5 minute read

WHAT'S IN A NAME

Een andere familienaam

In dit tweede artikel in de reeks ‘What’s in a name’ gaan we in op de schrijfwijze van familienamen. Dezelfde familienaam, maar toch een andere, want ze zijn anders geschreven. Denk aan Peters en Peeters, Hoeks en Hoekx of Lavrijsen en Lavreysen. Naamkundige en leraar op rust Vic Mennen vertelt er meer over.

“De reden is eenvoudig”, zegt Vic. “Vroeger werden woorden en familienamen genoteerd zoals men ze uit de mond van een (dialect)spreker hoorde.”

“Er was nu eenmaal eeuwenlang geen eenheid van spelling. De spelling van Belgische familienamen werd vastgelegd door de Fransen in 1795 toen de zuidelijke schrijftaal nog heel wat regionale eigenaardigheden bevatte. In Nederland kwam in 1811 de verplichting om een vaste familienaam te laten registreren. Daar was ondertussen, in 1804, de spelling-Siegenbeek ingevoerd, waarmee de schrijftaal van het Nederlands voor het eerst officieel werd vastgelegd. Voor de schrijfwijze van de familienamen richtte men zich naar die regels. België volgde pas veel later, in 1863. Daarom sluit de spelling van de Nederlandse familienamen vrij goed aan bij de huidige standaardtaal.”

“Denk bijvoorbeeld aan Vreys en Vrijs of Cuypers en Kuipers. De eerste is zonder moeite als de Belgische schrijfvariant te herkennen, de tweede als de Nederlandse. Een ander goed voorbeeld dat we ook in Lommel kennen, is Maes en Maas.”

Bijzondere naamverhalen

Naast die taal- en geschiedkundige verschillen, worden er soms ook namen gewijzigd door de mensen zelf. Om diverse redenen. Twee mensen uit Lommel vertellen een bijzonder verhaal over hun familienaam: Jan Hendricks en Agnès Jimmink.

Hendrickx, Hendricks en Hendriks

“Mijn overgrootvader werd in 1856 geboren in Luyksgestel als Thomas Hendrickx”, vertelt zijn achterkleinzoon Jan Hendricks. “Hij kreeg 10 kinderen, waaronder mijn opa. Die wijzigde begin 20e eeuw zijn naam in Hendricks. “Er zijn al genoeg Hendrickxen met -kx achteraan”, heeft hij naar verluidt gezegd. Zijn broer liet er Hendriks van maken.”

“Ik had een collega met de naam Hendriks. We stelden vast dat we beiden afstammen van dezelfde overgrootvader, Thomas Hendrickx. Ik had nog een familiefoto uit 1920, zo eentje waar alle familieleden op staan. Dus ook de grootvader van mijn collega. Ik stuurde hem die foto en later bezorgde ik hem nog een digitaal overlijdensprentje uit 1936 van Thomas Hendrickx. Hij was telkens enorm ontroerd.”

Agnès en Robert Jimmink

Ook Agnès Jimmink had eigenlijk een andere familienaam moeten hebben. Haar vader Robert kreeg eerst de naam van zijn moeder en later, in de woelige jaren ’30 voor Wereldoorlog II, de familienaam van zijn stiefvader.

“Mijn oma Margaretha Riegel werkte als receptioniste in een hotel in Wiesbaden. Daar ontmoette ze een zekere David, een Joodse man. Ze geraakte zwanger, maar David liet mijn oma zitten met haar kind. Omdat ze zelf moeilijk voor de jongen kon zorgen, werd hij ondergebracht bij een tante.”

“Een tijdje later ontmoette ze Herman Jimmink uit Zutphen. Die was vaak op zakenreis in Duitsland, want in Nederland was het crisis. Ze werden verliefd en zijn snel daarna getrouwd. Pas daarna vertelde mijn oma aan Herman dat ze nog een zoon had, want haar tante had in een brief gemeld dat ze het kind niet langer kon houden. Herman wou die jongen onmiddellijk zien en toen bleek dat hij bij die tante ontzettend verwaarloosd werd. Ze hebben hem dan ook meteen meegenomen.”

“Zo groeide mijn pa op bij zijn moeder en stiefvader, die hij altijd als zijn echte pa heeft beschouwd. Maar hij had dus de familienaam van zijn moeder en heette voluit Robert Riegel. Als middelbare scholier zag hij Hitler een bezoek brengen aan Wiesbaden, waar overal de nazivlaggen wapperden. Mijn vader vond die Hitler maar een eng mannetje.”

Kein Problem

“Ook zijn stiefvader was ongerust over de politieke ontwikkelingen. Om hem te beschermen besloot hij om de naam van zijn zoon te laten wijzigen. Hij vertrok met flink wat geld op zak. In het gemeentehuis zei de ambtenaar dat het ‘kein Problem’ was.

Wellicht omwille van die envelop met geld. Hetzelfde gebeurde met het doopregister in de kapel. Ze verbrandden de oude registratiekaarten en hij ging voortaan door het leven als Robert Jimmink.”

“Later maakte hij karikaturen voor een ondergronds Joods blad. Hitler heeft die nog onder ogen gekregen. Toen werd het echt te warm onder zijn voeten. Hij vluchtte naar Nederlands-Indië, maar daar brak de oorlog met Japan uit en werd hij krijgsgevangen genomen om aan de Birma spoorweg te werken. Later volgde nog de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië."

De witte anjer

“Ik ben wel op zoek gegaan naar de familienaam van de vader van mijn vader, die ene David, maar een echt antwoord heb ik niet gevonden. Het is op zich een raar gevoel, maar ik ben er niet door getraumatiseerd of zo. Ik ben wel heel nieuwsgierig. Ik heb het verhaal van mijn vaders leven, waarbij dus ook die naamswijziging, beschreven in mijn boek ‘De witte anjer’. Een meeslepend boek, want mijn pa had echt een bewogen leven. Hij was getekend door al die oorlogen.”

Het boek 'De witte anjer' is te koop via agnes@laurey.eu

This article is from: