Venster 2019_3

Page 1

Stichting Oude Gelderse Kerken Kwartaalblad, jaargang 17, 2019, nummer 3

Het werk van Jacob Ydema in Gelderland

Grote Kerk Wageningen van binnen bekeken Najaarsexcursie naar Lochem en omgeving


Van de redactie

Colofon

Beste lezer, Al in maart 2018 heeft minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) in haar visiebrief ­aangegeven dat zij speciale aandacht heeft voor monumentale kerken en graag ziet dat er kerkenvisies ­opgesteld worden door gemeenten. Vanaf begin dit jaar is daar nu ook geld voor vrijgemaakt. Tot 19 aanwezige kerkgebouwen in een gemeente is er E 25.000 beschikbaar, bij een aantal tot 39 is het bedrag E 50.000 en bij hoeveelheden van 40 of meer is dat E 75.000 per gemeente. Veel gemeenten hebben inmiddels een aanvraag ingediend. Doelstelling is ‘om een ­proces in te

richten om samen met betrokken partijen (zoals eigenaren, burgers en erfgoedorganisaties) te komen tot een integrale kerkenvisie. Die visie moet dienen om tot een toekomst­perspectief te komen voor in principe alle kerkgebouwen binnen de gemeente (monumentaal en niet-monumentaal)’. Daar wordt nu her en der in den lande, maar natuurlijk ook in Gelderland, hard aan gewerkt. En we kijken met veel interesse uit naar de resultaten.

Ben Verheij

Inhoud

Groenlo

Wageningen

Hoog-Keppel

3

Onze locaties

4

Nieuws

6

Najaarsexcursie

Bronkhorst

Exposities in Aerdt Berichten van het bestuur Naar Lochem en omgeving

8

Interview Steengoed project in

Venster, 2019, nummer 3 — 2

Winterswijk

Zutphen

10

Hoofdartikel

17

Actuele publicaties

18

Van binnen bekeken

22

Redactienieuws

23

Agenda

24

Werk aan de kerk

Aerdt

Venster is het kwartaalblad van de Stichting Oude Gelderse Kerken. Met dit blad wil de stichting belangstelling ­wekken voor oude kerken. Venster verschijnt vier keer per jaar en wordt toegestuurd aan donateurs, leden van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland, ­colleges van burgemeester en wet­ houders van Gelderse gemeenten, ­externe relaties, openbare bibliotheken, notarissen, gezondheidscentra, wijk­ centra en dorpshuizen in Gelderland. Stichting Oude Gelderse Kerken Postbus 7005, 6801 ha Arnhem Telefoon (026) 355 25 55 (ma. t/m vr. 9.00 – 17.00 uur) info@oudegeldersekerken.nl www.oudegeldersekerken.nl Redactie: Ben Verheij, hoofdredacteur; drs. Karlijn van Onzenoort, ­eindredacteur; drs. Jeroen Krijnen en dr. Herman Wesselink, weten­schappelijk ­redacteuren venster@oudegeldersekerken.nl Vaste medewerkers: dr. Verena Demoed, dr. Ineke Pey Fotografen: Carel van Gestel, Rein de Jong, Ton Rothengatter, tenzij anders vermeld. Zo veel mogelijk is geprobeerd de eventuele rechthebbenden van overige ­gebruikte afbeeldingen te achterhalen. Zij die in dit verband niet konden ­worden achterhaald of benaderd, ­kunnen zich wenden tot de redactie. Grafisch ontwerp: Henk-Jan Panneman, Arnhem Druk: Drukkerij Hendrix, Peer (B) issn 1571 – 5957 Venster wordt gedrukt op fsc-­ gecertificeerd papier en verpakt in composteer­bare folie.

Jacob Ydema in Gelderland Kerkdriel en Ermelo Grote Kerk in Wageningen Nieuwe Venster‑redacteuren Activiteiten in onze kerken Grote Kerk in Wageningen

Oplage: 2700 exemplaren Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. © Stichting Oude Gelderse Kerken, 2019 Afbeelding voorzijde: Detail van een muurschildering door Jacob Ydema in de H.-Antonius-van-Paduakerk in Nieuw-Dijk. Foto: Rein de Jong, 2018 De Stichting Oude Gelderse Kerken heeft de culturele anbi-status.


Melancholieke liedjes en betaalbare kunst

Verena Demoed

Papier-maché beelden in de ontmoetingsruimte.

De exposerende kunstenaars Ruud Kaper en

Het is een prachtig autoritje of fietstochtje over de dijk naar het kerkje van Aerdt. Daar organiseert Kunstkring Het Gelders Eiland vijf keer per jaar tentoonstellingen die steeds enkele zondagmiddagen geopend zijn. Op de eerste zondag in de reeks is de opening. Met drankjes, hapjes en muzikale optredens. Normaal gesproken stelt Stoni Scheurer de kunstenaars altijd voor aan de aanwezigen. Scheurer is voorzitter van Kunstkring Het Gelders Eiland en lid van de Plaatselijke Commissie in Aerdt. Maar vandaag moet Scheurer verstek laten gaan en is het aan penningmeester Rien Visseren om haar te vervangen. Hij tovert Scheurers beschouwing op het werk van de twee exposanten tevoorschijn. Daarin prijst Scheurer het originele materiaalgebruik en de zeggingskracht. En... de betaalbare prijs. ‘Ik vrees dat de kun-

Madeleine Corbey. Foto’s: Carel van Gestel

stenaars weinig mee terug gaan nemen na het einde van de expositie’. Twee expositieruimtes En inderdaad. Twee vrouwen twijfelen nog welke ketting met papier-maché hanger van kunstenares Madeleine Corbey ze zullen kopen. Ze mogen de sieraden passen en overal waar ze stoppen voor een praatje, vragen ze: ‘Zal ik deze nemen, of die van zonet?’ En ook bij de 3D-schilderijen van emailleur Ruud Kaper zijn al wat rode verkochtstickertjes geplakt. De dorpskerk heeft twee expositieruimtes. Aan beide zijden van de knusse kerkzaal hangen de emaillen schilderijen. In de ‘ontmoetingsruimte’, waar ook de borrel na afloop is, staan papier-maché beelden van Corbey opgesteld. Eigen bijdrage Singer-songwriter Marc Buijs neemt plaats achter de piano. Zijn zelfge-

schreven liedjes gaan over de natuur, fietstochtjes, verdriet en verlangen. Achter in de kerk is de tekst helaas niet altijd even goed te verstaan. Dat verzucht ook een van de bezoekers, een donateur van de Kunstkring. ‘Maar… de stoelen achterin zitten beter dan de kerkbanken’, fluistert ze. ‘We komen altijd als er iets te doen is. Binnenkort is er weer een concert. Gratis, ja, wel een eigen bijdrage. Het is ook leuk om iedereen uit de buurt weer te zien.’

In elke uitgave van Venster ­zetten we een van de locaties van de Oude Gelderse Kerken in de spotlight. Door middel van een markant ­verhaal of bijzonder ­evenement staan we even stil bij onze eigen monumenten. Dit keer bij de ­exposities die Kunstkring Het Gelders Eiland organiseert in de dorpskerk van Aerdt.

Venster, 2019, nummer 3 — 3

Singer-songwriter Marc Buijs in actie.


Nieuws van Oude Gelderse Kerken Start restauratie Wageningen Op 23 mei hebben we het contract ondertekend voor de uitvoering van de restauratie van de Grote Kerk in Wageningen met Hugo Bijnen, directeur van het aannemers- en restauratie­ bedrijf De Bonth Van Hulten uit Nieuwkuijk. Elke keer weer een indrukwekkend moment. Mooi was het ook om op 4 juni de officiële start van dit project te markeren. In aanwezigheid van veel belangstellenden gaf architect Ron Verduijn van architectenbureau Hoogevest eerst een toelichting op het proces en de keuzes die gemaakt zijn. Lang is er overleg geweest met verschillende partijen om tot dit mooie resultaat te komen. Daarna sprak burgemeester Van Rumund. Zeer betrokken en bevlogen ging hij in op het proces: in 2006 zijn al de eerste plannen voor de restau-

Haarlo

Vorden

ratie en herinrichting bij de gemeente ingediend. En nu gaat de restauratie van start. Burgemeester Van Rumund benadrukte dat de Grote Kerk in het midden van de Wageningse samenleving moet staan en dat iedereen ervan gebruik kan maken. Hij legde nogmaals de nadruk op het lichtplan waaraan de gemeente een forse bijdrage heeft toegezegd. De Grote Kerk moet weer stralen op de Markt in Wageningen! Daarna gaf hij nog drie wensen mee: dat het glasin-loodherdenkingsraam van 4-5 mei goed zichtbaar is, dat het doopvont na de herinrichting weer een goede plaats krijgt, en dat orgelmuziek meer voor het voetlicht gebracht wordt om zo met vereende krachten de muziekcultuur van Wageningen weer een impuls te geven. Na de toespraken werd buiten het bouwbord onthuld.

Kranenburg

Hummelo

Etten

Venster, 2019, nummer 3 — 4

Businesspartners Oude Gelderse Kerken • Acel, Doetinchem • B.F. van Tienen Aannemersbedrijf, Nijmegen • Boerman Kreek Architecten, Steenderen • Bouwbedrijf Hoffman, Zutphen • Conserduc-Renofors, Sliedrecht • De Variabele, Doetinchem • Dijkman Bouw, Warnsveld • Donatus Verzekeringen, Rosmalen • GlasPro glasstudio, Doetinchem • Van Hoogevest Architecten, Amersfoort • Koninklijke Eijsbouts, Asten • Koninklijke Woudenberg, Ameide • Lakerveld ingenieurs- en architectuurbureau, Noordeloos • Leidekkersbedrijf D. Koenders, Neede • Van Lierop, Boxtel

• • • • • • • • • • • • •

MAS Architectuur, Hengelo Orgelmakerij Reil, Heerde Rijkaart Elektrotechniek, Arnhem Schildersbedrijf Albert Verhoeven, Arnhem Smederij Oldenhave, Vorden Takkenkamp Gevelonderhoud, Zelhem Timmer- en Aannemersbedrijf De Vries, Hummelo Van Dinther Bouwbedrijf, Schaijk Van Wely Loodgieters en Leidekkersbedrijf, Groessen Wiltink Installatietechniek, Vorden Schildersbedrijf Hagen, Arnhem Oostveen meesterschilders, Velp Hampshire Hotel ’s-Gravenhof, Zutphen

De Grote Kerk van Wageningen in de steigers. Foto: Ton Rothengatter

Buren

Rijswijk

Ook businesspartner worden? Bedrijven en organisaties kunnen businesspartner worden van Oude Gelderse Kerken. Als tegenprestatie ontvangen ze informatie over onze activiteiten, kunnen ze onze kerk­ gebouwen huren en deelnemen aan onze jaarlijkse netwerkbijeenkomst. Ook interesse om businesspartner te worden voor een jaarlijkse bijdrage van € 200? Neem dan contact op met onze penningmeester Leo Uijl en stuur een mailtje naar info@oudegeldersekerken.nl onder vermelding van ‘businesspartner’.


Zutphen

Leur

Steenderen

Leisteen in kerkje Batenburg? Bij graafwerkzaamheden in Batenburg is onlangs een unieke vondst gedaan. Het gaat om een stuk leisteen met een tekst erop. Volgens deskundigen staat op de steen een gebedstekst in het Latijn, gericht aan Sint-Martinus. De leisteen is maximaal 13 bij 7 ­centimeter

waarde.’ De SOGK wil graag als partner van de provincie verder invulling geven aan de in het coalitieakkoord geformuleerde waarden. Dit doen we natuurlijk ook met onze partners in de Erfgoed Alliantie: Geldersch Landschap & Kasteelen, Gelders Genootschap, Gelders Restauratie Centrum en Monumentenwacht Gelderland.

Houdt ons op de hoogte… … dan houden wij u op de hoogte! Geeft u daarom, als u dat nog niet eerder gedaan hebt, uw mailadres aan ons door. Ook als uw mailadres is gewijzigd, ontvangen we graag bericht daarover.

In maart hield Paul le Blanc de SOGKpubliekslezing in de Walburgiskerk in Zutpen. Foto: Nico Peek

Hengelo

Drempt

Kerk-Avezaath

Lochem

Batenburg

Leisteen met daarop een

Jubileum SOGK

Latijnse tekst. Foto: RAAP

Dit jaar bestaat de Stichting Oude Gelderse Kerken 45 jaar! Dit jubileum willen wij graag vieren met een ‘dank je wel’ aan de donateurs, businesspartners, externe relaties en vooral ook aan de lokale gemeenschap. Tijdens dit jubileum­ jaar wordt in elk kerk­gebouw van de stichting in het kader van ‘Muziek in de Gelderse Kerken’ een muzikaal evenement georganiseerd, met gratis toegang. Iedereen is welkom! Lees er meer over op pagina 23.

en vermoedelijk ongeveer 700 jaar oud. Afgelopen mei is de vondst aan de pers gepresenteerd in de SintVictorkerk in Batenburg. Daarbij hebben zowel Jan van de Bovenkamp als de gemeente Wijchen de wens uitgesproken om de leisteen een plek te geven in het kerkje. De steen is immers niet ver daarvandaan gevonden, en de tekst heeft duidelijk een religieuze betekenis. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht om dit voor elkaar te krijgen.

Venster, 2019, nummer 3 — 5

Samen voor Gelderland ‘Gelderland blijft rijk aan natuur, landschap en cultuurhistorie’ – dat is de titel van het derde hoofdstuk uit het coalitieakkoord Samen voor Gelderland 2019-2022. In dit coalitieakkoord, dat door VVD, CDA, PvdA, GroenLinks en ChristenUnie is gesloten, wordt benadrukt dat het van belang is om de geschiedenis van Gelderland te vertellen en te beleven. Molens, kerken, kastelen, archeologische vindplaatsen en landschappen helpen hierbij. Het bewaren van ons culturele erfgoed is van groot belang voor ons historisch besef en onze gezamenlijke identiteit, aldus het coalitieakkoord. Daarnaast stellen de partijen: ‘Ons erfgoed is het behouden waard vanwege de historische waarde, de waarde voor de leefomgeving en de verbindende


Excursie

Jean Gardeniers, Jan Dekkers en Frits van Lochem

Najaarsexcursie naar Almen, Joppe, Laren en Lochem

Venster, 2019, nummer 3 — 6

De najaarsexcursie op 28 september gaat naar kerken in Almen, Joppe, Laren en Lochem. Deze keuze komt voort uit de recente overdracht van de Sint-Gudulakerk in Lochem aan onze stichting. Voor een beschrijving van deze kerk verwijzen we naar het artikel van CeesJan Frank in het vorige nummer van Venster en onze Publikatieband afl. 30, blz. 239-256, na 1990 (in te zien via archieven.nl). In de Gudulakerk is een uitgebreide rondleidingsgids verkrijgbaar.

Hervormde kerk van Almen. Foto: Jan Dekkers, 2019

Hervormde kerk van Almen Op het eind van de dertiende eeuw wordt al een parochie in Almen vermeld. Verder is de kerk natuurlijk bekend van een gedicht van Staring: ‘Elk weet, waar ‘t Almensch kerkje staat, en kent de laan die derwaarts gaat’. Het gebouw dateert in zijn oudste delen uit de tweede helft van de veertiende eeuw, evenals de drie­ ledige toren. Na de Reformatie was het overbodig geworden priesterkoor consistoriekamer. Bij een restauratie in 1915 is het weer geopend naar het schip. In 1849 is de kerk vergroot door een noordelijke uitbouw. Zoals gebruikelijk in de negentiende eeuw, stonden ook in Almen de banken in een halve cirkel rond de zuidelijke zeventiendeeeuwse kansel. In 1967 is het interieur vernieuwd, waarbij de kansel is verplaatst naar de oostzijde. De halfronde banken zijn vervangen door west-oost gerichte rijen banken. Het raam naast de kansel kreeg in 1996 gebrandschilderd glas naar ontwerp van de Almense kunstenares Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994). Bijzonder is de elfde-eeuwse doopvont van Bentheimer zandsteen. Vermeldenswaard is ook de grafkelder onder het koor. Hier zijn tussen 1714 en 1835 de overleden bewoners van de kastelen De Ehze en Het Hulze bijgezet. De achttien kisten met stoffelijke resten zijn bewaard gebleven en zichtbaar. Er is een boekje met een korte geschiedenis van de kerk verkrijgbaar. Rooms-katholieke kerk van Joppe Al vanouds had de adel bemoeienis met de kerken(bouw). Een bijzondere vorm daarvan zijn de in de negentiende eeuw door de katholiek gebleven adel gestichte kerken.


Dekkers, 2019

Sint-Gudulakerk in Lochem. Foto: Carel van Gestel, 2019

Hervormde kerk van Laren Al in de middeleeuwen staat er een ‘Capel’ in Laren die in 1684 een eigen predikant krijgt. Na eeuwenlange verbouwingen en reparaties blijkt het kerkgebouw in het begin van de negentiende eeuw dermate vervallen dat besloten wordt tot nieuwbouw op een andere plek. De bouwmeester ervan is

B. van Zalingen, de stadsarchitect van Deventer. De nieuwe kerk wordt in oktober 1835 in gebruik genomen. Het eenvoudige gebouw heeft een neoclassicistische voorgevel met het aanzien van een klassieke tempel: Dorische pilasters, een houten lijst met triglyfen (verticale sleuven) en een driehoekig fronton, aangevuld met een daarachter geplaatst torentje. Van een vergelijkbaar type is de kerk van Doornspijk uit 1829 (zie onze Publikatieband, afl. 31, blz. 1-24, 1990). Ook hier was er van 1835 tot de oorlogsschade in 1945 een halfrond bankenplan. Na 1945 is dit vervangen door west-oost gerichte rijen banken, terwijl ook de spitse neogotische ijzeren vensters zijn vervangen door ronde van hout. Onlangs is deze lineaire bankenopstelling weer veranderd in een gemeenschapsgerichte halfronde (zie ook Venster, jaargang 8, december 2010, blz. 5-7).

Hervormde kerk van Laren. Foto: Jan Dekkers, 2019

Venster, 2019, nummer 3 — 7

Rooms-katholieke kerk van Joppe. Foto: Jan

Bijvoorbeeld in 1818 de neoclassicistische Martinuskerk in Bussloo door baron van Wijnbergen en in 1869 de neogotische Willibrorduskerk in Vierakker door de bewoner van Suideras. De architect ervan was H.J. Wennekers, die in 1866 de O.L.Vrouw Tenhemelopnemingkerk van Joppe ontwierp. De opdrachtgever in Joppe was baron van Hövell tot Westerflier, de bewoner van kasteel ’t Joppe. Ook zijn grootvader Arnold liet in 1854 in Donsbrüggen (D) een kerk bouwen, zelfs ontworpen door Dombaumeister Zwirner. Zowel daar als in Joppe bevindt het familiewapen zich boven de ingang. De eenbeukige kerk van Joppe is een voorbeeld van stukadoorsgotiek, met gestucte houten kruisribgewelven. De contouren van de latten zijn herkenbaar. Later, zoals in Vierakker, ging Wennekers over op stenen gewelven. De zes beelden van het voormalige hoofdaltaar (de patroonheiligen van de stichters) staan langs de wanden van het schip. Zowel het hoogaltaar als de preekstoel, de communiebank, de doopvont en de kruiswegstaties komen van het atelier Lenaerts & Houtermans in Roermond. De in 1901 aangebrachte decoratieve beschildering van de wanden is in de jaren zestig in wit overgeschilderd. Ook de houten omlijstingen van de kruiswegstaties zijn verwijderd. Een mooi boek over de kerk naar aanleiding van het 150-jarig bestaan is verkrijgbaar.


Interview

Karlijn van Onzenoort

Steengoed project in Winterswijk Dinsdagochtend, half negen. Bijna dertig kinderen hebben zich verzameld onder aan de toren van de Jacobskerk in Winterswijk. Met witte bouwhelmen op klimmen ze een voor een via de buitentrap naar de steiger die om de toren staat. Het bezoek is onderdeel van het ­project Steenhouw’n. Een uniek initiatief van de provincie Gelderland en Slotboom Steenhouwers, dat is bedoeld om vakmanschap onder de aandacht van de jeugd te brengen.

Eenmaal boven klinken enthousiaste kreten als de kinderen het uitzicht bewonderen. Maar als Robbie Beijers de aandacht vraagt, draaien ze zich allemaal naar hem om. Beijers is als leermeester-steenhouwer in dienst van Slotboom Steenhouwers (hoofd­ aannemer van de restauratie) en een van de vaste begeleiders van de groepen. Vandaag zijn het leerlingen van groep 8 van de Julianaschool in Winterswijk. Ze hebben in de klas een voorbereidende les gekregen over de geschiedenis van de eeuwenoude kerk en staan er nu met hun neus bovenop.

Venster, 2019, nummer 3 — 8

Aanhelen en vervangen Beijers bekijkt met hen de ornamenten en toont ook de beschadigingen daaraan. Ook laat hij het voegwerk zien en wijst aan wat uitgeslepen en opnieuw gevoegd moet worden. Verder legt hij uit welke stenen ‘aangeheeld’ of zelfs vervangen moeten worden, omdat die naar beneden dreigen te vallen. De kinderen zijn zichtbaar onder de indruk. ‘Maar dat is zo veel werk’, verzucht een jongen spontaan, ‘hoe kan dat nu in september al klaar zijn?’ Tekort aan ambachtslieden Terwijl de leerlingen intussen onder begeleiding naar Slotboom Steenhouwers fietsen, vertelt Joyce Ras, medewerker cultuurhistorie van de gemeente Winterswijk, over het ont-

Leermeester-steenhouwer Robbie Beijers laat de kinderen zien hoe het moet. Foto: meesterlijkvak.nl

staan van het project. ‘We hebben de grootscheepse restauratie van de toren aangegrepen om iets extra’s te doen. De komende jaren wordt een groot tekort aan vakmensen in de bouw verwacht. Vooral aan ambachtslieden die restauratiewerk kunnen uitvoeren. Daarom hebben we aan deze restauratie een educatieproject gekoppeld, zodat de jeugd kan kennismaken met het vak van steenhouwen.’ Rondleiding Bij Slotboom krijgen de leerlingen (met oordopjes in) een rondleiding door de werkplaats. Enkele steen­

houwers zijn er bezig met onderdelen van de ornamenten die de kinderen zojuist boven op de toren gezien hebben. Een meisje is enorm enthousiast: ‘Wanneer kan ik hier komen werken,’ vraagt ze aan Beijers, ‘hoe oud moet ik dan zijn?’ Vervolgens gaan de leer­ lingen naar een aparte werkruimte waar mergel­blokken en gereedschappen voor hen klaarliggen. Workshop Op school hebben ze allemaal getekend wat ze willen gaan maken. Maar het omzetten van een tweedimensionaal ontwerp naar een driedimensionaal


object doe je niet zomaar even, ontdekken ze. Ze hakken, schrapen, zagen en ondervinden zo lijfelijk wat steenhouwen inhoudt. Beijers loopt rond en helpt waar nodig. ‘Ik wist niet dat je zulke leuke dingen kunt maken van steen’, zegt een jongen tegen hem.

Gruis op schoenen ‘Maar de toekomst baart ons ook zorgen gezien het dreigende personeelstekort’, aldus Weevers. ‘De leerlingen­ aantallen voor ambachtsberoepen lopen terug en daardoor verdwijnen er opleidingen. Zo wordt de opleiding voor steenhouwer alleen nog aangeboden in Nieuwegein. Daar volgen de vier leerlingen die wij in dienst hebben, hun scholing. De praktijk­opleiding ­krijgen ze hier in Winterswijk.’ Intussen is de workshop op zijn eind. Tot besluit kiezen de leerlingen het beste kunstwerk van hun klas. Dat zal later dit jaar deel uitmaken van de expositie in de Jacobskerk. Voldaan en met het gruis nog op de schoenen vertrekken ze.

Dronefoto van de Jacobskerk in Winterswijk. met de 57 meter hoge toren in de steigers. Foto: Gemeente Winterswijk

Leerlingen bekijken de ornamenten aan de St.-Jacobskerk van dichtbij. Foto: meesterlijkvak.nl

Meesterlijk vak In Winterswijk vormt de restauratie van de eeuwenoude toren van de Sint-Jacobskerk de aanleiding tot drie projecten. • het educatieproject Steenhouw’n, waarin zo’n 700 leerlingen van groep 7 en 8 en klas 1 en 2 vmbo uit Winterswijk, Aalten, Lichtenvoorde en Groenlo kennismaken met steenhouwen. • de expositie ‘Rondje historie’, die bestaat uit informatiepanelen rond-

om de kerk, waarop de ­geschiedenis van Winterswijk en de kerk zijn beschreven. • de expositie ‘Meester en gezel’ in de Jacobskerk, waarin het Gelders Restauratie Centrum diverse restauratie-­ambachten laat zien. De twee exposities zijn nog te ­bekijken tot eind oktober. Met Open Monumentendag zullen ook de kunstwerken van de basisscholen in de kerk geëxposeerd worden. Meer informatie op www.meesterlijkvak.nl.

Venster, 2019, nummer 3 — 9

Grootste steenhouwerij Roy Weevers, algemeen directeur van Slotboom Steenhouwers, is heel enthousiast over het project. Met 35 mensen in dienst, van wie 14 steen­houwers, is Slotboom de grootste steenhouwerij van Nederland. Het bedrijf richt zich voornamelijk op restauratie van monumenten. De Eusebiuskerk in Arnhem, de Stevenskerk in Nijmegen, de Cunerakerk in Rhenen – zomaar wat Gelderse voorbeelden van kerken waar Slotboom aan het werk is of was. Buiten de provincie zijn ze te vinden op de Dom in Utrecht en de Oude Kerk in Amsterdam.


Het werk van Jacob Ydema in Gelderland Sible de Blaauw In de eerste helft van de twintigste eeuw braken beeldende kunstenaars door in de ­inrichting van Nederlandse katholieke kerken. Zij hadden een opleiding in de ‘profane’ kunst gehad, maar konden zich in de kerken wijden aan eeuwenoude tradities van ­ wand- en glasschilderkunst. De schilder Jacob Ydema (1901–1990) heeft dit met grote

Venster, 2019, nummer 3 — 10

­overgave gedaan. Vanuit zijn geloofsovertuiging schilderde hij voor Gods Heerlijkheid.

De jaren van het interbellum en van het eerste decennium na de Tweede Wereldoorlog vormden een ware bloeiperiode van de monumentale kunst in katholieke kerken. Terwijl men in protestantse bedehuizen nog uiterst zuinig was met het toepassen van kleur en figuratie op muren en in vensters, kregen in katholieke kerken beeldend kunstenaars ruim baan. Dat was nieuw. In de voorafgaande periode stond de beschildering van kerkinterieurs volledig in dienst van de architectuur en waren het vaak de architecten die daarvoor de ontwerpen maakten. De uitvoerders waren ‘kerkschilders’ of ‘polychromeurs’. Toen de neogotiek eenmaal voorbij was, kwam er meer ruimte voor artistieke scheppingen van professioneel opgeleide schilders, beeldhouwers en glazeniers. Ook in Gelderland zijn tal van monumentale interieurensembles tot stand gekomen. Weinig bekend is het werk van de Friese kunstenaar Jacob Ydema, die een groot deel van zijn leven in Gelderland woonde en werkte, en hier belangwekkende scheppingen heeft nagelaten.

Opvoeding en opleiding Jacob Michiel Ydema groeide op als de zelfbewuste zoon uit een welgestelde boerenfamilie in Greonterp, in de Friese Greidhoek. Daar was hij op 5 oktober 1901 geboren, in de directe omgeving van de katholieke enclave Blauwhuis. Evenmin als zijn broer Michiel, die priester werd, was hij

voorbeschikt voor het boerenbedrijf. Hij studeerde Duitse taal- en letterkunde in Groningen, maar hij vond zijn roeping pas op de vermaarde Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam, waar hij tussen 1924 en 1929 studeerde. Opvallend genoeg keerde hij daarna terug naar Blauwhuis, waar hij in de crisisjaren een uiterst sober leven moest leiden. Klerikale connecties brachten hem niettemin vanaf 1935 de eerste opdrachten voor monumentale kerkdecoraties. In diverse kerken en kapellen in Leeuwarden en verschillende katholieke enclaves in Friesland en ZuidoostDrenthe kon Ydema zijn vakmanschap in de sacrale ­schilder- en glaskunst beproeven. Een lovende kritiek van de latere hoogleraar kunstgeschiedenis Frits van der Meer over Ydema’s vroegste kerkschilderingen, vestigde de aandacht op zijn kunnen en zal hebben bijgedragen aan zijn reputatie in kerkelijke kring.

Uitbreiding actieradius Ondanks de onzekere omstandigheden van de oorlog wist Ydema zijn actieradius in de vroege jaren veertig uit te ­breiden naar kerken in de Wieringermeerpolder en Overijssel. Hij weigerde zich aan te sluiten bij de Kultuur­ kamer en moest dus min of meer in het verborgene ­werken. Tijdens de oorlog trouwde hij met Hetty Dellemijn uit Apeldoorn, die hij in Blauwhuis had leren kennen toen zij


Nieuw-Dijk, H.-Antonius-van-Paduakerk, detail uit de Verheerlijking van de Heilige Antonius, met rechts portretten van de schilder en zijn echtgenote,

daar op de pastorie logeerde. Na de bevrijding vestigde hij zich met zijn vrouw in Didam, waar zij als schoolarts werkzaam was. Van 1955 tot 1968 woonde het gezin in het Brabantse Etten, waarna zij naar de Achterhoek terug­ kwamen en in Miste bij Winterswijk gingen wonen.

Verre van artistieke coterieën Ydema was een begenadigd tekenaar en schilder, die naast zijn kerkelijke opdrachten ook steeds vrij werk maakte, maar zich altijd verre hield van de kunstmarkt en van artistieke coterieën. Toen het kerkelijk mecenaat voor de monumentale sacrale kunst in de loop van de jaren vijftig in elkaar zakte, richtte hij zich meer op zijn passie voor de Batak-kunst van Sumatra en studeerde hij culturele antropologie. Met schilderen begon hij pas weer rond 1975. Tal van olieverfschilderijen ontstonden in zijn stille atelier in Miste, waaronder vele zelfportretten. In Miste stierf hij op 14 oktober 1990. Naar zijn wens werd hij in Blauwhuis bij zijn familie begraven.

Ydema’s ‘Gelderse periode’ Sinds zijn huwelijk lag het zwaartepunt van Ydema’s monumentale werk in Oost-Nederland. Uit zijn correspondentie en administratie is voor deze tweede en laatste ­periode­van zijn kerkelijke werk een reeks van dertien

s­ ubstantiële opdrachten te reconstrueren. De inmiddels ­verloren werken zijn gecursiveerd. 1 Apeldoorn, kapel St.-Liduinaziekenhuis, ­muurschilderingen / vensters 1945 2 Vaassen, H.-Martinuskerk, vensters 1946/1950/1951 3 Apeldoorn, H.-Theresiakerk, kruiswegstaties panelen 1946 4 Zieuwent, kapel Zusters Franciscanessen, ­muurschilderingen 1946 5 Apeldoorn, Kleinseminarie, muurschilderingen 1947 6 Doetinchem, O.L. Vrouw ten Hemelopneming, muurschilderingen 1947-1948 7 Sint Isidorushoeve (Ov.), H.-Isidoruskerk, ­muurschilderingen 1948-1949 8 Groessen, H.-Andreaskerk, muurschilderingen ­doopkapel ca. 1949 9 Nieuw-Dijk, H.-Antonius-van-Paduakerk, ­muurschilderingen 1949-1951 10 Breda, H.-Hartkerk, muurschilderingen Mariakapel 1949 11 Sint Nicolaasga (Fr.), H.-Nicolaaskerk, vensters (aanvulling) 1950-1951 12 Wijhe (Ov.), Kerk O.L. Vrouw Onbevlekt Ontvangen, muurschilderingen (?) 1951 13 Jennings (USA), Immaculate Conception, ­muurschilderingen, vensters, kruiswegstaties 1957

Venster, 2019, nummer 3 — 11

muurschildering van Jacob Ydema. Foto: Rein de Jong, 2018


Zelfportret van Jacob Ydema, olieverf op doek, ca. 1943 (particulier

Sint Isidorushoeve, St.-Isidoruskerk, het Offer van Izaäk, ­muurschildering

bezit). Foto auteur

in de zuidelijke zijbeuk, 1948-1949. Foto auteur

Vensters met profetenfiguren

bij zijn woonplaats Didam. In alle drie kerken ging het om muurschilderingen met uitvoerige beeldprogramma’s, niet alleen in het priesterkoor en de zijkapellen, maar tot in het schip van de kerk toe. Alle schilderingen werden aangebracht op opgaande muren, meestal op gestucte vlakken.

Het eerste werk na de bevrijding concentreerde zich in de stad van zijn schoonfamilie en omgeving. Voor de kapel van het St.-Liduinaziekenhuis in Apeldoorn, waar hij in 1944 getrouwd was, maakte Ydema een volledige decoratie met muurschilderingen en gebrandschilderde vensters. Het grote ziekenhuiscomplex aan de Arnhemseweg van architect Jan van Dongen (1928) werd in 1977 gesloopt, maar de vensters met profetenfiguren zijn nog te zien in de Mariakerk in het centrum van Apeldoorn. De schilderingen gingen verloren, evenals de grote muurschildering van het Laatste Avondmaal in de refter van het Kleinseminarie in dezelfde stad (nu Politieacademie).

Venster, 2019, nummer 3 — 12

Uitvoerige beeldprogramma’s Voor de neogotische St.-Martinuskerk in Vaassen kreeg Ydema de opdracht voor een volledige beglazing van het priesterkoor, die in drie fasen werd uitgevoerd. Kruiswegstaties in paneelvorm maakte hij voor de juist voor de oorlog voltooide St.-Theresiakerk in Apeldoorn.De meest ambitieuze projecten waren echter de omvangrijke kerkdecoraties die Ydema kreeg toebedeeld in Doetinchem, Sint Isidorushoeve bij Haaksbergen en in Nieuw-Dijk, vlak

Majestueuze ode aan grove baksteen De in het interbellum geliefde interieurs van schoon metselwerk waren eigenlijk ongeschikt voor muurschilderingen. Ydema schrok echter niet terug voor de schijnbaar onmogelijke opdracht om de poreuze baksteenwanden in Doetinchem van kleurige schilderingen te voorzien. De minerale Keimverf, die muurschilders graag gebruikten, hechtte zo sterk dat de schilderingen op de donkerrode kloostermoppen in Doetinchem ook na zeventig jaar nog fris van tekening en kleur zijn gebleven. Eerder had Ydema zijn kunnen op baksteen al beproefd in Jan van Dongens kerk in Steenwijksmoer (Drenthe), maar de majestueuze ode aan de grove baksteen van architect H.W. Valk in Doetinchem (gebouwd 1933-1934) moet toch ook voor hem een bijzondere uitdaging zijn geweest. Het feit dat zelfs dergelijke gebouwen figuratieve schilderingen moesten krijgen, toont ook aan hoe sterk de gretigheid van de pas-


Nieuw-Dijk, H.-Antonius-van-Paduakerk, muurschildering in de Mariakapel, 1949-1951. Foto: Rein de Jong, 2018

toors in deze periode was om hun kerken met artistiek en ­theologisch verantwoorde uitmonsteringen te verrijken.

Levendige gezichten

Spontane werkwijze Zulke uitvoerige beeldprogramma’s als de drie in de jaren 1947-1951 had Ydema nog niet eerder onder handen gehad. Ze waren veeleisend en kostten vele maanden. Naar eigen

Vaassen, St.-Martinuskerk, kooromgang met vensters, met als thema de Eucharistie, 1946-1951. Foto: Rein de Jong, 2018

zeggen werkte hij niet met vooraf uitgewerkte iconografische schema’s, noch met voortekeningen op papier of op het te beschilderen vlak. Een dergelijke spontane, op de inspiratie van het moment gebaseerde aanpak was niet uitzonderlijk onder de monumentaal werkende kunstenaars, maar veronderstelt wel een groot vertrouwen in eigen scheppend vermogen, ambacht en kennis. Door deze aanpak kon ook vlot gewerkt worden en was het mogelijk om grote en vaak

Venster, 2019, nummer 3 — 13

De vensters die Ydema na de oorlog maakte, onderscheiden zich van zijn grootste glasproject – in Sint-Nicolaasga – door de fonkelende kleuren. Zijn Friese cyclus, begonnen in 1938, maar pas voltooid in 1951, was vrijwel monochroom, maar des te meer expressief van tekening. Zijn tweede grote serie vensters is die van Vaassen, eveneens in fasen uitgevoerd. Hier overheersen de kleuren en het mozaïekeffect van de loodstrips, maar de composities hebben hun spontaniteit behouden en de levendige gezichten roepen bij de kijker afwisselend ontzag en vertedering op. Het soms verrassend persoonlijke karakter van de vensters is zeker ook te danken aan het feit dat Ydema niet alleen de kartons maakte, maar steeds ook zelf de glasschildering uitvoerde. Dat deed hij op hem vertrouwde glasateliers, waar de vensters vervolgens gebrand en in lood gezet werden.


Doetinchem, O.L. Vrouw ten Hemelopneming (Paskerk), detail van de Sanctus-cyclus in de koepel: ‘Zegent alle vogelen des hemels den Heer’, muurschildering op baksteen, 1947-1948. Foto: Rein de Jong, 2018

lastig te bereiken oppervlakten in de beperkte periode tussen voorjaar en herfst beschilderd te krijgen. Er is in Ydema’s oeuvre geen spoor te vinden van een vooraf vastgelegd beeldprogramma. Kennelijk hadden zijn opdrachtgevers er alle vertrouwen in dat er niet alleen een esthetisch fraai, maar ook inhoudelijk solide geheel tot stand zou komen. Ydema zelf verklaarde dit met: ‘Ik werkte volgens de traditie, dus dat gaf nooit moeilijkheden.’ Inderdaad valt in alle drie kerken op met welk een ogenschijnlijk gemak de schilder putte uit zijn grondige kennis van de Bijbel, de kerkleer, de liturgie en de heiligenlevens én van de iconografische tradities van de christelijke kunst van de Oudheid tot de barok.

Venster, 2019, nummer 3 — 14

Veelheid van stijlen Een even groot artistiek gemak blijkt uit de veelheid van stijlen die Ydema in zijn werk hanteerde. Ook dit ‘stijl­ pluralisme’ was niets uitzonderlijks in de sacrale kunst van de periode. Ydema is er al in zijn vroege werk in Friesland een meester in, en blijft ook na de oorlog uiteenlopende stijl­idiomen beheersen en inzetten. De reden waarom hij voor de ene of de andere vormentaal kiest, ligt even zo verborgen in het artistieke onderbewuste als zijn keuzes voor thema’s en composities. Toch lijkt er in het naoorlogse

werk meer stilistische consistentie te ontstaan, met name in de grote ensembles van muurschilderingen. De barokke beweging is tot rust gekomen en de uitgerekte figuren van El Greco hebben zich teruggetrokken ten gunste van tekening en kleurgebruik van middeleeuwse miniaturen en fresco’s, gecombineerd met de moderne vormentaal van het expressio­nisme om de uitdrukking van de figuren kracht bij te zetten.

Stille solist In haar standaardwerk over de monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum, schaart Bernadette van Hellenberg Hubar de schilder Jacob Ydema onder de opmerkelijke kunstenaarspersoonlijkheden van die periode. De titel van het boek, De genade van de steiger, is volmaakt op Ydema van toepassing. Hij wordt echter ook getypeerd als ‘Einzelgänger’ en inderdaad hechtte Ydema eraan om rustig zijn eigen gang te kunnen gaan. Hoewel hij nota moet hebben genomen van het werk van zijn vakgenoten in het kerkelijk metier, wijst niets op een actieve uitwisseling. Zoals hij ongestoord in de eenzaamheid van het atelier zijn schilderijen wilde maken, zo werkte hij ook in de kerken als stille solist. Hij was niet van zelfbewustzijn gespeend, maar


Vaassen, St. Martinuskerk, detail van de vensters met de EmmaĂźsgangers. Foto: Rein de Jong, 2018

Weemoed en bewondering Op 28 maart 2018 vond de laatste reguliere misviering plaats in de St.-Antonius-van-Paduakerk in Nieuw-Dijk. De toekomst van het gebouw is onzeker, en daarmee ook van het indrukwekkende ensemble muurschilderingen van Jacob Ydema. De Aanbidding van het Lam, in het gezelschap van heiligen uit alle tijden tot aan Peerke Donders toe, de Kroning van Maria, en de Verheerlijking van de Heilige

Doetinchem, O.L. Vrouw ten Hemelopneming (Paskerk), Mariakapel, de Droefheid van Maria onder het Kruis, muurschildering op baksteen, 1947-1948. Foto: Rein de Jong, 2018

Venster, 2019, nummer 3 — 15

was wel uiterst kritisch op zijn eigen werk. Bovendien maakte zijn diepgewortelde religiositeit dat hij zich in zijn kerkelijk werk voelde als een dienaar van de Heerlijkheid Gods. Het zal geen toeval zijn dat pastoor Amse van Doetinchem in het gedenkboek van zijn parochie de schilderingen vol geestdrift beschrijft, maar de naam van de kunstenaar nergens noemt. Als bouwpastoor van de kerk en opdrachtgever en vriend van Ydema moet hij geweten hebben dat het niet in de geest van de schilder zou zijn om diens persoon voor het voetlicht te zetten. Ydema zelf had moeite achteraf tevreden te zijn over zijn eigen werk. Naar verluidt kon hij de schilderingen in Sint Isidorushoeve en Nieuw-Dijk nog wel eens onder ogen zien, maar ging hij liever de confrontatie met zijn sacrale scheppingen niet meer aan.


Nieuw-Dijk, H.-Antonius-van-Paduakerk, interieur naar het oosten met muurschilderingen op de triomfboog, in het transept en de zijkapellen,

Venster, 2019, nummer 3 — 16

1949-1951. Foto: Rein de Jong, 2018

Antonius, alle vol van originele details, lijken hun zin te hebben verloren. De schilder beeldde – bij uitzondering – zichzelf en zijn familie af in de menigte die Antonius komt vereren. Iedereen die hem nu in deze ontmantelde kerk ontmoet, zal zich afvragen of de kracht van zijn werk de teloorgang van het geloof zal doorstaan. Wellicht met weemoed, maar ook met bewondering.

Over de auteur

1 B. van Hellenberg Hubar, De genade van de steiger. Monumentale kerkelijke schilderkunst in het interbellum, Zutphen 2013. 2 Over Jacob Ydema is vrijwel niets gepubliceerd. In mijn onderzoek naar de schilder ondervind ik grote steun van de familie Ydema. Tal van gegevens in dit artikel konden geverifieerd en gepreciseerd worden dankzij de informatie uit de nagelaten documenten van de schilder en uit zijn werken. Ik dank de familie voor de vruchtbare samenwerking, in het bijzonder

5 F. van der Meer, ‘De St. Nicolaaskerk te St. Nicolaasga (Fr.)’ in: Publikatieband Stichting Alde Fryske Tsjerken 1 (1970-1975), 203-218 (1975). 6 In Hoogveld et al. eds. 1989 blijven de vensters in Vaassen onvermeld, kennelijk omdat de maker onbekend was. 7 Voor een terugblik van Ydema zelf over zijn manier van werken zie S. de Blaauw, Bouwen naar boven. De Sint Odulphuskerk van Bakhuizen 1857-1914-1989, Bakhuizen-Leeuwarden 1989,

Jan en Titia Harmsen-Ydema en Onno Ydema. 3 Korte biografische schetsen o.a. C. Hoogveld et al. eds, Glas in lood in Nederland 1817-1968, ’s-Gravenhage 1989, 363; https://nl.wikipedia. org/wiki/Jacob_Ydema (geraadpleegd 1-6-2019). 4 F. van der Meer, ‘De kerk en de schilderijen van Jacob Ydema’ in: Gedenkboek uitgegeven bij gelegenheid van het 600-jarig bestaan der parochie van Sint Michael te Woudsend 1337-1937, Woudsend 1937, 29-34.

Sible de Blaauw (1951) is emeritus hoogleraar Vroegchristelijke Kunst en Architectuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Vóór zijn benoeming aan de Radboud Universiteit was hij werkzaam op het Koninklijk) Nederlands Instituut in Rome. Zijn onderzoek en publicaties richten zich op de historische gelaagdheid van de stad Rome, de wisselwerking tussen architectuur en liturgie, herinneringsvorming rond vroegchristelijke monumenten, en religieus erfgoed in Nederland.

48-55. 8 De Blaauw 1989, 49. 9 Van Hellenberg Hubar 2013, 16-17. 10 Van Hellenberg Hubar 2013, 458-460. 11 W.F. Amse, Gedenkboek van de parochie O.L. Vrouw ten Hemelopneming te Doetinchem: over de jaren 1933-1965. s.l. 1965, 34-39. Het motto van Gods Heerlijkheid geeft hij aan de schilderingen in de koepel: ibidem, 38.


Actuele publicaties deringen bezat de Drielse kerk tevens een groot aantal figuratieve gebeeldhouwde kapitelen. Den Hartog geeft ook hiervan een plausibele verklaring. Aan de kapitelen zijn profeten, vrouwenkopjes, koningen, hogepriesters en bladornamenten te zien. Bijzonder fraai is de Davidfiguur (zie omslag). In de zijbeuken was de parabel van de wijze en de dwaze maagden uitgebeeld. De verreweg best behouden gebleven wijze maagd is van hoge artistieke kwaliteit, maar om haar vier maal in het boek af te beelden is desondanks wel wat veel. Ermelo Rond Ermel’s Kerk, P. Vroegindeweij (red.), uitg. Oudheidkundige Vereniging ‘Ermeloo’ 2018, 218 blz, 200 afb. in kleur en zww, met registers, lit.- en bronopg., geb., ISBN 978-90-80258-76-1, € 22,50. Verkrijgbaar via secretaris-ov-ermeloo@outlook.com Ter gelegenheid van het 40-jarig bestaan van de Oudheidkundige Vereniging ‘Ermeloo’ verscheen dit boek over de plaatselijke middeleeuwse

kerk. Hierin komen veel en zeer uiteenlopende onderwerpen aan de orde, zoals de bouwgeschiedenis – waar als kritische noot kan worden opgemerkt dat romaans niet identiek is aan rondbogenstijl (pagina 30) – de kraag- en sluitstenen, een vijftiende-eeuws reliëf met ‘het ware gelaat’ van Christus, de naam van de kerk, grote en kleine interieurstukken, torenklokken, orgels en preken. Kunsthistorisch gezien is de bijdrage van dr. Elizabeth den Hartog over de iconografie van de kraagstenen in het koor het interessantst. We zien hierop vreemde voorstellingen zoals een mannenkop met hagedis in de mond, een vrouw met bazuin waaraan een broek hangt, en een aap met een doedelzak. Den Hartog verklaart de iconografie en legt een link met de Bijbel. Een fraaie expressieve linosnede van een kraagsteen ‘Gulzigheid’ (p. 105) is van de hand van ir. Marianne Heyboer. Aan het rijk geïllustreerde boek werkten verder mee P. Vroegindeweij (redactie en auteur), E.J. Anneveldt, P. Verbaan en A. Schalekamp.

Venster, 2019, nummer 3 — 17

Kerkdriel Over profeten, wijze en dwaze maagden en de middeleeuwse mens. Een studie naar de verdwenen kerk van Kerkdriel en haar bouwsculptuur, door E. den Hartog, Zwolle 2018, geb., 128 blz.; ca. 225 afb. meest full colour, met noten en ­bibliografie; ISBN 978.94.625.8283 5 Al vóór 1900 kende de middeleeuwse kerk van Kerkdriel veel achterstallig onderhoud, een situatie waarin daarna weinig verbetering kwam. Na zware oorlogsschade in 1945 werd de ruïne ten slotte in 1952 gesloopt. Dit was niet alleen jammer vanwege de mooie architectuur. ‘Door het lange wachten was de conditie van de bouwval steeds slechter geworden en gingen belangwekkende gewelfschilderingen in het koor dusdanig hard achteruit dat ze niet meer te redden bleken.’ Dit stelt kunsthistorica dr. Elizabeth den Hartog in een interessante en gedegen kunsthistorische studie over de schilderingen en het bouwbeeldhouwwerk in de Drielse kerk. De iconografie wordt vergeleken met binnen- en buitenlandse voorbeelden. De auteur gaat uitgebreid in op de betekenis van de schilderingen in het koorgewelf, waarvan de kroning van Maria de grootste en belangrijkste was. Haar belangrijkste iconografische bron voor de schilderingen is een set ingekleurde pentekeningen van amanuensis Timen Hooiberg uit 1860 en enkele latere foto’s van het interieur. Deze tekenaar had echter onvoldoende kunsthistorische kennis om de restanten goed te ‘lezen’. Den Hartog: ‘Hooiberg had gedaan wat hij kon, maar gaf (…) een tamelijk vrije interpretatie van wat hij had gezien.’ Behalve fraaie gewelfschil-

Ineke Pey


Van binnen bekeken

Marco Blokhuis

De Grote Kerk van Wageningen De Grote Kerk van Wageningen kent een roerige geschiedenis. Door de Wageningse Beeldenstorm in 1578 en de Tweede Wereldoorlog is de historische inrichting vrijwel geheel verloren gegaan. Gelukkig kon de kerk al tijdens de oorlog herbouwd worden en zodoende bepaalt het markante gebouw ook nu nog het stadsgezicht van Wageningen – alsof er niets is gebeurd. Maar schijn bedriegt.

Venster, 2019, nummer 3 — 18

Wageningen in WOII Wageningen staat vooral op de kaart als stad waar op 5 mei 1945 in Hotel De Wereld de capitulatie werd getekend. In 1940 had de stad zwaar te lijden van de strijd toen een deel van het centrum werd verwoest, waaronder de Grote Kerk. Anders dan elders werd de kerk van Wageningen nog tijdens de oorlog hersteld, naar plannen van de architecten A.J. van der Steur en G.H. Kleinhout. Eind 1943 werd de kerk weer in gebruik genomen. Helaas moest het gebouw het in 1945 opnieuw ontgelden toen de Duitsers op de terugtocht de toren opbliezen, waardoor deze op het schip van de kerk viel. Hoewel de schade minder groot was dan in 1940, werden kerk en toren pas vanaf 1952 hersteld. Interieur van de kerk Door de dubbele verwoesting van de kerk is in het interieur weinig terug te vinden van de inrichting van vóór 1940. Een aantal kraagstenen herinnert nog aan de bouwtijd van de kerk en enkele grafstenen maken duidelijk dat de kerk vroeger gebruikt werd als begraafplaats. Vanaf 1829 mocht niet meer in kerken worden begraven, wat een meer vaste indeling met banken mogelijk maakte. Dat is zichtbaar op een oude interieurfoto die in de kerk wordt bewaard. De preekstoel staat in het midden van de zuidzijde met het orgel daarboven, terwijl het koor en het

De Grote Kerk in Wageningen, gezien vanuit de noordwestzijde. Foto: Ton Rothengatter, 2017


Overzicht van het koor met het gedenkraam, het preekgestoelte en

Oude interieurfoto van vóór 1940 met veel banken, gesigneerd door

enkele grafstenen op de vloer. Foto: Rein de Jong, 2018

‘J.H. v. Dijk’. Reproductie: Rein de Jong, 2018

Statenbijbel In de kerk bevindt zich een oude Statenbijbel uit 1663 met kaarten en vele illustraties. Is dit de kanselbijbel die in 1954 bij de opening van de kerk werd aangeboden? De Statenbijbel verscheen te Leiden bij de weduwe en erven van Johannes Elzevier. Opmerkelijk genoeg heeft het frontispice (de grote illustratie op de bladzijde tegenover de titelpagina) een tekst in het Frans en als datering 1669. Deze pagina hoort eigenlijk thuis in een Franstalige Hugenotenbijbel die in dat jaar werd uitgegeven door Lodewijk en Daniel Elzevier. De uitgave van 1663 is populair geweest in haar tijd, waarschijnlijk vanwege het gebruik van een goed leesbare moderne Latijnse letter. Er bestaan meer dan honderd exemplaren in Nederland.

Avondmaalsgerei Het oude avondmaalszilver was in 1940 nog ontkomen aan vernietiging, maar in 1945 ging het alsnog verloren. Het betrof twee zilveren en twee tinnen bekers (1650-1675), twee tinnen kannen (1790), een zilveren schotel (1677) en een zilveren schaal (1575-1600?). In het verlies werd voorzien doordat er een servies uit Engeland kwam met Engelse merken uit de periode 1875-1920, dat nu nog steeds gebruikt wordt. De schaal, twee kannen en drie bekers zijn weliswaar niet van echt zilver, maar de schenking is tekenend voor de hulp die werd aangeboden. Van de gemeente Vreeswijk ontving de kerk een schaal, wel van zilver, met een inscriptie die verwijst naar de oorlog. En zo zijn er nog enkele stukken avondmaalsgerei die in die tijd aan de kerk werden geschonken. Afzonderlijk zijn de delen niet heel bijzonder – er zijn zelfs meer sets in Nederland met een identieke Engelse kan – maar het feit dat de set in Wageningen direct verbonden is met het oorlogsverleden, geeft het een zekere meerwaarde. Orgel In de kerk hangt een foto van het orgel dat in 1944 gereedkwam. Dit eerste orgel, mechanisch en drieklaviers met

een rugpositief, werd geleverd door de firma Flentrop te Zaandam voor een bedrag van ƒ 15.750. Helaas werd het in 1945 al verwoest. De totstand­koming van het huidige orgel is voor een deel te danken aan de kerkenraad van de toenmalige Hervormde Gemeente van Utrecht, die de gedupeerde Wageningse gemeente in 1945 finan­ ciële steun toezegde bij de aanschaf van een nieuw kerkorgel. Zodoende kon bij Flentrop zelfs een groter orgel besteld worden met hoofdwerk, rugwerk en borstwerk. Bijzonder is dat de opengewerkte ruitpatronen nu ook voorkomen op de orgelgalerij, terwijl dat eerst niet het geval was. Utrechtse luidklok Was er contact geweest tussen de Hervormde Gemeente Utrecht en de burgerlijke gemeente aldaar? Als eigenaar van de toren ontving de burgerlijke gemeente Wageningen in 1947 namelijk een bijzonder geschenk van de burgerlijke gemeente Utrecht en wel de Michielsklok: een luidklok uit 1542, gegoten door Johannes Tolhuis voor de Buurkerk in Utrecht. De drie historische klokken van Wageningen waren namelijk al in 1940 zwaar beschadigd en onbruikbaar. Om aan te geven dat de luidklok onvervreemdbaar

Venster, 2019, nummer 3 — 19

nog lage schip vol staan met banken. De eerste herbouw tijdens de oorlog leverde een nieuwe indeling en vormgeving van het interieur op. Toch zijn in de kerk nog een aantal voorwerpen te vinden die dateren van vóór de oorlog en die vermoedelijk, net zoals de interieurfoto, zijn te danken aan schenkingen tijdens of na de oorlog toen de kerk opnieuw werd ingericht.


De Elzevier Statenbijbel in 1663 uitgegeven in

Onderdelen van het Engelse avondmaalsgerei. Foto: Marco Blokhuis, 2017

Leiden. Foto: Marco Blokhuis, 2017

Venster, 2019, nummer 3 — 20

eigendom werd, is op de klok de tekst aangebracht: Geschonken door Utrecht / aan Wageningen / na de bevrijding / 1947. Nieuwe inrichting De huidige preekstoel, de banken, het orgel – ze maken allemaal deel uit van het totaalplan van de architecten. Die hadden in 1941 voor het interieur de vrije hand. De nieuwe preekstoel kwam op de plek waar deze nog steeds staat, namelijk de noordoosthoek van het transept, en het orgel kwam aan de westzijde in het inmiddels verhoogde schip. Ook nu weer kwam de kerk helemaal vol te staan met banken tot halverwege het koor met een doorlopend middenpad. Of bij de inrichting van 1941 de ideeën van de liturgische beweging een rol speelden, is (nog) niet bekend. Er was in ieder geval nog geen avondmaalstafel. Deze wordt pas in 1954 nadrukkelijk genoemd als schenking en is, evenals het stenen doopvont, op foto’s uit dat jaar duidelijk te zien.

Preekgestoelte in het koor De oostzijde van het koor was vóór 1940 waarschijnlijk in gebruik als portaal of bergruimte met een schot als tochtafscheiding. Met de nieuwe inrichting kwam er een echt koorhek met spijlen. De buitendeur in de koorsluiting werd dichtgemetseld. Het koor kreeg nu een bestemming als aparte ruimte voor bijzondere diensten zoals huwelijken. Centraal in de koorsluiting kwam daarom een tweede preekgestoelte. In het huidige interieur lijkt dat een vreemd element. Vóór 1987 bevond zich boven het gestoelte echter een fors klankbord op twee ondersteuningen. Toen in dat jaar het gedenkraam boven de preekstoel werd geplaatst, moest het klankbord wijken. Dat verklaart de wat vreemde verhoudingen van het meubelstuk. Opvallend aan het preekgestoelte is de uitvoering in verschillende houtsoorten. Een verklaring kan zijn de toepassing van oudere en daarmee van elkaar afwijkende materialen. Tijdens de eerste herbouw heeft men vanwege de schaar-

ste moeten woekeren met de beschikbare materialen. Het preekgestoelte is op die manier een typisch product van de oorlog, maar ook een opmerkelijk voorbeeld van het hergebruik van het koor. Kerkbanken De aanschaf van de eikenhouten kerkbanken drukte in 1940 zwaar op de begroting. Na onderhandelingen met een plaatselijke meubelfabriek kwam men uit op een bedrag van ƒ 28.000. Dit bedrag ging uiteindelijk nog met ƒ 3.000 omlaag toen de burgerlijke gemeente gratis zestig kubieke meter eikenhout beschikbaar stelde van door haar te rooien bomen. De kerkbanken hebben een voor die tijd frisse vormgeving met opengewerkte vierpassen op de zijkanten en voorschotten die zorgen voor levendigheid binnen het strakke bankenpatroon. De bomenactie maakte wel duidelijk dat de herbouw van de kerk breed werd gedragen.


Zeldzame foto van het schip van de kerk met

Het preekgestoelte in het koor. Foto: Marco

het orgel met open front dat in 1944 gereed-

Blokhuis, 2017

kwam. De houten wand onder het orgel en de kroonluchters ontbreken hier nog. Reproductie: Rein de Jong, 2018

Kroonluchters Om de kerk van een passende verlichting te voorzien werd een Commissie voor de Kronenactie in het leven geroepen. Welke acties precies zijn gehouden, is niet bekend, maar er is voldoende geld binnengekomen om bij de Oud-Hollandse Kopergieterij Brink & Van Keulen te Haarlem een serie kroonluchters en bijbehorende

Het nationale gedenkraam dat in 1987 werd aangeboden. Foto: Rein de Jong, 2018

­kronenactie 1954. Foto: Marco Blokhuis, 2017

tot Pannerden. De kleuren van het gebrandschilderde glas-in-loodraam geven het koor een warme uitstraling.

wandarmen te laten maken. Het zijn eenvoudige exemplaren, maar zij hebben een meerwaarde omdat aan enkele kronen de naamplaatjes van schenkers zijn bevestigd. Aan de grootste kroonluchter in de viering hangt een plaatje waarop staat: Geschonken door J. Meywes ter nagedachtenis aan zijn vrouw Willemina van Beijnum.

Kerk met oorlogsverleden Alles overziende geeft de Grote Kerk van Wageningen toch een beeld van de geschiedenis, weliswaar met hiaten. Door de voortvarende herbouw nog tijdens de oorlog en diverse schenkingen, met name vlak na de oorlog, is de Grote Kerk te Wageningen vooral een oorlogsmonument waar het verhaal van de oorlog verteld kan worden.

Herdenkingsraam Het beeldbepalende Herdenkingsraam Bevrijding 1940-1945 in de oostzijde van het koor werd op 5 mei 1987 aangeboden en onthuld door koningin Beatrix. Het ontwerp is van de glazenier jhr. O.E.C.M.I. van Nispen

Marco Blokhuis is als erfgoedspecialist verbonden aan Museum Catharijneconvent te Utrecht. Aan de basis van dit artikel ligt het inventarisatierapport van de Grote Kerk van september 2018 en de mededelingen van personen die bij de kerk en het kerkgebouw betrokken zijn.

Gedenkplaatje aan de kroonluchter in het schip: Geschonken door leden van de /

Venster, 2019, nummer 3 — 21

Tweede herbouw zonder koorhek Het opblazen van de toren in 1945 heeft grote gevolgen gehad voor de net herstelde kerk. De toren viel op het schip en daarmee was men het nieuwe orgel en een deel van de dure banken kwijt. Vanwege de materiaalschaarste duurde het herstel nu veel langer. Om toch diensten te kunnen houden, werd een schot in het schip geplaatst en werd het koorhek verwijderd zodat nu het hele koor beschikbaar was. Na het tweede herstel van 1952-1954 is het koorhek niet meer teruggekomen en bleef het koor als geheel in gebruik.


Wisselingen in de redactie

Venster, 2019, nummer 3 — 22

Afscheid en welkom Tijdens de jaarvergadering van Venster in april namen we afscheid van Marjan Witteveen. Als wetenschappelijk redacteur maakte zij sinds 2010 deel uit van de redactie. Met haar brede kunsthistorische kennis en haar jarenlange redactieervaring droeg zij in de afgelopen jaren zeer gedreven bij aan de totstandkoming van mooie hoofdartikelen. Altijd in een goede afstemming met de auteurs, altijd in plezierige samenwerking met de andere redactieleden. We zijn Marjan heel erg dankbaar voor het vele werk dat ze heeft verzet voor Venster! Gelukkig konden we in april twee nieuwe redactie­ leden verwelkomen die samen de taak van Marjan ­zullen overnemen, te weten Jeroen Krijnen en Herman Wesselink. Hieronder een korte introductie.

Voorafgaand aan de jaarvergadering gingen op de foto, van links naar rechts, staand: Rein de Jong, Henk-Jan Panneman, Ineke Pey en Ben Verheij; zittend: Verena Demoed, Herman Wesselink, Marjan Witteveen, Karlijn van Onzenoort en Jeroen Krijnen. Foto: Rein de Jong

Jeroen Krijnen (1971) wist al op de middelbare school waar zijn hart lag: architectuur en de zorg voor de oudere bouwkunst. Hij studeerde daarom kunst- en architectuurgeschiedenis aan de Universiteit Utrecht, een studie die hij in 1995 afrondde. In 1998 kon hij zijn droom waarmaken en trad hij in dienst bij de afdeling monumentenzorg als gemeentelijk bouwhistoricus van Zutphen. In die functie heeft hij inmiddels vele panden binnen Zutphen, maar ook daarbuiten onderzocht. Zo werd in 2018 een zes jaar durende inventarisatie afgerond ten behoeve van de monumentenlijst van de gemeente Doesburg. Jeroen heeft daarnaast meegewerkt aan diverse

publicaties over monumentenzorg, bouw- en architectuurgeschiedenis en was eindredacteur van het blad Zutphen MoNUmentaal. Donateurs kennen Jeroen misschien nog van zijn eerdere vrijwilligerswerk voor de SOGK, want samen met Karel Emmens organiseerde hij jarenlang de excursies. Herman Wesselink (1978) studeerde kunstgeschiedenis aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, met als specialisatie architectuurgeschiedenis. Zijn belangstelling voor kerken heeft hij van jongs af aan gehad. Rond zijn tiende raakte hij gefascineerd door de kerkbouw uit de negentiende eeuw, met name de neogotiek van ­architect

Pierre Cuypers. Na het behalen van zijn bachelor kunstgeschiedenis volgde hij de masteropleiding erfgoedstudies en legde hij zich toe op vraagstukken rond de (her)bestemming van monumentale kerken. In juni 2018 promoveerde Herman op kerkgebouwen uit de negentiende en twintigste eeuw. Sinds 2018 werkt hij als expert religieus erfgoed in opdracht van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed aan het beheren en aanvullen van de data religieus erfgoed van na 1970. Redactie-ervaring deed Herman op als redacteur van Stichting Cuypersgenootschap en als columnist van Protestant.nl. In Venster 2019-1 staat een interview met Herman.


Agenda

Aerdt: exposities • Expositie van glasobjecten van Marja Steinmetz en fotografie van Chris Timmers. Info: 22 september t/m 13 oktober • Expositie van origami van Jeanine van Dalen, sieraden van Zilvergilde L’Uniek en schilderwerk van Agnes Oosthuis-Weelink. Info: 17 november t/m 8 december Buren: concerten • Concert door Brisk, met een Spaans en Portugees programma. Info: zaterdag 19 oktober, 20.15 uur • Orgeldag Buren, met o.a. demonstraties op zogenoemde kistorgels, bespeling van het Bätzorgel en het Flentrop-koororgel. Info: 14 september, 10.00 uur tot 17.00 uur • Najaarsconcert door het koor InCanto met als thema ‘Muzikale Monumenten 2019’. Info: zondag 22 september, 15.00 uur

Bach in Bronkhorst! Foto: Nico Peek

Gratis jubileumconcerten Tijdens ons jubileumjaar wordt in elk kerkgebouw van de ­stichting in het kader van ‘Muziek in de Gelderse Kerken’ een muzikaal evenement georga­niseerd. Voor elk concert geldt: toegang is vrij, iedereen is welkom! Vrije gift na afloop. Dit is het programma voor de komende maanden: 14 september, Sint-Lambertuskerk Buren: Nationale Orgeldag, diverse organisten 15 september, Dorpskerk Aerdt: Boguslaw Jan Strobel (piano) & Kristien Roels (viool)

Kranenburg: Open Monumentendag Tijdens Open Monumentendag vindt in en rondom de kerk een grote verkoop plaats van heiligenbeelden, kerstgroepen, religieuze voorwerpen, schilderijen etc. • Zaterdag 14 september, 12.00 tot 17.00 uur De thematentoonstelling ‘Maria, een bijzondere heilige’ loopt nog tot eind oktober. Info: t/m 31 oktober (behalve op maandagen), 12.00-17.00 uur, toegang € 5 of Museumkaart Zutphen: Walburgiskerk Ook de komende maanden klinkt er muziek in de Walburgiskerk! Onder andere op: • 8 september, 16.30 uur: het jaarlijkse Bachconcert door organist Klaas Stok, gratis toegang • 15 september, 16.30 uur: feestelijke afsluiting van de Open Monumentendag met trompettist Peter Mönkediek en organist Gijs van Schoonhoven, muziek van Torelli, Moessorgski en Fiser, gratis toegang • 4 oktober, 20.00 uur: orgelconcert door Pieter van Dijk, muziek van

29 september Kapel Bronkhorst: Bach in Bronkhorst, Marike Tuin (gamba) & Joop van Goozen (orgel) 13 oktober, Oude Kerk Leur: Gambasonates Bach, Marike Tuin (gamba) & Joop van Goozen (orgel) 27 oktober, Oude Sint-Victorkerk Batenburg: La Manouche, Sintimuziek 3 november, Maartenskerk Etten: Yentl Flavour, Jiddische muziek 9 november, Kluntjespot Haarlo: Ida Roekevisch, Klank & Kunst. Meer informatie: website en Facebook

Steigleder, Weckmann en Bach, toegang € 12 • 25 oktober, 20.00 uur: filmconcert, vertoning van de film Der Golem (1920), begeleid door Geerten van de Wetering op het Baderorgel • 8 november, 20.00 uur: concert door Krzysztof Urbaniak, Baderorgel, muziek van Neunhaber, Buxtehude, J.S. Bach en C.Ph.E. Bach, toegang € 12.

Zeer oud Maria-beeld gemaakt uit was, te zien in Kranenburg.

Venster, 2019, nummer 3 — 23

Meer informatie? Kijk op www.oudegeldersekerken.nl > Agenda


Werk aan de kerk

Foto’s: Ton Rothengatter

Grote Kerk in Wageningen Er wordt volop gewerkt aan de Grote Kerk. Tijdens fase 1 van het ­restauratieen herinrichtingsproject staan op de planning: voegwerk van de gevels ­vervangen, inboeten van metselwerk

(slechte stenen vervangen), alle dak­ vlakken opnieuw leggen en kapotte dakpannen vervangen, gevel voorzichtig ­reinigen, glas-in-loodramen herstellen en voorzetbeglazing vernieuwen. Ook

binnen zijn bouwlieden druk bezig: onder het orgel komen een toiletgroep en een multifunctionele ruimte. Verder komen er nieuwe elektrische installaties. De eerste fase is begin 2020 gereed.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.