3 minute read

Piëdestal Mariska Parewyck

Dromen van Tokyo: Mariska Parewyck

Zondag 16 augustus, de tweede dag van het Belgisch Kampioenschap atletiek. In het zog van een ongenaakbare Renée Eykens sprint onze stadsgenote Mariska Parewyck van Atletiekclub Eendracht Aalst naar een zilveren medaille op de 800 meter. Een glansprestatie voor de 31-jarige atlete en mama van drie dochters en wàt een comeback na maar liefst 7 sabbatjaren.

Vergeet ‘comeback Kim’. Dit is ‘comeback Mariska’. In een ‘coronaproof’, maar vooral akelig leeg Koning Boudewijnstadion tekende ze voor haar negende medaille op een Belgisch Kampioenschap in de discipline 800 meter. In haar topjaar 2012 behaalde ze zelfs tweemaal goud, zowel indoor als op de buitenpiste. Een jaar later hing ze de spikes aan de haak, toen ze zwanger werd van haar eerste dochter. Een pauzeknop die zeven jaren ingedrukt bleef, Mariska werd in die periode nog twee keer mama. Pas in januari van dit jaar pikte ze de draad met haar oude liefde weer op. En hoe.

Proficiat. Dit is je vijfde zilveren medaille op een BK, indoor en outdoor samen!

Mariska: “Dat weet ik niet hoor, dat kan wel. (lacht luid) Ik hou het echt niet zo bij, die medailles.”

Dat hebben wij dan in jouw plaats gedaan. Je liep zelfs je beste tijd op een BK: 2.05,74. Sneller dan je jaar met de gouden medailles.

Mariska: “Dat was voor mij ook een grote verrassing. Ik startte pas terug met trainen in januari.

“Ik voel me sterker dan 7 jaar geleden” | Mariska

Na 4 weken werd ik 20ste in een veldloop. Tijdens de lockdown bouwde ik verder op. Dag in dag uit met drie kinderen thuis, dan kan zo’n uurtje lopen wel deugd doen hé (lacht). De liefde voor mijn sport keerde meteen terug. Bij Eendracht Aalst mocht ik met de mannen meetrainen. Ik voel me nu sterker dan 7 jaar geleden. Winst zat er dit jaar niet in, maar ik voel wel dat ik nog reserve heb. In tegenstelling tot vroeger is lopen voor mij nu puur plezier, het bezorgt me geen stress meer. Ik heb nu ook meer ervaring, dat maakt me ook tactisch beter.”

Cédric Van Branteghem zei ooit: 400 meter is de meest pijnlijke discipline. Ga jij daar als 800 meter-loopster mee akkoord?

Mariska: “Ja dat klopt wel denk ik. 400 meter is een hele ronde in het rood gaan, terwijl we bij 800 meter toch moeten doseren. 800 meter is mijn favoriete afstand, dat is ook wat ik het beste kan. Tijdens de winter concentreer ik me op veldlopen en indoorwedstrijden. Maar de buitenpiste geniet absoluut mijn voorkeur. Al denk ik dat mijn toekomst op termijn op de 1 500 meter ligt. Afgelopen week verbeterde ik in Duitsland mijn persoonlijk record uit 2009 op die discipline (4.23,08).”

Dat beloo¦! Was je als kind al verknocht aan lopen?

Mariska: “Niet meteen. Ik heb even geturnd en daarna deed ik rugby. Dat is nogal populair in Dendermonde, waar ik opgroeide. Maar mijn rugbycoach zei me vlakaf dat ik eigenlijk beter voor atletiek zou kiezen. En dus maakte ik op mijn twaalfde de overstap. Atletiek is een mooie sport voor kinderen, je kunt er nog alle richtingen mee uit. Ook onze oudste dochter van 6 is nu gestart in de club.”

Heb je nog doelen voor ogen?

Mariska: “Mijn allergrootste doel is de Olympische Spelen van volgend jaar in Tokyo halen. Dat is echt een kinderdroom. Daarvoor moet ik voldoende punten halen op internationale meetings en veel geluk hebben. Daar werk ik echt naartoe. Gelukkig is mijn man (mede-atleet Kim Barbé, red.) ook mijn trainer. Ik werk in een kinderdagverblijf en dankzij een soepele werkregeling heb ik ’s avonds nog voldoende tijd om 6x per week te kunnen trainen.”

This article is from: