Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 17, 2019, nummer 2
Kruiswegstaties in Harreveld
Synagoge in Winterswijk
De Grote of SintGudula kerk in Lochem
Van de redactie
Colofon
Beste lezer, Het hoofdartikel van dit nummer is gewijd aan de Grote of SintGudulakerk in Lochem, getrouw aan de traditie dat na de overname van een kerk door de SOGK het eerstvolgende nummer van Venster focust op deze kerk. Auteur CeesJan Frank laat ons kennis maken met deze op het eerste gezicht eenvoudige laatgotische hallen kerk, die toch ook een opmerkelijke meer dan duizendjarige geschiedenis heeft. Ondergronds zijn restanten van oudere kerkgebouwen gesignaleerd, daterend uit de negende of tiende eeuw. Via een aantal tussenstadia heeft dat in de veertiende eeuw uiteindelijk geleid tot een interessante kruis
basiliek. Ook daarna is er gebouwd en verbouwd, maar toch is er veel zichtbaar gebleven van deze compacte kruiskerk met basilicale opzet, zoals te lezen is in het artikel. Een nieuwe toren werd in de vijftiende eeuw nog toegevoegd. Ook de verdere bouw kundige ontwikkelingen vanaf die tijd tot heden krijgen aandacht. Afsluitend attendeert CeesJan Frank ons op de nog resterende fraaie middeleeuwse muurschilderingen en de unieke gedachtenissteen. Al met al zeer lezenswaardig!
Ben Verheij
Inhoud
Groenlo
Wageningen
3 4
Hoog-Keppel
Bronkhorst
Onze locaties
Exposities in Batenburg Nieuws van Oude Gelderse Kerken
Berichten van het bestuur
Venster, 2019, nummer 2 — 2
6 8
Voorjaarsexcursie
Naar kerken in de Bommelerwaard Interview
Orgelmakerij Reil in Heerde
10
17 18 20
Zutphen
Aerdt
Hoofdartikel
De Grote of SintGudulakerk in Lochem Mijn kerk
Oude kerk van Leur Synagoge in Winterswijk Kruiswegstaties in Harreveld
23
Agenda
24
Kerk&werk
Activiteiten in onze kerken Vrijwilliger in Aerdt
Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belangstelling wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar en wordt toegestuurd aan donateurs, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, colleges van burgemeester en wethouders van Gelderse gemeenten, externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijkcentra en dorpshuizen in Gelderland. Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005, 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Vaste donatie met tijdschrift Venster: minimaal € 25,– per jaar Bank: NL53 INGB 0003 3246 14 Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, eindredacteur; drs. Marjan Witteveen, wetenschappelijk redacteur venster@oudegeldersekerken.nl Medewerkers: dr. Verena Demoed, Carel van Gestel, Rein de Jong, dr. Ineke Pey Grafisch ontwerp en opmaak: Henk-Jan Panneman, Arnhem Fotografie: ©Stichting Oude Gelderse Kerken en auteurs, tenzij anders vermeld Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Waar nodig is getracht de eventuele rechthebbenden van de afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden worden benaderd, kunnen zich met de redactie in verbinding stellen. Afbeelding voorzijde: De Gudulakerk in Lochem, gezien naar het koor. Foto: Carel van Gestel, 2019
De Stichting Oude Gelderse Kerken heeft de culturele ANBI-status.
‘Kerk draagt bij aan de levendigheid’
Verena Demoed
Werk van Thea Zweerink. Foto: Yola de Lusenet, 2018
Yola de Lusenet, fotograaf en webdesigner, woont tegenover de Sint-Victorkerk. Samen met twee andere kunstenaars vroeg ze aan de Plaatselijke Commissie (PC) of ze er ‘s zomers exposities konden organiseren. ‘We begonnen bescheiden, met een proefjaar, want we moesten maar afwachten of kunstenaars wilden. We hadden nog geen reputatie en wie wil er nu exposeren in een prachtig, maar piepklein plaatsje als Batenburg?’ Plek met karakter Inmiddels vormen ze de Kunst
commissie In De Oude Victor. ‘We verhuren de kerk niet, maar nodigen zelf professionele kunstenaars uit om te exposeren. Dat is hier een hele uitdaging, want het is geen neutrale galerie met strakke witte muren, maar een plek met karakter. We zeggen altijd: “Probeer iets met de ruimte te doen.” En dat lukt. De metershoge schilderijen van Han Klinkhamer pasten perfect in de kleine expositieruimtes met hun hoge plafonds. Thea Zweerink liet zich juist inspireren door de geschiedenis van de plek en maakte een schilderij over de mensen die er in de oorlog ondergedoken zaten.’ Kerk als trefpunt ‘Kunstenaars vinden is geen straf’, lacht De Lusenet. ‘We zijn allemaal kunstliefhebbers. Het meeste werk zit in subsidieverzoeken en goede pr, zoals website, persberichten, folders rondbrengen en posters ophangen. Met een substantiële subsidie van de gemeente Wijchen konden we inves-
teren in verlichting, vergoeden we de reiskosten van kunstenaars en betalen we nu als kunstcommissie ook huur. Het suppoosten doen de kunstenaars en de leden van de PC. Die zijn in de zomer sowieso elke zondag bij toerbeurt aanwezig.’ Een bezoek aan de Oude Victor is echt iets wat je doet als tussenstop. ‘Vooral op mooie dagen stappen veel wandelaars en fietsers van het pontje die even een kijkje nemen in de kerk. De kunstenaars zorgen ook voor nieuwe bezoekers. En Batenburgers die het kerkje al lang kennen, komen toch weer eens kijken. Vanwege de kunst. De kerk wordt zo een trefpunt en draagt bij aan de levendigheid.’
In elke uitgave van Venster zetten we een van de locaties van de Oude Gelderse Kerken in de spotlight. Dit keer bij de zomerexposities in de Oude Sint-Victorkerk in Batenburg.
Venster, 2019, nummer 2 — 3
‘Wie wil er nu exposeren in zo’n kerkje, in een kleine plaats als Batenburg? En dan moeten de kunstenaars zich ook nog schikken naar de ruimte. Want in een monument als de Oude Victor mag je nog geen spijker in de muur slaan’, vertelt Yola de Lusenet, een van de organisatoren van de zomerexposities. ‘Maar de kerk blijkt voor kunstenaars juist heel inspirerend te werken.’
Nieuws van Oude Gelderse Kerken Overname Gudulakerk in Lochem Op donderdag 4 april jongstleden heeft de overdracht van de Grote of Sint-Gudulakerk in Lochem aan Oude Gelderse Kerken plaatsgevonden. Deze kerk was eigendom van de Protestantse Gemeente te Lochem. Al in de zomer van 2015 hebben de eerste gesprekken plaatsgevonden tussen het kerkbestuur en de SOGK. De onderhandelingen die daarop volgden, zijn in een plezierige sfeer gevoerd. De oorspronkelijk houten schuurkerk is door de jaren heen uitgebouwd tot een driebeukige laatgotische hallenkerk. De laatste grote restauratie dateert van 1972-76. Toen zijn onder andere het koor, de grafkelders, wandschilderingen en Mariakapel in de oorspronkelijke staat hersteld. In de kerk bevinden zich twee orgels: het grote Gilman-orgel en een kleiner koororgel,
Haarlo
Vorden
gebouwd door Quellhorst. De toren, eigendom van de burgerlijke gemeente, bevat een carillon dat regelmatig bespeeld wordt. De kerk is in goede staat. Het gehele gebouw is voorzien van vloerverwarming met convectoren als bijverwarming. In de komende jaren moet aandacht besteed worden aan enkele voorzieningen zoals veiligheid, geluidsinstallatie en verlichting. We prijzen ons gelukkig deze kerk van hoge cultuurhistorische waarde te hebben overgenomen – met het doel het gebouw lang en verantwoord te kunnen blijven behouden voor de oorspronkelijke functie op zondag en daarnaast te kunnen inzetten voor meer functioneel gebruik op doordeweekse dagen. De hiertoe opgerichte Plaatselijk Commissie (PC) gaat hiermee met enthousiasme aan de slag.
Kranenburg
Hummelo
Etten
Venster, 2019, nummer 2 — 4
Businesspartners Oude Gelderse Kerken • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • De Variabele, Doetinchem • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • GlasPro glasstudio, Doetinchem • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau, Noordeloos • Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede • Van Lierop, Boxtel
• • • • • • • • • • • • •
MAS Architectuur, Hengelo Orgelmakerij Reil, Heerde Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem Smederij Oldenhave, Vorden Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen Wiltink Installatietechniek, Vorden Schildersbedrijf Hagen, Arnhem Oostveen meesterschilders, Velp Hampshire Hotel ’s-Gravenhof, Zutphen
Gudulakerk gezien vanaf de Markt. Foto: Carel van Gestel, 2019
Buren
Rijswijk
Ook businesspartner worden? Bedrijven en organisaties kunnen businesspartner worden van Oude Gelderse Kerken. Als tegenprestatie ontvangen ze informatie over onze activiteiten, kunnen ze onze kerk gebouwen huren en deelnemen aan onze jaarlijkse netwerkbijeenkomst. Ook interesse om businesspartner te worden voor een jaarlijkse bijdrage van € 200? Neem dan contact op met onze penningmeester Leo Uijl en stuur een mailtje naar info@oudegeldersekerken.nl onder vermelding van ‘businesspartner’.
Zutphen
Leur
Steenderen
Oude Gelderse Kerken op Facebook Sinds een jaar heeft Oude Gelderse Kerken ook een Facebook-pagina. Hier vindt u bijvoorbeeld foto’s van kerkinterieurs en een overzicht van de evenementen en activiteiten van de verschillende locaties, zoals exposities en rondleidingen. Ook wordt er nieuws over onze kerkgebouwen in het bijzonder en religieus erfgoed in het algemeen gedeeld. Neem eens een kijkje op www.facebook.com/OudeGelderseKerken en ‘like’ de pagina!
drie miljoen euro per jaar beschikbaar gesteld aan (burgerlijke) gemeenten voor het opstellen van integrale kerkenvisies. Met een integrale kerkenvisie wordt bedoeld dat gemeenten, kerkeigenaren, erfgoedorganisaties en betrokken burgers gezamenlijk een strategische visie ontwikkelen op een duurzame toekomst voor het totale kerkgebouwenbestand binnen een gemeente. Willen we de belangrijkste kerkgebouwen in Nederland bewaren, dan zullen zij samen moeten bepalen wat de belangrijkste kerkgebouwen zijn en waarvoor deze kerkgebouwen bewaard moeten blijven. Wil men het kerkgebouw bewaren voor kerkelijke bijeenkomsten en wordt daarbij gezocht naar nevenfuncties? Of wil men het kerkgebouw bewaren maar met een totaal andere functie? Dit zijn
Hengelo
Drempt
Fraai versierde thorarollen (met mantels) in de Zupthense synagoge.
geen gemakkelijke opgaven en het opstellen van een kerkgebouwenvisie per gemeente zal daarom vermoedelijk vaak een langdurig en ingewikkeld proces zijn.
Kerk-Avezaath
Lochem
Batenburg
Muziek in de kerk Dit jaar bestaat Oude Gelderse Kerken 45 jaar en het thema van dit jubileum jaar is ‘Muziek in de kerk’. Op vrijwel alle locaties worden in het kader hiervan concerten en andere muzikale activiteiten georganiseerd om dit bijzondere jaar te vieren. Ook deze activiteiten kunt u op de Facebookpagina van de stichting vinden.
Venster, 2019, nummer 2 — 5
SOGK en de kerkenvisies Wist u dat…. • van de 100 oudste kerkgebouwen van Nederland 1/4 in Gelderland staat? • van de 50 oudste kerkgebouwen van Nederland 1/3 in Gelderland staat? • van de 100 mooiste monumenten van Nederland 1/3 in Gelderland staat? Hieruit blijkt dat Gelderland een rijk cultuurhistorisch bezit heeft. Hier mogen we trots op zijn! Daarnaast moeten we ervoor zorgen dat dit erfgoed bewaard blijft voor toekomstige generaties. Gezien de terugloop van kerkbezoekers en financiën is het echter niet mogelijk om alle kerkgebouwen te behouden. Daarom heeft de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap de komende drie jaar ca.
Excursie
Jean Gardeniers en Jan Dekkers
Voorjaarsexcursie naar vijf kerken in de Bommelerwaard
Venster, 2019, nummer 2 — 6
De voorjaarsexcursie op 25 mei gaat naar vijf kerken in de Bommelerwaard. Voor de bewoningsgeschiedenis en het landgebruik waren de hogere zandige stroom ruggen en de lagere komgronden met zware klei bepalend. Op de stroomruggen ontstonden de bewoningskernen. Oorlogshandelingen en veranderd gebruik in de loop der eeuwen hebben hun sporen in de kerkgebouwen achter gelaten. Hun huidige aanzien werd mede bepaald door de keuzes die gemaakt zijn bij de restauraties na de verwoes tingen in Tweede Wereldoorlog.
De Ruïnekerk in Ammerzoden. Foto’s: Jan Dekkers
Hervormde kerk Bruchem De kerk heeft verschillende bouwdelen, waarvan de ouderdom door de witte bepleistering op het eerste gezicht nauwelijks valt te herleiden. Het hoge koor stamt uit de veertiende eeuw, het lagere schip is waarschijnlijk ouder. De zuidkapel is vijftiende-eeuws. Aan de westzijde bevond zich een ingangsportaal uit de late achttiende eeuw.
Hervormde kerk Kerkwijk Het oudste deel van de kerk is het tufstenen schip uit het begin van de twaalfde eeuw met gelede muren. Vóór de naoorlogse restauratie had het schip grote ramen. Deze doorbrekingen zijn met tufsteen dichtgezet, terwijl nieuwe kleine rondvensters zijn aangebracht op basis van aangetroffen sporen. De bakstenen toren dateert uit de tweede helft van de dertiende eeuw. Daartegenaan is in 1632 een traptoren gebouwd. Het gotische koor is vijftiende-eeuws. De uitbouw aan de zuidzijde is de in de jaren vijftig toegevoegde consistorie. De houten zoldering van het schip is vlak. Het koor heeft een houten gewelf met een schildering van het Laatste Oordeel. De kansel, licht-
Hervormde kerk Bruchem.
kroon en geboden- en belijdenisborden dateren uit de zeventiende eeuw. Ruïnekerk Ammerzoden De vlak bij het kasteel gelegen zogenaamde ruïnekerk vormt in zijn halfvervallen staat een sprookjesachtig element in het landschap. Alleen de toren en het koor staan nog overeind in hun oude vorm. Het schip is sterk ruïneus, maar geeft daardoor de mogelijkheid de structuur van een middeleeuwse kerk goed te analyseren. Het koor is een restant van de veertiende-eeuwse kerk, de toren heeft ook latere bouwdelen. In de zestiende eeuw is een driebeukig overwelfd schip gebouwd met de voor die tijd karakteristieke speklagen. Dit schip is al vanaf de reformatie in verval geraakt; alleen het koor werd (en wordt) gebruikt als kerkruimte. Bij de restauratie in 1950 is de ruïne geconsolideerd. Rooms-katholieke kerk Ammerzoden De enige rooms-katholieke kerk tijdens deze excursie is een naoorlogse nieuwbouw. In 1952 komt onder architectuur van Herman van Putten (1905-1966) uit Bussum een forse wederopbouwkerk tot stand in traditionalistische vormen, geïnspireerd op de vroeg christelijke basiliek. Het is een drie
Hervormde kerk Kerkwijk.
Rooms-katholieke kerk Ammerzoden.
beukige basiliek, gebouwd in baksteen met binnen schoon metselwerk. De beuken worden afgesloten door een halfronde apsis met gemetselde versieringsbanden. Volgens de vroeg christelijke traditie bevindt de doopkapel zich buiten de kerk, hier in de terzijde staande toren. Een opvallend onderdeel is het vierkanten portiek voor de hoofdingang met een omlopende betonnen lijst met dertien reliëfs. Deze zijn gemaakt door pater Reinald Rats o.f.m. (1900-1979). Ze verbeelden onder andere Willibrord, Franciscus, Christus met Petrus en Paulus en de symbolen van de evangelisten. Hervormde kerk Well Het oudste deel van de kerk is de tufstenen onderkant van de toren die uit de twaalfde eeuw stamt. De bovenkant ervan is zestiende-eeuws, evenals het schip. Toen is de huidige pseudo basiliek ontstaan, met drie beuken en een middenschip zonder ramen. Het koor van deze kerk is in 1842 gesloopt en het schip werd afgesloten door een muur. Bij het herstel van de oorlogsschade in 1950 is de consistoriekamer uit de twintigste eeuw afgebroken en is op de fundamenten van het oude koor een nieuw koor gebouwd. Toen is ook een tongewelf aangebracht.
Hervormde kerk Well.
Venster, 2019, nummer 2 — 7
Omdat er behoefte was aan meer zitplaatsen, is de kerk in 2005 vergroot. Daartoe is het ingangsportaal afgebroken en is een westelijke uitbreiding aangebouwd. Dwars hierop is een nieuwe ingang gezet, terwijl tussen de zuidkapel en deze aanbouw een lage verbindingsruimte is geplaatst. De uitwendige onrust spiegelt zich niet in het interieur, dat rust uitstraalt. De kansel is van het koor verplaatst naar de westelijke nieuwbouw, waarbij de doopboog op de oude plaats is gebleven.
Interview
Karlijn van Onzenoort
Bij Orgelmakerij Reil zetten oude meesters de toon Dit jaar viert Orgelmakerij Reil haar 85-jarig bestaan. Orgels van dit familiebedrijf in Heerde – een van de SOGKbusinesspartners van het eerste uur – zijn niet alleen in Gelderland, maar in heel Nederland en zelfs in Oostenrijk, Noorwegen, Canada en Japan te zien en te horen. Hans Reil (50), de derde generatie die het bedrijf runt, vertelt er graag over.
directeur Albert kwamen toen tot het inzicht dat ze zich bij de bouw van orgels zouden moeten baseren op de historische instrumenten, op de oude meesters uit de bloeitijd van de orgelbouw van de zestiende tot en met de achttiende eeuw.’ Fijne kneepjes In de periode 1973-1981 bouwden de broers verschillende nieuwe orgels naar het voorbeeld van oude meesterwerken, onder andere voor de kerk in Ermelo. ‘Door dit kopiëren ontdekten ze de fijne kneepjes van het orgelvak, waaronder bijvoorbeeld de ideale legering van lood en tin, de meest geschikte houtsoorten en de onderlinge verhoudingen van de samenstellende delen zoals kas, windvoorziening, klaviatuur en pijpwerk.’
licht pand, ook in Heerde. In 2001 nam ik het bedrijf over.’
Nieuwbouw en restauratie Met deze nieuwe inzichten ontwierp en bouwde Reil zestien orgels in Japan. Ook vanuit Noorwegen, Duitsland en Oostenrijk wist men Reil te vinden. ‘Maar de meeste opdrachten kregen en krijgen we uit eigen land’, vervolgt Hans. ‘Niet alleen voor nieuwbouw, ook voor restauraties. Juist die combinatie is waardevol. Bij restauratiewerk neem je kennis mee die je gebruikt bij nieuwbouw. En omgekeerd begrijp je door nieuwbouw beter wat je bij restauraties, en ook bij onderhoudswerk, moet doen.’
Historische instrumenten In die tijd was Orgelmakerij Reil al een begrip in binnen- en buitenland. Dat kwam vooral door ontwikkelingen die hadden plaatsgevonden in de jaren zeventig van de vorige eeuw. ‘Mijn vader Han en zijn broer en mede
SOGK-orgels Een bejubeld restauratieproject vond plaats aan het Baderorgel in de Zutphense Walburgiskerk. Iets daarna bouwde Reil het koororgel voor de Bovenkerk in Kampen, geïnspireerd op dit Baderorgel. Een ander opval-
Venster, 2019, nummer 2 — 8
Hans Reil is de derde generatie die het familiebedrijf in Heerde runt. Foto: Orgelmakerij Reil
Hans is min of meer tussen de orgels opgegroeid. ‘Het vroegere bedrijfspand van Reil Kerkorgelbouw, zoals het toen heette, stond achter mijn ouderlijk huis. Ook heb ik van kinds af aan in vakanties meegeholpen en ging ik vaak met mijn vader mee. Na mijn studie werktuigbouwkunde in Enschede kwam ik in 1993 in vaste dienst. Kort daarna verhuisde de firma naar een ruim en
Werkplaats van Orgelmakerij Reil. Bovenste foto: Pieter Leeflang Het Wiegleb-orgel in de St. Gumbertuskirche in Ansbach (Duitsland), dat door Reil in 2004-2007 werd gereconstrueerd. Foto: Orgelmakerij Reil, 2007
Feiten & cijfers
Het orgel van de Oude Kerk in Amsterdam
Orgelmakerij Reil is in 1934 opgericht door Johann Reil, de opa van Hans. Bij het bedrijf werken nu 23 mensen. Een nieuw orgel bouwen is behoorlijk arbeidsintensief. ‘Daar kunnen gemiddeld vijf medewerkers een jaar mee bezig’, aldus Hans Reil. Naast houtbewerkers en metaalbewerkers werken er bij Reil ook stemmers en intonateurs. Meestal zijn er ook één of twee stagiairs. ‘Anders dan bijvoorbeeld
in Duitsland kennen we in ons land niet een specifieke opleiding tot orgel bouwer. De leerlingen die hier werken, volgen meestal de opleiding hout- en meubelbewerking. Soms komen ze na hun diplomering bij ons in dienst. Het vak van orgelbouwer leren ze dan in de praktijk.’ Meer lezen over Reil? Ook over het boeiende levensverhaal van Johann Reil? Kijk dan op www.reil.nl/historie.
lend werk was de reconstructie van het achttiende-eeuwse Wiegleb-orgel in Ansbach. ‘Momenteel zijn we onder andere bezig met de restauratie van twee grote orgels: die in de Oude Kerk in Amsterdam en in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Verder hebben we veel instrumenten in onderhoud, waaronder de fraaie orgels van de SOGK-
kerken in Zutphen, Steenderen en Bronkhorst.’ Vernieuwing Werken in de traditie van de oude meesters betekent niet dat er geen ruimte is voor vernieuwing. ‘Integendeel,’ aldus Hans, ‘wij stapten al vroeg over op ontwerpen met de
computer, omdat dit zeer nauwkeurige tekeningen oplevert. Dus we gaan zeker mee met nieuwe ontwikkelingen, mits het in het belang van de klank is.’ En als hij verder kijkt dan dit jubileum, wat is dan zijn stip op de horizon? ’Dat een Reil-orgel in de toekomst als een monument wordt bestempeld.’
Venster, 2019, nummer 2 — 9
wordt momenteel door Reil gerestaureerd.
Kennismaking met een boeiende middeleeuwse stadskerk De Grote of Sint-Gudulakerk in Lochem CeesJan Frank De op het eerste gezicht eenvoudige laatgotische hallenkerk in de stadskern van Lochem heeft een opmerkelijke, meer dan duizendjarige bouwgeschiedenis. Daarvan zijn nog allerlei sporen in het gebouw aanwezig. Bovendien verbergt de kerk een aantal bijzondere kunstschatten. Tijd voor een kennismaking.
Met de verwerving van de Grote of Sint-Gudulakerk voegt de Stichting Oude Gelderse Kerken een markant en in architectuurhistorisch opzicht boeiend middeleeuws bedehuis toe aan haar unieke gebouwencollectie. In de kern verbergt de hallenkerk namelijk een interessante veertiendeeeuwse kruisbasiliek en er zijn ook, vooral ondergronds, restanten aanwezig van nog veel oudere kerkgebouwen, waarvan de oudste uit de negende of tiende eeuw dateren. Dit artikel geeft een indruk van die lange en complexe bouwgeschiedenis. Ook wordt aandacht besteed aan twee bijzondere bezienswaardigheden in het interieur: de middeleeuwse muurschilderingen en een zeer vroeg voorbeeld van christelijke beeldhouwkunst in Nederland.
Venster, 2019, nummer 2 — 10
Van schuurkerk tot romaanse basiliek De eerste schriftelijke vermelding van een kerk in Lochem dateert uit 1059. Het gebouw was toen waarschijnlijk een zogenaamde eigenkerk van de heren van Zutphen (door en voor hen opgericht) en had voor de wijde omgeving een centrale functie in het beheer van hun goederen.1 Opgravingen in de kerk in de jaren zeventig hebben echter uitgewezen dat de bouwgeschiedenis veel verder terugreikt.2
Het is vermoedelijk in de negende eeuw allemaal begonnen met een eenvoudig rechthoekig houten schuurkerkje van zo’n 12 bij 4 meter. Van dit gebouwtje zijn bij het bodemonderzoek in de huidige middenbeuk voornamelijk paalkuilen teruggevonden. De houten kerk is aan het eind van de tiende, begin elfde eeuw vervangen door een duurzamer gebouw, een waarschijnlijk uit veldkeien opgetrokken zaalkerk, 24 meter lang en ruim 6 meter breed, met een halfrond gesloten koor. De opvolgers van deze zaalkerk zijn niet alleen door de opgraving gedocumenteerd, maar ook door bouw- en architectuurhistorisch bureau- en veldonderzoek, uit het eind van de jaren tachtig.3 In de twaalfde eeuw was sprake van een kleine tufstenen basiliek met een recht gesloten koor en een westtoren. Het kerkschip had smalle zijbeuken, die aan weerszijden van het diepere koor eindigden in recht gesloten kapellen. Van het opgaande werk van dit gebouw werden onder meer stukken gewelfrib en een dobbelsteenkapiteeltje teruggevonden.
Ombouw tot gotische kruiskerk De romaanse kerk is in de veertiende eeuw in fasen vervangen door een gotische constructie: een compacte kruiskerk met basilicale opzet. Van dit interessante gebouw is
De Grote Kerk op een van de oudste foto’s van het stadje Lochem, gemaakt rond 1870 in de Smeestraat. De toren heeft hier nog de lage bekroning, die in 1903 werd vervangen door een nieuwe hoge spits. Foto: collectie auteur
Opmerkelijke vormgeving Opvallend zijn de pijlers die bij deze bouwfase behoren. Deze hebben een bakstenen kern en een bekleding van trachiet, met een rijke, uit accoladevormen bestaande profilering, waaruit de scheibogen en de gewelfribben vloeiend ontspruiten. Dat is nog bij enkele intacte pijlers te zien. Een en ander veronderstelt een vrij complex ontwerp. Ze zijn vergelijkbaar met de veertiende-eeuwse pijlers in de Broederenkerk in Deventer en de Bethlehemkerk in Zwolle. Er moeten steenhouwers en metselaars met veel kennis van zaken aan de Lochemse kerk hebben gewerkt. Hierop wijzen onder meer ook de rijke profielen van de gewelfribben.
De tamelijk prestigieuze opzet van het nieuwe veertiendeeeuwse gebouw moet waarschijnlijk worden gezien in het licht van de positie als eigenkerk van de heren van Zutphen en van de bloeiperiode van de destijds nog jonge stad. Lochem kreeg in 1233 stadsrechten, mocht vanaf 1312 jaarmarkten houden en werd vanaf 1330 als belangrijke Gelderse vesting, onder graaf Reinoud II van Gelre, van een stenen ommuring voorzien.
Nieuwe toren en uitbreiding Pas in de tweede helft van de vijftiende eeuw is de oude romaanse toren, die in de kruisbasiliek stond ingebouwd, vervangen door de huidige hoge toren. Deze werd in 1478 voltooid en is met zijn afwisseling van natuursteen en baksteen en de rijke geleding met waterlijsten en spitsboognissen een mooi voorbeeld van Rijnlandse laatgotiek. Kort daarop vond in verschillende fasen de ombouw tot hallenkerk plaats. Als eerste kwam de nieuwe hoge zuidelijke zijbeuk gereed. Rond het midden van de zestiende eeuw werd de noordbeuk uitgelegd en verhoogd en is het noorderkoor gebouwd.
Venster, 2019, nummer 2 — 11
nog betrekkelijk veel in de huidige kerk terug te vinden. Allereerst de middenbeuk met de aansluitende viering en het hoofdkoor. Het lage zuidelijke zijkoor geeft nog een indruk van de basilicale opzet van de kruiskerk. Bij de opgraving in 1972 zijn veertiende-eeuwse muren van de zijbeuken teruggevonden. In de huidige scheibogen tussen middenschip en zijbeuken zijn nog de aansluitingen te zien van de verdwenen lichtbeukvensters van het basilicale schip. Van het dwarsschip resteren de viering, de zuidelijke transeptarm (met gewelf) en de noordwand.
Het schip en zicht op het koor van de kerk. Foto: Henk Monster
fase 1 fase 2
Venster, 2019, nummer 2 — 12
fase 3 fase 4
De eerste fasen van de bouwgeschiedenis. De bovenste tekening toont
Binnen de plattegrond van de huidige hallekerk zijn de contouren van de
de omtrek van de houten schuurkerk en de eerste stenen zaalkerk met
veertiende-eeuwse kruiskerk afgebeeld. De romaanse westtoren stond in
halfrondgesloten koor. De onderste tekening laat de derde grote bouw-
het schip van deze kerk. De aanwijzingen hiervoor kwamen tijdens het
fase zien met de kleine romaanse tufstenen basiliek met de smalle zij-
archeologisch onderzoek aan het licht.
beuken, westtoren en het rechtgesloten koor.
De rijk gelede laatgotische toren van de Grote
Zicht op de Gudulakerk vanuit het noorden.
Zuidbeuk met zijkapel van het koor. Foto: Carel
Kerk dateert uit 1478. Foto: Jan Breukelman
Foto: Carel van Gestel, 2019
van Gestel, 2019
Omstreeks 1580 werd Lochem protestants. Een periode van ingrijpende vergrotingen en verfraaiingen van de Grote Kerk, bezit van de Nederduits Gereformeerde Kerk, kwam ten einde. In 1615 kreeg het godshuis het zwaar te verduren tijdens de stadsbrand, die Lochem op een paar huizen na volledig in de as legde. Het jarenlange herstel van de kerk is gedocumenteerd in de zeventiende-eeuwse kerkenraadsverslagen en de stadsrekeningen. De grootste klus moet het herstellen van de kerkkappen zijn geweest, die vermoedelijk volledig verloren waren gegaan. Ook de vele belegeringen en bezettingen van de vestingstad Lochem in de zestiende en de zeventiende eeuw hebben de kerk veel schade toegebracht. In de negentiende eeuw kreeg de kerk een nieuwe indeling en zijn de hoge gotische vensters van gietijzeren ramen voorzien – elementen die bij de grote kerkrestauratie in de jaren 1972-1976 werden verwijderd.
Nieuwe torenspits De oudste foto’s van de Grote Kerk tonen de imposante toren met een lage ingesnoerde naaldspits, waarschijnlijk de spitsconstructie die was aangebracht nadat een oorspronkelijk veel hogere spits was vernield door oorlogsgeweld of de brand van 1615. In 1903 kreeg de stad Lochem een carillon aangeboden door de leerfabrikantenfamilie Naeff, destijds de grootste werkgever van de stad. Men besloot het carillon te plaatsen in een nieuwe hoge torenspits, waarvoor Nicolaas Molenaar uit Den Haag een ontwerp maakte. De architect had in Lochem al gewerkt aan enkele villa’s en aan
de verbouwing van het even buiten de stad gelegen kasteel De Cloese. Zo is de Lochemse kerktoren dus sinds 1903 weer getooid met een hoge naaldspits. Vanaf de omgang zijn er prachtige vergezichten over de bosrijke omgeving. Het in die dagen al druk bezochte toeristenstadje had er een mooie attractie bijgekregen.
Grote restauraties De laatste grote bouwkundige ingrepen vonden plaats in de jaren zestig en zeventig toen respectievelijk de toren en de kerk werden gerestaureerd. Vooral de kerkrestauratie was een ingrijpende aangelegenheid. Naast bouwtechnisch herstel werden ook reconstructies uitgevoerd. Zo keerden de veelhoekige koorsluiting van het zuidelijke zijkoortje, het rondvenster in de noordelijke transeptarm en de gotische natuurstenen venstervullingen terug. Ook het interieur ging grondig op de schop. Het negentiende-eeuwse bankenplan werd verwijderd en bij het realiseren van vloerverwarming is een aantal historische grafkelders gesloopt. De werkzaamheden onder het maaiveld maakten het archeologisch onderzoek mogelijk dat licht wierp op de lange bouwgeschiedenis. In de bouw- en opgravingsputten en in dichtzettingen kwamen vele oude bouwmaterialen tevoorschijn, vaak fragmenten uit de romaanse en vroeggotische bouwperioden, zoals gewelfribben, stukken waterlijst en gewelfschotels, fragmenten van natuurstenen beelden en nog veel meer. Ook trof men talloze graven en grafkelders aan en een zeventiende-eeuwse klokkengietersput. Deze is via een glasplaat in de kerkvloer voor het publiek zichtbaar gemaakt.
Venster, 2019, nummer 2 — 13
Na de reformatie
Ansichtkaart uit circa 1925 met het toen nog grotendeels negentiendeeeuwse kerkinterieur, gezien naar het westen. Destijds bevond zich hier een in 1807 door J.D. Nolting & Zonen uit Emmerik vervaardigd orgel, dat dienst deed tot 1933. Op deze foto zien we nog het oude bankenplan
In de deels gereconstrueerde zuidelijke zijkapel ontwierp Terry Coomans-
met centraal geplaatste preekstoel en de gietijzeren ramen in de zij
Mazèl de in 1976 geplaatste glas-in-loodramen met als thema de vier
beuken. Ansichtkaart: collectie auteur
elementen aarde, hemel, vuur en water. Het zijraam toont een scène uit
Venster, 2019, nummer 2 — 14
de legende van de heilige Gudula. Foto: Carel van Gestel, 2019
Gudula, een Vlaams-Frankische heilige
Middeleeuwse muurschilderingen
De Lochemse kerk was gewijd aan Gudula, een zevendeeeuwse Vlaams-Frankische heilige, tevens patrones van de Sint-Goedelekathedraal in Brussel, de parochiekerken van Hamme en Moorsel en de parochie van het Duitse Rhede bij Bocholt. De eerste vermelding van Gudula als patroonheilige van de Lochemse kerk dateert uit 1491, maar haar populariteit in het Graafschap Zutphen is al wat eerder geboekstaafd door het vijftiende-eeuwse Gudula-officie, afkomstig uit de Sint-Walburgiskerk in Zutphen en door het relatief veelvuldig voorkomen van de gelijkluidende meisjesnaam in Lochem en omgeving in de middeleeuwen. Er wordt gespeculeerd dat Ludgerus (742-809), de eerste bisschop van Münster, wellicht de hand heeft gehad in de oprichting van de Gudulakerken in Lochem en Rhede.4 Het bisdom Münster omvatte destijds ook het oostelijk deel van het Graafschap Zutphen. Het is niet ondenkbaar dat de Gudula-verering pas eind dertiende eeuw in deze regio terechtkwam. In 1286 huwde Reinoud I, graaf van Gelre, namelijk Margaretha van Vlaanderen (1272-1331), de dochter van de machtige Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen en markgraaf van Namen. Margaretha was de moeder van Reinoud II, de latere Hertog van Gelre. Lochem, waar een hof van de graven van Zutphen was, en de Lochemse kerk, gerelateerd aan het kapittel van de Zutphense Sint-Walburgiskerk, hadden nauwe banden met de grafelijke familie, die door de komst van Margaretha een belangrijke connectie met Vlaanderen had gekregen.5
De Gudulakerk bezit verschillende middeleeuwse muurschilderingen. Enkele daarvan werden al herontdekt bij het witten van de kerkmuren in 1866. De opmerkelijke vondst van de beeltenissen van Sint-Sebastiaan en de heilige Jacobus haalde zelfs de landelijke couranten. De schildering is al snel weer overgewit, maar opnieuw blootgelegd en hersteld tijdens de kerkrestauratie in 1972-1976. De laatvijftiende-eeuwse schildering moet kort na voltooiing van de nieuwe zudbeuk zijn aangebracht. Op dezelfde muur bevinden zich een voorstelling van de Boom van Jesse en een Sint-Christoffel met het Christuskind op zijn schouders. Op een van de middenbeukspijlers is de pestheilige Rochus afgebeeld. De noordbeuk wordt gesierd door een tweede, mogelijk nog veertiende-eeuwse Christoffelfiguur en twee omkaderde taferelen: Salomé’s dans en een kruisigingscène, beide uit 1567. In het vijftiende-eeuwse torenportaal is een grote, fragmentarisch bewaarde afbeelding van het Laatste Oordeel aanwezig.
Goed bewaard geheim: de unieke gedachtenissteen Een bijzonder inventarisstuk van de Gudulakerk is een meer dan duizend jaar oude gedachtenissteen.6 Het object kwam tevoorschijn tijdens de kerkrestauratie begin jaren zeventig. Het gaat om een dikke zandstenen plaat van 74 bij 46 centimeter, met in licht reliëf een menselijke figuur in een lang gewaad. Beide armen en handen zijn naast het lichaam in orante opgeheven, de wijze waarop in de vroegchristelijke tijd een biddend persoon werd afgebeeld. De omlopende tekst is niet compleet, maar woordfragmenten als ‘REQUI’
De Boom van Jesse verbeeldt de stamboom van Jesse. Zijn nakome lingen zijn op deze laatmiddeleeuwse schildering in de zuidbeuk Muurschildering in de zuidbeuk, voorstellende Jacobus als pelgrim en de
afgebeeld tussen de boomtakken. Foto: CeesJan Frank, 2017
met pijlen doorboorde Sebastianus, beiden geplaatst onder een gotisch baldakijn. Bij het middenzuiltje is een biddend figuurtje te zien, vermoedelijk verwijzend naar de schenker of stichter van de schildering. Foto:
(requi(em), ‘hij ruste’) en ANIM (anim(a) of anim(am), ‘ziel’) en de voorstelling van de biddende persoon duiden op het oorspronkelijke funeraire gebruik als gedachtenissteen voor een overledene. Gezien de hoge ouderdom van de kerk is het niet ondenkbaar dat de gedachtenissteen al vanaf het begin in de Gudulakerk aanwezig was. In de veertiende of vijftiende eeuw is de steen ‘hergebruikt’. De oorspronkelijke achterkant is toen van gotische versieringen voorzien en de koorsluiting ingemetseld als bekroning van een sacramentsnis. De oorspronkelijke ‘voorkant’ was sindsdien aan het gezicht onttrokken en bleef zo bij toeval bewaard.
Ten slotte
Wandschildering in de noordbeuk, met een fragment van de kruisiging.
In 1976 kon de volledig gerestaureerde kerk weer voor de eredienst in gebruik worden genomen. Nadat de kerkenraden van de Nederlandse Hervormde Kerk en de Gereformeerde Kerk al in 1984 tot hereniging en samen-
Rechts onder zestiende-eeuwse ‘graffiti’, een gehelmde figuur met sik bespuugt een man met zotskap. Mogelijk is deze tekening aangebracht tijdens de Spaanse belegering van Lochem in 1582. Foto: CeesJan Frank, 2017
Venster, 2019, nummer 2 — 15
CeesJan Frank, 2017
Afbeelding van Sint-Christoffel in de zuidbeuk. Het is een vermakelijke
De vroegmiddeleeuwse gedachtenissteen toont een staande biddende
voorstelling, met enkele medereizigers geklemd achter de riem van de
figuur. Foto: CeesJan Frank, 2013
reus, vissers op de rivieroever, een kleine meermin in het water en een fraai landschap op de achtergrond. Foto: CeesJan Frank, 2017
Over de auteur CeesJan Frank (1965) is als architectuurhistoricus en directeur verbonden aan het
Venster, 2019, nummer 2 — 16
Monumenten Advies Bureau in Nijmegen, dat al bijna dertig jaar bouwkundig erfgoed
werking hadden besloten, volgde uiteindelijk in 2011 door een fusie de oprichting van de Protestantse Gemeente te Lochem. Met de overdracht van het godshuis aan de Stichting Oude Gelderse Kerken wordt een nieuwe fase in de geschiedenis van de Lochemse Grote Kerk ingezet.
analyseert in heel Nederland. In 1989 studeerde hij af in Nijmegen op de bouw
1 In de periode 1972-1976 onderging de Gudulakerk een grootscheepse restauratie. De herstelwerkzaamheden en de herinrichting werden voorafgegaan door een uitgebreid archeologisch onderzoek onder leiding van H. Halbertsma. Een kort verslag in: ‘Lochem’ in Nieuwsbulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, 1973, 123-126. De bouwgeschiedenis van de Gudulakerk is
2 C.J.B.P. Frank, De Grote of Sint Gudulakerk te Lochem. Doctoraalscriptie Kunstgeschiedenis der Middeleeuwen, Katholieke Universiteit Nijmegen, Nijmegen 1989 (deels herziene versie 1990). 3 M. Govaerts, ‘De relieken van de Heilige Gudula’, in: Een maagd belaagd. 1300 jaar Heilige Gudula in 20 cultuurhistorische bijdragen, Herdersum 2012, 152.
beschreven in: C.J.B.P. Frank, ‘De bouwgeschiedenis van de Grote of St. Gudulakerk te Lochem’, in: Publikatie Stichting Oude Gelderse Kerken, afl. 30, voorjaar 1990, 239-256; Palmboom, E. ‘De nederzetting in de middeleeuwen’, in: Over stad en scholtambt Lochem. Een beschrijving na 750 jaar, Lochem 1983, 62.
geschiedenis van de Gudulakerk. Hij is redacteur van Land van Lochem, het tijdschrift van het Historisch Genootschap Lochem Laren Barchem, en publiceert regelmatig over historische architectuur, bouwhistorie en lokale geschiedenis. Zo schreef hij artikelen en boeken over bouwkunst in onder meer Arnhem, Zwolle, Apeldoorn, Wijchen en Lochem.
4 C. Derlagen, ‘Hoe de Heilige Gudula verscheen in Lochem’, in: Een maagd belaagd. 1300 jaar Heilige Gudula in 20 cultuurhistorische bijdragen, Herdersum 2012, 233. 5 CeesJan Frank, ‘De unieke gedachtenissteen in de Grote Kerk’, in: Land van Lochem. Tijdschrift van het Historisch Genootschap Lochem / Laren / Barchem, jaargang 13, no.1, maart 2014, 22-23.
Mijn kerk zovelen dat hier vóór mij al hebben gedaan als ze alleen waren met hun verdriet. De weg van Eric en Marieke samen heeft meer dan twintig jaar geduurd. Daarna maakte de dood van Eric een eind aan hun gezamenlijke pad. De dag waarop de vlammen dit
Veel mensen voelen zich verbonden met een kerkgebouw. Hebt u ergens (in Gelderland, Nederland of het buitenland) ook een kerkgebouw waarmee u een speciale band hebt, stuur uw verhaal in en/ of neem contact op met hoofd redacteur Ben Verheij via venster@oudegeldersekerken.nl of telefonisch via (0544) 462032. Foto: Marjan Witteveen, 2010
frêle lichaam verteerden en tot stof maakten, komt steeds weer terug in mijn nachtmerries. Ik loop naar het kleine stukje grond bij het zacht kabbe lende beekje en sta stil bij zijn kleine gedenkplaatje: Eric de Wind, *09-09-1958 – †20-02-2012.
Venster, 2019, nummer 2 — 17
Vandaag is het vijf jaar geleden dat onze zoon Eric stierf. Ik rijd van Knegsel naar het eeuwenoude kerkje in Leur om hem niet alleen te laten op deze dag. Het is een stralende lentemorgen. De eerste paardenbloemen toveren een geel tapijt tussen de eiken die hier al honderden jaren de wacht houden. Ik open het hek dat piepend weer terugdraait en loop langs de verweerde muren. Voor de lage raampjes van het kerkje ga ik op mijn knieën zitten om naar binnen te kijken. Daar, voor de steile trap van de hoge kansel, stond hij met zijn bruid. Voor de eerste keer in mijn leven hoorde ik het Hooglied dat hij samen met haar las. Hij zou van onze kinderen de enige zijn die ons even binnenvoerde in de rituelen die duizenden voor hem hier hadden beleefd. Hun gezichten straalden hoop uit. Beiden hartpatiënt hadden ze elkaar ontmoet bij de Hartstichting en besloten samen verder te gaan in de wetenschap dat het maar de vraag was of deze band lang zou duren. Ik hoor weer hun stemmen opklinken langs dat grote raam waardoor de zon op hun ernstige gezichten scheen, langs de gietijzeren standaard waarin de vlammen van de kaarsen met hen meebewogen. Woord voor woord kreeg zo extra gloed. ‘Waar is uw Liefste heengegaan?’ Even wordt het me te machtig. Ik steun tegen de verweerde kerkmuur, realiseer me dat
Ger de Wind
Een ‘schooner en ruimer huis’ voor de joodse gemeenschap van Winterswijk
Sjoerd van der Werf
Op een zomerdag in 1888 werd de eerste steen ingemetseld van de nieuwe synagoge van Winterswijk. De joodse inwoners van het dorp moesten echter nog ruim een jaar wachten totdat ze het nieuwe gebouw in gebruik konden nemen. Dat inwijdingsfeest was op 14 augustus 1889, toen de joodse gemeenschap het te kleine onderkomen aan de Misterstraat inruilde voor ‘een schooner en ruimer huis’.
Venster, 2019, nummer 2 — 18
Deze omschrijving is afkomstig uit de Arnhemsche Courant, die drie dagen later verslag deed van het ‘opgewekte feest’ rond de inwijding. De nieuwbouw stond aan de Spoorstraat. Destijds was dat de plek waar Winters wijk groeide. De nieuwe straat liep recht op het nieuw aangelegde station van de Nederlandsch-Westfaalsche Spoorweg-Maatschappij af. Die straat was voor de joodse Winterswijkers bekend terrein: daar lag al sinds halver-
wege de zeventiende eeuw het joodse kerkhof. Grenzend aan dat terrein werd een stuk grond gekocht voor de nieuwbouw. Slagers en vleeshandelaren Het ontwerp voor de synagoge was gemaakt door Hans van der Schaaf (1856-1925), die in de jaren tachtig als opzichter bij gemeentewerken was begonnen, maar daarnaast steeds vaker als zelfstandig architect werkte. In zijn
Voor- en zijkant van de synagoge in Winterswijk. Foto’s: synagoge Winterswijk
woonplaats tekende Van der Schaaf voor verschillende panden, van villa’s voor de textielfabrikanten tot woningen in de arbeiderswijk Scholtenenk, maar ook de nog steeds imposante gevel van hotel-restaurant Stad Munster op de Markt. De synagoge was de eerste van een aantal bouwopdrachten van de joodse gemeente. De ontwikkeling van die plek aan de Spoorstraat loopt parallel met de ontwikkeling van de joodse
Ansichtkaart van de synagoge.
onder leiding van de nazi’s maakten een wreed einde aan dat joodse leven. Na de oorlog telde de lokale gemeenschap enkele tientallen leden. Pas in 1951 werd de synagoge opnieuw ingewijd. Het ledental is sindsdien verder afgenomen.
gemeenschap van Winterswijk. Deze bevolkingsgroep was vooral actief in de vee- en vleeshandel: slagers waren het, en vleeshandelaren. In de jaren dertig was een derde van de leden van de gemeenschap – toen ruim driehonderd mensen groot – dagelijks werkzaam in de veehandel en het verwerken van vlees. Groei van gemeenschap De synagoge of sjoel was niet alleen figuurlijk het middelpunt van de joodse gemeenschap, ook letterlijk: de meeste joodse families woonden in de Spoorstraat, om de hoek in de Molenstraat en de Stationsstraat. Op vrijdagavond en zaterdag werd de sjoel bezocht, zowel voor de religieuze beleving als voor de sociale en zakelijke contacten. De groei van de joodse gemeenschap blijkt ook uit de geschiedenis van de bebouwing. Drie jaar na die eerste steen werd pal achter de synagoge in dezelfde stijl een mikwe gebouwd: een ritueel badhuis. Het terrein tussen de synagoge en de begraafplaats werd in het eerste decennium na de eeuwwisseling bebouwd: in 1905 verrees
een woonhuis voor de voorzanger of chazan, en in 1909 een schooltje. Dat laatste gebouw had op de begane grond een klaslokaal, waar de kinderen dagelijks na de gewone schooltijd de joodse lessen volgden. De begraafplaats was toen al niet meer in gebruik: al voordat de synagoge in gebruik werd genomen, werd begraven binnen de bebouwde kom verboden. Aan de Misterweg, opnieuw buiten het dorp, werd een tweede begraafplaats ingericht, die nog steeds in gebruik is. De oude begraafplaats aan de Spoorstraat kreeg in 1912 wel een voor die tijd bijzonder moderne betonnen muur met een smeedijzeren toegangshek. Eigen verenigingen De joodse gemeenschap van Winters wijk groeide in die tijd uit tot de grootste in de Achterhoek. De bloei werd ook zichtbaar in het verenigingsleven, met een eigen toneelvereniging, jongerenvereniging, een voetbalelftal met joodse slagers en een badminton vereniging. Er waren regelmatig feesten, er werd muziek gemaakt en gedanst. De Tweede Wereldoorlog, de Duitse bezetting en de vervolging
Joods verhaal van Winterswijk Het hele complex aan de Spoorstraat is erkend als rijksmonument. Dankzij die status kon in 1984 een uitgebreide restauratie worden uitgevoerd. Die kon niet voorkomen dat er steeds minder diensten in de synagoge worden gehouden. Voor die kleiner wordende groep is het onderhoud van het synagogecomplex een steeds zwaarder wordende last. Het wordt de laatste jaren wel weer drukker in en rond de synagoge aan de Spoorstraat. In het gebouw wordt het joodse verhaal van Winterswijk op verschillende manieren en momenten verteld. Jaarlijks komen tientallen groepen middelbare scholieren uit Duitsland op bezoek. Op school wordt Und im Fenster der Himmel, het boek van Johanna Reiss gelezen. Daarin vertelt de in Winterswijk geboren Annie de Leeuw haar onderduikverhaal. In de zomermaanden, maar steeds vaker ook daarbuiten, worden er rondleidingen gegeven en zijn er openstellingen. In 2012 is een aparte stichting opgericht die culturele activiteiten organiseert. Die zijn er allemaal op gericht om dat joodse verhaal van Winterswijk te vertellen. Zodat de herinnering aan die zomerdag in 1888 niet verflauwt.
Venster, 2019, nummer 2 — 19
Interieur van de synagoge.
Nieuw leven voor Harreveldse kruiswegstaties Theo Withag en Fons Krabben Op het kerkhof achter de St.-Agathakerk in Harreveld staat een muur met veertien kruiswegstaties. De staties zijn in 1988 gered uit de voormalige kapel van het franciscanenklooster. De kapel werd in 1893 gebouwd, de staties zijn nog eens zo’n tweehonderd jaar ouder. Ze komen uit een gesloopte kerk in Duitsland. Dankzij de inzet van meer dan 35 vrijwilligers zijn ze nu in volle glorie te bewonderen.
Venster, 2019, nummer 2 — 20
Exterieur van het voormalig franciscanen klooster, met links de kapel, circa 1950.
De kruisweg is een nabootsing van de lijdensweg van Christus in de vorm van schilderijen of beeldhouwwerken. Het stelt de gelovigen in staat stil te staan bij de belangrijkste gebeurtenissen van deze lijdensweg aan de hand van veertien staties (van het Latijnse statio, dat halteplaats betekent). Bij de eerste statie wordt Jezus ter dood veroordeeld, bij de laatste wordt Jezus in het graf gelegd. Op sommige plaatsen is er later nog een vijftiende statie toegevoegd, de zogenaamde paasstatie, die
de verrijzenis uitbeeldt. Over de plaatsing van de kruisweg in een kerkgebouw bestaan geen voorschriften, maar meestal loopt hij eerst op de noordwand van oost naar west en vervolgens op de zuidwand van west naar oost. Kalkstenen kruisweg De kruisweg van Harreveld bestaat uit veertien staties. De figuren zijn gebeeldhouwd in kalkstenen panelen, die de vorm van een vijfhoek hebben. De afmetingen van de staties zijn 110
Interieur van de kapel met staties, ca. 1950.
Vrijwilligers aan de slag met een stukgevallen exemplaar.
Gerestaureerde statie.
Detail van een gerestaureerd paneel.
centimeter hoog en 110 centimeter breed. De gemiddelde hoogte van de figuren is 70 centimeter. De panelen zijn, voor zover bekend, vervaardigd rond 1700; de beeldhouwer ervan is onbekend.
katholieke kerk. Zo schafte hij het kerkelijk huwelijk af en verbande hij de jezuïeten uit Pruisen. Ook verbood hij alle kloosterorden. Enkele Duitse kloosterorden streken daarom neer in Nederland, zoals de franciscanen die op 27 mei 1875 hun intrek namen in de havezate Harreveld. Ze lieten om het hoofdgebouw een groot klooster/ studiehuis bouwen met een kapel. In nissen in de wand van deze kapel plaatsen ze de staties die ze hadden meegenomen uit Duitsland.
Meegenomen staties De staties zijn rond 1875 in Harreveld terechtgekomen. In die tijd richtte kanselier Otto Von Bismarck zich op het versterken van het Duits nationalisme. Via de zogenoemde Kulturkampf bestreed hij de machtige rooms-
Puzzelen met stukjes van gevallen statiepaneel.
Vastgemetseld In 1909 vertrokken de franciscanen weer uit Harreveld. Het klooster werd in 1911 een internaat, kwam in 1988 leeg te staan en werd in 1992 gesloopt. Gelukkig waren alle waardevolle voorwerpen uit de kapel al voor die tijd overgebracht naar het kloostermuseum in Voorhout. De kalkstenen staties zaten echter vastgemetseld in de nissen. Die zouden na de sloop van de kapel als puin afgevoerd worden… Maar op verzoek van Fons Krabben van de Stichting Gemeenschapsbelangen Harreveld bikte een groep Harreveldse bouwvakkers de staties redelijk gaaf uit de nissen. Ze werden tijdelijk opgeslagen op de zolder van het toenmalige Rabobankgebouw in het dorp. Toen de bank vertrok en het pand een nieuwe eigenaar kreeg, stonden de staties in de weg. Allerlei plannen werden gesmeed om de beeldhouwwerken een passende bestemming te geven. Uiteindelijk werd besloten om een muur langs het kerkhof te metselen waarin de staties konden worden geplaatst.
Venster, 2019, nummer 2 — 21
De brokstukken van een van de panelen. Foto’s van de auteurs, 2015
Fraaie statiemuur Aldus geschiedde. Op 12 augustus 2015 werd met de bouw gestart. Dankzij de hulp van meer dan 35 vrijwilligers uit Harreveld stond er eind mei 2016 een fraaie statiemuur. De staties zelf waren echter door de tand des tijds aangetast en beschadigd geraakt. Sommige hoofden ontbraken en bij de zevende statie was het beeldenschild in brokken uit elkaar gevallen. Met onder meer fijn schuurpapier, speciale lijm (vermengd met gips) en een kleine spatel hebben vrijwilligers (onder wie enkele keramisten) alle staties hersteld. In juni 2016 kregen ze allemaal een plaats in de muur. Bezoekers zijn van harte welkom om de muur en staties achter de St.-Agathakerk in Harreveld te komen bekijken!
Venster, 2019, nummer 2 — 22
Detail van de statiemuur op het kerkhof.
De nissenmuur op het kerkhof achter de St.-Agathakerk in Harreveld.
Agenda
Aerdt: dubbel-expositie • Expositie van objecten van papier en steen door Madeleine Corbey. Ook exposeert Ruud Kaper zijn emaillen objecten. Info: van 26 mei t/m 16 juni • Demonstratie mediumschap ‘De hemel op Aerdt’ door Myrthe Bruinzeel. Info: vrijdag 14 juni • Zomerconcert door Musica Montana o.l.v. Ben Simmes. Info: 16 juni, 16.00 uur • Euregio concertreeks: zes pianoconcerten door jong, aanstormend talent. Info: 26 t/m 31 juli Bronkhorst: zomerexposities Elke week een nieuwe expositie van schilders en keramisten uit de regio. Info: t/m oktober, dagelijks 11.00-18.00 uur Buren: kunstroute De Sint Lambertuskerk is een van de locaties waar 25 kunstenaars uit de gemeente Buren en daarbuiten hun werken exposeren tijdens de jaarlijkse ‘Kunstroute Buren B!zonder’. Info: 30 mei t/m 2 juni, 12.00-17.00 uur Drempt: Open Zaterdagen De St.-Joriskerk is in de zomer te bezoeken, evt. met rondleiding door vrijwilligers. Ook zijn er exposities, muziekoptredens en meer! Info: zaterdagen in juli en augustus, 11.00-17.00 uur, toegang gratis
Rijswijk: jaarmarkt en meezingdag • Jaarmarkt met boeken, speelgoed, kleren etc., toren beklimmen en een vrolijk slotconcert. Info: zondag 28 april, 10.00-17.00 uur • Meezingdag Gershwin. Voor sopranen, alten, tenoren, bassen met meer of minder ervaring staat meeslepende muziek van Gershwin op het programma. Info: zondag 12 mei, 14.00-17.00 uur, E 10
Bezoek ‘Maria, een bijzondere heilige’ in Kranenburg.
Steenderen: Kunst4Daagse en brommers • Tijdens de Kunst4Daagse in Steenderen en Bronkhorst worden bezoekers op allerlei plekken uitgenodigd te komen kijken. Zoals in de Remigiuskerk, waar acht kunstenaars exposeren. Info: 30-31 mei en 1 juni, 11.00-17.00 uur, 2 juni 12.00-17.00 uur • Het eerste lustrum van ‘Brommers kieken in de Karke’ staat in het teken van de Sportbrommer. Ook is er een toertocht. Info: 10 augustus, 10.00-17.00 uur, 11 aug 11.00-17.00 uur
Etten: concert Zanger en pianist Roon Staal verzorgt een optreden. Info: donderdag 13 juni, 20.00 uur Kom ‘brommers kieken’ in Steenderen!
Zutphen: stadswandeling Wandel mee met de Stadswandeling Joods Zutphen! Onder leiding van een gids wordt er een route van 1,5 uur gelopen langs sporen van Joods leven. Info: op vrijdagen en zondagen, zie voor data op de site, 13,30 uur
Orgelsafari doet Batenburg aan Met een feestweek van 23 t/m 28 juli viert Culemborg dat haar Verhofstadt-orgel precies 300 jaar bestaat. Onderdeel van het feest is een orgelsafari op zaterdag 27 juli. Daarbij worden alle bewaard gebleven orgels van de Culemborgse organist en orgelbouwer Mattheus de Crane bezocht én beluisterd. Zo ook het orgel van onze St.Victorkerk in Batenburg. Meer info en kaarten via verhofstadorgel.nl.
Venster, 2019, nummer 2 — 23
Meer informatie? Kijk op www.oudegeldersekerken.nl > Agenda
Kranenburg: expositie over Maria Beelden, devotiekasten, Maria-iconen, piëta’s en andere Maria-items – u vindt het allemaal in de thematentoonstelling ‘Maria, een bijzondere heilige’ in het Heiligenbeeldenmuseum. Info: t/m 31 oktober (behalve op maandagen), 12.00-17.00 uur, toegang € 5 of Museumkaart
Kerk&werk
Tekst en foto’s: Carel van Gestel
Het mag geen theater worden Enthousiast, vriendelijk, behulpzaam, van vele markten thuis. Kees Karman ten voeten uit. Samen met Gerrit Berendsen vormt hij het technisch hart van de kerk in Aerdt. Probleempje? Iets
regelen? Even Kees bellen! Hij zorgt ervoor dat alles goed komt, dat de techniek in orde is bij de evenementen in de kerk, van rouwdienst tot expositie. Ook vernieuwing staat bij beide man-
nen hoog in het vaandel. Maar het moet wĂŠl een kerk blijven, het mag geen theater worden!