestempeld, boekjes gedrukt in Deventer door Richard (I) Pafraet en Albert Pafraet. Fraai met miniaturen geïllustreerde handschriften zijn er niet, maar enkele incunabelen hebben mooi versierde hoofdletters en enkele houtsneden. 5 CLZ, 4 en 5.
6 CLZ, 225.
Venster, 2018, nummer 2 — 15
De collectie
Venster, 2018, nummer 2 — 16
Boeken aan de ketting in de Librije.
Een versierd handschrift uit de zestiende eeuw.
De bovenruimte van de Librije.
De boeken in de bovenruimte van de Librije staan zorgvuldig opgeslagen.
Toekomst
hoeveelheid boeken in hun oorspronkelijke vijftiende- en zestiende-eeuwse vorm. Vergetelheid heeft zo haar voordelen‌
Tegenwoordig is de Librije een museum van het boek. Toeristen komen de kerk bekijken en bekijken dan uiteraard ook, en soms vooral, de Librije. De Librije is van belang omdat in het oorspronkelijke gebouw, met zijn oorspronkelijke inventaris nog een groot deel van de oorspronkelijke collectie in zijn oorspronkelijke vorm bewaard is gebleven. Dit is wat de Librije voor de boekhistoricus interessant maakt en dat blijkt ook uit het wetenschappelijk onderzoek dat tot nu toe in de Librije is verricht. In 1999 publiceerde prof. dr. J.A. Szirmai zijn magnum opus The Archaeology of Medieval Bookbinding. Hierin maakte hij ruim gebruik van zijn waarnemingen bij een groep van 110 zestiendeeeuwse boeken van de Librije. Hij vergeleek deze boeken met zestiende-eeuwse boeken in andere collecties in Europa met betrekking tot de wijze van binden en bewerken en decoreren van de boekband. Dit onderzoek had niet kunnen plaatsvinden als de Librije niet had beschikt over een grote
Overige literatuur K.O. Meinsma, Catalogus van de Librije der St. Walburgskerk te Zutphen, Zutphen, Kerkvoogdij der Ned. Herv. Gemeente, 1903. W.J. Th. Smit, Van verstellingen tot restauratie. De zorg voor de boeken van de Librije van Zutphen vanaf het midden van de negentiende eeuw, Zutphen 2005. J.A. Szirmai, The Archaeology of Medieval Bookbinding, Aldershot etc., 1999.
Over de auteur Jos Hartman (Zutphen, 1949) was wethouder in Zutphen (o.a. monumentenzorg en stadsvernieuwing), lid van de Staten van Gelderland en onder meer bestuurslid van de SOGK. Hij is bij de Sint-Walburgiskerk betrokken geweest vanuit zijn bestuurlijke functies en als medeoprichter en bestuurslid van de Stichting Librije. Hij werkt tegenwoordig als organisatieadviseur in het Midden-Oosten.
PC stelt zich voor
Verena Demoed
Grote Kerk: de derde zaal in universiteitsstad De Stichting Grote Kerk Wageningen staat voor een flinke uitdaging. Want een kerk runnen in een universiteitsstad als Wageningen is anders dan het uitbaten van een dorpskerk. Daarbij komt nog het in goede banen leiden van een ingrijpende verbouwing. Sinds de vier onbezoldigde bestuursleden en één betaalde kracht van de Stichting Grote Kerk Wageningen (SGKW) het beheer overnamen, hebben ze de Grote Kerk al zo’n vijftien keer mogen verhuren. Vooral voor culturele bijeenkomsten. Daarom zoekt de SGKW aansluiting bij de plaatselijke bioscoop en Theater Junushoff
in Wageningen om het kerkgebouw als derde zaal in de stad in gebruik te nemen. Tafel van W De ‘Tafel van W’ vond plaats in de kerk, een evenement waarbij creatieve Wageningers elkaar laten weten waar ze mee bezig zijn. De eettafels waren meteen het podium voor muziek, dans en debat: ‘Dat was leuk! Op 15 november 2017 het vrolijkste avondmaal ooit in deze kerk gehouden. Denk ik tenminste...’ (Facebook 7 december 2017). Ook voor de nieuwjaarsreceptie van het Wagenings Ondernemers Contact (WOC) bleek de kerk uitstekend
geschikt. Elke commerciële activiteit leidt binnen het bestuur tot vragen over de verhuur van het gebouw: ‘Wat kan er? Wat mag er?’ Verbouwing Bovendien is het inplannen van toekomstige activiteiten lastig door de ophanden zijnde verbouwing die van de kerk een multifunctionele ruimte moet maken. Een deel van de vaste banken wordt vervangen door stoelen om meer vrij vloeroppervlak te creëren. Echt álles moet mogelijk worden. Tentoonstellingen, seminars, bedrijfspresentaties, orgelconcerten, waarbij het publiek niet langer met de rug naar het orgel zit. En trouwpartijen met een burgerlijk en kerkelijk huwelijk, receptie, diner én feest, allemaal ín de kerk.
De Stichting Grote Kerk Wageningen bestaat uit (van links naar rechts): Petra Caessens (secretaris), Piet-Hein van Spanje (voorzitter), Remco Zuijdgeest (bestuurslid bouwkundige zaken), Ria Meurs-Mugge (ambtelijk secretaris), Frits Huijbers (penningmeester). Foto: Rein de Jong
In deze rubriek halen we een Plaatselijke Commissie (PC) voor het voetlicht. Een PC beheert het kerkgebouw, zorgt voor het dagelijks onderhoud en regelt goed gebruik en verhuur. Daarnaast treedt de PC lokaal en regionaal op als vertegenwoordiger van de SOGK. Deze keer de Stichting Grote Kerk Wageningen.
Venster, 2018, nummer 2 — 17
Cultuurhistorie terug Ook wil de SGKW het kerkgebouw vaker openstellen voor toeristen. Daarom is het de wens van het bestuur om na de verbouwing een aantal oude cultuurhistorische objecten die vroeger in de Grote Kerk stonden, terug te plaatsen: een middeleeuws doopvont, een epitaaf en een offerblok. Ook komt er uitleg bij het indrukwekkende glas-in-loodraam over de Tweede Wereldoorlog. Zo hebben mensen wat te zien tijdens hun bezoek.
Mijn kerk
Binnert Heldring
Venster, 2018, nummer 2 — 18
De nieuwe kerk in Gameren. Foto: Marjan Witteveen
In Gameren, een dorp achter de Waaldijk in de West-Bommelerwaard, is in 2014 een kerk gebouwd van de Hersteld Hervormde Gemeente. Ik ben als secretaris van de stichting Sint-Maarten betrokken bij en verantwoordelijk voor de Sint-Maartenskerk in Zaltbommel, een monumentale, rijk versierde middeleeuwse kerk, maar ik houd ook van heel andere kerken, zoals van de kerk waarvoor – en dát is interessant – in de nieuwe woonwijk ‘Hof van Gameren’ ruimte is gemaakt. Van Yerseke tot Genemuiden worden nieuwe kerken gebouwd met een karakteristieke vormgeving die, net als deze kerk, degelijkheid en soberheid uitstraalt, maar ook zelfbewustzijn. Het ontwerp is van architectenbureau Van Beijnum uit Amerongen. Het spreekt mij bijzonder aan dat de waarden van de traditie, misschien zelfs zonder opzet, bij het bouwen van een kerk groot blijken te zijn. ‘Er is misschien in de westerse cultuur geen grotere architectuur-idee geweest dan die van het kerkgebouw’, aldus Kees Fens. ‘Het kerkgebouw is al
eeuwen lang een expressie van geloof gebleven, maar is ook een afspiegeling van de verhoudingen in kerk en samenleving, een exercitieterrein voor menselijke creativiteit en ambitie en – mede dankzij een lange levensduur – een reservoir van herinnering.’ Bij de bouw van deze kerk is gekozen voor vertrouwde materialen zoals baksteen voor het exterieur. De toren vormt een belangrijk verticaal element vanuit een samenspel van schuine dakvlakken, een vormgeving, die ik herken van mijn eigen Sint-Maarten… Kennelijk spreekt de eeuwenoude vormentaal ook déze kerkelijke gemeente aan. De opvallende toren met rondom uurwerken heeft ook een luidklok, een fis-luidklok. Gelijktijdig luiden met de e1-luidklok van de nabijgelegen PKNkerk (uit 1954) geeft een aangename samenklank. De koperen torenspits, afdekking van het metselwerk, is voorzien van een bol, windkruis en haan. Met dank aan Hans Hendriks van Warbij uit Gameren die veel informatie gaf.
De torenspits met kruis en haan.
Interieur. Foto’s: Van Beijnum Architecten
Veel mensen voelen zich verbonden met een kerkgebouw. Hebt u ergens (in Gelderland, Nederland of het buitenland) ook een kerkgebouw waarmee u een speciale band hebt, stuur uw verhaal in en/of neem contact op met hoofdredacteur Ben Verheij via venster@oudegeldersekerken.nl of telefonisch via T (0544) 462032.
De Maartenskerk in Etten van binnen bekeken Marco Blokhuis
Het katholieke kerkinterieur Een bijzonder onderdeel in het inte rieur uit de periode van vóór de reformatie is het gotische sacramentshuis aan de noordzijde van het koor. Het is een rechthoekige nis die wordt bekroond door een fraaie architectonische opbouw in gotische vormen zoals een spitsboog met driepassen, een driehoek (wimberg) met bloemknoppen (hogels) en in top een bloem (kruisbloem). Dit geheel wordt geflankeerd door spitse torens (pinakels). Soms is niet meer bewaard dan alleen de nis in de muur, vandaar dat dit fraaie sacramentshuis een bijzondere plaats inneemt tussen andere en wordt gerekend tot de Collectie Nederland.1 De nis, bestemd voor het bewaren van gewijde hosties, hoort afgesloten te zijn door een (tralie)deurtje. Waarschijnlijk is dit verwijderd ten tijde van de reformatie. Op die manier verwijst dit sacramentshuis niet alleen naar de katholieke tijd maar ook naar de roerige tijd van de overgang naar het protestantisme. Ook een aantal andere interieuronderdelen verwijzen naar de katholieke tijd: een kleine (ampullen?)nis in de zuidmuur van het koor, de gewelfstenen, de kraagstenen en de twee luidklokken. Met elkaar brengen zij de oude geschiedenis van het
De Maartenskerk in Etten. Foto: Ziko van Dijk, 2010
1 Collectie Nederland: Hieronder vallen voorwerpen die van algemeen belang zijn voor het Nederlands cultuurbezit door de (kunst)historische betekenis en objecten die onvervangbaar of onmisbaar zijn voor de geschiedenis van een kerkgenootschap of orde of congregatie.
Venster, 2018, nummer 2 — 19
Het is boeiend om te zien hoe de voorwerpen in een gebouw steeds de spiegel zijn van de geschiedenis. Van de Maartenskerk in Etten gaat die geschiedenis zelfs terug tot de elfde eeuw. Het kerkgebouw staat op de plek van een romaanse voorganger waarvan nog resten in het muurwerk zijn te zien. De romaanse toren is in de twaalfde eeuw gebouwd en later verhoogd. Het koor dateert uit het begin van de vijftiende eeuw en het schip was gereed in 1442. Uit al deze perioden zijn opmerkelijke zaken te vinden in deze kerk.
Venster, 2018, nummer 2 — 20
kerkgebouw in beeld. De luidklokken uit 1394 en 1403 zijn in dit verband bijzonder van belang omdat daarop de naam van de patroonheilige van de kerk voorkomt, Sint Maarten. Op de rand staat te lezen ‘Maria is miin naem - datsi Got bequaem + Martinus int iaer ons heren m cccc iii’ en ‘Martinus Melchior Caspar Baltazar + Ihesus Maria Iohannes m ccc x c iiii’. De klokken zijn dus speciaal voor deze kerk gemaakt. De reformatie Voor de Maartenskerk en vele andere kerken uit de middeleeuwen is de reformatie een belangrijk keerpunt. Nadat alle voor protestanten aanstootgevende onderdelen uit de kerk waren verwijderd, bleef het koor ogenschijnlijk wat ontzield achter. De beeld bepalende altaren met bijbehorende altaarstukken waren verdwenen en de diensten concentreerden zich rond de preekstoel. De achtzijdige eikenhouten preekstoel in de Maartenskerk is bijzonder vanwege de verschillende teksten die op de kuip en het klankbord staan. Op de bovenrand van de preekstoelkuip staat ‘anno doni 1628 den 31 may’. De decoraties op de kuip met het ‘geteld geld’-motief en cannelures sluiten aan bij die datering. Op de rand van het klankbord staat te lezen ‘betert u ende gelovet den evangelio marc. 1 xv’. Ten slotte staat op het deurtje de naam van de predikant in dat jaar ‘d. ioachimo . grape / nitz . pastore’, iets wat niet zo vaak op die manier voorkomt. Joachim Grapenitz, ook wel Grabbanitz of Gribbenitius genoemd, was predikant in Etten vanaf 1626 totdat hij overleed in 1637. Daarvoor was hij vanaf 1621 predikant in Westervoort. Waarschijnlijk heeft hij al spoedig na zijn benoeming opdracht gegeven om een nieuwe preekstoel te laten maken, maar waarom? Volstond de oude niet of was er misschien op dat moment nog geen preekstoel? De reformatie kwam in Gelderland slechts
Interieur van de Maartenskerk in Etten. Foto: Museum Catharijneconvent
geleidelijk op gang. De nieuwe preekstoel uit 1628 geeft mogelijk blijk van het feit dat de reformatie toen pas voet aan de grond had in Etten. De boodschap op de rand van het klankbord kan dan ook als een aansporing gelezen worden. De fraaie gesmede ijzeren lezenaar met kabelvormige spijlen valt minder op maar is bijzonder waarde vol. Waarschijnlijk is deze speciaal
voor deze preekstoel gemaakt. Het is een van de weinig overgebleven voorbeelden van ijzeren lezenaars voordat de gegoten geelkoperen lezenaars in zwang kwamen die in zo veel kerken in Nederland te vinden zijn. Daardoor is deze ranke lezenaar zeldzaam te noemen. Misschien wel uit piëteit voor ds. Grapenitz is de ijzeren lezenaar nooit vervangen.
Detail van de preekstoel met de naam van dominee Joachim Grapenitz. Foto: Marjan
De sacramentsnis, ca. 1400-1425. Foto: Carel
De preekstoel met een opschrift op het klank-
De gesmede ijzeren lezenaar, ca. 1628. Foto:
van Gestel, 2012
bord. Foto: Carel van Gestel, 2012
Museum Catharijneconvent
De achttiende en negentiende eeuw In de eeuwen dat de Maartenskerk functioneert als protestantse kerk zijn meerdere voorwerpen verworven, zoals avondmaalsgerei en de huidige statenbijbel, uitgegeven door Pieter en Jacob Keur in 1729. Ongetwijfeld had dit exemplaar al een voorganger; per slot van rekening worden ook in kerken zaken vernieuwd. Dit geldt ook voor het doopvont. Het katholieke doopvont zal na de reformatie zijn vervangen door een koperen doopbekken, zoals dat in zo veel kerken voorkomt. Vervolgens heeft men, net als in
Rijswijk2, omstreeks 1900 een doopschaal van Berlijns zilver aangeschaft, zoals blijkt uit het merk op de schaal van de fa. H.A. Jürst & Co te Berlijn. Het feit dat zich in kerken in Dreischor en Rotterdam vrijwel identieke schalen van dezelfde firma bevinden, maakt duidelijk dat pleet bij veel kerken aftrek vond en er geen sprake is van unica. Een ingrijpende gebeurtenis die de kerk trof, was de grote dorpsbrand in 1841, die zeven huizen en een boerderij in de as legde, waarbij ‘het oostelijke gedeelte van de Hervormde kerk grootelijks beschadigd is geworden’, aldus A.J. van der Aa in 1843.3 G. van Essen meldt in zijn geschiedschrijving van de kerk dat het dak van de kerk geheel wegbrandde.4 Waarschijnlijk betrof de brand alleen de kap en bleven de gewelven in stand. Dit bracht wel de nodige herstelwerkzaamheden met zich mee. Anders dan de jaartallen suggereren was deze brand niet de directe aanleiding om een orgel aan te
schaffen waartoe het kerkbestuur in 1843 besloot. Het orgel werd besteld bij orgelmaker C.F.A. Naber, die het in 1844 leverde.5
2 Zie Venster 2018-1, 20. 3 A.J. van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden, deel 4, Gorinchem 1843, 271. 4 G. van Essen, 1000 jaar kerk in Etten, Ulft 2003, 52. 5 Over dit orgel: C. van der Poel, ‘Orgelmaker C.F.A. Naber, leven en werk’ in Venster november 2012, 10-16. 6 E.H. ter Kuile, De Nederlandse Monumenten van Geschiedenis en Kunst, Het Kwartier van Zutphen, ’s-Gravenhage 1958, 85.
De Tweede Wereldoorlog en daarna Ruim honderd jaar later, in maart 1945 werd de kerk door oorlogshandelingen getroffen. Projectielen beschadigden de muren zeer ernstig en de gewelven kwamen naar beneden.6 De restauratie duurde van 1949-1956 en leverde behalve herstel ook verschillende veranderingen in het interieur op. In de koorsluiting kwamen gebrandschilderde glas-in-loodramen, een geschenk van J.H. van Heek van Huis Bergh. De oude preekstoel kreeg een plaats links van de triomfboog en een groot en nieuw doopvont van basalt kreeg een plek daartegenover. Dit moderne doopvont was omstreeks 1954 een geschenk van de Nederlandse Hervormde Ring Franeker, onderdeel van de Classis Franeker, aan de toen nog Hervormde
Venster, 2018, nummer 2 — 21
Witteveen, 2010
Het verzilverde doopbekken, ca. 1900. Foto: Museum Catharijneconvent
Het orgel van orgelmaker Naber, 1844. Foto: Museum Catharijneconvent Het doopvont, ca. 1954. Foto: Museum
Venster, 2018, nummer 2 — 22
Catharijneconvent
Gemeente Etten. Welke relatie er bestond tussen deze Friese afdeling van de Hervormde Kerk en Etten is in het kader van de inventarisatie niet nader onderzocht, maar het geeft aan dat getroffen kerken steun onder vonden van andere kerken in het land. Een gedenksteen in de buitenmuur herinnert hieraan: ‘Dank / gemeenten van de ring Franeker / voor uw hulp / [bij] de restauratie van dit gebouw / 19 mei 1955’. Een klein, belangrijk document in de kerk herinnert nog aan de Tweede Wereldoorlog. Om te voorkomen dat toekomstige bezetters – in het docu-
ment heel tactisch ‘bevelhebbers der militaire macht van vreemde mogendheden’ genoemd – alle historische klokken in beslag zouden nemen, is een aantal, waaronder de twee luid klokken te Etten, geselecteerd en gemerkt met de letter ‘M’ (Monument), in de hoop dat deze daardoor gevrijwaard bleven van vordering. De documenten zijn afgegeven bij desbetreffende kerken. Dergelijke documenten zijn ook afgegeven ter bescherming van historische orgels. Lang niet overal zijn deze tastbare herinneringen aan de klokkenvordering bewaard gebleven. Na de overdracht van het kerkgebouw aan de Stichting Oude Gelderse Kerken in 1996 zijn geen specifieke voor-
werpen meer toegevoegd maar is het gebouw gerestaureerd, een restauratie die 2003 gereed kwam. Dankzij de zorg van de SOGK is de Maartenskerk anno 2018 nog steeds volop in gebruik en vervult deze een belangrijke functie als ontmoetingsplaats voor de gemeenschap.
Over de auteur Marco Blokhuis (1956) is werkzaam als erfgoedspecialist bij de afdeling Erfgoed in Kerken en Kloosters van het Museum Catharijneconvent in Utrecht. Hij adviseert beheerders van kerkgebouwen over behoud en beheer van het erfgoed. Daarnaast inventariseert en publiceert hij over kerkelijke collecties.
Agenda
Batenburg: exposities Kunstenaars uit de wijde omgeving tonen hun werk, van piepkleine olieverfschilderijen tot metershoge houtskooltekeningen. Info: op zondagen vanaf 20 mei (behalve 29 juli), 13.00 tot 17.00 uur, toegang gratis Drempt: Open Zaterdagen De St.-Joriskerk is in de zomer te bezoeken, evt. met rondleiding door vrijwilligers. Ook zijn er exposities, muziekoptredens en meer! Info: zaterdagen in juli en augustus, 10.00-17.00 uur, toegang gratis Etten: toneel en expositie • Toneelvoorstelling door toneel vereniging Etten. Info: 25-27 mei en 1-3 juni, 19.30 uur, e 15,00 • Expositie Marion Lovendaal en cursisten. Info: 10, 17 en 24 juni, 12.00 tot 18.00 uur Groenlo: bierevenement Spraakwater: een evenement rondom ruim 70 speciaalbieren uit binnenen buitenland. Met in de middag
akoestische muziek en ’s avonds een professionele band. Info: 26 mei Kerk-Avezaath: musical en exposities • Joseph & the Amazing Technicolor Dreamcoat, musical van Andrew Lloyd Webber, door het Elstars Muziek Theater Info: 13 april, 20.15 uur, e 10 • Lambertusmarkt, creativiteitsmarkt Info: 10 mei, 12.00 tot 16.00 uur • Expositie Fotoclub Tiel Info: 10, 12 en 13 mei, 13.30 tot 17.00 uur • Expositie van De Werkplek, kunstenaarsvereniging uit Tiel Info: 9-10, 16-17 en 23-24 juni, 13.30 tot 17.00 uur Kranenburg: expositie Expositie over patroonheiligen van beroepsgroepen. Daarnaast aandacht voor de veertien kruiswegstaties (in tegeltableaus) van Pierre Cuypers, afkomstig uit de in 1990 afgebroken kerk van de H.H.-Nicolaas en Barbara in Amsterdam. Info: dinsdag t/m zondag, 12.00 tot 17.00 uur, e 5 Rijswijk: open kerk Tijdens de jaarmarkt in het dorp is de kerk geopend, met een muzikaal programma. Info: 29 april, 10.00 tot 17.00 uur
Steenderen: lezing en exposities • Lezing door Hans Aussen (92) over de Joodse families in Bronkhorst en Steenderen, tevens expositie van beeldmateriaal en familiekaarten. Met muziek door Nieuw Leven. Info: 6 mei, 14.00 uur, e 3,00 • Brommers Kieken in de Karke Expositie van unieke exemplaren uit de geschiedenis van Nederlandse bromfietsmerken. Info: 11 (10.00 tot 17.00 uur) en 12 augustus (12.00 tot 17.00 uur), e 3,00 Zutphen: stadswandeling vanuit sjoel Wandel mee met de Stadswandeling Joods Zutphen! Onder leiding van een gids wordt er een route van 1,5 uur gelopen langs sporen van Joods leven. Info: op vrijdagen en zondagen, zie voor data website, 13,30 uur Zutphen: symposium in Walburgis Onder de titel ‘Heibel en Harmonie rond 1418’ vindt het Middeleeuwen Symposium plaats, waarin aandacht besteed wordt aan vorsten, adel en steden op zoek naar nieuwe bestuurlijke verhoudingen. Info: 8 juni, 11.00 tot 17.00 uur
Meer informatie? Kijk op www.oudegeldersekerken.nl > Agenda
Lambertusmarkt in Kerk-Avezaath. Foto: Dick
Tegeltableau van Pierre Cuypers, te zien in
Grendel
Kranenburg.
Venster, 2018, nummer 2 — 23
Aerdt: expositie en concerten • Expositie van beelden van Ulla Bosman en fotografische kunst van Gaby van Hall. Info: 27 mei t/m 17 juni • Zomerconcert Onder de titel ‘Ook mannen hebben gevoel’ brengen Hans Scholing (bariton) en Marc Buijs (piano) een programma met liederen van Schumann e.a. Info: 9 juni • Euregio concertreeks Pianoconcerten (zes avonden) door jonge aankomende pianisten. Info: 24 juli t/m 2 augustus, toegang gratis
Kerk&werk
Foto’s: Rein de Jong, tekst: Karlijn van Onzenoort
Iets doen voor de gemeenschap Ze worden ‘de jongere generatie’ genoemd: de nieuwe PC-leden van de Maartenskerk in Etten, die een jaar geleden aantraden. ‘Maar onze gemiddelde leeftijd is toch ook al ruim 60-plus’, lacht Henk Eelderink. Hij is de duizendpoot van het viertal. ‘Stofzuigen, vuilniszakken legen, wat snoeiwerk buiten, kortom: zorgen dat de kerk er netjes uitziet. Daarnaast ontvang ik mensen die komen kijken
of ze de kerk willen huren voor een concert of een bruiloft. Dat betekent koffie schenken, en in een later stadium de huurovereenkomst afsluiten, de geluidsinstallatie bedienen enzovoort.’ Hij doet het allemaal graag. Niet omdat hij een bijzondere band heeft met de kerk of met het gebouw, maar omdat hij graag iets doet voor de plaatselijke gemeenschap. ‘Ik woon bijna 65 jaar in Etten en vind het voor onze dorps-
gemeenschap heel waardevol dat dit kerkgebouw in Etten is én blijft.’ De komst van de nieuwe vlaggenmast betekende een kleine verlichting van zijn takenpakket. ‘Nu hoef ik niet meer de 107 treden van de toren te beklimmen om daar de vlag te hijsen.’ In deze rubriek brengen we de werkzaamheden van een vrijwilligersfunctie binnen de SOGK in beeld.