publicatie
k e nnisins t i t u u t v o o r d e ins t a l l a t i e s e c t o r
97
stoominstallaties in de gebouwde omgeving ontwerp, realisatie en beheer
ISSO
Kennisinstituut voor de Installatiesector
Kruisplein 25 3014 DB Rotterdam Postbus 577 3000 AN Rotterdam Tel. 010-2065969 Fax 010-2130384 E-mail: isso@isso.nl
ISSO houdt zich bezig met het identificeren van kennisvragen binnen de installatiesector, het ontsluiten en toegankelijk maken van deze kennis in de vorm van praktische ISSO-publicaties en het bevorderen van het gebruiken van ISSO-publicaties als normstellende richtlijnen.
De in ISSO deelnemende organisaties zijn: NLingenieurs: Organisatie van advies- en ingenieursbureaus PIT: Stichting Promotie Installatietechniek TVVL: Nederlandse Technische Vereniging voor Installaties in Gebouwen UNETO-VNI: Ondernemersorganisatie voor de installatiebranche en de technische detailhandel De werkzaamheden worden begeleid door de Raad van Begeleiding, welke ten tijde van het tot stand komen van deze publicatie als volgt was samengesteld: De heer W.J.H. Scheffer De heer ir. R.D. van Bergen De heer ir. J. Schonewille De heer ing. H. Besselink De heer ing. R. Steine Mevrouw prof.dr.ir. P.M. Bluyssen De heer ir. P.A.L. Stoelinga De heer ing. W.F.G. Hooijkaas De heer ing. A.A.L. Traversari MBA De heer H.M.A. Janssen Groesbeek De heer ir. E.J. Wagenaar De heer T. Klinkenberg De heer ir. T.M.E. Zaal De heer ir. P.H.H. Leijendeckers prof.em. De heer prof. ir. W. Zeiler De heer ir. W. Plokker De heer ir. W.G. Ram De realisatie van de ISSO-publicatie 97 werd verzorgd door de ISSO-kontaktgroep die als volgt was samengesteld: De heer ing. J.C. Aerts (coördinator) ISSO De heer J.P.A.M. Boset (voorzitter) UNETO-VNI De heer M. van den Braak (rapporteur) Parco Adviesbureau Leusden De heer M.J.L.M. Brouwers St. Elisabeth Ziekenhuis De heer ir. H.F.J.M. Remmers Cofely GDF-SUEZ De heer H. Schot Econosto Nederland B.V. De heer J. Vinjé MRC Transmark B.V. De ontwikkeling van publicatie 98 is mede tot stand gekomen door financiële bijdragen van:
Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt, hebben een zo groot mogelijke zorgvuldigheid betracht bij zowel het verzamelen als bij het verwerken en opstellen van de in deze publicatie vervatte gegevens. Nochtans moet niet worden uitgesloten, dat deze publicatie onvolledig is of dat zij onjuistheden of onvolkomenheden bevat. Degene die van deze publicatie en de daarin vermelde gegevens gebruik maakt, aanvaardt dan ook daarvoor zelf het risico. Stichting ISSO en degenen die aan de samenstelling van deze publicatie hebben medegewerkt sluiten iedere aansprakelijkheid uit voor zowel schade die mocht voortvloeien uit het gebruik van de publicatie als schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van eventuele (druk-)fouten, onvolledigheden en onvolkomenheden van deze publicatie. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het bestuur van Stichting ISSO. Voorzover het maken van kopieën uit deze publicatie is toegestaan op grond van artikel 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo het Besluit van 27 november 2002, Stb 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp).
Opleidings- en ontwikkelingsfonds v o o r h e t Te c h n i s c h Installatiebedrijf
All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the foundation ISSO. Op alle publicaties van Stichting ISSO zijn de Algemene Leveringsvoorwaarden van toepassing. Deze kunt u lezen op www.isso.nl of opvragen bij Stichting ISSO. Aanvullingen en eventuele errata zijn te raadplegen via onze website: www.isso.nl Eventuele opmerkingen en vragen kunnen doorgegeven worden aan ISSO, Postbus 577, 3000 AN Rotterdam, e-mail: isso@isso.nl © Stichting ISSO – Rotterdam, augustus 2013
ISSO-publicatie 97
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving Ontwerp, realisatie en beheer
ISBN: 978-90-5044-247-3
INHOUDSOPGAVE Symbolenlijst
7
Grafische symbolenlijst 1
2
11
Inleiding
13
1.1
13
Doelgroep en toepassingsgebied
1.2
Stoominstallatie in de gebouwde omgeving
14
1.3
Wet- en regelgeving
14
Programmafase (I)
17
2.1
Wensen opdrachtgever
17
2.2
Opwekken stoom
17
2.3
Selecteren ketel �→ generator
18
2.4
2.5
2.6
2.3.1
Toestellen en rendement
22
2.3.2
Dimensioneren
22
2.3.3
Regelen
22
2.3.4
Monteren
22
Wettelijke en projectvoorwaarden
22
2.4.1
Wetten
23
2.4.2
Normen
23
2.4.3
Informatie drukapparatuur
23
2.4.4
CE-markering
23
2.4.5
Benodigde ruimte en overige voorzieningen
23
2.4.6
Bediener (operator) ketel en installatie
Stoominstallatieconcepten en kenmerkende eigenschappen
ISSO-publicatie 97
24 24
2.5.1
Kringloop stoom
24
2.5.2
Toepassen van stoom
24
2.5.3
Onderdelen stoominstallatie
25
Programma van eisen 2.6.1
3
9
Begrippenlijst
25
Controlelijst stoomtoestellen en schatting ketelcapaciteit
Ontwerpfase (II)
26 27
3.1
Principeschema stoominstallatie
28
3.2
Stoomtoestellen
28
3.2.1
Buizenwarmtewisselaar
30
3.2.2
Platenwisselaar
33
3.2.3
Spiraal
33
3.2.4
Kookketel
33
3.2.5
Ketelgebonden TSA
34
3.2.6
Tracing
35
3.2.7
Luchtverhitter
35
3.2.8
Stoom-stoom-generator
36
3.2.9
Verdamper
37
3.2.10 Absorptiekoelmachine
37
3.2.11 Autoclaaf en sterilisator (open toestel)
37
3.2.12 Bevochtiger (open toestel)
39
3.2.13 Stoomaccu (open toestel)
42
3.2.14 Directe stoominjectie (open toestel)
42
3.2.15 Directe stoominjectie, overig (open toestel)
43
3.2.16 Regelen stoomtoestel
43
3
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
3.3
3.4
3.5
3.6
4
5
ISSO-publicatie 97
Leidingen
47
3.3.1
47
Stoomleiding
3.3.2
Condensaatleidingen
59
3.3.3
Voedingswaterleiding
63
Ketel, ketelappendages, ontgasser en condenstank
64
3.4.1
Selecteren
65
3.4.2
Brander
67
3.4.3
Brandstof
67
3.4.4
Veiligheidsklep op ketel
68
3.4.5
Afblaasleiding
70
3.4.6
Spui
70
3.4.7
Peiltoestel, peilglas
74
3.4.8
Rookgasafvoer
75
3.4.9
Economiser en rookgascondensor
75
3.4.10 Luvo
77
3.4.11 Oververhitter
77
3.4.12 Watermonsterkoeler
77
3.4.13 Beluchtingsafsluiter
78
3.4.14 Meters
78
3.4.15 Ontgasser
79
3.4.16 Condenstank
84
Overige appendages
85
3.5.1
Afsluiters
85
3.5.2
Condenspot
85
3.5.3
Filter
97
3.5.4
Veiligheidsklep
97
3.5.5
Waterafscheider
3.5.6
Reduceer, regelklep en reduceerstation
100
98
3.5.7
Ontluchter
104
3.5.8
Beluchter
104
3.5.9
Condenspomp
105
3.5.10 Voedingswaterpomp
105
3.5.11 Waterbehandelingstoestel
106
3.5.12 Spuitank (spuivat)
108
Overige zaken
109
3.6.1
Snelheid stoom- en condenszijdig regelen
109
3.6.2
Verbrandingsproces
111
3.6.3
Kosten stoomlek
113
3.6.4
Ketelwater en voedingswater
113
Uitwerkfase (III)
115
4.1
Bestek
115
4.2
Terugkoppeling met ontwerper
115
Realisatiefase (IV)
117
5.1
Werkvoorbereiding
117
5.2
Montage
117
5.3
Inregelen
117
5.4
Beproeven
117
5.5
Opleveren
117
5.6
Gebruikshandleiding en garanties
117
4
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
6
Beheerfase (V)
119
6.1
119
6.2
6.3
Beheer stoomtoestellen 6.1.1
In bedrijf stellen toestel
119
6.1.2
Onderhoud toestel
119
6.1.3
Uit bedrijf nemen toestel
119
Beheer leidingen
120
6.2.1
In bedrijf stellen leiding
120
6.2.2
Onderhoud leiding
120
6.2.3
Uit bedrijf nemen leiding
120
Beheer stoomketel en stoomgenerator
120
6.3.1
In bedrijf stellen
120
6.3.2
Onderhoud
121
6.3.3
Uit bedrijf nemen
121
Bijlage A
Stoom
123
Bijlage B
Suppletiewater en spuien
130
Bijlage C
Ketelhuis en luchttoevoer
131
Bijlage D
Conserveren van de ketel
132
Bijlage E
Rookgasafvoer
133
Bijlage F
Formules
134
Bijlage G
Stoomtabel
135
Literatuurlijst
ISSO-publicatie 97
136
5
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
SYMBOLENLIJST bar
absolute druk in bar
[bar]
barg
overdruk in bar
[bar]
c
soortelijke warmte
[kJ/kg·K]
d
diameter
[m]
g
versnelling van de zwaartekracht
[m/s2]
h
enthalpie
[kJ/kg]
h'
enthalpie water
[kJ/kg]
h"
enthalpie stoom
[kJ/kg]
k
zetawaarde
[-]
kv
doorlaat van een klep
[m3/h]
n
luchtovermaat
[-]
P
vermogen
[kW]
p
druk
[bar, Pa]
pg
overdruk
[barg]
pabs
absolute druk
[bar, Pa]
Δp
drukverschil
[bar]
qm
massastroom
[kg/h]
r
verdampingswarmte
[kJ/kg]
θ en T temperatuur
[°C en K]
t
tijd
[s]
U
warmtedoorgangscoëffient
[W/(m2·K)]
v
snelheid
[m/s]
V
volume
[m3]
VO
verwarmend oppervlak
[m2]
Δ
delta
[-]
x
watergehalte stoom
[-]
μ
micro
[-]
ρ
rho, soortelijke massa
[kg/m3]
Si
geleidbaarheid (van water)
[μS]
ISSO-publicatie 97
7
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
GRAFISCHE SYMBOLENLIJST
Afsluiter
Gemotoriseerde afsluiter
Reduceer
Terugslagklep
Ontluchter, vacuumbreker
Condenspot
Veiligheidsklep
Leiding met orifice
Pomp
Waterafscheider
Filter
Kijkglas
ISSO-publicatie 97
9
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
BEGRIPPENLIJST Afschot Hellingshoek; aantal mm dat een leiding per meter lager ligt.
Pomp, condenspomp Pomp die condens uit een condenstank verpompt, meestal naar ontgasser.
AKI Aangewezen Keuringsinstelling; speelt rol bij de gebruiksfase van drukapparatuur.
Pomp, voedingswaterpomp Pomp die het voedingswater in de stoomketel pompt. Regels voor Toestellen onder Druk De Regels behoorden bij de Stoomwet en het Stoombesluit en bevatten (onder meer) richtlijnen voor berekening, constructie en beproeving van drukvaten. De Stoomwet en het Stoombesluit zijn in 2002 vervangen door de PED. De Regels worden vanaf 2002 niet meer bijgewerkt en zijn niet verbonden met de PED (wet).
Bypass Zie omloopleiding. Clean steam Zie schone stoom. Compensator Flexibel leidingstuk dat kan uitzetten en krimpen. Condens (ook: condensaat) Tot vloeistof gecondenseerde stoom, water.
Reduceertoestel Toestel, soort afsluiter, waarmee de stoomdruk kan worden verminderd.
Condenspot Toestel met afsluiter dat condens doorlaat en damp (stoom) tegenhoudt.
Rendement, stookrendement Getal dat aangeeft welk deel van de energie uit de brandstof wordt omgezet in warmte.
Condenstank Tank waarin het condensaat wordt verzameld.
Retarder Spiraalvormig gewonden staaf, die in de 2e en 3e trek van ketel kan worden geplaatst om warmteoverdracht rookgas-ketelwater te verbeteren.
Eco, economiser Warmtewisselaar waarin rookgassen het ketelvoedingswater voor verwarmen.
Rookgascondensor Warmtewisselaar geplaatst in rookgassen. Rookgas worden afgekoeld tot onder het dauwpunt.
Enthalpie Warmte-inhoud.
Spuivat Vat waarin het spuiwater uit de ketel wordt verzameld en afgekoeld voordat het naar het riool wordt afgevoerd.
Luchtovermaat Getal dat aangeeft hoeveel maal meer verbrandingslucht wordt toegevoerd als theoretisch noodzakelijk is. Luvo, luchtvoorwarmer Warmtewisselaar waarin verbrandingslucht wordt verwarmd door rookgassen.
Stookwaarde Hoeveelheid warmte die vrijkomt bij volledige verbranding, als het verbrandingsgas (rookgas) wordt afgekoeld naar de begintemperatuur en het gevormde water zich in de gasfase bevindt. Zie ook verbrandingswaarde.
Nobo of Notified Body Keuringsinstantie door de overheid aangewezen; speelt een rol bij nieuwbouw.
Stoom Gasvormige aggregatietoestand van water.
Omloopleiding Leiding met afsluiter die om een toestel heen is gemonteerd.
Stoom, droge stoom Stoom waarin zich geen vloeibaar water bevindt.
Ontgasser Tank waarin door stoomverwarming gassen uit het water worden gehaald.
Stoom, natte stoom Mengsel van droge stoom en water (gecondenseerde stoom).
Oververhitter Toestel waarmee verzadigde stoom wordt naverwarmd.
Stoom, schone stoom Stoom gemaakt van zeer zuiver water.
PED Pressure Equipment Directive. Europese wet die vanaf 2002 voor nieuwbouw drukapparatuur (stoomketels en stoomtoestellen) geldt.
ISSO-publicatie 97
Stoom, verzadigde stoom Stoom waarbij precies alle vloeistof is omgezet in gasvormig water.
11
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
Stoomgenerator Doorpompketel.
Water, spuiwater Water dat (regelmatig) uit de stoomketel wordt afgevoerd.
Stoomketel Toestel waarin door verbranden van brandstof of door hete (rook)gassen water wordt verhit tot het kookpunt.
Water, suppletiewater (Onthard) water dat aan de ketel wordt toegevoerd om het verlies door spuien te compenseren.
Stoom-stoomgenerator Toestel om stoom op te wekken dat wordt verwarmd door stoom. Stoomwet Wet over stoomtoestellen. In 2002 vervangen door PED. Stoombesluit Gedetailleerde uitwerking van de Stoomwet. In 2002 vervangen door PED. TSA Tegenstroomapparaat, warmtewisselaar. Veiligheidsklep Klep die opent als in toestel of leiding een van tevoren ingestelde druk wordt overschreden. Verbrandingswaarde, bovenste Hoeveelheid warmte die vrijkomt bij volledige verbranding, als het verbrandingsgas (rookgas) wordt afgekoeld naar de begintemperatuur en het gevormde water zich in de vloeistoffase bevindt. Verbrandingswaarde, onderste Hoeveelheid warmte die vrijkomt bij volledige verbranding, als het verbrandingsgas (rookgas) wordt afgekoeld naar de begintemperatuur en het gevormde water zich in de gasfase bevindt. Juiste benaming voor onderste verbrandingswaarde is stookwaarde. Vermogen Energie per tijdseenheid. Vlampijpketel (Stoom)-ketel waar het water zich om de stookbuis en bevindt. WBDA WarenwetBesluit DrukApparatuur (wet). Warmtewisselaar Toestel waarin warmte van ene stof via een scheidingswand wordt overgedragen op een andere stof. Water, ketelwater Water dat in de stoomketel zit. Water, onthardwater Water waaruit calcium en magnesium zijn verwijderd. Water, r.o.water Water waaruit (door middel van een reversed osmose proces) zouten en andere stoffen voor een zeer groot deel zijn verwijderd.
ISSO-publicatie 97
12
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
1
INLEIDING 1.1 DOELGROEP EN TOEPASSINGSGEBIED Het doel van deze publicatie is het geven van regels en vuistregels voor het ontwerpen, installeren of uitbreiden en beheren van een stoominstallatie.
Deze publicatie is bestemd voor installateurs en eindgebruikers die een stoominstallatie willen ontwerpen, installeren en onderhouden. De toestellen die de stoom gebruiken vormen hierbij het uitgangspunt. In de publicatie wordt de installatie als het ware aangelegd vanuit deze toestellen.
Deze publicatie is gericht op stoominstallaties die werken met: Verzadigde stoom; Stoomdruk van maximaal 25 bar; Stoomproductie van ten hoogste 25 ton/uur.
In de Programmafase worden algemene aspecten behandeld. Zo wordt de opzet en uitvoering van een stoominstallatie summier beschreven, ook wordt enige aandacht geschonken aan specifieke wetgeving voor stoominstallaties.
Dit zijn veelal installaties waarbij de stoom wordt geleverd door een vlampijpketel (cilindrische ketel met vuurgangvlampijp) of een stoomgenerator. Ketels kunnen met (aard)gas of olie worden gestookt, er zijn speciale uitvoeringen die worden verwarmd door de uitlaatgassen van een motor of andere bron. Deze ketels worden ook wel aangeduid als afgassenketels. Tot slot zijn er ketels die gelijktijdig of achtereenvolgens met brandstof kunnen worden gestookt en worden verwarmd door afgassen.
In het Ontwerpfasehoofdstuk 3.2 worden de verschillende stoomtoestellen, zoals warmtewisselaars, bevochtigers, tankverwarming en diverse regelingen uitvoerig behandeld. Van de toestellen wordt aangegeven hoe ze moeten worden geselecteerd, gedimensioneerd, geregeld en gemonteerd. In hoofdstuk 3.3 wordt aangegeven hoe stoom- en condensaatleidingen moeten worden ontworpen en aangelegd. Ook staan hierin tal van praktische tips over selecteren, dimensioneren en monteren van de leidingen. In hoofdstuk 3.4 staan belangrijke zaken over stoomopwekking en de appendages die daarbij moeten of kunnen worden gebruikt. Hoofdstuk 3.5 gaat over toebehoren van een stoominstallatie. Condenspot, reduceer, voedingswaterpomp en waterbehandelingstoestellen worden beschreven. Ook hier wordt aangegeven hoe de toestellen te selecteren, dimensioneren en monteren. In hoofdstuk 3.6 worden specifieke stoomzaken beschreven.
Afb. 1.1 Stoomketel
In hoofdstuk 5 Realisatiefase wordt ingegaan op praktische zaken met betrekking tot montage, inregelen en beproeven. In hoofdstuk 6 Beheer wordt ingegaan op onderhoud en beheer van stoominstallaties. In de bijlagen wordt ingegaan op verschillende aspecten, of details van stoominstallaties. Bijlage A geeft een korte theoretische beschouwing over de eigenschappen van stoom. Uitgebreide informatie over de theoretische achtergrond van stoom en producten zijn te vinden op de volgende sites: www.spiraxsarco.com/us/ www.gestra.de
ISSO-publicatie 97
13
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
1.3
WET- EN REGELGEVING
Let op: Deze publicatie beschrijft de voorschriften van 2012. Wetten en normen worden vaak gewijzigd, vervangen of ingetrokken. Controleer daarom bij aanvang van de werkzaamheden de actuele situatie van wet- en regelgeving. Tot 1999 waren in Nederland de Stoomwet en het Stoombesluit van kracht. In deze wetten waren de zaken rond nieuwbouw en gebruik van stoominstallaties geregeld. Na een overgangsfase (1999-2002) moeten vanaf 2002 alle nieuwe stoomtoestellen voldoen aan de Europese wet PED. Voor de gebruiksfase (het ingebruiknemen en gebruiken van een stoominstallatie) geldt in Nederland het Warenwetbesluit Drukapparatuur (WBDA). Daarnaast moet de installatie voldoen aan het Bouwbesluit, het Activiteitenbesluit en de wet Milieubeheer. Nieuwbouw, PED (Besluit Drukapparatuur) Drukapparatuur (zoals stoomketels) moet voldoen aan essentiële veiligheidseisen (ESR → Essential Safety Requirements). De fabrikant kan dit aantonen met een Technisch Constructie Dossier (TCD). Dit dossier wordt beoordeeld door een Notified Body (NoBo) en getoetst aan de PED (een Europese wet). Als alles goed wordt bevonden, wordt het toestel uitgerust met het CE-keurmerk. Niet alleen de stoomketel, maar de gehele stoominstallatie moet voldoen aan de regels van de PED.
Afb. 1.2 Stoomgenerator De beschreven stoominstallaties worden voor uiteenlopende toepassingen gebruikt in de utiliteit en (lichte) industrie. Deze publicatie is gericht op mensen die bij hun werkzaamheden te maken hebben met stoomtechniek. Het betreft mensen in de installatietechniek (zowel ontwerpers, werkvoorbereiders als uitvoerders), personen die werkzaam zijn bij adviesbureaus en gebruikers/van stoominstallaties. De publicatie is gericht op stoominstallaties die werken met overdrukstoom (p > 1 bar en t > 100 °C), maar kan ook van pas komen bij installaties die werken met atmosferische stoom, zoals die wordt toegepast bij elektrische stoomvormers voor bevochtigingsdoeleinden bij luchtbehandelingkasten.
Nieuwe stoomtoestellen moeten voldoen aan de Pressure Equipment Directive (PED). Deze Europese Richtlijn (97/23/EG) is een wet die in Nederland vaak wordt aangeduid met Richtlijn Drukapparatuur en heeft betrekking op de nieuwbouw van drukapparatuur waarvan de maximaal toelaatbare druk (de ontwerpdruk) hoger is dan 0,5 barg (bar overdruk).
1.2
STOOMINSTALLATIE IN DE GEBOUWDE OMGEVING Stoominstallaties in de gebouwde omgeving worden toegepast voor: Verwarming; Koelen m.b.v. absorbtie koelmachine; Bevochtigen van de ventilatielucht; Sterilisatie van apparatuur en gereedschappen; Combinaties van bovengenoemde punten.
ISSO-publicatie 97
Ontwerpcode Een fabrikant moet een stoomketel bouwen volgens een ontwerpcode. Een buitenlandse fabrikant kan een andere code gebruiken dan in Nederland gebruikelijk is. Als de ketel door een (buitenlandse) Nobo is goedgekeurd mag hij ook in Nederland worden geïnstalleerd. In Nederland werden en worden veel stoomketels gebouwd volgens de Regels voor Toestellen onder Druk. In maart 2012 is de geharmoniseerde norm NEN-EN 12952 voor vuurgangvlampijpketels definitief geworden. Deze norm sluit aan bij de PED en het is de verwachting dat deze norm leidend zal worden bij het ontwerpen en bedrijven van stoomketels.
14
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving
Overeenstemmingsbeoordeling In de PED is geregeld aan welke veiligheidseisen de apparaten moeten voldoen en de manier waarop wordt vastgesteld of het apparaat aan die eisen voldoet. Dit heet de overeenstemmingsbeoordeling. Tot de invoeringsdatum van de PED werden in Nederland stoomtoestellen (door het Stoomwezen) getoetst volgens de Regels voor Toestellen onder Druk (drie groene ordners), uitgegeven door de Sdu (Staatsuitgeverij) in Den Haag. Vanaf 2005 worden de Regels niet meer bijgewerkt. De PED kent twee stofgroepen. Groep 1 omvat de gevaarlijke stoffen; deze zijn ontplofbaar, licht ontvlambaar en giftig. Groep 2 omvat alle overige stoffen. Stoom behoort tot groep 2 (niet gevaarlijk). Veel Notified Body's zijn ook actief als een Aangewezen Keuringsinstelling (AKI). In Nederland moet het periodiek keuren van stoomtoestellen in de gebruiksfase (levensloop) worden uitgevoerd door een AKI. Gebruiksfase Bij het in gebruik nemen en gebruiken (bedrijven) van drukapparatuur zijn in Nederland het Warenwetbesluit Drukapparatuur (WBDA) en de Praktijkrichtlijn Drukapparatuur (PRD) van toepassing. Dit komt er op neer dat een Aangewezen Keuringsinstelling (AKI) de installatie voor de inbedrijfname moet keuren. Dit heet Keuring voor Ingebruikneming, kortweg KvI. Bij goedkeuring ontvangt de eigenaar van de ketel een Verklaring voor Ingebruikname (VvI). Daarna moeten stoomketels (en andere vergunningsplichtige toestellen) periodiek door een AKI worden herkeurd. Stoomketels moeten vaak elke twee jaar worden herkeurd, keuringsplichtige stoomtoestellen elke vier jaar. Heel grote bedrijven kunnen onder strenge voorwaarden, onder toezicht van een speciale AKI, zelf een deel van de herkeuringen uitvoeren. V贸贸r 1999 werden de (her)keuringen verricht door het Stoomwezen, nu dus door een AKI. Een AKI wordt als zodanig aangewezen door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en wordt gecontroleerd door de Raad voor Accreditatie.
ISSO-publicatie 97
15
Stoominstallaties in de gebouwde omgeving