10 minute read

Dialoog Tussen Oekraïne en Aalst

Next Article
Stadsberichten

Stadsberichten

Maksym zet zich in als taalhulp voor Oekraïense vluchtelingen.

Uit het leven gegrepen tussen Oekraïne en Aalst

Vrijdag 8 april. De lente is in het land en de zon weerkaatst fel op de ramen van ons administratief centrum. Aan een treinstation, een slordige 2 700 kilometer naar het oosten, komt de zon ook op, maar is ze amper te zien door de dikke rookpluimen en door het puin. Minstens 57 onschuldige burgers lieten die ochtend het leven door een raketaanval in de stad Kramatorsk. Dat is de stad waar hooglerares Natalia Shevshenko (42) wiskunde gaf aan haar studenten. Samen met haar dochter Liza (18) ontvluchtte ze net op tijd de ellende van de oorlog in haar land.

Natalia en Liza behoren tot de miljoenen vluchtelingen, op zoek naar een veilige plek. Van België kenden ze helemaal niets, maar dat ze toch hier geraakt zijn, danken ze aan Joris. De Nieuwerkerkenaar kent Natalia nog van vroeger, ze ontmoetten mekaar op reis. Vandaag krijgen moeder en dochter onderdak bij Koen en Michèle, een Aalsters gastgezin. Joris werkt als planoloog bij de stad en gaat zich nu ook halftijds inzetten als coördinator voor de huisvesting van vluchtelingen. MaksymDimitriev, een jonge kerel

van 23, is onze tolk bij het gesprek. Maksym bouwde een nieuw leven op in Aalst. Een jaar geleden al ontvluchtte hij Charkov, zijn Oekraïense thuisstad, op ongeveer 3 uur rijden van Kramatorsk.

Maksym, je praat uitstekend Nederlands. Dat is opmerkelijk voor iemand die sinds kort in ons land woont. Maksym: “Zes jaar geleden woonde ik met mijn moeder en haar toenmalige partner een jaar in Dendermonde. Ik volgde hier les bij OKAN (onthaalonderwijs voor anderstalige kinderen) en behaalde mijn diploma lasser. Daarna keerden we terug naar Oekraïne. Daar moet je verplichte legerstudies volgen op je 18de. Dan krijg je een militaire pas en kun je opgeroepen worden. Dat wilde ik niet, ik verloor al mijn schoonvader in de oorlog. Sommige achtergebleven vrienden zijn ondertussen opgeroepen. Mannen mogen nu niet meer zomaar het land uit. Toen ik met mijn vrouw terugkeerde naar België, vond ik hier werk bij de Groendienst. Dat doe ik graag. Kunnen werken in een plaats als het stadspark is geweldig. Ik wil nu zoveel mogelijk vluchtelingen helpen, op welke manier dan ook.”

Natalia en Liza, ook jullie waren net op tijd weg voor de grootste ellende begon. Hoe verliep dat? Natalia: “Het conflict in Oekraïne is al 8 jaar bezig, na de afzetting van president Janoekovitsj. Die was erg Russisch gezind, maar het leven voordien was wel rustig. Daarna begon de Russische agressie. Je probeert je leven te leiden, maar je voelt de dreiging wel. Toen de situatie plots escaleerde, besloten we om te vertrekken. Net toen zocht Joris contact met ons en regelde hij vliegtuigtickets vanuit Boedapest naar Charleroi. We kenden België totaal niet, laat staan de taal.”

“Toen ik hier aankwam, vroeg ik me af waar al de appartementen waren, je ziet hier nauwelijks hoogbouw” | Liza

Joris regelde de vliegtuigtickets voor Natalia en Liza.

Liza: “De jeugd spreekt al beter Engels, maar de meeste mensen praten enkel Russisch. Oekraïens is in onze regio vooral de officiële taal die je op school leert.”

Joris: “Vergelijk Russisch en Oekraïens met Nederlands versus Duits. Gelukkig spreek ik ook een mondje Russisch. Ik regelde voor Natalia en Liza vliegtickets en administratieve zaken, een belkaart, een bankkaart… Via de website ‘mapahelp.me’ kwamen we in contact met Koen en Michèle, een Aalsters koppel dat zich opgaf als gastgezin. Daar verblijven ze nu.”

Is jullie familie ook op de vlucht? Natalia: “Mijn mama wil het land niet verlaten en ook mijn zus is in Oekraïne gebleven. Ze verblijven nu 600 km verderop in een stad waar het rustig is. Mijn man, de vader van Liza, sneuvelde 4 jaar geleden. We leefden toen al gescheiden.” Liza, jij bent pas 18. Hoe moeilijk is deze situatie voor een tiener? Liza: “Voor mij is het niet de eerste keer dat ik moet vluchten, 8 jaar geleden moest ik Kramatorsk al eens verlaten. Nu ben ik student. Ik volg een doktersopleiding van 8 jaar in Kiev. De lessen verlopen nog altijd online. Dat ben ik al gewend door de coronaperiode. Ik tracht zoveel mogelijk online contact te houden met mijn vrienden. Sommigen bleven achter, anderen zitten verspreid over heel Europa. Toen ik hier aankwam vroeg ik me af waar alle appartementen waren. Je ziet hier nauwelijks hoogbouw zoals bij ons, het zijn net poppenkasthuisjes (lacht).” Natalia: “Ook ik geef online consultaties aan mijn studenten, de lessen starten hopelijk terug op. Het leven hier is comfortabel en we hebben echt geluk met het gastgezin, maar toch het is dubbel. We kijken niet te ver vooruit en liefst van al willen we zo snel mogelijk terugkeren. We missen onze familie en de hondjes.”

Het gastgezin: “Wat die mensen nodig hebben? Liefde en vriendschap”

Kimberley Verhulst en Christophe Peirlinck zijn al jaren gastgezin voor buitenlandse artiesten tijdens oogstfestival De Pikkeling. Zo bood het koppel twaalf jaar geleden onderdak aan de Oekraïense danseres Olga. Ze raakten bevriend en hielden jarenlang contact. Enkele weken geleden keerde Olga onder geheel andere omstandigheden terug naar het Moorselse gezin, samen met haar twee kinderen, Dima (3) en Sasha (8) en met haar schoonzus Julia.

Olga is afkomstig uit Khmelnytsky, een stad in het westen van Oekraïne. Schoonzus Julia komt uit het fel getroffen Nikolaev, op twee uur van Odessa. We treffen Julia op de dag van haar verjaardag. 25 wordt ze. Maar zin om dat te vieren heeft ze niet. Haar man, Olga’s broer, vecht nu aan het front. Julia toont foto’s op haar smartphone van een vrolijk jongetje van amper een jaar of acht, in traditionele klederdracht. Daarna toont ze een recente foto van diezelfde persoon, vele jaren later in militair kostuum, een raketwerper op de schouder. “Toen we net aankwamen in Brussel ontmoetten we veel Oekraïense mannen”, zegt Julia. “Ik maakte me kwaad tegen hen. Mijn man is 22 jaar. Hij vécht. Waarom zij niet?”

“Ik werd 30 op de dag dat we Oekraïne verlieten”, zegt Olga. “Mijn man bleef in Oekraïne voor zijn werk. En mijn moeder ook, zij is leerkracht en wilde de kinderen niet in de steek laten. Als de oorlog gedaan is, is thuis alles hopelijk nog OK. In Nikolaev is het huis van de buren van Julia vernietigd. Wij vluchtten samen naar Lodz, in Polen. Dat land wordt overspoeld. Julia is kok, zij kookte er voor 200 personen. We zaten met 15 in een flat, dat was daar niet langer leefbaar, zeker niet voor onze kinderen. Toen schreven Kim-

Julia (uiterst rechts) en Olga (linksboven) worden met de kinderen Dima (linksonder) en Sasha (derde van links) opgevangen door het gezin van Kimberley en Christophe. 15 15

berley en Christophe dat ze konden helpen. We namen 5 treinen om hier te geraken. Op doorreis in Duitsland verbleven we op een enge plek. Polen was mooi. Maar hier is het nog veel mooier.”

Lore, het tienjarige dochtertje van Kimberley en Christophe, heeft er alvast twee speelkameraadjes bij. Speelgoed verbindt en drumt de stress van de afgelopen weken naar de achtergrond. De barbiepoppen gaan van hand tot hand en wanneer communiceren even niet lukt, snelt Google Translate ter hulp. Na de paasvakantie gaan Dima en Sasha naar de naburige Kloosterschool. “Julia en Olga zijn welkom zo lang dat nodig is, besluit Christophe. “We maakten goede afspraken. Ze zoeken werk. Niemand weet hoe lang dit nog gaat duren. We hebben nog contacten met andere Oekraïense kennissen. We zien wel of we nog meer mensen kunnen helpen.” Kimberley knikt: “wat deze mensen nu vooral nodig hebben is liefde, vriendschap en een warme thuis.”

Aalst Helpt

De stad stelt ondertussen alles in het werk op de noodopvang van mensen als Natalia en Liza zo goed mogelijk te organiseren.

De oorlog overviel iedereen. Het was snel schakelen. Welke rol kan de stad vervullen in deze crisis? Lore Robeyns (coördinator Wonen): “Via de reguliere werking van het OCMW en de stad kunnen we materiële en financiële steun bieden aan wie dat nodig zou hebben. De mensen kunnen terecht bij de balie Vreemdelingenzaken en bij de Zorgbalie in het administratief centrum. We bekijken samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen én op de privémarkt hoe we leegstaande woningen onmiddellijk beschikbaar kunnen maken. Bovendien werken we aan een kader om vluchtelingen op te vangen bij gastgezinnen, op een veilige en zo kwaliteitsvol mogelijke wijze. Ook op het vlak van onderwijs doen we het nodige. Zo was er in de paasvakantie al een specifiek aanbod taalbubbels voor Oekraïense kinderen.”

Brengen jullie vluchtelingen ook met mekaar in contact? Lore: “We bereiden inderdaad ontmoetingsmomenten voor. Heel wat initiatieven worden opgestart. Onze werking met taalhulpen bijvoorbeeld, waar vrijwilligers zich engageren om te tolken in Oekraïens of Russisch. Maksym maakt hier deel van uit. We zullen ook samen met CAW de buddywerking voor vluchtelingen opstarten in Aalst. Daarbij kunnen vrijwilligers als buddy mensen wegwijs maken op administratief vlak, maar bijvoorbeeld ook om samen te gaan winkelen. Tenslotte vertaalden we ook de brochure ‘Aalst Helpt’ naar het Russisch en het Oekraïens. Die kun je afhalen in het administratief centrum. Voor meer info over noodopvang, info voor vluchtelingen of vrijwilligers, kun je terecht op www.aalst.be/oekraine.”

“Veiligheid voor onze baby, dat is alles wat we willen”

Waleed Al Gburi neemt met zijn Oekraïense vrouw Viktoria en hun baby Amen plaats op een bankje, op de hoek van de Bevrijdingstraat en de Politieke Gevangenenstraat. Qua symboliek kan dat tellen. Waleed is een Irakese tandarts die een maand geleden aan zijn derde leven begon. Zijn gezin kreeg een leegstand pand toegewezen en daar deelt Waleed ons zijn ongelofelijke levensverhaal.

“Ik was nog student in 2003 en woonde in Bagdad, toen de Verenigde Staten ons land begon te bombarderen. Mijn vader was een gekend zakenman en met zijn hulp kon ik verder studeren in Oekraïne. Maar in 2009 begon ook daar het conflict. Ik keerde even terug naar Irak, maar de liefde bracht me terug naar Oekraïne. Mijn vrouw en ik kochten een huis in Donetsk, maar in 2014 brak de oorlog met Rusland uit. Ik wilde terug naar Irak, maar mijn vrouw besloot om te blijven. Het kwam tot een breuk.”

In 2015 werd ik in Irak gekidnapt. Een gewapende militie nam me gevangen, ze wilden geld. Een jaar lang was ik volledig van de radar verdwenen. Toen ik terug vrij kwam, was mijn familie spoorloos verdwenen. Iedereen dacht dat ik dood was. Kennissen zeiden ze me alleen maar “go!’, maak dat je wegkomt”. Het was er te gevaarlijk geworden. Toen sloot ik definitief het hoofdstuk Irak af en keerde terug naar Kiev, in Oekraïne. Ondertussen kwam ik te weten dat mijn vader, moeder, broer en zus veilig waren, ze waren in België. Maar daar wilde ik niet heen. Ik sprak Russisch, ik zou in Oekraïne een nieuw leven opbouwen!” “Een tijdje ging het opnieuw goed, ik leerde Viktoria kennen, gaf les aan buitenlandse studenten aan de universiteit van Kiev en werkte voor een privéhospitaal. Maar toen kwam de ochtend van 24 februari. Een raketaanval, vlak bij ons huis. Ik panikeerde niet. Als kind maakte ik al de golfoorlog mee en alle verwoestingen later in Irak. Maar ik schrok ervan dat zoiets in Oekraïne kon! We vluchtten naar Viktorias moeder, bij de Wit-Russische grens. Tot ook daar de luchtaanvalsirenes weerklonken… We vluchtten samen Polen binnen. Maar daar kenden we niemand. Bijkomend probleem was dat onze baby nierproblemen heeft, hij heeft medicatie nodig. Dus werd het alsnog België, de laatste optie.”

Op 27 februari kwamen we hier aan. Het werd Aalst, omdat mijn familie hier woont. We mochten in dit huis wonen, de stad heeft echt veel voor ons gedaan. Verderop wonen nog Oekraïense vluchtelingen. Mijn schoonmoeder is alweer terug vertrokken naar Oekraïne, zij kon hier niet aarden. En de broer van Viktoria mag als man het land niet uit. Hij zit bij het leger nu. Ik zoek werk en leer Nederlands. Het is voor mij voor de derde keer starten vanop nul, maar hopelijk is het de goeie keer. Voor de baby wil ik maar één ding: veilig zijn.”

This article is from: