Lifeline final 11 06 2013 01

Page 1

Lifeline 32, jaargang 7, nummer 4

a ! Kt

o p a K

Het onbekende Onbewuste processen • Onbekende deeltjes • Emergentie• Fragmentatie X SpinnenwebbenDe chocoladereep test! • Oudheid op Malta • Interview met Bart Verkerke• en de BarX Regenerative Medicine X Eenreleye vis • beetje Kapot? X De allesvernietigende drug Krokodol

X

En

de nieuwe rubiek: ‘How it works!’ GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 1

1

12-06-13 00:16


Voorwoord Beste lezers,

Inhoud 4-5 6 7 8 9 10-11 12 13

14-15 16 17 18 19 20-21 22 22-23

2

Lifeline32- Final.indd 2

Wetenschapsnieuws ERIBA instituut Cursus Marijke Fragmentatie Alumni Spinnen Interview Dierproevencommissie Regenerative medicine: lichaamseigen herstel bij schade Een beetje kapot Krokodil Vergeten wetenschapper Rubriek: ‘‘How it works’’ Kunstzinnig Review: Witbier Wendy stelt zich voor Rubriek: Op de koffie

Na een mooie lente is het alweer tijd voor de laatste editie van dit jaar. Dat betekent dat iedereen bijna heerlijk achterover kan zitten en boeken, labdagen en verslagen plaatsmaken voor heerlijke vakanties. Het thema ‘kapot’ van deze editie klinkt misschien alles behalve vrolijk, maar je zult tijdens het lezen van deze Lifeline merken dat destructie niet altijd slecht is, maar ook zo zijn voordelen heeft: als er iets kapot gaat is er plaats voor vernieuwing en je weet maar nooit wat voor moois dat teweegbrengt. Het ERIBA instituut is een voorbeeld, op de plaats waar vroeger een oude collegezaal stond, wordt nu hard gewerkt aan verouderingsonderzoek. Desondanks zul je tijdens het lezen van dit blad worden geconfronteerd met de écht nare gevolgen van kapotgaan als je bent aangekomen bij het artikel over ‘krokodil’. Voorlopig zijn we nog fitte studentjes dus hopelijk zullen we in onze eigen motoriek de komende tijd geen gebreken opmerken! Verder vind je in deze Lifeline een kruiswoordpuzzel waarmee je een prachtige Iduntas in kunt winnen. Wees niet getreurd als je dit exemplaar net zelf hebt aangeschaft, want je kunt ook een heerlijke Indiase avondmaaltijd winnen. Daarnaast is de redactie maar liefst versterkt met een goede schrijfster, maar helaas zal aan het eind van dit studiejaar ook weer een flink deel van de redactie vertrekken. Plaats voor nieuwe leden dus, als jij zin hebt om volgend studiejaar aan de slag te gaan in een gezellige commissie vol met ideeën, stuur vooral een mailtje naar redactie@idun.nl! Voor nu: iedereen een waanzinnige vakantie gewenst, geniet van de zon, de vrijheid en we zien jullie terug in september! Anouk Voorzitter Lifelineredactie 2012-2013

GLV Idun

12-06-13 00:16


Lieve leden,

Bestuur

De laatste LifeLine van het jaar – alweer - ligt voor je neus. Dat betekent dat mijn laatste voorwoord op dit moment door jou gelezen wordt. Het betekent ook dat we zijn aanbeland bij de laatste weken van het huidige collegejaar en dat wij het stokje over zullen dragen aan onze opvolgers. Om het jaar goed af te sluiten brengt de LifeLinecommissie nog eenmaal dit blad uit, deze keer met het thema ‘’kapot’’! Veel kan kapot. Soms gebeurt dat spontaan, soms gepland. Een voorwerp waarvan het absoluut ongewenst is dat het kapot gaat, dan wel spontaan dan wel gepland, is een condoom. Toch heeft de condoom een bijnaam, die wat mij betreft de bedoeling om heel te blijven tegen gaat: een kapotje. Hoe komt het geliefde voorbehoedsmiddel aan zijn bijnaam, zit ik denken? Misschien omdat het tracht het voortbestaan van het organisme ‘de mens’ te stoppen door de overdracht tegen te gaan die daarvoor nodig is. Veel kan kapot, daarnaast blijft gelukkig ook een hoop eeuwig intact. Zo ga ik ervan uit dat Idun eeuwig zal blijven bestaan, evenals de band die Idunleden met elkaar opbouwen. Herinnering hebben de eigenschap eeuwig te kunnen blijven bestaan. Herinneringen van het afgelopen jaar zullen dan ook voortleven. Het is alweer even geleden, maar het congres van dit jaar zal niet snel worden vergeten. De Dies was wederom een succes en Specops Brussel was stief plezant. Ook de andere georganiseerde activiteiten hebben bijgedragen aan een onvergetelijk jaar. Aan dit onvergetelijke jaar komt helaas wel een einde. De herinneringen en kennis die wij als bestuur hebben opgedaan zijn goed bruikbaar voor onze opvolgers. Die herinneringen zullen dus niet kapot gaan maar overgegeven worden aan het volgende bestuur. Deze overdracht wordt gelukkig niet belemmerd door een kapotje, wij zullen onze zaadjes met liefde doorgeven. De laatste groetjes namens het gehele zevende bestuur der GLV Idun,

Colofon De Lifeline is het onafhankelijke tekstueel orgaan van de Groninger Levenswetenschappen Vereniging (GLV) Idun en komt vier keer per collegejaar uit. Oplage: Druk:

1520 Drukkerij Weissenbach B.V. Sneek

De redactie: Anouk Baars Joyce Lubbers Corinne Mulder Bas Leenknecht Ward Helfrich Wendy Groot Jebbink

Lotti van Driel Marijke van Marrewijk Lynn van Olst Amanda van Tilburg Robin Schepers Lotte ‘t Hoen

Eindredactie: Anouk Baars Lay-out: Lotti van Driel Joyce Lubbers

Lynn van Olst Anouk Baars

Niets uit deze uitgave mag gekopieerd, vermenigvuldigd of gepubliceerd worden zonder schriftelijk toestemming van de redactie. Omdat de redactie voor het grootste gedeelte afhankelijk is van inbreng van derden kan de redactie niet aansprakelijk worden gesteldvoor onjuiste informatie. De redactie en/of GLV Idun hoeft de zienswijze van geplaatste stukken niet te onderschrijven. Auteur dient bij de redactie bekend te zijn. Lidmaatschap GLV Idun: kijk op www.idun.nl

Ties van Wijk

GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 3

3

12-06-13 00:16


WETENSCHAPS Samengesteld door Wendy Groot Jebbink en Robin Schepers Biochemische routekaart metabolisme De volledige biochemische routekaart van het cellulaire metabolismesysteem van de mens, genaamd Recon 2, is recent compleet gemaakt. Eerst waren er alleen onderdelen van de kaart bekend, maar nu is het één compleet geheel geworden en kan er precies gekeken worden hoe het cellulaire metabolisme verloopt. De biochemische routekaart laat zien hoe de mens zijn voedingsstoffen op diverse manieren omzet tot moleculaire componenten. Er wordt gekeken van welke stoffen de metabolieten zijn gemaakt en de enzymen die bij deze reacties betrokken zijn. De metabolieten kunnen worden weer gebruikt worden om het menselijk lichaam op te bouwen, bijvoorbeeld de opbouw van DNA, enzymen en diverse cellen. Het zijn dus allemaal reactiepaden die de voedingsstoffen af kunnen leggen. Met behulp van het genoom hebben de wetenschappers van genen bekeken voor welke enzymen ze coderen. Al deze enzymen zorgen voor een moleculair biochemische reactie. Alle enzymatische reacties tezamen zijn vervolgens in kaart gebracht. De biochemische routekaart laat interacties tussen het genoom, transcriptoom, proteoom en metaboloom zien. Er zijn 7440 biochemische enzymreacties in kaart gebracht, waarbij 2626 metabolieten ontstaan, hierbij zijn 1789 genen betrokken. De biochemische routekaart zou in de toekomst per persoon gemaakt kunnen worden, door het genoom te analyseren door middel van bijvoorbeeld een bloedmonster. Doordat de cellulaire mechanismen van het lichaam in kaart worden gebracht, kunnen individuele chronische ziektes, die op latere leeftijd kunnen ontstaan door bepaalde voedingsstoffen, makkelijker gevonden worden. Er kunnen dus door middel van het metabolisme biomarkers voor ziektes gevonden worden. Veel ziektes ontstaan namelijk door een verstoorde stofwisseling, door een teveel of een tekort aan nutriënten. Cellen reageren op nutriënten en kunnen hierdoor hun metabolisme aanpassen. Hierdoor zijn persoonlijke diëten samen te stellen om bijvoorbeeld de kans op een ziekte te verkleinen (vroegtijdige bijsturing). Het gebruik van medicijnen kan door aangepaste voeding verlaagd worden. Maar er kunnen ook juist betere, op de moleculaire processen gerichte medicijnen gemaakt worden. Zo zal een individuele behandeling in de toekomst mogelijk worden. Maar het gebruikt van de biochemische routekaart ligt nog ver weg. Nog niet alles is duidelijk te voorspellen. We weten nu alleen de moleculaire reactiewegen die een voedingsstof aflegt, maar het is nu nog niet duidelijk hoeveel van een bepaald nutriënt een bepaalde functie uitoefent. Voor meer informatie zie www.humanmetabolism.org, aflevering Pauw en Witteman, de Volkskrant. Thiele, I. et al. A community-driven global reconstruction of human metabolism. Nature Technology, maart 2013.

4

Lifeline32- Final.indd 4

N

S W IEU

Een hormoon voor de beta-celproliferatie tegen diabetes Onderzoekers van Harvard hebben het zogenaamde betatrofine ontdekt; een hormoon uit de lever en vetweefsel dat de alvleesklier stimuleert voor de proliferatie van betacellen in de eilandjes van Langerhans. Door de toename van bèta-cellen wordt de productie van insuline verhoogd. Betatrofine is gevonden door middel van een antagonist voor de insulinereceptor, genaamd s961. Binding van deze s961 aan de insulinereceptor zorgt voor perifere insulineresistentie. Om de insulineresistentie te compenseren wordt er onder andere bèta-celproliferatie geïnduceerd. Microarray-analyse liet zien dat deze bèta-celproliferatie wordt veroorzaakt door een bepaald gen. Dit gen codeert voor een hormoon, dat later betatrofine is genoemd. De werking van enkel betatrofine is onderzocht in jonge muizen van 18 weken met insuline resistentie. Het gen voor betatrofine werd ingebracht in een plasmide. Daarna werden weefselcultuurcellen getransfecteerd met deze plasmiden. De muizen kregen staartinjecties met deze cellen toegediend. Binnen enkele dagen werd een ruime toename van 17 keer van de bèta-cellen waargenomen in tegenstelling tot de controle groep. Hoe de mechanismen van betatrofine werken op de bèta-cel proliferatie is nog niet bekend. Zes dagen na de injectie met de cellen met betatrofine-plasmiden is er een glucosetolerantietest gedaan met behulp van een glucose injectie bij de muizen. Uit deze test is gebleken dat de glucosetolerantie verhoogd was bij de muizen met betatrofine geïnduceerde bèta-celproliferatie. De insulineresistentie is dus verlaagd. Na het overlijden van de muizen werd de functie van de bèta-cellen onderzocht door een glucose-stimulatedinsulin-secretion (GSIS) analyse op geïsoleerde bèta-cellen. Hieruit bleek dat de bèta-cellen hun normale functie hadden behouden na de proliferatie door betatrofine. De genetische code van betatrofine is alleen teruggevonden in zoogdieren, inclusief de mens. Maar betatrofine is voor zover bekend, afwezig in andere dieren. Door de aanmaak van extra bèta-cellen met behulp van betatrofine kan diabetes type 2 verholpen worden. Of diabetes type 1 verholpen kan worden is nog niet duidelijk, omdat het lichaam de bèta-cellen weer zal aanvallen. Betatrofinetherapie kan bij diabetes type 2 als vervanging dienen voor bijvoorbeeld de insulinespuit, met veel minder complicaties als gevolg, doordat het lichaam nu zelf in de vraag naar insuline kan voorzien. Peng Yi et al. Betatrophin: A Hormone that Controls Pancreatic β Cell Proliferation. Cell, april 2013.

GLV Idun

12-06-13 00:16


Minder vet via epigenetica

Valsspelers sleuren ook de andere spelers mee het graf in Vele organismen werken samen met hun soortgenoten. Je geeft wat weg en krijgt er later weer wat voor terug. Dit soort systemen zijn niet waterdicht en sommige ‘valsspelers’ profiteren hiervan. Ze maken gebruik van de gedeelde goederen maar geven er niets voor terug, ten koste van hun buren. De valsspelers zijn in het voordeel, maar als ze gepakt worden, dan kunnen ze het wel schudden. Echter, zo vroegen Sanchez en Gore van de Massachusetts Institute of Technology zich af, hebben deze valsspelers, behalve op de individuele buren, ook een negatief effect op de samenleving als geheel? Sanchez en Gore onderzochten het samenwerkingsverband van bakkersgist (Saccharomyces cerevisiae), die binnen een populatie samen sacharose afbreken en de producten glucose en fructose met elkaar delen. Bakkersgistcellen scheiden het enzym dat sacharose afbreekt uit tussen hun membraan en hun celwand. Dit enzym breekt de sucrose af buiten het lichaam van de gist: slechts één procent van de afbraakproducten neemt de gistcel zelf op, de rest verspreidt zich in de omgeving naar andere gistcellen. Eén gistcel kan dus meerdere nabijgelegen gistcellen van voedsel voorzien. Dit delen van glucose en fructose creëert een systeem dat het eerder genoemde valsspelen in de hand werkt: gistcellen die zelf geen enzymen produceren, maar wel het voedsel opnemen, zijn nu in het voordeel en kunnen meer groeien dan hun werkende buren. Om de effecten van dergelijke valsspelers te testen, maakten de onderzoekers een giststam met een deletie van het gen dat codeert voor het sacharose -afbrekende enzym. Een populatie met zowel de normale als de ‘valsspelende’ stam bleek tot wel negentig procent gemuteerde valsspelers te kunnen bevatten. Maar wanneer onderzoekers de omgeving van de populatie minder aangenaam maakte, dan bleek dat de populatie met de valsspelers veel sneller uit te sterven dan een populaties die bestond uit enkel ‘brave producenten’. De experimenten laten zien hoe makkelijk valsspelers een coöperatief systeem kunnen uitbuiten en hoe instabiel een populatie erdoor wordt. De dynamiek binnen een populatie staat niet los van evolutionaire dynamiek, die, zoals men vaak aanneemt, op een grote tijdschaal zou plaatsvinden. De interactie tussen samenwerkende gisten en valsspelers treft niet enkel de individuen, maar beïnvloed zelfs voortbestaan van hele populaties en ecosysteem.

Een team van wetenschappers onder leiding van Yong Chen hebben muizen genetisch zo veranderd dat de witte vetcellen verdwenen en ruimte maakten voor hun bruine tegenhangers. Witte vetcellen slaan vooral vet op, bruine vetcellen verbranden voornamelijk veel vet. Via deze genetische verandering hebben we dus grip op opslag en verbranding van vet in muizen zonder grote aanpassingen te maken in het dieet. In zoogdieren zijn de bruine vetcellen vooral te vinden in beesten die tijdens en na hun winterslaap hun lichaamstemperatuur op peil willen brengen. Bruine vetcellen vinden we bij mensen vooral in baby’s, die de bruine vetcellen gebruiken om zich warm te houden. Gedurende het latere leven verdwijnen de bruine vetcellen grotendeels en maken ze plaats voor witte vetcellen, de vetcellen die we in de westerse voornamelijk gebruiken om onze royale energiereserves in op te slaan. Yong Chen et al., fokten aan de universiteit van Bonn een knock-out muis waarin een bepaalde “mircoRNA Switch” mist. Deze switch, genaamd micro-RNA 155, speelt een rol in het aansturen van genen die het functioneren van bruine vetcellen reguleren. Wanneer de hoeveelheid micro-RNA 155 onder een bepaalde grenswaarde kwam, dan ontwikkelen zich meer bruine vetcellen. Daarnaast zagen de onderzoekers dat ook het witte vetweefsel beïnvloed werd: witte vetcellen ontwikkelden meer mitochondriën en veranderden van wit naar een “beige” tussenvorm, die ook in staat was om meer vet te verbranden. Ook in mensen is micro-RNA 155 gelinkt aan het functioneren van vetweefsels en obesitas. In de toekomst zouden we dus via dit epigenetische pad mogelijk vetzucht kunnen behandelen. Zelfs bij een halvering van de concentratie micro-RNA 155 zagen de onderzoekers in hun muizen meer bruine vetcellen. Het verlagen van micro-RNA 155 in cellen zou in de toekomst dus bij de diëtist op het lijstje van beschikbare therapieën terecht kunnen komen, onder het kopje epigenetica. Chen, Y., Siegel, F., Kipschull, S., Haas, B., Fröhlich, H., Meister, G., & Pfeifer, A. (2013). miR-155 regulates differentiation of brown and beige adipocytes via a bistable circuit. Nature Communications, 4:1769

Sanchez, A., & Gore, J. (2013). Feedback between Population and Evolutionary Dynamics Determines the Fate of Social Microbial Populations. PLoS Biology, 11(4)

GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 5

5

12-06-13 00:16


Het ERIBA insituut Anouk Baars

Na een korte route door de faculteit komen we aan bij een grijze deur, waarvan je verwacht dat deze naar een electriciteitsruimte of ander oninteressant technisch hokje leidt. Niets is minder waar, een mooi ingerichte lounge met veel lichtinval verschijnt. Daarachter bevindt zich een open office waar iedereen op zijn eigen manier een werkplek heeft gecreëerd, een groot contrast met de structuur in de oude faculteit. Niet verbazingwekkend dat ze hier beschikken over de nieuwste technieken die bewijsmateriaal kunnen leveren voor hypotheses die eerder door technische gebreken in hetzelfde stadium bleven. Fundamenteel onderzoek naar de mechanismen die cellen ouder of juist jonger maken: daar draait het hier om.

Een project in Rusland. Daar willen we meer van weten...

Genoomstabiliteit

Kort geleden hebben de RUG en het UMCG een samenwerkingscontract met Rusland getekend voor een consortium onder leiding van Peter Landsdorp. Er wordt een nieuw lab gebouwd in Skolkovo, vlakbij Moskou. ‘Volgens de planning is het in september 2014 af’, zegt Niek. Een wonderbaarlijk korte termijn, maar de Russen schijnen zoiets te kunnen. Ze bouwen een centrum voor excellentie en focussen daarbij op zowel levenswetenschappen, fysica als duurzaamheid. De samenwerking vanuit Groningen zal ondersteuning bieden bij de opzet van ‘The Skolkovo Centre for Stem Cell research’, waar het onderwerp aging, naast andere thema’s, van belang zal zijn. ‘Intussen komen PhDstudenten vanuit Rusland hier in Groningen meelopen. Zo kunnen ze hier kennis opdoen en die meenemen naar de thuisbasis als het lab daar klaar is’, vertelt Niek. De grootse aanpak geeft aan hoe ambitieus de plannen zijn.

Inmiddels is van zijn PhD-project is anderhalf jaar voorbij gegaan. ‘Één van de projecten waar ik nu aan werk, gaat over genoomstabiliteit in stamcellen. Met een complexe techniek kun je een cel één keer laten delen en dan analyseren hoeveel schade in het DNA is aangebracht.’ Hierbij wordt gebruik gemaakt van BrdU, een thymidine-analoga die wordt ingebouwd bij replicatie net zoals een standaard nucleotide. Dankzij een goede proportie geautomatiseerde processen kan binnen korte tijd het gehele genoom worden bestudeerd. Per chromosoom is zichtbaar hoeveel veranderingen de dochtercellen ten opzichte van de moedercel hebben. ‘Wat deze resultaten uiteindelijk voor de wetenschap gaan betekenen, dat is nu nog niet precies bekend. In ieder geval zal het een aanvulling zijn op de kennis die we nu hebben en of daar in de toekomst gebruik van kan worden gemaakt is nu nog niet te voorspellen.’

Bloom syndrome Ook deze ziekte wordt bestudeerd in het PhD-project van Niek. Het is een zeer zeldzame ziekte die wereldwijd ongeveer 480 patiënten telt. Patiënten verouderen in een razend snel tempo en worden vaak niet ouder dan dertig jaar. Zelfs cellen van een mens rond de negentig hebben niet de extreme kenmerken die cellen van Bloom’s syndroom patiënten hebben. ‘Het nadeel van deze ziekte is dat je niet makkelijk aan patiëntmateriaal komt, misschien is er zelfs in Nederland wel niemand te vinden met de ziekte’, legt Niek uit. Samenwerking met andere universiteiten kan hier een uitkomst bieden. Tot die tijd wordt gewerkt met geïmmortaliseerde cellijnen uit donoren, een muismodel voor Bloom syndrome is nog in ontwikkeling.

6

Lifeline32- Final.indd 6

Macrostonum lignano Een andere groep werkt binnen dit instituut aan deze platworm, met een bijzonder sterk vermogen om zijn lichaam te vernieuwen. Zelfs als alleen het gedeelte van het hoofd intact blijft, kan dit organisme de rest van zijn lichaam regenereren. En het bijzondere is dan dat dit nieuwe gedeelte uit cellen bestaat die minder verouderingskenmerken vertonen dan de cellen uit het voormalige lichaam. ‘Dit modelorganisme is nog vrij nieuw, vandaar dat het nog niet veel is gebruikt in eerder onderzoek.’

GLV Idun

12-06-13 00:16


Rotganzen op Schiermonnikoog Marijke van Marrewijk

Overzichtsfoto Schiermonnikoog

Het is begin mei. Ik zit alweer een week op Schiermonnikoog in het kader van de community ecology research cursus. Tijdens deze cursus is het de bedoeling dat we inzicht krijgen in de patronen en processen van interacties tussen bodem, planten en dieren. Net zoals de dierecologie research cursus heeft de community research meerdere onderzoeksprojecten in het veld in de aanbieding. Dit keer ben ik dus op Schiermonnikoog terechtgekomen, waar ik onderzoek aan het doen ben naar rotganzen. De rotgans is een kleine ganzensoort die je alleen aantreft in kustgebieden. Ze gedijen het liefst op zoute kwelders waar ze voedselrijke zouttolerante planten eten. Rotganzen kunnen beter tegen zout dan andere vogels, waardoor de kwelder van Schiermonnikoog een perfecte plek is om te foerageren, te rusten en op te vetten voordat ze verder trekken naar hun broedgebieden in SiberiĂŤ. De rotgans is dus een trekvogel, wat betekent dat hij zijn broedplaats op een andere plek heeft dan zijn overwinterplaats. Het bijzondere aan de kwelders van Schiermonnikoog (en het hele Waddengebied in het algemeen) is dat het gebied als pauze plek wordt gebruik, waar de dieren weer tot krachten komen en opvetten. Onderzoek naar trekvogels kan informatie geven over de community van verschillende organismen waar de trekvogels in leven. Trekvogels zijn gelinkt aan verschillende soorten ecologische interacties, waardoor de toename of afname van trekvogels (in ons geval dus rotganzen) iets zou kunnen zeggen over veranderingen in de ecologische systemen.

Rotganzen. Foto Wim Jager

GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 7

Rotgans

Ons verblijf is in de herdershut, wat geen geheel onbekend begrip is onder de ecologie studenten, aangezien je er tijdens je bachelor meerdere malen met cursussen heen kan gaan. De herdershut is het veldstation van de RUG in de polder van Schiermonnikoog. Ons onderzoeksgebied is zo’n 7 kilometer ďŹ etsen vanaf de herdershut richting het meest oostelijke puntje van het eiland. Dit is nog een hele trap, aangezien we dwars door gras, duinen en zand moeten rijden. Onderweg komen we regelmatig velduilen, bruine kiekendieven en andere leuke vogels tegen. Voor mij maakt dit het dagelijkse tochtje extra leuk. Zodra we op de plaats van bestemming aankomen, verstoppen we ons in de duinen. Vanuit daar bekijken we de ganzen en verzamelen we informatie over waar ze foerageren, hoe lang ze foerageren en of ze interacties met elkaar aan gaan. Enkele ganzen zijn gezenderd en/of geringd, waardoor ze ook gevolgd kunnen worden buiten het Waddengebied van Nederland. In ons community ecology onderzoek zijn wij benieuwd naar het foerageergedrag op de verschillende begroeiingszones van de kwelder. Vlak voor het moment waarop ik dit schrijf, heb ik op de valreep nog een leuke verassing tussen de rotganzen gevonden. Een ganzensoort genaamd de roodhalsgans, een tropisch ogend beestje wat niet helemaal thuis lijkt te horen in ons kikkerlandje. Dit is een extra leuk aspect van trekvogels, er valt niet te voorspellen wat voor vreemde soorten er soms mee trekken.

Roodhalsgans. Foto Wim Jager

7

12-06-13 00:16


Fragmentatie in positieve zin

Binaire celdeling

Ongeslachtelijke voortplanting Vele organismen, van planten tot ‘hogere’ organismen, doen aan aseksuele reproductie. Oftewel het voortbrengen van genetisch identieke nakomelingen vanuit één ouderlijk organisme, waarbij geen bevruchting optreedt. Er zijn verschillende vormen van ongeslachtelijke voortplanting, waarvan de binaire deling bij prokaryoten waarschijnlijk de meest befaamde is. Een andere vorm is fragmentatie bij ongewervelde dieren. Dit komt bijvoorbeeld voor bij wormen die zichzelf in twee of meer stukken kunnen breken, waarna elk ‘wormstuk’ zich ontwikkelt tot een nieuw organisme. 8

Lifeline32- Final.indd 8

ap

pa

ra a

t

Fragmentatie van biomoleculen Massa spectrometrie is een waardevolle techniek wanneer het gaat om analyse en identificatie van moleculen zoals eiwitten en metabolieten op basis van hun massa. Voor identificatie van een molecuul is het echter van belang dat het molecuul gefragmenteerd wordt, aangezien dit unieke (aminozuur)fragmenten oplevert voor het betreffende molecuul. De massa van het complete molecuul hoeft namelijk niet uniek te zijn, waardoor identiteitsbepaling onmogelijk is. Door de kenmerkende massa’s van de fragmenten na te trekken in een database, kan met een bepaalde zekerheid gezegd worden welk molecuul het is. Daarnaast kan zelfs de aminozuursequentie van een eiwit voorspeld worden met massa spectrometrie, indien het eiwit in stukken gebroken wordt die één aminozuur van elkaar verschillen. Hierdoor kan de identiteit nog betrouwbaarder bepaald worden.

om

Fragmentatie van DNA In cellen die geprogrammeerde celdood (apoptose) ondergaan vindt fragmentatie van DNA op natuurlijke wijze plaats. Dit gebeurt met behulp van bepaalde enzymen, die het DNA met zijn associërende eiwitten in fragmenten knippen. Daarnaast wordt DNA in het lab veelzijdig gefragmenteerd voor onderzoeksdoeleinden. Bijvoorbeeld gebruikmakend van restrictie-enzymen die het DNA op specifieke plaatsen knippen of door middel van fysieke methoden die een meer willekeurige fragmentatie veroorzaken. Hoofdzakelijk wordt DNA opgebroken tot kleinere stukken voor het ontrafelen van de nucleotidenvolgorde. Na het sequencen van de fragmenten wordt door het opsporen van overlappende gebieden de sequentie van het gehele DNA molecuul verkregen. Tevens wordt in het ‘proteomics’ onderzoeksgebied gebruik gemaakt van DNA fragmentatie om een bindingsdomein voor een bepaald eiwit te analyseren. Dit staat bekend als de DNase footprinting test.

Amanda van Tilburg

M icr ot o

H

et begrip fragmentatie, oftewel het in stukjes opdelen van een geheel, draagt onterecht een negatieve klank met zich mee. In de biologie zijn een aantal technieken en processen die onderbouwd worden door fragmentatie en hiervan gebruik maken op een positieve manier.

Slicing Voor weefselonderzoek met behulp van licht- of elektronenmicroscopie is het snijden van plakjes weefsel van groot belang. Een weefselplakje wordt ook wel een ‘coupe’ genoemd en moet 1 tot 10 micrometer dik zijn voor dierlijk weefsel. Het te onderzoeken weefsel wordt eerst gedehydrateerd en vervolgens met paraffine gemengd. Hierdoor is na stolling het weefsel makkelijker te snijden. Gebruikmakend van één van de verschillende microtoomapparaten kunnen dunne coupes gesneden worden. Een weefselplakje kan na hydratatie en kleuring vervolgens onder de microscoop bekeken worden. Digestie Vertering is een simpel maar essentieel voorbeeld van fragmentatie in de biologie. Het is een natuurlijke vorm van fragmentatie, waar wij allen met onze negen meter lange spijsverteringskanaal het bewijs voor kunnen leveren. Continue wordt in het verteringsstelsel voedsel gefragmenteerd met behulp van enzymen, zodat het lichaam de voedingsstoffen uiteindelijk op kan nemen.

GLV Idun

12-06-13 00:16


Alumni... “Ik wilde graag werken in het buitenland, aan tropische koraalriffen, met in gedachte de typische documentairebeelden uit National Geographic.” Ik ben afgestudeerd in 1998 in de richting Mariene Biologie. Toen ik voor biologie koos, was dat niet meteen mijn doel, maar gedurende het eerste jaar begon mijn enthousiasme voor de zee door mijn lidmaatschap van GBD Calamari. Ik wilde graag werken in het buitenland, aan tropische koraalriffen, met in gedachte de typische documentairebeelden uit National Geographic. Voor mijn afstudeerproject heb ik daar dan ook werk van gemaakt en heb ik negen maanden doorgebracht in Panama, bij het Smithsonian. Naast de idyllische beelden heb ik daar ook geleerd hoeveel hard werk de wetenschap eigenlijk is. Na mijn afstuderen twijfelde ik over in Nederland blijven of emigreren maar heb ik gekozen voor een aio-baan bij het NIOO (nu NIOZ) in Yerseke. Nog tijdens het schrijven van het boekje zag ik een advertentie voor een post-doc baan op Mallorca, bij IMEDEA (Mediterraan Instituut voor Gevorderd Onderzoek). Het plan was twee jaar te post-doccen en daarna terug te keren naar Nederland. Dat is ondertussen negen jaar geleden. De beslissing om te blijven is een balans geweest tussen werk en sociale activiteiten, teruggaan was waarschijnlijk beter geweest voor mijn carrière maar het leven is natuurlijk niet werk alleen. Toentertijd waren de investeringen in de wetenschap in Spanje veelbelovend. Na 2008 ging de kraan dicht en nu is Spanje zelfs in vrije val wat betreft de toekomst voor onderzoekers. Mijn positie is slecht vergeleken met andere landen, de salarissen worden elk jaar gekort, er zijn steeds minder mogelijkheden en meer dan jaarcontractjes zit er voorlopig niet in. Het werk is vrijwel altijd leuk en heel erg afwisselend. Ik leid veldwerkcampagnes, en omdat we ons voornamelijk richten op zeegras en geassocieerde fauna, is ons veldwerk onderwater. We hebben weinig ondersteunend personeel dus doe ik de analyses in het laboratorium zelf, of ik leer het de studenten. We doen vrij vaak laboratoriumexperimenten die veel voorbereiding en continu overleg vergen. Verder is mijn tijd vooral gevuld met het schrijven van projecten om geld op te halen voor het volgende experiment, het geven van praatjes, lesgeven en het begeleiden van studenten. Al met al kom ik veel te weinig toe aan het enige dat lijkt te tellen: publiceren. Mijn afdeling (klimaatverandering) publiceert veel, we schrijven bijvoorbeeld gezamenlijke publicaties waaraan iedereen zijn steentje bijdraagt. Het meeste werk zijn de artikelen als eerste auteur. Niet alleen het aantrekkelijk verwoorden van de resultaten van een experiment kost tijd, maar ook het contact met de andere auteurs. Gelukkig staan de onderwerpen waar ik aan werk, o.a. het effect van de verzuring van de oceanen op schelpdieren en het gevolg van de teruggang van het zeegras voor geassocieerde fauna volop in de belangstelling. -Iris Hendrinks-

“Ik gebruik mijn studie vooral als een achtergrond om de studieprotocollen en ziektebeelden te begrijpen. In mijn dagelijkse werk heb ik echter veel meer aan alle ervaring die ik heb opgedaan tijdens mijn bestuursjaar bij GLV idun en allerlei commissies” Ik ben dol op mijn werk. Wat doe ik? Ik ben Clinical Research Associate (CRA). Sta ik in het lab? Nee, geen dag van mijn werkende leven! Drie jaar geleden studeerde ik af als medisch bioloog en had ik geen flauw idee wat ik ging doen of wat mijn werkende leven zou inhouden. De farmaceutische wereld en het klinische onderzoek trok me wel altijd al. Via via kwam ik terecht bij een detacheringsbureau voor farmaceutisch personeel en zo kreeg ik mijn eerste baan. Maar wat doe ik nou de hele dag? Als CRA ben je de politieagent van het klinische onderzoek. ‘s Ochtends jump ik in mijn leaseauto en rijd ik naar een ziekenhuis in Nederland waar onze klinische studie wordt uitgevoerd. De helft van mijn dag besteed ik aan het praten met de artsen en verpleegkundigen van het studieteam om te horen of het onderzoek naar behoren gedaan wordt en om ze aspecten van de studie uit te leggen die ze niet goed doen of niet begrijpen. De rest van de dag check ik patientendossiers van patienten die ons studiemiddel slikken. De uitdaging is een goede band opbouwen met het medische personeel zodat ze je niet alleen als een ‘politieagente’ zien maar als een hulp in de studie. De wereld van klinische studies is een zeer gereguleerde omgeving, omdat ze moeten voldoen aan allerlei wetgeving, richtlijnen en protocollen. Ik ben iemand die het fijn vindt om in zo’n wereld te werken. Mijn bedrijf Quintiles laat me mijn werkweek helemaal zelf inplannen. Ik ben ongeveer twee dagen in ziekenhuizen, twee dagen op kantoor, en een dagje thuis aan het werk. Hoewel ik veel alleen op pad ben, voelt mijn baan absoluut niet solistisch. Ik werk voortdurend samen met mijn projectteam binnen Quintiles en je moet kunnen samenwerken met allerlei personeel in het ziekenhuis (apothekers, laboranten, artsen en verpleegkundigen). Ik gebruik mijn studie vooral als een achtergrond om de studieprotocollen en ziektebeelden te begrijpen. In mijn dagelijkse werk heb ik echter veel meer aan alle ervaring die ik heb opgedaan tijdens mijn bestuursjaar bij GLV idun en allerlei commissies. Ik zou iedereen kunnen aanraden om zo veel mogelijk naast je studie te doen, want het geeft je waardevolle ervaring die je niet tijdens het studeren opdoet. Voor de toekomst ben ik zeker van plan nog lang in de farmaceutische wereld te blijven, omdat er veel ruimte is om carrière te maken. -Jocelyn DrogeGLV Idun

Lifeline32- Final.indd 9

9

12-06-13 00:16


De spin

Tijd om te slapen. Je ligt in bed en zet de wekker. De ochtend is al weer veel te snel. Met een diepe zucht leg je je hoofd op het kussen neer en staart in de laatste seconden voor het uitdoen van het licht naar het kale plafond. Even niets, ontspannen de nacht in. Tot je daar in de hoek van de kamer schuin boven je een dikke zwarte spin ziet, zo’n vuile en veel te snelle roofspin met harige poten. Je staart hem aan, zou hij terug staren? Mogelijk, de kans is groot dat toch in ieder geval één van de vier paar ogen je aan zal kijken. Je voelt je bespied. Hoe nu te slapen terwijl dat monster boven aan het bed hangt? Nu kan het licht ook niet meer uit. Straks valt ie per ongeluk van het plafond af. Is dit misschien een van die acht keren per jaar dat zo’n beest zomaar je mond binnen loopt en dat je hem doorslikt? Je merkt dat je je hoofd krampachtig in je kussen drukt en het zweet je in je handen staat. Maar verdeurie , je bent toch niet zo’n arachnofoob met ongefundeerde angsten voor de mooie klasse der spinachtigen en dan in het bijzonder de groep van de echte spinnen, de Araneae ? Nu even rustig worden, raap jezelf eens bijeen! Stap over die kinderachtige angsten heen, doe het licht uit en ga slapen. Zonder de spin uit het oog te verliezen, doe je de lamp uit en doe je een verkrampte poging tot het sluiten van de ogen. Potverdikke! In een flits doe je de lamp weer aan. De spin zit er nog. Te angstig om te slapen, te lui om op te staan en de spin weg te halen. Dilemma’s, dilemma’s.

Bas Leenglegt

Spinnen inslikken tijdens je slaap? Uit walging en besluiteloosheid is het nu tijd om ons eens te verdiepen in het subject van onze angsten. Vol opluchting kan ik je dan meedelen dat de spinnen-doorslikken-tijdens-je-slaaptheorie is gebaseerd op een fabeltje uit de jaren ‘50 van de vorige eeuw, nieuw leven in geblazen door een journaliste die in 1993 wilde laten zien dat op het internet elk onzinverhaal voor waar rond kon gaan. Ze had gelijk. Maar het is niet heel vreemd dat deze verhalen zich zo hardnekkig hebben genesteld in de hoofden van vele goedgelovigen. Dertien procent van de mannen en zeventwintig procent van de vrouwen geven aan angstgevoelens te beleven bij het zien van spinnen. Het verschil tussen de mannen en de vrouwen is opmerkelijk, mogelijk hebben we hier te maken met een genetisch sekseverschil op het gebied van fobiegevoeligheid . Hoewel het verschil ook zou kunnen liggen aan de drang van mannen om hun imago van onverschrokken macho hoog te houden, dat ze er van weerhoudt hun irrationele angsten bloot te geven aan de buitenwereld. Het vreemde is dat de fobieën en de mate waarin ze voorkomen erg verschillen per regio en samenleving, wat er op duidt dat het mogelijk enkel een cultureel verschijnsel is in de westerse wereld. Haat voor spinnen en schaamhaar Een wonderbaarlijke theorie rond het ontstaan van deze verschillen in angst tussen sekses is gebaseerd op de observatie dat afkeer voor spinnen bij meisjes veel meer toeneemt tijdens de pubertijd dan bij de jongens, zozeer dat de haat wel twee keer zo hoog werd bij de meisjes als bij de jongens. De meisjes gaven als verklaring dat het “zulke nare, harige beesten” zijn, een omschrijving die in verband zou staan met de beginnende schaamhaargroei, waar de westerse meisjes een aangeleerde afkeer voor zouden hebben. Jongens, bij wie al het groeiende haar wel geaccepteerd is, wijten hun angst aan het feit dat “sommige spinnen giftig zijn”, een logischer verklaring voor je angst. De angst voor het eigen schaamhaar brengt bij de meisjes een dergelijke afkeer voor harigheid teweeg dat zelfs het gestalte van een onschuldige huisspin ze op hol doet slaan, waar de zelf zo harige jongens geen last van hebben. Spinnengif als pesticide En al die afkeer terwijl het eigenlijk zo’n ongevaarlijk beest is. In Nederland zul je niet snel door een spin gebeten worden en als dat je wel lukt, zal het resultaat niet erger zijn dan een muggenbult of wespensteek. Het gif van spinnen werkt eerder voordelig dan nadelig bij de mens. Het gif van bijvoorbeeld de Australische tunnelwebspin, een agressieve spin met een lijf van maximaal vijf centimeter lang en met een beet die, wanneer onbehandeld, mensen doodt, bevat meer dan honderd verschillende stoffen waarvan de meesten schadelijk zijn voor insecten, maar onschadelijk voor gewervelden. Pesticiden die tegenwoordig gebruikt worden zijn neurotoxines die een klein aantal neuronale systemen aanvallen. Via een gering aantal mutaties is het vaak mogelijk voor insectensoorten om hier resistentie tegen te ontwikkelen. Een kunstmatig geproduceerde pesticidencocktail gebaseerd op de neurotoxines van de Australische tunnelwebspin zou

10

Lifeline32- Final.indd 10

GLV Idun

12-06-13 00:17


hierbij een uitkomst bieden aangezien het een veel breder scala aan neuro-moleculaire structuren kan aanvallen en resistentie op die manier minder in de hand werkt. We kunnen zelfs nog een stap verder gaan en gifproducerende genen van de spin in het genoom van virussen verwerken die specifiek zijn voor bepaalde ongediertes, waardoor de organismes zichzelf na een virusinfectie vergiftigen met eigengemaakt gif. Spider goats Naast de ietwat destructieve giftanden beschikt de spin ook over een aantal constructieve organen, de zogenaamde ‘spintepels’, waarmee het beest zijn kenmerkende spinrag spint. Spinrag is een bijzonder stofje precies afgestemd op de zware taak om snelvliegende insecten te stoppen in een zo fragiel ogend spinnenweb. Spinrag bestaat uit een proteïne met twee elkaar afwisselende structuren: enerzijds harde, kristallijne en blokvormige elementen en anderzijds soepele strengen die de blokvormige elementen aan elkaar binden. Samen zorgen ze voor een onovertroffen combinatie van hoge treksterkte en elasticiteit. Deze gewilde combinatie zorgt er na vele jaren van genetische manipulatie recentelijk een dertig tal “spider goats” zijn gefokt die het spinrag-proteïne produceren en uitscheiden via hun melk. In de toekomst zou dit, door spider goats (of andere geneGLV Idun

Lifeline32- Final.indd 11

tisch gemodificeerde organismen) geproduceerde, spinnenrag kunnen zorgen voor een goedkope productie van supersterk materiaal, voor bijvoorbeeld kogelwerende vesten of onverwoestbare kabelbruggen . Tijdens onze zoektocht in de wereld der spinnen is het ook nog even de moeite waard om op te merken dat niet alle spinnen even lelijk, harig en giftig zijn. Neem bijvoorbeeld de Peacock spider, een kleine springspin waarvan de mannetjes zijn uitgerust met een prachtig rood-blauw-zwart gekleurd manteltje dat ze normaal gesproken om hun achterlijf vouwen. Als de mannetjes op zoek zijn naar een vrouwtje klappen ze hun mantel uit en geven in combinatie met twee op en neer zwaaiende poten een opmerkelijke paringsdans. Nog nooit was een spin zo sympathiek! Misschien is het een geruststellend feit dat die spin daar boven aan het plafond werkelijk familie is van het flamboyante mannetje dat al flanerend zijn vrouwtjes de paring in leidt. Je kamergenoot is misschien wat minder extravagant, maar meent het niet minder slecht en zal daarnaast je kamer ontdoen van minder appetijtelijke gasten. Geef hem een kans, doe je nachtlampje maar uit en koester het idee dat je jouw kamer deelt met een zeer intrigerend karakter zonder enige slechte bijbedoelingen en met een scala aan fascinerende kwaliteiten. 11

12-06-13 00:17


De

zoekt nieuwe redactieleden

D I L N E E EM

ALG

Welke functie jou op het lijf geschreven is, daar ben je nog niet uit.Wel ben je ervan overtuigd dat ervaring opdoen binnen een commissie iets voor jou is. Je versterkt het reviewpanel en zal op verschillende vlakken bijspringen, variërend van het bijwonen van een interview tot het analyseren van de finale Lifeline. Je hebt een brede interesse die verder gaat dan alleen je majorrichting.

LAY-OUT Schrijven is totaal niet jouw ding. Je bent creatief en handig met computers, met name InDesign en Photoshop, of je wilt dit graag leren. Je kunt goed samenwerken binnen het lay-outteam. Je hebt oog voor detail en kunt goed omgaan met deadlines. Daarnaast ben je ervoor in het reviewpannel te versterken.

SCHRIJVER Je bent nieuwsgierig, je kunt kennis goed op anderen overdragen en Nederlandse taal is niet je valkuil. Deadlines nakomen is voor jou geen probleem. Naast artikelen schrijven vind je het ook leuk om personen te interviewen. Ook houd je van brainstormen over een thema en sta je ervoor open om mee te doen met reviews.

EINDRED

ACTEUR

Jij weet hoe een goed opgebouwd artikel eruit ziet dat iedereen graag wilt lezen. Spelfouten zijn voor jou een doorn in het oog, als jij een artikel hebt herzien blijft daar geen fout meer staan. Je kunt subtiel positieve feedback geven. Ook jij vindt het leuk om het reviewpanel te versterken en mee te denken over vernieuwing binnen de Lifeline.

Stuur een mailtje naar redactie@idun.nl vóór 20 juli 2013 12

Lifeline32- Final.indd 12

GLV Idun

12-06-13 00:18


R

Lichaamseigen herstel bij schade Regenerative Medicine

Lotte ‘t Hoen

Regenerative medicine streeft naar nieuwe therapieën voor patiënten met ernstige verwondingen of chronische ziekten waarbij lichaamseigen reacties niet voldoende zijn om de weefselfunctie te herstellen of te behouden. Het is een interdisciplinair veld van onderzoek dat gefocust is op herstel, vervanging en regeneratie van cellen, weefsels en organen. Dit kan toegepast worden bij veel verschillende soorten ‘gebreken’ of schade, zoals ziekten, botbreuken en veroudering. Er wordt een combinatie van verschillende technieken gebruikt, zowel bestaand als opkomend, waardoor het een stap verder gaat dan traditionele transplantaties. Er is een breed scala van belangrijke onvervulde medische behoeften die misschien opgelost zouden kunnen worden met behulp van regeneratieve technologieën. Voorbeelden hiervan zijn hartfalen, osteoporose, Alzheimer, Parkinson, ernstige brandwonden, ruggenmergletsels en aangeboren afwijkingen. Bij regenerative medicine draait het vooral om het aanmoedigen van het lichaamseigen herstelvermogen. Ten eerste wordt er gebruik gemaakt van cytokines en groeifactoren om de productie en/of de functie van endogene cellen te stimuleren. Deze techniek vertegenwoordigt het gebied van regenerative medicine dat de grootste klinische gevolgen tot nu toe heeft gehad. Ten tweede kan er gebruik gemaakt worden van levende cellen, zoals hematopoietische stamcellen die een grote capaciteit hebben tot replicatie in vivo. Ten slotte zijn er technologieën ontwikkeld voor ex vivo uitbreiding van celtypes, zoals keratinocyten, door gebruik te maken van een celcultuur en een ‘scaffold’ (soort steiger waar cellen op kunnen groeien). Deze technologieën vallen onder tissue engineering. In april 2013 hebben biologen voor het eerst in de medische geschiedenis functionele lab-volgroeide nier in een levend dier getransplanteerd (Lab-grown kidneys transplanted into rats, Ed Yong, Nature, 14 april 2013). Sinds de dag dat wetenschappers meer over stamcellen te weten kwamen, is er hoop geweest dat er ooit een heel functioneel orgaan in het lab gegroeid kon worden. En inderdaad, regenerative medicine is veelbelovend gebleken over de jaren met onder andere succesvolle experimenten waarin kleine muisharten en andere organen in het lab zijn gegroeid. Maar een goed functioneel orgaan bouwen is een ding, om het vervolgens goed te laten functioneren na transplantatie is een tweede. Maar onderzoekers van het Massachusetts General Hospital in Boston hebben deze grote hindernis overwonnen door de productie van een functionele nier. De onderzoekers namen een reeds bestaande nier van een rat en hebben deze nier ontdaan van alle cellen door de nier te wassen met een middel lijkend op wasmiddel. Toen de oorspronkelijke cellen eenmaal weggewassen waren, hebben de onderzoekers een scaffold gebruikt om een biotechnologisch transplantaat te maken van de echte nier. Om dit transplantaat te kunnen maken, zijn stamcellen geïntroduceerd en gestimuleerd in hun groei. De scaffold was vooral bezaaid met epitheel- en endotheelcellen. Er werd een drukgradiënt gebruikt, zodat de juiste cellen op de juiste plekken groeiden.

GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 13

Na vijf dagen in een incubatiekamer werd het weefsel functioneel, waardoor een transplantaat ontstond dat rudimentaire urine kon produceren. Deze urine kan veroorzaakt zijn door het feit dat er onvolwassen nier-cellen zijn gebruikt. Rudimentaire urine is urine die niet functioneert zoals natuurlijke urine, maar het kwam goed genoeg overeen met de doeleinden van het experiment. De wetenschappers geven toe dat dit een punt is waar aan gewerkt moet worden. De leider van het experiment meldt dan ook dat verdere verfijning van de celtypen en maturatie zou kunnen leiden tot een meer functioneel orgaan. Toen het onderzoeksteam eenmaal tevreden was over de werkende lab-gegroeide nieren, hebben ze deze getransplanteerd in levende ratten waarin ze bleven functioneren en rudimentaire urine gingen produceren. In dit experiment hebben de onderzoekers ook laten zien dat de techniek werkt op grotere schaal, namelijk door het strippen van cellen van varkens- en humane nieren. Deze hebben ze echter niet getransplanteerd. Het experiment resulteerde in het eerste functionele, lab-gegroeide orgaantransplant – een doorbraak die uiteindelijk zou kunnen leiden tot soortgelijke transplanten in mensen. De techniek die in dit experiment gebruikt is, zal het in de toekomst waarschijnlijk mogelijk maken om bio-artificiële harten, longen en levers te maken. In een ideale wereld zal dit principe gebruikt kunnen worden om transplanten te produceren naar aanleiding van de vraag van de patiënt. Deze transplanten worden gemaakt van de eigen cellen van de patiënt. Zo zou het orgaantekort opgelost worden en is er geen reden meer voor chronische suppressie van het immuunsysteem. Op dit moment wordt door dezelfde onderzoeksgroep onderzoek gedaan naar methoden om humaan-grootte organen te kunnen verfijnen.

TIP Als je hier op een leuke, leerzame en iets andere manier dan gewoonlijk iets meer over te weten wilt komen, is de cursus regenerative medicine zeker een aanrader! Bij deze cursus heb je namelijk geen hoorcolleges, maar mag je zelf in groepen werken, zodat je zelf invloed kan hebben op wat je wilt leren en op een actieve manier bezig bent met die stof. 13

12-06-13 00:18


Een beetje kapot? Wanneer wordt ziekte gezond?

W

Lotti van Driel & Lynn van Olst

We zijn allemaal een beetje anders, sommigen iets meer dan anderen en allemaal op een ander gebied; we zijn allemaal een beetje gek. De normaal, het gemiddelde, is een non-entiteit. Rondom de normaal staan verschillende uitvoeringen van net-niet-normaal. De normaal is niet perfect en deze uitvoeringen kunnen daarom prima functioneren. Op een gegeven moment wordt een té sterke afwijking echter niet meer als gezond gezien. Hoe groter de afwijking, hoe zieker de persoon. Hier zijn verschillende gradaties in en of iemand als ziek wordt beschouwd is ook sterk subjectief. In sommige situaties kan een sterke afwijking van het gemiddelde bovendien zelfs voordelig uitpakken. Om de scheidingslijn tussen wat normaal en wat een afwijking is te tarten presenteren we hier zeer beknopt een aantal veel voorkomende grensgevallen.

ADHD

Depressie

Alhoewel ADHD een algemeen herkende stoornis is, is er ook controverse omtrent de aandoening omdat momenteel slechts door middel van gedragsobservaties en niet via biomedische tests wordt vastgesteld dat een persoon met de stoornis kampt. De effectiviteit van drugs zoals Ritalin heeft hierbij echter een tegengeluid geboden. Er komt bovendien steeds meer bewijs vanuit de neurobiologische hoek voor de neurofysiologische pathways van ADHD. Gedragsobservaties letten op gedragingen als hyperactiviteit, impulsiviteit en concentratie in verschillende subcategoriën. ADHD lijkt een sterk genetische component te hebben. Alhoewel er nog niet een specifiek gen is aangeduid als primaire oorzaak van ADHD zijn er een hoop genen gevonden die betrokken zijn bij het ontstaan van ADHD. Zo is er in een review uit 2006 (Bobb et al.) geconcludeerd dat de genen voor de dopamine D4- en D5-receptoren en de dopamine en serotoninetransporters significant sterk worden geassocieerd met ADHD. Omgevingsinteracties zijn hierbij echter ook altijd van invloed. Dopamine is dus duidelijk betrokken bij ADHD. In 2008 werd de Dopamine Transfer Deficit (DTD) theorie gepostuleerd. Deze stelt dat een aantal van de symptomen van ADHD kunnen worden verklaard door het disfunctioneren van de dopamine celreacties in het reageren op eerdere beloningen. Het (aangeleerde) teken wat vooraf gaat aan de beloning veroorzaakt in ‘normale’ personen een dopamine piek, maar bij mensen met ADHD is deze slechts bij de daadwerkelijke beloning te zien. Tevens zijn er hersenanatomische verschillen te zien tussen mensen met en zonder ADHD. Mensen met ADHD hebben kleinere hersenen, hetgeen zichtbaar blijft tot in de adolescentie. Bovendien zijn bepaalde hersengebieden, waaronder de hersengebieden die normaliter een hoge dichtheid van dopamine receptoren bevatten (de caudate nucleus en de globus pallidus), bij mensen met AHDH verminderd in grootte. Een verminderde grootte geld ook voor de prefrontale cortex, het corpus callosum en de witte materie.

Een alom bekende ziekte. Depressie is een affectieve stemmingsstoornis welke 15 % van alle mensen tijdens zijn of haar levensloop treft. Na veel onderzoek is nog steeds de werkelijke oorzaak niet aangetoond en er is dan ook nog geen medicatie beschikbaar die zich op de oorzaak richten kan. Depressieve mensen voelen zich lusteloos, kunnen de zin van het leven niet meer zien en kúnnen niet meer blij zijn. In het dagelijks leven wordt de term al vaak gebruikt voor een dipje, maar bij depressieve mensen zijn ook echt veranderingen in de hersenen waarneembaar. Zo laten zij een verminderde afgifte van serotonine zien. Er zijn verhoogde cortisolgehaltes waarneembaar en verder zijn veel proinflammatoire markers verhoogd zoals cytokines, interleukines NO, I F N γ en TNFα. Microglia, de macrofagen van het brein, zijn in verhoogde mate geactiveerd. Daarnaast is er de neurogenese verlaagd en de neurodegeneratie juist verhoogd, dit is vooral waarneembaar in de hippocampus. Door de verhoogde inflammatoire markers wordt er door steeds meer mensen gedacht dat depressie te maken heeft met ontstekingsprocessen in de hersenen, dan wel door interne dan wel door externe stressoren. Tegenwoordig wordt meer onderzoek gedaan naar de rol van inflammatie bij depressie. Hoewel eerder gedacht werd dat inflammatie een bijkomstig symptoom was van de depressie wordt er steeds meer gedacht dat dit een oorzakelijke factor is.

14

Lifeline32- Final.indd 14

GLV Idun

12-06-13 00:18


Schizofrenie Dit woord betekent letterlijk: gespleten geest. Een ziekte waarvan eigenlijk nog weinig bekend is, maar toch de interesse van velen heeft gewekt, hoe erg de ziekte ook is. Dat is alleen al te zien aan de lijst films waarbij de hoofdpersoon lijdt aan deze ziekte. Zelf zag ik het als eerste in de film A beautiful Mind - Genie und Wahnsinn (2001). In de film raak je net als de hoofdpersoon kwijt wat werkelijk is en wat niet. Precies wat er vaak gebeurt bij schizofrene mensen, ze hebben een afwijkende beleving van de werkelijkheid. Het is een aandoening die met name voorkomt tussen het 15e en 30ste levensjaar en waarbij er minimaal één psychose optreedt tijdens het leven. De personen hebben, zonder zich er zelf van bewust te zijn, onlogische gedachtepatronen, wanen en hallucinaties. Hoewel het eerder wel veel gedacht werd heeft schizofrenie niets te maken met het hebben van meerdere persoonlijkheden of een gespleten geest, ondanks de naam die dit suggereert. De gespletenheid laat zich zien in een veranderde samenhang tussen de waarneming en het koppelen van deze waarneming aan het geheugen. Symbolen in de wereld om ons heen die we waarnemen prikkelen ons geheugen -om de betekenis van het symbool ‘op te zoeken’- in de cognitieve neuropsychologie wordt wel gedacht dat in schizofrenie al deze symbolen de hersenen met het geheugen té sterk stimuleren. Wat voor degene een logisch verband is, kan voor buitenstaanders volledig onbegrijpelijk zijn. Het is bekend dat een genetische component mee speelt in het ontstaan van de ziekte maar voor de rest zijn er vooral speculaties over de oorzaak van schizofrenie. Schizofrene personen laten vaak een verminderde dopaminerge activiteit zien in het prefrontale corticale gebied, terwijl het mesolimbische dopaminesysteem hyperactief wordt. Verder zijn defecte GABA-neuronen zichtbaar. Er zijn verschillende theorieën welke vaak ofwel naar de kant van een serotonerge stoornis ofwel een dopaminerge stoornis gaan. Tegenwoordig wordt meer gedacht aan een interactie van beide systemen en een verstoring die in deze interactie plaatsvindt tijdens schizofrenie.

GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 15

Hoogsensitiviteit Één vijfde deel van de wereldpopulatie is een Hoogsensitief Persoon (HSP). Er wordt gedacht dat hoogsensitieve personen sensorische informatie veel intenser en dieper beleven, waardoor de persoon verlegen kan zijn, (sociale) angst kan hebben en introvert kan zijn/lijken. In 1996 stelde Elaine N. Aron de term Hoogsensitief Persoon als gebruiksterm voor. Aron heeft sindsdien veel werk verricht om de psychologische en biologische achtergronden van hoogsensitieve personen te ontrafelen. Recent onderzoek vanuit de developmental phychology heeft aangetoond dat er daadwerkelijk grote verschillen zijn in hoe gevoelig mensen zijn en daarmee hoe sterk ze zijn aangedaan door positieve en negatieve gebeurtenissen. Negatieve gebeurtenissen hebben een negatiever effect op hooggevoelige personen, maar positieve gebeurtenissen ook weer een veel positiever effect. Het is een leven van uitersten. De karakteristieken van een hoogsensitief persoon worden benoemd als DOES: Diepere verwerking, snel Overprikkeld, Emotionele reactiviteit en hoge empathie en Sensitief voor subtiele stimuli. Voor hoogsensitieve studenten geldt dat ze vaak erg intelligent en fantasierijk zijn en dat ze zich bewust zijn van zichzelf en hun omgeving. Als ze worden beoordeeld presteren hoogsensitieve personen echter vaak slechter dan ze kunnen; bekeken worden heeft een averechts effect. Hoogsensitiviteit wordt vaak gezien als een handicap binnen sociale interacties, maar het wordt ook gezien als een evolutionair volledige adaptatie: HSP’s zijn meer attentief dan de gemiddelde mens, en kunnen zo ingewikkelde situaties beter overzien en wellicht de uitweg sneller vinden, om maar een voorbeeld te noemen. Over biologische achtergronden is nog weinig bekend; het is dan ook niet een groot onderzoeksgebied binnen de neurobiologie. De theorie over HSP’s is namelijk ook ietwat omstreden. Misschien dat later blijkt dat mensen die zich hoogsensitief voelen niet een beetje kapot, maar gewoon normaal zijn. 15

12-06-13 00:18


Krokodil, de drug die je huid groen doet uitslaan, van schubben voorziet en daarna laat wegrotten. Krokodil is de straatversie van desomorphine. Een opioïde die in de keuken te maken is met hoesttabletten, lucifers en oplosmiddelen als verfverdunner en benzine. Zelfs de eeltige schrijversharten van GeenStijl lijken moeite te hebben met de beelden van deze verslaafden: “Totaal zieksmerige, kotsopwekkende, Bas Leenknegt IIIIEEEEEEEEEEEEWWW, WTF what has been seen cannot be unseen, pusbeelden van wandelende zombies”

Bas Leenknegt

Goedkope heroïne De oorsprong van het krokodilgebruik ligt bij de heroïnegebruikers in Rusland, die sinds de jaren ‘90 enorm in aantal blijven stijgen. Op dit moment kent het land naar schatting meer dan twee miljoen heroïnegebruikers. Samen verbruiken ze per jaar zo’n zeventig ton Afghaanse heroïne, wat jaarlijks resulteert in meer dan dertig duizend doden. Heroïne is naast enorm verslavend ook duur. Verslaafden zoeken bij geldgebrek naar een vervanger, bijvoorbeeld door lijm te snuiven of oogdruppels te injecteren. Rond 2003 verscheen er een nieuw alternatief voor heroïne in de Russische drugsscene: krokodil in de volksmond en desomorphine volgens de officiële patenten. Nu na amper tien jaar leven in Rusland alleen al meer dan honderd duizend verslaafden, waarvan het merendeel ook heroïne gebruikt. Sinds 2011 zijn ook in Duitsland heroïnegebruikers gevonden met de symptomen van krokodil. Dokters schatten de gemiddelde levensverwachting van krokodilgebruikers op ongeveer één tot drie jaar. Krokodillenrecept Het hoofdingrediënt van thuisgebrouwen desomorphine is codeïne, dat in Rusland het werkende bestanddeel is van bepaalde hoesttabletten. Je lever zet codeïne deels om in morfine, wat zorgt voor zijn milde pijnstillende werking en het onderdrukken van de hoest. Door de hoesttabletten te koken in een oplosmiddel als bijvoorbeeld benzine, samen met zoutzuur, jodium en fosfor van afgeschraapte luciferkoppen, kan een krokodilgebruiker codeïne omzetten in het veel sterkere opiaat desomorfine. Tien keer zo sterk als morfine In 1932 ontwikkelden Amerikaanse onderzoekers desomorfine. Het was een stof zeer gelijkend aan morfine.

16

Lifeline32- Final.indd 16

Het enige is het gemis van een hydroxylgroep en een extra dubbele binding (zie plaatje). De onderzoekers hoopten dat desomorfine minder heftig en verslavend zou zijn dan morfine en daarnaast minder bijeffecten zou hebben, als slaperigheid, duizeligheid en verminderde ademhaling. Het tegenovergestelde bleek het geval te zijn. Desomorfine werkt acht tot tien keer zo pijnstillend, zet sneller in en maakt de mens sneller afhankelijk dan morfine dat doet. In 1952 werd desomorphine dan ook weer van de markt gehaald om zijn verslavende werking. Pas decennia later hoorden we weer van deze stof toen het populair werd onder Russische drugsgebruikers. Inhoud van een shotje krokodil Het duurste ingrediënt, de hoestpastilles, kosten ongeveer negen dollar per verpakking. Krokodilverslaafden kunnen zelf alles bij de drogisterij en supermarkt halen, waarna ze het in de keuken op het fornuis klaar maken. Deze zelfgebrouwen ‘Designer Drug’ spuiten ze daarna ongefilterd in. Door het ongecontroleerde chemische proces zit er in de pan niet enkel desomorfine maar een hele rits aan andere tussen- en bijproducten. Daarnaast laten ook de andere ingrediënten hun sporen na. In de meeste verfverdunners zitten bijvoorbeeld metalen als lood en zink. Dit resulteert in gebruikers die, naast hun begeerde drug, ook een heel cocktail aan jood, fosfor en zware metalen hun aderen in pompen. Uit geldgebrek gebruiken velen ook nog eens dezelfde naald, meerdere malen. Hele gezinnen zijn binnen enkele jaren besmet geraakt met HIV en tuberculose. Wanneer een verslaafde zijn krokodil inspuit, zorgen alle schadelijke bijproducten en reststoffen voor ontstoken aderen en nieren. De overmaat aan jood leidt tot beschadiging van spierweefsel en de schildklier, het fosfor tast je kraakbeen aan. Wanneer een verslaafde zijn ader mist en de drug in het weefsel eromheen spuit, dan leidt dit vrijwel onmiddellijk tot ontstekingen en gangreen. De gifstoffen tasten ook de hersenen aan, zodat binnen enkele jaren een geestelijk beperkt mens met wegrottende ledematen achterblijft. Sinds 2011 is codeïne, dat tot dan toe vrijelijk te verkrijgen was bij de drogisterij, enkel nog via een doktersvoorschrift te halen. Het verbod leidde tot een stormloop op de hoesttabletten en het Russische gezondheidssysteem is niet in staat het voorschrijven van codeïne in goede banen te leiden. Zolang de regering geen hulp aan de krokodilverslaafden biedt, zal het probleem zichzelf niet oplossen, of zoals een Russische verslaafde het uitdrukte: “Degene die drugs willen gebruiken, zullen drugs gebruiken. We kopen het van de juiste apotheken en als we het niet krijgen, dan gebruiken we iets anders. We zullen altijd wel iets hebben om in te spuiten.”

Link naar fragment met (schokkende) beelden van de lichamelijke effecten van Krokodil http://youtu.be/rv1QAk2-8d8

Hipp e QR code voor je m obiel ! GLV Idun

12-06-13 00:19


De vergeten wetenschapper...

F

rederik Sanger Robin Schepers Frederick Sanger is geboren in 1918 in Rendcomb en heeft in de zijn inmiddels 95 jarige bestaan maar liefst tweemaal de Nobelprijs voor de scheikunde mogen ontvangen. Misschien is hij het meest bekend om de Sanger-methode, wat andere benaming is voor de dideoxy-methode (een methode voor het bepalen van de basenvolgorde van de nucleotiden in DNA), aangezien hij in het ontwikkelen van deze methode een bepalende rol speelde. Hij is de zoon van (niet geheel toevallig) een man die ook Frederick Sanger heet. Frederick Sanger senior was dokter, en mede door zijn werkzaamheden is de interesse voor de mens van Frederick junior in een vroeg stadium gewekt. Hij ging dan ook natuurwetenschappen studeren op vroege leeftijd, en behaalde zijn bachelor in 1939. Vanaf 1940 deed hij research voor de afdeling Biochemie, in Cambridge. Daar werkte hij samen met Dr. Neuberger aan het metabolisme van het aminozuur Lysine. Het is hierbij het waard om te vermelden dat hij geen beurs of iets dergelijks kreeg. Het was voor hem mogelijk om te overleven doordat zijn grootvader een relatief rijke katoen-fabrikant was. Door dit research behaalde hij zijn doctoraat in 1943. Hij bleef nog vele jaren werken in dit veld, en kreeg in 1958 zijn eerste Nobelprijs voor zijn onderzoek naar de structuren van eiwitten. Met name insuline had hierbij zijn interesse, een eiwit waar hij de complete sequentie van had kunnen bepalen. Door zijn Nobelprijs was hij, aldus hemzelf, extreem gemotiveerd om nog meer onderzoek te verrichten, waarbij hij het liefst zo veel mogelijk afstand hield van administratieve GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 17

verantwoordelijkheden en lesgeven. Door de Nobelprijs was het voor hem ook mogelijk om toegang te krijgen tot betere onderzoeksplekken en iets wat voor hem nog belangrijker was: excellente collega’s. Na zijn ‘eiwit-structuur-periode’ werd Sanger door zijn college Francis Crick op het spoor gezet van de nucleïnezuren. Hoewel het misschien lijkt op een grote overgang, was er voor hem weinig verschil aangezien het toch om het sequensen van eiwitten ging. Dit leidde tot zijn tweede doorbraak waarbij hij samen met zijn collega’s een methode ontwikkelde om kleine volgordes in RNA te bepalen. Tussen 1974 en 1977 wist hij deze methode te verbeteren, wat uiteindelijk tot het alom bekende dideoxy-methode leidde. Deze methode, en dus zijn doorbraak, leidde er uiteindelijk ook toe dat het gehele menselijke genoom van 3 miljard nucleotides kon gesequenced worden. Voor zijn onderzoek in dit gebied kregen Sanger en Walter Gilbertin samen in 1980 de Nobelprijs voor scheikunde, en hiermee is Sanger de enige persoon ooit die tweemaal deze prijs heeft mogen ontvangen. Echter, Frederick Sanger is natuurlijk meer dan alleen zijn baanbrekende onderzoek. Hij is in 1940 getrouwd met Margaret Joan Howe. Hoewel Margaret zelf geen wetenschapper was, had ze, aldus Sanger de grootste aan zijn onderzoek door haar constante steun aan hem. Samen hebben ze twee zonen en een dochter gekregen. Frederick had, en heeft, drie grote hobby’s: zijn werk, tuinieren en “iets dat het best beschreven kan worden als het aanrommelen in een boot”. Al met al dus een veelzijdige man met een enorme bijdrage aan de wetenschap. 17

12-06-13 00:19


H

w o

it works

Robin Schepers

In ‘How it works’ beantwoorden we ingestuurde vragen omtrent biologie-georienteerde onderwerpen. Dit is de eerste Lifeline editie met dit onderdeel, en we zijn van plan er een vast onderdeel van te maken. Mocht je dus je hele leven al een vraag hebben, stuur het gerust naar ons op en waarschijnlijk zie je je vraag, inclusief antwoord, snel terug in de Lifeline!

Waarom hikken we weleens? Dit is een vraag die nog wel eens gesteld wordt. Onderzoekers van de Universiteit van Calgary stelden recentelijk voor dat het een evolutionair overblijfsel is van de vroegere amfibieademhaling. Kikkers bijvoorbeeld, slikken lucht en water via een reflex wat erg lijkt op ons hikken. Dit wordt nog eens benadrukt door het feit dat de zenuwbanen die de hik mogelijk maken, zich al vormen in een vroeg-embriotische fase, nog voordat de zenuwbanen voor een normale ademhaling zich vormen. Er kunnen verschillende factoren voor een hik zorgen, waaronder koolzuurhoudende drank, te snel eten, plotselinge temperatuursveranderingen,

maar ook long- en hartaandoeningen. Al met al geen simpel verschijnsel dus. Er zijn verschillende zelfhulp middeltjes die tegen het hikken schijnen te werken, waaronder het laten schrikken, met ijswater gorgelen. Er zijn ook meer onorthodoxe methoden. Een voorbeeld hiervan wordt gegeven door de Amerikaanse arts Fesmire, die in 2006 de Ig Nobelprijs kreeg. Hij verhielp een hardnekkige hik door de nervus vagus te stimuleren door middel van een massage van de anus. Deze methode is echter niet voor iedereen weg gelegd.

Hoe kan het dat brandnetelwonden behandeld kunnen worden met bepaalde plantjes die er in de buurt groeien? Laten we deze vraag eerst maar eens verduidelijken. Brandnetels zijn pijnlijk of vervelend om vast te pakken. De brandharen op de bladeren zijn hiervoor verantwoordelijk. Bij het vastpakken breekt de knop van de brandhaar af, waardoor er een mengsel van stoffen in de huid komt. Hier zit onder andere mierenzuur, oxaalzuur en wijnsteenzuur in. Geen fijn goedje dus. Het ‘plantjes in de buurt’ is weegbree; een klein plantje wat in deze nare situatie kan helpen. Het houdt van dezelfde type grond en groeit, net als brandnetel graag in de schaduw. Weegbree wordt al eeuwen, waarschijnlijk zelfs millennia gebruikt, tegen kwaaltjes van de luchtwegen en irritatie van de huid. Dit laatste heeft dus ook effect op de kleine wondjes die brandnetel toebrengt: weegbree werkt ontstekingsremmend en het heeft antiallergische eigenschappen door de stoffen die er in het sap van het blad zitten.

18

Lifeline32- Final.indd 18

GLV Idun

12-06-13 00:19


Kunst

zinnig? Lotti van Driel

Luke Jerram maakt prachtige glazen sculpturen van schadelijke virussen, op groot formaat. Sinds 2004 werkt Jerram aan deze sculpturen, waarmee hij een tegenreactie wil geven op de fel ingekleurde afbeeldingen van virussen die normaliter via de media worden verspreid. Aangezien virussen vaak kleiner zijn dan de golflengte van licht en daarmee zelf geen kleur hebben, lijkt een felle inkleuring een ongepaste en een doorzichtig glaswerk een betere representatie. De prachtige werken van Jerram hebben geleid tot een interessante tweestrijd tussen hun schone schijn en de ware aard van deze virussen. Zelf zegt Jerram dat er mensen zijn geweest die bang waren dat ze werden geïnfecteerd als ze de sculpturen zouden aanraken. Ook waren er mensen, die geïnfecteerd waren met HIV, die zeiden dat ze dankzij zijn kunstwerken een nieuwe waardering hadden gekregen voor het virus wat in hun lichaam huist. Alhoewel virussen vaak worden gekleurd voor een betere wetenschappelijke representatie, wordt dit vaak ook slechts gedaan voor het esthetische effect. Jerram vroeg zich af hoe het grote publiek het verschil kan zien tussen wetenschap en esthetiek en wat de effecten zijn van verschillende kleuren op de perceptie van het virus. Door sculpturen te maken die meer natuurgetrouw zijn plaatst Jerram virussen in een heel ander perspectief. Waren er echt mensen die geloofden dat virussen felgekleurd waren? Inmiddels worden Jerrams representaties gebruikt in een aantal medische tijdschriften en leerboeken. Volgens zijn eigen website worden zijn sculpturen binnen de wetenschappelijke gemeenschap als waardevolle representaties gezien. Om deze status te kunnen bewerkstelligen werkt Jerram samen met verschillende virologen van de University of Bristol en analyseert verschillende modellen en foto’s van de virussen. Samen met drie glasblazers worden de virussen vervolgens in elkaar gezet. De sculpturen zijn grofweg een miljoen keer zo groot als het de echte virussen. Elk sculptuur wordt slechts in een beperkte oplage van vijf geproduceerd. Een indrukwekkend filmpje over hoe een HIV virus wordt geblazen in glas is te zien op zijn website: www.lukejerram.com/glass/ about.

Het mond-en-klauwzeer virus

Het HIV-virus

Het Salmonella virus

GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 19

19

12-06-13 00:19


Review

Weizen

H

oe je het ook wendt of keert, de Lifeline is en blijft een tijdschrift. Actualiteit naar het seizoen is daarom allicht een pré in de reviewsectie. Met de zomer in zicht is het dus niet verrassend, zij het niet vanzelfsprekend dat deze keer onze keus is gevallen op witbier. Maar omdat wij, leden van de Lifeline redactie, onze vergaderingen het liefste houden onder het genot van een kopje thee, leek het ons geen overbodige luxe om een echte bierexpert in huis te halen. Ergo, met groot genoegen mogen wij deze avond Daan van der Geer in ons midden verwelkomen. We testen vier Duitse, een Belgische en twee Nederlandse witbieren. Tussen deze nabijgelegen afkomsten zit een groot verschil, weet Daan ons te vertellen. Waar op Nederlandse gronden de typische fruitige smaak aan het witbier wordt gegeven door middel van toevoeging van citrusvruchten en kruiden als koriander aan het brouwproces, gebeurt dit bij onze oosterburen slechts door toevoeging van esterverbindingen aan het gerstenat. Dit is het gevolg van trouwe Duitse naleving van het Reinheitsgebot: een bierwet uit 1871 die stelt dat Duits bier slechts uit een viertal ingrediënten mag bestaan. Dit zijn water, gerstemout, hop en gist. De naam van witbier, ook wel bekend als Weißbier, lijkt afkomstig te zijn van het Duitse woord Weizen, wat tarwe betekent. Het Oudnederlandse woord voor tarwe, weit, komt er ook zeer dicht bij in de buurt. Het is dus aannemelijk dat witbier een verbastering is van weitbier. Het is niet ongebruikelijk dat dit bier met tarwemout wordt gebrouwen, dus het etymologische puzzelstukje valt hier prima op zijn plek. Witbier dankt zijn troebelheid aan het feit dat het meestal niet gefiltreerd wordt, want zonder filtrering blijven er kleine gist- en eiwitdeeltjes in zitten. Het bier dankt zijn kleur en smaak aan de gerstemout, maar hiervoor kunnen ook andere graansoorten als tarwe of haver gebruikt worden. Ook wordt er hop toegevoegd ter smaakgeving en verlenging van de houdbaarheid. Hop vervuld zijn rol als conserveermiddel al zeker sinds de 9e eeuw.

20

Lifeline32- Final.indd 20

Corinne Mulder

Na Daan’s briefing is onze bierkennis meer dan ooit op scherp gesteld en is het tijd voor het echte werk. Merk nummer 1, het Duitse Willianbräu, wordt over het algemeen met mild enthousiasme ontvangen. De smaak heeft weinig opvallende eigenschappen, het is fris en fruitig zoals witbier hoort te zijn, maar erg opzienbarend is het niet. Nummer 2, de Löwenweisse, is wat zwaarder en voller van smaak. Na het doorslikken nestelt zich echter een vreemde afdronk op mond en lippen, wat door de panelleden niet bijster gewaardeerd kan worden. De derde, afkomstig van brouwer Hertog Jan, zorgt voor iets positievere reacties, maar kan de smaakpapillen niet helemaal overtuigen. Hierna is Valentins aan de beurt, welke ondanks een vrij zurige smaak toch opgetogen geluiden laat klinken. Wellicht moet hierbij in beschouwing worden genomen dat we inmiddels bij het vierde glas zijn aanbeland. Nummertje 5, van Grolsch, doet er nog een schepje bovenop. Volgens iedereen - behalve ikzelf althans - de lekkerste tot nu toe. Een aanrader als je van een beetje zoet bier houdt. Gelukkig blijft de spanning deze avond erin doordat nummer 6, een Franziskaner Weissbier, voor een nieuw dieptepunt zorgt. Ik zou het niet ongeloofwaardig vinden als men zou beweren dat er ijzer in zit opgelost en verder heeft het bier totaal geen nasmaak. Desalniettemin zit de stemming van het testpanel er nog prima in. De afsluiter, een Hoegaarden, maakt het allemaal weer goed met een wat vollere smaak. We mogen hoe dan ook concluderen dat witbier een positief effect heeft op de gemoedsgesteldheid des mens. Mijn eigen mening over witbier is in het algemeen niet heel positief gebleken; op de een of andere manier doet de smaak me menigmaal meer denken aan afgereden autobanden dan aan een frisse zomerdag. Wel kan ik met zekerheid aanraden om, als je dan toch voor witbier kiest, zeker voor een van Nederlandse makelij te gaan. Hoewel je dit wellicht alleen al puur uit chauvinisme zou doen, kan het nu ook om de smaak. Of kies voor de befaamde bierbrouwers uit het Zuiden en ga voor een Hoegaarden. Proost.

GLV Idun

12-06-13 00:19


‘‘Na Daan’s briefing is onze bierkennis meer dan ooit op scherp gesteld voor het echte werk.’’

Cijfer

Willianbrau Löwenweisse Hertog Jan weizen

Amanda Anouk Corinne Daan Lotti Ward Wendy

Gemiddeld

7 7 6 6 7 7

8

6,9

5 6,5 4 6,5 5 5 6

5,4

Valentins

Grolsch witbier

Franziskaner

Hoegaarden

5 6,7 7

7 7 5

8 8 5

6 6 4

7,2 7 8

6,5

7,5

8

4

6

6,3

6,5

5,5 6,5 7

6 6 7

6,5 7 8

7,2

4 7 5,5

5,2

8 7,7 7,5

7,3

‘‘Proost!’’ GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 21

21

12-06-13 00:19


Iduzzel

Iduzzel

Win een iduntas!

óf en afhaalmenu voor twee personen bij

Oplossingen kunnen worden ingeleverd via redactie@idun.nl tot en met 31 juli

Horizontaal Across

Verticaal Down

2. Een Een ijzeren ijzeren ballon 2. ballonvoor voorin injejevat vat 4. Wat is de algemene naam voor een enzym wat wordt 4. Wat is de algemene naam voor een enzym wat wordt gebruikt om twee (DNA)fragmenten weer aan elkaar te kopgebruikt om twee (DNA)fragmenten weer aan elkaar te pelen? koppelen? 6. De ontdekking van een bepaald type enzymen was essen6. De ontdekking van een bepaald type enzymen waren tieel voor de opkomst van genetische modificatie. Welke? essentieel voor de opkomst van genetische modificatie. 8. Hoe noem je het fenomeen waarbij het lijkt alsof de vleuWelke? gels van sommige tropische vlinders van kleur veranderd? 8. Hoe noem je het fenomeen waarbij het lijkt alsof de (Denk maar aan de weerschijnvlinders uit de dierentuin) vleugels van sommige tropische vlinders van kleur 10. Wat moet je drinken jede resveratol binnen wil krijgen? uit veranderd? (Denk maar als aan weerschijnvlinders 12.dierentuin) Een oud volk geassocieerd met breken de

1. Hoe de boot DarwinDarwin naar denaar de 1. heette Hoe heette dewaarmee boot waarmee Galapagoseilanden voer? voer? Galapagoseilanden 3. Hoe heet de stof waarvan haar & nagels zijn gemaakt? 3. Hoe heet de stof waarvan haar & nagels zijn 5. Proces waarbij natuurgebieden worden verkleind door o.a. gemaakt? infrastructuur, waardoor de biodiversiteit afneemt 5. Proces waarbij natuurgebieden worden verkleind 7. De Engelse naam van dit Afrikaanse beest klinkt Nederdoor o.a. infrastructuur, waardoor de biodiversiteit landsafneemt 9. Hoe heet de binnenkant van mitochondriën? 7. De Engelse naam van dit Afrikaanse beest klinkt 11. Welk hip dier is te zwaar om te zwemmen? Nederlands 13. Deze aap staat bekend om zijn neus 9. Hoe heet dekunnen binnenkant van mitochondriën? 15. Aardappeleters niet zonder dit enzym 11. Welk hip dier is te zwaar om te zwemmen?

14. Wat Hoe moet heet de die betrokken is bij 10. je hersenstructuur drinken als je resveratol binnen wilemoties? krijgen?

12. Een oud volk geassocieerd met breken 22

Lifeline32- Final.indd 22

13. Deze aap staat bekend om zijn neus 15. Aardappeleters kunnen niet zonder dit enzym GLV Idun

12-06-13 00:19


Op de koffie bij... Wendy Groot Jebbink

Na zo’n twintig minuten rond te hebben gelopen in de Korrewegwijk en geen GLV Idun lid gevonden te hebben, werden Robin, Lotte en ik (Wendy) vriendelijk binnen gelaten door Kevin Kort uit Wierden (Twente), een tweedejaars student moleculaire Levenswetenschappen. Hij was druk met de afwas bezig en had de theedoek nog in de handen. Gelukkig had hij ook tijd voor ons. We namen plaats in zijn zeer nette kamer aan het balkon. Kevin wilde, zoals velen van ons, eerst Geneeskunde studeren, maar werd uitgeloot. Life Science and Technology trok hem aan en hij besloot hiermee te beginnen. Omdat hij graag iets wou doen met biologie en scheikunde koos hij in het eerste jaar voor Moleculaire Levenswetenschappen. ‘Een mooie middenweg’ vond hij, ‘En mijn voorkeur gaat uit naar een kleinere groep, wat bij Moleculaire Levenswetenschappen het geval is’. Nu in het tweede jaar vind hij de studie nog steeds leuk, ‘Maar wel lekker pittig’ zegt hij, ‘Het is een uitdaging.’ Wat hij later wil gaan doen weet hij nog niet precies, maar in ieder geval het onderzoek in. Kevin is niet allen bezig met zijn studie, maar is ook actief in de werverscommissie van de studentenscouting Martinistam in Groningen. Hier zat hij vorig jaar in de feestcommissie. Verder zit hij in Groningen bij de klimvereniging. ‘De laatste keer dat ik daar ben geweest is alweer een paar maanden geleden, ik heb het nu even druk. Binnenkort ga ik er weer een keer heen!’. In het weekend gaat hij terug naar Wierden en zoekt hij zijn familie en vrienden op. Ook in Wierden is Kevin actief bij de scouting, als vrijwilliger. Verder is hij in het weekend aan het werk bij een discotheek. Hij houdt wel van een feestje dus! Zijn studie en zijn drukke leven naast zijn studie kan hij prima samen combineren. Wanneer we weer naar de deur lopen zien we de bekende blauwe ronde sticker van GLV Idun. Kevin vertelt dat de sticker er al was voordat hij in het huis kwam. Leuk om te weten dat er vóór hem ook GLV Idun leden hebben gewoond!

Even voorstellen Hallo allemaal! Ik ben Wendy Groot Jebbink en 21 jaar. Ik kom de redactie van de Lifeline versterken. Ik vind het leuk om stukjes te schrijven dus lijkt me een uitdaging om met de Lifeline bezig te gaan! In deze editie kunnen jullie al stukjes van me lezen. Ik ben een tweedejaars studente Biomedische Wetenschappen en wil het combineren met Gedrag en Neurowetenschappen. Ik wou eerst Geneeskunde studeren, maar ik werd zoals velen uitgeloot. Nu ik Biomedische Wetenschappen studeer, ben ik blij met de keuze en heb ik mijn plekje gevonden. Verder werk ik bij de thuiszorg in de vakanties, iets wat ik al drie jaar met veel plezier doe. Ik kom uit Steenwijk, waar ik nog ieder weekend naartoe ga om mijn familie en vrienden op te zoeken. Mij hobby’s zijn vooral met vrienden uitgaan, koken en films kijken. Ook vind ik het leuk om te reizen, het liefst zo ver mogelijk. Ik heb drie jaar in Bolivia gewoond en mijn moeder komt uit Peru, waar ik ook enkele keren ben geweest (en deze zomer weer naartoe ga). Het heeft mij ogen geopend om zoveel mogelijk van de wereld te zien. Ook ben ik drie jaar geleden naar India geweest. Ik ben daarom ook zeker van plan mijn studie te combineren met het buitenland.

Wendy GLV Idun

Lifeline32- Final.indd 23

23

12-06-13 00:19


De Lifeline wenst je een hele fijne vakantie toe!

Jouw studievereniging wil het je zo voordelig en makkelijk mogelijk maken. Dus hebben ze een boekenleverancier die daarbij past. Bezoek ons op studystore.nl of ĂŠĂŠn van onze winkels in Groningen: Oude Kijk in 't Jatstraat 19 9712 EA Groningen (naast de UB)

24

Lifeline32- Final.indd 24

Zernikeplein 11 9747 AS Groningen GLV Idun

12-06-13 00:19


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.