Mozaïek - 2011 - april

Page 1

MOZAIEK stadsvernieuwing leuven

editie APRIL 2011 jaargang 7 nummer 1

DE CONCENTRATIE VAN PUBLIEKE DIENSTEN LANGS DE SPOORWEGRIVIER

DE OVERHEIDSOEVER


INHOUDSTAFEL pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag. pag.

02 04 06 08 12 14 15 16 17 18 19 20

Inleiding Voordelen overheidsoever Luchtfoto VAC NMBS station De Lijn Stadskantoor Provinciehuis Publieke ruimten stationsomgeving Publieke ruimten Philipssite Gebouwen Philipssite Voor en na

COLOFON Concept en realisatie communicatie stadsvernieuwing stad Leuven Redactie Geert Antonissen, Karlien Stroeykens Fotografie Geert Antonissen, Karlien Stroeykens, Eric Dewaersegger Schepen van communicatie Els Van Hoof Directeur communicatie Alfons Verdyck Met dank aan Stad Leuven: technische dienst gebouwen, dienst ruimtelijke planning, college van burgemeester en schepenen, AGSL, provincie Vlaams-Brabant, Vlaams Gewest, De Gregorio & partners, Jaspers-Eyers & Partners, NMBS-Holding, De Lijn Verantwoordelijke uitgever College van burgemeester en schepenen Contactgegevens Communicatie stadsvernieuwing Stadskantoor Professor Van Overstraetenplein 1 B-3000 Leuven infohuis@leuven.be, tel. 016 272 272 Meer info: www.leuven.be/stadsvernieuwing Volgend nummer juni 2011

2

Beste Leuvenaar Deze Mozaïek zoomt in op een opvallende evolutie. In am­ per een goed decennium veranderden de verloederde en vervallen restruimten langs de Leuvense spoorwegrivier in opvallende nieuwe stadsdelen. Tussen de Geldenaakse­ baan en de Blauwputbrug vestigden zich voornamelijk de verschillende overheden die onze streek rijk is. Hierdoor ontstond een onvervalste overheidsoever langs de ijzeren rivier die Leuven al jaren doormidden snijdt. Op deze plek presenteren de overheidsdiensten zich met hun heden­ daags voorkomen en met veel aandacht voor de omlig­ gende stad. Deze dynamiek overtuigde ook veel privé­ ondernemers zodat de overheidsoever intussen verrijkt is met verschillende grote en kleinere privéorganisaties.

Korte geschiedenis Het zag er nochtans niet zo goed uit op het einde van de vorige eeuw. Door de vooruit galopperende globalise­ ring verliep de delocalisatie van de industrie sneller dan ooit tevoren. Vele fabrieken verhuisden naar het (Verre) ­oosten en voormalige industrieterreinen werden stede­ lijke woestijnen. Zo verloor Leuven ondermeer een indus­ trieel icoon als de Philipsfabriek langs de ring en straalde de stationsomgeving grosso modo dezelfde levenslust uit als haar Oosteuropese collega’s ... voor 1989. “Gelukkig” was Leuven sowieso ook toen al meer een diensten- dan een industriële stad. Daarenboven werd onze universiteitsstad in die periode - dankzij het zoge­ naamde Sint-Michielsakkoord - hoofdstad van de nieuwe provincie Vlaams-Brabant en zocht men plaats om deze nieuwe diensten te huisvesten.


De overheidsoever

De concentratie van publieke diensten langsheen de Leuvense spoorwegrivier Zo werden de vervallen sites langs het spoor plots een zegen. Het waren goed bereikbare plekken, centraal tus­ sen de binnenstad en de dichtbevolkte woonwijken van Kessel-Lo en Heverlee.

Publieke motor Toch vertaalde zich dat niet automatisch in nieuwe stads­ wijken. Gelukkig zagen verschillende publieke partners als De Lijn, het Vlaams Gewest, de NMBS en de stad, mede on­ der invloed van voormalig Vlaams bouwmeester Marcel Smets, de mogelijkheden in en werkten ze samen om de stationsomgeving een nieuwe basis­structuur te geven. In amper drie jaar tijd bouwden ze een nieuw stedelijk skelet (een autotunnel, heraangelegde vesten, het Joanna-Ma­ ria Artoisplein, de ondergrondse voetgangersstraat naar Kessel-Lo, het Martelarenplein boven en onderaan ...) dat vele investeerders overtuigde. Overigens kwamen er niet enkel publieke organisaties, maar ook grote bedrijven als KBC, KBC-verzekeringen en Accor. Samen met de vele kleinere studiebureaus, de volledig vernieuwde horecazaken en andere kleinere ­bedrijfjes, vormen al deze organisaties vandaag een zeer belangrijke tewerkstellingspool. Ook de verlaten gronden van de Philipssite kenden een gelijkaardige evolutie. Na enkele spaakgelopen pogingen werd de site, in regie van de stad, omgevormd tot een

nieuwe stadswijk. Vandaag huizen er internetbedrijven, advocaten, consultantbedrijven, verzekeringen, financiële groepen, boekhoudbedrijven, vertalers, beroepsvereni­ gingen enz. Maar toch zijn ook daar de overheden en bedrijven van openbaar nut (Politie, bpost, Federaal administratief cen­ trum, stedelijke kribbe) opvallend aanwezig. Samen met de privaatpublieke Sportoase vormen ze het leeuwendeel van de gebouwen op deze groene campus.

Conclusie Een groot deel van de Philipssite en de ruime stations­ omgeving vormen samen de facto één lange oever van ­organisaties die het algemeen belang (moeten) nastreven. Gelukkig vertaalden de meeste overheidsorganisaties hun vernieuwde imago in interessante architectuur die hun transparant en efficiënt karakter moet verzinnebeelden. Daarmee legden ze de lat op een niveau waaronder de meer recente investeerders - in de Vaartkom en de Kop van Kessel-Lo bijvoorbeeld - niet konden zakken. Maar daarover meer in de volgende Mozaïeken. Reacties op deze Mozaïek zijn zoals altijd welkom op ­infohuis@leuven.be. Vriendelijke groeten Communicatie stadsvernieuwing Leuven

3


De algemene voordelen

van de Leuvense overheidsoever

> Alles zit in elkaars omgeving. Ondanks het internet en andere digitale media blijft fy­ sieke nabijheid vandaag belangrijk. Niet enkel omdat de meeste mensen nog steeds menselijk contact verkiezen boven digitale communicatie, maar vooral omdat men­ selijk contact vaak subtieler en preciezer functioneert.

> De nabijheid van het openbaar vervoer voorkomt meer files. Door de verschillende openbare diensten in elkaars ­verlengde te huisvesten langs het trein- en bus­station, kunnen niet enkel de klanten, maar ook de werk­ nemers zonder wagen ter plekke geraken. Bij de pro­ vincie Vlaams-Brabant bijvoorbeeld komt amper één op drie werknemers met de wagen naar het werk. Bij het Vlaams administratief centrum zijn er 158 parkeerplaat­ sen voor 800 werknemers. Voor het stadskantoor zijn er nog geen exacte cijfers, maar ook daar veroorzaakt de overgrote meerderheid geen files. Ter vergelijking: in Vlaanderen gaat in het algemeen ruim 70% van de werk­ nemers met de wagen naar het werk. > Een ruime en gevarieerde tewerkstelling. Eén van de belangrijkste voordelen van deze concentra­ tie aan overheden is uiteraard de tewerkstelling. Door de vele verschillende overheidsinstellingen en bedrijven van openbaar nut, is er een rijk en vooral gevarieerd ar­ beidsaanbod voor de Leuvenaars. Indirect creëert dit le­ gertje uiteraard ook heel wat tewerkstelling voor private ondernemingen: Leuvense drukkerijen, broodjesbars, consultancybedrijven, onderhouds- en bouwbedrijven enz. profiteren allemaal mee van de bedrijvigheden die deze ambtenaren zowel als privépersoon als als op­ drachtgever genereren.

4


De ruimtelijke voordelen

van de Leuvense overheidsoever

> De voormalige industriegronden en verloederde ­gebieden krijgen een nieuwe functie. Vandaag zijn het niet langer restgebieden, maar steun­ pilaren van de levende stad. foto: de stedelijke kinderkribbe op de voormalige ­Philipsterreinen.

> Door de verhuis van overheidsdiensten van de ­binnenstad naar de overheidsoever komt er in de ­binnen­stad veel ruimte vrij. Deze kan vervangen worden door groen en woningen. foto: het Cartijnenveld op de voormalige rijkswacht­ kazerne.

> De hele omgeving en de verschillende instellingen op zich krijgen een duidelijke (hedendaagse) identiteit. foto: het stadskantoor.

> Dankzij de infrastructuurwerken komt er een reeks nieuwe en aangename verbindingen die de deelgemeenten met Leuven verbinden. foto: het Benedenplein (in opbouw) dat Kessel-Lo aansluit op Leuven.

5


Federaal Administratief Centrum 2002 pag. 19 Ge誰ntegreerde politie 2003 pag. 19 Sportoase 2005 pag. 19

bpost 2001 pag. 19

Kinderkribbe 2010 pag. 19

Provinciehuis 2003 pag. 16

6


Stadskantoor 2008 pag. 15 De Lijn 2001 pag. 14

NMBS-station 2011 pag. 12

Vlaams Administratief Centrum 2011 pag. 08

7


8


Het Vlaams Administratief Centrum Het duurzame sluitstuk

bouwheer Diestsepoort nv onderdelen RO en Cel Onroerend Erfgoed/ Kind en Gezin/Flanders Investment Trade/Jobpunt Vlaanderen/VDAB/ VLM/Integrale jeugdhulp/AFM/Jongerenwelzijn/VMM/Vlaamse Belastingdienst/Studietoelagen De agentschappen: Wonen Vlaanderen/Infrastructuur (Wegen & Verkeer)/Zorg en Gezondheid/Hoger Onderwijs en Volwassen Onderwijs/Natuur en Bos/Ondernemen/Personen met een handicap/Inspectie Ruimtelijke Ordening, Wonen en Onroerend Erfgoed/Binnenlands Bestuur De departementen: Leefmilieu Natuur en Energie Werk en Sociale Economie Mobiliteit en Openbare Werken Landbouw en Visserij architecten Jaspers-Eyers & Partners i.s.m. GZZAvEM. en Bureau Bouwtechniek NV in functie sinds 2011 vroegere verblijfsplaatsen Vilvoorde/Leuven/Brussel aantal werknemers +/- 800 toren 17 verdiepingen 60 meter oppervlakte bovengronds: 23.095 m² ondergronds: 6.297 m²

Jarenlang was het een onooglijke plek, verstopt tussen het station en de Blauwputbrug. Vandaag is het een toplocatie in de achtertuin van het trein- en busstation en de (visuele) hoeksteen van de hele stationsomgeving. Door de bouw van het Vlaams Administratief Centrum (VAC) is de hele lijn langsheen de Leuvense kant van de sporen ingevuld. Na Antwerpen en Hasselt is het meteen het derde ‘VAC’ in een Vlaamse provinciehoofdstad waar de Vlaamse ­regering de verschillende buitendiensten samenbrengt. Het kantoorgebouw is het resultaat van een samenwerking tussen Jaspers-Eyers architecten - dat ondermeer een Leuvense poot heeft - en het voormalige Griekse/ Brusselse bureau GZ dat de oorspronkelijke wedstrijd had gewonnen toen de Vlaamse overheid nog zelf bouwheer was. Dit gebouw is uiteindelijk gezet door een private bouwheer die het complex voor 27 jaar verhuurt aan de Vlaamse Overheid.

9


Ingebed in de omliggende stad Het VAC lijkt niet geheel toevallig op het provinciehuis. Net als het provinciehuis bestaat het VAC uit twee grote delen: een grote toren en een langwerpige benedenverdie­

De centrale gang verbindt de publieke diensten

10

ping met ondermeer verschillende publieke functies. Het materiaal ver­ schilt, maar de opbouw is hetzelfde. Deze gelijkenissen zijn geen toeval. Beide gebouwen vormen het sluit­ stuk van de kantorenlijn langs de Leuvense zijde van de stations­

Centraal doorheen het gebouw loopt een centrale (semi-pubieke) gang die de verschillende publieke functies aan elkaar linkt. Deze straat in het gebouw verbindt de vele ver­ schillende functies van het Vlaams Gewest.

omgeving. Tegelijk kent het VAC wel verschillende gezichten omdat het in een meer complexe context ligt. Aan de Diestsepoort, de kant van het Martelarenplein kondigt het gebouw zich aan voor de vele pas­ santen door een groot raam en een opvallende overkraging. Werknemers kunnen het complex rechtstreeks bereiken vanaf de spo­ ren, al ligt de hoofdingang toch eer­ der aan de Diestsepoort waar een soort plein de straat verruimt en verrijkt. De toren zelf is tegen de Vuurkruisen­ laan geplaatst zodat hij in de zicht­ lijn van de Vuurkruisenlaan ligt en geen storende schaduw geeft.


Uitzonderlijk duurzaam Het VAC haalt uitzonderlijk goede punten op vlak van energieverbruik. Doordat het gebouw ongeveer de helft minder energie zal verbruiken dan een standaard nieuwbouw­ kantoor, zullen de extra kosten die gemaakt zijn om dit te kunnen berei­ ken binnen 8 à 10 jaar terug­gewonnen zijn. Het gebouw behaalt dit uitzon­ derlijk resultaat dankzij een reeks ingrepen: 1. Goed afgesloten gebouw verliest weinig warmte of koelte In eerste instantie is het gebouw ui­ teraard bijzonder goed geïsoleerd. De wanden en vloeren zijn in functie hiervan gekozen, de ramen bestaan uit niet minder dan drie lagen, het gebruikte schrijnwerk wordt ook gehanteerd in passieve woningen, zonnewering houdt de zomerse zon buiten enz. Het hele complex is met andere woorden goed beschermd tegen koude en hitte. 2. Ondergrond met armada aan buizen geeft warmte in de winter en koelte in de zomer Onder dit complex zitten 120 bui­ zen. Deze zogenaamde warmte­

Werkwinkel in VAC

De Werkwinkel die zich tot voor kort in de Tweebronnen bevond, zit nu aan de stationszijde van het VAC. Een van de partners van de Werkwinkel is de tewerkstellings­ cel van de stad Leuven.

wisselaars stockeren de zomerse warmte 45 meter onder de grond en herbruiken deze in de winter. Omgekeerd kan ook winterse kou­ de worden opgeslagen om in de zomer de kantoren te koelen. Deze zogenaamde Boorgatenergieopslag (BEO) wordt gecombineerd met een klassieke warmtepomp. 3. Reeks maatregelen vermindert het verbruik De meest vanzelfsprekende manier om energie te sparen is uiteraard minder energie verbruiken. Zo zijn er lichtsensoren, past de ver­ lichting zich automatisch aan aan de natuurlijke lichtinval, wordt het water­ verbruik op verschillende manieren gereduceerd, zorgen hoge rende­ mentsketels voor een beperkt verbruik enz. Dankzij al deze maatregelen krijgt het kantoorgebouw - dat geheel in de Leuvense traditie het Dirk Bouts­ gebouw zal genoemd worden - als eerste in Vlaanderen vier sterren op de energie-efficiëntie-schaal die de Leuvense universiteit ontwikkelde.

Flexibiliteit De ambtenaren van de Vlaamse overheid werken in een zeer soe­ pel werksysteem. Geheel volgens de visie van het flexwerksysteem heeft niemand een eigen werkplek en werkt iedereen in een open land­ schap. Laptops en draagbare te­ lefoons helpen om dit mogelijk te maken. Dit systeem zou, samen met het thuiswerk, zelfs in de meest dos­ sierverwerkende administraties het aantal werkplekken met 1/5de ver­ minderen.

11


Het stationsgebouw

Ontwerp overkapping Samyn en Partners architecten-ingenieurs

bouwheer NMBS-Holding architecten studiebureau Examino

12

in functie sinds 1875, de voorbije jaren in 足verschillende fasen totaal vernieuwd

aantal reizigers per dag +/- 29.000 per werkdag


Het is niet de eerste keer dat dit gebouw uit 1879 hersteld wordt. In 1996 restaureerde men ondermeer de voorgevel. In dat jaar zag ook het rijkelijk versierde plafond boven de huidige lokettenzaal terug het dag­ licht. Maar het grootste gedeelte van de monumentale bovenruimte bleef verborgen achter een vals plafond dat in 1953 geplaatst werd bij de herindeling van het gebouw. Hier­ door verloor het gebouw binnenin zeer veel van zijn oorspronkelijke monumentaliteit die geheel in de tijdsgeest van de 19de eeuw de na­ tionale trots en bloeiende economie moest verzinnebeelden. Die oorspronkelijke grandeur van de ontvangstkamer van het station komt nu terug.

Een nieuwe indeling Om het oorspronkelijke uitzicht te herstellen, sloopt men alle later aangebrachte vloeren en wanden. ­Tegelijk richt men de hele binnen­ ruimte - met de loketten, de wacht­

© NMBS-Holding

Verschillende fasen

ruimte, het buffet en de kranten­ winkel - opnieuw in. Het meeste werk kruipt echter in de restauratie van de originele pla­ fondreliëfs. Deze worden samen met het oorspronkelijke buitenschrijn­ werk in ere hersteld.

De restauratie van de twee levens­ grote bas-reliëfs boven de perron­ toegang is de kroon op het werk. Deze afbeeldingen van vrouwen met putti (mollige baby’tjes die vaak in barokke afbeeldingen verwerkt zit­ ten) zat 60 jaar verscholen achter een vals plafond. Deze figuren die ook op de voorgevel van het ge­ bouw staan, symboliseren - nog steeds in de tijdsgeest van de 19de eeuw - de opbouw van de “Staat” waar gerechtigheid en een verlichte geest hoofdrolspelers zijn. © NMBS-Holding

Het station van Leuven heeft als zesde grootste station van België de voorbije jaren een ware gedaanteverwisseling ondergaan. Na de werken aan de overkapping, liften, onderdoorgang en perrons, herstelt men vandaag het inte­rieur van het stationsgebouw zelf. Zo krijgt dit neoklassiek gebouw voor het eerst sinds een halve eeuw zijn oorspronkelijke grandeur terug.

Ook alle ontbrekende stukken in de decoratieve muurversiering worden weer aangebracht. Tenslotte is het niet onbelangrijk te vermelden dat ook de de stations­ gevel aan de kant van de perrons een grondige renovatiebeurt krijgt.

Tijdelijke container Omdat de volledige binnenruimte van het station ontruimd moest ­worden, plaatste de NMBS-holding container­ modules op het Martelaren­plein die dienst doen als tijdelijke loketten­ ruimte. Naast spoor C kwamen ook 52 kantoorcontainers als tijdelijke bu­ reelruimte voor de stations­diensten.

Het station als stedelijke katalysator Met de afwerking van de wandelbrug over de sporen en de Kesselse zijde van het station - de zogenaamde Kop van Kessel-Lo - nadert voor het hele station het einde van een ingrij­ pend tijdperk. De plek is omgevormd van een gebied vol vergane glorie in een uiterst stedelijke trefplaats waar treinreizigers en passanten elkaar ontmoeten en gebruik kunnen ma­ ken van de vele voorzieningen.

13


De Lijn Het gebouw van De Lijn was oorspronkelijk gecontesteerd door zijn grootte en kleur. Vandaag blijkt het te passen in de serie nieuwe XXL gebouwen die de voorbije jaren uit de grond zijn gekomen en functioneert het ontegensprekelijk als een soort reusachtige pendelaarsverwerkingsmachine.

Busstation + Het complex dat naast het Leuvense treinstation staat, is meer dan een simpel busstation. Het is een verza­ meling van een hele reeks functies die allemaal samen de kwaliteit er­ van intensiveren. Naast het eigen­ lijke busstation huisvest het onder­ meer ook een Lijnwinkel, een reeks commerciële zaken, een verwarmde wachtruimte en de kantoren van Eurostation, Infrabel en de directie De Lijn Vlaams-Brabant. De verant­ woordelijken voor het comfort van de ­passagiers kunnen m.a.w. van uit hun raam merken of alles naar beho­ ren verloopt.

Het pleingezicht (foto boven) is groten­deels tot op de grond ge­ bouwd. Deze wand geeft vorm aan het Martelarenplein. Het resterende open gedeelte verbindt visueel en praktisch de sporen met het nieuwe plein. Het vestgezicht (foto midden) staat in de hoogte en benadrukt door de bandramen de beweging van het voorbijrijdend verkeer. De achtergevel tenslotte (foto bene­ den) bevindt zich onder het (shed-) dak. Het is een soort overdekte bui­ tenkamer die voor de treinreizigers het busstation aankondigt. De ontwerpers van de buurt hebben perfect ingezien dat het niet vol­ staat alle vervoermiddelen in elkaars verlengde te plaatsen. De verbindin­ gen zelf moeten ook overzichtelijk en comfortabel zijn, zodat het be­ ruchte onveiligheidsgevoel andere oorden dient op te zoeken.

Bewegingsorganisator De bakstenen constructie versterkt een hele reeks verbindingen: zo heb je snelle linken tussen de trein­ perrons en de busperrons, het bus­ plein en het Martelarenplein, de Diestsevest en het voetgangers­ gebied enz. Hiervoor bouwde men een constructie die ruwweg drie ge­ zichten heeft.

14

bouwheer De Lijn, Eurostation architecten Manuel de Solà-Morales Rubio, A33 in functie sinds 2001 aantal reizigers per werkdag +- 16.000 ligging Martelarenplein Leuven


Publieke ruimte Martelarenplein Het Martelarenplein is sinds de her­ aanleg in 2001 de ontvangstkamer van de stad. Iedereen die per trein of bus Leuven binnenkomt, passeert er. Vandaar dat bij de heraanleg het autoverkeer grotendeels in de ondergrond verdween, de bussen een apart plein kregen zodat (grote massa’s) voetgangers en fietsers de nodige ademruimte kregen.

bouwheren ondergrond en plein zelf Vlaams Gewest AWV, stad Leuven, De Lijn, NMBS architecten Manuel de Solà-Morales Rubio, A33 in functie sinds 2001

Een blauw plein met duidelijke randen Het hele bovengrondse plein is bekleed met de blauwe hard­ steen die ook het Provincieplein en weldra het Benedenplein sieren. Door de afwerking van de randen - de bouw van het KBC-kantoor met zijn opvallende overkraging en het gebouw van De Lijn - is het Marte­ larenplein nu ook een duidelijk af­ gelijnd plein met een sindsdien nog levendigere horeca.

Centraal renoveerde de stad het ex­ pressionistisch monument dat de fusillades van 1914 herdenkt. Het vormt vandaag de verticale link tus­ sen het ondergrond­ se- en bovengrondse Martelarenplein. Het is gerestaureerd vol­ gens de oorspronke­ lijke plannen. bouwheer restauratie stad Leuven ­architect Areter (het voormalige BOA-architecten) ­afwerking 2005

Ondergrondse kathedraal Onder het Martelarenplein bevindt zich één van de meest won­ derbaarlijke plekken van de stad. Een autoparking die door zijn ingenieuze constructie en detaillering niet enkel veilig aanvoelt, maar ook een aangenaam en praktisch geheel vormt met de hele voetgangers- en (zichtbare) autotunnel.

15


Stadskantoor stad Leuven

> Het stadskantoor is het symbool van het steeds groeiende belang van de ruime stationsomgeving voor Leuven.

De locomotief

> Het stadskantoor maakt samen met de KBC-gebouwen en de voorlig­ gende esplanade de link tussen het ­station en het provinciehuis.

v Openheid en ruimte geven een aan­ genaam gevoel.

De loketten van de stedelijke diensten, nieuwe stijl. v

v Vanuit de openbare loketten heb je interessante zichten op het achter­ liggende spoorgebied.

initiatiefnemer KBC-verzekeringen opdrachtgever gebouw thv Landsbeeck-Interbuild opdrachtgever esplanade stad Leuven ontwerpers tv Crepain Binst Architecture nv & ARCHI + I bvba realisatie oktober 2005 - april 2008

> Onder het hele complex loopt een gigantische openbare gratis fietsen­ parking.


Provinciehuis

Tijdloos modernisme

Waarschijnlijk is het provinciehuis één van de belangrijkste gebouwen van de oever. Door de inplanting op het einde van de toen nog lege strip langsheen het spoor, maakte het de ontwikkeling van het gebied tussen het station en het achterliggende Klein-Rijsel mogelijk. Door de mooie materiaalkeuzes, de transparantie en vooral door de ­specifieke opbouw, met bijna alle kantoorfuncties geconcentreerd in de toren, legde het meteen de lat hoog voor de latere projecten (KBC, stadskantoor, Kop van Kessel-Lo, VAC).

Ruggengraat met patio’s Precies zoals het bijzonder plan van aanleg voorscheef, bestaat het ge­ bouw uit drie grote delen: een voor­ plein, een torenvolume en een lager en langer achterlichaam aan de zuid­ kant met een park. Zowel omwille van de verhoudingen als omwille van de materiaalkeuze zijn de drie verschillende onderdelen van het ontwerp geen losse stukken die aan elkaar geplakt zijn, maar zijn het drie onderdelen van hetzelfde geheel die aan elkaar gelinkt worden via een gelijk­ vloerse “pu­ blieke gang” en een aluminium

© provincie Vlaams-Brabant

geluidsscherm aan de spoorzijde. Deze ongeveer 160 meter lange pu­ blieke gang - die de ruggengraat vormt van het gebouw - start onder in de toren en verbindt de vier grote onderdelen van het achterlichaam: het halfrond, een grote seminarie­ zaal, een tentoonstellingsruimte en een restaurantruimte. Tussen deze vier onderdelen zijn er grote binnen­ patio’s die de licht- en luchttoevoer naar de verschillende onderdelen bevorderen.

bouwheer provincie Vlaams-Brabant architecten Goncalo Byrne arquitecos Ida, WIT architectenvennootschap BVBA in functie sinds 2003

17


Publieke ruimte Philipssite Op de Philipssite structureren zowel de twee grote assen als het park het hele gebied. Langsheen de assen liggen de grote gebouwen, terwijl het park de overgang tussen de stad en de site r­ egelt.

Groen park structureert Het park op de Phillipssite (13 ha) is minstens even be­ langrijk als de gebouwen. Het geeft het gebied niet en­ kel rust, maar ook de nodige structuur op het immense terrein dat de hedendaagse binnenstad verbindt met de historische Abdij van Park. Het grootste deel van het park is een stadsboomgaard vol fruitbomen. Daarnaast zijn er ook een petanquebaan, een skateterrein en de nodige rustplekken. Aan de overzijde van de Kerkhof­ dreef ligt nog een prettig stukje park dat is opgebouwd als een speeltuin vol reuze mikadostokjes. opdrachtgever stad Leuven architect De Gregorio en Partners in samen­ werking met Studio Aldo Rossi Associati en ontwerpbureau Pauwels afwerking 2005

Ondergrond Onder de Philipssite zit een aparte wereld: een parking met ruim 1200 plaatsen, een tunnel, laadplaatsen voor vrachtwagens enz. Hierdoor kon er bo­ ven een soort groene campus komen.

18

ontwerper De Gregorio en Partners in samen­ werking met Studio Aldo Rossi Associati opdrachtgever parking Campus Parkpoort N.V. in opdracht van de stad Leuven tunnel stad Leuven en Campus Parkpoort N.V.


Gebouwen Philipssite

het FAC en het Ubicenter

het politiekantoor, het postsorteercentrum en het FAC

opdrachtgever Ubicenter Campus Parkpoort NV opdrachtgever kinderkribbe stad Leuven opdrachtgever Sportoase stad Leuven / Sportavan NV (oorspronkelijk) opdrachtgever politiekantoor stad Leuven / THV Politie足 kantoor Leuven opdrachtgever FAC Regie der Gebouwen opdrachtgever postgebouw Immopost NV alle gebouwen zijn ontworpen door De Gregorio en Partners in samenwerking met Studio Aldo Rossi Associati NV

het politiekantoor

de Sportoase

de kinderkribbe, het FAC en de Sportoase

19


1998 2011

zicht op het spoorwegtalud vanuit het einde van de Boulevardstraat


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.