Issuu isso pub 88 2015

Page 1



ISSO-publicatie 88

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen

ISBN: 978-90-5044-281-7



INHOUDSOPGAVE Samenvatting

9

Summary

1

11

Begrippenlijst

13

Leeswijzer

15

Inleiding

17

Fundering

19

1.1

Algemeen

19

1.2

Sondering

19

1.3

Niet-onderheide fundering

20

1.3.1

20

1.4

2

Randfundatie

1.3.2

Poeren (pulspalen) randfundatie

22

1.3.3

Fundatie met prefab betonnen palen

23

1.3.4

Prefab fundatiepaal

23

1.3.5

Betonpoer van de prefab fundatiepaal

23

1.3.6

Fundatiepalen plaatsen

24

1.3.7

Reparatie/vervanging gebroken fundatiepalen

25

1.3.8

Verwerking van het beton

25

Onderheide fundering

25

1.4.1

Houten heipalen

26

1.4.2

Oplanger/opzetter

26

Belastingen

29

2.1

Permanente belastingen

29

2.2

Permanent aanwezige installatiebelasting

29

2.2.1

30

Gewasbelasting

2.2.2

Hangende teeltgoten

30

2.2.3

Deksproeiers

31

2.2.4

Dubbele teeltlagen

31

2.2.5

Regenleidingbelasting

31

2.2.6

Trekkrachten door scherming

31

2.2.7

Belichting

34

2.2.8

Gewasdraden

34

2.3

Windbelasting

36

2.4

Sneeuwbelasting

37

2.5

Geconcentreerde verticale belasting

38

2.5.1

Belasting door vaste apparaten

38

2.5.2

Belasting door personen

38

2.6

ISSO-publicatie 88

9

Symbolenlijst

Incidenteel aanwezige installatiebelasting

39

2.6.1

Servicerail

39

2.6.2

Kasdekreiniger/servicewagens

39

2.6.3

Transportkrachten

39

2.7

Thermische belasting

39

2.8

Seismische belastingen (aardbeving)

40

3

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


3

Scherming en gaasinstallaties

41

3.1

41

3.2

4

5

Scherminstallaties 3.1.1

Ontwerpen scherminstallaties

41

3.1.2

Uitvoering

44

Gaasinstallaties

45

3.2.1

Ontwerpen van gaasinstallaties

45

3.2.2

Uitvoering

46

Staalbouw

47

4.1

Toetsing van de uiterste grenstoestanden

47

4.2

Materialen

47

4.3

Hoofddraagconstructie; toelaatbare vervormingen en afmetingen

48

4.4

Kolom/tralieligger/spant

48

4.5

Corrosie en corrosiebescherming

51

4.6

Coating

51

Aluminium

53

5.1

53

Kwaliteitseisen buitendeuren

6

Goten

55

7

Hemelwaterafvoer

57

8

7.1

Dimensionering van de hemelwaterafvoer

58

7.2

Pvc-buizen

59

7.3

Pvc-verzamelleidingen

60

7.4

Standleidingen

62

7.5

Condensaatafvoer

63

Omhullingsmateriaal en omhullingssystemen

65

8.1

Tuinbouwglas

65

8.1.1

67

8.2 8.3

8.4

Gebruik en verwerking van glas

Kunststofpanelen

69

8.2.1

69

Gebruik, uitvoering en keuring van kunststofplaten

Oplegging van starre omhullingsmaterialen

69

8.3.1

Oplegging van vlakglas

70

8.3.2

Oplegging van starre omhullingsmaterialen, anders dan vlakglas

Luchtramen

73 73

9

Te gebruiken meetinstrumenten

75

10

Oplevering

77

10.1

Tuinbouwkas

77

10.2

Scherminstallatie

78

10.3

Gaasinstallatie

78

10.4

Kasidentificatieplaat

78

11

12

ISSO-publicatie 88

Beheer en onderhoud

81

11.1

Tuinbouwkas

81

11.2

Scherminstallaties

82

11.3

Gaasinstallaties

83

MKK-structuur

85

12.1

Opzet MKK

85

12.1.1 Fases

85

12.1.2 Kwaliteitbeheeraspecten

86

12.1.3 Matrix

87

12.2

Overzicht ingevulde cellen

88

12.3

Celinhoud en specificatiebladen

88

12.4

Opbouw specificatiebladen

93

4

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


Specificatiebladen

95

I.

95

Programmafase

I.0-1

Programma van eisen kasconstructie

95

I.0-2

Programma van eisen scherminstallatie

96

I.0-3

Programma van eisen gaasinstallatie

97

I.0-4

Randvoorwaarden kasconstructie

98

I.0-5

Randvoorwaarden scherminstallaties

I.0-6

Randvoorwaarden gaasinstallaties

I.1-1

Taken en verantwoordelijkheden

101

I.2-1

Uitwisseling informatie kasconstructies

102

I.2-2

Uitwisseling informatie scherminstallatie

103

I.2-3

Uitwisseling informatie gaasinstallatie

104

I.8-1

Rapportage kasconstructie

105

I.8-2

Rapportage scherminstallatie

106

I.8-3

Rapportage gaasinstallatie

108

II.

Ontwerpfase

109

99 100

II.0-1

Algemeen

109

II.2-1

Uitwisseling van informatie

110

II.8-1

Rapportage

112

III.

Uitwerkingsfase

113

III.0-1

Algemeen

113

III.2-1

Informatie

114

III.3-1.1

Fundering algemeen

115

III.3-1.2

Sondering

116

III.3-1.3

Niet-onderheide fundering

117

III.3-1.3.1

Randfundatie

118

III.3-1.3.2

Poeren (pulspalen) randfundatie

121

III.3-1.3.3

Prefab fundatiepaal

122

III.3-1.3.5

De poer van de prefab fundatiepaal

123

III.3-1.3.6

Fundatiepalen plaatsen

124

III.3-1.4

Onderheide fundering

126

III.3-1.4.1

Houten heipalen

127

III.3-1.4.2

Oplanger/opzetter

128

III.3-2

Belastingen

131

III.3-2.1

Permanente belastingen

132

III.3-2.2

Permanent aanwezige installatiebelasting

133

III.3-2.2.1

Gewasbelasting

134

III.3-2.2.2

Hangende teeltgoten

135

III.3-2.2.3

Deksproeiers

137

III.3-2.2.4

Dubbele teeltlagen

138

III.3-2.2.5

Regenleidingbelasting

139

III.3-2.2.6

Trekkrachten door scherming

140

III.3-2.2.6.1

Trekkrachten uit schermdraden op gevels

141

III.3-2.2.6.2

Schoorverbanden bij mechaniekassen en middenscheidingen

143

III.3-2.2.6.3

Horizontale belasting op tralieliggers of vakwerkspanten

144

III.3-2.2.7

Belichting

145

III.3-2.2.8

Gewasdraden

146

III.3-2.3

Windbelasting

147

III.3-2.4

Sneeuwbelasting

149

ISSO-publicatie 88

5

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


III.3-2.5.1

Belasting door vaste apparaten

151

III.3-2.5.2

Belasting door personen

152

III.3-2.6.1

Servicerail

153

III.3-2.6.2

Kasdekreiniger/dekwagens

154

III.3-2.6.3

Transportkrachten

155

III.3-2.7

Thermische belasting

156

III.3-2.8

Seismische belasting

157

III.3-3.1

Scherming

158

III.3-3.1.1

Gevelscherm

163

III.3-3.1.2

Buitenscherm

164

III.3-3.2

Gaasinstallaties

166

III.3-4

Staalbouw

169

III.3-4.1

Toetsing van de uiterste grenstoestanden

170

III.3-4.2

Materialen

171

III.3-4.3

Hoofddraagconstructie; toelaatbare vervormingen en afmetingen

172

III.3-4.4

Kolom/tralieligger/spant

174

III.3-4.5

Corrosie en corrosiebescherming

178

III.3-4.6

Coating

179

III.3-5

Aluminium

180

III.3-5.1

Kwaliteitseisen buitendeuren

181

III.3-6

Goten

182

III.3-7.1

Dimensionering van de hemelwaterafvoer

184

III.3-7.2

Pvc-buizen

185

III.3-7.3

Pvc-verzamelleidingen

186

III.3-7.4

Standleidingen

188

III.3-7.5

Condensaatafvoer

189

III.3-8

Omhullingsmateriaal en omhullingssystemen

190

III.3-8.1

Tuinbouwglas

191

III.3-8.2

Kunststofpanelen

194

III.3-8.3

Oplegging van starre omhullingsmaterialen

195

III.3-8.3.1

Oplegging van vlakglas

196

III.3-8.3.2

Oplegging van starre omhullingsmaterialen anders dan vlakglas

200

III.3-8.4

Luchtramen

201

III.4-1

Overzicht middelen in de ontwerpfase

203

III.8-1

Algemeen kasconstructie

205

III.8-2

Algemeen scherminstallatie

206

IV.

Realisatiefase

207

IV.0-1

Algemeen

207

IV.2-1

Uitwisseling van informatie

208

IV.3-1.3.1

Randfundatie/voet

209

IV.3-1.3.2

Poeren (pulspalen) randfundatie

210

IV.3-1.3.5

Betonpoer met prefab fundatiepaal

211

IV.3-1.3.7

Reparatie/vervanging gebroken fundatiepalen

212

IV.3-1.3.8

Verwerking van het beton

213

IV.3-4.1

Houten heipalen

214

IV.3-1.4.2

Oplangers/opzetters

215

IV.3-2.2.8

Gewasdraden

216

IV.3-3.1

Montage-eisen scherminstallatie

218

IV.3-3.2

Montage-eisen gaasinstallatie

219

IV.3-4

Staalbouw

220

ISSO-publicatie 88

6

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


IV.3-4.4

Kolom/tralieligger/spant

221

IV.3-4.5

Corrosie en corrosiebescherming

222

IV.3-4.6

Coating

223

IV.3-6

Goten

224

IV.3-7.2

Pvc-leidingen

225

IV.3-7.3

Pvc-verzamelleidingen

226

IV.3-7.4

Standleidingen

227

IV.3-8.1.1

Gebruik en verwerking van glas

228

IV.3-8.2.1

Gebruik, uitvoering en keuring van kunststofpanelen

232

IV.3-8.4

Luchtramen en luchtmechaniek

233

IV.3-9

Eisen te stellen aan de meetapparatuur

234

IV.3-10

Oplevering

235

IV.3-10.1

Handleiding van de tuinbouwkas

237

IV.3-10.2

Kasidentificatieplaat

238

IV.4-1

Overzicht middelen tijdens de uitvoeringsfase

239

IV.8-1

Algemeen kasconstructies

241

IV.8-2

Algemeen scherminstallaties

242

V.

Beheerfase

243

V.2-1

Uitwisseling van informatie

243

V.3-4.5

Corrosie en corrosiebescherming

244

V.3-7

Hemelwaterafvoer

245

V.3-8.1.2

Ruitbreuk

246

V.3-9.1

Onderhoudsschema kasconstructie

248

V.3-9.2

Onderhoudsschema scherminstallaties

250

V.3-9.3

Onderhoudsschema gaasinstallaties

252

V.4-1

Overzicht middelen in de beheerfase

253

Bijlage A

Voorbeeld van opnameformulieren

255

Literatuurlijst

ISSO-publicatie 88

263

7

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


ISSO-publicatie 88

8

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


SAMENVATTING

SUMMARY

In deze publicatie wordt niet alleen ingegaan op het ontwerp, maar ook op uitvoering, oplevering, onderhoud en beheer van de kasconstructie.

This publication not only discusses the design but also the execution, delivery, maintenance and control of the greenhouse construction.

Onder kasconstructies worden de volgende delen van de tuinbouwkas verstaan:  De fundering;  De schermen en gaasinstallaties;  De staalconstructie;  De omhullingssystemen;  De goten;  De hemelwaterafvoer.

Under greenhouse constructions the following parts are meant to be understood:  The foundations;  The screens;  The steel construction;  The covering systems;  The gutters;  Rain water drainage.

In de publicatie wordt ook aangegeven waaraan een handleiding van de tuinbouwkas minimaal moet voldoen. Het gehele proces is opgedeeld in de verschillende projectfasen. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van bestaande normen en richtlijnen. Deze publicatie is bedoeld als basisdocument voor een nationale beoordelingsrichtlijn BRL.

The publication also discusses the minimal instructions in the manual of the greenhouse. The entire process is divided into various project phases. Where possible use is made of existing standards and guidelines. This publication is meant to be a basic document for a national assessment guideline. The publication starts with the Program of Demands and the collection of data related to the location of the greenhouse to be build. The Program of Demand amongst others includes the various effects that, for example, the results of screening, cover washing, cultivation drains have on the greenhouse. With respect to the strength calculations the Eurocodes are leading and the Building Decree is followed and if so available other verification calculations are discussed.

De publicatie begint bij het opstellen van het programma van eisen en het verzamelen van de gegevens met betrekking tot het terrein waar de tuinbouwkas gebouwd moet gaan worden. In het programma van eisen wordt onder andere vastgesteld wat de verschillende belastingen bijvoorbeeld t.g.v. gewassen, teeltgoten, scherming, dekwassers etc. op de tuinbouwkas zullen zijn. Met name de belasting van scherminstallaties is van een steeds groter belang geworden door toepassing van meerdere schermen in de kas die soms ook gelijktijdig gebruikt worden. Voor de sterkteberekeningen worden de Eurocodes gevolgd en wordt waar nodig ingegaan op beschikbare controleberekeningen in de branche. Voor het gehele proces vanaf de initiatieffase tot en met de ingebruikname van de tuinbouwkas worden eisen en richtwaarden gegeven om te komen tot een kwalitatief goede tuinbouwkas.

For the entire process, from driving piles into the ground up to and including the occupation of the greenhouse, requirements and guidelines are given to realize a qualitatively sound greenhouse. For the production process of the construction of the horticultural greenhouses and the heat technical and water technical installations present, the ISSOpublications 86 and 88 were developed in accordance with the MKK structure. These 3 publications about horticultural green-houses are geared to one another.

Voor het voortbrengingsproces van de constructie van tuinbouwkassen en de in die tuinbouwkassen aanwezige warmtetechnische en watertechnische installaties zijn, eveneens in de MKK-structuur, de ISSO-publicaties 86 en 87 ontwikkeld. Deze drie publicaties met betrekking tot tuinbouwkassen zijn op elkaar afgestemd en sluiten op elkaar aan.

ISSO-publicatie 88

9

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


ISSO-publicatie 88

10

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


SYMBOLENLIJST A

nominale ruitbreedte

[m]

Ap

geprojecteerd dakoppervlak

[m2]

A_roe

breedte van de schuine rand van de glassponning van de roede

[mm]

a_ruit

breedte van de schuine slijprand van de geharde ruit

[mm]

B

mintolerantie op de ruitbreedte

[m]

C

plustolerantie op de ruitbreedte

[m]

Cs;red

reductiefactor voor trekbelasting

[m]

Ct

thermische coëfficiënt

[-]

D

diameter

[m]

Dpoer

diameter van de poer

[m]

Dn

nominale hart-op-hartafstand van de glasroeden

[m]

Di

inwendige diameter van de leiding

[m]

F

hoogte van de uitloop

[m]

G

de minimale (gegarandeerde) speling van de ruit in de glassponning

[m]

H

hoogte

[m]

Hd

drijfhoogte

[m]

Hpoer

hoogte van de poer

[m]

H

minimale oplegbreedte van de ruit over de lengte van de glasroede

[m]

H0

waterhoogte op het kasdek/in de goot

[m]

I

materiaaldikte van de glasroede tussen de ruiten, geen onderdeel van de drukverdelende laag [m]

L

kolomhoogte

[m]

Lb

lengte van de verzamelbak

[m]

Li

lengte van het leidingtraject

[m]

ls

overspanning van de spantligger

[m]

pw

stuwdruk t.g.v. wind

[kN/m2]

qb

regenintensiteit

[l/(s·m2)]

qs

netto sneeuwbelasting op het kasdek

[N/m2]

qv

debiet van standleiding

[l/s]

R

hydraulische straal

[m]

Rmin

minimale diktemaat van het rubber

[mm]

SK

sneeuwbelasting op grondniveau

[kN/m2]

SP

sponningdiepte, inclusief de maat voor eventueel aanwezige drukverdelende laag

[m]

s

situeringsreductiefactor voor dakafvoer/gootuitloop

[-]

t

wanddikte kokerprofiel

[m]

tol_plus

plustolerantie op de roedeafstand

[mm]

tol_min

de mintolerantie op de roedeafstand

[mm]

uv

de doorbuiging resp. de opbuiging van de spantligger

[m]

ze

referentiehoogte

[m]

μ1

vormfactor voor sneeuwbelasting

[-]

ΨT

reductiefactor bij afsmelten sneeuw

[-]

ISSO-publicatie 88

11

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


ISSO-publicatie 88

12

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


BEGRIPPENLIJST Afschot Geringe, in de stroomrichting neerwaartse helling van een liggende leiding of goot. Coaten Fabrieksmatig aanbrengen van een beschermlaag (niet zijnde een zinklaag). Hemelwater Regenwater. Scherm gesloten Wanneer het scherm/de schermen in een zodanige stand staan dat zij de eigenschappen van de warmteoverdracht/hoeveelheid licht beduidend beĂŻnvloeden en over het grootste deel van het kasdek c.q. de gevels zichtbaar zijn spreken we van een gesloten scherm. Scherm op pakket Wanneer het scherm/de schermen op pakket zijn wil dat zeggen dat de schermen in opgerolde toestand/ opgevouwen toestand zijn. Deze stand is ook te definiĂŤren als schermen open. Sonderen Een methode om door middel van het langzaam en gelijkmatig in de grond drukken van een staaf met een kegelvormige punt de indringingsweerstand te meten van de punt en eventueel van een deel van de staaf. Sondeergrafiek Grafiek waarin de meetresultaten van de sondering zijn uitgezet tegen de diepte. Sondeerconus Element dat is aangebracht aan de onderzijde van de sondeerbuizen waarmee de conusweerstand en bij gebruik van een kleefmantel ook de plaatselijke wrijvingsweerstand wordt gemeten. Standleiding Afvoerleiding die geen grotere helling heeft dan 45 graden ten opzichte van de verticaal. Storeka Stichting Ontwikkeling Rekenmethodieken Kassenbouw; deze is in 2014 overgegaan in stichting Hortivation. Verzamelleiding Liggende leiding die standleidingen onderling verbindt.

ISSO-publicatie 88

13

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


ISSO-publicatie 88

14

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


LEESWIJZER Deze ISSO-publicatie behandelt kwaliteitseisen om te komen tot een goede tuinbouwkas. NEN 3859 geeft bepalingen voor het ontwerp en de constructie van tuinbouwkassen voor de commerciële productie van planten en gewassen waarbij, als deze norm wordt gevolgd, wordt voldaan aan NEN-EN 1990. In het Bouwbesluit 2012 wordt NEN 3859 niet (direct) aangewezen. Het Bouwbesluit 2012 verwijst naar Eurocodes en als is voldaan aan NEN-EN 1990 is voldaan aan het Bouwbesluit 2012 betreffende constructieve veiligheid, zo blijkt uit dat besluit. Deze ISSO-publicatie verwijst voor een deel naar NEN 3859 en geeft verder aanvullende kwaliteitseisen. De ISSO-publicatie kent twee delen:  Deel 1: Het definitief ontwerp en de uitvoering per onderwerp;  Deel 2: Met specificatiebladen in MKK-structuur; eisen uit alle fasen vanaf de initiatieffase t/m het beheer en onderhoud om tot een goede tuinbouwkas en goed beheer en onderhoud van de tuinbouwkas te komen. Deel 1 bevat eisen, richtlijnen en rekenmethoden om te komen tot een goede tuinbouwkas. Deel 2 is van belang voor het opstellen van systemen voor kwaliteitsborging (bijv. de BRL). In de beide delen van de ISSO-publicatie wordt dezelfde nummering voor onderwerpen aangehouden: 1. Fundering; 2. Belastingen; 3. Schermen en gaasinstallaties; 4. Staalbouw; 5. Aluminium; 6. Goten; 7. Hemelwaterafvoer; 8. Omhullingssystemen en materialen. In de praktijk van de kassenbouw komt het erop neer dat de volgende activiteiten bij de benamingen van de projectfasen behoren: I Programmafase: dit is de fase van het verzamelen van de noodzakelijke gegevens; II Voorontwerpfase: deze fase wordt afgesloten met het uitbrengen van de offerte; III Definitieve ontwerpfase: in deze fase wordt het ontwerp tot in detail uitgewerkt ten behoeve van de montage; IV Uitvoeringsfase: dit is de fase waarbij de tuinbouwkas gemonteerd wordt en de overdracht naar de opdrachtgever plaats vindt; V Beheerfase: dit is de fase waarbij de tuinbouwkas gereed is en het noodzakelijke onderhoud plaatsvindt.

ISSO-publicatie 88

15

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


ISSO-publicatie 88

16

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


INLEIDING Deze ISSO-publicatie geeft eisen waaraan goede kasconstructies moeten voldoen. Onder kasconstructies worden de volgende delen van de tuinbouwkas verstaan:  De fundering;  De schermen en gaasinstallaties;  De staalconstructie en/of aluminiumconstructie;  De omhullingssystemen;  De goten;  De hemelwaterafvoer;  De omhullingsmaterialen.

ALGEMEEN Referentieperiode Tuinbouwkassen zijn bouwwerken met de gebruiksfunctie lichte industrie en zijn bedoeld voor het telen van gewassen. Ontwerpen voor tuinbouwkassen die zijn gebaseerd op NEN 3859 en ISSO-publicatie 88 met specifieke informatie over belastingen, vervormingscriteria en toleranties resulteren in een adequate constructieve veiligheid. Dit is gewaarborgd omdat tuinbouwkassen in tegenstelling tot andere gebouwen op een specifieke levensduur van 15 jaar worden berekend en de bezetting door mensen beperkt blijft tot lage niveaus bevoegd personeel. Technisch-inhoudelijk stemmen NEN 3859 en NEN-EN 13031-1 overeen.

De op de kasconstructie inwerkende belastingen ontstaan door het gebruik (bijvoorbeeld belasting t.g.v. de teelt) en/of onderhoud (belasting t.g.v. bijvoorbeeld een dekwasser). Dit zijn belangrijke invoerwaarden bij de berekeningen. Naast de eisen wordt ook ingegaan op de middelen/methoden om aan deze eisen te voldoen. In deze ISSO-publicatie wordt niet alleen ingegaan op het ontwerp, maar ook op uitvoering, oplevering, onderhoud en beheer van de kasconstructie. Ook wordt aangegeven waaraan een handleiding van de tuinbouwkas minimaal moet voldoen. Deze ISSO-publicatie vormt de basis voor BRL 8000 Ontwerpen en bouwen van tuinbouwkasconstructies en installaties. Om als basis voor een BRL te kunnen dienen is het noodzakelijk dat de ISSO-publicatie in de zogenaamde MKK-structuur (Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties) is opgesteld. Hoewel dit model voor klimaatinstallaties is opgezet is de structuur zonder meer ook bruikbaar voor de bepaling van de constructie van de tuinbouwkas. Het model wordt onderstaand verder toegelicht.

De in deze ISSO-publicatie aangewezen uitgangspunten voor de belastingaanname zijn gebaseerd op de toepassing van de Nederlandse kassenbouwnorm NEN 3859 voor tuinbouwkassen in Nederland. Dat wil zeggen overeenkomstig de bepalingen in de Europese kassenbouwnorm EN-13031-1, en ten aanzien van de normatieve verwijzingen aangepast aan de Nederlandse bouwregelgeving (Bouwbesluit). Voor tuinbouwkassen die in het buitenland gebouwd worden, moeten de sneeuw-, wind- en thermische belasting worden gekozen in overeenstemming met de lokaal geldende eisen. Dat geldt ook voor belastingcombinaties, belastingfactoren en parameters zoals de afsmeltfactor en de ontwerplevensduurafhankelijke factor voor reductie van de extreme waarde van gelijkmatig verdeelde belasting. In CEN-landen, waar de kassenbouwnorm EN 13031-1 (januari 2002) mag worden toegepast, kan de belastingaanname slechts gedeeltelijk aan de hand van EN 13031-1 worden vastgesteld. Ook moet rekening worden gehouden met de eisen die volgen uit de Eurocode Belastingen.

Toepassingsgebied Deze ISSO-publicatie beperkt zich tot tuinbouwkassen met een lichte industriefunctie van het type A, dat wil zeggen tuinbouwkassen voor het telen van gewassen waarbij het omhullingssysteem slechts beperkte verplaatsingen als gevolg van de ontwerpbelasting toestaat. Het betreft dus tuinbouwkassen met star omhullingsmateriaal als glas. Tuincentra, foliekassen en folietunnels vallen buiten het toepassingsgebied van deze ISSO-publicatie.

Voor tuinbouwkassen die in het buitenland gebouwd worden, moet er rekening mee worden gehouden dat goedkeuring door een bouwvergunningverlenende instantie (bijv. lokale overheid of verzekeringsmaatschappij) nodig is voor de uitgangspunten van de constructieberekening.

De ISSO-publicatie geeft niet alleen hulpmiddelen voor de communicatie met de opdrachtgever (gebruiker) bij het vaststellen van de uitgangspunten maar doorloopt alle projectfasen vanaf de initiatieffase tot en met het beheer en onderhoud van de tuinbouwkas.

Maximale afmetingen De maximale afmetingen (breedte x lengte) van een tuinbouwkas worden volgens de vervormingseisen in NEN 3859 begrensd door:  De bewegingsmogelijkheden van het omhullingsmateriaal binnen de omhullingdragende profielen;  De bruikbaarheidseisen van de installaties in de tuinbouwkas.

Doelgroep De doelgroep wordt gevormd door:  De ontwerpende en uitvoerende disciplines;  Toeleverende industrie zoals leveranciers, fabrikanten en importeurs;  De opdrachtgevers.

ISSO-publicatie 88

17

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


Om grote scheefstanden van de staalconstructie te voorkomen worden in deze BRL aanvullende eisen gesteld in de vorm van een absolute bovengrens voor de kasafmetingen. Deze maximale afmetingen zijn mede gebaseerd op praktijkervaring.

Deze Arboregels zijn te raadplegen via www. avagarbocatalogus.nl. Voor diverse werkzaamheden in/aan een tuinbouwkas zijn er Arbobladen. Waar dit van toepassing is zijn in de uitvoeringsfase verwijzingen opgenomen.

Hagelschadebestendigheid Omhullingsmaterialen hebben een ontwerphagelschadebestendigheid. Voor glas ligt de referentie van de ontwerphagelschadebestendigheid op 10 m/s (hageldiameter 20 mm). Voor PMMA-platen is dat 7 m/ s (hageldiameter 20 mm). Voor andere kunststofplaten kan de ontwerphagelschadebestendigheid oplopen tot 30 m/s (hageldiameter 20 mm). De evenwichtsvalsnelheid van 20 mm hagelkorrels is 21 m/s. Polycarbonaatplaten maar ook kunststofstrippen kunnen door veroudering bij hagelbuien eerder schade oplopen, zeker wanneer er geen vering mogelijk is (zie ook tabel 3 van het groene boekje Kwaliteit van kassen).

Contractfase Veilig werken begint al bij het eerste ontwerp voor een tuinbouwkas. De opdrachtgever is verplicht om al in de ontwerpfase aandacht te besteden aan de veiligheid en gezondheid van het personeel tijdens de bouw. Een goed ontwerp voorkomt vooraf grote risico's tijdens de bouw en zorgt voor een goede afstemming van de verschillende werkzaamheden. In de contractfase moeten de veiligheidsaspecten van de bouw worden besproken met de klant. Dat voorkomt dat bij de uitvoering van het werk verwarring of conflicten ontstaan over de verantwoordelijkheid voor veiligheidsmaatregelen. Ook moet de opdrachtgever een aantal zaken goed geregeld hebben voordat de werkzaamheden kunnen beginnen zoals de bouwvergunning, milieuvergunning, schonegrondverklaring en de melding aan de arbeidsinspectie.

CE-markering Tuinbouwkassen en onderdelen van de constructie moeten voldoen aan de fundamentele eisen voor constructief ontwerp, duurzaamheid en regeling van de betrouwbaarheid, zoals beschreven in hoofdstuk 2 van NEN-EN 1990. In NEN-EN 1990 zijn eisen gesteld die een rol spelen bij de keuze van de uitvoeringsklasse aan de hand van bijlage B van NEN-EN 1090-2:  De gevolgklasse CC1, CC2 of CC3 (met bijbehorende belastingfactoren);  Het niveau van supervisie van ontwerp en berekening DSL1, DSL2 of DSL3 (wijze van controle van berekeningen, tekeningen, e.d. door derden of door het bedrijf zelf);  Het inspectieniveau IL1, IL2 of IL3 (inspectie van productie en uitvoering op de bouwplaats). Volgens NEN-EN 1990 tabel B.1 zijn tuinbouwkassen ingedeeld in gevolgklasse CC1 en volgens NEN-EN 1993-1-1 vallen tuinbouwkassen met betrekking tot de vervaardiging van kasconstructies of onderdelen daarvan, in uitvoeringsklasse EXC1 volgens NEN-EN 1090-2. Zoals aangegeven in NEN-EN 1990 tabel B.4 moet bij de uitvoering van een kasconstructie in EXC1 het supervisieniveau van ontwerp en berekening voldoen aan DSL1. Zoals aangegeven in NEN-EN 1990 tabel B.5 moet bij de uitvoering van een kasconstructie in EXC1 het inspectieniveau voldoen aan IL1. Arbo-omstandigheden In bijna alle fasen van het realisatieproces van een tuinbouwkas en/of scherminstallatie hebben we te maken met arbeidsomstandigheden of kortweg arboomstandigheden. De veiligheidsbladen zijn ingedeeld naar nieuwbouw en reparatie/onderhoud van kassen. Voor het veilig werken bij de bouw, reparatie en onderhoud van tuinbouwkassen en voor de bij tuinbouw benodigde installaties zijn er speciaal voor het vakgebied arboregels ontwikkeld. Door deze regels te volgen wordt voldaan aan de Arbowet.

ISSO-publicatie 88

18

Kwaliteitseisen voor tuinbouwkassen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.