Erosie bestrijden Ieper 2008

Page 1

Erosie bestrijden

Landschap beschermen in Ieper handleiding erosiemaatregelen, landschapsinrichting, toelagen & beheerovereenkomsten

juni 2008


Colofon: Werkten mee aan deze brochure: Liesbet Serlet (Proclam vzw), Ria Cardoen (Vlaamse Landmaatschappij), Lieven Stubbe, Erik Marrecau, Katrien Mennens en Katleen Carrein (milieu- en groendienst stad Ieper), Lies Dezeure (provincie West-Vlaanderen), Regine Schollaert (’t Boerenlandschap) Foto’s: Lieven Stubbe, Ria Cardoen, Liesbet Serlet en Marc Cordonnier Lay-out & vormgeving: Frederik Pattyn (grafische dienst stad Ieper) Gedrukt op kringlooppapier Voor de demonamiddag van 6 juni 2008 wensen de organisatoren volgende personen en bedrijven in het bijzonder te bedanken: Dhrn. Joël Siccard, Henk Mahieu, Jos en Marijn Delanote, Firma’s Agri Lemahieu, Beken, Demuynck, Gouwy, Hilaire Van der Haeghe, Packo Agri, Steeno, Bezoekerscentrum De Palingbeek


voorwoord Door erosie spoelen jaarlijks tonnen vruchtbare grond van de akkers weg. Deze grond komt terecht in beken, vijvers en kanalen die alsmaar sneller dichtslibben en vaker geruimd moeten worden. Resultaat: verlies voor de landbouwer, enorme kosten voor de overheid. Toch bestaan er mogelijkheden om erosie te voorkomen of efficiĂŤnt te bestrijden. Lokale, provinciale ĂŠn regionale diensten en overheden geven hierbij graag een steuntje in de rug. Het erosiebestrijdingplan voor Ieper, dat in opdracht van stads- en provinciebestuur werd opgesteld in 2006, toont aan waar erosie een probleem vormt en welke maatregelen kunnen worden genomen. Een dam met erosiepoel, niet-kerende bodembewerking en grasstroken bijvoorbeeld laten toe de vruchtbare bodem op het perceel te houden. Ook kleine landschapselementen zoals hagen en houtkanten spelen een belangrijke rol in de strijd tegen erosie en zijn uiteraard ook ecologisch en landschappelijk bijzonder waardevol. Samen met de provincie (Proclam v.z.w.) en het Vlaamse Gewest (VLM) wil de stad Ieper op vrijdag 6 juni 2008 via een info- en demonamiddag over erosiebestrijding de Ieperse land- en tuinbouwers aanzetten om werk te maken van erosiebestrijding. Hierbij tonen we de mogelijke technieken in de praktijk, en lichten we de verschillende premies en overeenkomsten en de enorme betekenis van kleine landschapselementen toe. Tijdens de voorbereiding van deze demonstratienamiddag groeide het idee om een handleiding op te stellen met een overzicht van alle mogelijke maatregelen, het nut van kleine landschapselementen en het beheer ervan en de toelagen door diverse overheden. Als lokale en provinciale overheid zijn we er ons van bewust dat de vele mogelijkheden gelinkt aan de verschillende bevoegde instanties complex kunnen overkomen en de uitvoering in de praktijk kunnen belemmeren. Met deze uitgave willen we het bos door de bomen laten zien. De brochure geeft immers een goede kijk op de erosieproblematiek, biedt oplossingen aan ĂŠn geeft duidelijk weer bij welke instantie u voor welke maatregelen of ondersteuning terecht kan. Door de goede samenwerking tussen stads- en provinciebestuur en de Vlaamse Landmaatschappij willen we op die manier de drempel voor land-en tuinbouwers verlagen. Wie vragen heeft, kan steeds terecht in de eigen regio; hetzij bij de Ieperse landbouw- en milieudienst, het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels, het Provinciaal Centrum voor Landbouw en Milieu (Proclam vzw) in Beitem of het regionaal aanspreekpunt van de Vlaamse Landmaatschappij. De brochure maakt u hierin vast en zeker wegwijs. Het provincie- en stadsbestuur willen hierbij alle instanties, medewerkers en deelnemers aan de infonamiddag bedanken. Ook een woordje van dank aan iedereen die deze infobrochure vorm en inhoud hielp geven. We hopen dat de brochure een goede handleiding en bondgenoot wordt voor de landbouwers en dat er de volgende jaren echt werk gemaakt wordt van erosiebestrijding. Zowel landbouwer als overheid zullen daar wel bij varen! Ieper, 6 juni 2008 Bart Naeyaert, gedeputeerde voor landbouw, West-Vlaanderen Stephaan De Roo, schepen voor landbouw, Ieper

erosie bestrijden - landschap beschermen - 3


inhoud A. Bodemerosie: de problematiek

7

1. 1.1 1.2 1.3

Wat is bodemerosie? Definitie Bodemerosie door water Verschillende vormen van bodemerosie

7 7 7 8

2. 2.1 2.2

Waar komt bodemerosie voor? Waar in Vlaanderen? Waar in Ieper

10 10 10

3. 3.1 3.2 3.3 3.4

Wat zijn de gevolgen van bodemerosie? Voor de landbouw Voor de omgeving Voor het milieu Voor de overheid

15 15 15 16 16

B. Erosiepreventie en -bestrijding

17

1. Teelttechnische maatregelen 1.1 Niet-kerende grondbewerking 1.2 Groenbedekker 1.3 Mulchen 1.4 Contourbewerking 1.5 Onderzaai 1.6 Dubbele inzaai 1.7 Directe inzaai

17 17 27 27 28 28 28 28

2. Kleinschalige infrastructuurmaatregelen 2.1 Grasbufferstroken 2.2 Grasgangen 2.3 Aanleg van dammen (bestaande uit aarde, strobalen, kokosbalen, ...) 2.4 Perceelsranden natuur en milieu

30 31 31 33 35

C. Kleine landschapselementen en -landschapszorg 1. 1.1 1.2 1.3 1.4

Behaag het landschap! Houtkanten tegen erosie Meer dan enkel erosiebestrijding De werkwijze De plantpakketten van “Behaag het landschap�

4 - erosie bestrijden - landschap beschermen

37 37 37 38 39 40


2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5

Onderhoud, herstel en ontwikkeling van kleine landschapselementen Knotbomen Poelen Houtige kleine landschapselementen Scheren van hagen en heggen: vzw ‘t Boerenlandschap doet het voor u! Landschapsbedrijfsplannen

44 45 46 48 54 55

D. Nuttige adressen en links

56

1. 2.

Nuttige adressen

56

Links

57

E. Notities

58

erosie bestrijden - landschap beschermen - 5


> Een grasbufferstrook houdt de actieve erosie op de hellende akker tegen.


A. Bodemerosie: de problematiek 1. Wat is bodemerosie? 1.1

Definitie

Bodemerosie is een proces waarbij bodemdeeltjes losgemaakt en verplaatst worden door een bewegende agens (water, wind of bewerking), en onderaan de helling worden afgezet (sedimentatie).

1.2

Bodemerosie door water

Tijdens of onmiddellijk na een intense regenbui worden bodemdeeltjes door druppelinslag losgemaakt en door oppervlakkige afvoer (runoff) verplaatst. Erosie door water is het resultaat van een interactie van vier factoren: - de neerslag - de bodem - de topografie - de bodembedekking & het bodemgebruik

1.2.1 De neerslag De erosiviteit van de neerslag wordt bepaald door het volume en de intensiteit van de bui. Het gevolg van een neerslagbui op het bodemverlies is niet louter afhankelijk van de bui zelf, maar ook van de aard en de toestand van het bodemoppervlak. Op sterk verslempte en vochtige bodems is afstroming en erosie mogelijk vanaf een regenintensiteit van enkele milimeter per uur. Naarmate de bodem droger is en een betere structuur heeft, zijn hogere neerslagintensiteiten noodzakelijk om afvoer en erosie te veroorzaken.

1.2.2 De bodem De erosiegevoeligheid van de bodem wordt bepaald door de structurele stabiliteit van de bodem. Deze is afhankelijk van verschillende factoren, waarvan de textuur en het gehalte aan organisch materiaal de voornaamste zijn. De bodemtextuur verwijst naar de verhouding van bodemdeeltjes (klei, leem en zand). Zandleembodems zijn het sterkst onderhevig aan verslemping van het bodemoppervlak (fysische degradatie). Gevolg is dat de bodemtoplaag verdicht raakt, waardoor de infiltratiecapaciteit afneemt en de erosiegevoeligheid stijgt. Hoe lager het organisch gehalte, hoe slechter de bodemstructuur. Ook het vochtgehalte speelt een rol in de bodemerosiegevoeligheid: zeer droge bodems zijn vele malen gevoeliger aan erosie dan vochtige bodems. Hierdoor kan de bodemerosiviteit verschillen in de tijd (in de zomer kan de bodem meer erosiegevoelig zijn dan in het voorjaar).

1.2.3 De topografie De belangrijkste reliĂŤfparameters die de intensiteit van bodemerosie bepalen, zijn de hellingsgraad en de hellingopwaartse oppervlakte van het stroombekken: watererosie manifesteert zich op steile percelen en op plaatsen waar het afstromend regenwater van een groot stroombekken verzameld wordt.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 7


1.2.4 De bodembedekking en het bodemgebruik De bodembedekking speelt een cruciale rol in het erosieproces. Akkers kunnen bedekt worden door gewassen, resten van afgestorven groenbedekkers of van de vorige oogst. Hierdoor wordt de bodem tegen rechtstreekse druppelinslag beschermd, waardoor de verslemping minder snel optreedt. Bovendien remmen de gewasresten de snelheid van het afstromend water. De wortels van de gewassen vergroten de erosieweerstand van de bodem (door ze bijeen te houden). Dit alles resulteert in een belangrijke afname van bodemerosie. Ook het gebruik van de bodem speelt een belangrijke rol, met name of het gaat om wintergewassen of zomergewassen enerzijds en anderzijds welk soort vrucht. Wintergewassen (vb. wintertarwe) hebben een hoog potentieel erosierisico tussen oktober en april doordat ze maar een bedekkingsgraad van 30 % hebben. Tijdens de periode met de grootste neerslagerosiviteit (mei-september) hebben deze wintergewassen een goede bedekkingsgraad. De zomergewassen (vb. maĂŻs) hebben tijdens de maanden mei en juni een lage bedekkingsgraad, waardoor er erosieproblemen kunnen ontstaan. De soort teelt die men zaait/plant heeft ook een belangrijke invloed op de erosiegevoeligheid van de bodem: op een veld met aardappelen bvb. is de kans op erosie groter dan op een veld met wintertarwe. > Het effect van bodembedekking op erosie: naarmate de bodembedekking toeneemt, neemt het risico op erosie af. Bij 30% bodembedekking is de kans op erosie met meer dan de helft afgenomen. In erosiegevoelige periodes wordt een bedekking van minimaal van 30% aanbevolen.

1.3

Verschillende vormen van bodemerosie

Bodemerosie door water uit zich in het landschap door de vorming van: intergeulen, geulen en ravijnen

1.3.1 Intergeulerosie (fijnlagige erosie of diffusie erosie)

Intergeulerosie ontstaat als gevolg van de impact van vallende regendruppels op de bodemaggregaten; de losgemaakte bodemdeeltjes worden door het oppervlakkig afstromend water meegevoerd. Intergeulerosie geeft aanleiding tot laagsgewijze erosie, die enkel zichtbaar wordt wanneer op het bodemoppervlak niet-erodeerbare elementen (stenen, oogstresten, ‌) aanwezig zijn. Onder de bedekkende (bodembeschermende) elementen komen onder invloed van regenval kleine aardzuiltjes tot stand.

8 - erosie bestrijden - landschap beschermen


1.3.2 Geulerosie Geulerosie is een vergaande vorm van intergeulerosie. Er ontstaan kleine, uitschurende kanaaltjes. Deze kanaaltjes worden geultjes genoemd zolang ze door normale landbouwbewerking weggewerkt kunnen worden.

1.3.3 Ravijnerosie Ravijnvorming is een meer uitgesproken vorm van geulerosie. Een ravijn kan gedefinieerd worden als een kanaal met steile flanken dat het resultaat is van erosie als gevolg van water dat tijdelijk afstroomt tijdens of na hevige regenbuien. Soms geven ook minder intense, langdurige regens aanleiding tot ravijnvorming. In tegenstelling tot geulerosie kunnen de uitgeschuurde kanalen bij ravijnerosie moeilijk/niet door conventionele bodembewerking weggewerkt worden. Er dient opgemerkt dat ravijnen ook zonder geulen kunnen ontstaan: ze komen wel vaak tot stand in het verlengde van een bestaande geul.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 9


2. Waar komt bodemerosie voor? 2.1

Waar in Vlaanderen? Erosiegevoeligheid van de Vlaamse gemeenten.

Essen

Hoogstraten Ravels

Baarle-Hertog

Kalmthout

Wuustwezel Merksplas Rijkevorsel

Stabroek

Knokke-Heist

Kapellen

Brecht Brasschaat

Blankenberge

Zuienkerke

Sint-Laureins

Damme

Brugge

Zelzate

Eeklo

Zwijndrecht

Oostkamp

Ichtegem

Lokeren

Pittem

Hooglede

Alveringem Houthulst Staden

Meulebeke Roeselare

Langemark-Poelkapelle

Moorslede Poperinge

Deinze

Ardooie

Zonnebeke

Lendelede

Zottegem Wortegem-Petegem

Liedekerke

Maarkedal Avelgem

Kluisbergen

Kraainem Wezembeek-Oppem

Hasselt

Zutendaal Diepenbeek

Nieuwerkerken

Bilzen

Oud-Heverlee

Wellen

Zoutleeuw Tienen

Linter

Overijse

Beersel Sint-Genesius-Rode Halle

Hoeselt

Sint-Truiden Riemst

Borgloon

Huldenberg Hoeilaart

Lanaken

Alken Kortessem

Boutersem Bierbeek

Pepingen Herne

Herk-de-Stad

Geetbets

Lubbeek

Bertem

Tervuren Drogenbos Sint-Pieters-Leeuw

Maasmechelen

Halen Bekkevoort Tielt-Winge

Holsbeek

Leuven

Glabbeek

Galmaarden

Bever

Rotselaar

Herent

Kortenberg

Dilsen-Stokkem

As Zonhoven

Lummen

Kortenaken

Zaventem

Ternat

Gooik

Spiere-Helkijn

Scherpenheuvel-Zichem Diest

Genk Haacht

Linkebeek Ronse

Boortmeerbeek

Aarschot

Machelen

Lennik Geraardsbergen

Opglabbeek Houthalen-Helchteren

Kampenhout Vilvoorde Steenokkerzeel

Roosdaal

Brakel

Beringen

Heusden-Zolder Keerbergen

Ninove Lierde

Zwevegem

Meeuwen-Gruitrode

Tessenderlo

Herselt

Begijnendijk Tremelo

Grimbergen

Wemmel

Dilbeek

Horebeke

Kortrijk Menen

Herzele

Oudenaarde

Anzegem

Wevelgem

Hulshout

Bonheiden

Meise Merchtem

Asse

Affligem Haaltert Denderleeuw

Zwalm

Maaseik

Ham Laakdal

Putte

Opwijk

Erpe-Mere

Zingem

Peer

Leopoldsburg

Westerlo Heist-op-den-Berg

Sint-Katelijne-Waver

Zemst

Oosterzele Sint-Lievens-Houtem

Gavere Kruishoutem

Bree Hechtel-Eksel

Mechelen

Lebbeke

Lede

Kinrooi

Balen

Lier

Londerzeel Kapelle-op-den-Bos

Aalst

Zulte

Mesen

Willebroek

Puurs

Geel

Olen

Herenthout Meerhout

Duffel

Rumst

Dendermonde

Wichelen

Merelbeke

Waregem

Kuurne Harelbeke Deerlijk

Wervik

Wetteren

Melle

Nazareth

Dentergem

Oostrozebeke Izegem Ingelmunster Wielsbeke

Ledegem

Ieper

Heuvelland

Berlare

Buggenhout

De Pinte

Herentals

Sint-Amands

Laarne

Sint-Martens-Latem

Tielt

Grobbendonk

Nijlen

Berlaar

Hamme Zele

Nevele

Ruiselede

Lichtervelde

Overpelt

Boechout

Niel Boom

Neerpelt

Lommel

Bocholt

Ranst

Edegem Hove Hemiksem Aartselaar Kontich Lint Schelle

Bornem

Gent Wingene

Destelbergen

Kortemark

Vleteren

Waasmunster

Aalter Torhout

Diksmuide

Kruibeke

Temse

Lochristi

Lovendegem

Lo-Reninge

Mortsel

Sint-Niklaas

Zomergem

Hamont-Achel

Dessel

Vorselaar Borsbeek

Evergem

Knesselare

Zedelgem

Koekelare

Veurne

Mol

Lille

Zandhoven

Wommelgem

Wachtebeke

Waarschoot

Beernem

Gistel

Zoersel

Schilde

Kasterlee

Moerbeke Middelkerke Nieuwpoort Koksijde

Oud-Turnhout Vosselaar

Wijnegem

Stekene

Kaprijke

Maldegem

Jabbeke

Schoten

Antwerpen

Beveren Sint-Gillis-Waas

Assenede

Oostende

De Panne

Beerse

Malle

Retie

De Haan Bredene

Oudenburg

Arendonk

Turnhout

Tongeren

Hoegaarden

Voeren

Heers

Landen Gingelom

Herstappe

Legende zeer sterk sterk medium weinig zeer weinig

2.2

Afdeling Land en Bodembescherming, Ondergrond, Natuurlijke Rijkdommen

Waar in Ieper?

2.2.1 Het gemeentelijk erosiebestrijdingsplan van Ieper Sinds september 2006 beschikt Ieper over een goedgekeurd gemeentelijk erosiebestrijdingsplan. Dit plan geeft aan in welke gebieden de erosie het sterkst is en welke oplossingen mogelijk zijn. De oplossingen bestaan vooral uit kleinschalige maatregelen. De landbouwer die deze maatregelen uitvoert, komt in aanmerking voor subsidies (zie deel B). Uit studiewerk blijkt dat ca. 0,5 % van het landbouwareaal in Ieper bestaat uit akkers met een actueel bodemverlies van 10 tot 20 ton per hectare per jaar en nog eens bijna 5 % met

10 - erosie bestrijden - landschap beschermen


een jaarlijks verlies van meer dan 5 ton per hectare per jaar. De natuurlijke bodemvorming wordt in Vlaanderen geraamd op gemiddeld 0,1 mm per jaar, wat overeenstemt met slechts 1 ton per hectare per jaar. Concreet betekent dit dat in Ieper op ca. 5,5 % van de akkers jaarlijks meer bodemmateriaal afspoelt dan er in tien jaar tijd wordt gevormd. De vruchtbare (lichte) zandleembodems zijn zodoende in hoog tempo aan het verdwijnen. De grootste schade door bodemerosie is dus in eerste instantie het verlies van vruchtbare bodem. Als gevolg van het afspoelen van bodemdeeltjes op de erosiegevoelige akkers in Ieper en omgeving slibben de vestiginggrachten (o.a. de Boterplas) en Dikkebusvijver geleidelijk aan dicht. Ook in de Verdronken Weide komt heel wat erosiemateriaal terecht. Binnen het plangebied Ieper (9426 ha) zijn 18 actuele erosieknelpuntgebieden afgebakend, die naargelang de ernst van de ge誰dentificeerde erosieproblemen (o.a. modderoverlast op wegdek, dichtslibben gracht, vermindering bodemvruchtbaarheid, ...) naar prioriteit van aanpak zijn ingedeeld. De erosieproblemen in de omgeving van Zillebekevijver en Dikkebusvijver zijn bijvoorbeeld als prioritair te behandelen knelpunten opgenomen. In deel 2.2.2 wordt een samenvatting van de knelpuntgebieden weergegeven. Ze bevinden zich vooral ten zuiden en zuidoosten van Ieper. Per knelpuntengebied worden in het erosiebestrijdingsplan tot op perceelsniveau erosiebestrijdingsmaatregelen voorgesteld. Gezien Ieper beschikt over een goedgekeurd erosieplan kan de stad subsidies ontvangen voor het uitvoeren van erosiebestrijdingswerken. Deze werken dienen kleinschalig en brongericht te zijn. Dat is in tegenstelling met de vroegere aanpak, waarbij door grootschalige infrastructuurwerken enkel de gevolgen werden aangepakt. Men ging het afstromende water opvangen door de aanleg van wachtbekkens en door het vergroten van de capaciteit van riolen en waterlopen. Ook de landbouwers kunnen subsidies krijgen voor het toepassen van erosiebestrijdingsmaatregelen. De nieuwe aanpak wil vooral voorkomen dat het water snel afstroomt. Daarbij kan een hele resem maatregelen genomen worden. Zo kunnen er grasbufferstroken of grasgangen worden aangelegd. Wegbermen kunnen verbreed worden, er kunnen erosiepoelen en aarden dammetjes worden aangelegd en er kan gewerkt worden met groenbedekkers die de bodem helpen vasthouden wanneer er geen gewassen op staan. Daarnaast kan ook de manier van grondbewerking erosie helpen voorkomen. Uit recent onderzoek van Proclam v.z.w. en de Universiteit Gent blijkt bijvoorbeeld dat het ploegloos boeren de bodemafspoeling duidelijk vermindert.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 11


2.2.2 De erosieknelpunten van Ieper in een notendop a. Knelpuntgebied Omgeving Zillebekevijver De problemen met betrekking tot bodemerosie in de omgeving van de Zillebekevijver (Komenseweg, Waastensestraat, Vaartstraat, Maaldestedestraat, Blauwe Poortstraat, Verbrandemolenstraat) omvatten voornamelijk intergeulerosie -en in mindere mate geulerosie- met op een frequent aantal plaatsen oeverdoorbraak (van de Spoorwegbeek respectievelijk de Klijtgatbeek) tot gevolg. Het afgezette sediment in voorvermelde beken komt in de Vijverbeek respectievelijk de Bollaertbeek. b. Knelpuntgebied Dikkebusvijver en omgeving Tijdens de veldinventarisatie zijn op de probleempercelen ten oosten en ten (zuid)westen van de Dikkebussevijver intergeul- en geulerosie waargenomen. De erosieve kracht van het geconcentreerd afstromend water brengt plaatselijk een oeverdoorbraak van de (Kleine) Kemmelbeek mee. Het geĂŤrodeerde materiaal komt uiteindelijk in de Dikkebusvijver terecht met een steeds frequentere nood aan ruimen van deze tot gevolg. Off-site problemen zorgen vooral in de Kriekstraat, de Nieuwstraat, de Vierstraat en de Reningelststraat (grondgebied Heuvelland) voor modderoverlast.

c. Knelpuntgebied Vierstraat & St.-Elooi De percelen in de omgeving van de Wijtschaatsebeek, de Bollaertbeek en de Diependalebeek (o.a. de Ruuschaartstraat, de Elzenwallestraat, ‌) worden bij zware regenval door intergeul- en geulerosie geteisterd. Omvangrijke hoeveelheden vruchtbare bodem spoelen er jaarlijks af, met o.a. het dichtslibben van de grachten tot gevolg. Het sedimenttransport brengt voor de landbouwers een niet te onderschatten verlies aan zaaigoed, teeltschade en bijgevolg opbrengstvermindering met zich mee. Er kan verwacht worden dat de weerstand van de bodemlagen onder de toplaag tegen erosie in de toekomst vrijwel ongewijzigd zal blijven en dat de bodemvruchtbaarheid bij voortschrijdende erosie zeer snel zal toenemen. De klei-aanrijking in de zandleembodem is daar verantwoordelijk voor.

12 - erosie bestrijden - landschap beschermen


d. Knelpuntgebied Eekhofstraat-Bernikkewallestraat De percelen in de omgeving van de Eekhofstraat en de Bernikkewallestraat vertonen actueel een hoge erosiegevoeligheid; bij de verkenning te velde zijn op verscheidene percelen intergeulerosie en - in beperkte mate - geulerosie en, daarmee gepaard gaand, hellingafwaarts depositie-oppervlakten waargenomen. Bij een verregaand erosieproces zal op de betreffende percelen als gevolg van het vrijkomend klei(zand)substraat de erosiegevoeligheid en de vruchtbaarheid van de bodem (snel) afnemen. Zodoende zal op vrij korte termijn de productiecapaciteit in belangrijke mate afnemen met opbrengstverliezen tot gevolg.

e. Knelpuntgebied Twaalf gemeenten-Kasteelhoek Ook de akkers nabij de toponiemen Twaalf gemeenten en Kasteelhoek worden bij een voortschrijdend erosieproces plaatselijk op korte termijn door een (zeer) snelle afname van de bodemvruchtbaarheid geteisterd. Als gevolg van erosie van de zandleembodem komt het weinig vruchtbare kleizandsubstraat (dat zich op minder dan 40 cm diepte bevindt) aan de oppervlakte bloot te liggen, met een reĂŤle bedreiging voor de landbouwproductie tot gevolg. Niet alleen de landbouwer is er slachtoffer van bodemerosie; de technische dienst van Ieper moet steeds frequenter het sediment op het wegdek van de Kranenburgstraat ruimen.

f. Knelpuntgebied Passendaleveld De percelen in de omgeving van de Passendaleveldstraat en de Waterstraat worden bij zware regenval door intergeul- en geulerosie geteisterd, met problemen van oeverdoorbraak en dichtslibbing van de Bassevillebeek tot gevolg. Voor de (nabije) toekomst kan bij een voortschrijdend erosieproces een snelle afname van de bodemvruchtbaarheid van de betreffende akkers verwacht worden; door erosie zal immers het weinig vruchtbare klei-(zand-)substraat er aan de oppervlakte bloot komen te liggen. Concreet betekent dit een reĂŤle bedreiging voor de productiecapaciteit.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 13


g. Knelpuntgebied Hoge Voute – Hill 62 De percelen in de omgeving van toponiemen Hoge Voute en Hill 62 vertonen actueel een hoge tot matige erosiegevoeligheid. Bij de veldinventarisatie zijn een aantal erosieproblemen waargenomen. Verwacht wordt dat de weerstand van de bodemlagen onder de toplaag tegen erosie in de toekomst gaat toenemen en de bodemvruchtbaarheid bij een voortschrijdend erosieproces plaatselijk zeer snel zal afnemen. Deze plaatselijke bedreiging voor de landbouwproductiviteit bij voortschrijdende erosie komt doordat het niet/weinig vruchtbare klei-zandsubstraat aan de oppervlakte komt te liggen (diepte < 40 cm). h. Knelpuntgebied Potyze-Kanonhoek De erosieproblemen rond Bellewaerdepark beperken zich tot intergeulerosie op een klein aantal percelen (een omvangrijk aantal percelen liggen er onder bos of onder gras). Desondanks kan in het knelpuntgebied Potyze-Kanonhoek voor de meeste percelen een (zeer) snelle afname van de bodemvruchtbaarheid bij een voortschrijdende erosie verwacht worden. Het klei-(zand-)substraat dat zich op minder dan 40 cm bevindt, zal op termijn aan de oppervlakte bloot komen te liggen.

14 - erosie bestrijden - landschap beschermen


3. Wat zijn de gevolgen van bodemerosie? 3.1

Voor de landbouw

Op korte termijn: - opbrengstverlies door : - wegspoelen van zaaigoed en van kiemplanten; - wegspoelen van meststoffen en van bestrijdingsmiddelen; - sedimentafzettingen die kiemplanten bedekken; - differentiële gewasontwikkeling in een perceel → problemen bij gewas behandeling - problemen bij bewerking van akkers.

Op lange termijn: - vermindering van de bodemkwaliteit en van opbrengst door verlies van vruchtbare bodemtoplaag (zandleem/ leem) → blootliggen tertiaire klei en rolkeien - schade aan landbouwwerktuigen bij op ploegen ijzerzandstenen of grint

3.2

Voor de omgeving

Op korte termijn: - water- en modderoverlast: - particuliere schade (meubilair, huis, auto, …) - publieke schade (rioleringen, wegen, …) - inzet van brandweer, civiele bescherming, … - emotionele problemen bij getroffenen Op lange termijn: - sedimentatie in waterlopen: - problemen i.v.m. bevaar baarheid waterlopen - toenemende kans op overstromingen - frequent ruimen en ontslibben (hoge kostprijs)

erosie bestrijden - landschap beschermen - 15


-

3.3

sedimentatie in wachtbekkens: - verlies waterbergende functie - frequente ruimingen (hoge kostprijs)

Voor het milieu

Bodemerosie door water betekent voor het milieu: - -

3.4

Daling van de oppervlaktewaterkwaliteit door sediment- en nutriĂŤntentoevoer (eutrofiĂŤring); Daling oppervlaktewaterkwaliteit door schade aan waterzuiveringsinfrastructuur.

Voor de overheid

Bodemerosie door water betekent voor de overheid: -

Verhoogde ruimingskosten wegens: - Dichtslibben van wachtbekkens, waterlopen, rioleringen; - Modder op straten.

Bv. Blankaartvijver 2002: 4737 ton sedimentvrachten

16 - erosie bestrijden - landschap beschermen


B. Erosiepreventie en -bestrijding 1. Teelttechnische maatregelen 1.1 Niet-kerende grondbewerking Bodemerosie of afspoeling van bodemdeeltjes vormt voor een omvangrijk aantal percelen in Vlaanderen een groot probleem. Vooral hellende percelen met leem- of zandleemgronden zijn gevoelig voor erosie. Geen enkele landbouwer ziet graag de vruchtbare bovenlaag van de bodem van zijn akkers afstromen. Erosie betekent niet alleen het verlies aan vruchtbare aarde, maar ook het wegspoelen of het onder een laag modder bedekken van zaaigoed en kiemplanten: beide betekenen een rechtstreeks verlies voor de landbouwer. Onderzoek toont aan dat minimale niet-kerende grondbewerking één van de meest efficiënte maatregelen is om bodemerosie te beperken. In Vlaanderen wordt deze techniek echter nog maar in heel beperkte mate toegepast. Via demonstratie en participatie probeert het Provinciaal Centrum voor Landbouw en Milieu (Proclam v.z.w.) deze ploegloze technieken te introduceren. Uitwisseling van de opgedane kennis en ervaring tussen land- en tuinbouwers, loonwerkers en politici staat hierbij centraal.

1.1.1 Wanneer ploegloos boeren? Er bestaat wereldwijd een toenemende belangstelling om het klassieke (kerende) ploegen in te ruilen voor een niet-kerende grondbewerking. Minimale grondbewerking heeft immers talrijke voordelen: een toename aan organisch materiaal in de bovenste bouwlaag, een betere samenhang van de toplaag en dus minder afspoeling van bodemdeeltjes, een beter bodemleven, een verhoogde infiltratie van regenwater,… Kortom een betere bodemstructuur. > Bij niet-kerende bodembewerking blijven de gewasresten van de vorige teelt aan het bodemoppervlak liggen; op die manier is de bodem beter beschermd tegen verslemping en erosie.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 17


> Bij het ploegen verdwijnt het organisch materiaal diep in de bodem, waardoor de bodem bij hevige en/of langdurige regen snel dicht slaat.

De bodemstructuur van een perceel kan je makkelijk zelf controleren. Enkele eenvoudige handelingen en werktuigen (een spade of grondboor en een dunne metalen staaf) volstaan: 1/ door de metalen staaf verticaal de grond in te drukken kunnen verdichte, harde lagen opgespoord worden. Let op de diepte waarop de harde laag voorkomt; is dit op ploegdiepte of dieper? Doe de test wanneer de bodem vochtig is want in zeer droge omstandigheden krijg je de staaf de grond niet in. 2/ met de spade - - - -

of de grondboor een profielboring uitvoeren en volgende punten beoordelen: de doorworteling en regenwormgangen, de kleur van de aarde (roestvlekken wijzen op de hoogste grondwaterstand (maart), grijs-blauw duidt de laagste grondwaterstand aan (oktober)), de aanwezigheid van onverteerde plantenresten, de vorm en de grootte van de aardkluiten.

> Een profielboring vertelt al heel wat over de bodemstructuur van een perceel.

18 - erosie bestrijden - landschap beschermen


Een slechte bodemstructuur is dus te herkennen aan een slechte doorworteling en weinig regenwormgangen, een hoge grondwatertafel, onverteerde plantenresten en grote, scherpkantige kluiten. Een slechte bodemstructuur heeft gevolgen voor de water-, de lucht- en de warmtehuishouding en de doorwortelbaarheid van de bodem. Bijgevolg brengt een slechte bodemstructuur een vermindering van de gewasopbrengst mee. Een slechte bodemstructuur dient dus vermeden. > De aanwezigheid van onverteerde plantenresten wijst op een slechte bodemstructuur.

Niet-kerende bodembewerking en directe inzaai (zie verder) kunnen uitstekende hulpmiddelen zijn om de bodemstructuur te verbeteren. Er dient opgemerkt dat zeer diepe bodembewerkingen alleen zin hebben wanneer de bodem voldoende droog is. Voorwaarde hiervoor is dat de grondwatertafel op zijn laagste niveau staat, dit is het geval in de maanden september - oktober. Traditioneel ‘diepgronden’ heeft dus alleen zin in het najaar. > Wanneer de niet-kerende bodembewerking in vochtige omstandigheden plaatsvindt, is er risico op versmering. Deze laatste belemmert niet alleen de infiltratie van het water in de bodem, maar ook de wortelontwikkeling van de aanwezige gewassen.

Wanneer het ploegen wegvalt, betekenen minimale grondbewerking en mulchzaai/directzaai ook een besparing aan tijd en energie en zodoende minder kosten voor de landbouwer. Niet-kerende grondbewerkingsmachines winnen in onze buurlanden dan ook steeds meer terrein. Niet-kerende grondbewerking vereist echter wel enige omschakeling in de manier waarop aan landbouw wordt gedaan.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 19


1.1.2 Hoe ploegloos boeren? De machines om ploegloos te boeren, kunnen verdeeld worden in volgende subgroepen: machines die de bodem dieper bewerken (decompactoren) en machines voor oppervlakkige bodembewerkingen (ontstoppelen). Mits enige aanpassing (bvb. veranderen van scharen) is het mogelijk sommige machines in te zetten voor beide soorten van bewerking.

Decompacteren Plantenwortels groeien dieper dan de bouwvoor (= ploegdiepte). Als een diepere grondlaag verdicht is, kan dit storend werken voor de wortelgroei en het waterbergend en afvoerend vermogen. Met een diepe mechanische grondbewerking als decompacteren kan deze laag doorbroken worden. De resultaten van het decompacteren zijn in de praktijk sterk wisselend. Door o.a. het verbreken van wormengangen en wortelkanalen kan de bodem juist meer verdicht raken. Daarom wordt geadviseerd om alleen onder goede/droge omstandigheden te decompacteren. Bovendien wordt aangeraden om de mechanische bodemwerking te vergezellen van teelttechnische maatregelen die het bodemleven stimuleren: diepwortelende bodembedekkers, stalmest of compost, juiste vruchtwisseling, bekalking (vooral voor zure kleigronden), minimale bodembewerking, plantenresten ondiep inwerken na de oogst, … Het uitvoeren van een diepere bewerking kan gebeuren ter vervanging van het ploegen. Het is echter niet altijd nodig een heel diepe bewerking uit te voeren. Best wordt dan ook het onderscheid gemaakt tussen de echte decompacterende machines die de bodem kunnen bewerken tot een diepte van 35 cm en de machines die ingezet worden ter vervanging van de ploeg tot een diepte van 20-25 cm.

a. Decompacterende machines Opgebouwd uit slechts enkele tanden zijn ze in staat tot op grote diepte de grond te bewerken en gecompacteerde lagen (bvb. ploegzolen) op te heffen. Twee grote groepen, kunnen worden onderscheiden: de rechte tanden met brede voeten en de ‘Micheltanden’. Deze laatste hebben een gebogen vorm. De keuze van tand heeft vooral te maken met de hoeveelheid gewasresten die zich nog op de percelen bevindt. Bij grote hoeveelheden kan de voorkeur uitgaan naar een rechte tand. Deze zijn over het algemeen iets langer en zullen dus minder snel tot verstoppingen leiden. Daarnaast worden de rechte tanden op een balk gemonteerd zodat verschillende machines kunnen gecombineerd worden (bvb. met zaaimachine of rotoreg). > De Deltaploeg of ‘dents Michel’ is een voorbeeld van een machine om een verdichte bouwvoor los te maken. Typisch aan de deltaploeg zijn de zijdelings gebogen tanden. Het gevraagde trekkrachtvermogen ligt rond 20 pk per tand.

20 - erosie bestrijden - landschap beschermen


b. Ploeg vervangende machines Deze machines zijn opgebouwd uit zware tanden met voldoende tussenruimte die tot een diepte van 25 cm kunnen werken. De tanden kunnen uitgerust zijn met brede voeten. De bedoeling is de bodem voldoende te verkruimelen en het organische materiaal te verdelen over de hele werkdiepte. Sommige van deze machines kunnen ook perfect ingezet worden voor meer ondiepe bewerkingen als ontstoppelen. De grens tussen deze machines en bepaalde ontstoppelmachines is niet altijd duidelijk te trekken. Kleigronden kunnen vaak goed bewerkt worden met deze machines. Een belangrijk gegeven is de hellingshoek van de tanden en de vleugelscharen. Als de hoek van de vleugels te klein is, zal dit enerzijds leiden tot een kleiner benodigd vermogen, maar anderzijds zal in vochtigere bodems de kans op dichtsmeren van de bodem vergroten. Een te grote hoek zal dan weer leiden tot een zeer onregelmatig bodemprofiel. c. Spitmachine Een spitmachine is niet direct een voorbeeld van minimale grondbewerking. De werkdiepte van een spitmachine varieert tussen de 25 en 30 cm. Bij het gebruik van een spitmachine is er geen risico op ploegzoolvorming. Met een spitmachine wordt het organisch materiaal over de volledige werkdiepte verdeeld. Opgelet: een spitmachine keert de bodem! Landbouwers die de bodem bewerken met een spitmachine kunnen dus geen VLM-beheerovereenkomst niet-kerende bodembewerking afsluiten.

GOED OM WETEN - - - - -

Bepaal bij het constateren van een verdichte laag eerst de werkdiepte van de decompactor. Beoordeel tijdens het werk of de diepwoeler diep genoeg gaat en onder de vaste laag zijn werk doet. Zorg ervoor dat de laag voldoende openbreekt. De scheuren moeten zorgen voor transport van water en gassen, en toegang van wortels. Werk niet in een te natte grond. Kneedbare en versmeerbare grond is niet goed. Enerzijds vraagt diepwoelen enorm veel kracht en dus een zware trekker en is er enkel in droge omstandigheden weinig slip en insporing. Anderzijds is het noodzakelijk dat de bodem ook in de diepte is uitgedroogd om de verdichte laag te laten verkruimelen en niet extra te versmeren. Teel na het woelen een diep wortelend gewas als graan of luzerne om de betere doorwortelbaarheid te consolideren.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 21


Ontstoppelen Machines die oppervlakkige bewerkingen uitvoeren, worden hoofdzakelijk ingezet om te ontstoppelen. Stoppelbewerkingen, op een diepte van 5 tot 10 cm, spelen een sleutelrol in het ploegloos boeren: ze helpen om de plantenresten onder te werken, de onkruiddruk in de hand te houden, het bodemoppervlak effen te leggen en laten een perfecte zaaibedbereiding toe. De opkomst van de minimale bodembewerking heeft constructeurs ertoe aangezet om meer effectieve en gebruiksvriendelijke machines te ontwerpen die in staat zijn heel precies erg gelijkmatige oppervlakkige bewerkingen te realiseren. Voor het uitvoeren van de stoppelbewerkingen worden vaak een schijveneg of een eenvoudige vaste tandcultivator ingezet. Momenteel is er een omvangrijke waaier van machines voorhanden die in verschillende omstandigheden kunnen ingezet worden. a. Vaste tand cultivatoren met nivelleerschijven Deze machines, uitgerust met twee of drie balken waarop tanden gemonteerd zijn en enkele schijven die zorgen voor het nivelleren van de bodem, kunnen in allerlei omstandigheden ingezet worden. Ze leveren een hoge werkcapaciteit voor een beperkte investering. Daarnaast egaliseren ze de bodem heel goed en kunnen ze ingezet worden in nattere omstandigheden. Misschien is de menging iets minder homogeen dan deze van schijveneggen en soms blijkt het iets moeilijker een heel oppervlakkige bewerking uit te voeren. Het onderscheid tussen de machines kan gemaakt worden op basis van het aantal balken met tanden, de instelbaarheid van de werkdiepte (dikwijls via de aandrukrol) en nivelleerschijven. Sommige scharen kunnen omgekeerd worden zodat ze twee keer kunnen ingezet worden. Andere kunnen dit niet en dienen wanneer ze versleten zijn telkens te worden vervangen. De hartvormige scharen kunnen minder goed worden ingezet voor diepere bewerkingen dan de rechte scharen. De ophanging en bevestiging van de tanden kan ook sterk verschillen. Sommige zijn vast op het frame gemonteerd. Deze zijn meestal beveiligd met een breekbout. Om het telkens vervangen van breekbouten te vermijden, kunnen de vaste tanden uitgerust worden met een veersysteem. Dit systeem, bestaande uit een bladveer, spiraalveer of demper, zorgt ervoor dat de tanden uitwijken naar boven bij het in aanraking komen van bvb. een hard voorwerp. b. Cultivatoren met platte tanden Deze machines hebben sterke gelijkenissen met de vorige groep. Het verschil zit hem vooral in de soort en het aantal rijen tanden. De tanden kunnen zelfverend zijn waarbij de vorm van de tand zelf voor een uitwijkbeweging naar boven zorgt. Het aantal rijen tanden kan ook oplopen. Het grote verschil is echter de vorm van de tand. Deze is platter uitgevoerd dan de tanden van de vorige groep. Hierdoor lenen deze types van machines zich heel goed voor een heel oppervlakkige stoppelbewerking. Aangezien de machine enkel van tanden gebruikt maakt, kan ze ook ingezet worden in nattere omstandigheden (bvb. na de oogst aardappelen of bieten). Soms worden deze machines echter uitgevoerd met een rij van schijven die de grond lossnijden.

22 - erosie bestrijden - landschap beschermen


c. Schijveneggen De machines worden vooral in de granenverbouwende landen ingezet in de stoppelbewerking. Hun ontwerp is echter geĂŤvolueerd naar een betere efficiĂŤntie en instelbaarheid. Daar waar vroeger de steunwielen voor de diepteregeling in het midden van het frame waren bevestigd, worden de instelrollen voor de werkdiepte nu achteraan bevestigd. Twee voordelen hierbij zijn dat het gewicht beter kan overgebracht worden naar de schijven (betere indringing) en dat deze machines gecombineerd kunnen worden met achterlopende werktuigen (bvb. een zaaimachine). Een nieuw type van schijveneg is dit met individuele schijven. Daar bij de eerste categorie de schijven op een balk werden gemonteerd die werd schuin gesteld, zijn de schijven nu op twee of meerdere parallelle balken gemonteerd. De balken worden niet schuin gesteld, maar wel de individuele schijven. De schuinstelling van de schijven gebeurt vaak centraal. De hoeken kunnen agressiever worden ingesteld dan bij de X- en V-vormige schijveneggen. Nog een verschil is dat de nieuwe types heel oppervlakkig kunnen werken en dit bij hogere snelheden (10-15 km/u). In natte omstandigheden kan dit tot betere resultaten leiden. Onderstaande tabel geeft aan elke types van machines kunnen ingezet worden in bepaalde omstandigheden. Er werd bij de quotering rekening gehouden met de kwaliteit van het afgeleverde werk, de inzetbaarheid, de onderhoudskosten en het gebruiksgemak. (Bron: Boer & Tuinder, 4 maart 2005) Leemgronden

Leemgronden + veel keien

Kleigronden

Schijveneg (X of V vorm)

***

***

*** (1)

Schijveneg (parallelbalk)

***

** (2)

***

Woelers

**

**

**

Vaste tand + schijven

***

*

**

Platte tanden

***

**

***

Pennenfrezen

**

*

**

*** Heel goed ** goed * gemiddeld (1) niet in vochtige omstandigheden (2) opletten of voldoende indringing

erosie bestrijden - landschap beschermen - 23


Zaaimachines De zaaimachines die ingezet worden bij de minimale bodembewerking kunnen in twee grote groepen worden ingedeeld: de directzaaimachines die in staat zijn op onbewerkte bodems gewassen te zaaien en de mulchzaaimachines. De mulchzaaimachines bewerken de bodem lichtjes vooraleer er gezaaid wordt. Tot deze groep kunnen we ook veel gangbare zaaicombinaties rekenen. Vanzelfsprekend is er een verschil tussen zaaimachines voor bvb. granen of bieten.

De directzaaimachine moet in staat zijn door de gewasresten van de vorige teelt heen te zaaien. Om een opening in de bodem te maken kan gebruik gemaakt worden van een schijf en/of een tand. De schijven zullen beter in staat zijn in de grond te dringen dan de tanden. Eventueel kunnen ruimschijven gemonteerd worden die de plantenresten opzij duwen vooraleer de zaaischijf passeert. Belangrijk is dat voldoende druk op de machines kan worden uitgeoefend zodat de schijven voldoende in de grond kunnen dringen. Het grote voordeel van deze zaaimachines is dat slechts een beperkt vermogen nodig is om ze voort te bewegen. De mulchzaaimachines kunnen op verschillende manieren samengesteld zijn. a. Aangedreven bodembewerking De zaaimachines kunnen voorafgegaan worden door een rotoreg, frees of schudeg. De rotoreg is momenteel goed ingeburgerd. In de gangbare teelt van bvb. granen wordt de rotoreg-zaaicombinatie vaak ingezet. In principe is de machine in staat om op niet geploegde bodems een goed zaaibed te verkrijgen. Alles hangt af van bodemtype en bodemomstandigheden. De frezen worden verdeeld in verschillende groepen. De gewone frees met hakmessen (hoek ongeveer 90째) is heel agressief en zorgt voor een goede menging. Ze kan dus ingezet worden bij het ontstoppelen. Er dient wel te worden opgelet dat de bodem niet te fijn wordt verkruimeld. Om dit te vermijden kan de pennenfrees worden ingezet. In plaats van sterk gebogen messen worden rechte of lichtjes gebogen pennen op de frees geplaatst. Deze machines zijn goed inzetbaar bij mulchzaai, ook op onbewerkte bodem. De laatste jaren kent ook de spitfrees meer interesse. Deze machine met zware kromme tanden is in staat de bodem tot op grote diepte (35 cm) te bewerken. De aandrijving van de machine vergt wel enig vermogen en de rijsnelheid is niet al te hoog. Het voordeel is dat de tractor weinig vermogen nodig heeft om de machine voort te bewegen en dat de tractor bovenop de bodem beweegt (en niet in een ploegvoor). b. Niet aangedreven bodembewerking Het werktuig dat zorgt voor de lichte bodembewerking is niet aangedreven en kan bestaan uit schijven of tanden. De bodem krijgt een lichte bewerking vooraleer het zaaielement passeert. Aangezien de elementen niet aangedreven zijn, zal de kans op een te fijn zaaibed beperkt blijven.

24 - erosie bestrijden - landschap beschermen


In het algemeen kunnen de voorgaande zaaimachines ook worden ingezet in de gangbare landbouw (na ploegen). Er dient natuurlijk te worden opgelet dat het zaaibed niet te fijn wordt gemaakt. Landbouwers die erosie brongericht, via niet-kerende bodembewerking, willen bestrijden, kunnen daarvoor met de VLM een beheerovereenkomst niet-kerende bodembewerking sluiten.

VOORWAARDEN - -

Het perceel is akker, maar gras als teelt in een jaarlijkse teeltrotatie mag; De bodembewerking mag geen kering van de bodem veroorzaken, tenzij wanneer ongunstige weersomstandigheden bij het oogsten structuurbederf van de bodem hebben veroorzaakt en de kerende bodembewerking noodzakelijk is voor een goede bodemstructuur. De kerende bodembewerking moet ten minste 48 uur voordat de bodembewerking wordt uitgevoerd, worden gemeld aan de contactpersoon bij de VLM.

TOELAGE De landbouwer ontvangt daarvoor 80 euro/ha/jaar als de maatregel dat jaar uitgevoerd werd.

GOED OM WETEN De beheerovereenkomst niet-kerende bodembewerking is niet langer perceelsgebonden; de landbouwer kan deze beheerovereenkomst dus voor een bepaalde oppervlakte akker land afsluiten (roterend systeem over de bedrijfsoppervlakte).

> Een voorbeeld van niet-kerende bodembewerking in Zillebeke erosie bestrijden - landschap beschermen - 25


VRAAG & ANTWOORD Welke machines mag men gebruiken wanneer men een overeenkomst voor het pakket niet-kerende bodembewerking gesloten heeft? Verschillende machines en combinaties mogen gebruikt worden. De enige voorwaarde is dat de grond niet mag gekeerd worden bij de bewerking, ploegen is dus uit den boze. Kan men bewerkingen met het oog op het ontstoppelen van akkers met cultivatoren, woelers, schijveneggen,‌ beschouwen als niet-kerende bodembewerking? Ja, op voorwaarde dat de grond niet gekeerd wordt. Een schijveneg kan ook zo opgesteld worden dat de grond gekeerd wordt. Deze bewerking komt dan uiteraard niet in aanmerking voor het pakket niet-kerende bodembewerking. Hoe flexibel zijn de bepalingen van het pakket niet-kerende bodembewerking? Wat zijn slechte weersomstandigheden? Gelden bepaalde gewassen (bv. wortelen of aardappelen) of ziektes of plagen ook als uitzondering? Het is aan de landbouwer om te bepalen wanneer er bij de oogst door slechte weersomstandigheden sprake is van structuurbederf van de bodem. Hij moet dit tenminste 48 uur voordat hij de bodembewerking zal uitvoeren melden aan de VLM. In dit geval ontvangt hij geen beheersvergoeding voor het betreffende jaar. Er zijn geen uitzonderingen mogelijk voor bepaalde gewassen of ziektes of plagen. Hoe wordt er gecontroleerd of de uitgevoerde bewerkingen niet-kerend geweest zijn? Dit gebeurt via terreincontroles op het moment dat dit in het veld waarneembaar is.

26 - erosie bestrijden - landschap beschermen


1.2 Groenbedekker Om de bodem optimaal bedekt te houden en de bodemstructuur te verbeteren, kan een groenbedekker ingezaaid worden. Courante groenbedekkers zijn grassen (vb. Italiaans raaigras, Haver, Rogge), kruisbloemigen (vb. Gele mosterd), vlinderbloemigen (vb. Witte klaver) of andere soorten als Facelia. De inzaai van een groenbedekker gebeurt na de oogst van een hoofdteelt. Op die manier is de bodem tijdens de periodes waarin het risico op erosie groot is (winter) bedekt. Na de winter kan de groenbedekker worden ondergeploegd of via een niet-kerende bodembewerking oppervlakkig ingewerkt worden. Sinds kort bestaat er een Ieperse toelage voor land- en tuinbouwers die hun akkerland inzaaien met een groenbedekker. Het stadsbestuur wil hiermee het stopzetten van de toelage vanuit het Vlaamse Gewest ondervangen.

VOORWAARDEN a) b) c)

een schriftelijk verzoek via een daartoe bestemd aanvraagformulier nadat de gronden zijn ingezaaid levert de landbouwer het bewijs door het voorleggen van een kopie van de factuur van het zaaigoed met vermelding van aard en hoeveelheid van de groenbedekker de groenbedekker dient ingezaaid v贸贸r 1 november en behouden tot 15 februari, tenzij een gemotiveerde afwijking aangevraagd en goedgekeurd wordt. De groenbedekker dient nadien bij voorkeur ingeploegd te worden zonder gebruik van bestrijdingsmiddelen.

TOELAGE

De toelage bedraagt 12,50 euro/ha in te zaaien groenbedekker en maximaal 200,00 euro/landbouwer.

1.3 Mulchen Mulchen is het bedekken van de bodem met organisch materiaal. Bij de oogst van vb. korrelma茂s blijven heel wat gewasresten op de akker achter; deze vormen een mulch. Ook stro of een afgestorven groenbedekker kunnen als mulch dienen. Men kan het stro vervoeren naar een andere akker en het daar als mulch verspreiden over het veld. Vlak voor het zaaien kan de mulch ondergeploegd worden. Een andere mogelijkheid is dat men een gereduceerde bodembewerking uitvoert. Op deze manier blijven de resten van de mulch aan het bodemoppervlak liggen en is de bodem ook vlak na het zaaien beschermd tegen de eroderende werking van het afstromend water.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 27


1.4 Contourbewerking Contourbewerking is het bewerken van de bodem parallel aan de hoogtelijnen. Het ploegen, eggen en zaaien gebeurt dus loodrecht op de hellingsrichting. Op die manier wordt vermeden dat kleine stroomkanaaltjes voorgevormd worden waarlangs het water zijn weg stroomafwaarts vindt. Het erosieremmend effect kan nog verminderd worden door gewassen op ruggen te zaaien.

1.5 Onderzaai Onderzaaien bestaat erin een groenbedekker in de hoofdteelt in te zaaien. De meest bekende techniek is het inzaaien van gras in jonge kuilma誰s. Indien de ma誰soogst onder goede omstandigheden gebeurt, groeit het gras door en biedt het, door een goede bodembedekking, voldoende bodembescherming tegen de herfst- en winterregens.

1.6 Dubbele inzaai Bij dubbel inzaaien, zaait men twee keer in de zone waar het water over de akker stroomt en regelmatig geulen of ravijnen veroorzaakt. Enkel gewassen waarbij de rijafstand niet belangrijk is, komen hiervoor in aanmerking. Indien echter een hevige regenbui vlak na de inzaai valt, heeft deze techniek geen effect naar bodemerosie toe.

1.7 Directe inzaai Bij directe inzaai wordt het hoofdgewas met een speciale machine gezaaid in de vegetatieresten van de vorige oogst of van de afgestorven groenbedekker zonder dat er een zaaibedbereiding gebeurt. Het toepassen van deze techniek vraagt een grotere deskundigheid van de landbouwer en hij moet op een alertere manier aan landbouw doen: er moet voldoende aandacht besteed worden aan onkruid- en slakkenbestrijding, juiste tijdstip van inzaaien, ... Landbouwers die erosie brongericht, via directe inzaai, willen bestrijden, kunnen daarvoor met de VLM een beheerovereenkomst directe inzaai sluiten.

VOORWAARDEN - - -

Het perceel is akker, maar gras als teelt in een jaarlijkse teeltrotatie mag; De bodem mag niet verstoord worden door onder andere het ploegen of scheuren ervan, behalve voor het inzaaien van gewassen doorheen de resten van de vorige teelt of doorheen een groenbedekker door middel van een directinzaaimachine en met uitzondering van het bemesten door middel van injectie; De beheerder meldt jaarlijks bij de aangifte op welke percelen de directe inzaai zal worden toegepast.

TOELAGE De landbouwer ontvangt daarvoor 200 euro/ha/jaar.

28 - erosie bestrijden - landschap beschermen


VRAAG & ANTWOORD Volgens de bepalingen van het pakket directe inzaai is het gebruik van stalmest niet mogelijk. Hoe kan men het humusgehalte van percelen waarop het pakket directe inzaai toegepast wordt toch voldoende op peil houden? Door het toepassen van het pakket directe inzaai zal het humusgehalte op peil gehouden worden. De oogstresten blijven immers op het veld. Bovendien is het pakket niet perceelsgebonden: men is niet verplicht om 5 jaar na elkaar het pakket op hetzelfde perceel toe te passen. Zo is het toedienen van stalmest mogelijk in de jaren wanneer het perceel niet direct wordt ingezaaid. Hoeveel bedraagt de VLIF-investeringssteun voor de aankoop van landbouwwerktuigen voor het uitvoeren van directe inzaai? De VLIF-steun voor machines voor directe inzaai is verhoogd tot 20% met ingang van 10/03/06 (met terugwerkende kracht).

erosie bestrijden - landschap beschermen - 29


2. Kleinschalige infrastructuurmaatregelen 2.1

Grasbufferstroken Een grasbufferstrook is een strook die is ingezaaid met grassen of een gras- en kruidenmengsel. Grasbufferstroken legt men vooral aan onderaan een perceel. Om de hellingslengte van een groot perceel te verkleinen, kunnen er meerdere grasbufferstroken op het perceel aangelegd worden. In tegenstelling tot grasgangen, worden grasbufferstroken loodrecht op de hellingsrichting aangelegd (evenwijdig met de hoogtelijnen). Ze zorgen ervoor dat het sediment opgevangen wordt, maar de erosie op de akker wordt niet bestreden.

Landbouwers die erosie symptoomgericht, via de aanleg van een grasbufferstrook, willen bestrijden, kunnen daarvoor met de VLM een beheerovereenkomst grasbufferstroken sluiten.

VOORWAARDEN - - - - - - -

Het perceel is akker, maar gras als teelt in een jaarlijkse teeltrotatie mag; Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken in de grasstrook, uitgezonderd plaatselijke bestrijding van distels; De grasstrook moet gedurende vijf opeenvolgende jaren een aaneengesloten grasmat vormen; Na (plaatselijke) overspoeling van de grasbufferstrook met sediment van de akker moet de graszode hersteld worden; Als zich een ploegvoor of ploegwal vormt naast de grasstrook, dan dient deze verwijderd te worden; Voor 1 mei van het eerste jaar van de overeenkomst dient een strook ingezaaid te worden met doorlevende grassoorten, een graskruidenmengsel of een bestaande strook bewaard. Over de grasbufferstrook mag er niet gereden worden.

Voor de breedte van een grasbufferstrook wordt een veelvoud van 3 meter aanbevolen met een minimum van 6 meter en maximum van 21 meter. Deze strook moet evenwijdig met de hoogtelijnen van het perceel worden aangelegd. De breedte is afhankelijk van de te verwachten hoeveelheid op te vangen sediment.

TOELAGE De landbouwer ontvangt daarvoor 0,13 euro/m²/jaar.

30 - erosie bestrijden - landschap beschermen


2.2

Grasgangen Een grasgang is een strook gras die wordt aangelegd in een akker, op de plaats waar het afstromend water zich van nature concentreert (in de droge vallei). De breedte van een grasgang is afhankelijk van de verwachte hoeveelheid op te vangen sediment komende van het stroomopwaarts gebied.

> Voorbeeld van een grasgang in Watou.

Rekening houdend met de afmetingen van landbouwmachines (o.a. maaimachines) is het aanbevolen de breedte van een grasbufferstrook en/of een grasgang als een veelvoud van 3 meter uit te voeren. Het gras kan het best worden ingezaaid (vb. 100 kg/ha) op een tijdstip dat het snel groeit en dat er weinig erosierisico is (vb. een droge periode in augustus - september). Het betreft een mengsel van doorlevende grassoorten die zichzelf regenereren, het hele jaar door een goede bedekking geven, droogtebestendig en vorstbestendig zijn, een sterke en diepe wortelmat vormen en zorgen voor een goede ruwheid, ook na een recente maaibeurt. Landbouwers die erosie symptoomgericht, via de aanleg van een grasgang, willen bestrijden, kunnen daarvoor met de VLM een beheerovereenkomst grasgangen sluiten.

VOORWAARDEN

Dezelfde voorwaarden gelden als vermeld onder ‘2.1. Grasbufferstroken’.

De grasgang moet minstens 9 m en maximum 30 m breed zijn. Deze strook moet loodrecht op de hoogtelijnen van het perceel worden aangelegd.

TOELAGE De landbouwer ontvangt daarvoor 0,16 euro/m²/jaar voor de delen van de grasgang die niet gelegen zijn langs de perceelsgrens en 0,13 euro/m²/jaar voor de delen van de grasgang gelegen tegen de perceelsgrens.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 31


VRAAG & ANTWOORD Kan een aarden landweg als grasstrook worden ingezaaid? Een grasstrook op een landweg komt niet in aanmerking voor een beheersovereenkomst. Het perceel waarop een beheersovereenkomst wordt afgesloten mag uitsluitend als akkerland gebruikt worden. Een landweg kan niet beschouwd worden als cultuurgrond: de grond is niet bestemd als voedingsbodem van land- en tuinbouwgewassen of voor boomkwekerij. Ook delen van percelen waarop een recht van doorgang rust, komen niet in aanmerking voor een beheersovereenkomst. De gemeente kan voor deze maatregel wel subsidies aanvragen in het kader van het Erosiebesluit. Hier worden dan vergoedingen voorzien voor eigenaars en gebruikers. Bij de berekening van de vergoeding zal er mee rekening gehouden worden dat de grasstrook ook als landweg functioneel blijft. Grasbufferstroken kunnen verzadigd geraken met sediment. Mogen deze grasbufferstroken opnieuw ingezaaid worden? Wat gebeurt er indien men kort na de herinzaai controle krijgt? De landbouwer dient ervoor te zorgen dat gedurende 5 jaar steeds een aaneengesloten grasmat aanwezig is. Indien (een deel van) de grasstrook beschadigd is door sedimentatie en de landbouwer oordeelt dat de grasstrook het best kan hersteld worden via herinzaai of doorzaai, is dit mogelijk. Dit herstel van de grasstrook wordt beschouwd als beheer van de grasstrook. Herinzaaien of doorzaaien van beschadigde delen van de grasstrook wordt best vooraf gemeld aan de VLM. Welke bemestingsnormen gelden voor grasbufferstroken/grasgangen? In de beheerovereenkomst erosiebestrijding staat dat de grasbufferstroken bemest mogen worden ‘volgens de geldende wettelijke normen’. Hiermee worden de normen bedoeld die op de rest van het perceel gelden (en dus niet de normen van grasland). In het besluit met de beheerovereenkomsten erosiebestrijding zijn geen bepalingen i.v.m. bemesting opgenomen. De hoofdbedoeling is immers erosiebestrijding, en niet een verminderde bemesting. Wordt de oppervlakte van de grasbufferstroken/grasgangen afgetrokken van de bemestbare oppervlakte? Nee. Moeten grasbufferstroken/grasgangen gemaaid worden? Wat indien de grasstrook onbereikbaar is wanneer de teelt nog op het veld staat? Het maaien van grasbufferstroken/grasgangen is niet verplicht. Als de landbouwer zijn bufferstrook wenst te maaien, voorziet hij best een doorgang naar de strook of trekt hij de strook door tot waar die bereikbaar is. De landbouwer moet ervoor zorgen dat de grasbufferstrook of grasgang een aaneengesloten grasmat vormt. Verkruiding kan de efficiëntie van een grasstrook sterk doen afnemen. Via een aangepast maaibeheer is het echter mogelijk verkruiding tegen te gaan. Mag een grasbufferstrook of een grasgang (tijdelijk) begraasd worden? Ja, zolang de grasmat onbeschadigd blijft. De grasbufferstrook of grasgang moet dan wel als een afzonderlijk perceel aangegeven worden bij de Mestbank. Voor de grasbufferstroken en grasgangen gelden in dit geval de bemestingsnormen voor grasland.

32 - erosie bestrijden - landschap beschermen


Worden grasbufferstroken en grasgangen, nadat zij 5 jaar onder gras hebben gelegen, ingedeeld als blijvend grasland? Nee. De teksten van de Europese Commissie in verband met de rechtstreekse steun aan landbouwbedrijven (beter bekend als de MTR) stellen expliciet (Verordening EG Nr. 796/2004, art.4, punt 3) dat maatregelen genomen in het kader van de landbouw-leefmilieumaatregelen (de beheersovereenkomsten dus) geen aanleiding kunnen geven tot het aanduiden van blijvend grasland. Het referentieareaal blijvend grasland per bedrijf werd trouwens vastgelegd op basis van de aangifte 2003. Later aangelegd grasland telt dus niet mee voor het bepalen van het verplichte areaal blijvend grasland. Het sluiten van een beheerovereenkomst zal dan ook niet interfereren met de wetgeving voor blijvend grasland. De grasstroken kunnen wel aangegeven worden als blijvend grasland en zo gebruikt worden om het referentieareaal blijvend grasland te behalen.

2.3

Aanleg van dammen (bestaande uit aarde, strobalen, kokosbalen, ‌)

Aarden dammen met een opvang- en bezinkingszone (erosiepoel) worden in droge valleien of op perceelsranden aangelegd. Het afstromend water wordt tijdelijk gebufferd, zodat het meegevoerde sediment bezinkt. Via een knijpopening in de dam kan de buffer geleidelijk aan leeg lopen. Om damdoorbraak bij extreme neerslag te voorkomen, is een verstevigde overloop noodzakelijk. De aanleg van een damconstructie is bouwvergunningsplichtig. > Erosiedam uit kokosbalen.

Aarden dammen kunnen vervangen worden door dammen bestaande uit strobalen of kokosbalen. Strobalen verminderen de snelheid van het afstromend water, waardoor het meegevoerde sediment bezinkt. Het is echter een tijdelijke oplossing: het stro verrot en na enkele jaren moeten de strobalen vervangen worden. Damconstructies impliceren dat de zone stroomopwaarts van de dam enige tijd onder water komt te staan. Daarom worden de dammen aangelegd in combinatie met een grasgang of met een bufferstrook. Bij extreme regens is er kans op damdoorbraak. Om dit te voorkomen, is het nemen van brongerichte maatregelen op de akkers wenselijk.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 33


Landbouwers die erosie symptoomgericht, via de aanleg van een aarden dam met erosiepoel, willen bestrijden, kunnen daarvoor met de VLM een beheerovereenkomst aarden dam met erosiepoel sluiten.

VOORWAARDEN - - - - - - -

Op het perceel wordt een erosiepoel van maximum 0,5 meter diep gegraven; De uitgegraven grond wordt gebruikt om aan de stroomafwaartse grens van de erosiepoel een dam aan te leggen; De dam heeft gedurende de volledige duur van de overeenkomst een hoogte tussen 30 cm en 1 meter en een maximale helling van 45 graden; De dam wordt zoveel als mogelijk horizontaal aangelegd en mag met haar uiteinden aansluiten op de bestaande hellingen van het terrein; De erosiepoel en dam worden ingezaaid met doorlevende grassoorten of met een graskruidenmengsel met doorlevende soorten; Geen bestrijdingsmiddelen gebruiken in de erosiepoel, uitgezonderd pleksgewijze bestrijding van distels; De grasmat moet gedurende vijf opeenvolgende jaren een aaneengesloten grasmat vormen.

TOELAGE De landbouwer ontvangt daarvoor een vergoeding per lopende meter dam per jaar, afhankelijk van de hoogte van de dam en de plaats waar deze is aangelegd: Hoogte dam minder dan 40 cm tussen 40 en 75 cm hoger dan 75 cm

akker 1,00 euro 2,60 euro 4,40 euro

grasland 0,70 euro 1,90 euro 3,40 euro

VRAAG & ANTWOORD Is voor de aanleg van een aarden dam met erosiepoel een stedenbouwkundige vergunning vereist? Het decreet op de ruimtelijke ordening zegt dat van zodra een aanzienlijke reliĂŤfwijziging gebeurt, een stedenbouwkundige vergunning noodzakelijk is. Dit is hier het geval. De vergunning moet er zijn voordat de werken gebeuren. Wanneer de landbouwer een aarden dam met erosiepoel wenst aan te leggen, kan hij best eerst contact opnemen met de buitendienst van de VLM zodat kan nagekeken worden of de erosiepoel juridisch mogelijk is. Vervolgens kan de landbouwer een stedenbouwkundige vergunning aanvragen. Na het verkrijgen van de vergunning sluit de VLM het definitieve contract. Kan een aarden dam met erosiepoel ook in weiland aangelegd worden? Ja. Op grasland liggen de vergoedingen voor een aarden dam met erosiepoel echter lager dan op akkerland.

34 - erosie bestrijden - landschap beschermen


2.4

Perceelsranden natuur en milieu

Concreet betekent dit dat je een beschermingsstrook aanlegt langs waterlopen, holle wegen, wegberm, houtkanten, houtwallen, heggen of bossen. Op erosiegevoelige percelen zal de beschermingsstrook de afstroom van meststoffen en bodemdeeltjes beperken. Perceelsrandenbeheer wordt aangeboden in de vorm van twee pakketten, perceelsrandenbeheer “natuur” of “milieu”. Deze pakketten zijn in de regel toepasbaar in gans Vlaanderen, zowel op grasland als op akkerland. De landbouwers kunnen deze maatregel inzetten indien ze erosie willen bestrijden in licht erosiegevoelige zones. Landbouwers die kiezen voor een beschermingsstrook kunnen daarvoor met de VLM een beheerovereenkomst perceelsrand natuur of milieu sluiten. > Voorbeeld van een perceelsrand in Zillebeke.

VOORWAARDEN Perceelsrand natuur - De beschermingsstrook moet aangelegd worden op grasland of een akker voor 1 mei van het eerste jaar van de beheerovereenkomst. De beschermingsstrook wordt tot stand gebracht door ofwel het inzaaien van een grasmengsel of door een bestaande grasstrook te behouden. - Gemiddeld genomen is de beschermingsstrook minimaal 6 meter breed en maximaal 12 meter breed. De beschermingsstrook moet over de volledige lengte breder zijn dan 3 meter. - Er mogen geen bestrijdingsmiddelen gebruikt worden in de beschermingsstrook met uitzondering van de plaatselijke bestrijding van distels. - Er mogen geen meststoffen gebruikt worden. - De strook mag niet als doorgang gebruikt worden. - Maaien mag vanaf 15 juni, het maaisel moet binnen de 15 dagen afgevoerd worden. - De natuurlijke vegetatie die bij de beschermingsstrook hoort, mag op geen enkele manier worden gewijzigd. Dus afbranden, vernietigen, beschadigen of doen afsterven van deze vegetatie met mechanische of chemische middelen is uitgesloten. Indien de beschermingsstrook wordt aangelegd langs een waterloop is het toegestaan dat het ruimingsslib van deze waterloop op de beschermingsstrook wordt gebracht. Schade moet wel hersteld worden.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 35


VOORWAARDEN Perceelsrand milieu - Dezelfde maatregelen als voor de perceelsrand natuur, alleen mag de strook het jaar rond gemaaid worden. De afvoer van het maaisel moet binnen de 15 dagen afgevoerd worden. - De strook mag wel gebruikt worden als wendakker. Indien de beschermingsstrook wordt aangelegd langs een waterloop is het toegestaan dat het ruimingsslib van deze waterloop op de beschermingsstrook wordt gebracht. Schade moet wel hersteld worden.

TOELAGE Perceelsrand natuur: Perceelsrand milieu:

0,1581 euro/m²/jaar 0,0845 euro/m²/jaar

36 - erosie bestrijden - landschap beschermen


C. Kleine landschapselementen en landschapszorg 1. Behaag het landschap! Samen met de andere bewoners van het platteland spelen landbouwers een beslissende rol voor het behoud of de ontwikkeling van de waarden, de biodiversiteit, de aantrekkelijkheid van onze landschappen. Indien we het eigen karakter, de typerende landschappelijke én historische waarden binnen onze landschappen willen behouden en valoriseren, blijft het herstel, het behoud en het goede beheer van kleine, levende landschapselementen van groot belang: de hagen en heggen, houtkanten, bosjes, (knot-)bomen, boomdreven, solitaire bomen, fruitboomgaarden, veedrinkpoelen, beekjes, sloten en grachten, … Om zowel landbouwers als “plattelanders” hierbij te ondersteunen, organiseert de stad Ieper reeds méér dan 17 jaar jaarlijks de plantactie “Behaag het Landschap!”. Deze actie ging van start in het najaar van 1991. “Behaag het landschap!” helpt zowel financieel, inhoudelijk als praktisch bij de aanplanting van streekeigen groen op het platteland. In de beginjaren beperkte de actie zich tot de (toen nog) 4 gemeenten binnen het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels. In samenwerking met onder meer Samenwerkingsopbouw Westhoek en Proclam vzw, breidde het concept zich snel uit naar (bijna) de volledige provincie, en ten slotte in heel Vlaanderen. Na al die jaren is de actie in Ieper zeker nog niet uitgedoofd: elk jaar worden 40 tot 60 projecten uitgevoerd. Dit bewijst de zin van deze plantactie. Het aantal planten dat jaarlijks via de plantactie “Behaag het Landschap!” wordt aangeplant varieert tussen de 7.500 en de 15.000! Jaarlijks worden via de actie ook enkele honderden hoogstammen en/of fruitbomen aangeplant.

1.1 Houtkanten tegen erosie Lijnvormige, levende groenstroken (vooral houtkanten) spelen ook een enorme rol in de strijd tegen erosie. In traditionele landbouwgebieden met veel hellingen werden steevast hagen en houtkanten aangeplant of in stand gehouden als veilige buffer tegen de afspoelende bodemlaag. Dergelijke (soms eeuwenoude!) houtkanten liggen aan de oorsprong van de typerende terrasvorming op hellende akkers en graslanden. Een betere wapening tegen erosie is niet denkbaar. Van dergelijke terrrasvorming via houtkanten bleven nog mooie voorbeelden bewaard in onze streek. Soms zie je nog duidelijk de terrasstructuur, maar zijn de houtkanten op de steile taluds verdwenen …

erosie bestrijden - landschap beschermen - 37


> Een houtkant stabiliseert de oever van de Bollaertbeek in Voormezele.

Ook langs beekoevers speelt een stevige houtkant of een rij (knot-)bomen een onvervangbare rol als bodemversteviging. De wortelstructuur stabiliseert en beschermt de oeverbodem tegen afkalving en uitspoeling. In het Ieperse zijn er mooie voorbeelden van goed beplante en dus erosievrije beekoevers te vinden langs de Bollaertbeek en de Wijtschaatsebeek (Voormezele), en langs de Bassevillebeek in Zillebeke. Negatieve voorbeelden vind je vooral langs de Grote Kemmelbeek in Vlamertinge en Elverdinge. Door een agressieve erosie verdwijnen daar jaarlijks hele happen van de beekoever. Hier is er nog héél veel werk aan de winkel! Zonder de natuurlijke bescherming van houtkanten en boomrijen is het merendeel van onze beekoevers veroordeeld tot actieve en zelfs agressieve erosie!

> Zonder houtkant heeft erosie vrij spel.

1.2 Méér dan enkel erosiebestrijding Behalve de strijd tegen erosie brengen de aanplantingen van bomen en struiken nog meer soelaas binnen het landbouwbedrijf: beschutting voor het vee, windschermen voor de akkerteelten of fruitboomgaarden, visueel afschermen van storende gebouwen of structuren, aantrekken van roofinsecten en vogels die zich voeden met allerlei parasieten op de veldvruchten. Tenslotte is een ‘groen bedrijf’ ongetwijfeld veel aangenamer om in te wonen en te werken! Landbouwers die op hun erf ook gasten of logies ontvangen, weten dit maar al te goed.

38 - erosie bestrijden - landschap beschermen


1.3 De werkwijze Via de actie “Behaag het landschap!� wordt een ruime selectie van streekeigen bomen en struiken als jong plantgoed in pakketten aangeboden aan goedkope voorwaarden (ongeveer 50% van de normale prijzen). Dat kan omwille van de gegroepeerde aankoop aan groothandelsprijzen en een toelage van de stad. Vanaf 1996 werd de actie uitgebreid met hoogstammige bomen voor de aanplanting van dreven of solitaire bomen en voor de aanplanting van nieuwe hoogstammige fruitbomen. Indien gewenst wordt er ter plaatse advies gegeven. Deze actie wordt uitgevoerd door de Ieperse Groendienst, in samenwerking met de dienst Milieueducatie.

VOORWAARDEN - - - - -

De actie is bedoeld voor aanplantingen op het platteland, de gele en/of groene zones op het gewestplan. Aanplantingen in woonzones (rood op het gewestplan) komen niet in aanmerking. Ook niet-landbouwers kunnen aan de actie deelnemen. De plantactie wordt elk jaar gedurende twee periodes uitgevoerd: in januari/ februari en in november/december. De bestellingen worden ingewacht tegen half november en tegen half februari. De planten worden dan beschikbaar in het begin van december en/of in het begin maart. Over de juiste datum wordt u steeds telefonisch gewaarschuwd. De planten worden opgehaald in de Groendienst (Oudstrijderslaan 1 te Ieper) op werkdagen tussen 8u en 17u. Het plantgoed wordt aangeboden in gemengde pakketten. Elk pakket beantwoordt aan een bepaalde keuze, omstandigheid of bestemming. U kan meerdere en verschillende pakketten bestellen. Elk pakket bevat 20 stuks plantgoed, 60 tot 90 cm groot. Per pakket wordt â‚Ź 5,00 gerekend, of 25 cent per plant (prijs in 2008). Per aanvraag kunnen maximaal 50 pakketten of 1.000 stuks plantgoed besteld worden. De samenstelling van de pakketten kan worden aangepast, maar steeds binnen de opvattingen van de actie: streekeigen en landschappelijke, zoveel mogelijk gemengde aanplantingen. Soorten buiten de basislijst komen niet in aanmerking.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 39


1.4 De plantpakketten van “Behaag het Landschap”

PAKKET 1:

BREDE HOUTKANT OF BOS (soorten die hoog en breed kunnen uitgroeien) - Es (5) (Fraxinus excelsior) - Kleinbladige linde (5) (Tilia cordata) - Zoete kers (5) - (Prunus avium) - Zomereik (5) - (Quercus robur)

Beheer: - -

Bosje: na 4 tot 5 jaar de beste exemplaren vrijstellen (1 op 4), andere afsnoeien tot bodem (“hakhoutbeheer met overstaanders”) als houtkant (groenscherm): om de 5 tot 8 jaar kort afzetten (hakhoutbeheer).

Plantafstand: - - -

bosje: 2 m tussen elke boom houtkant: 1 m tussenafstand solitaire bomen: voorzie minstens 4 meter rondom de plantplaats: kleine boompjes worden groot!

Goed te combineren met struiken (pakket 3-4-5) en middelhoge soorten (pakket 2).

PAKKET 2:

HOUTKANT OF BOSJE (MIDDELHOGE SOORTEN) idem als pakket 1 maar deze soorten groeien minder hoog en breed uit. - Haagbeuk (4) - (Carpinus betulus) - Ruwe berk (4) - (Betula pendula) - Veldesdoorn (4) - (Acer campestre) - Lijsterbes (4) - (Sorbus aucuparia) - Zwarte els (4) - (Alnus glutinosa)

Beheer:

geschikt als bosje, groenscherm, brede haag of houtkant.

Plantafstand: 0,5 m tot 1 m voor groenscherm of houtkant, 2 m voor bosje. Kan gecombineerd worden met pakket 1 (bosje), pakketten 3, 4 (groenscherm) en 5 (houtkant).

40 - erosie bestrijden - landschap beschermen


PAKKET 3: (Samen

GEDOORNDE STRUIKEN Meidoorn vormt de traditionele weidehaag. - Meidoorn (10) - (Crataegus monogyna) - Sleedoorn (10) - (Prunus spinosa) of afzonderlijk te bestellen)

Beheer: houtkant of geschoren haag. Verdraagt uitstekend snoeien of afzetten. Plantafstand: tot 4 planten per lopende meter voor gesloten haag; 0,5 m voor losser verband (heg, houtkant). Bij bacterievuur (alsof bloesems, bladeren en twijgen, door vuur verschroeid werden): de aangetaste delen diep insnoeien en verbranden. Sleedoorn is zeer goed geschikt als opvuller van verloren hoekjes die weinig beheer behoeven (vb. vogelbosje!). De doornen bieden bescherming aan vogels.

PAKKET 4:

LAGERE HOUTKANT OF GESCHOREN HAAG Gemakkelijk groeiende soorten zonder doornen, ze behouden hun schermfunctie in de winter. Goed geschikt om te snoeien. - Wilde liguster (6-7) - (Ligustrum vulgare) - Veldesdoorn (6-7) - (Acer campestre) - Haagbeuk (6-7) - (Carpinus betulus)

Beheer:

als hakhout (kort terugsnoeien om de 4 Ă 6 jaar ); als gesloten haag (tot 4 planten per lm, jaarlijks tot 2 maal vormsnoei).

Plantafstand: groenscherm of houtkant : 0,5 m tot 1 m.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 41


PAKKET 5A:

BLOEMRIJKE HAAG A (EETBARE SOORTEN) Selectie van mooi bloeiende soorten. De vruchten zijn eetbaar èn lekker, ook voor mensen! Aantrekkelijk voor vogels, vlinders, ... - Hazelaar (5) - (Corylus avellana) - Krenteboompje (5) - (Amelanchier lamarckii) - Egelantier (5) - (Rosa rubiginosa) - Gele kornoelje (5) - (Cornus mas)

Beheer: niet geschikt als geschoren haag. Veel snoei verhindert bloei. Eventueel afzetten om de 5 tot 7 jaar. Indien voldoende ruimte: enkel bijsnoeien. Plantafstand: 0,5 m tot 1 m (houtkant). Kan gemengd worden met andere pakketten. Ideaal als randbeplanting bij pakketten 1 en 2.

PAKKET 5B: BLOEMRIJKE HAAG B (NIET EETBARE SOORTEN) Selectie van opvallend bloeiende soorten. Vruchten zijn niet eetbaar voor mensen! Wel zeer aantrekkelijk voor vogels, vlinders, ... - Gelderse roos (4) - (Viburnum opulus) - Vuilboompje (4) - (Rhamnus frangula) - Inheemse vogelkers (4) - (Prunus padus) - Kardinaalsmuts (4) - (Euonymus europaeus) - Rode kornoelje (4) - (Cornus sanguinea) Beheer en plantafstand: zie pakket 5a. Kan gemengd worden met andere pakketten. Ideaal als randbeplanting bij pakketten 1 en 2.

42 - erosie bestrijden - landschap beschermen


PAKKET 6:

NATTE GRONDEN-WATERKANTEN Selectie voor wateroevers, meersen, natte kleigrond. - Zwarte els (5) - (Alnus glutinosa) - Waterwilg (5) - (Salix caprea) - Schietwilg (5) - (Salix alba) - Es (5) - (Fraxinus excelsior)

Beheer:

hakhout, als volwaardige boom laten uitgroeien, of tot knotboom snoeien.

Plantafstand: 1 m (houtkant) tot 2 m (bosje) of 4 Ă 8 m (bomenrij). Te mengen bij alle andere pakketten. Soortensamenstelling aan te passen naargelang wensen en bedoeling.

GOED OM WETEN Geschoren hagen en beheerde houtkanten moeten minstens op 0,5 m van de perceelsgrens aangeplant worden, hoogstammige bomen op 2 m, een bos(je) op 6 m. Het is altijd beter om de afstand tot perceelsgrenzen, gebouwen, weideafsluitingen e.d. voldoende ruim te nemen.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 43


2. Onderhoud, herstel en ontwikkeling van kleine landschapselementen Het behoud van kleine landschapselementen als knotbomen, hagen, houtkanten en poelen op een landbouwbedrijf vergt heel wat onderhoudswerk: knotten, scheren, afzetten, uitslibben. Om dit noodzakelijke beheerswerk te ondersteunen en aan te moedigen richtte de stad Ieper, in samenspraak met de andere gemeenten binnen het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels, in 1997 een gemeentelijke toelage in. Vanaf november 1997 tot eind 2007 deden niet minder dan 170 Ieperse landbouwers regelmatig beroep op deze toelage. In totaal werden 438 dossiers behandeld, gemiddeld 44 per jaar. De stad Ieper betaalde per jaar gemiddeld 6.741,23 euro uit. Het overzicht met de grafiekjes toont de resultaten per jaar en per soort beheerswerk.

Naar aanleiding van de vernieuwde en uitgebreidere beheerovereenkomsten die landbouwers vanaf 2009 met de VLM kunnen afsluiten (zie verder in deze brochure) wordt het systeem van de toelagen voor KLE aangepast. NIEUW! Vanaf 1 januari 2009 komt enkel nog het knotten van knotbomen in aanmerking voor de gemeentelijke toelage. Knotbomen werden immers niet opgenomen in de beheerovereenkomsten van de VLM. Er wordt wel een uitzondering gemaakt voor het onderhoud van de andere elementen, op voorwaarde dat deze NIET door de VLM via een overeenkomst kunnen betoelaagd worden. 44 - erosie bestrijden - landschap beschermen


2.1 Knotbomen Onderhoud van knotbomen maakt geen deel uit van de beheerovereenkomsten van de VLM. De betoelaging blijft wel mogelijk door het stadsbestuur.

VOORWAARDEN - - - -

Vraag een aanvraagformulier aan bij de Ieperse dienst milieueducatie. (tel. 057 239 535, of milieu_educatie@ieper.be) U vult het formulier in, eventueel voorzien van de gevraagde bijlagen en een berekening van de gevraagde vergoeding. Bezorg dit terug aan de dienst milieueducatie (Oudstrijderslaan 1 te Ieper). Als u hierbij vragen hebt of raad wenst, neem dan gerust contact op met de dienst. De dienst controleert of de beheerswerken naar behoren en volgens de opgave zijn uitgevoerd. De toelage wordt, binnen de perken van de stadsbegroting, gestort op de rekening van de aanvrager.

- - - - -

Het landschapselement waarvoor toelage wordt aangevraagd moet gelegen zijn op het grondgebied van de stad Ieper, binnen het agrarisch gebied, natuurgebied of parkgebied volgens het Gewestplan. Enkel streekeigen bomen en struiken komen in aanmerking. Het onderhoud van sierbeplantingen wordt nooit betoelaagd. De toelage is begrensd tot 248 euro/jaar/aanvrager. Ze wordt verminderd of uitgesteld indien niet is voldaan aan de voorwaarden of indien de werken gebrekkig werden uitgevoerd. De minimale stamomtrek van elke boom moet minstens 40 cm bedragen. Er kunnen jaarlijks maximaal 20 bomen betoelaagd worden. De totale toelage per bedrijf per jaar is geplafoneerd op 250 euro. Deze toelage kan om de 5 jaar (of meer) worden aangevraagd, telkens in het jaar dat het knotwerk wordt uitgevoerd.

TOELAGE Voor het knotten van knotbomen is er een gemeentelijke toelage van 12,50 euro/knotboom voorzien.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 45


2.2 Poelen Landbouwers die een beheerovereenkomst sluiten met de VLM kunnen steun krijgen voor het onderhouden van bestaande poelen op hun bedrijf, maar ook voor het (her)aanleggen van poelen op geschikte percelen van hun bedrijf. > Veedrinkpoelen vormen een echte levensgemeenschap op het platteland.

2.2.1 Het aanleggen of het heraanleggen en het periodiek onderhouden van poelen Om in aanmerking te komen voor het sluiten van deze beheerovereenkomst moeten de poelen een oppervlakte tussen 25 m² en 150 m² bezitten.

VOORWAARDEN Aanleggen of heraanleggen en het periodiek onderhoud van poelen: - De poel wordt zo aangelegd dat een waterdiepte tussen 0,5 meter en 1,5 meter bereikt wordt, met een minimum diepte van 0,5 meter in droge periodes - Het dichtgroeien (plantengroei) van de poel moet worden voorkomen; jaarlijks plantdelen verwijderen in de periode van 1 september tot 15 oktober - Verlanding moet worden voorkomen - Uitzetten van vissen, eenden, ganzen of zwanen is verboden - Er mogen geen bestrijdingsmiddelen gebruikt worden in de poel of binnen een straal van 5 meter rond de poel - Er mag niet bijgemest worden binnen een straal van 5 meter rond de poel - Het water van de poel mag enkel worden gebruikt ten behoeve van het vee - In de poel mogen geen waterplanten worden aan- of ingebracht (enkel spontane plantengroei)

TOELAGE

- - -

95,45 euro/poel/jaar voor de aanleg van een kleine poel (25-50 m²); 120,13 euro/poel/jaar voor de aanleg van een middelgrote poel (51-100 m²) 144,57 euro/poel/jaar voor de aanleg van een grote poel (101-150 m²)

Een toelage van de stad is enkel mogelijk wanneer deze NIET door de VLM via een beheerovereenkomst kan worden betoelaagd:

46 - erosie bestrijden - landschap beschermen


VOORWAARDEN Deze UITZONDERLIJKE toelagen gelden zowel voor het ontslibben en ruimen als voor het aan leggen van een veedrinkpoel. De toelage is om de 10 jaar of meer toekenbaar, telkens in het jaar dat het werk wordt uitgevoerd. De volgende voorwaarden moeten na de werken voldaan zijn om in aanmerking te komen voor de toelage: - de poel moet zijn originele grootte behouden in geval van ruimen - de poel moet in normale omstandigheden permanent water bevatten (min. 0,5 meter diep) - uit de poel wordt geen water onttrokken tenzij voor het drenken van vee dat op de aangrenzende weilanden loopt en het blussen - de poel moet voor ten minste 2/3 omrasterd zijn als er vee bij kan - ten minste 1 zijde van de poel, liefst de kant gericht naar het zuiden, wordt zacht glooiend afgewerkt (helling ten minste 16/4) - een strook van 5 meter rondom de poel wordt nooit bemest of besproeid met biociden - het ruimen moet gebeuren in de periode vanaf 1 september tot 15 oktober - het uitzetten van vissen, eenden, ganzen of zwanen is verboden

TOELAGE Veedrinkpoelen: - 74,50 euro voor een poel tussen de 25 m² en de 50 m²/jaar - 149,00 euro voor een poel groter dan 50 m²/jaar

2.2.2 Het onderhoud van bestaande poelen Om in aanmerking te komen voor het sluiten van deze beheerovereenkomst met de VLM, moeten de poelen een oppervlakte hebben tussen 25 m² en 150 m².

VOORWAARDEN Voor het onderhouden van poelen gelden dezelfde voorwaarden als vermeld in 2.2.1

TOELAGE

- - -

24,80 euro/poel/jaar voor het onderhoud van een kleine poel (25-50m²) 34,25 euro/poel/jaar voor het onderhoud van een middelgrote poel (51-100 m²) 47,75 euro/poel/jaar voor het onderhoud een grote poel (101-150m²)

erosie bestrijden - landschap beschermen - 47


2.3 Houtige kleine landschapselementen 2.3.1 Het herstel, in standhouden en ontwikkelen Landbouwers die een beheerovereenkomst sluiten met de VLM kunnen steun krijgen voor het herstel, in standhouden en ontwikkelen van houtige kleine landschapselementen. Op kleine schaal - - - -

binnen het eigen bedrijf draagt de landbouwer actief bij: Het creĂŤren van privacy en het inkleden van opslagruimten Het beschermen van teelten en dieren tegen wind, stof en regen Het beletten van afkalven of instorten van steile (water-)kanten Het voorzien in eigen brandhout

Op grotere schaal draagt de landbouwer actief bij tot: - Een verbetering van de natuurlijk functie van de bestaande kleine landschapselementen. - Een toename van de oppervlakte en van het aantal kleine landschapselementen door het aanplanten van heggen, hagen en houtkanten of houtwallen. en bijvolg dus ook: - Het behouden en het herstellen van cultuurhistorische aspecten van onze cultuurlandschappen. - Een verbetering van de visuele kwaliteit van het Vlaamse landschap.

Het onderscheid tussen heggen, hagen en houtkanten. 1. Heg: een lijnvormig breed uitgroeiende begroeiing van houtige gewassen met compacte structuur die door minimaal onderhoud in vorm wordt gehouden en waarin struweelsoorten overheersen.

2. Haag: een lijnvormige aanplanting van houtige gewassen met compacte structuur die door scheren en knippen in vorm wordt gehouden en waarin struiken overheersen; de omlooptijd voor het onderhoud van een haag is korter dan deze voor het onderhoud van een heg.

48 - erosie bestrijden - landschap beschermen


3. Houtkant: elke strook grond, inbegrepen taluds en beekoevers, die met bomen, struiken en kruiden begroeid is en waarvan het onderhoud meestal bestaat uit het periodiek kappen van de houtige gewassen tot aan de grond.

4. Houtwal: een houtkant die op een herkenbare wal, dit is een verhoogd stuk grond, staat.

Wat wordt er concreet verwacht ? Als je een beheerovereenkomst sluit gericht op het beheer van houtige landschapselementen moet je als beheerder een aantal voorschriften in acht nemen. Een beheerovereenkomst wordt gesloten voor 5 jaar. Als je als landbouwer na overleg met een deskundige van de Vlaamse Landmaatschappij beslist om een heg, een haag of een houtkant (-wal) aan te planten dan wordt het volgende verwacht:

VOORWAARDEN Herstel, ontwikkeling van houtige landschapselementen (aanplanten van een haag, heg, houtkant of houtwal) - De heg, de haag, de houtkant of de houtwal wordt aangeplant op een landbouw gebruiksperceel. - Enkel die boom- en struiksoorten aanplanten die opgenomen werden in een lijst met toegelaten streekeigen soorten (lijst zie verder). - Er mogen geen bestrijdingsmiddelen in de heg, de haag, de houtkant of de houtwal gebruikt worden, plaatselijke distels bestrijden kan wel. - Er mogen geen meststoffen of slib in de heg, de haag, de houtkant of de houtwal gebruikt worden. - Eventueel snoeiafval kan enkel op veilige afstand van de heg, de haag, de houtkant of de houtwal worden verbrand: concreet betekent dit branden op een afstand van 20 meter van het klein landschapselement en op 100 meter van een buur. - De vegetatie die bij de heg, de haag, de houtkant of de houtwal hoort, mag niet wijzigen. In de regel is afbranden, vernietigen, beschadigen of het doen afsterven van de vegetatie op mechanische of chemische wijze dus niet toegestaan. Indien een jonge aanplant dreigt overwoekerd te worden, is het wel toegestaan om de vegetatie op mechanische wijze te wijzigen. Bij het aanplanten van een heg gelden bijkomend volgende regels: - De aan te planten heg moet minstens 25 meter zijn, waarbij de plantafstand maximum twee meter bedraagt.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 49


Bij het aanplanten van een haag gelden bijkomend volgende regels: - De aan te planten haag moet minstens 25 meter lang zijn, waarbij de plantafstand maximum 50 cm bedraagt. - De haag wordt minstens ĂŠĂŠn keer elke twee jaar geschoren. Bij het aanplanten van een houtkant of houtwal gelden bijkomend volgende regels: - De aan te planten houtkant of houtwal is maximaal tien meter breed. - Op het betrokken perceel wordt een houtkant of houtwal aangeplant die een oppervlakte heeft van minstens 1,5 are. - Het plantsoen heeft een hoogte van minstens 40 cm. - De aanplant gebeurt in driehoeksverband en de plantafstand bedraagt 1,5 meter.

TOELAGE - 1,41 euro/m/jaar voor het aanplanten van een heg met streekeigen plantgoed. - 2,47 euro /m/jaar voor het aanplanten van een haag met streekeigen plantgoed. - 37,20 euro/are/jaar voor het aanplanten van een houtkant of houtwal met streekeigen plantgoed. Wie gebruik maakt van autochtoon plantgoed, krijgt een hogere vergoeding: Dit is plantgoed afkomstig van authentiek streekeigen zaadbomen of -struiken - 1,54 euro/m/jaar voor het aanplanten van een heg met autochtoon streekeigen plantgoed. - 3,04 euro/m/jaar voor het aanplanten van een haag met autochtoon streekeigen plantgoed. - 49,68 euro/are/jaar voor het aanplanten van een houtkant of houtwal met autochtoon streekeigen plantgoed. Een toelage van de stad is enkel mogelijk wanneer deze NIET door de VLM via een beheerovereenkomst kan worden betoelaagd:

VOORWAARDEN - - - -

Vraag een aanvraagformulier aan bij de Ieperse dienst milieueducatie. (tel. 057 239 535, of milieu_educatie@ieper.be) U vult het formulier in, eventueel voorzien van de gevraagde bijlagen en een berekening van de gevraagde vergoeding. Bezorg dit terug aan de dienst Milieueducatie (Oudstrijderslaan 1 te Ieper). Als u hierbij vragen hebt of raad wenst, neem dan gerust contact op met de dienst. De dienst controleert of de beheerswerken naar behoren en volgens de opgave zijn uitgevoerd. De toelage wordt, binnen de perken van de stadsbegroting, gestort op de rekening van de aanvrager.

TOELAGE Deze UITZONDERLIJKE toelage bedraagt voor hagen: 0,5 euro/lm Voor het scheren van hagen met een lengte van minstens 50 meter kan een toelage van 0,5 euro/lm/jaar. Sierbeplantingen komen niet in aanmerking. 50 - erosie bestrijden - landschap beschermen


2.3.2 Onderhouden van houtige kleine landschapselementen Elke landbouwer kan bestaande heggen, hagen, houtkanten of houtwallen die aanwezig zijn op zijn landbouwbedrijf laten opnemen in een beheerovereenkomst met de VLM.

Wat wordt er concreet verwacht? Als je een beheerovereenkomst sluit gericht op het beheer van bestaande houtige landschapselementen moet je als beheerder een aantal voorschriften in acht nemen. Een beheerovereenkomst wordt gesloten voor 5 jaar. Als je als landbouwer na overleg met een deskundige van de Vlaamse Landmaatschappij beslist om een bestaande heg, een haag of een houtkant (-wal) te planten onderhouden dan wordt het volgende verwacht:

VOORWAARDEN Onderhouden van bestaande hagen, heggen, houtkanten of houtwallen: - De heg, de haag, de houtkant of de houtwal moet hoofdzakelijk bestaan uit streekeigen boom- of struiksoorten. - In de overeenkomst kan bepaald worden dat sommige niet-streekeigen soorten uit de heg, de haag, de houtkant of de houtwal moeten verwijderd worden. - Snoeihout mag verwijderd worden als dit gebeurt voor 15 maart. - Gaten in het houtig landschapselement worden opgevuld met dezelfde soorten. - Er mogen geen bestrijdingsmiddelen in de heg, de haag, de houtkant of de houtwal gebruikt worden, pleksgewijze distels bestrijden kan wel. - Er mogen geen meststoffen of slib in het landschapselement gebruikt worden. - Eventueel snoeiafval kan enkel op veilige afstand van de heg, de haag, de houtkant of de houtwal worden verbrand: concreet betekent dit branden op een afstand van 20 meter van het klein landschapselement en op 100 meter van een buur. - De vegetatie die bij de heg, de haag, de houtkant of de houtwal hoort, mag niet wijzigen. In de regel is afbranden, vernietigen, beschadigen of het doen afsterven van de vegetatie op mechanische of chemische wijze dus niet toegestaan. Indien een jonge aanplant dreigt overwoekerd te worden, is het toegestaan om de vegetatie op mechanische wijze te wijzigen.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 51


Bij het onderhouden van een bestaande heg gelden bijkomend volgende regels: - De heg is minstens 25 meter lang, 1 meter breed en 2 meter hoog. Bij het onderhouden van een bestaande haag gelden bijkomend volgende regels: - De haag is minstens 25 meter lang en 1 meter hoog. - De haag wordt minstens ĂŠĂŠn keer per twee jaar geschoren. Bij het aanplanten van een houtkant of houtwal gelden bijkomend volgende regels: - De te onderhouden houtkant of houtwal is maximaal tien meter breed. - De te onderhouden houtkant of houtwal heeft een oppervlakte van minstens 1,5 are. - Het onderhoud door snoeien of kappen wordt uitgevoerd volgens de technische richtlijnen opgenomen in de overeenkomst. - Het afzetten van de houtkant of houtwal wordt beperkt; jaarlijks mag nooit meer dan 25% van de totale lengte worden afgezet.

TOELAGE De vergoedingen voor het onderhouden van bestaande kleine landschapselementen werden aanzienlijk verhoogd. Tegen een mooie vergoeding kunnen landbouwers actief zorgen voor het behoud van de open ruimte. De vergoedingen voor het onderhoud van bestaande houtige landschapselementen bedraagt: - - -

1,50 euro/m/jaar voor het onderhouden van een bestaande heg 1,50 euro/m/jaar voor het onderhouden van een bestaande haag 20,98 euro/are/jaar voor het onderhouden van een bestaande houtkant of houtwal

GOED OM WETEN De oppervlakte van de haag of de heg wordt niet afgetrokken van de bemestbare oppervlakte.De oppervlakte van de houtkant of houtwal wel.

> Een heg of houtkant bezorgt het vee beschutting en schaduw in de weide.

52 - erosie bestrijden - landschap beschermen


Lijst van de streekeigen bomen en struiken

amandelwilg beuk bittere wilg boswilg eenstijlige meidoorn gewone vogelkers gelderse roos geoorde wilg gewone es gewone esdoorn gladde iep grauwe abeel grauwe els grauwe wilg haagbeuk hazelaar hondsroos hulst katwilg kraakwilg

Salix triandra Fagus sylvatica Salix purpurea Salix caprea Crataegus monogyna Prunus padus Viburnum opulus Salix aurita Fraxinus excelsior Acer pseudoplatanus Ulmus minor Populus canescens Alnus incana Salix cinerea subsp. cinerea Carpinus betulus Corylus avellana Rosa canina Ilex aquifolium Salix viminalis Salix fragilis

kruipwilg Salix repens laurierwilg Salix pentandra ratelpopulier Populus tremula rode kornoelje Cornus sanguinea ruwe berk Betula pendula ruwe iep Ulmus glabra schietwilg Salix alba sleedoorn Prunus spinosa spaanse aak Acer campestre sporkehout Frangula alnus tweestijlige meidoorn Crataegus laevigata veldolm Ulmus carpinifolia vlier Sambucus nigra wegedoorn Rhamnus cathartica wilde kardinaalsmuts Euonymus euro paeus wilde liguster Ligustrum vulgare wilde lijsterbes Sorbus aucuparia wintereik Quercus petraea zachte berk Betula pubescens zoete kers Prunus avium zomereik Quercus robur zwarte els Alnus glutinosa

GOED OM WETEN Voor alle beheerovereenkomsten: Het perceel verbonden aan het kleine landschapselement moet je gedurende de volledige looptijd steeds in gebruik hebben op 1 januari. Je voldoet hieraan als je het perceel aangeeft in de verzamelaanvraag op 1 januari. Wat moet je doen als je interesse hebt in deze pakketten ? Alle beheerovereenkomsten starten op 1 januari. Je aanvraag dient de provinciale afdeling van de Vlaamse Landsmaatschappij te bereiken minstens drie maanden voor de startdatum. Via de verzamelaanvraag kan je nooit een beheerovereenkomst aanvragen.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 53


Een toelage van de stad is enkel mogelijk wanneer deze NIET door de VLM via een beheerovereenkomst kan worden betoelaagd:

VOORWAARDEN - - - -

Vraag een aanvraagformulier aan bij de Ieperse dienst milieueducatie. (tel. 057 239 535, of milieu_educatie@ieper.be) U vult het formulier in, eventueel voorzien van de gevraagde bijlagen en een berekening van de gevraagde vergoeding. Bezorg dit terug aan de dienst Milieueducatie (Oudstrijderslaan 1 te Ieper). Als u hierbij vragen hebt of raad wenst, neem dan gerust contact op met de dienst. De dienst controleert of de beheerswerken naar behoren en volgens de opgave zijn uitgevoerd. De toelage wordt, binnen de perken van de stadsbegroting, gestort op de rekening van de aanvrager.

TOELAGE Deze UITZONDERLIJKE toelage bedraagt voor houtkanten: 1,25 euro/lm Voor de onderhoudskap van houtkanten met een lengte van minstens 50 meter kan een toelage van 1,25 euro/lm aangevraagd worden. Deze toelage kan om de 5 jaar (of meer) worden aangevraagd, telkens in het jaar dat het hakhoutwerk wordt uitgevoerd.

2.4 Scheren van hagen en heggen: vzw ’t Boerenlandschap doet het voor u! In 2001 werd vzw ’t Boerenlandschap opgericht. De vzw is een vereniging van boeren en burgers aan de slag voor natuur en landschap. Het hoofddoel is het onderhoud van het landschappelijk groenpatrimonium. Iedereen die eigenaar is van een landschappelijke haag of heg kan beroep doen op vzw ’t Boerenlandschap. U doet uw aanvraag bij het secretariaat, telefonisch op het nummer 057 230 858 of via regine.schollaert@rlwh.be. Met een zaagbladmachine bevestigd aan de tractor komt één van de chauffeurs van de vzw het onderhoud bij u uitvoeren. De kostprijs voor het scheren van hagen en heggen bedraagt 0,70 euro/m (excl. BTW). Daarnaast wordt een vaste aanrijvergoeding van 11 euro (excl. BTW) aangerekend per factuur. Er kan hierbij gerekend worden op een proper en deskundig onderhoud van uw haag of heg.

54 - erosie bestrijden - landschap beschermen


Om de scheerkosten te dekken, kunt u als landbouwer of als bewoner van het platteland vaak een vergoeding krijgen bij de VLM (via beheerovereenkomsten) of bij de gemeente. Naast het scheren van hagen of heggen verhuurt de vzw ook een compostkeerder en een draadmachine. Deze laatste is ter preventie van wildschade op uw percelen of voor het afspannen van uw tuin. Om beroep te kunnen doen op al onze diensten betaalt u een éénmalig lidmaatschap van 11 euro (excl. BTW).

2.5 Landschapsbedrijfsplannen Binnen de werking van het Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels loopt sedert het plantseizoen 1996-1997 het project “landschapsbedrijfsplannen”. Landbouwers kunnen via dit project een compleet landschapsplan voor hun bedrijf laten ontwerpen en, na goedkeuring, ook laten uitvoeren.

De voorbije 9 jaren, vanaf 1999, werden er in Ieper 67 landschapsbedrijfsplannen uitgevoerd. Binnen de 6 gemeenten van het RLWH loopt het aantal reeds op tot 282 bedrijven! De impact van dit project op de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van ons landschap is dan ook enorm! De landschappelijke veranderingen die het op gang bracht worden nu, na de nodige jaren ontwikkeling, steeds duidelijker.

TOELAGE De deelname in de kosten blijft voor de landbouwer beperkt tot 5%. Bovendien geniet de landbouwer nog 2 jaar nazorg na de uitgevoerde aanplantingen. De onkosten voor de landschapsbedrijfsplannen worden gedragen door een gemeenschappelijk budget dat de provincie en de 6 gemeenten binnen het RLWH (waaronder Ieper) elk jaar goedkeuren. De personeelsdienst wordt mede gesubsidieerd door een Europees project.

erosie bestrijden - landschap beschermen - 55


D.

Nuttige adressen en links

1. Nuttige adressen voor:

- algemene info - toelage groenbedekkers

Landbouwdienst, Grote Markt 34, 8900 Ieper tel. 057 239 267, landbouw@ieper.be

voor:

- plantpakketten ‘Behaag het landschap’ - toelage onderhoud knotbomen - algemene info onderhoud kleine landschapselementen

Dienst Milieueducatie en landschapszorg, Oudstrijderslaan 1, 8900 Ieper, tel. 057 239 535, Milieu_educatie@ieper.be en Groendienst, Oudstrijderslaan 1, 8900 Ieper tel. 057 239 530, groendienst@ieper.be

voor:

- algemene info landschapszorg - landschapsbedrijfsplannen

Regionaal Landschap West-Vlaamse Heuvels, Vaartstraat 7, 8902 Ieper tel. 057 230 850, info@rlwh.be

voor:

- laten scheren van hagen en heggen (tegen vergoeding)

’t Boerenlandschap vzw, Woumenweg 100, 8600 Diksmuide tel. 051 519 350, regine.schollaert@west-vlaanderen.be

voor:

- algemene info - beheerovereenkomsten

Vlaamse Landmaatschappij (buitendienst West-Vlaanderen), Velodroomstraat 28, 8200 Brugge tel. 050 458 100, ria.cardoen@vlm.be

voor:

- algemene info - technische ondersteuning teelttechnische maatregelen

Proclam vzw, Ieperseweg 87, 8800 Rumbeke tel. 051 273 383, Liesbet.serlet@west-vlaanderen.be

56 - erosie bestrijden - landschap beschermen


2. links www.ieper.be www.rlwh.be www.boerenlandschap.be www.vlm.be www.proclam.be www.ehorizon.be www.west-vlaanderen.be/ersoie www.mesam.be

erosie bestrijden - landschap beschermen - 57


E.

Notities

.................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... ....................................................................................................................................

58 - erosie bestrijden - landschap beschermen


.................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... erosie bestrijden - landschap beschermen - 59



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.