Wereldreis oktober 2008

Page 1

Maandelijkse lesbrief voor de basisschool bij de Wereldkalender van 11.11.11 ISSN : 1375-2219 - 21ste jaargang, nummer 8

OKTOBER 2008

Algerije Thema : MIGRATIE


WERKNEMERS ZIJN GEEN GEREEDSCHAP campagne 11.11.11

Het beste middel tegen armoede is waardig werk. En dat begint met een fatsoenlijk loon. Evident, zal je zeggen. En toch verdient de helft van alle werkende mensen in de wereld minder dan anderhalve euro per dag. Werken en straatarm blijven, dat klopt niet. En zonder werk vallen is rampzalig. Wie zwanger, ziek of oud is, staat op straat zonder inkomen. Werknemers hebben recht

op waardig werk, Workshops op een fatsoenlijk inkomen en op so- Twee workshops vertalen op een bevattelijke ciale bescherming. manier het campagnethema voor kinderen En ze moeten zich van de basisschool. kunnen organiseren in vakbonden @WORK! - Omdat werknemers om die rechten te geen gereedschap zijn. verdedigen. Wereldwijd hebben kinderen toekomstdroRechten van werk- men… De jacht naar winst maakt die echter n e m e r s s t a a n voor velen onbereikbaar. De gevolgen voel je overal ter wereld in deze actieve workshop. In kleine groepen onder druk. Werk- komen de leerlingen al spelend te weten wat nemers worden al er wereldwijd misloopt met arbeid. Ze zoete vaak als een ‘on- ken ook uit wat ze daar aan kunnen doen. kost’ beschouwd, iets waarop je kunt Gelukkig 2015 besparen als het te duur is. Werkne- Wat wens je de wereld toe in 2015? Alle kinmers worden dus deren naar school? Aids onder controle? De steeds kwetsbaar- armoede uit de wereld? der en krijgen in Zijn dit alleen maar mooie dromen? Niet veel landen niet dus. Het kan, àls regeringsleiders hun woord het recht om hun houden. Die beloofden in 2000 namelijk om stem te te laten 8 Millenniumdoelstellingen voor 2015 te weerklinken en halen. We moeten er voor zorgen dat ze zich het onrecht aan te aan die belofte houden. Want belofte maakt schuld! En de tijd loopt… klagen. Ook in de klas is het een race tegen de tijd. Internationale so- Zullen we er in slagen om de wensen van lidariteit is brood- Ysuf, Maria, Heng, Gabriël en Zaina te vernodig om ook in vullen? Wordt het ook voor hen een gelukkig het Noorden goede lonen en arbeidsvoor- 2015? Via de opdrachten in dit spel komen de leerlingen te weten wat er in de echte waarden te kunnen blijven afdwingen. wereld moet gebeuren om de MillenniumDaarom voeren we samen campagne voor het doelstellingen te halen. recht op waardig werk en op een leefbaar loon, Praktisch voor iedereen! Voor kinderen van 10 tot 12 jaar (max. 25 Meer informatie over de campagne zelf vind leerlingen of één klas) je op www.waardigwerk.be. Het materiaal Duur: 100 min. voor het basisonderwijs belichten we hier Prijs: € 90 + € 0,30/km Reservaties: de workshops worden verzorgd wat uitgebreider. door Djapo in Oost-Vlaanderen, Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg; door de Wereldschool in Brussel en door Horizon Educatief en Studio Globo in West-Vlaanderen. Adresgegevens: http://snipr.com/111111_ Saved by the bell baoadres Laat op vrijdag 3 oktober om 15 uur je schoolbel rinkelen voor het recht op onLespakketten: affichekrant derwijs overal ter wereld. Ga voor suggesties bij het belmoment, lesmateriaal en de registratie van je deelname naar www.savedbythebell.be

Bij deze Wereldreis zijn ook de affichekranten bij de campagne ingesloten. Voor elke graad vind je lessuggesties. Bijkomende exemplaren kan je bestellen bij 11.11.11 voor 2,50 euro of gratis downloaden via www.11.be/11 (basisonderwijs)


voorwoord

INHoUd

Beste lezer Onze wereldreis gaat deze maand verder naar Algerije. Een land waarover we vaak niet meer weten dan wat clichés als ‘de woestijn en dromedarissen’. De kalenderfoto van deze maand lijkt dit cliché zelfs te bevestigen. De lessuggesties kijken echter een stukje verder. Je krijgt het verhaal te horen van een Algerijnse familie, waarvan iemand het land heeft verlaten om een betere toekomst te zoeken. Vanzelfsprekend verloopt dit niet zonder moeilijkheden. ‘Hopen op een betere toekomst’, het is een van de aspecten bij het thema migratie. Werk vinden. Waardig werk. Het is velen in Noord en Zuid niet gegeven. De komende maanden zetten verschillende organisaties in de Noord-Zuidbeweging dit dan ook in de kijker. Geen eenvoudig thema, en dat is wel vaker zo als we het over ontwikkelingssamenwerking hebben. We leven dan ook in een complexe wereld. Vaak stellen leerkrachten zich dan ook de vraag hoe ze met dergelijke thema’s kunnen omgaan. Zeker bij jonge kinderen. Ook daar staan we even bij stil. We wensen je opnieuw een boeiende verkenning van een stukje wereldbol. J.D.

colofoN

Werknemers zijn geen gereedschap ....2 Saved by the bell .............................2 Voorwoord ...................................3 Reisinfo Landeninfo Algerije ...................4 Heb je al gehoord van ... de raimuziek ? ......................................4 Foto-info .................................5 Thema-info : Migratie .................5 Reiswoordenschat ......................5 Reistips en werkbladen Eerste graad ..........................6-8 Wat neem ik mee ? .....................7 Het beloofde land .....................8 Tweede graad ....................... 9-11 Brief van Lien ......................... 10 Waarom vluchten mensen ? ........ 11 Derde graad ........................12-17 Migratiewebtips ...................... 13 Voer voor boekenwurmen .......... 13 De reis van Hamid ................14-15 Wat als zij in Europa aankomen ? 16 Welkom in ons midden .............. 17 Tekening van de kalenderfoto .... 18 Mondiaal leren bij jonge kinderen .... 19 Spiegelfoto ................................. 20

Wereldreis is een uitgave van Studio Globo v.z.w. © 2008 Wereldreis, Studio Globo, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel, fax : 02 520 91 11 Website : www.studioglobo.be/wereldreis Abonnement : 15,00 voor 10 nummers. Afzonderlijk nummer : 1,50 Bankrekening : 068-2352505-88 Administratie : Benedikte Hanssens, T 02 520 05 30, E wereldreis@studioglobo.be Redactie : Jan Debonnet en Helga Vande Voorde, T 02 526 10 92, E helga.vandevoorde@studioglobo.be Aan dit nummer werkten mee : Katelijne Hermans, Ria Van der Mauten, Mieke Tonnard, Jonas Careel, Frans Meul, Kristine Van Den Bogerd (tekeningen), Marc Vermeiren (vormgeving) Foto’s: cover: kalenderfoto: Frans Lemmens, spiegelfoto: Amsterdam Kameleon (flickr.com); p.19 Studio Globo Verantwoordelijke uitgever : Piet Spanhove, Otletstraat 28/11, 1070 Brussel Overname voor niet-commercieel gebruik in het onderwijs en zonder afgeleide werken is toegelaten mits naamvermelding Wereldreis is gedrukt op FSC-gecertificeerd papier Deze uitgave kwam tot stand i.s.m. de Koepel van de Vlaamse Noord-Zuidbeweging-11.11.11 v.z.w. en met de steun van het D.G.O.S.

Wereldreis - 2008/8 - 3


Algerije Landeninfo Ligging en landschap Het Noord-Afrikaanse Algerije strekt zich uit van de Middellandse Zee in het noorden tot de Saharawoestijn in het zuiden. Er groeien dennen en dadelpalmen, er zijn ruwe vulkanische bergketens en groene valleien, dorre zoutmeren en klaterende bergstromen. Het land met bijna 35 miljoen inwoners is 2 381 741 km² groot. Wie van het noorden in een rechte lijn naar het zuiden zou stappen, legt meer dan 2 000 kilometer af, het grootste deel door de woestijn. Geschiedenis Na 1,8 miljoen jaar menselijke aanwezigheid bevolkten in de oudheid Berbers de Maghreb. Vanaf 814 voor onze tijdrekening groeide Carthago uit tot belangrijkste Fenicische handelspost. Rond het jaar nul was Algerije een Romeinse provincie, waar christelijke missionarissen een klein deel van de plaatselijke berberbevolking bekeerden. Vanaf de 8ste eeuw arriveerden Arabische strijders uit het oosten, die de islam en de Arabische taal introduceerden. Later maakte Algerije deel uit van het grote Ottomaanse Rijk en rond 1850 werd het land een Franse kolonie. Na een bloedige strijd die meer dan een

miljoen levens kostte, riep Algerije in september 1962 zijn onafhankelijkheid uit. Een paar jaar later zetten hoge militairen de president aan de kant en installeerden zij een eenpartijstaat. Langzaamaan kwam er wat meer democratie en groeide ook de invloed van radicale moslims. Die wonnen eind 1991 de eerste ronde van de verkiezingen. Maar er volgde geen tweede ronde, wel een nieuwe machtsovername door militairen en een bloedige strijd tegen fundamentalistische groeperingen. Er vielen ongeveer 200 000 doden, meestal gewone burgers. Geen van beide partijen, de militairen noch de moslimfundamentalisten, schrok terug voor blinde terreur. Eind jaren negentig raakte de rust min of meer hersteld en kwam er opnieuw een verkozen president, Abdelaziz Bouteflika. Bevolking Algerije heeft twee officiële talen, het Arabisch en - sinds 2002 - het Tamazight, de taal van de Berberbevolking. Nogal wat Algerijnen spreken ook Frans. HDI : met 0,761 (gemiddeld) op de 79ste plaats in de wereld. Economie Veel Algerijnen op het platteland leven van landbouw, telen druiven en olijven, sinaasappelen en vijgen. Het land heeft ook grote olie- en aardgasvoorraden en een beetje zware industrie. Maar veel jongeren zijn werkloos, z i j p r o b e re n met straathandel en smokkel te overleven of zij trekken naar het buitenland, heel vaak zonder de juiste papieren. Sinds de onafhankelijkheid van 1962 zijn bijna één miljoen Wereldreis - 2008/8 - Reisinfo - 4

Algerijnen naar Frankrijk gemigreerd, in België wonen er ongeveer 16 600 mensen van Algerijnse herkomst. Munt : Algerijnse dinar, 1 DZD = 0,0119 euro.

HEB JE AL GEHOORD van … de raimuziek ? De raimuziek is een Algerijns muziekgenre dat in de hele Arabische wereld en Europa furore heeft gemaakt. Het Arabische woord rai wil zeggen “ik denk, ik wil” en de wat ruige muziek staat in Algerije al lang symbool voor protest tegen de traditionele zeden, tegen dictatoriale politici en tegen te strenge islamitische regels. De muziek is geïnspireerd op oude volksritmes, maar werd al rond 1900 in een moderner kleedje gegoten. De rai floreerde toen ondermeer in hotelletjes van de havenstad Oran. In de jaren tachtig begon de rai aan een nieuwe opmars, ondermeer via de populaire Algerijnse zanger Cheb (jonge man) Khaled. Hij maakte teksten over mislukte liefdes, drank, drugs en werkloosheid en hij zette veel Algerijnse jongeren aan het denken en het dansen. Toen zijn kritische teksten op teveel officieel protest botsten, emigreerde hij zelf naar Frankrijk. Naast bv. de traditionele fluiten en trommen deden ook elektrische gitaren en synthesizers hun intrede. Deze poprai werd ook in West-Europa heel populair. Khaled haalde met “Aicha” in 1996 de eerste plaats in Europese hitparades. Hij zingt het lied over een wanhopige liefde deels in het Frans en deels in het Arabisch.


Foto-info  Een dromedaris krijgt een restje thee van zijn baas nabij Djanet in de Algerijnse Sahara. In die barre streek leven meer dromedarissen dan mensen. In het verleden trokken de Algerijnse nomaden, die tot het grote Toearegvolk behoren, de Sahara rond en staken zij zonder veel problemen de grenzen met de buurlanden over om hun kuddes te laten grazen. Maar de tijden zijn veranderd, er zijn grenscontroles en douaniers, er zijn schoolgaande kinderen en moderne winkels in hun vaderland en er is de vaak opduikende droogte die sommige oases heeft doen verdwijnen. Veel Toearegs leiden nu een halfnomadenbestaan. Zij hebben een woonst in een dorp, waar de vrouwen en de kleine kinderen blijven, en een tent waarmee de veehouders rondtrekken. Toearegs leven in de Sahara en de Sahel van Algerije, Niger, Libië, Mali en Burkina Faso. In lang vervlogen tijden organiseerden zij grote handelskaravanen door het noorden van Afrika, brachten zij goud, zout, dadels, slaven of kostbare stoffen van de ene regio naar de andere. Maar nu zijn zij vooral een volk van veehouders … en soms van smokkelaars. Toearegs leven doorgaans in onherbergzame gebieden, met weinig modern comfort en niet veel kansen op een

andere job dan met geiten, schapen en dromedarissen rondtrekken. Veel jongeren proberen dan ook naar Europa te gaan om daar meer geld te kunnen verdienen. Neem er ook de maand juli op de Wereldkalender bij.

THEMA-INFO : MIGRATIE Mensen hebben altijd al gemigreerd. Vanaf ongeveer 1850 trokken bijvoorbeeld honderdduizenden vooral arme Belgen naar Frankrijk, Duitsland, de Verenigde Staten en Canada om daar een nieuw leven te beginnen : landverhuizers heetten zij toen. Ook nu nog zijn er heel wat Belgen die een baan hebben in het buitenland, bv. ontwikkelingswerkers, diplomaten, kaderleden en gespecialiseerde arbeiders van grote bedrijven. Meestal gaat het om een tijdelijke job, maar sommige moderne landverhuizers komen nooit terug : er zijn er die bv. een hotel beginnen in Kenia, een schapenkwekerij in Australië of een pralinewinkel in Oman en daar de rest van hun leven blijven. De Belgen vertrekken doorgaans met legale papieren en de zekerheid van een Wereldreis - 2008/8 - Reisinfo - 5

job, maar veel migranten uit het Zuiden reizen clandestien en werken ‘in het zwart’. Vóór de Tweede Wereldoorlog waren duizenden Poolse en Italiaanse - en tot halfweg de jaren zeventig Marokkaanse en Turkse gastarbeiders welkom in Europa en vulden zij gaten op de Belgische arbeidsmarkt. Meestal waren de nieuwkomers laaggeschoold en stonden zij klaar om zware of ongezonde klussen te klaren. Maar die vorm van legale migratie is nu bijna helemaal verdwenen, op enkele uitzonderingen na. Kaderleden van bv. Amerikaanse of Japanse bedrijven zijn nog altijd welkom en ook computerspecialisten uit India, verpleegsters uit Ghana of fruitplukkers uit Sri Lanka kunnen aan de slag in Europa. Maar voor laaggeschoolde jongeren uit Algerije, zoals Hamid, blijven de deuren dicht. Buitenlanders houden mee de economie draaiende, maar zij steunen ook heel vaak de economie in hun eigen vaderland. Zij sturen geld op naar hun familie en helpen een broer of een nicht om een zaak te starten. En zij zorgen ervoor dat sommige kinderen uit de familie voort kunnen studeren en zo op hun eigen financiële benen kunnen staan. REISWOORDENSCHAT clandestien : heimelijk. illegaal : bij wet verboden. mensenhandelaar : brengt mensen meestal wel met hun toestemming illegaal naar een ander land, maar pakt dan hun papieren af en dwingt hen om te werken op de plaats van bestemming. mensensmokkelaar : helpt andere mensen met hun instemming - gratis of tegen betaling - aan valse identiteitspapieren en reisdocumenten om illegaal naar een ander land te kunnen reizen. migratie : in- en uitwijking (= immigratie en emigratie), verhuizing, verplaatsing van een plaats of land naar een andere. RSZ : Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.


Eerste graad Ik ga op reis en ik neem mee … De kinderen zijn waarschijnlijk al eens op reis geweest. Laat hen vertellen over hun reiservaringen. Vinden zij het leuk om op reis te gaan ? Wat is er leuk aan ? Wat niet ? Voer een gesprekje over wat zij dan allemaal meenemen en wat zij zeker niet willen missen. Waarschijnlijk zal de knuffel hoog scoren, maar misschien ook mama en papa, broers en zussen, de vriendjes … Je kunt het spel even spelen : iemand in de kring begint met de zin : “Ik ga op reis en ik neem mee : (vb. mijn knuffel)”. De volgende herhaalt : “… knuffel” en voegt er iets of iemand aan toe. Als de klas niet te talrijk is, kun je de hele ronde van de klas volmaken. Deel 1 van werkblad A sluit hier bij aan. Laat de kinderen aanduiden wat zij zouden meenemen als zij op reis gaan.

Op de vlucht … Neem er ook de kalenderfoto van juli bij, die is duidelijker als het over ‘migratie’ gaat. Laat de kinderen vertellen wat zij (denken te) zien. Zou je zo comfortabel kunnen reizen ? Laat hen vertellen of deze manier van reizen hen aantrekt. Zouden zij graag in deze auto zitten ? Vertel over mensen die hun land ontvluchten. Hebben de kinderen hier al over gehoord ? Misschien zitten er in de klas kinderen die uit een ander land komen. Laat hen dan vertellen waarom zij hun land hebben verlaten (als zij dit zelf weten en het niet te gevoelig ligt om er over te vertellen). De meeste buitenlanders hier zijn Italianen, Fransen en Nederlanders ; vluchtelingen komen hier aan uit Oost-Europa, West-Azië en Afrika ten zuiden van de Sahara ; vorige eeuw gingen mensen van hier naar Amerika, de ‘Nieuwe Wereld’.

Op welke manier worden deze mensen bedrogen ? Ook de angst van de achterblijvers is een thema waar kinderen wel kunnen inkomen. Deel 2 van werkblad A : laat de kinderen nu aanduiden wat zij denken mee te (kunnen) nemen als zij op de vlucht moeten. Als zij dit lijstje vergelijken met het vorige, zullen zij een verschil merken.

Het beloofde land… Op werkblad B denken de kinderen na over de plaats waar zij graag willen wonen. Zijn zij tevreden met het land, de stad, de plaats waar zij wonen ? Als zij zouden verhuizen, waar zouden zij naartoe gaan ? Voor vluchtelingenkinderen is hun ‘beloofde land’ vaak hun land van herkomst. Zij kijken vaak anders aan tegen de vlucht dan hun ouders en vinden het minder leuk dat zij al het vertrouwde, hun vriendjes moeten achterlaten, de taal niet spreken, de gewoonten niet kennen … Of misschien zijn zij al jaren hier thuis. Waar een kind dat hier is geboren van droomt, is waarschijnlijk anders dan wat een vluchtelingenkind verwacht van het beloofde land. Dit kunnen zij uitdrukken in de tekeningen : het ene droomt misschien van zon of zee, het andere van een land zonder honger, zonder oorlog, zonder armoede …

Je kunt ook inspiratie halen uit het verhaal voor de derde graad over Hamid. Je zult het verhaal niet helemaal kunnen gebruiken, maar enkele thema’s kun je wel aanhalen : hoe moeilijk is het om zo een reis tot een goed einde te brengen ? Wereldreis - 2008/8 - Reistips - 6


Wat neem ik mee ? Ik ga op reis en ik neem mee :

knuffel

eten

geld

kleren

auto

tent

huis

speelgoed

koffer

mama en papa

broer en zus

Ik ga op de vlucht en ik neem mee :

knuffel

eten

geld

kleren

auto

tent

huis

speelgoed

koffer

mama en papa

broer en zus

Wereldreis - 2008/8 - Werkblad A - 7


Het beloofde land Ik wil graag wonen in ............................................................................

Ik droom van een land waar ........................... ........................................................................ ........................................................................ ........................................................................ ........................................................................ ........................................................................

Fatou droomt van een land waar ............. ................................................................. ................................................................. ................................................................. ................................................................. ................................................................. .................................................................

Wereldreis - 2008/8 - Werkblad B - 8


Tweede graad bij de foto Bied de kalenderfoto aan en de brief van Lien (werkblad C). Laat de tekst (eventueel ook de muziek) van de Strangers uit 1971 horen “Ik zèn nen bleken Algerijn”. “Herken je het verhaal van Lien in deze tekst ?” Voer een klasgesprek rond de problematiek van gastarbeiders : een thema van dertig jaar geleden, maar nu nog brandend actueel ! Afhankelijk van de plaats van de school, kun je dit thema aanvullen met getuigenissen van migranten / klasgenootjes / medewerkers werkgroep vluchtelingen ... “Asiel, asielzoeker, vluchteling, kandidaat-vluchteling” : er gaat geen dag voorbij of wij horen deze in nieuwsuitzendingen of lezen ze in de krant. Wat betekenen deze woorden eigenlijk? Welke mensen en drama’s gaan achter deze woorden schuil? Zie ook pagina 12. Voer een klasgesprek. “IK ZÈN NEN BLEKEN ALGERIJN”

de tv-programma’s zijn flauw. Er wordt hier vooral friet en seks gemaakt, de meisjes lopen hier half naakt en ik verga hier van de kou. Ik ben een lichtgekleurde Algerijn, nu ben ik het gastarbeider zijn in België meer dan beu. Want als ik kon, dan ging ik vandaag niet meer naar de stinkfabriek en ik vertrok al morgenvroeg. Terug naar het land van Boumedienne waar ik iedereen ken ; al ben ik maar een arme luis, zelfs zonder dop of RSZ, zelfs zonder tafel, zonder bed, ik heb het er warm en ik ben er thuis. Al heb ik geen nagel om mijn gat te krabben, dan ga ik maar terug met autostop, want ’t is er warm ... en ’k ben er thuis ...

Ik ben een lichtgekleurde Algerijn, ik zou graag gastarbeider zijn en dan nog liefst in België. Want hier bij ons is ’t toch zo warm ; ik heb maar één vrouw, ik ben arm, ik verdien weinig. Als ik eens een dag niet werk, dan krijg ik geen RSZ, geen kindergeld en geen werkloosheidsvergoeding. Ik wil naar het land van Boudewijn, ik heb wel geen geld voor de trein, dan doe ik maar autostop. Ik ben een lichtgekleurde Algerijn, nu ben ik het gastarbeider zijn in België al wat gewoon. Ik werk hier in een stinkfabriek waar ik nog net niet stik, maar ik heb een redelijk loon. Ik geef een vijfde van mijn loon aan een vochtig appartementje met wc, bovendien betaal ik mijn kolen op krediet. Trek dan van het overschot dat je nog hebt je eten af en je RSZ, wel, dan werk ik hier voor niets. Ik ben een lichtgekleurde Algerijn, nu zie ik het gastarbeider zijn in België al helemaal anders. Ik mag in geen enkel café of zaal, ik versta helemaal niets van de taal tenzij dan “zot” of “godverdoem”. De mensen kijken hier allemaal verzuurd, look en schapenvlees zijn duur,

VLUCHTEN Bied de leerlingen werkblad D aan. Oplossingen : a-4, b-5, c-1, d-2 en e-3. Sluit af met een gedicht : Alleen ... maar vluchten Ik moet weg vlucht voor mijn leven. weg van huis en alles ... leeg weg van vrienden en heel veel beven. alleen maar vluchten. geen spel heel veel angst en wachten. altijd vluchten en nergens ... een bel Bron : Een beetje veilig ... maar niet thuis. Wereldreis - 2008/8 - Reistips - 9


Wereldreis - 2008/8 - Werkblad C - 10


Waarom vluchten mensen ?

Waarom vluchten zij ?

Een vluchteling is iemand die bang is voor straf omdat hij of zij

a) Bouba woont in Mauritanië en is 15 jaar. De Moren hebben de macht in handen. Hij is als slaaf geboren. Hij wil naar België komen. Hij is zwart en wordt gediscrimineerd. b) Win is 14 en Birmese. Zij is samen met haar ouders gevlucht. Er waren betogingen tegen de militaire machthebbers, maar de mensen die protesteerden, werden opgepakt ! c) Laura is een Colombiaans meisje van 10 jaar. In haar land bombarderen gewapende groepen de dorpen en worden mensen vermoord. d) Habiba woont in Algerije en is protestante. De islam is er staatsgodsdienst. Zij riskeert drie jaar gevangenisstraf omdat zij tien bijbels in haar bezit had. e) Désiré komt uit Congo. Hij vluchtte samen met zijn ouders weg, omdat er niet genoeg te eten was.

1) het oorlog voeren beu is

m

m

m

m

2) een andere levensbeschouwing heeft 3) honger heeft

m

m

m

4) van een andere bevolkingsgroep is m

m

m

5) het niet eens is met de regels van het land

Mensen vluchten om verschillende redenen. Verbind de twee kolommen. Zoeken jullie in de atlas of computer even waar deze landen liggen ? Ben je klaar ? Maak je dan de vlag van een land ? Prik je vlag op de kaart die in de klas hangt.

Wereldreis - 2008/8 - Werkblad D - 11


Derde graad eindtermen wereldoriëntatie : maatschappij 4.4 : illustreren dat welvaart zowel over de verschillende landen in de wereld als in België ongelijk verdeeld is ; 4.8 : illustreren dat verschillende sociale en culturele groepen verschillende waarden en normen bezitten ; 4.11: illustreren dat arbeidsmigratie en het probleem van vluchtelingen een rol hebben gespeeld bij de ontwikkeling van onze multiculturele samenleving ; 4.12 : inzien dat racisme vaak gebaseerd is op onbekendheid met en vrees voor het vreemde.

Conventie-vluchteling : iemand die zich - uit vrees voor vervolging wegens zijn afkomst, godsdienst, nationaliteit, sociale groep of politieke overtuiging - bevindt buiten het land waarvan hij de nationaliteit bezit en die de bescherming van dat land niet kan of, uit vrees, niet wil inroepen. De facto-vluchteling : vluchteling die een rechtsbescherming krijgt via een humanitair statuut ten gevolge van bijvoorbeeld burgeroorlog, zware natuurrampen … Contingent-vluchteling : vluchteling die al erkend is en in het kader van hervestigingsprogramma’s wordt overgedragen aan een andere staat. Asielzoeker : vreemdeling die asiel vraagt, kandidaatvluchteling. Economisch vluchteling : vreemdeling die om louter economische redenen een ander land probeert binnen te komen, migrant. Welk soort vluchteling is Hamid ? Waarom ging hij weg uit zijn land ?

DE FOTO EN HET VERHAAL Als instap bekijk en bespreek je samen met de leerlingen de foto. Wat zie je ? In welk land zou de foto zijn genomen ? Duid op een kaart eerst geheel Afrika, dan de Sahara, dan Algerije aan. Zie ook Wereldreis van december 2004 en januari 2008. Lees en bespreek “De reis van Hamid” (werkblad E en F). Laat de kinderen na het lezen van het verhaal vrij reageren. Probeer het verhaal nadien mondeling te herhalen. Enkele mogelijke vragen : “Wat gebeurt er in het verhaal ? Waarom wil Hamid naar Europa ? Waarom kan Hamid geen visum krijgen ? Hoe probeert Hamid dan toch in Europa te geraken ? Waarom is de tocht gevaarlijk, lang en duur ?” Een gegronde reden Hamid is uiteraard niet de enige vluchteling. Jaarlijks proberen er honderdduizenden mensen hun woonplaats te ontvluchten, meestal binnen hun eigen land of werelddeel, sommigen naar het Westen. Niet alle vluchtelingen doen dit om dezelfde reden. “Welke redenen zouden mensen hebben om te vluchten ?” Oorlogen, medische zorgen, desertie, familiale conflicten, handelspraktijken, lichamelijke verminkingen … Breng vanuit deze vraag vijf soorten vluchtelingen aan.

Een zware tocht “Waarom is Hamids tocht zwaar te noemen ? Welke manieren van vluchten ken je nog ? Met welke risico’s worden vluchtelingen tijdens hun zware tocht geconfronteerd ?” Smokkelaars, slechte transportmiddelen, politiecontroles. Denk daarbij aan nieuwsberichten, laat de leerlingen als voortaak een artikel opzoeken. Mislukte vluchtpogingen komen vaak in het nieuws. De leerlingen worden op deze manier geconfronteerd met de verschillende vluchtmogelijkheden, de gevaren die zij kunnen tegenkomen en de echtheid van het onderwerp. WAT ALS ZIJ IN EUROPA AANKOMEN ? “Wat als zij de zware tocht hebben overleefd ? Wat als zij hun bestemming hebben bereikt ? Eindelijk rust ? Eindelijk veilig ? Is hun zware tocht ten einde ?” De leerlingen krijgen een tekst (werkblad G) die zij in stilte kunnen lezen. Enkele mogelijke vragen staan onderaan werkblad H. Kinderen die klaar zijn met lezen, kunnen de voorop gestelde vragen proberen beantwoorden. Verduidelijk via deze tekst het leven van een vluchteling, wanneer deze zijn bestemming heeft bereikt. De persoon komt nog voor veel problemen te staan, zijn zware tocht is nog niet ten einde. Start vanuit deze tekst een debat. De kinderen kunnen daarbij vrij reageren. Er is geen goed of fout bij deze vragen. Het is echter wel belangrijk dat er naar elke mening wordt geluisterd en dat elke mening wordt gerespecteerd. WELKOM IN ONS MIDDEN Wat nu volgt, is een spel (gebaseerd op ‘blauwland-geelland’) om de leerlingen te laten ervaren hoe verwarrend het is om in een vreemde cultuur terecht te komen. Je verdeelt de klas

Wereldreis - 2008/8 - Reistips - 12


in twee groepen : de Irawalan en de Teggermet. Elke groep heeft een eigen, aparte ruimte (dat kan ook de gang zijn). Elke groep heeft zijn eigen codetaal, gewoontes, cultuur. Je geeft aan elke groep een kaart met de uitleg over hun groep (werkblad H). De kinderen oefenen eerst in hun eigen groep. Daarna mogen er om beurt twee leerlingen van groep wisselen, gaan ‘immigreren’ in de andere groep. Wanneer dat kind iets verkeerd doet volgens de gewoontes van hun groep, mogen de groepsleden dat ook laten merken. “Wat doe jij ? Jij bent hier niet welkom ! Ga weg !” Die kinderen komen dan terug en vertellen hun bevindingen aan de groep. Daarna mogen twee andere kinderen gaan migreren. Dit totdat alle kinderen van beide groepen eens hebben gewisseld. Als alle duo’s geweest zijn, mag de volledige groep de gewoontes van de andere groep noteren. Wanneer alle kinderen even naar de andere groep zijn geweest, kunnen zij overleggen en noteren welke gewoontes de andere groep heeft. Na enkele minuten worden beide groepen opnieuw verzameld in de klas. De gevonden gewoontes worden voorgesteld. De andere groep kan, indien nodig, verbeteren of aanvullen. Laat ook ruimte om de gevoelens bij het spel te bespreken. “Wat vond je van het spel ? Hoe voelde jij je als je naar de andere groep moest ? Wat vond je van de gewoontes van de andere groep ? Was je er thuis ? Had je daar wat langer willen blijven ? Wat vond je ervan om een nieuw iemand in je groep te laten ‘immigreren’ ? Waren er problemen ? ...” Probeer met de kinderen tot volgend besluit te komen : “Het is moeilijk om zomaar te integreren in een groep zonder voorkennis over gewoontes, cultuur, taal.” Verwijs daarbij ook naar het verhaal van Hamid.

MIGRATIEWEBTIPS www.wereldcentrum.be/PDF%20pedagogische%20fiches/ CIS/blauwland%20geelland.pdf

http://blogs.rnw.nl/wereldkids/ Nederlandse kinderen die in het buitenland wonen www.verzet.org/content/view/708/69/ geschiedenis van de migratie in België w w w. d i v e r s i t e i t . b e / ? a c t i o n = p u b l i c a t i e _ detail&id=23&thema=2 België www.dofi.fgov.be/nl/1024/frame.htm dienst vreemdelingenzaken www.dofi.fgov.be/nl/statistieken/belgian%20migration%20 point/cijfergegevens.htm statistieken over vreemdelingen in België w w w. d e c e m b e r 1 8 . n e t / w e b / g e n e r a l / s t a r t . php?menuID=36&lang=NL bescherming van migranten www.ikwilniet.org/wereldinbeeld/wereldinbeeld8.php reportage door Dirk Barrez www.iom.int/jahia/jsp/index.jsp Internationale migratieorganisatie www.statbel.fgov.be/studies/ac734_nl.pdf arbeidsmigratie www.ilo.org/global/Themes/Labour_migration/lang--en/ index.htm arbeidsmigratie www.dofi.fgov.be/nl/statistieken/asielzoekers_2007.pdf asielzoekers in België www.unhcr.org/cgi-bin/texis/vtx/home vluchtelingenorganisatie van de VN www.vluchteling.be/ vluchtelingen www.vluchtelingenwerk.be/ vluchtelingen VOER VOOR BOEKENWURMEN - Afrika achter het hek. MOEYAERT, B. Querido, Amsterdam, 1995. Dit boek past heel goed bij het thema migratie. Het gaat over een Afrikaanse vrouw die in een Vlaamse wijk komt wonen en uit heimwee een hut bouwt in haar tuin. Haar buurjongen ziet het en vertelt het verhaal. - Arbeidsmigratie : in Mo*. Wereldmediahuis, Brussel, november 2007. - Een beetje veilig, maar niet thuis. Onderwijsmap rond ‘de vluchteling’. KIEKENS, A. Welzijnszorg, Brussel, z/j. - Immigratie : een blik op de wereld van vandaag. WILSON, R. Corona, Etten-Leur, 2004. - Immigratie en de wet / Leven als immigrant / Van land verhuizen / Vele culturen in één land. TEICHMAN, I. Biblion, Liedschendam, 2006. - Kleuren maken alles mooi. DE DONCKER, W. & WESTERDUIN, A. Kok Educatief, Kampen, 1998. Een verhaal (met cd) van een Algerijns gezin dat naar hier migreerde. - The no-nonsense guide to international migration. STALLER, P. New Internationalist Publications, Oxford, 2001. - Voetstappen in de wind. SWIFT, A. & PERRY, A. Schuyt & Co, Haarlem / Novib, den Haag / 11.11.11-Uitgeverij, Brussel, 2001. - Vreemdelingen over de (werk)vloer. LOOBUYCK, P. Academia Press, Gent, 2001.

Wereldreis - 2008/8 - Reistips - 13


De reis van Hamid toe kan hij gaan helpen bij de dadeloogst. En voorts droomt hij van een reis naar Europa. Aan een visum raken om legaal naar een neef in Brussel te trekken, lukt Hamid niet. Hij heeft geen paspoort en trouwens, de meeste Europese ambassades slaan geen stempel in het paspoort van werkloze tieners. Die hebben geen ‘geldige reden’ om naar Europa te vertrekken en geen geld om de reis te betalen en aan de overkant van de Middellandse Zee te overleven. En dus beginnen elke dag veel jongens als Hamid aan een clandestiene tocht naar Europa. Maandenlang heeft Hamid dinar per dinar verdiend met allerhande karweien. Hij heeft geluisterd naar verhalen van vrienden die aan de lange tocht zijn begonnen en het niet hebben gehaald. Maar hij heeft ook nieuws gekregen van een neef die een paar jaar geleden wegtrok en die nu in Brussel werkt op een bouwwerf. En die zelfs af en toe wat centen naar de familie in de Algerijnse woestijn stuurt. Hij wil zijn kans wagen.

In het zuiden van Algerije geeft een Toearegnomade zijn dromedaris een restje thee te drinken … en wacht op nieuws van zijn kleinzoon Hamid. Die is een paar maanden geleden richting Europa vertrokken, maar opa Ahmed weet niet of de jonge Hamid intussen ook veilig en wel is aangekomen. Hij heeft al lang niets meer van hem gehoord. Hamid is één van de tienduizenden jonge Afrikanen die het leven in hun eigen vaderland niet meer zien zitten en die hun geluk elders willen beproeven. En dus proberen zij in Italië, Spanje, Parijs of Brussel te geraken, aan de andere kant van de Middellandse Vlak voor het begin van de lentevakantie vertrekt Zee. Hamid uit zijn dorp en stapt noordwaarts, in de richting van de Middellandse Zee. De tocht is niet gemakHamid is een tiener uit het zuiden van Algerije, uit de kelijk, Hamid trekt door rotsplateaus en woestijnzand buurt van Djanet en hij verveelt zich. Zijn middelbare en lijdt meer dan eens honger en dorst. Overdag is het school heeft hij afgemaakt, maar geld om voort te heet, maar ’s nachts is het soms ijzig koud. studeren is er niet. Trouwens, de meeste hogescholen Onderweg komt de tiener geregeld andere stappers zijn veel te ver van het dorp waar zijn familie haar tegen en af en toe ook vrachtwagens die hen een eindje tenten heeft opgeslagen. De jongen heeft geen zin om willen meenemen. Tegen betaling. Zijn spaarcenten zoals zijn opa met dromedarissen de woestijn rond verdwijnen sneller dan verwacht. te trekken of een handeltje op te zetten Hij wil een andere baan. Maar veel jobs zijn er niet in de streek. In meer dan één stadje botst Hamid op tussenpersoSoms kan hij een groepje toeristen begeleiden, af en nen, zogeheten ‘passeurs’ die hem een handje willen helpen. Maar dat kost geld. En de helpers zijn niet altijd even betrouwbaar. Een man die beweert alle trucs te kennen om politiemensen om te kopen, slaat al bij de eerste wegversperring op de vlucht. En zo gaat de tocht voort, meestal langs kleine wegen om niet te veel op te vallen en op die manier lastige vragen te vermijden. Zij zijn intussen met een tiental Afrikaanse jongens die dromen van een beter leven en hongerig en ongewassen noordwaarts trekken. Ergens steken zij, zonder het zelf te weten, de Algerijnse grens over en opeens zijn zij in Marokko. Wereldreis - 2008/8 - Werkblad E - 14


Daar horen zij verhalen over vluchtelingenkampen en uitwijzingen. Heel wat Afrikanen zonder geldige papieren eindigen hun reis in een Marokkaans kamp, in afwachting van een gedwongen terugkeer naar huis. Sommigen worden willens nillens op een vliegtuig richting Mali of Senegal gezet, sommigen worden gedumpt bij een zuidelijke grenspost en moeten op eigen kracht weer thuis raken. Algerijnse jongens vallen minder op dan reizigers uit Afrika ten zuiden van de Sahara, maar Hamid doet toch extra zijn best om politiecontroles te vermijden. En dan is er plots de zee, Hamid kan haar nog niet zien, maar wel ruiken. Er vlakbij raken is moeilijk, eerst zijn er dichte bossen, dan is er een hoog prikkeldraad om ongewenste reizigers weg te houden. In de verte hoort hij honden blaffen, ziet hij een wachttoren en mannen in uniform. Hier begint een nieuwe zoektocht naar overzetters, mensen die Hamid kunnen tonen hoe hij de versperringen kan vermijden en bij het strand kan raken. En waar hij een schipper kan vinden, die hem naar Europa wil brengen. Er zijn veel kandidaten voor een overtocht en veel passeurs die tegen betaling hun diensten aanbieden. De eerste dagen aan de kust verlopen chaotisch. De tiener uit de woestijn heeft nog nooit een zee gezien, hij kent het verschil niet tussen een stevige boot en een gammele sloep, hij weet niets van zeeziekte en hoge golven. En hij is bang om belazerd te worden, om onderweg te verdrinken en nooit aan wal te raken. Maar na dagen rondzwerven in de buurt van het strand, heeft Hamid geleerd dat er duurbetaalde overzetters zijn met een modern gps-navigatiesysteem om de weg naar Europa te vinden en mensensmokkelaars die levensgevaarlijke routes volgen. Er zijn boten met stevige motoren en scheepjes met een verrotte bodem. Er zijn kapiteins die politiemannen omkopen en schippers die de illegalen verklikken aan douaniers. De eerste keer dat Hamid een poging waagt, loopt het mis. De motor van de boot valt in panne, er steekt een storm op en de passagiers moeten noodgedwongen terugkeren naar een Marokkaans strand.

Maar de volgende keer loopt het vlotter Tientallen bange, opeengepakte illegale migranten arriveren veilig op de Spaanse kust. Vier maanden na zijn vertrek uit het zuiden van Algerije is Hamid aangekomen in Europa. Honderden andere vluchtelingen hebben minder geluk. Zij zwalpen dagen op zee rond en velen halen het uiteindelijk niet. Sommige boten kapseizen, sommigen immigranten lopen in de armen van de Spaanse politie en worden naar huis teruggestuurd, sommigen hebben niet het geld om het bootticket te betalen en blijven rondzwerven in Marokko. Enkele weken na zijn aankomst in Spanje, arriveert Hamid bij zijn neef in Brussel … en die leert hem hoe hij als jongen zonder papieren kan overleven. Het is allemaal veel minder makkelijk dan Hamid had gedroomd. Hij moet hard werken, hij wordt slecht betaald en hij is illegaal in België. Als hij op een politiecontrole botst, dreigt hij terug naar huis te worden gestuurd. Hij hoopt dat hij ooit geldige papieren zal te pakken krijgen, dat hij zal geregulariseerd worden of dat hij kan trouwen met een Belgisch meisje. Maar voorlopig is hij één van de vele illegale vreemdelingen in Brussel. Toen zijn opa jong was, was emigreren naar Europa veel makkelijker. Toen had België buitenlanders nodig om metro’s te graven en in de mijnen te werken, toen waren Algerijnen welkom. Maar nu is het allemaal veel moeilijker geworden en zetten Europese landen hun deuren nog maar op een heel kleine kier voor buitenlandse werkkrachten. En dus proberen velen het op een illegale manier. Dat schrijft Hamid allemaal vanuit Brussel in een brief aan zijn opa. In de woestijn in Zuid-Algerije zijn nog geen gsm-masten of internetcafés en komt er ook geen postbode langs. Het is niet eenvoudig om een boodschap naar opa te versturen. Maar volgende week vertrekt een buurman uit Brussel op vakantie naar Djanet en hij zal in het dorp van Hamid langsgaan om opa de brief te bezorgen en hem gerust te stellen : Hamid heeft de reis overleefd !

Wereldreis - 2008/8 - Werkblad F - 15

Katelijne Hermans


Wat als zij in Europa aankomen ? Integratie Sommige asielzoekers proberen hun taalvaardigheid te verbeteren en gaan soms ook vrijwilligerswerk doen om contacten te leggen en iets nuttigs te doen. Maar dat is niet altijd gemakkelijk, vooral niet als zij vijandig worden ontvangen door de plaatselijke bevolking. Er zijn veel asielzoekers die het niet lukt om deel te nemen aan het gemeenschapsleven en die het erg moeilijk vinden om zich in hun nieuwe land thuis te voelen, zelfs al mogen zij blijven.

Van illegale immigranten en asielzoekers De media in de ontwikkelde wereld maken vaak geen onderscheid tussen de termen ‘asielzoeker’ en ‘illegale immigrant’, waarmee zij in feite zeggen dat asielzoekers illegale immigranten zijn. Of een asielzoeker het land illegaal is binnengekomen of niet, heeft geen invloed op de uitkomst van een asielaanvraag. Mensen die illegaal een land zijn binnengekomen en vervolgens asiel aanvragen, hebben in dat land een legale status als asielzoeker als de autoriteiten de aanvraag in overweging nemen. Van de mensen die pas in een vreemd land zijn aangekomen, mag één groep meestal niet werken. Dat zijn de asielzoekers - mensen die zijn weggegaan uit hun land en in een ander land als vluchteling willen worden opgenomen. Regeringen willen niet dat zij werken, omdat zij hopen dat hierdoor wordt voorkomen dat meer mensen asiel aanvragen als zij een land niet op een andere manier legaal kunnen binnenkomen. Omdat asielzoekers meestal niet mogen werken, zijn zij afhankelijk van een basistoelage van de overheid of van hulp van bekenden. Leven in onzekerheid Veel asielzoekers vluchten voor vervolging, omdat zij politiek actief waren in hun vaderland - het zijn bijvoorbeeld politici of leraren, journalisten of advocaten. Deze mensen hebben een goede opleiding en werkervaring, maar mogen deze niet gebruiken. Het wachten op een beslissing over een asielaanvraag kan weken tot jaren duren en in die tijd moeten asielzoekers in onzekerheid leven.

Documenten Om te mogen werken in een ander land hebben zij documenten nodig - tewerkstellingsvergunningen of arbeidsvisa - waaruit blijkt dat zij mogen werken. Werkgevers zijn meestal verplicht vooraf te controleren of iemand mag werken voordat zij hem of haar in dienst nemen. In sommige landen kunnen werkgevers hoge boetes krijgen als zij iemand aannemen die niet mag werken. Maar werkgevers zijn geen ambtenaren van de vreemdelingendienst en weten soms weinig van immigratiewetten. Het kan moeilijk zijn om erachter te komen of een immigrant kan werken. Moeilijkheden met het vinden van werk Sommige werkgevers zijn zo bang om een boete van de overheid te krijgen als zij werknemers zonder de juiste documenten in dienst nemen, dat zij helemaal geen mensen met een buitenlands uiterlijk aannemen. Die kunnen daardoor moeilijker een baan vinden. Problemen op het werk Immigranten moeten precies weten welke documenten zij nodig hebben om te bewijzen dat zij kunnen werken - en zo voorkomen dat zij worden afgewezen. Maar ook op het werk kunnen immigranten en mensen uit etnische minderheden te maken krijgen met discriminatie. Zij kunnen last hebben van vooroordelen van collega’s of worden gediscrimineerd bij uitkeringen of promotie. Daarom bestaan er in alle ontwikkelde landen antidiscriminatiewetten, zodat mensen naar de rechter kunnen stappen om eventuele discriminatie vanwege hun afkomst aan te vechten.

Wereldreis - 2008/8 - Werkblad G - 16


Welkom in ons midden Teggermet

Irawalan • Personages 1 koning, 2 hulpjes van de koning en de rest zijn arbeiders.

• Personages 1 directeur, 1 leerkracht en 1 burgemeester. De rest van de leerlingen zijn kinderen.

• Materiaal Knikkers, kleine potjes, 2 grote kommen.

• Materiaal Bladen papier, stift, uurwerk voor de burgemeester.

• Gewoontes De arbeiders hebben een pot vol knikkers voor zich. Zij moeten telkens tien knikkers in een potje gooien (met hun rechterhand). Als er tien knikkers in het potje zitten, moeten zij ermee naar de koning. Een hulpje controleert of er tien knikkers in het potje zitten. Hij geeft een schouderklopje als dit zo is. De arbeider antwoordt met “lewuknad”. Dan gaat hij naar de koning en geeft de knikkers af zonder de koning aan te kijken. De koning geeft een punt aan de arbeider die zijn beide handen uitsteekt naar de koning. Het andere hulpje neemt de knikkers van de koning over en gooit ze in een pot achter de koning. Terwijl het hulpje dit doet, raakt hij de koning aan. Als dit hulpje merkt dat de knikkers bij de arbeiders op zijn, vult hij die aan.

• Gewoontes De kinderen vouwen hoedjes. Elk kind heeft een eigen teken dat hij/zij tekent op het hoedje. Als het hoedje af is, gaat het ermee naar de leerkracht. Het hoedje wordt met de punt naar rechts afgegeven. De leerkracht neemt het hoedje aan met de linkerhand. In ruil voor het hoedje mag het kind naar de directeur. De directeur zegt : “goed gedaan !” Het kind mag hier niet op antwoorden. Nadat het kind van bij de directeur komt, vouwt het opnieuw een hoedje. De burgemeester kijkt de hele tijd controlerend toe. Om de twee minuten hoest hij. Als hij heeft gehoest, moeten de leerlingen in koor “etnas” zeggen.

1. Vinden jullie dat vluchtelingen in ons land mogen verblijven ? Waarom ? 2. Moeten alle migranten worden toegelaten in België ? Wie wel, wie niet ? 3. Wat vinden jullie ervan dat een buitenlander bijvoorbeeld na vier jaar terug naar zijn / haar land kan worden gestuurd ? Waarom ? 4. Als asielzoekers de toestemming krijgen om in België te blijven, hebben zij dan recht op een minimumloon om te overleven ? Wat vinden jullie hiervan ? Waarom ? Wereldreis - 2008/8 - Werkblad H - 17


Wereldreis - 2008/8 - Werkblad I - 18


MONDIAAL LEREN BIJ JONGE KINDEREN

Wereldreis is een lesbrief voor de hele basisschool. Nochtans vind je geen apart uitgewerkte suggesties voor de kleuterklas. Hoewel het niet altijd eenvoudig is om modellen voor de lagere school zomaar over te nemen in de kleuterklas, bieden zeker de lessuggesties voor de eerste graad hier kansen voor. Wanneer je die op een goede, geïntegreerde manier gebruikt, vind je ook als kleuterleerkracht vast je weg.

Drie basismethodieken voor mondi mondi1 aal leren in de kleuterklas Met Studio Globo gebruiken we al geruime tijd drie kapstokken voor mondiale activiteiten bij kleuters. Die kunnen ook een houvast bieden om de lessuggesties in Wereldreis te gebruiken. Mondiaal uitbreiden van belangstellingspunten Je kunt af en toe eens bepaalde belangstellingspunten of activiteiten mondiaal uitbreiden: tijdens de kookactiviteiten probeer je regelmatig gerechtjes uit de wereldkeuken uit; af en toe leer je eens een liedje in een andere taal aan; bij het thema kledij steekt je koffer vol westerse en zuiderse kleren; het thema naar de markt breid je uit naar andere markten elders in de wereld. Bij geen enkele van deze activiteiten hoef je je te verliezen in exacte geografische gegevens en maatschappelijke situeringen. Het gaat erom kleuters kennis te laten maken met aantrekkelijke, herkenbare beelden van mensen die elders en anders leven. De thema’s die in Wereldreis worden behandeld, bieden hier af en toe kansen.

1

Uit ‘Voorbij de Kleuren’, Studio Globo, 2002, p. 52 en 53.

Verhalen en prentenboeken Tegenwoordig zijn er heel wat goede interculturele prentenboeken op de markt. Het betreft hoofdzakelijk prentenboeken die een goede afspiegeling bieden van onze veelkleurige samenleving of die het thema ‘anders-zijn’ centraal stellen. Prentenboeken waarvan het verhaal zich afspeelt in een zuiders land zijn moeilijker te vinden. Het gaat er hier weer niet om dat kleuters kennis verwerven over mensen in dat land, maar dat ze een boeiend verhaal horen dat zich elders afspeelt. De verhalen in Wereldreis zijn minder geschikt voor de jongste kinderen, omdat ze vaak al ingaan op een moeilijker thema of achtergrond. De brieven van Lien (voor de tweede graad) zijn soms wel haalbaar. Permanent mondiaal verrijken van de klas De zuiderse verhalen kunnen een plekje in de klasbibliotheek krijgen. Daarnaast zou je bijvoorbeeld ook in de poppenhoek Congolese of Peruaanse poppen kunnen leggen, in de speelhoek zuiderse gezelschapsspelletjes, aan de muur de 11.11.11-wereldkalender… Zo geraken de kleuters ongedwongen en zelfontdekkend vertrouwd met mooie, krachtige beelden uit het zuiden. In dit verband is de maandelijkse kleurplaat in Wereldreis (een tekening van de kalenderfoto) een goed voorbeeld hoe je de wereld permanent aanwezig kunt houden bij jonge kinderen. Aandachtspunten We vinden het belangrijk om, zeker bij kleuters, de mondiale activiteiten te integreren in bekende werkvormen: een voeldoos, een memoryspel, bewegingsoefeningen, kookactiviteit… Pas die bekende werkvormen ook eens op een andere manier toe met materialen of inhouden uit andere landen. Dit kan dan stilaan als effect hebben dat het kind inziet hoe verscheiden onze wereld in elkaar zit, zowel hier bij ons als in een ander land.

Verbondenheid is een kernwoord. Al deze zaken worden immers niet in de kleuterklas gebracht opdat kleuters iets zouden weten of kennen over andere landen. Maar wel met de bedoeling dat er meer verbondenheid kan groeien. Het draait dus veeleer om het laten aanvoelen van een band, een verwantschap en een zekere sympathie. Een ander sleutelwoord is diversiteit. Spreken we niet vaak erg veralgemenend over het dagelijkse leven in andere landen? Er is heel veel verschil tussen stad en platteland, tussen verschillende sociale klassen, tussen mannen, vrouwen en kinderen, tussen ouderen en jongeren. Eén ding is zeker: wat je ook onder de aandacht wil brengen: het gaat steeds om een mix en het is dus goed om kinderen die zeer boeiende diversiteit te tonen, daar waar het past. Wat met aardrijkskundige gegevens? Soms ben je geneigd om te vroeg en te vaak landen of continenten te vernoemen, terwijl dit voor de meeste jonge kinderen geen betekenis heeft. De koppeling aan landen of continenten lijkt voor deze leeftijdsgroep niet relevant. De hoofdbedoeling is verbondenheid, zeg maar sympathie opwekken. Moet je dan de aardrijkskundige gegevens volledig weglaten? Dit hoeft nu ook weer niet. Namen kunnen een functie hebben in het bevorderen van sympathie en verbondenheid. Het kan kleur geven aan wat je zegt of toont. Als het voor jou gemakkelijker is om sympathie op te wekken door deze namen te noemen, dan moet je niet aarzelen. Ook voor jezelf als leerkracht is het interessant om te weten waar iets vandaan komt en hoe iets nu juist verloopt en of het op ruime schaal voorkomt… maar het kan nooit de bedoeling zijn dat kinderen dat kennen. De namen van continenten en landen kunnen soms een houvast bieden en bijdragen tot het prikkelen van de aandacht en de fantasie en het duiden van zaken die in de klas gebracht worden. Beslis je om deze aardrijkskundige aanduidingen toch te gebruiken, probeer er dan juiste, actuele en vrij veralgemeenbare dingen bij te vertellen (en geen achterhaalde, stereotiepe zaken).


Vrijwilligers geven Nederlandse les aan anderstaligen.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.