Mozaïek - 2022 - juni

Page 1

over stadsvernieuwing in Leuven | juni 2022

© Tim Buelens

ERFGOED VERBINDT


INHOUD WEETJES binnenkort koffie?

ERFGOED VERBINDT DE BUURT 08 ABDIJ VAN VLIERBEEK In welke boomgaard kan je oude appelsoorten plukken?

© Diederik Craps

04 In welk stationsgebouw serveren buren

14

© Existenz 2022

12 SINT-JACOBSKERK

26

Welke toekomst is er voor de kerk die jarenlang ontoegankelijk was?

14 HAL 5 Wat is een winkel met twee prijzen?

ERFGOED VERBINDT DE STAD 20 MAAKLEERPLEK

ook op alle andere vlakken: onderwijs, cultuur, sociale zaken, toerisme, ...

Historische gebouwen zijn aantrekkelijk en hergebruiken grondstoffen. Bovendien geven ze ons in deze snel evoluerende tijden een identiteit. Hun rijke verleden en hun geruststellende, blijvende aanwezigheid lijken onze eigen, beperkte levens te overstijgen. Daarom koesteren we ze, vaak met veel mensen samen.

Juist omdat erfgoed zo belangrijk en alomtegenwoordig is, focussen we in deze Mozaïek op erfgoedplekken die mensen samenbrengen.

Dat is geen toeval. Zodra ze een nieuwe bestemming krijgen, blijken onze eeuwenoude panden vaak uitstekend geschikt voor activiteiten die relevant zijn voor de hele gemeenschap. Inwoners, bedrijven, verenigingen, scholen en kunstenaars vinden elkaar in de schaduw van onze oudste gebouwen en zoeken er naar gedragen oplossingen voor de problemen van onze tijd. Daarom heeft ook de stad aandacht voor deze historische plekken. In ruimtelijke beleidsplannen, maar

Die plekken zijn even divers als onze geschiedenis zelf: van een eeuwenoud landschap over middeleeuwse kerken tot een 20ste-eeuws industriepand. Maar ze hebben één ding gemeen: ze blijven verder evolueren - geholpen door de nieuwste technische inzichten, en met de waarden van vandaag. We bouwen en ontwerpen bewust het erfgoed van morgen, soms zelfs letterlijk in eeuwenoud erfgoed. Zo krijgen oude constructies een nieuw leven en ontwikkelt Leuven zich verder als een stad met eindeloos veel historische lagen. Dat alles maakt Leuven tot de stad die ze vandaag is en morgen wordt.

Reacties zijn welkom op stadsvernieuwing@leuven.be

2

26 VICTOR BROOSGEBOUW Waar kan je in de touwen hangen?

ERFGOED VERBINDT DE WERELD 32 ABDIJ VAN PARK

20

© Tim Buelens

Onze stad is gezegend met veel waardevol erfgoed. En er zijn een hoop redenen om dat erfgoed te koesteren.

Wat deden de voorbije 20 jaar met onze grootste historische site?

40 STADHUIS Hoe maak je een historisch gebouw met een doolhof van trappen toegankelijk?

COLOFON Redactie en eindredactie: Dienst communicatie stadsvernieuwing i.s.m. Heyvaert & Jansen | Fotografie: Tim Buelens | Opmaak: Karlien Claeys | Verantwoordelijke uitgever: Mohamed Ridouani, burgemeester stad Leuven | Contact: stadsvernieuwing@leuven.be, tel. 016 27 22 72, www.leuven.be/stadsvernieuwing Mozaïek is gedrukt met milieuvriendelijke inkt op papier uit duurzaam beheerde bossen.

© Tim Buelens

Beste Leuvenaar

© Stijn Bollaert

Hoe laten fruitkratten een industrieel pand herleven?

32 3


© KU Leuven_Rob Stevens

© Steven Massart

ZIEN STUDEREN DOET STUDEREN

WELKOM IN BAC ART LAB BAC ART LAB is een werkplaats voor hedendaagse kunst en wetenschap van KU Leuven. De ateliers zijn gehuisvest in het voormalige Instituut voor Bacteriologie in de Vital Decosterstraat, een beschermd gebouw.

© KU Leuven_Rob Stevens

Veel studenten studeren graag samen. Op een gemeenschappelijke studieplek is er weinig afleiding en heerst er rust en regelmaat. Samen blokken (en samen pauzeren!) gaat bovendien eenzaamheid tegen. KU Leuven en stad Leuven stellen heel wat locaties ter beschikking, ook in erfgoedpanden. Goed idee hopelijk zijn de punten even goed!

© Miss Miyagi

In de ateliers experimenteert KU Leuven met nieuwe onderwijsvormen die praktijk en opleiding combineren. Er zijn telkens toonmomenten voor publiek. Op die manier wordt BAC ART LAB een onderdeel van de stad, met de deuren open naar de Leuvense culturele wereld én naar de buurt.

4

© Tim Buelens

VROUWELIJK MEESTERSCHAP Huis Delsart, de gerenommeerde lederwarenzaak in de Bondgenotenlaan, was altijd een plek van ambachtelijk meesterschap. Mevrouw Delsart liet het pand bij haar overlijden na aan de Koning Boudewijnstichting. Die laat het nu omvormen tot ateliers, werkplekken en een verkoopruimte voor vrouwen die met de hand kwaliteitsproducten maken. Een nieuwe plek voor ambacht en meesterschap. Het gebouw zelf is beschermd als monument en wordt met de grootste zorg klaargemaakt voor de nieuwe functie.

STATIGE TOEGANGSPOORT Rij langs de Brusselsepoort de stad in, en je passeert tussen twee statige gebouwen: de voormalige 19de-eeuwse tolhuizen. Beide zijn nu gerestaureerd. Het zuidelijke tolhuis is omgevormd tot kantoren voor het huisvandeMens Leuven. Bij de restauratie werden de originele elementen zoveel mogelijk behouden. Tegelijkertijd is het gebouw duurzamer geworden.

© Tim Buelens

Het beschermde stadspark wordt zo intens gebruikt dat er nood is aan een grondige opwaardering. De stad gaat daar later dit jaar een plan voor opmaken, in samenspraak met de Leuvenaars en met respect voor het oorspronkelijke ontwerp in Engelse landschapsstijl, de bomen en de gerestaureerde Donatustoren van de oude stadsomwalling. Zo zorgen we ervoor dat je hier ook in de komende jaren kan blijven wandelen, uitrusten, spelen, picknicken, …

In het prachtige herenhuis d’Udekem d’Acoz, aan de Minderbroedersstraat, stond ooit de wieg van het SintPieterscollege. In 2003 was het gebouw afgeleefd en begon een traject van bijna 20 jaar om het volledig te restaureren en te herbestemmen. De bestaande bureau- en vergaderfuncties bleven behouden, net als het secretariaat en de leraarskamer. Een nieuwe aanbouw met een trap zorgde ervoor dat alle ruimtes, van kelder tot zolder, toegankelijk werden zonder zwaar in te grijpen in de historische gedeeltes. Het gebouw is nu klaar voor een nieuwe, lange toekomst, met respect voor het rijke verleden.

© Archipelago

PICKNICK IN HET PARK

LEERKRACHTEN VERGADEREN IN VROEGERE SLAAPKAMERS

EEN BABBELTJE IN HET STATION Na jarenlange leegstand krijgt het stationsgebouw van Wijgmaal na de zomer van 2023 een nieuwe functie. Het wordt een levendige ontmoetingsplek voor de buurt en voor passerende wandelaars en fietsers. De stad zocht een partner om dit typische spoorerfgoed een tweede leven te geven. Dialoog vzw gaat het gebouw nu energiezuinig renoveren. De buitenkant blijft intact, maar er wordt een nieuw volume aangebouwd. Binnen krijgt het gebouw een ander kleedje. Op de benedenverdieping komt Bar Rosalie, die wordt uitgebaat door een coöperatie van Wijgmaalse burgers en STAF (voorheen VZW Begeleid Wonen). Boven is er kantoorruimte en plaats voor vergaderzalen. De werken zijn dit voorjaar gestart.

5


© Tim Buelens

ERFGOED VERBINDT DE BUURT Erfgoed heeft een grote betekenis voor de directe omgeving. Het maakt de levens van de mensen die hier vóór ons woonden en werkten opeens heel erg tastbaar. Maar het brengt ook buren samen. Buurten en organisaties verzamelen zich spontaan rond zulke erfgoedplekken, die vaak een publiek karakter hebben.

6

7


Een masterplan met ruimte voor ontmoeting

© Jan Crab

De ambities voor de volgende 30 jaar staan beschreven in het masterplan uit 2017. Het is de bedoeling om de site te herwaarderen met restauratieen natuurwerken. De abdij moet opnieuw beter zichtbaar worden in de omgeving en uitgroeien tot een plek waar je de rust en stilte kan opzoeken en elkaar kan ontmoeten. De parochiewerking blijft behouden.

Open uitzicht op de abdij

Vroeger was de abdij al van ver zichtbaar dankzij de grote en open kouter rondom. Die bestond uit moeraszones, dreven en beken. Dat open uitzicht willen we herstellen. Net zoals de vroegere dreven: daar planten we opnieuw bomen, bijvoorbeeld langs de Molenbeek en het Vlukken, en aan de Oosterpoort richting Linden. De werken buiten de abdijmuren zijn vooral gericht op natuurbeheer.

Tuinen binnen de muren

ABDIJ VAN VLIERBEEK klaar voor de toekomst

In 2025 wordt de abdij van Vlierbeek 900 jaar. Om dat te vieren geven we de abdij en haar omgeving een flinke opknapbeurt. De komende jaren vinden er restauratiewerken plaats en werken we verder aan een hechte buurtplek met aandacht voor rust en ontmoeting.

8

© Buur - Studio Roma - Ars Horti

© Wim Sauwens

De abdijtuinen waren vroeger mooi afgelijnd: zo werden het neerhof, de parterretuin en de abtstuin begrensd door muren, bebouwing en

1

4

1. 2. 3. 4 5. 6. 7. 8.

Neerhof Parterretuin Abtstuin Voorplein Engelsche Hof Pandtuin Boomgaard Oude kerkhof

hofgrachten. In de loop van de tijd zijn die grenzen vervaagd, maar het masterplan wil de strakke ordening herstellen door de tuinen of kamers af te bakenen met hoge en lage muren of hagen. Om de geschiedenis van de abdijsite in kaart te brengen, zoeken archeologen naar oude structuren, zoals funderingen, kleine muurtjes of oude wandelpaden. Daarvoor gebruiken ze elektromagnetische golven, die in de bodem dringen. Die bevindingen worden aangevuld met klassieke opgravingswerken, getuigenissen en

3

2

5

7

6

8

oud beeldmateriaal. Zo is er meer dan voldoende inspiratie om de tuinen op te waarderen. Op dit moment wordt er al gewerkt aan de ontwerpen.

Erfgoed en natuur

In Vlierbeek vinden we twee types tuinen: grote aaneengesloten zones en kleine ingesloten tuinen. Zo zijn de contouren van de Engelsche Hof - de landschappelijke tuin voor het Gastenkwartier en het Nieuw Abtskwartier – nog duidelijk te zien. Deze en andere tuinen willen we beter zichtbaar maken en opwaarderen. Op het oude kerkhof komt er meer plaats voor erfgoed en natuur. De meest recente kerkhofuitbreiding dooft uit en die richten we in als een groene plek binnen de abdijmuren. In de pandtuin integreren we herkenningselementen van weleer, zoals het idee van de pandgang. Onderzoekers vonden er een waterput die vermoedelijk uit de 17de eeuw dateert. Een mooie vondst die kan gevisualiseerd worden in het nieuwe ontwerp. Op zoek naar een permanente speelplek We zoeken nog volop naar een plaats om in te richten als permanente speelplek. En dat blijkt niet evident. Veel bomen op de site zijn waardevol, vanwege hun respectabele leeftijd of omdat het een bijzondere soort is. Intensief gebruik– bijvoorbeeld als speelplek - maakt de ondergrond compact, wat een negatieve invloed heeft op de boomwortels. Nog even puzzelen dus.

9


Restauratie en herbestemming

Bijna zeven eeuwen lang maakte fruit uit de eigen boomgaard deel uit van het monnikendieet. Na de opheffing van de abdij in 1796 verhuurde de kerkfabriek van Vlierbeek de boomgaard aan de bewoners van de abdijsite, maar vanaf 1980 lag die er verlaten bij.

Momenteel staan er meer dan vijftig verschillende fruitrassen. Een groep van zowat zeventig vrijwilligers komt geregeld samen om de boomgaard te onderhouden en de vruchten te plukken. Elk jaar organiseren ze een grote picknick. Een lokale imker heeft verschillende bijenkasten in de boomgaard.

Op vraag van de Heemkundige Kring Vlierbeek plantten de stad en de leerlingen van de Abdijschool Vlierbeek de boomgaard in 2012 opnieuw aan met historische fruitrassen. De open plekken in de hoogstamboomgaard werden verder aangevuld en er werden twee kleinfruitperken toegevoegd.

10

Het oude abtskwartier De restauratiewerken aan het oude abtskwartier zullen klaar zijn in 2023. De gebouwen krijgen na een jarenlange leegstand opnieuw een zinvolle invulling. De waardevolle elementen van de pandgang uit de 17de eeuw worden bewaard. De noordelijke pandgang vormen we om tot een polyvalente ruimte voor bijvoorbeeld tentoonstellingen en recepties.

In de paardenstal blijven de originele paardenboxen van architect Joris Helleputte bewaard. De andere delen worden kantoorruimte. Het aanpalende koetshuis krijgt een nieuw dak en extra ramen. De varkensstal wordt opbergruimte. Naast het oude abtskwartier worden poorten en muren gerestaureerd. Een open hek tussen het nieuwe en het oude abtskwartier vrijwaart het uitzicht op de pandgang. Ook de poort naar de boomgaard krijgt nieuw hekwerk. Het nieuwe abtskwartier In het nieuwe abtskwartier komen verschillende zalen voor de parochie en verenigingen. Die werken zullen klaar zijn in 2024.

Ontwerpteam masterplan Buur - Studio Roma - Ars Horti In opdracht van stad Leuven i.s.m. kerkfabriek O.L.V. Vlierbeek

Toekomstbeeld van de gerestaureerde pandgang

Ontdek de buurt

© Layla Aerts

Niet veel later startte het project Wijkboomgaard Vlierbeek. Dat wil vooral de erfgoedwaarde van deze bijzondere plek beschermen. Bijvoorbeeld door authentieke en zeldzame fruitbomen en bessen te behouden, en door kennis over biologisch onderhoud en historische fruitverwerkingstechnieken over te dragen aan de volgende generaties.

Traditioneel grasbeheer Het gras wordt gemaaid met moderne machines, maar zeisen zou beter zijn voor de ecologische waarde van het grasland. Daarom organiseert Natuurpunt jaarlijks een zeiskampioenschap en -initiatie. De stad onderzoekt of het grasbeheer ook op een structurele manier anders kan. Zo zijn er al enige tijd schapen die in de boomgaard grazen.

© Marco Mertens

Nieuw leven voor de wijkboomgaard

In de nabije toekomst krijgen verschillende gebouwen op de site een grondige restauratie en herbestemming tot woon-, werk- en ontmoetingsruimte.

De kerkfabriek en de stad ondersteunen initiatieven rond dak- en thuisloosheid van Leuvense jongeren en laten elf studio’s inrichten voor jongvolwassenen in een kwetsbare situatie. Het project biedt zowel rust als ruimte voor verbinding, en wil de jongeren helpen hun plekje in de samenleving te vinden.

© Danny Cannaerts

© Tim Buelens

In de loop der jaren is de abdijsite uitgegroeid tot een plek voor ontmoeting en activiteiten. Er is een sterke parochiale werking, en de site is ook de uitvalsbasis voor de lokale chirogroep en enkele sociale organisaties. Er zijn twee klaslokalen van de nabijgelegen abdijschool en enkele kantoren. Evenementen en horeca brengen leven in de brouwerij. En tot slot kan je hier ook wonen. De kerkfabriek verhuurt vijf woningen, waarvan de eigenaars elk op hun eigen manier bijdragen aan de unieke dynamiek van de abdijsite zoals bijvoorbeeld de moestuin onderhouden en kunstworkshops geven.

Blader door de digitale editie van de brochure ‘Straathistories van Vlierbeek’ en ontdek de geschiedenis van de wijk, vanaf de oprichting van de abdij in de 12de eeuw. Of ga op stap en kom meer te weten over Vlierbeek dankzij de wandelzoektocht in de Erfgoedapp. Op pagina 17 lees je meer over Straathistories. i

www.erfgoedcelleuven.be

Het koetshuis

11


SINT-JACOBSKERK

een nieuw hart voor een oude buurt

Een Leuvens wonder

De Sint-Jacobskerk, aan het gelijknamige plein, is wegens bouwtechnische problemen jarenlang ontoegankelijk geweest. Nu de stabiliteitswerken afgerond zijn, wil stad Leuven van de kerk een overdekte ontmoetingsplek maken, een hart voor de buurt. De kerk ligt centraal in de Benedenstad: op een groen perceel vlak bij het Sint-Jacobsplein, de Kruidtuin en de Hertogensite – de voormalige ziekenhuissite aan de Brusselsestraat. In de Benedenstad is een golf van private en publieke stadsvernieuwingsprojecten bezig. Er komen nieuwe woningen, een podiumkunstenzaal, een groen park, op veel plaatsen wordt de Dijle opengelegd, … De SintJacobskerk krijgt in al die ontwikkelingen een plaats als ontmoetingsruimte voor de buurt en het verenigingsleven.

Met dit plan geven we niet alleen een nieuwe functie aan de kerk. We herstellen ook de historische sociale betekenis van dit monument, een halte op de beroemde pelgrimsroute naar Compostella.

Een verleden van gemeenschapsleven

Wat gaat er nu gebeuren?

De kerk is al sinds 1963 gesloten vanwege stabiliteitsproblemen door de moerassige ondergrond. In 2021 zijn er micropalen onder de zuilen geplaatst. Metalen ankers zorgen voor nog meer stevigheid. Daardoor konden we de imposante maar historisch onaangepaste betonnen en metalen steunen uit de jaren ‘60 verwijderen. De gewelven van de zijbeuken en de luchtbogen van het middenschip zijn teruggeplaatst.

Samen met de publieke buitenruimte kan de kerk uitgroeien tot een verbindend wijkhart met doorsteken naar andere groene plekken in de buurt, zoals het nieuwe park op de Hertogensite.

Na de zomer starten we de studie op. In de loop van 2023 betrekken we de buurt erbij. We gaan ook ideeën uittesten en tijdelijke opstellingen uitproberen. De kerk wordt de komende jaren dus een levend lab.

Nu de stabiliteitswerken achter de rug zijn, is er tussen de zuilen een mooie open ruimte ontstaan. Ideaal voor de nieuwe invulling.

De stad krijgt een subsidie van de Vlaamse overheid om dit idee verder uit te werken.

koesterplekken voor de buurt Onlangs werd het meer dan 150 jaar oude tuinpaviljoen in de nieuwe woonwijk Refugehof in al zijn glorie gerestaureerd (bovenste foto). Het achthoekige buitenhuisje was ooit het pronkstuk in de tuin van het klooster van de Zusters van de Goede Herder. Toen de zusterorde verhuisde, raakte het paviljoen in verval. Vanwege zijn historische waarde – het is een van de laatste exemplaren in zijn soort – is het nu volledig aangepakt, zowel vanbinnen als vanbuiten. In het voorjaar van 2022 nam de Japanse kunstenaar Nakajima het paviljoen onder handen in het kader van Hear here, een expo rond geluidskunst van kunstencentrum STUK. Vanaf het najaar kunnen buurtbewoners er kleine initiatieven en activiteiten organiseren. Dat gebeurt nu al in het voormalige tuinpaviljoen in het Dijlepark, even verderop (onderste foto). In het kader van Kom op voor je wijk kleden buurtbewoners het paviljoen regelmatig in volgens een passend thema: Sinterklaas, Kerstmis, Pasen, … Er vinden ook fijne buurtactiviteiten plaats.

12

© Tim Buelens

© Existenz2022

© Existenz2022

© Tim Buelens

© Tim Buelens

De kerk ligt midden in een historische stadswijk en vormt het hart van een parochie die al jaren een sterk verenigingsleven heeft. Die sociale rol willen we nog beter uitspelen door de kerk een nieuwe bestemming te geven als een soort overdekt plein. Samen met de buurt en verschillende verenigingen gaan we uitzoeken welke functies het best geschikt zijn en welke rol de buurt daar zelf in kan opnemen.

De Sint-Jacobskerk is een van de zogeheten zeven wonderen van Leuven. Ze heeft namelijk een klok die buiten de toren hangt. Dat is geen foutje: op die manier hoorden de parochianen de klok beter luiden en konden ze volgen hoe laat het was. Verder bezit de kerk ook nog een van de tien laatste sacramentstorens van Vlaanderen – een vrijstaande, metershoge stenen constructie waarin de hosties werden bewaard.

EEUWENOUDE TUINPAVILJOENTJES

13


5 JAAR HAL 5

Hal 5 is in 5 jaar tijd uitgegroeid tot het kloppende hart van de buurt. Samen met Hanne Vanhaverbeke, projectcoördinator van de vzw Hal 5, kijken we even achterom - maar vooral vooruit.

HANNE VAN HAVERBEKE

‘De ligging en het industriële karakter bepalen de beleving en het succes van Hal 5.’

‘Dat Hal 5 nu een bruisende plek is, hebben we te danken aan geëngageerde buurtbewoners en stad Leuven. Zij hadden enkele jaren geleden al een tijdelijk buurtpark met eenvoudige zit- en speelelementen op de Centrale Werkplaatsen ingericht. Tijdens buurtevenementen daar groeide het idee om iets met de oude spoorweghallen te doen, en ze dienden een idee in bij de stad. Die had in 2016 een open oproep gelanceerd om van Hal 5 en de tussenhallen 5 jaar lang een bruisende stedelijke ontmoetingsplek te maken. Uiteindelijk koos de stad voor het gezamenlijk voorstel van buurtbewoners en een aantal lokale ondernemingen en organisaties.’

Met welke partners werken jullie samen?

‘De meeste mensen kennen onze horecazaken en onze solidaire buurtwinkel Het Perron. Ook Cirkus in Beweging, Sporty en andere duurzame initiatieven hebben hier hun stek. Op de groene strook naast de hal vormt Velt de leerpluktuin om tot het eerste kleinschalige voedselbos in Leuven, met een tiental bomen. Een klein stukje daarvan is een buurttuin.’ ‘Alle partners werken afzonderlijk, maar er is een natuurlijke kruisbestuiving. Zo organiseert Sporty zomerkampjes in de leerpluktuin van Velt, kopen onze horecazaken groenten in Het Perron … Er zijn ook geregeld nieuwe ondernemers die met ons willen samenwerken. We hebben niet voldoende ruimte om iedereen een plek te bieden, maar als het kan, gaan we graag nieuwe partnerschappen aan.’ ‘Een leuke aanwinst is het ecologische bloemenplukveld Fleur Locale, op een braakliggend terrein langs de Diestsesteenweg. Stad Leuven heeft die grond ter beschikking gesteld aan Hal 5.’

‘Nog een tof voorbeeld is de voedselautomaat. Die staat naast de hal, met een vers aanbod van seizoensgebonden fruit en groenten en andere producten, zoals soep en lunchboxen.’

Hoe ervaren jullie het om in een beschermd monument te werken?

‘Het decor is natuurlijk fantastisch. De ligging en het industriële karakter bepalen de beleving en dus het succes van Hal 5. Maar het gebouw is in slechte staat, en dat maakt het soms moeilijk werken.’ ‘Voor wij hier introkken, heeft stad Leuven instandhoudingswerken uitgevoerd. Het blijft natuurlijk een oud gebouw, af en toe regent binnen. Daarom werken we in containers, die in de hal staan. Stad Leuven zal nu het dak aan de bewegingshal renoveren, een afgesloten ruimte die is ingericht als parkourhal voor lessen van Cirkus in Beweging. Tijdens de werken zal Cirkus in Beweging een tweetal maanden uitwijken naar de grote evenementenhal.’ Omdat het gebouw niet geïsoleerd is, investeerden we in warmtestralers zodat het ook op koudere dagen binnen best aangenaam is.

© Kristel van Loock

15

© Jan Crap

© Diederik Craps © Diederik Craps

14

© Sien Verstraeten

Achter het station van Leuven ligt de site van de Centrale Werkplaatsen, waar vroeger treinen werden hersteld. Ondertussen is hier een woonwijk met tal van gemeenschapsfuncties verrezen. Het industriële verleden blijft er duidelijk voelbaar: in Hal 5, een van de oude spoorweghallen, bouwen gedreven buren, lokale ondernemers, kansenorganisaties en sportverenigingen samen aan een levendige buurt.

© Philippe Swiggers

© Tim Buelens

‘Het idee was om te werken rond vier clusters: voeding, beweging, gemeenschapsopbouw en duurzaam ondernemen. De initiatiefnemers zijn op zoek gegaan naar partners, en er werd een vzw opgericht. Er zijn vijftien partners: een combinatie van profit- en non-profitinitiatieven. En

die combinatie blijkt wonderwel te werken.’


STRAATHISTORIES

bar uitbaten, kunnen we onze prijzen verlagen. Zo kunnen ook mensen die het minder breed hebben langskomen. We zetten ook gratis activiteiten op, bekostigd door de vzw. In de solidaire buurtwinkel hanteren we een tweeprijzensysteem: mensen met een laag inkomen betalen minder voor hetzelfde product.’

erfgoedpublicaties voor en door de buurt Al verschillende jaren ondersteunt de stad Leuvenaars die samen de geschiedenis en het erfgoed van hun buurt willen ontdekken. Hun speurwerk mondt uit in een publicatie in de reeks ‘Straathistories, Leuvense buurten in woord en beeld’. Intussen zijn er al elf edities, die je stuk voor stuk langs bijzondere plekken en verhalen voeren.

DIVERS PUBLIEK

‘Wat ik het mooiste vind, is dat we een heel divers publiek bereiken: hippe stadsmensen, studenten, ouderen, mensen in armoede, gezinnen … ’t Is een beetje te vergelijken met het publiek van de Kringwinkel. Oké, iedereen komt hier om een andere reden, maar ze komen hier wél.’ ‘De sociale kant is uiterst belangrijk voor ons. We bereiken niet iedereen die we willen bereiken, maar we schrijven wel een mooi verhaal. Neem nu de bar: die is er niet zozeer om winst te maken, maar om mensen elkaar te laten ontmoeten. Eten en drinken verbindt, en de bar is een aantrekkingspool van de hal. Dat is belangrijk voor onze partners en voor het sociale weefsel.’ ‘Toch is het voor mensen in armoede niet evident om in de bar iets te drinken. Daarom kan je bij ons ook een uitgestelde koffie bestellen. Dan betaal je op voorhand de consumptie van iemand die het financieel moeilijk heeft. Dat hoeft trouwens geen koffie te zijn, het kan evengoed een ander drankje of een kom soep zijn. Dit concept van het onafhankelijke burgerinitiatief Enchanté! is overgewaaid vanuit Gent en is ook in Hal 5 succesvol. Voor ons is het een belangrijke manier om mensen in armoede te bereiken, en voor hen is het een mooie kans om sociale contacten te leggen.’ ‘Elke donderdag organiseren we een buurtbar. Doordat vrijwilligers dan de

16

‘Een simpele maar efficiënte manier om mensen te verbinden is onze geefkast, daar kan je spullen die je niet meer nodig hebt achterlaten, of gratis iets meenemen dat je kan gebruiken.’ ‘De verhuur van de evenementenhal is onze belangrijkste inkomstenbron. Het industriële cachet en het erfgoedkarakter maken de ruimte enorm populair. Dankzij een subsidie van de stad kunnen erkende Leuvense organisaties de zaal huren tegen een lager tarief. En dat doen ze ook massaal: slechts 20% van onze huurinkomsten zijn puur commercieel – denk aan een wijnbeurs of een plantenverkoop.’ DENK OM DE BUREN

Hebben jullie in die 5 jaar ook een goede verstandhouding opgebouwd met de buren?

‘Ik zei het al: aan de basis van Hal 5 liggen enthousiaste buurtbewoners. De buren hebben het project dus zeker omarmd. Logisch ook: we hebben hier, op een lege plek zonder duidelijke toekomst, een unieke beleving gecreëerd die ook voor de omwonenden een meerwaarde is.’ ‘Dat succes is rechtstreeks gelinkt aan de locatie. Hal 5 werkt alleen vanwege het diverse en progressieve publiek dat in de omgeving woont, en vanwege de uitgebalanceerde mix van gemeenschapsfuncties. Die sociale inslag is dus niet iets van Hal 5 alléén het zit hier echt verweven in de buurt.’ ‘Maar op het vlak van invulling blijft het project fragiel. We zitten in een woonbuurt, en daar willen we rekening mee houden. Daarom sluiten we onze

© Diederik Craps

Jullie ambitie was om hier in 5 jaar tijd een warme, toegankelijke en laagdrempelige plek te creëren. Is dat gelukt?

bar en het terras relatief vroeg, zeker in vergelijking met commerciële horecazaken. We hanteren ook een geluidsbeperking van 85 decibel, en events eindigen om 10 uur ’s avonds.’

De stad heeft zonet jullie opdracht verlengd: jullie mogen nog een jaartje verder werken. Hoe ziet de toekomst eruit?

‘Hoe Hal 5 er op lange termijn zal uitzien, is onzeker. De stad heeft nog geen definitieve toekomstplannen voor de hallen. Het gebouw is ook in slechte staat, dus er is een grondige restauratie nodig en dat zal geld kosten. Nu betalen wij een lage huurprijs, maar grondige werken vragen een zware financiële investering. Als die wordt doorgerekend aan de toekomstige gebruikers, dan kunnen wij onze werking als laagdrempelige, solidaire en levendige buurtplek niet meer verzekeren.’ ‘Maar op dit moment zijn we heel blij dat we nog even kunnen blijven werken. En al onze partners zijn mee enthousiast. We zijn klaar om nog een extra hoofdstuk te schrijven aan dit boeiende verhaal.’

Koester je buurt

De buurtpublicaties maken erfgoed toegankelijker en houden de herinneringen en verhalen van huidige en vroegere buurtbewoners levend. De buurtbewoners nemen zelf het initiatief om samen met een Straathistories te starten. De erfgoedcel begeleidt hen stap voor stap, van het vooronderzoek tot de publicatie. Het hele proces zorgt ervoor dat bewoners hun buurt nog meer gaan waarderen. Bovendien brengt het hen op een mooie manier samen. Vaak zijn de Straathistories de aanleiding om ook met andere buurtinitiatieven te starten.

Vaartkom, de eerste Straathistories

Naar aanleiding van de stadsvernieuwing in de Vaartkom ging de stad in 2008 op zoek naar buurtbewoners om lokale erfgoedverhalen op te tekenen. Ze deden onderzoek, verzamelden beeldmateriaal en namen interviews af. Dat leidde tot een boek dat in woord en beeld terugblikt op de Vaartkom van vroeger en haar bewoners. Op die manier blijft een belangrijk deel van het verleden van deze voormalige industriële site bewaard.

Elf edities

In de reeks verschenen elf nummers. 1. Vaartkom 2. Opvoedingsstraat en omgeving 3. Groot Redingenhof 4. De Wijgmalenhoek 5. Het Nieuw Kwartier 6. Frederik Lintsstraat 7. Martelarenlaan 8. De Mussenbuurt 9. Vlierbeek 10. Ziekelingenstraat en omgeving 11. Matadi En de reeks blijft aangroeien. Nog vier andere buurten werken aan een Straathistories.

Meer info

www.erfgoedcelleuven.be

Lezen, luisteren en op stap

Intussen zijn er al elf Straathistories. Op www.erfgoedcelleuven.be lees je waar je ze kan kopen. Sommige edities kan je gratis online raadplegen. Van de drie laatste Straathistories bestaat er een luisterversie. Die kan je online beluisteren, of via een DAISY-cd-rom die je kan ontlenen bij Bib Leuven. Rond diezelfde drie edities is er ook een digitale wandeling ontwikkeld, die je gratis via de erfgoedapp op je smartphone kan downloaden in de Play of App Store.

© Erfgoedcel Leuven - Jan Crab

Daarom blijven we zoeken naar activiteiten om de werking in alle seizoenen rendabel te houden. Vorig jaar hebben we geëxperimenteerd met een ecologische schaatspiste. Dat zorgde voor een fijne winterbeleving. Deze winter gaan we voor een rolschaatspiste!

17


© Stijn Bollaert

ERFGOED VERBINDT DE STAD Sommige erfgoedplekken zijn weinig of niet bekend bij bezoekers, maar worden veel gebruikt door Leuvenaars zelf. Dat verrijkt hun geschiedenis met nieuwe, persoonlijke verhalen van inwoners.

18

19


© Serge Bierset

© Serge Bierset

MAAKLEERPLEK

De Silo’s en de Molens Van Orshoven, twee industriële erfgoediconen aan de Vaartkom, bieden tijdelijk onderdak aan een bijzonder experiment: maakleerplek. Een tijdelijke, open werkplaats waar scholieren, kunstenaars, werknemers van verschillende organisaties en alle andere Leuvenaars ruimte en materiaal delen, dingen maken en vooral veel leren van elkaar. Experiment

© Stijn Bollaert

Voor dit bijzondere initiatief kocht stad Leuven de Molens aan en sloot ze een samenwerkingsovereenkomst af met ontwikkelaar Ertzberg, de eigenaar van de betonnen silo’s, om de benedenverdieping tijdelijk te gebruiken. Op die manier kon de stad mee sturen om een bruisende plek te maken waar geëxperimenteerd wordt met duurzaam en circulair (ver)bouwen en waar verschillende partners elkaar inspireren en van elkaar leren.

20

Kruisbestuiving

Maakleerplek opende in volle coronaperiode. Ondertussen draait

de werking volop. Terwijl de kantine Filipijns eten serveert, werken kunstenaars in hun atelier, volgen jongeren digitale cursussen en printen wetenschappers 3D-constructies uit. Mensen die doorgaans binnen de muren van hun eigen school, bedrijf of atelier blijven, lopen elkaar hier tegen het lijf. Op die manier ontstaan creatieve oplossingen en samenwerkingen die de stad én ons leven moeten verbeteren. De site is verdeeld over acht aparte deelplekken, elk met hun eigen karakter – zelfs de klimaatregeling is aangepast. In het Low Tech-lab is het bijvoorbeeld frisser dan op de

© Stijn Bollaert

© Serge Bierset

stedelijk laboratorium in industrieel erfgoed

co-workingplaatsen: van werkgerief herstellen of experimenteren met nieuwe materiaalsoorten ga je makkelijker zweten dan van bureauwerk. De ontwerpers maakten daarvoor gebruik van tijdelijke structuren zoals een prefabserre. Ze zetten ook zoveel mogelijk gerecycleerde en recycleerbare bouwmaterialen in: goed voor het milieu én bijzonder flexibel.

Circulair bouwen

Vandaag zet de bouwsector nog te vaak grondstoffen in die op het einde van hun levenscyclus gedumpt worden als afval. Gelukkig wordt de sector steeds meer circulair: afval wordt hergebruikt als nieuwe grondstof. Dat klinkt eenvoudig, maar het vraagt heel wat creativiteit en kennis. En die kennis wordt onder meer in maakleerplek opgebouwd en verspreid. Soms kan je gebruikte materialen een andere vorm geven, maar soms kan je ze ook simpelweg opnieuw of anders gaan inzetten. Zo zijn sommige tussenmuren in maakleerplek opgebouwd met fruitkratten. Een grondstof uit een heel andere

21


sector, maar de kratten zijn perfect stapelbaar, en je kan er eenvoudig isolerende rotswol tussen plaatsen. En de grote polycarbonaatplaten die nu een deel van de buitenwand vormen, worden in een latere fase hergebruikt als luifel of grote serre op het binnenplein.

Flexibel en constant in verandering

Die originele materialen maken het ontwerp uiterst flexibel. Zo vorm je bijvoorbeeld snel een atelier in een co-werkplek om. Heel interessant, zeker in een kortetermijnproject als dit, waar de noden en behoeftes constant veranderen.

MAURO POPONCINI

© Stijn Bollaert

Maar de flexibiliteit gaat verder. Je kan de verschillende deelplekken perfect weer opbouwen in een ander (erfgoed)gebouw. Wanneer het tijdelijke gebruik van de benedenverdieping van de Silo’s stopt – mogelijk al eind dit jaar – kunnen we de constructies zonder veel moeite verplaatsen naar andere delen van de Molens, of zelfs naar een totaal ander gebouw. Ook nutsvoorzieningen als elektriciteits- of waterleidingen zijn zo opgebouwd dat je ze makkelijk kan demonteren en elders opnieuw installeren.

© Serge Bierset

Een tijdelijke invulling zoals deze helpt de stad om de mogelijkheden van gebouwen af te tasten: het geeft ons een scherper beeld van welke toekomst mogelijk is voor deze erfgoedgebouwen. En bovendien voorkomen we dat ze leegstaan. Een invulling als maakleerplek past bijzonder goed in dergelijk industrieel erfgoed.

22

Maakleerplek zelf blijft nog tot eind dit jaar in de huidige vorm bestaan. Tegen dan heeft de ontwikkelaar de plannen voor de definitieve herbestemming van de Silo’s rond. Maakleerplek zal zich daaraan aanpassen, maar een deel van de werking blijft sowieso in de Molens van Orshoven.

© Jules August

‘Een van onze boeiendste opdrachten’ Maakleerplek is ontwikkeld door de stad en een grote groep Leuvense organisaties en bedrijven, maar vooral de ontwerpers spelen een essentiële rol. Mauro Poponcini van POLO architects, de ontwerpers van het team dat de wedstrijd voor de herinrichting won*, verduidelijkt. ‘Dit was allesbehalve een klassieke architectuuropdracht. We moesten geen definitieve ruimtes ontwerpen, maar een constructie die herbruikbaar is in verschillende gebouwen. Flexibele ruimtes bedenken die je snel en makkelijk in andere grote ruimtes kan inpassen: dat is iets helemaal anders dan een klassiek gebouw ontwerpen dat tientallen jaren moet meegaan. Wat het nog uitdagender maakte, is dat we ook rekening moesten houden met de wensen van de - soms tijdelijke - gebruikers.’ ‘We waren eigenlijk meer regisseur dan pure ontwerper - samen met de coördinator van maakleerplek. We dachten mee na over het programma, de snelheid van uitvoering, de kansen die zich aanboden ... Uiteindelijk is maakleerplek een van onze boeiendste opdrachten geworden.

Er heerste een aanstekelijk soort opbod: iedereen wilde steeds verder zoeken naar goede oplossingen, ondanks - of dankzij - het beperkte budget en de soms zeer strikte wettelijke context voor bouwprojecten.‘ ‘We zitten met dit project op de lijn van de bekende Nederlandse architect Rem Koolhaas: architecten moeten niet zozeer gebouwen neerzetten, maar wel plekken creëren waar dingen kunnen ontstaan. Koolhaas heeft niet toevallig ook een opleiding als scenarioschrijver gehad.’ ‘We zijn blij dat we met ons bureau deel konden uitmaken van dit unieke experiment. Niet alleen omdat we mee konden onderzoeken hoe je het best circulair bouwt, maar ook omdat we beseffen dat de rol van architecten volop aan het veranderen is.’

* Het bouwteam dat de wedstrijd won: POLO-Vanhout-Infrabo. Ontwerper, aannemer en studiebureau technieken vormden samen één team.

23


CHATEAU KESSEL-LO

Niet alleen in maakleerplek kom je mensen tegen die samen projecten bedenken en verwezenlijken. Ook elders aan de Vaartkom bruist het van de creativiteit. De buurt is een mix van private projecten en stadsprojecten, zoals maakleerplek. Er zijn kantoorplekken om te delen, ruimtes voor tijdelijke voorstellingen, repetitielokalen, exporuimtes, ateliers … En dat alles vaak in historische erfgoedpanden, met een authentiek en ruw karakter dat inspireert.

In Kessel-Lo, verborgen in het groen, heeft de stad drie bijzondere kasteeltjes in eigendom: De Bron, kasteel Heuvelhof en kasteel Heiberg. Drie waardevolle gebouwen, waarvoor we een toekomst zoeken met respect voor het rijke verleden.

© Jente Waerzeggers

Het open kunstenhuis OPEK is al meer dan 10 jaar een vaste waarde. De grote podiumkunstenzaal werd destijds al duurzaam gebouwd, in stro en leem. Nu kiest OPEK ook in de andere ruimten voor een nieuwe, nog duurzamere verbouwing. Er komt ook een nieuwe ontvangstzone met bookshop en een nieuwe gang naar de theaterzalen op de gelijkvloerse verdieping.

Cas-Co

OPEK wil zich nog meer voor de buurt openstellen als een open ontmoetingsplek. De stad legt de Vaartkomoevers en het Victor Broosplein voor het gebouw aan als een groene ontmoetingsplek aan het water. Gebouw en plein versterken elkaars ambities dus. Ook De Hoorn is een pionier: een broedplaats voor creatieve bedrijven, waar je ook terecht kan om te eten, te drinken en te feesten tussen de voormalige brouwketels, te vergaderen … Na de opening in 2012 was het gebouw algauw te klein. Daarom besloten ze uit te breiden, en nu kan je er zelfs blijven slapen!

© Birgit Sterckx

In een oude loods van ontwikkelaar ViRiX in de Vaartstraat huist Cas-Co, een betaalbare plek voor kunstenaars. Die kunnen daar werken, repeteren, voorstellingen organiseren … Cas-Co blijft overigens op zoek naar andere interessante, al dan niet tijdelijke, plekken.

© Silo Leuven

Abdij van Keizersberg

Silo Leuven

Ook in de Abdij van Keizersberg staat de tijd niet stil. De abdijgemeenschap heeft, samen met enkele partners, een herbestemmingstraject opgezet. Onder de naam Labora stellen ze nu al vergaderruimtes, werkplekken en kunstenaarsateliers ter beschikking. Naast de bestaande studentenkoten is er ook huisvesting gecreëerd voor buitenlandse zusters die komen studeren aan de universiteit. Silo Vaes en Zonen was ooit dé discotheek van Leuven, maar herbergt nu productiehuis de Chinezen, een kantoorgebouw en bar Florida. Het productiehuis stelt vergaderruimtes, exporuimtes en eventplekken open voor anderen: niet alleen binnenruimtes, maar ook het dakterras en zelfs een boot op het water.

© Revive

Wat verder langs de Vaart vind je de gebouwen van de voormalige conservenfabriek Marie Thumas. Ontwikkelaar Revive wil die nieuw leven inblazen. Er komt ruimte voor kantoren, circulaire maak- en productiebedrijfjes, een dansschool en andere gemeenschapsvoorzieningen. Doordat er ook mensen zullen komen wonen, wordt dit een plek waar dag en nacht leven zal zijn.

24

Marie Thumas

meer dan een wandeling in het park midden van de 19de eeuw liet een Leuvense magistraat hier een kasteel bouwen. Rond 1913 kreeg dat een neoclassicistisch jasje. Het gebouw ligt centraal in het kasteelpark.

De stad bezit drie gelijkaardige kasteeltjes in Kessel-Lo. Omdat vele organisaties en mensen op zoek zijn naar ruimte, onderzochten we de mogelijkheden aan de hand van enkele studies en bevragingen. Elk van de drie kasteeltjes ontwikkelt zich verder volgens een eigen logica.

De stad gaat dit historische complex niet zelf uitbaten, maar ook niet verkopen. We schreven een procedure uit om één of meer organisaties het kasteel in erfpacht te laten nemen - waarschijnlijk zal rond de zomer duidelijk worden wie het wordt. De nieuwe erfpachthouder moet zelf zorgen voor de uitbating en de financiële middelen verzamelen om het gebouw op te waarderen. De nieuwe functies moeten overeenstemmen met het historische karakter van de plek, de natuur rondom versterken en inspelen op het sociale leven. Mogelijke functies zijn gezondheidszorg, religieuze of levensbeschouwelijke activiteiten, woonzorg, onderwijs, sport, openbare dienstverlening, cultuur en verenigingsleven.

De Bron

Kasteel Heuvelhof

De Bron is een domein van bijna 5 hectare aan de Koetsweg, verscholen tussen de groene flanken van de prehistorische getuigenheuvels. De eerste bebouwing gaat terug tot rond het jaar 1000. In het

Heuvelhof was tot enkele jaren geleden het deelgemeentehuis van Kessel-Lo, maar heeft een turbulente geschiedenis. De neoclassicistische kern stamt uit de jaren 1840, maar het gebouw is sindsdien bijna continu

verbouwd, uitgebreid en heringericht. Bijzonder is ook het omliggende, in Engelse stijl ingerichte landschapspark met ijskelder (nu vleermuizenhotel), hovenierswoning (nu kinderopvang) en tuinpaviljoen. Sinds ruim een jaar huist De Nomade in het gebouw: een open onthaalhuis voor anderstalige nieuwkomers tussen 18 en 35 jaar. Zij krijgen er hulp in hun zoektocht naar een opleiding, werk, huisvesting en vrijetijdsbesteding. In de toekomst willen we in het kasteeltje een ruimere werking rond etnisch-culturele diversiteit opbouwen, met dienstverlening, activiteiten en informatie. De stad gaat ook het park renoveren. Er is al een ontwerper aangesteld. We betrekken de buurt bij de verdere uitwerking.

Kasteel Heiberg

Kasteel Heiberg werd in 1871 gebouwd voor de Leuvense notaris Josephus Van Overstraeten en rond 1913 uitgebreid. Het staat in een riante parktuin op een heuvel. De stad bekijkt nog hoe het kasteel een nieuwe invulling kan krijgen.

© Tim Buelens

het bruist aan het water

© Tim Buelens

© Jelle Dreesen

De Hoorn

VAARTKOM

© Tim Buelens

© OPEK

OPEK

25


Het Broosgebouw is van de hand van Victor Broos (1908-1980), een van de bekendste Leuvense architecten. Oorspronkelijk was het een klooster. Het Leuvense bureau LAVA architecten kreeg in 2011 de opdracht voor de renovatie toegewezen, na een open oproep van de Vlaams Bouwmeester. Thomas Delauré (bestuurder en medeoprichter, links op de foto) en Nicolas Plovie (projectarchitect, rechts op de foto) nemen ons mee door het ontwerp.

VICTOR BROOSGEBOUW NICOLAS PLOVIE THOMAS DELAURÉ

‘Ook een erfgoedgebouw moet je durven aanpassen.’

Thomas Delauré: ‘Het Broosgebouw is geen beschermd gebouw, wel een beschermd stadsgezicht. Als je erin rondloopt, voel je dat het waardevol is. De deuren, de glasramen … Daarom hebben we intensief overleg gepleegd met het agentschap Onroerend Erfgoed en de stad. We hebben er van bij het begin de dienst onroerend erfgoed van de stad bijgehaald, om alle waardevolle elementen in kaart te brengen. Eigenlijk hebben we het gebouw behandeld alsof het wél beschermd is.’

Het monumentale Victor Broosgebouw aan de Erasme Ruelensvest wordt duurzaam gerenoveerd. Vlak erachter, waar nu het Guido Gezellehuis staat, komen drie nieuwe, klimaatneutrale gebouwen. Het geheel is straks goed voor 1.200 m² binnenruimte. Dat is goed nieuws voor Cirkus in Beweging en het SLAC, de huidige én toekomstige gebruikers: als zij na de werken opnieuw in de gebouwen trekken, zullen ze een stuk meer ruimte hebben. 26

© Tim Buelens

© Tim Buelens

Nicolas Plovie: ‘De dienst onroerend erfgoed van de stad heeft daar een goed oog voor. Zij haalden elementen van het gebouw naar voren waarop ze wilden inzetten, ook al waren die niet beschermd. Een mooi voorbeeld is het kleurenonderzoek. Het gebouw is oorspronkelijk van 1938 en kreeg al

enkele keren een nieuwe verflaag. We hebben al die verflagen voorzichtig weggehaald en zo de originele kleur ontdekt. Die keert terug in het ontwerp.’ Thomas Delauré: ‘Als je het gebouw ziet, denk je automatisch dat het een kerk of kapel is. Maar het is ondertussen al langer in gebruik als circusschool. Dat zorgde bij ons voor een klik: je beseft dat niet de functie het belangrijkste is, maar het gebouw op zich. Dat maakte het project voor ons ook tof om te doen: hier kunnen zoveel verschillende gebruikers en functies terecht. En die zullen het erfgoed vanzelf opwaarderen.’

ABSOLUUT NIET VANZELFSPREKEND Een gebouw als dit renoveren is niet vanzelfsprekend. Of wel? Thomas Delauré: ‘Absoluut niet (lacht). Iedereen heeft er iets over te zeggen: de Vlaamse overheid, de stadsdiensten, de gebruikers, de buurt ... Het gebouw ligt ook in een dichtbebouwde wijk. Je moet dus rekening houden met de buren, de akoestiek, noem maar op.’

Nicolas Plovie: ‘We zitten hier nu in de kapelzaal, waar onder andere dans- en muziekvoorstellingen gehouden zullen worden. Maar we wilden de typische

grote ramen en het authentieke karakter van de zaal behouden. Er waren heel wat studies nodig om na te gaan hoe we het geluid binnen kunnen houden zodat het de buren niet stoort. Dat maakte het ontwerpproces complex.’ Thomas Delauré: ‘Sterker nog: dansbewegingen kunnen het hele gebouw aan het trillen brengen. Op de benedenverdieping voel je het gebouw dan daveren. Daar moesten we dus oplossingen voor zoeken.’ ‘Maar ook qua energie is er werk aan de winkel. Het gebouw is niet geïsoleerd, maar we ontdekten dat er dikke spouwmuren zijn: die gaan we navullen. We halen het dak eraf en isoleren het, we vervangen het schrijnwerk, maken het gebouw luchtdicht … Allesbehalve een vanzelfsprekende renovatie, gezien de fijne detaillering van het schrijnwerk en de gewelven in de kapel. Maar we tillen het gebouw zo wel naar een ambitieus niveau, waardoor het nog jarenlang meekan.’ ‘De stad vroeg ook expliciet om het gebouw CO2-neutraal te maken. Om oververhitting te vermijden, hebben we zonnestudies uitgevoerd om te weten waar precies en hoe lang de zon op het gebouw valt. De resultaten hebben we dan weer opgenomen in de gevelstudie om op strategische plaatsen zonnewering aan te brengen. We koelen en verwarmen het hele gebouw met een BEO-veld onder het grasveld in het Paul van Ostaijenpark – Boorgaten Energie Opslag, een CO2-neutrale techniek. We wekken elektriciteit op met zonnepanelen op de nieuwe gebouwen. Dat lag moeilijk vanwege het beschermde uitzicht: daarom hebben we panelen uitgezocht in de oranje kleur van de kleidakpannen. In het Broosgebouw komt ook overal vloerverwarming. Soms zien we dat nieuwe gebouwen erg duurzaam zijn, maar dat het oudere erfgoedgebouw ernaast toch nog een gasketel krijgt. Dat wilden we hier echt niet doen.’

27


‘Als je een erfgoedgebouw herbestemt, probeer je het bestaande gebouw zo goed mogelijk te analyseren en de nieuwe functies daarop af te stemmen. Daarom verschuiven de circus- en muziekactiviteiten naar de nieuwbouw en komen in het Broosgebouw de administratie, het kunstonderwijs en een theater- en danszaal in de kapelzaal. Nieuwe functies hebben vaak hoge kwaliteitseisen op het vlak van akoestiek, toegankelijkheid en energie, waardoor je soms originele elementen moet durven aan te pakken, bijvoorbeeld het schrijnwerk. Niet altijd de gemakkelijkste afweging, maar hier wel noodzakelijk om het ambitieniveau van de stad te halen op het vlak van de energieprestatie. We onderzochten dat uitvoerig en bespraken het met het agentschap Onroerend Erfgoed en de dienst onroerend erfgoed van de stad.’ Nicolas Plovie: ‘Je moet daar soms creatief in zijn. De ramen in de kapelzaal zijn energetisch echt niet meer van deze tijd. We hebben ervoor gekozen om daar isolerende achterzetbeglazing te zetten, zo ontworpen dat ze aansluiten op de oorspronkelijke ramen. Een gevoelige ingreep, maar zo kunnen we de oorspronkelijke ramen en het karakter van de kapelzaal wel behouden.’

JUWEELTJES

Behalve de renovatie van het Broosgebouw gaan jullie ook drie nieuwe gebouwen neerzetten. Nicolas Plovie: ‘We vervangen het Guido Gezellehuis door een nieuw gebouw pal achter het Broosgebouw.’ Naast het nieuwe gebouw komen twee nieuwe zalen die door Cirkus in Beweging gebruikt zullen worden.’

Thomas Delauré: ‘Het Broosgebouw was oorspronkelijk een toevoeging aan het Guido Gezellehuis – dat stond er eerst. Victor Broos plantte zijn gebouw pal tegen het Guido Gezellehuis. Daardoor heeft het geen afgewerkte achtergevel. Bovendien komen de vloerverdiepingen van het Broosgebouw niet overeen met de verdiepingen van het Gezellehuis. Dat zetten we recht door het Gezellehuis te vervangen door drie nieuwe gebouwen. Het Broosgebouw zal samen met de nieuwe gebouwen een geheel vormen, dat ook op het vlak van toegankelijkheid veel logischer in elkaar zal zitten.’

Jullie ontwerp bevat ook voorstellen voor de aanleg van de omgeving.

28

Benedenverdieping: Sport- en circuszaal: multifunctionele ruimte die ook gebruikt kan worden als turnzaal voor scholen in de buurt Ontmoetingsruimte Ateliers en bureaus Eerste verdieping: Instrumentenlokalen Muziekklassen Ateliers Tweede verdieping Kapelzaal: voorstellingsruimte voor amateurkunsten met een podium en een vaste tribune

Thomas Delauré: ‘De buitenruimte is een essentieel onderdeel van bijna al

Renovatie bestaande Broosgebouw.

Hoe hebben jullie de gebruikers van het gebouw bij de plannen betrokken?

Thomas Delauré: ‘We hebben veel gesprekken gevoerd en goed geluisterd. Wat willen zij? Waar hebben ze behoefte aan? Cirkus in Beweging heeft klimtoestellen en valputten nodig. Hoe zorg je daarvoor? Dat was nieuw voor ons, dus we zijn andere circusscholen in België en in het buitenland gaan bezoeken. De muziekacademie liet dan weer weten dat ze net een nieuwe piano besteld hadden, waardoor ze heel specifieke eisen hadden. Ik ben wel trots dat we op al die vragen een antwoord kunnen bieden.’

Wat komt er allemaal in het vernieuwde Broosgebouw en in de nieuwe gebouwen?

Drie nieuwe gebouwen achter het Broosgebouw.

Ontwerper: LAVA Architecten Stabiliteit: AB Associates Technieken: Cenergie Akoestiek: Daidalos-Peutz EPB en veiligheid: 2Bsafe Omgevingsaanleg: Ontwerpbureau Pauwels

onze ontwerpen. We besteden daar in het kader van de biodiversiteit meer en meer aandacht aan. Door het Broosgebouw te combineren met drie nieuwe gebouwen maken we vier zones in het park. Een groene ontvangstzone aan de zijkant van het gebouw; centraal in het park het grote grasplein, met nieuwe bomen die voor extra schaduw zorgen; daarnaast het Lindepark met de bekende bomenrij; en ten slotte komt er nog een rustig park naast het gebouw waar kinderen van de academie in de openlucht kunnen schetsen en tekenen. De vier zones in het park worden met elkaar verbonden via het gebouw zelf: in de nieuwbouw heb je vanuit een ontmoetingsruimte zicht op en toegang tot deze vier parkdelen.’

Victor Broos was een bekende Leuvense architect. Hoe kijken jullie naar zijn ontwerp?

Thomas Delauré: ‘Het ademt één en al degelijkheid uit, en tegelijkertijd is de detaillering van een ongekend niveau. Een muur is nooit gewoon een muur, maar een metselwerk van verspringingen, verfijningen … Er zijn de grote ramen, de vele rondbogen, de vormen van de deuren, de typische Winckelmanstegels, de kleuren … Alles is met de hand uitgetekend, met heel veel finesse. In de nieuwe gebouwen laten we veel van Broos’ oorspronkelijke elementen terugkeren: dat zegt genoeg. Tegelijk was het voor die tijd een modern ontwerp: het is een vroege toepassing van het betonskelet, terwijl je op het eerste gezicht zou denken dat het allemaal metselwerk is. Het is ons gelukt om terug te gaan naar dat betonskelet en er een nieuwe invulling aan te geven.’ ‘Het was een complex project, maar enorm leerrijk. We zijn veel te weten gekomen over Victor Broos en zijn enorme portfolio met daarin enkele juweeltjes zoals zijn bekende woningen op de Tiensesteenweg. Het Victor Broosgebouw was zijn eerste complexe opdracht - hij was toen pas 29 jaar!’

CIRKUS IN BEWEGING ANNELIES CLAESSENS

‘Blij dat de werken beginnen’ Bij Cirkus in Beweging zijn ze blij met de plannen voor het Broosgebouw. Dat vertelt Annelies Claessens, zakelijk coördinator van de circusschool. ‘Het is geweldig dat de stad besloot om het Broosgebouw te renoveren en uit te breiden. We zitten hier al 25 jaar, en in die tijd zijn we enorm gegroeid. We hebben meer ruimte en een hedendaagse infrastructuur nodig. Voor het circus hadden we een lange wishlist, maar we begrijpen ook wel dat niet alles kan. We zijn blij met de lift die er komt om naar de kapelzaal te gaan en met de mooie nieuwe zalen op de benedenverdieping.’ ‘We hebben gesprekken gevoerd met de architecten en met de stadsdiensten. Daarin voelden we ons echt gehoord. Wat we zeker ook positief vinden, is dat het ontwerp inzet op meer kruisbestuiving en verbinding tussen Cirkus in Beweging en het SLAC. Ook al zaten we in hetzelfde gebouw, door de vele beperkingen werkten we maar weinig samen. Nu de structuur van het gebouw wordt aangepast zal ook onze samenwerking verbeteren, wat ons ongetwijfeld allebei ten goede zal komen.’ ‘We zijn blij dat de werken eindelijk kunnen beginnen. Door allerlei omstandigheden was de start steeds opgeschoven: dat was vervelend voor onze werking. De stad hielp ons wel goed met de zoektocht naar alternatieven. Tijdens de werken kunnen we terecht in onder andere de Predikherenkerk en in Tweebronnen.’ ‘Het zal toch een beetje pijn doen om afscheid te nemen van onze kapelzaal. We zijn er 25 jaar geleden ingetrokken toen die nog de look-and-feel had van een kapel, met altaar en kruisbeeld. We hebben er onze eigen circusruimte van gemaakt. Dat wordt allemaal vernieuwd. Het zal een tijdje duren voordat de nieuwe gebouwen weer een eigen karakter hebben, maar geloof me: dat komt helemaal goed!’

29


© Tim Buelens

ERFGOED VERBINDT DE WERELD Sommige stukken erfgoed zijn bekend tot ver over de stadsgrenzen. Ze trekken bezoekers en toeristen van heinde en verre aan. Maar ze zijn ook interessant voor de Leuvenaars, die al die cultuurhistorische rijkdom gewoon op wandelof fietsafstand hebben.

30

31


KLOOSTER 1 2

1

8

3

4 © Tim Buelens

5

7 Klooster: de westvleugel (klaar sinds 2017)

Dit deel van het klooster herbergt onder andere het museum Parcum en enkele kantoorruimtes. Oorspronkelijk dateert het uit de 15de eeuw, maar aan de laatbarokke afwerking en de mooie salons zie je dat deze vleugel volledig herbouwd is in de 18de eeuw, de laatste grote bloeiperiode van de abdij. Tijdens de renovatiewerken herontdekten we nog middeleeuwse muurschilderingen.

6

9

Klooster: de zuidvleugel (2021) © Patrick Henderyckx

ABDIJ VAN PARK

de verrijzenis van een eeuwenoude site

Dat is geen toeval. In 2004 was er al een masterplan over de herbestemming van de hele abdijsite. In de Abdij van Park moesten cultuur, arbeid en recreatie samenkomen, met respect voor het verleden en het groene karakter. Een groot deel van de omgeving en van de gebouwen moest (semi)publiek blijven, en de abdijfunctie moest op een of andere wijze blijven bestaan. Vandaag is dat masterplan grotendeels uitgevoerd. De Abdij van Park herbergt heel wat functies die in het verlengde liggen van de eeuwenoude spirituele en economische tradities van deze plek: een museum, een

32

abdijboerderij, een microbrouwerij, een studiecentrum voor polyfone muziek, een restaurant, woonruimte voor de norbertijnen enzovoort. Ruimtelijk bleef de eeuwenoude structuur met de poorten gevrijwaard, en de gebouwen kregen een nieuwe bestemming. Ze zijn ook zo veel mogelijk gerestaureerd met natuurlijke materialen en traditionele technieken, soms letterlijk steen voor steen. Verdwenen delen werden gereconstrueerd in een hedendaagse vormentaal, en de gebouwen werden uitgerust met de modernste technieken. Wie hier vandaag om zich heen kijkt, merkt dat deze opdracht met engelengeduld is uitgevoerd. Een overzicht.

Klooster: de oostvleugel (in uitvoering)

2 Abdijmuur (2018)

De 2,2 km lange muur rond de abdij is gerestaureerd. Ontbrekende delen werden heropgebouwd.

© Tim Buelens

Al ruim 20 jaar investeert de stad, samen met verschillende partners, bijzonder veel tijd, geld en knowhow om de Abdij van Park te laten herrijzen als een plek waar cultuur, arbeid en spiritualiteit toegankelijk zijn voor iedereen.

In de zuidvleugel vind je de paradepaardjes van Parcum. De refter en de bibliotheek van het klooster kunnen uitpakken met unieke, 17de-eeuwse stuccoplafonds van de hand van Jan Christian Hansche. In de pandgang staan de teruggekeerde glas-in-loodpanelen van de Leuvense glaskunstenaar Jan de Caumont. Ze waren na de Franse revolutie verkocht, maar zijn nu weer thuis.

De oostvleugel en infirmerie zijn momenteel nog een werf. Na de werken zullen er paters en priesterstudenten wonen. Tegen de oostvleugel aan, in de hoek met de kerk, komt een buitenvolume met trap en lift die het hele klooster en museum toegankelijk maakt.

33


4

Abdijhoeve (2021)

In drie jaar tijd is de abdijhoeve volledig gerestaureerd. De tiendenschuur, de stallingen, het melkhuisje en de aanpalende moestuin, weilanden en akkers vormen weer één werkend geheel. Vier organisaties zorgen er samen voor een eigentijdse, sociale invulling. Biologische producten worden rechtstreeks verkocht in de hoevewinkel, en via workshops, leerklassen en schoolbezoeken kunnen Leuvenaars vlak bij huis kennismaken met biologische stadslandbouw. Een deel van de tiendenschuur kan ook gebruikt worden als een overdekte buitenruimte voor kleinschalige evenementen. Boven zijn er leslokalen.

Gastenkwartier (2020)

Dit 16de- en 17de-eeuwse deel van de abdij is heringericht als kantoorruimten en brouwerij. Er komen vier zones, zodat de toekomstige gebruikers de ruimten flexibel kunnen invullen. Nabij de Molenbeek is er een microbrouwerij. De oude 16de-eeuwse gildekamer met gotische schouw is het lokaal van de Vrienden van de Abdij geworden.

POORTEN Provisorenhuis (2020)

7

8

© Tim Buelens

Sint-Janspoort en watermolen (2014)

De poort en aanpalende watermolen doen vandaag dienst als horecazaak en vergaderruimten. Het molenmechanisme is gerestaureerd waardoor de molen opnieuw kan malen.

© Tim Buelens

9

34

6

© Tim Buelens

© Tim Buelens

Dit gebouw vormt de overgang tussen het Neerhof en de kloostergebouwen. Het is gerestaureerd en doet voorlopig dienst als woonruimte voor de paters. Bij de restauratie worden de oorspronkelijke materialen hergebruikt en wordt het interieur flexibel en energieefficiënt gemaakt.

© Tim Buelens

5

Mariapoort (2008)

Deze constructie met haar bijzondere mansardedak is gerestaureerd en omgebouwd tot Huis van de Polyfonie – meerstemmige muziek die in de 14de tot 16de eeuw tot grote bloei kwam in onze streken.

‘Onze abdij is er voor iedereen. Niet alleen voor de happy few.’ Een abdij zonder geestelijken is zoiets als een school zonder leraars. Het verliest zijn eigenheid. Daarom verhuisde Jef Van Osta in 2013 van de abdij van Averbode naar die van Park om er, samen met enkele andere norbertijnen, de religieuze gemeenschap te versterken. Sindsdien is hij niet enkel verantwoordelijk voor de geestelijke gemeenschap, maar ook een belangrijke pion in de meest monumentale erfgoedsite van Leuven, de Abdij van Park. Met alle uitdagingen van dien.

Norbertuspoort

In deze voormalige graanopslagplaats bevindt zich vandaag de Library of Voices, een project van de Alamire Foundation, dat de muziek uit de Lage Landen van de middeleeuwen tot 1800 bestudeert. Dit bijzondere project won in 2019 de publieksprijs van de Onroerenderfgoedprijs.

Parkeerplaats (2012) Dankzij de nieuwe parkeerplaats, met brug over de Molenbeek, is de eigenlijke abdijsite autoluw.

JEF VAN OSTA, PRIOR

Wat gebeurt er de komende jaren?

De heraanleg van het centrale binnenplein, het Neerhof. De heraanleg van het natuurpark aan de Norbertijnerweg. Een plek waar vroeger tennisvelden en een voetbalveld lagen, wordt nu een plek voor natuur en zachte recreatie.

‘Wij kunnen dit hele complex onmogelijk zelf financieren. Daar zijn historische redenen voor: bij de Franse revolutie is de abdij haar hele agrarisch-economische basis kwijtgeraakt. De inkomsten van onze landerijen en boerderijen in de wijde omgeving zijn toen allemaal genationaliseerd. We hebben ons daar nooit volledig van hersteld, al zijn er heel wat pogingen geweest om nieuwe bronnen van inkomsten aan te boren.’

tegenstelling tot veel andere abdijen en kloosters. Hoe is dat zo gekomen?

Maar de site heeft de Franse revolutie wél overleefd, in

In de jaren 1990 stond het abdijcomplex opnieuw zwaar

‘Ik denk dat onze eigenheid daar een belangrijke rol in speelde. Norbertijnen zijn geen monniken, maar een orde die midden in de wereld staat. Veel mensen kenden de abdij en haar bewoners, en zijn voor ons opgekomen. Om diezelfde reden zijn trouwens ook veel andere norbertijnenabdijen blijven bestaan – denk maar aan die van Averbode.’

© Averbode

3

onder druk. De gemeenschap verouderde, werd snel kleiner en werkte noodgedwongen samen met niet-geestelijken om de abdij en haar gebouwen te laten overleven. ‘De gebouwen waren te groot, en onze gemeenschap werd te klein. Maar mijn voorgangers waren zo intelligent om zich open te stellen voor buitenstaanders. En met de stad en de KU Leuven vonden ze gelukkig partners die deze plek een nieuwe invulling wilden geven, met respect voor het verleden.’ ‘Met de universiteit hebben we al eeuwenlang een sterke band. Er wonen hier ook verschillende studenten-priesters van over heel de wereld. Wanneer de oostvleugel afgewerkt is, worden het er nog meer. Zo investeren we mee in de intellectuele ontwikkeling van onze wereld.’ ‘Maar ook met de vertegenwoordigers van de stad hebben we een bijzondere band. Ik heb grote waardering voor de zeer constructieve en positieve wijze waarop we dit project de voorbije jaren hebben uitgebouwd. Zelfs al hadden en hebben we vaak een andere levensovertuiging.’

35


‘Samen met de Vlaamse overheid hebben de stad en de universiteit niet alleen de gebouwen gered, maar ook de eigenheid van de abdij bewaard. Dat is bijzonder.’

GEEN DISNEYLAND Die eigenheid werd al omschreven in het masterplan van de jaren 2000. Hoe kijk je daar nu op terug? Zijn de huidige functies van de abdij hier op hun plaats?

‘We zijn nog steeds een plek van religie en van stilte. De culturele en economische partners op de site passen in de geschiedenis van deze locatie. Er zijn goede afspraken met de bio-boeren, het museum PARCUM, brasserie De Abdijmolen, de Alamire Foundation, Kerk in Nood enzovoort. Onze abdij is geen religieus Disneyland geworden - of erger nog, verbouwd tot een exclusief hotel.’ ‘En het erfgoed is niet alleen bewaard gebleven, maar ook voor iedereen toegankelijk. Dat vind ik zeer belangrijk. Pastorijen of abdijen die verkocht worden en in privéhanden komen, worden vaak ontoegankelijk en verliezen zo hun sociale rol. De Abdij van Park is er niet alleen voor de happy few, maar voor iedereen. Ze blijft een essentieel onderdeel van dit stukje Leuven.’

Hoe essentieel is kerkelijk

en ander erfgoed voor onze omgeving?

‘Zéér. Wat zou Leuven nog zijn zonder zijn colleges, zijn kerken, zijn historische stadhuis? Dat zou toch een enorme verschraling zijn. Esthetisch uiteraard, maar ook voor ons historisch besef. Onze erfgoedgebouwen vertellen ons wie we zijn en waar onze wortels liggen. Het beheer ervan is dan ook een zeer grote verantwoordelijkheid. Wij zijn maar passanten, die al die schoonheid en rijkdom moeten beheren en doorgeven aan de komende generaties.’

Hoe kijk je naar de nieuwe architectuur die is toegevoegd op deze site?

‘Er is slechts een klein nieuw stukje toegevoegd aan de molen. En aan de oostvleugel komt een hedendaagse aanbouw voor de lift: die paste onmogelijk in het oorspronkelijke gebouw.’ ‘Ik had het daar in het begin moeilijk mee. Aan de andere kant: ook onze voorgangers hebben constant alles veranderd – je vindt hier elementen uit verschillende tijden en stijlperiodes naast en door elkaar. Ik heb daar geen probleem mee, zolang het maar aansluit bij wat er al is. Zelfs abt de Waerseghere, die de abdij in de 18de eeuw haar huidige aanblik gaf, bouwde verder op wat er al stond.’

TWINTIG JAAR WERF Deze site is al twintig jaar een werf. Hoe ervaren jullie dat, als bewoners van deze plek?

SINT-PIETERSKERK

‘Dat was niet altijd eenvoudig. Maar dankzij goede afspraken met de werfleiders en architecten is het leefbaar gebleven.’

in het hart van de stad

‘Stilte is een essentieel element op deze site. Niet alleen omwille van de spiritualiteit, maar bijvoorbeeld ook omdat hier veel mensen afscheid nemen van hun geliefden, in de kerk of op het kerkhof. Los daarvan is stilte ook erg belangrijk voor de mentale gezondheid van ons allemaal. We zijn blij dat de activiteiten die hier georganiseerd worden ook echt passen op deze plek. We hopen nog lang een oase van rust te mogen zijn in onze drukke, verstedelijkte wereld.’

Midden in de stad, recht tegenover het historische stadhuis, staat de gotische Sint-Pieterskerk. Dagelijks komen er duizenden Leuvenaars en bezoekers voorbij – en velen van hen wippen er ook graag even binnen. Begin 2020 werd de restauratie van de kerk afgerond. Sindsdien zijn de verschillende functies van het monumentale gebouw veel beter geïntegreerd.

Maar toch: twintig jaar is niet weinig, zelfs niet als je al 900 jaar bestaat. ‘Het neemt inderdaad veel tijd in beslag, zowel de administratieve voorbereidingen als de werken zelf. Daar moeten we niet flauw over doen. Maar de resultaten zijn verbluffend. De gebouwen zijn weer klaar voor de toekomst, en de bibliotheek, de refter en de 17de-eeuwse stucplafonds van Jan Christiaan Hansche zijn echte paradepaardjes.’ ‘Wat ik ook boeiend vond bij de restauratiewerken, waren de vele ontdekkingen. Het 16deeeuwse plafond dat onder een 18de-eeuws plafond verstopt zat, de fresco’s waarop we zijn gestoten, het middeleeuwse grondverwarmingssysteem dat we ontdekt hebben ... Er zijn lagen van onze geschiedenis naar boven gekomen die we niet eens kenden.’

36

De teruggekeerde brandramen in de pandgang.

‘Nee hoor. De kerk maakt geen deel uit van het lopende restauratieproject, maar heeft ook nood aan opfrissing, én aan een nieuw orgel. We blijven, samen met de buitenwereld, dit stukje erfgoed verder beheren. Zodat we het in de best mogelijke staat kunnen doorgeven aan de generaties na ons.’

© Tim Buelens

© Cedric Verhelst

Nog drie jaar en het project is rond. Dat wordt wennen.

37


mensen geen last hebben van storende omgevingsgeluiden. En dan is er nog de HoloLens: een slimme bril die in een soort virtuele realiteit extra lagen informatie aanbrengt op de kunstvoorwerpen.

Schuilen voor de regen

De Sint-Pieterskerk staat al eeuwenlang in het centrum van het stadsleven. Gilden, ambachten, genootschappen, broederschappen, belangrijke families, universiteitsfaculteiten: allemaal hadden ze in de kerk een kapel.

© WieBa Photography

Ook nu nog wandelen veel Leuvenaars er elke dag voorbij op hun weg door de stad. De Sint-Pieterskerk is dan ook een onlosmakelijk deel van de Leuvense identiteit, en vormt samen

In een tijd waarin meer en meer kerken hun religieuze functie verliezen, besliste de stad om de SintPieterskerk vooral een kerk te laten blijven. Toch is ze een vroeg voorbeeld van gemengd gebruik: behalve haar religieuze functie heeft ze al jarenlang een museumgedeelte en organiseert 30CC er concerten.

Weg met de glazen wand

38

Geen eiland

De kerk staat niet op zich en is geen eiland. Aan de overkant van de Grote Markt werkt de stad volop aan plannen om van het stadhuis een open huis te maken. Beide topmonumenten zullen in de toekomst samenwerken om Leuvenaars en bezoekers te laten kennismaken met het rijke verleden van de stad.

Boutskerk 2023 wordt voor Leuven een Boutsjaar, met een stadsfestival over de schilder, de context waarin hij werkte en zijn betekenis tot op vandaag. Dat wordt een belangrijke boost voor de herwaardering van de SintPieterskerk. Daar bevinden zich namelijk twee topwerken van Dieric Bouts: ‘Het Laatste Avondmaal’ en ‘De Marteling van de Heilige Erasmus’.

buiten wandelen en gratis en zonder begeleiding bezoeken.

Indrukwekkende erfgoedcollectie

De Sint-Pieterskerk bezit een indrukwekkende collectie topstukken, die wordt beheerd door M Leuven. Heel bijzonder is dat die stukken zich nog altijd op de plek bevinden waarvoor ze oorspronkelijk gemaakt werden, bijvoorbeeld het 500 jaar oude ‘Laatste Avondmaal’ van Dieric Bouts. Om het erfgoed toegankelijker te maken, zet M heel sterk in op beleving en laagdrempeligheid. Een nieuwe balie en ontvangstruimte verhogen het bezoekerscomfort. De kerk is rolstoeltoegankelijk, en er is een ‘ringleiding’ waardoor slechthorende © M Leuven

Vroeger was de kerk verdeeld in twee helften: het museumgedeelte en de rest. Tussen die twee stond een glazen wand. Bij de restauratie werd beslist om de kerk als één ruimte te benaderen en te ontsluiten. Van bij het begin was het een uitgemaakte zaak: de glazen wand moest weg, en alle functies van de kerk moesten met elkaar verbonden worden. Vandaag kan je de kerk vrij binnen en

met het stadhuis en de Grote Markt een typisch Leuvens stadsgezicht. En dankzij het gemengd gebruik blijft het een publieke plek die mensen samenbrengt: om een mis bij te wonen, voor een museum- of concertbezoek, of gewoon om heel even te schuilen als het regent terwijl je wacht op je afspraak.

Bezoekers van de Sint-Pieterskerk aan de slag met de HoloLens.

39


HET HISTORISCHE STADHUIS JASPER STEVENS STIJN COOLS

We maken er een open huis van, dat iedereen kan bezoeken. Je zal er het verhaal van de stad en het stadhuis zelf kunnen beleven en ontdekken, van het rijke verleden tot de nieuwste toekomstplannen. We maken ruimtes toegankelijk en stellen ze open voor het publiek. Tegelijkertijd blijft het gebouw de plek voor huwelijken, recepties en gemeenteraadszittingen. Zo maken we van het stadhuis een toegankelijke plek op een symbolische locatie, in het midden van de historische stad. Om die ambitieuze plannen waar te maken, is een doordacht en duurzaam ontwerp nodig. En dat is moeilijker dan het lijkt. Het stadhuis is eigenlijk een heel bouwblok, dat uit verschillende historische huizen bestaat. Het is moeilijk om er binnen te raken, en als je eenmaal binnen bent, beland je in een doolhof van gangen, trappen en tussenverdiepingen. De eerste zorg is het erfgoed: dat willen we zoveel mogelijk bewaren en restaureren. Tegelijk streven we ernaar het stadhuis te herwaarderen en er opnieuw een zinvolle bestemming aan te geven. We zoeken daarom naar een

duurzaam en flexibel ontwerp, zodat we de komende jaren niet opnieuw moeten gaan verbouwen. Twee jaar geleden stelde de stad na een wedstrijd het ontwerpteam aNNo en FELT aan. Zij stellen een belangrijke ingreep voor op één weloverwogen plek: een nieuw volume boven op het huidige politiekantoor. Door die ingreep komt er plaats voor een ruime onthaalruimte met stadsbalkon. Tegelijk verbeteren we zo de toegankelijkheid van en de circulatie in het historische stadhuis. Zo kunnen ook mensen die moeilijk te been zijn het stadhuis vlot bezoeken. Omdat de ingreep zichtbaar is van op de Grote Markt, bestuderen we heel grondig hoe we die uitbreiding het best laten aansluiten bij de waardevolle omgeving. Een boeiende en complexe klus. Dat vertellen Jasper Stevens (FELT architecture & design, links op de foto) en Stijn Cools (aNNo architecten, rechts op de foto). Jasper Stevens: ‘De eerste belangrijke stap was om het gebouw te leren kennen. We hebben het grondig geanalyseerd en ons verdiept in de bouwgeschiedenis. De voorbije 600 jaar zijn er vaak ad hoc-ingrepen aan het stadhuis gebeurd, en in de 20ste eeuw is het verbouwd zonder samenhangende restauratievisie. Die fout willen wij niet maken.’

Het historische stadhuis is de trots van Leuven. Veel Leuvenaars hebben er een speciale band mee. Maar het gebouw wordt niet optimaal benut, en dat is jammer. Door het te herbestemmen, geven we het monument opnieuw een belangrijke plek in de stad.

40

© FELT architecture & design en aNNo architecten

© Tim Buelens

‘Het nieuwe volume is een logische volgende stap in de bouwgeschiedenis van het stadhuis.’

Al sinds de 15de eeuw is het stadhuis dé plek waar mensen toekomstplannen smeden en zoeken naar oplossingen voor stedelijke uitdagingen. Die traditie zetten we voort: het stadhuis krijgt opnieuw een betekenisvolle maatschappelijke functie.

41


© FELT architecture & design en aNNo architecten

‘Je kan het nieuwe volume zien als een nieuwe bouwfase. Dat is volledig in lijn met hoe er de afgelopen eeuwen is bijgebouwd aan het stadhuis. En we pakken het doordacht aan: het nieuwe volume is dan wel duidelijk aanwezig, als een bewust hedendaagse toevoeging aan het bestaande geheel, toch is het subtiel vormgegeven en ondergeschikt in schaal aan de historische elementen. Bovendien is het slechts vanaf enkele plekken in de omgeving echt zichtbaar, het staat immers wat teruggetrokken ten opzichte van het Voorhuis.’ Stijn Cools: ‘Sommige mensen vinden het nieuwe volume een gedurfde keuze. Maar eigenlijk is het een logische volgende stap in de bouwgeschiedenis van het stadhuis. We bouwen kwalitatief bij om aan nieuwe noden tegemoet te komen - en zo is het altijd al geweest.’

Zicht op het stadsbalkon

Stijn Cools: ‘Het stadhuis is zoveel meer dan het beroemde gotische Voorhuis met de prachtige beelden. Het is een complex dat zich uitstrekt van de Grote Markt tot de Muntstraat. In de loop der eeuwen zijn er verschillende huizen aangebouwd. De essentie van deze herbestemming is dan ook om zorg te dragen voor het héle bouwblok en het degelijk te restaureren.’ ‘Maar tegelijkertijd moeten we het gebouw toegankelijk maken. Nu is het onduidelijk waarlangs je binnen kan. Binnenin sluiten de vloerniveaus van de aan elkaar gebouwde huizen niet aan. De circulatie is erg complex - de bestaande lift bijvoorbeeld houdt niet eens op elk tussenniveau halt. Alle ontwerpkeuzes en ingrepen dienen dus een dubbel doel: enerzijds herwaarderen en restaureren, anderzijds hergebruiken en toegankelijk maken.’

EEN NIEUW VOLUME, EEN NIEUWE BOUWFASE Jasper Stevens: ‘We kiezen ervoor om zo weinig mogelijk in te grijpen in de bestaande architectuur en het historische erfgoed maximaal te ontzien. Toch moet je érgens een ingreep uitvoeren als je van een moeilijk ontsloten en complex geheel een publiek en vlot toegankelijk gebouw wil maken. Die plek vonden we in de schaduw van het Voorhuis, op de Grote Markt. Het huidige politiekantoor - het Corps de Garde, om de historische naam te gebruiken – is de meest geschikte locatie voor nieuwe trappen en liften. We kiezen bewust niet voor een glazen lift of trap tegen het historische Voorhuis. Dat zou veel ingrijpender zijn voor het erfgoed.’

42

‘Bij deze opdracht is het belangrijk om de beeldkwaliteit van het geheel te bewaken. Dan moet je dingen ter discussie durven te stellen. Soms is de conclusie dan dat je toch delen moet afbreken of bijbouwen. En dat is dus wat we hier doen. Het interieur van het politiekantoor heeft geen historische waarde, en de nieuwe onthaalfunctie vraagt om een zichtbare ingreep op de Grote Markt.’

mazennet, als een knipoog naar de decoratieve mazen bovenaan de torentjes van de historische gebouwen. En dankzij een juist gebruik van materialen, zowel in kleur als in textuur, oogt het nieuwe geheel harmonisch.’ Jasper Stevens: ‘Nu heeft het stadhuis verschillende ingangen, die ofwel moeilijk toegankelijk ofwel onvoldoende zichtbaar zijn. Maar een gebouw als het stadhuis vraagt om een duidelijke toegang op een zichtbare plaats. We willen niet raken aan de historische trappenpui, en dus biedt het nieuwe volume ook hier een oplossing. Het creëert één duidelijk adres op de Grote Markt.’ ‘Het Corps de Garde maken we laagdrempelig, letterlijk en figuurlijk. De nieuwe onthaalruimte krijgt hetzelfde vloerniveau als de Grote Markt, waardoor ze als het ware in het verlengde van het marktplein ligt. Het wordt een ruime hal die mensen naar binnen trekt.’ ‘We pakken niet alleen de toegang aan, maar de hele circulatie. We moesten dus op zoek gaan naar een logisch parcours door het gebouw – dat ontbreekt nu.’

‘Ons ontwerp geeft antwoorden op veel functionele vragen. We maken het gebouw optimaal klaar voor de toekomst, en tegelijk behouden we het erfgoed dat ertoe doet. Van het Voorhuis blijven we af.’

‘Het Corps de Garde en het nieuwe volume zien we als een antichambre: een voorkamer of ontvangstruimte. Van daaruit zul je via een comfortabele trap en een lift kunnen doorsteken naar de andere verdiepingen én naar het historische gedeelte. Op die manier ontrafelen we de circulatieknoop. Bovendien kunnen we zo de unieke torentrappen in het Voorhuis – waar nu die enige, kleine lift zit - in ere herstellen.’ Stijn Cools: ‘Wat we boven op het politiekantoor doen is de meest zichtbare ingreep, maar niet de enige. Zo geven we een nieuwe rol aan het Vrijthof. Ik ben in Leuven opgegroeid, en die binnentuin was voor mij een enorme ontdekking. Ik ben onder de indruk van de poëzie ervan. Je kan er de geschiedenis aflezen van de verschillende verbouwingen van de vele huizen.’ ‘Het is ook een mooie stilteplek, midden in de stad. Die beleving willen we doorgeven aan de Leuvenaar. Daarom nemen we het Vrijthof op in het nieuwe parcours door het stadhuis. We creëren een doorgang, zodat je vanaf de ingang aan de Grote Markt via de binnentuin kan doorsteken naar de tweede toegang aan de Naamsestraat. Daar komt een café en een bookshop.’

INTENS TRAJECT Stijn Cools: ‘De herbestemming is een complexe architectuuropdracht. We doen dit dan ook niet alleen. Het is een intens traject van samenwerken met specialisten uit verschillende disciplines.’

‘De vorm en de kleur van het nieuwe volume zijn niet lukraak gekozen. Over heel de Grote Markt zie je achthoeken terugkeren: in het stadhuis, in het koor van de kerk, aan de torentjes van het Tafelrond. Daarom hebben we ook hier voor die achthoekige vorm gekozen. En de verhoudingen van het nieuwe volume zijn dezelfde als die van het Voorhuis. Helemaal bovenaan - aan het stadsbalkon – komt er een

Jasper Stevens: ‘Neem nu het ontrafelen van die circulatieknoop. Da’s niet alleen belangrijk voor een vlotter bezoek, maar ook om een veilige evacuatie mogelijk te maken. We moeten bijvoorbeeld brandtrappen integreren in het monument. Het is belangrijk om je dan te omringen met mensen die kennis hebben van brandveiligheid én van erfgoed.’ ‘Het gebouw moet ook duurzaam zijn. We moeten kiezen voor de juiste energievoorzieningen, de juiste materialen, circulariteit … Dat zijn geen zichtbare elementen, maar het kost veel tijd om erover na te denken. Maar dat is nodig: we willen dit monument klaarstomen voor de komende eeuwen.’

De werken starten vermoedelijk in 2024, en in 2028 openen we de deuren van het vernieuwde stadhuis. In het gebouw is er ruimte voor verschillende functies: een ruime onthaalzone is het startpunt om de stad en het stadhuis te ontdekken; je zult vrij door de historische salons, zalen en kamers kunnen wandelen en het rijke verleden van de stad en de verhalen voor de toekomst kunnen ontdekken; er komt ook een Studio Stad: een bruisende debat- en werkplek waar Leuvenaars kunnen denken over en werken aan oplossingen voor stedelijke en maatschappelijke uitdagingen.

‘Wanneer je een monument restaureert en tegelijk toegankelijk wil maken, glij je snel af naar compromissen. Maar we geloven echt dat we in ons ontwerp niet gekozen hebben voor het compromis, maar voor de win-win. Dankzij de nieuwe bouwfase slagen we erin om het monument klaar te maken voor de toekomst én het volledig in ere te herstellen.’

Ontdek de toekomst van het stadhuis en een indrukwekkende maquette in Atelier Stadhuis. www.leuven.be/stadhuis

‘Ons ontwerp maakt een open huis en een diverse werking mogelijk. Dat is de hefboom waarmee we de Leuvenaar willen overtuigen.’

43


5.000 BEZOEKERS

tijdens de laatste Open Monumentendag in Abdij van Park. Op 11 september van dit jaar nog meer?

4 LEUVENSE ABDIJEN

krijgen een nieuw verhaal.

800

Erfgoed verbindt. 8 DEELPLEKKEN

CIRCUSLEERLINGEN zullen wekelijks repeteren in het vernieuwde Broosgebouw en de nieuwe gebouwen.

IN CIJFERS

in maakleerplek met o.a. een studio, een kantine en verschillende soorten labo’s en ateliers.

44 WINWINNERS

of sympathisanten die financieel investeren in vzw Hal 5.

2028

is het openingsjaar van het gerestaureerde stadhuis met de nieuwe werking.

850 M² OVERDEKTE PUBLIEKE RUIMTE in de Sint-Jacobskerk.

44


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.