NTR 3216
Riolering van bouwwerken Richtlijnen voor ontwerp, uitvoering en beheer Herziene uitgave 2012
ISBN: 978-90-5044-228-2
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
9
Summary
1
2
3
11
Symbolenlijst
13
Begrippenlijst
15
Inleiding
19
1.1
Behandelde onderwerpen
19
1.2
Toepassingsgebied
19
1.3
Overige onderwerpen
19
1.4
Verschillen met NTR 3216-2008
19
1.5
Het voortbrengingsproces
20
Riolering
21
2.1
Inleiding
21
2.2
Soorten rioolstelsels
23
2.3
Riolering binnen de perceelgrens
24
Lozingsvoorschriften
25
3.1
Zorgplicht
25
3.2
Aansluit- en lozingsvoorschriften
25
3.3
Wet milieubeheer en wet algemene bepalingen omgevingsrecht
26
3.3.1
Lozingsvoorschriften
26
3.3.2
Lozingen door Wm-inrichtingen
27
3.3.3
Lozingen door particuliere huishoudens
27
3.3.4
Lozingen bij activiteiten in de openbare ruimte
28
3.4
3.5 4
3.3.5
Vrijstelling en ontheffing verbod lozing niet-Wm-inrichtingen
28
3.3.6
Voorkeursvolgorde voor de behandeling van afvalwater
28
3.3.7
Gemeentelijke verordening afvoer hemelwater en grondwater
28
Bouwbesluit 2012
29
3.4.1
Gescheiden aansluitingen
29
3.4.2
Overstromingsgevoelige aansluitpunten
30
3.4.3
Perceelaansluitleidingen en aansluitvoorwaarden
30
3.4.4
Eigendom en beheer perceelaansluitleidingen (aansluitverordening)
31
Naleving van de voorschriften
31
Ontwerpvoorwaarden huishoudelijk afvalwatersysteem
33
4.1
Inleiding
33
4.2
Stelsel van afvoerleidingen
33
4.3
Stromingstoestanden in leidingen
36
4.3.1
Liggende leidingen
36
4.3.2
Standleidingen
36
4.3.3
Toestelleidingen
37
4.4
NTR 3216
9
Afkortingen
Voorwaarden aanleg leidingen en aansluitingen
37
4.4.1
Inleiding
37
4.4.2
Stankafsluiters
37
4.4.3
Toestelleidingen
38
4.4.4
Verzamelleidingen
42
4.4.5
Standleidingen
44
4.4.6
Ontspanningsleidingen
46
3
Riolering van bouwwerken
4.5
4.6
4.7 4.8
4.9
4.10
5
49
4.5.1
Inleiding
49
4.5.2
Het voorkomen van overlast
49
4.5.3
Grotere bedrijfszekerheid
49
4.5.4
Geluidswering
50
4.5.5
Integratie van gebouw en rioleringsinstallatie
50
4.5.6
Controle van lozingen
51
4.5.7
Zuivering van lozingen
51
4.5.8
Aansluitingen op het openbaar riool
51
Beperking van geluidshinder
51
4.6.1
Inleiding
51
4.6.2
Wettelijk kader, normen en richtlijnen
51
4.6.3
Geluidsproductie van rioleringsleidingen
52
4.6.4
Bouwkundige invloedsfactoren
55
4.6.5
Beperking van luchtgeluid
56
4.6.6
Beperking van constructiegeluid
61
Brandveiligheidseisen
63
4.7.1
63
Algemene eisen
Materiaalkeuze gebouwriolering
63
4.8.1
Afvalwater
63
4.8.2
Montageomstandigheden
64
4.8.3
Locatie
65
4.8.4
Verwerkingsrichtlijnen
65
Leidingbeloop en -leidingdoorvoeren
66
4.9.1
Factoren die het leidingbeloop bepalen
66
4.9.2
Leidingdoorvoeren
67
Aansluiten van Douche-WTW-installaties
67
4.10.1 Inleiding
67
4.10.2 Aansluiting van de douche op de warmtewisselaar
69
4.10.3 Aansluiting op de riolering
69
4.10.4 Beluchting van de douche-wtw
69
4.10.5 Voorkomen van geluidshinder van douche-wtw's
70
Bepalingsmethode voor de afvoercapaciteit huishoudelijk afvalwater
71
5.1
Inleiding
71
5.2
Ontwerpmiddellijnen
71
5.2.1
71
Minimum ontwerpmiddellijn
5.3
Basisafvoer van lozingstoestellen
71
5.4
Stankafsluiters
71
5.5
Toestelleidingen
71
5.6
Belasting van verzamelleidingen en standleidingen
72
5.7
Afvoercapaciteit van verzamelleidingen
77
5.7.1
Invloed bochten op afvoercapaciteit
77
5.7.2
Systeemwandruwheid (k')
5.8
NTR 3216
Scheiding in afzonderlijke leidingsystemen
78
Afvoercapaciteit van standleidingen
78
5.8.1
Invloed lengte standleidingen (afvoerfactor s)
78
5.8.2
Belasting van de standleiding
78
5.8.3
Standleidingen met direct en indirect parallel ontspanningssysteem
79
5.8.4
Sovent-standleidingen
79
4
Riolering van bouwwerken
5.9
6
7
Dimensionering van ontspanningsleidingen
79
5.9.1
79
Ontwerpmiddellijn voor gecombineerde ontspanningsleiding
5.9.2
Ontwerpmiddellijn van vereveningsleidingen
80
5.9.3
Ontwerpmiddellijn van direct en indirect parallelle ontspanningssystemen
80
5.9.4
Doorstroomopening dakuitmonding
Capaciteit standleidingen in hoogbouw (50 m < h < 200 m)
5.11
Voorbeeld dimensionering gebouwriolering
83
5.11.1 Gegevens
83
81
5.11.2 Uitwerking voor closets met spoelvolume < 7 l
85
5.11.3 Uitwerking voor closets met spoelvolume â&#x2030;Ľ 7 l
86
Stappenplannen voor ontwerp en uitwerking van een huishoudelijk afvalwatersysteem
87
6.1
Inleiding
87
6.2
Stappenplannen
87
Gebouwriolering - hemelwater
93
7.1
Inleiding
93
7.2
Stelsel van hemelwaterafvoerleidingen
93
7.3
Stromingstoestanden in leidingen
93
7.3.1
93
7.4
Stromingstoestand in standleiding bij overlaatstroming
7.3.2
Liggende leidingen bij overlaatstroming
94
7.3.3
Druklijn bij overlaatstroming
94
7.3.4
Stromingstoestand bij gesloten stroming (UV-systeem)
7.5
7.6
94
Voorwaarden ontwerp en aanleg hemelwaterafvoersysteem
95
7.4.1
Inleiding
95
7.4.2
Stankafsluiters
95
7.4.3
Ontlastputten
95
7.4.4
Dakgoten en dakafvoeren
95
7.4.5
Minimum aantal dakafvoeren
95
7.4.6
Eisen aan het UV-systeem
96
7.4.7
Noodafvoeren
97
7.4.8
Spuwers
97
7.4.9
Verzamelleidingen
97
7.4.10 Standleidingen
98
Scheiding in afzonderlijke leidingsystemen
98
7.5.1
Voorschriften
98
7.5.2
Grotere bedrijfszekerheid
98
7.5.3
Integratie van gebouw en installatie voor hemelwaterafvoer
98
Beperking geluidsniveaus hemelwaterafvoerleidingen
98
7.6.1
Type hemelwaterafvoersysteem
98
7.6.2
Vergelijking hemelwaterafvoer en afvoer huishoudelijk afvalwater
98
7.6.3
Te verwachten geluidsniveaus
98
7.6.4
Maatregelen
99
7.7
Beperking brandvoortplanting en rookontwikkeling
99
7.8
Materiaalkeuze hemelwaterafvoerleidingen
99
7.8.1
Hemelwaterafvoersystemen en materiaalkeuze
99
7.8.2
Montageomstandigheden
99
7.8.3
Lokaliteit
99
7.9
NTR 3216
80
5.10
Condensatie op hemelwaterafvoerleidingen
5
100
Riolering van bouwwerken
7.10
7.11 8
NTR 3216
101 101 105 105
8.2
Ontwerpmiddellijnen
105
8.2.1
106
Minimumontwerpmiddellijn
Afvoer van hemelwater
106
8.3.1
Regenintensiteit
106
8.3.2
Oppervlakte dakvlak
106
8.3.3
Reductiefactor voor effectieve breedte (Ă&#x;)
106
8.3.4
Reductiefactor voor vertraging (Îą)
106
8.3.5
Belasting van een hemelwaterafvoerleiding
107
Capaciteit van standleidingen voor hemelwater
108
8.4.1
Factor voor instroming dakafvoer (Fr)
108
8.4.2
Reductiefactor voor situering van de dakafvoer (Fg)
108
8.5
Capaciteit van hemelwaterverzamelleiding
109
8.6
Afmetingen van goten
110
8.6.1
Doorsnede
110
8.6.2
Lengte
110
Voorbeeld dimensionering hemelwaterafvoersysteem overlaatstroming
112
8.7.1
Gegevens
112
8.7.2
Uitwerking van het voorbeeld
112
Bepalingsmethode afvoercapaciteit UV-hemelwaterafvoersysteem
115
9.1
Inleiding
115
9.2
Leidingmiddellijnen
115
9.3
Afvoer van hemelwater
115
9.4
Afvoercapaciteit van leidingen
115
9.4.1
Drukverschil tussen UV-afvoerpunten
117
9.4.2
Onderdruk
117
9.4.3
Druk in standleiding ter plaatse van een lager gelegen aansluiting
117
9.4.4
Voorbeeld dimensionering UV-systeem
117
Ontwerp, uitvoering en beheer van noodafvoersystemen
121
10.1
Inleiding
121
10.2
Algemene eisen aan het ontwerp van noodafvoeren
121
10.3
Specifieke eisen aan het uv-systeem voor noodafvoer
121
10.4
Voorkomen van verstoppingen
122
10.5
Afmetingen en plaatsingshoogte van de noodafvoer in de dakrand
122
10.5.1 Afmetingen en plaatsingshoogte van de noodafvoer aan de gevel
122
10.5.2 Onderlinge afstand van noodafvoeren
123
10.5.3 Afmetingen en plaatsingshoogte van de noodafvoer op het dak
123
10.6
12
7.10.2 Vrije ruimte en leidingdoorvoeren Nadere richtlijnen voor ontlastputten Inleiding
8.7
11
101
Bepalingsmethode capaciteit hemelwaterafvoer volgens het principe van overlaatstroming
8.4
10
101
7.10.1 Bereikbaarheid van inpandige hemelwaterafvoerleidingen
8.1
8.3
9
Leidingbeloop en leidingdoorvoeren
Inspectie en reiniging
123
Stappenplannen voor ontwerp van hemelwaterafvoersysteem
125
11.1
Inleiding
125
11.2
Stappenplannen
125
Buitenriolering binnen de perceelgrens
133
12.1
Algemeen
133
12.2
Straat- en trottoirkolken
134
12.3
Dimensionering terreinleidingen
134
6
Riolering van bouwwerken
13
12.3.1 Algemeen
134
12.3.2 Terreinleidingen voor afvoer van huishoudelijk afvalwater
134
12.3.3 Terreinleidingen voor de gecombineerde afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater
134
12.3.4 Terreinleidingen voor afvoer van hemelwater van daken en verhard terreinoppervlak
136
12.3.5 Stappenplan voor het ontwerp en de dimensionering van terreinleidingen
136
12.3.6 Voorbeeld van de dimensionering van terreinleidingen voor hemelwater
137
12.4
Hemelwaterafvoer van hellingbanen
138
12.5
Ontstoppingsstukken
139
12.6
Inspectie- en vervalputten
139
12.7
Opvangen van grondzakking
139
Aanleg en beproeving
143
13.1
Beugeling
143
13.2
Verbindingen
143
13.2.1 Dichtheid van gebouwriolering
143
13.2.2 Lekdetectie gebouwriolering huishoudelijk afvalwater
143
13.2.3 Dichtheid van buitenriolering 14
147
14.1
Algemeen
147
14.2
Nadere eisen voor het ontwerp
147
14.2.1 Lozingstoestellen, stankafsluiters en vloer- of muurbuizen
147
14.2.2 Ontstoppingsstukken in liggende leidingen
147
14.3
14.4
14.5
14.6
14.7
NTR 3216
145
Onderhoud en inspectie
14.2.3 Ontstoppingsstukken in standleidingen
147
14.2.4 Ontstoppingsstukken in ontspanningsleidingen
147
14.2.5 Ontstoppingsstukken achter gebouwaansluiting in buitenriolering
147
Nadere eisen voor de uitvoering
147
14.3.1 Voedselrestenvermalers
147
14.3.2 Lozingstoestellen
147
14.3.3 Richtingsveranderingen
147
14.3.4 Bereikbaarheid
147
14.3.5 Ontstoppings- en inspectiestukken
147
14.3.6 Dakafvoeren
148
14.3.7 Revisietekening
148
Beheer
148
14.4.1 Beheerplan
148
14.4.2 Uitbesteden
148
Onderhoud
148
14.5.1 Inleiding
148
14.5.2 Preventief onderhoud
148
14.5.3 Curatief onderhoud
149
Inspectie
150
14.6.1 Inwendige inspectie
150
14.6.2 Uitwendige inspectie
150
Storingsanalyse
150
14.7.1 Installaties voor het afvoeren van huishoudelijk afvalwater
150
14.7.2 Installaties voor het afvoeren van hemelwater
153
7
Riolering van bouwwerken
Bijlage A
Lozingsvoorschriften en zuiveringstechnische voorzieningen
155
Bijlage B
Formules
172
Bijlage C
Geluid
180
Bijlage D
Pompinstallaties
191
Bijlage E
Afvoerleidingen in voorzetwandsystemen
213
Bijlage F
Dimensioneringstaten
214
Bijlage G
Omgaan met hemelwater binnen de perceelgrens
216
Bijlage H
Individuele behandeling van afvalwater
228
Bijlage I
Brandveiligheid van leidingdoorvoeren
239
Bijlage J
Gelijkwaardigheidstoetsing van innovatieve producten en systemen
259
Bijlage K
Gescheiden sanitatie
262
Literatuurlijst
NTR 3216
268
8
Riolering van bouwwerken
SAMENVATTING
SUMMARY
ISSO-publicatie NTR 3216 geeft richtlijnen voor het ontwerpen, installeren en beheren van afvoersystemen voor hemelwater en huishoudelijk afvalwater (of vergelijkbaar) van bouwwerken. Samengevat komen de volgende onderwerpen aan de orde: Vuilwaterafvoersystemen vanaf het lozingstoestel tot aan de gebouwaansluiting; Hemelwaterafvoersystemen vanaf het dak, de goot enz. tot aan de gebouwaansluiting, volgens het overlaatstromingssysteem en het UV-systeem; Noodafvoersystemen van daken; De buitenriolering vanaf de gebouwaansluiting buiten het gebouw tot aan de perceelgrens (terreinriolering); Gecombineerde vuilwater- en hemelwaterafvoersystemen in de buitenriolering; Bescherming van het openbare rioleringssysteem tegen stoffen als olie-, benzine- en vet en slib met behulp van afscheiders; Brandveiligheidsaspecten van de systemen Akoestische geluidsaspecten van de systemen; Vuilwater- en rioleringspompinstallaties binnen de perceelgrens; Systemen voor gebruik en infiltratie van hemelwater binnen de perceelgrens; Systemen voor individuele behandeling van huishoudelijk afvalwater (IBA); Systemen voor gescheiden sanitatie (gescheiden urine-afvoer en -opvang); Uitvoerings- en onderhoudsaspecten van de systemen.
ISSO publication NTR 3216 provides guidelines for designing, installing and maintenance of drainage systems for rainwater and domestic sewage (or similar) of structures. In summary, the following topics are described: Waste water systems from the disposal unit to the terminal building; Rainwater systems from the roof, gutter, etc. to the terminal building, according to the spillway flow system and the UV system; Emergency rainwater systems from roofs; The sewage from outside the terminal building outside the building to the plot boundary; Combined sewage and drainage systems in the outside sewer; Protection of the public sewage system against substances such as oil, gasoline and fat and sludge with the aid of separators; Fire safety aspects of the waste water systems; Acoustic aspects of the waste water systems; Waste water and waste water pumping stations within the plot boundary; Systems and infiltration of rainwater for use within the plot boundary; Systems for individual waste water treatment (IWT); Waste water systems with urine separation; Implementation and maintenance aspects of the systems. For special projects such as hospitals, laboratories and industrial projects with special sanitation or sewage facilities, other guidelines and criteria for design and installation may apply. With this publication the designer is able to design a drainage system for wastewater that meets the requirements of the Dutch Building Act 2012, the Dutch waste water Discharge Legislation and the Dutch NEN-standards.
Voor bijzondere projecten zoals ziekenhuizen, laboratoria en industriële projecten met bijzondere sanitaire technische voorzieningen kunnen voor delen van die projecten afwijkende criteria voor ontwerp en uitvoering van toepassing zijn. Met deze publicatie is de ontwerper in staat een afvoersysteem voor afvalwater te ontwerpen dat voldoet aan de door het Bouwbesluit 2012, de Lozingsbesluiten en de NEN-normen gestelde eisen.
NTR 3216
9
Riolering van bouwwerken
NTR 3216
10
Riolering van bouwwerken
AFKORTINGEN
NTR 3216
AMvB
Algemene maatregel van bestuur.
Bah
Besluit lozing afvalwater huishoudens.
b.o.b.
Binnen-onderkant-buis.
DN
Nominale middellijn van leiding(onderdeel) volgens NEN-EN 476.
dwa
Droogweerafvoer (stelsel).
GIW
Garantie Instituut Woningbouw.
GRP
Gemeentelijk rioleringsplan.
hwa
Hemelwaterafvoer.
IBA
Individuele afvalwaterbehandeling.
Lbb
Lozingsbesluit bodembescherming.
NS
Nominale grootte van een vet-, of olie-benzineafscheider.
NW4
Nota waterhuishouding (4e).
PH
PH-waarde (zuurgraad).
PvE
Programma van eisen.
rwa
Regenwaterafvoer (stelsel).
rwzi
Rioolwaterzuiveringsinrichting.
VEWIN
Vereniging van exploitanten van waterleidingbedrijven in Nederland.
VNG
Vereniging van Nederlandse gemeenten.
vwa
Vuilwaterafvoer.
WBDBO
Weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag.
Wm
Wet milieubeheer.
11
Riolering van bouwwerken
NTR 3216
12
Riolering van bouwwerken
SYMBOLENLIJST
NTR 3216
A
oppervlak
[m2]
B
inwendige breedte van de stadsuitloop
[m]
C
coëfficiënt Chèzy
[m0,5/s]
F
oppervlakte van het dakvlak t.b.v. de berekening van Qh
[m2]
H
drijfhoogte
[m]
I
drukverlies per meter leidinglengte
[mwk/m]
Ln
het genormeerde geluidsniveau (geluiddrukniveau)
[dB(A)]
Qa
afvoer huishoudelijk afvalwater
[l/s]
Qah
afvoer huishoudelijk afvalwater gecombineerd met hemelwater
[l/s]
Qh
afvoer hemelwater
[l/s]
Qi
basisafvoer van lozingstoestel
[l/s]
R
wrijvingsverlies in rechte buis
[Pa/m]
Re
kengetal van Reynolds
[-]
Rw
getalwaarde (gewogen) geluidsisolatie van een constructie
[dB]
V
volume
[m3]
Z
vertragingsverlies
[Pa]
a
hoogte niet betrekking hebbend op de drukhoogte
[m]
b
breedte
[m]
d
inwendige middellijn
[m (mm)]
dhw
getalwaarde waterhoogte ter plaatse van dakrand of nooduitlaat
[m]
dnd
getalwaarde waterhoogte boven nooduitlaat
[m]
f
factor invloed bochten
[-]
g
situeringsreductiefactor afvoer hemelwaterstandleiding
[-]
g
sterkte van het zwaartekrachtveld
[N/kg]
h
hoogte
[m]
hhd
getalwaarde hoogte nooduitlaat boven het dakvlak
[m]
i
regenintensiteit
[(l/s)/m2]
k
wandruwheid
[m]
k'
systeemwandruwheid
[m]
l
lengte
[m]
n
aantal
[-]
p
gelijktijdigheidscoëfficiënt lozingstoestellen
[(l/s)0,5]
p
druk
[kPa]
qvhv
volumestroom hemelwater verzamelleiding
[l/s]
qvi
basisafvoer lozingstoestel
[l/s]
qvo
volumestroom noodoverlaat
[l/s]
r
instromingsfactor dakafvoer
[-]
s
afvoerfactor standleidingen
[-]
v
stroomsnelheid
[m/s]
Δpl
drukverlies in leidingsysteem
[kPa]
θd
dauwpuntstemperatuur
[°C]
13
Riolering van bouwwerken
NTR 3216
θl
luchttemperatuur
[°C]
θo
oppervlaktetemperatuur
[°C]
α
reductiefactor voor platte daken
[-]
β
reductiefactor dakbreedte
[-]
γ
constante voorkomend in de formule van Chèzy
[m0,5/s]
ζ
weerstandsfactor in een hulpstuk
[-]
λ
constante in de formule afvoercapaciteit standleiding
[m/s]
λ
wrijvingsfactor
[-]
μ
constante in de formule afvoercapaciteit hemelwaterstandleiding
[m0,5/s]
ν
kinematische viscositeit
[m2/s]
ρ
massadichtheid
[kg/m3]
14
Riolering van bouwwerken
BEGRIPPENLIJST In deze publicatie zijn dezelfde termen en definities gehanteerd als in de NEN 3215. Deze zijn aangevuld met termen, definities en afkortingen die voor een goed begrip noodzakelijk zijn.
Brandmanchet Voorziening die om een kunststof afvoerleiding wordt geplaatst en met zijn vulling van bij hitte opschuimend materiaal de buis dichtknijpt.
Aansluiting Punt van samenkomst van twee leidingen of van een lozingstoestel op een toestelleiding. Aansluitvrije zone Zones waarin geen aansluitingen zijn toegestaan.
Buitenriolering Stelsel van afvoerleidingen, met inbegrip van alle hulpstukken, stankafsluiters, zettingsconstructies, ontlastputten en verbindingen dat zich buiten het gebouw bevindt voor zover het niet aan het gebouw is bevestigd.
Afschot Geringe, in de stroomrichting neerwaartse helling van een liggende leiding.
Constructiegeluid Geluid veroorzaakt door het in trilling brengen van de bouwkundige constructie (contactgeluid).
Afvalwater Alle water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens zich te ontdoen of zich moet ontdoen. Opmerking: Afvalwater zegt niets over de samenstelling en herkomst. Hieronder kan dus ook afvloeiend regenwater worden begrepen.
Dakafvoer Constructie in het dakvlak die het hemelwater afvoert naar het leidingsysteem voor hemelwater.
Afvoerleiding Leiding voor afvoer van huishoudelijk afvalwater en/of hemelwater.
Douche zonder opstand Douche met een relatief vlakke bodem waarin een maximale waterhoogte van 30 mm niet wordt overschreden.
Dakafvoerpunt Punt waar de dakafvoer op het leidingsysteem voor hemelwater is aangesloten.
Basisafvoer Rekenkundig maximale afvoer van een lozingstoestel op de gebouwriolering.
Druklijn Afstand van het beschouwde punt in de leiding tot de vloeistofspiegel die optreedt in een stijgbuis geplaatst in dat punt.
Bedrijfsafvalwater Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is.
Drukleiding Een afvoerleiding waardoor afvalwater onder overdruk wordt afgevoerd. Ook wel 'persleiding' genoemd.
Beschermd sub-brandcompartiment Gedeelte van een sub-brandcompartiment dat meer bescherming biedt tegen brand en rook dan een sub-brandcompartiment.
Gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Bouwwerk Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren.
Gebouwaansluiting Buiten het gebouw gelegen overgang van de gebouwriolering op de buitenriolering, gelegen op een afstand van maximaal 0,5 m vanaf het Gebouw of zoveel korter dan een zettingsconstructie in de buitenriolering vereist.
Brand- en rookvrije vluchtroute Van brand gevrijwaarde rookvrije vluchtroute die uitsluitend door verkeersruimten loopt.
Gebouwriolering Stelsel van afvoerleidingen en ontspanningsleidingen, inclusief alle hulpstukken, dakafvoeren, stankafsluiters, afdichtingen en bevestigingen voor zover deze geen deel uitmaken van lozingstoestellen, dat zich binnen een gebouw bevindt, of buiten aan een gebouw is bevestigd.
Brandcompartiment Gedeelte van ĂŠĂŠn of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van brand.
NTR 3216
15
Riolering van bouwwerken
Geluidsabsorptie De eigenschap van een materiaal om geluid op te nemen en niet te weerkaatsen.
Leidingsysteem Stelsel van afvoerleidingen en ontspanningsleidingen, inclusief hulpstukken, dat zowel geschikt is voor het transport van water als van lucht.
Geluidsniveau Het geluidsniveau volgens een bepaalde wijze gemeten, waarbij tot op zekere hoogte rekening is gehouden met de eigenschappen van het menselijk gehoororgaan. Het geluidsniveau wordt uitgedrukt in dB(A), gedefinieerd in IEC-651 en NEN 10651.
Leidingtraject Leiding of gedeelte van de leiding tussen twee aansluitingen. Liggende leiding Afvoerleiding, die geen grotere helling dan 45째 heeft ten opzichte van het horizontale vlak.
Genormeerd geluidsniveau Geluidsniveau waarbij rekening is gehouden met een bepaalde gedefinieerde absorptie van de ontvangstruimte, conform NEN 5077.
Lozingstoestel Toestel bestemd voor rechtstreekse lozing op de gebouwriolering van huishoudelijk afvalwater.
Gerede gebouwriolering Gebouwriolering die gebruiksgereed is en waarop alle aan te sluiten lozingstoestellen zijn aangesloten.
Luchtgeluid Geluid veroorzaakt door de geluidsafstraling naar de omringende lucht.
Gewogen geluidsisolatie Gewogen geluidsisolatie van een constructie volgens ISO 717. Bij de weging is rekening gehouden met de spectrale oorgevoeligheid van het menselijk gehoor.
Middellijn Afhankelijk van het materiaal wordt buiten- of binnenmiddellijn bedoeld.
Gewogen geluidsniveau Geluidsniveau waarbij rekening is gehouden met de gevoeligheid van het menselijk gehoororgaan.
Niet gerede gebouwriolering Gebouwriolering die niet gebruiksgereed is.
Hemelwater Regen- en smeltwater.
Noodafvoer Voorziening die wateraccumulatie op het dak moet voorkomen.
Hemelwaterafvoerleiding Afvoerleiding, uitsluitend bestemd voor afvoer van regenwater en smeltwater van het buitenoppervlak van een gebouw.
Omloopleiding Leiding met dezelfde functie als een vereveningsleiding waar toestelleidingen op worden aangesloten in de aansluitingsvrije zone van de standleiding.
Huishoudelijk afvalwater Al het afvalwater dat overwegend afkomstig is van de menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden. Het maakt daarbij niet uit of het afvalwater bij een huishouden of bij een bedrijf vrijkomt. Afvloeiend hemelwater en grondwater behoren niet tot huishoudelijk afvalwater.
Ontlastput Voorziening die beoogt tijdens onvoldoende afvoercapaciteit van de perceelaansluitleiding en/of buitenriolering het overtollige water zonder schade af te voeren buiten het gebouw. Ontspanningsleiding Leiding die tot doel heeft voldoende ont- en beluchting van de gebouwriolering te waarborgen.
Hulpstukken Onderdelen van de gebouw- en buitenriolering, waarmee richtingveranderingen, onderlinge aansluitingen (verbindingen) van leidingen of leidinggedeelten, overgangen op andere doorsneden en andere materialen en de mogelijkheid tot lengteverandering, reiniging of ontstopping van leidingen tot stand worden gebracht.
Ontwerpmiddellijn De theoretische inwendige middellijn van een leiding. Openbaar riool Voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater dat in beheer is bij de gemeente of een rechtspersoon die door de gemeente met het beheer is belast.
Karakteristiek geluidsniveau Karakteristiek geluidsniveau als bedoeld in NEN 5077.
Overstromingsgevoelige aansluitpunten Aansluitpunten die lager gelegen zijn dan 150 mm boven de kruin van de straat.
NTR 3216
16
Riolering van bouwwerken
Perceelaansluitleiding Een buiten het perceel gelegen leiding die de gebouwriolering of de buitenriolering binnen de perceelgrens verbindt met de openbare riolering.
Sub-brandcompartiment (Voorheen rookcompartiment) Gedeelte van één of meer gebouwen bestemd als maximaal uitbreidingsgebied van rook.
Persleiding Een afvoerleiding waardoor afvalwater onder overdruk wordt afgevoerd, ook wel drukleiding genoemd.
Terreinleiding Afvoerleiding die zich binnen de perceelgrens in de grond bevindt voor zover die niet onder of aan het gebouw is bevestigd.
Persaansluitleiding Onderdeel van een persleiding, dat begint bij de uitlaat van een pomp en eindigt bij de doorvoering van de pompput of bij parallelle pompen- bij de overgang naar de gezamenlijke persleiding.
Terugslagklep Een appendage in een leiding, die transport van water in één richting toelaat. Toestelleiding Afvoerleiding, geen hemelwaterafvoerleiding zijnde, waarop slechts één lozingstoestel is aangesloten.
Plat dak Een dak met een hellingshoek van maximaal 3° ten opzichte van de horizontaal.
UV-systeem Hemelwaterafvoersysteem met gesloten stroming (UV = Umpi Virtaus).
Samengestelde afvoer Afvoer voor een leiding rekening houdend met het gelijktijdig gebruik van de aangesloten lozingstoestellen.
Valhoogte Hoogte vanaf het horizontaal instroompunt in een standleiding tot aan de voet van de standleiding.
Sifon Zie stankafsluiter.
Verblijfsgebied Besloten ruimte, bestaande uit één of meer met elkaar in verbinding staande op dezelfde bouwlaag gelegen verblijfsruimten, anders dan een toilet- of badruimte, technische ruimte of gemeenschappelijke verkeersruimte.
Spuwer Een kleine overloop van een dak(goot) met als enige functie het signaleren van een belemmering van de hemelwaterafvoer. Staand deel Verticaal deel van een aansluitleiding.
Verblijfsruimte Besloten ruimte bestemd voor het verblijven van mensen.
Standleiding Afvoerleiding die geen grotere helling heeft dan 45° ten opzichte van de verticaal.
Vereveningsleiding Leiding die de druk vereffent tussen twee verschillende leidingen.
Stankafsluiter Een in een lozingstoestel, of in een toestelleiding aangebrachte voorziening die -in het algemeen door een in die voorziening aanwezige hoeveelheid waterde uittreding van gas uit de afvoerleiding via een lozingstoestel of via de hemelwaterafvoer verhindert.
Verzamelleiding Liggende leiding die toestelleidingen verbindt met een standleiding en/of die onder de begane grond vloer het huishoudelijk afvalwater en/of hemelwater ontvangt en op de buitenriolering loost.
Stedelijk afvalwater Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.
Waterslot Effectieve hoogte van de grootst mogelijke stilstaande vloeistofkolom in een stankafsluiter.
Straatpeil Door de gemeente vast te stellen hoogte van het terrein, of de weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw.
Wm-inrichting Elke door de mens bedrijfsmatig of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht en bij AMvB is aangewezen als inrichting die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken.
Stijghoogte Afstand van het beschouwde punt in de leiding tot de vloeistofspiegel die optreedt in een stijgbuis geplaatst in dat punt.
NTR 3216
17
Riolering van bouwwerken
NTR 3216
18
Riolering van bouwwerken
1
INLEIDING
1.1 BEHANDELDE ONDERWERPEN Deze publicatie is bedoeld als hulpmiddel voor het ontwerp, uitvoering en beheer van riolering van bouwwerken. Zij vormt onder meer een toelichting op NEN 3215 'Gebouwriolering en buitenriolering binnen de perceelgrenzen - Bepalingsmethoden voor de afvoercapaciteit, water- en luchtdichtheid en afstand van dakuitmondingen', uitgave 2011 en geeft aanvullende informatie over methoden, toe te passen materialen en/of producten. NTR 3216 geeft uitleg over hoe NEN 3215 voor de gebouwriolering het best kan worden geïnterpreteerd en bevat aanvullende prenormatieve onderwerpen die bij gebleken functioneren in een volgende herziening van de norm zullen worden opgenomen. Daarnaast zijn ook aanwijzingen opgenomen omtrent ontwerp, uitvoering en beheer van de buitenriolering tot aan de perceelgrens.
Tevens is informatie opgenomen over: Materiaalkeuze; Tegengaan van condensatie; Tegengaan van geluidshinder; Ontwerp van sovent-standleidingsystemen; Ontwerp van UV-hemelwaterafvoersystemen; Ontwerp van noodafvoeren; Ontlastvoorzieningen; Vuilwater- en rioolwaterpompinstallaties, inclusief die voor beperkte toepassing; Zuiveringstechnische en controlevoorzieningen. 1.4 VERSCHILLEN MET NTR 3216-2008 Hierna zijn de belangrijkste aanvullingen en wijzigingen ten opzichte van uitgave 2008 opgesomd.
De verwijzingen in deze publicatie naar NEN 3215 zijn, evenals de bepalingsmethoden in NEN 3215, telkens geldig voor riolering van bouwwerken en/of gedeelten van bouwwerken.
Nieuw: Toelichtingen en opname van de wijzigingen in NEN 3215-2011 en Bouwbesluit 2012; Overname van nieuwe benamingen van onderdelen van het rioleringssysteem tot aan de perceelgrens; Richtlijnen voor leidingen in kruipruimten; Richtlijnen voor leidingen in gebouwen zonder kruipruimte; Richtlijnen voor het opvangen van grondzakking; Richtlijnen voor afvoerleidingen van keukens; Richtlijnen voor de afvoer van hemelwater van een hellingbaan; Nieuwe lozingsvoorschriften en zorgplichten; Maatregelen tegen geluidshinder voor leidingen boven verlaagde plafonds; Uitvoering test dichtheid leidingsystemen; Richtlijnen voor installaties met gescheiden inzameling urine (gescheiden sanitatie); Klachtanalyse stank- en afvoerproblemen; Gelijkwaardigheid stankafsluiter met lager waterslot dan 50 mm.
NTR 3216 geeft toelichting op de uitgangspunten bij het ontwerp en de uitvoering van riolering van bouwwerken binnen de perceelgrens en aanwijzingen voor de volgende zaken: Het bepalen van de maatgevende afvoer; Het toepassen van ontwerpmiddellijnen; Het leidingbeloop; De dimensionering van systemen; De aanleg van systemen; Het beheer, onderhoud en de inspectie van systemen. De normsubcommissie 351 165 21 'Riolering van bouwwerken en waterkringlopen binnen perceelsgrenzen' heeft vastgesteld dat bij een correcte toepassing van deze publicatie en de daarin opgenomen richtlijnen en aanwijzingen die betrekking hebben op NEN 3215 (middels verwijzingen aangegeven), is voldaan aan NEN 3215-2011. De vorige uitgaven van NTR 3216 (t/m 2008) vervallen daardoor en zijn ingetrokken. 1.2 TOEPASSINGSGEBIED Deze publicatie is bedoeld als hulpmiddel voor het ontwerpen, uitvoeren en beheren van afvoersystemen van bouwwerken tot een hoogte van 200 m voor hemelwater en voor vuilwater voor zover er sprake is van afvalwater dat qua aard en gebruik vergelijkbaar is met huishoudelijk afvalwater.
Aangepast en geactualiseerd: Lozingsvoorschriften; Voorschriften met betrekking tot brandveilige doorvoeringen; Dimensionering van ontspanningsleidingen (geen middellijnreductie meer toegestaan); Ontlastputten in hemelwaterafvoeren; Richtlijnen voor gebruik, infiltratie en buffering van hemelwater; Richtlijnen voor individuele behandeling van afvalwater; Verwerking van errata in de vorige druk.
1.3 OVERIGE ONDERWERPEN In deze publicatie zijn bovendien zaken uit Bouwbesluit 2012, de Wet milieubeheer en de Waterwet opgenomen die van invloed zijn op het ontwerp van de riolering zoals: Lozingsvoorschriften;
NTR 3216
Opvang, gebruik en infiltratie van hemelwater binnen de perceelsgrens; Individuele behandeling van afvalwater (IBA); Beperking van geluidshinder, brandvoortplanting en rookontwikkeling.
19
Riolering van bouwwerken
1.5 HET VOORTBRENGINGSPROCES Het voortbrengingsproces van de rioleringsinstallatie laat zich onderscheiden in de volgende fasen en de daarbij behorende activiteiten: 1
Dit voortbrengingsproces is gericht op de participatie van ontwerpende en uitvoerende ondernemingen in het bouwteam en sluit in hoofdlijnen aan op de fasen binnen het bouwproces zoals omschreven in de ISSO/ SBR-publicatie Model Kwaliteitsbeheersing Klimaatinstallaties. Bij ondernemingen die participeren in de bouw zijn de bedrijfsprocessen nauw gerelateerd aan het bouwproces.
Programmafase 1.1 Opstellen programma van eisen (PvE) door de opdrachtgever (inventarisatie van de gebruikseisen)
In hoofdstukken 6 en 11 wordt dit verder uitgewerkt in de vorm van stappenplannen voor achtereenvolgens rioleringsinstallaties voor huishoudelijk afvalwater en rioleringsinstallaties voor hemelwater.
1.2 Onderzoek technische haalbaarheid PvE 1.3 Onderzoek mogelijkheden voor (her)gebruik en infiltratie van hemelwater binnen de perceelsgrens
Deze publicatie is met name geschreven voor de ontwerpfase als onderlegger van de uitwerkingsfase van de gebouwriolering en buitenriolering binnen de perceelgrenzen. Aan onderwerpen uit de andere fasen is alleen aandacht besteed indien deze van invloed zijn op de ontwerpfase.
1.4 Inventariseren (lozings)voorschriften 1.5 Vastleggen aansluitmogelijkheden op het openbaar riool 2
Ontwerpfase
Deze publicatie is bedoeld voor alle partijen die betrokken zijn bij het ontwerpen, realiseren en onderhouden van riolering van bouwwerken. Zowel voor de ambtenaren die belast zijn met de toetsing van het ontwerp en de uitvoering van riolering als voor ontwerpende en uitvoerende ondernemingen en fabrikanten. Ook onderhoudsbedrijven en gebouwbeheerders zullen in de publicatie veel waardevolle informatie vinden.
2.1 Voorlopig leidingplan (ontwerp) a
Toetsen aan Bouwbesluit 2012/ NEN 3215
b
Integratie met gebouw en andere installaties
c
Materiaalkeuze
d
Toetsen aan Bouwbesluit 2012 (brandveiligheid en geluid)
e
Toetsen aan de verwerkingsvoorschriften
f
Vaststellen definitief leidingplan
De publicatie is zo toegankelijk mogelijk gemaakt door onder andere het gebruik van tabellen. De formules waarop de tabellen zijn gebaseerd zijn in bijlage B opgenomen.
2.2 Dimensionering a
Vervaardigen leidingschema's
b
Invullen dimensioneringsstaten
2.3 Vastleggen definitief ontwerp 3
Uitwerkingsfase 3.1 Bestekstekeningen 3.2 Besteksomschrijving 3.3 Prijsvorming
4
Realisatiefase 4.1 Werktekeningen 4.2 Werkvoorbereiding 4.3 Uitvoering 4.4 Revisietekeningen 4.5 Oplevering
5
Beheerfase 5.1 Ingebruikname 5.2 Nazorg 5.3 Onderhoud
NTR 3216
20
Riolering van bouwwerken